Peter als inbreker
Adverteert in dit blad.
Zwierschaatsen
RAADSELS
Een aardappelbeesl
N. CATS' WARENHUIS £8&Ea 87
Gedachten lezen
De geschiedenis van de koekoek
VRIJDAG 3 JANUARI 19«
UIT DE PERS
Nederlands taak.
Het beslissende jaar.
Bezettingsrecht en
stille revolutie.
Advertentiën
5
Stalen en houten
Doorloopers en
Kinderschaatsen
Officieelé publicatie van het Departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
M. S. Koster
gemeubileerde zit-slaapkamer,
Hoe hij op strooptocht ging
en hoe hy het weer goed maakte
1
Wat ontbreekt hier aan?
EVENTJES PRET
OPLOSSINGEN van de raadsels
j uit voriirp n'"nmpr
1 O» mewff woont te SpekMlburg en
ff!jHandelerelziper.
I noeit-nonrt-vnna-vpnk.
1 hert-hert-neet-neer
bout-bont- bono-hond
Or H. L. M. van Schaick schrijft in
het Nederlandsch Dagblad
(van Mationaal Front) o.a.:
,.Dat wy een goede verstandhouding
net Duitsland voorstaan vindt dus
net louter zijn grond in öeconomische
overwegingen. Wij erkennen ten volle
het groote belang dat in het bijzonder
onze boerenbevolking heeft bij een
onbelemmerd handelsverkeer met
Duitschland. Anderzijds hebben wij
een open oog voor het belang, dat
Duitschland heeft bij een ongestoorde
invoer van onze koloniale producten.
Bij onze overwegingen worden wij ge
leid door beweegredenen van hopgere
orde, n.l. door het feit dat wij begrij
pen, dat wij een taak hebben te vol
brengen voor het vasteland, waar
Duitschland de belangrijke mogend
heid is. Wij vragen dus van het Ne
derlandsche volk dat het zich bewust
worde van zijn taak en uit dien hoofde
zyn standpunt tegenover Duitschland
zal bepalen. Het Nederlandsche Volk
bedenke daarbij Wel dat het door En
geland van de zeeën verdrongen is en
dat het door Engeland in samenwerking
nut Frankrijk verminkt is, voor het
laatst in 1830, terwijl er geen wezen
lijke tegenstellingen zijn tusschen Ne
derland en Duitschland.
Nu zijn wij er ons zeer wel van be
wust, dat het voor den modernen
mensch, die critiekloos het gerucht en
gevoelsargument aanvaardt, zeer moei
lijk is zich nuchter rekenschap te ge
ven van de feiten en tevens een taak
te aanvaarden, die hem groote plichten
oplegt. Hier komt nog bij, dat de bezet
ter r.iet voldoende doordrongen blijkt
te zijn van de eigen aard van het Neder
landsche Volk en zijn rechten van
bezetter op onbeperkte wijze uitoefent,
waardoor het kort na de capitulatie
ontluikend vertrouwen weer grooten-
deels gesoord is.
Intusschen hebben wij dit te aan
vaarden: want wij mogen ons door
tijdelijke lasten nooit van onze taak
laten afbrengen. Wij hebben nu een
maal den oorlog verloren,; wij zijn niet
alleen bezet gebed, maar ook basis voor
een aanval op Engeland, dus oorlogs
gebied. Buitendien maken wij deel uit
van het vasteland, dat in zijn geheel
geblokkeerd wordt. Wanneer twee
grooten met elkaar in een strijd op
leven en dood gewikkeld zijn, dan kan
het niet anders dan dat de kleinen in
de verdrukking komen. Dit zijn nu
eenmaal feitelijkheden, die men als
natuurmachten te aanvaarden heeft en
waar internationale conventies niets
aan veranderen kunnen."
Aan een hoofdartikel in Vo I k en
Vaderland onder bovenstaan den
titel ontleenen wy:
De oorlog van Duitschland tegen
Engeland is de strijd van den ontreehte
tegen den rechtsverkrachter. Deze
waarheid heeft de Nederlandsche wer
ker voor oogen te houden. Dan zal hij
iets van zyn eigen strijd voor vrijheid,
recht en rechtvaardigheid in dezen oor
log terpgvinden. Dan ook zal hij be
grijpen wat de overwinning van Hitier
voor Nederland en dus ook voor hem
zal beteek enen. 0
De stryd van den Duitschen arbeider
aan het front tegen de Engelsche plu
tocratie is zijn strijd. Hitier zal het
wereldkapitalisme, waarvan de demo
cratische machten in Nederland de
getrouwe dienaren waren, voorgoecj,
vernietigen. De Duitsche arbeider vecht
voor den' Nederlandschen arbeider.
Deze werkelijkheid moet derNederland-
sche arbeider zich bewust maken. Als
hij deze werkelijkheid ziet, zal hij de
beteekenis van het jaar 1940 begrijpen,
niet alleen voor Nederland, doch voor
geheel Europa, ja zelfs voor de geheele
wereld. Maar dan zal hij ook begrijpen
wat 1941 zal brengen.
In het nieuwe jaar, dat thans voor
ons ligt, zal de beslissende slag worden
geleverd tusschen arbeid en kapitalis
me. Een nieuw en gaaf Europa is
slechts mogelijk, als ket kapitalisme
volledig is vernietigd. Het staat dan"
ook wel vast, dat na de vernietiging
van het Engelsche verzet zelfs de laat
ste rest van het volksvijandige kapita
lisme in Europa voorgoed zal worden
uitgeroeid. Want pas dan is d£ volk-
sche opbouw, die door Hitier wordt
beoogd, mogelijk. Zoo alleen ook kun
nen de völksche waarden in de ver
schillende Europeesche volken tot
hun recht komen. Zoo alleen kan er
voiksche orde komen in Europa. Eri
déze orde beteekent vrede.
Dit is het groote en heilige oorlogs
doel van het nationaal-socialistische
Duitschland, dat slechts verwezenlijkt
kan worden door in Engeland het ver
zet te breken, zooals dat ook in Neder
land is gebroken.
Het jaar 1941 wordt het beslissende
jaar. Hoe de ^beslissing zal vallen, is
voor nationaal-socialisten geen vraag
meer. Sommige verstokte democraten
hopen nog op Engeland. Deze hoop z&l
ijdel blijken. De strijd- en arbeids
kracht van het nieuwe Duitschland is
onoverwinnelijk. In dit jaar der beslis-'
sing is voor ons. Nederlanders, het
parool: arbeiden!
Het Vaderland wijst er op: Door
het benoemen van een hem welgezind
ambtenaar aan het hoofd van het mi'
nisterie van Onderwijs tracht de be
zetter invloed te oefenen op de vor
ming van de jonge geesten; door de
inrichting van een nieuw ministerie
van Voorlichtng, dat alvast de be
schikking krijgt over eenige millioenen
der nieuwe radiobelasting, krijgt hij
een machtig instituut, dat invloed zal
oefenen op het cultureele leven in den
door Duitschland gewilden revolutio
nairen zin.
.,Gaat de bezetter daarbij te ver? De
grens is zelfs voor den scherpzinnig-
sten jurist niet precies aangegeven.
Hitier heeft stellig dezen oorlog niet
gevoerd ten einde onze radioprogram
ma's te kunnen veranderen. Maar daar
hy in de heele wereld en' ook in ons
land jaren lang een onverantwoorde
lijke propaganda heeft zien voeren
tegen hem en zijn volk en zijn maat
schappelijke omwenteling, zou men
toch moeilijk kunnen verlangen, dat hij
nu alle propaganda nalaat, nu hij met
zijn legers het land veroverd heeft.
De economische gevolgen van den
oorlog en vooral van den oorlog, zooais
die thans door Duitschlands tegenstan
ders gevoerd wordt, brengerf op zich
zelf reeds allerlei sociale verschuivin-
getPbieé. Deze dwingen tot een dieper
ingrijpen dan de opsteliers van het
reglement betreffende de bezetting in
dertijd zich konden voorzien. Daardoor
alleen reeds krijgt de propaganda al
lerlei mogelijkheden, die men natuur
lijk niet Ongebruikt laat, daar deze
oorlog immers ook in de geesten, of
liever om de geesten, gevoerd wordt.
Niets is natuurlijker dan dat men
daarbij telkens tegenover -betwist
grensgebied komt te staan. Een bezet
ting is geen revolutie, denkt de Neder
landsche ambtenaar en daarin heeft hy
volkomen gelijk. Maar de aard van den
tegenwoordigen oorlog geeft aan een
bezetting wel een zeer revolutionee-
rend karakter en het is begrijpelijk, dat
de bezettende mogendheid de haar
aldus aangeboden gelegenheid niet on
gebruikt wil laten voorbijgaan. Het
positieve recht geeft geen uitkomst;
telkens dient er naar een billijk com
promis gezocht te worden. *De Neder
lander heeft daarbij het belang, dat er
niets verwoest word van wat er aan
nog bruikbare traditie ir het volk
leeft en de Duitscher zal er naar stre
ven een toestand in net leven te roe
pen, die Nederlands^:' sympathie
wint ook voor na de" oorlog. Behalve
natuurlijk in het geval, dat hij meent
sterk en onaantastbaar genoeg te zijn
om alles door geweld te beheerschen
en daarenboven geen geestelijke be;
hoefte zou hebben aan een breeder be
grip, een 'belachelijke., hyp6lh°s<l
van de anti-Du ltsohe propaganda, die
wij verwerpen."
In plaats van kaarten. 1
Verloofd:
RIET STEENBAND
en
GlJS VAN LEEUWEN.
Gouda, 5 Januari 194-1. t
Regentesseplantsoen 2?.
Keizerstraat 56.
Geen ontvangdag.
G 127 14
De BURGEMEESTER van
HAASTRECHT, STOLWIJK en
VLIST betuigt met wederkeeri-
gën heilwensch zyn dank voor
de belangstelling op 1 Januari.
G109 8
Met wederkeerigen gelukwensch
brengen de waarnemend Burge
meester, de Wethouders en de
Secretaris van Gouda dank voor
de by de jaarwisseling ondervon
den belangstelling.
Mr. H. P C. M. DE WITT
WIJNEN.
C. H. KOEMANS.
W. SANDERS.
E. A. POLET.
G. J, J. POT.
G 112 13
Voor de vele bewijzen van be
langstelling bij de jaarwisseling
ondervonden, beluigen wij onzen
hartelyken dank.
Directie
Goudsche Courant.
Gouda, 3 Januari 1941.
G 128 u
Ondergeteekende betuigt met
wederkeerigen heilwensch zijn
hartelijken dank voor de geluk-
wenschen bij de jaarwisseling
ontvangen.
Dr. P. BELGRAVER.
Gouda, 3 Januari 1941.
G 129 8
Ondergeteekende betuigt met
wederkeerigen heilwensch har
telijk dank voor de gelukwem-
schen bij de jaarwisseling ont
vangen.
Dr. A. MONTAGNE Izn.
Gouda, 3 Januari 1941.
G 108 8
een mooie sorteering vindt U in
O 113 30
INSCHRIJVINGSPLICHT VÓÓR 15 JANUARI 1941 VOOR DE
NIJVERHEID EN HANDEL IN GLAS, PORSELEIN EN
AARDEWERK.
Het Bureau voor de Keramische Industrie vestigt de aandacht
van belanghebbenden op de inschryvingsplicht, welke is vastgelegd
in art. 3 van de Beschikking van den Secretaris-Generaal van het
Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart d.d. 21 Novem
ber 1940 No. 38515 N.G. (Staatscourant van 26 November 1940
No. 231). *->k
Dit artikel houdt o m. in, dat alle ondernemingen' (natuurlijke'
of rechtspersonen) welke keramische of glasproducten vervaar
digen, verwerken of verhandelen, met uitzondering van detail
handelaren, zich vóór 7 December 1940 moesten laten inschrijven
bij het Bureau voor de Keramische Industrie.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op fit. 5 der Beschikking,
houdende o.m. een verbod om goederen, welke onder het Bureau
voor de Keramische Industrie ressorteeren, te koopen, in voorraad
te hebben, te bewerken, te verwerken, te koop aan te bieden, te
verkoopen, of af te leveren, tenzij de Directeur van dit Bureau
hiertoe schriftelijk vergunning heeft verleend.
Als overgangsmaatregel is in een afzonderlijke bekendmaking
van den Secretaris-Generaal voorloopig aan alle ingeschrevenen
bij het Bureau voor de KeraU4i$che Industrie dispensatie van dit
'verbod verleend.
Tot dusverre zijn er nog verscheidene belanghebbenden die aan
de inschrijvingsplicht niet hebben voldaan, en voor wie boven
genoemde dispensatie dus niet geldt. Deze ondernemingen handelën
derhalve m strijd met de beschikking van den Secretaris-Generaal,
welke is genomen ter uitvoering van de Distributiewet.
De gelegenheid wordt evenwel opengesteld, vóór 15 Januari 1941
alsnog inschrijving te doen plaats hebben. Ondernemingen, welke
op dien datum nog niet aan den inschryvingsplicht hebben voldaan,
stellen zich bloot aan strafrechtelijke vervolging ën sluiting van'
hun bedrijf.
Belanghebba^«jlP^ordt derhalve in hun eigeni belang aange
raden, om zicfiTyosrzoover zulks nog niet heeft! plaats gehad,
alsnog vóór 15 Januari- 1941 te laten inschrijven bij het Bureau
voor de Keramische Industrie, Juliana van Stolberglaan 27—29
's-Gravenhage.
2 Januari 1941. gggg g^
OOGARTS
bedankt met wederkeerigen heil
wensch voor de goede wenschen.
G 107 6
Echtpaar zonder kinderen, zoekt
zonder pension, in Gouda.
dr. no. 39, Adv. bur. v. Mastrigt,
Aelbrechtsplein *2b, Rotterdam.
G 111 6
DE iele Zaterdagavond had Peter
van Maassen sommen zitten ma
ken, maar geen kwam er van uit.
Om negen uur riep moeder hem
voör de thee en toen hij na een kwartier
nog niet beneden was, stak zijn zusje
haar hoofd om de deur van zijn kamer
en riep: Toe Peter, kom je thee
uitdrinken! Ze wordt heelemaai koud!
Loes! zei Peter, kun Jij die
sommen niet voor me maken? Ik be
grijp er niets van.
Dank je hartelijk, zei Loes.
Vraag het maar aan Theo Krijger,
die zal je wel helpen.
Peter knikte moedeloos. Ja, dat kon
hij eigenlijk wel doen. Hij zou morgen
vroeg opstaan en naar Theo gaan, want
die ging Zondagsmorgens altijd een eind
wandelen.
Maar de volgende morgen sliep Pe
te. een gat in de dag en hij kwam
pas laat aan het ontbijt. Hij schrokte
zijn boterham naar binnen, dronk zijn
thee half uit en vloog de deur uit. He
laas was hij toch te iaat, het dienst
meisje van Theo'8 ouders vertelde hem,
dat Theo al weg was.
Laat me dan even in zijn kamer,
Ik moet wat in zijn tas zoeken, zei
Peter.
Cato bromde iets en zei toen: Veel
«ui je er niet vinden, want er zit alleen
maar dat boek met die gekleurde lan
den iri!
Alleen zijn atlas, vroeg Peter te
leurgesteld. nee, daar heb ik niets
aan.
Nou hoor. ik heb geen tijd meer
stap jij maar weer op. zei Cato en ze
gooide de deur voor Peter's neus dicht
c
Op soek naar Theo
Wat nu? Peter besloot een eindje rond
te wandeler}, tot Theo terug was van
zijn wandeling. Wie weet ontmoette hij
hem wel ergens. Maar Peter was die
morgen een echte pechvogel. Na uren
rondgezworven te hebben, had hij Theo
nog niet gevonden. Het was inmiddels
al 1 uur geworden en Peter was weer
teruggegaan naar Theo's huis. Besluite
loos stond hij voor het hekje van de
Achtertuin. Daar zag hij Pucky. de
hond van zijn vriend.
Hallo ucky, waar is de baas en
Waar is zijn sommenschrift? vroeg Pe
ter; maar op geen van beide vragen
kreeg hij antwoord en zonder er bij na
te denken wat hij deed, ging Peter de
keuken binnen, waar niemand was en
sloop naar boven, naar Theo's kamer
tje.
Maar op tafel lag nieta, geen tas,
geen boek, geen schrift Beneden in de
gang en sin de vestibule was evenmin
ieta te zien. Maar in de studeerkamer
van Theo's vader lag het schrift open
geslagen op tafel, met de zes sommen
er netjes Ingeschreven.
Had ik maar een potlood en pa
pier bij me, dacht Peter, maar wat
gek, als ze me hier vinden. Weet Je
wat tk neem het schrift even mee en
breng het over een half uurtje weer
terug. Puck. je verraadt me niet hoor!
Ik kom straks weer terug.
hele hui8 heenite stilte, er was
bl8£Üa?r ®een mens thuis.
het sommenschrift in zijn band
holde Peter naar huis en belde.
Jongen, waar blijf je toch. riep
moeder, we hebben allang gegeten
en oom Chris heeft gevraagd of we van
middag een eindje mee gaan rijden. Hü
komt direct voor met de wagen. Kom,
haast je wat oom houdt met van wach
ten!
Morgen
Peter had nauwelijks tijd om te éten
en een jas aan te schieten, toen was
oom er al en de auto, les krijgend in
het chaufferen vergat hij alles vani de
sommen en... van het inbreken in teem
andermans huis. Maar toen ze terug
waren en Peter naar zijn kamer ging,
bedacht hij vol schrik, dat 'hij de stem
men nog moest overschrijven. Vlug
greep hij zijn pen. Morgen zal ik
Theo bet schrift teruggeven en
Vertel ik hem alles, dacht hij.
Maar toen het morgen was geworden
lag Peter moe en koortsig in zijn ped
en de dokter zei, dat hij kou had g<
en in bed moest blijven. Minstens
dagen voelde hij zich zóó vervel'
dat hij helemaal niet meer aan
sommenschrift dacht. Daarop werd
Kerstvacantie en het werd begin Jeniiar
voordat vrienden elkaar weer zagen
Peter had er erg tegenop gezien [ten
in bed en in de vacantie had hij dikwijls
gepiekerd over het koopje, dat hij Tajeo
had geleverd. De eerste dag op schbol
vertelde Peter zijn vriend alles, nr
Theo zei: Wat heb ik op mijn
gekregen ervoor I Ik wist heel zekje)
dat ik die sommen had gemaakt en
begreep maar niet waar ik het schfifl
had gelegd Maar ik heb het alle
vergeten, laten we er maar niet mi cl
over spreken.
Peter kon haast niets antwoorden zte
dankbaar was hij Dagen achter elk«
zon hij op iets. dat hij voor Theo l^on
1
Dit leuke beest kun je zelf maken
een paar aardappelen een lucifer,
veren en twee spelden met zwarte
rode koppen.
Met de lucifers verbind Je
aardappelen aan elkaar. De
plak je erop.
doen en de gelegenheid werd hem spoe
diger geboden dan hij dacht
J\u werd Theo ziek
Theo werd op zijn beurt ziek, maar
veel erger dan Peter. Hij kreeg long
ontsteking en het liet zich aanzien,
dat hij wekenlang thuis moest blijven.
Het resultaat was,* dat hij heel wat mis-
j te van wat er op school werd behan
deld. En nu deed Peter iets voor zijn
vriend. Iedere avond zat hij iaat op
1 zijn kamertje en schreei alle dictaten,
sommen en andere dmgen over in de
schriften van zijn vriend, want Ttieo
miste zoveel, dat hij het onmogelyk
zou kunnen inhalen als hij weer op
school was. Peter schreei alles voor
hem op en bracht hem de scnriften,
.zodat Theo, toen hij wel op, maar nog
niet naar buiten mocht, alles kon na
kijken en ieren. Als hij iets niet be
greep, kwam Peter en legde het hem
uit. 4
Peter had zodoende naast geen vrije
tijd meer, want het betekende eigen
lijk, dat hij dubbel huiswerk had en
bovendien nog als leraar optrad Maar
hij vond het helemaal niet vervelend
integendeel, hy vond het fyn, dat hij
nu* eindelijk zijn schuld aan zijn vriend
-on afdoen En toen Theo weer beter
vas en voor net eerst op school kwam.
stonden de leraren versteld over alles
vat hij gedurende zijn thuiszljn had ge-
laan. Hij was zo goed als niet achter.
Dat heb ik aan Peter te danken!'
ertelde Theo trots en Peter antwoord
je op zijn beurt: O. dat is niets, ik
leb het allang weer vergeten hoor!
aten we er niet meer over spreken
Maar de vriendschap tusschen de
tee jongens was door dit alles nog
jchter geworden en ware vriendschap
is veel waard en brengt met zich mee.
W Je elkaar in alles helpt Peter en
neo zijn altijd vrienden gebleven en
hun later leven hebben ze nog dik-
ijls gemerkt, hoeveel ze aan elkaar
idden.
In elk van deze tekeningen heeft de
tekenaar iets vergeten. Wie van jullie
ziet de fouten
'jajojeqos trajeus 'afdog :§uTsso]do
JTe zegt tegen iemand: ,,Neem een
getal in je gedachten, maar zeg het niet.
Klaar? Mooi zo, nu zal ik zeggen welk
getal het is. Tel in gedachten één by
het getal. Het getal, dat je nu gekregen
hebt, vermenigvuldig je met twee,
daar te! je weer één by op eta daarby
weer het getal, dat je het eerst m je
gedachten had. Zeg nu het eindcijfer
maar eens.
Dan trek je in stilte drie van het eind
cijfer af. Het derde gedeelte van de
rest is dan gelijk aan het getal, dat de
ander in zijn gedachten heeft gehad. Als
je dat getal nu noemt, is iedereen ervan
overtuigd, dat je een volleerde gedacb-
tenlezer bent!
Het gaat dus zo: Iemand heeft b.v
het getal 4 genomen. Tel je er één by
dan kryg je vyf. Neem bet verkregen
getal dubbel, dat wordt dus tien. Tei
je er één bij, dan is hc' elf en daarna het
geheime getal, dus vier erbij, wordt 15
Dit getal wordt hardop gezegd Nu trek
je er drie van af, zoodat het getal 12
wordt. En daarvan het derde deel Is 4
Dit kunstje gaat bU alle getallen op
1. Ik heb een erge baard: tocb laat ik
ml) nooit scheren want deed ik dat dan
kon Ik mtjn werk niet meer verrichten I
Wie ben Ik
2. ttl I I zoute vloeistof;
X X x x slot.
x x x neep:
s metalen
I I I r 1 eetinstrument
Plaats In dit magisch vierkant de Juiste
woorden, die dan van links naar rechts
en van boven naar onder kunnen worden
gelezen.
1. Tr,ek Je achone hemd aan. Jan I
Wat, zit Je In het halfdonker not la
lezen
Zodra apen Iets Hen. willen ae liet
nadoen I
Wat voert Altred daar aft In mtjn kast?
Wat D rara takken beeft die beukt
Zet vaat de mand neer voor den slager
In deze zinnen staan dierennamen ver-
Roemeen» sprookje gp Jg bctOVC^C StfTllk
Er leefde m een dorpje eens een
man, die zoo arm was, dat er soms
dagen voorbij gingen, zonder dat hij
een Kruimeltje brood had. Op een dag
zei hij tegen zijn vrouw:
Wat heeft het voor nut, dat ik hier
nog langer blyf. Ik trek de wijde we
reld in, ik ga mijn geluk beproeven.
Hij nam zijn bijl op zijn schouder en
ging op weg. Al wandelend kwam bij
in een bos, waar bij tussen de bo
men een pracnuge struik zag staan met
glinsterende bladeren. De struik was zó
mooi, dat de man zei:
Ik hak hem om.
Toen hij dichterbij kwam zag bij tot
zijn verbazing, dat de struik zich naar
hem toekeerde.'
- Hak me met om, zei de struik met
een vriendelijke stem, ik kan je van
veel nut zijn.
Wat kun je voor me doen? vroeg
de man.
Ga naar het dorp waar je woonde
en men zal je tot hoofdman benoemen
De man twijfelde, maar dacht:
Och, Ik heb mets te verliezen als
ik terug ga, waarom zal ik het niet
doen. Ik tal zien, in hoe verre de struik
de waarheid spreekt.
En hij ging terug
Toen hij vlak bij het dorp was, kwa
men de menschen hem al tegemoet en.
zonder hem ook maar iets te vragen,
benoemden zij hem tot hun hoofdman.
Zijn armoede was nu geleden en hij
leefde in welstand Dit bleef drie jaar
lang zo, toen. zonder de minste reden,
veranderden de menschen plotseling
van mening en ze kozen een nieuwen
hoofdman
Nu begon de armoede opnieuw. Hij
zocht werk, maar vond niets en eindeiyk
pakte hij opnieuw zijn bijl en ging we
derom naar het bos
Bij de struik gekomen, zei hij: Nu
hak ik je neer.
Ook nu begon de struik te
spreken:
Hak me niet om ik kan
je van veel nut zijn Je nebt
gezien wat ik heb gedaan
Ga naar bet stadje R en men
zal ie tot rechter benoemen.
De man geloofde de woor
den van de struik en ver
volgde zijn reis
Hy kwam in het stadje en
zonder dat hem ook maar één
vraag werd gesteld benoem
de men hem tot rechter HIJ
leefde nu met zyn vrouw In
weelde en vergat de tijd van
armoede Na drie jaar echter
werd hij op dezelfde manier
als hy gekozen was zonder
dat hem één vraag werd ge
steld. afgezet.
En nu kwamen de slechte
dagen weer Hy kon geen
werk vinden hoe hy ook zocht
en plotseling dacht hy weer
aan de wonderlijke struik.
Hy nam zUn byi en ging op
stap
Maar wéér zef de struik tot
hem:
Hak me niet om. want Ik
kan je van veel nut zyn. Je
moet naar Guldem-yk gaan
en daar zal men Je tot presi
dent uitroepen.
De man deed. zoals hem
was bevolen en bij ging naar
het land. dat Guldenrijk
heette. In de hoofdstad a in
gekomen. werd hy met
juich begroet en men
hem nog dl*mt
president uit.
Hij haalde zijn vrouw en leefde nu
in grote rijkdom en pracht.
Volgens de wet van dat rand mocht
een president met langer dan drie ja
ren achtereen regeren. Na drie jaren
werd dus een ander benoemd.
De man bad intussen groot fortuin
gemaakt, maar zijn vrouw was uog niet
tevreden. Zy wilde, dat haar man het
nog verder Dracht dan president en ze
naaide hem over weer naar de struik
te gaan. Hij nam daarom zijn bijl weer
op zijn schouder en ging op weg.
Wie beeft je bewogen merheen te
komen? vroeg de struik.
Wel, -iel de man, myn vrouw
beeft me gezonden. Zij wil, dat je me
nog voornamer en rijker maakt dan
president
De struik werd boos en zei:
Altijd ontevreden. Ik heb je hoofd
man gemaakt en rechter en preekient.
Nu ben je rijk en hebt niets meer n«>o-
dig. En nog zijn jullie niet tevreden.
Ik kan je nu niets meer geven, uue.ien-
deei ik moet jullie straffen. Voortaan
zuilen jullie vogels zyn, rusteloos en
zonder een eigen huis, springend van
tak tot tak en je naam zal zijn itoekoek.
En terstond werd de man een koe
koek
Maar nooit hadden hij en zijn vrouw
een eigen nest. zoals andere vogels, dat
was de straf voor hun begerigheid.
Een oud vrouwtje was voor een ziek
jongetje helemaal naar de stad gegaan
om poeders te halen. De apotheker woog
met zorg de bestanddelen op het kleine
schaaltje al
Het vrouwtje stond vol ergernis te
kijken.
Och toe meneer, wees niet so
schriel, het is voor een arm jongetje
tot
FHj nam rijn bijl op styn Behouder en ging op uwOi