HET ANSON TRIO
DAMMEN
w
Amor op de vrachtboot
m mm w
mjê mljbjp
m w m m m
Het Anson-Trio
Een fontein
Waaraan het noodlot zich voltrok
1|
A
Kampioenschap
2
van Nederland
9 PP
1
6?
in een weckflesch
L
(-
hij moert hun het nieuwtje mada-
deelen en zien hoe zij het opnamen.
Hoe gevaarlijk het ook was! Lewis
en Dutch King waren de laatste da
gen zeer onrustig geweest, hij kon
niet blindelings op hen vertrouwen.
V"^| TEVE Anaon reed In galop
naar Elkahead, sprong voor
llen winkel van Beeson uit
k/ dan aadel en trad de zaak
binnen
Geef mij ham, boonen, melk en
koffie I schreeuwde hij en sloeg met
zijn vuist op de toonbank. O ja,
tabak ook en. wel met spoed! Een
beetje vlug. oude muilezel!
Ed Beeson liet het mes en het
latje, dat hij rond gesneden had,'uit
"^ijn hand vallen, alsof het gloeiend
y Ijzer was. Haastig begon hij het be
stelde klaar te maken, maar terwijl
hij bezig was, draalde hij zich op
eens om.
Heb 1e geld bi) Je? vroeg hij
wantrouwend. Een vreemden
klant kan ik geen crediet geven!
De onbekende grijnslachte.
Pak je waren in, oude ezell
brulde hij. Ik zil wel zorgen, dat
je hetgeen je toekomt, krijgt!
De oude Ed keek hem over zijn
brilleglazen wantrouwend aan,
spuwde op den grond en pakte een
en ander in een zak, welken hij den
vreemdeling aanreikte. w
Hier ia het. En nu betalen!
Betalen?brulde de onbekende
-é en hij paxte den zak op. Ik heb je
toch gezegd, dat je ervoor zoudt
r krijgen, wat je toekomt! Daar heb
je hetl t
Met een snelle beweging had hij
eeh* revolver uit zijn zak gehaald.
Ed Beeson viel geluidloos op den
grond. Steve Anson stak de revol
ver weer in* zijn zak en ging naar
de deur. Een cowboy, die het schot
had gehóórd, liep in de deuropening
tegen hem aan,
Toen de cowboy vele dagen la
ter in de woning van den dokter
weer tot bewustzijn kwam, be
zwoer hij, dat Steve Anson geen wa
pen iu de hand had gehad, toen hij
hem had oAfdëkt, maar dglbhij met
elke hand uit een revolver- op hem
vuurde, nog voordat de zak met
den voorraad op Hen grond was ge
vallen.
Van dien dag af was er een prijs
gesteld op Steve'Ansons hoofd.
Maar hij trok zich daarvan niets
aan! De vrederechter van Grass
Valley was bang van hem en dat
wist Anson, die lachte om de poli
tie. Hij was 'n ongeëvenaard goede
schutter, zijnsnelheid en schot-
zejkerheid hadden hem beroeird ge
maakt.
Men wist niet, vanwaar hij was
gekomen.,Maar hij plunderde, roof
de en terroriseerde de geheels
streek. Ruiters en honden zochten
hem, de burgers van-Elkshead en
Wickenburg werken samen en rust
ten vrijwilligers uit, alles echter te
vergeefs. Steve Anson bleef onvind-
'baar.
Vijf dagen yerliepentzonder dat er
zich iets bijzones voordeed en men
geloofde reeds, dat de gangster het
land had verlaten, toen hij weer op
dook. Maar ditmaal had hij twee
andere mannen Bij zich, die in niets
voor hem onderdeden. Drie gang
sters, die voor niets terugdeinsden!
Dat was'te veel voor de stad.
De sheriff van Elkshead trad af.
Hij was tegen dezen toestand niet
opgewassen. In zijn plaats trad Bigg
Bill Davis, een ex-farmer, maar
ook hij had geen succes. Het Anson-
trio overviel een geld-transport,
doodde de begeleidende mansahap-
pen en roofde duizend dollar in goud.
Den volgenden dag, terwijl de she
riff met een paar haastig gevormde
afdeelingen de omliggende heuvels
doorzocht, overvielen zij de Nationa
le Bank der farmers te Wickenburg -
en reden ongehinderd terug, een
gewonden kassier in de bank ach
terlatend.
Dienzelfden dag reden de drie
bandieten door* Elkshead, schoten
alle ruiten van de woning vana den
sl^riff stuk en lieten het volgende
briefje voor hem achteri
„Waarde sheriff.
Wij zijn hetlemaal niet op je gesteld
en cisehen dat je aftreedt. AU je het
niet doet, zul je weldra wenschen,
dat je het bijtijds hadt gedaan,
Hoogachtend, X
Snake Lewis,
Steve .Anson,
Dutch King".
Het was op een middag in Grass
Valley. Ten Noorden van Elkshead,
uit het gebergte, kwam een ruiter
aanrijden doof het modderige wa
ter van de Caynse. Zijn paard liep
tot aan de knieën in het water. Een
boosaardige glimlach speelde om
zijn mond. Steve Anson hoopte heel
JWat rijker bij zijn kameraden terug
#te keeren, dan hij' was vertrokken.
Een zware baard omlijstte zijn-ge
zicht, hij scheen nergens speciale
zorg aan te hebben besteed, behal
ve aan zijn vuurwapenen.
Hij naderde in gemoedelüken draf
Elkshead, toen een wapperend stuk
papier, dat aan een boom was be
vestigd, hem halt deed houden. Hij
las in vette zwarte letters zijn eigen
naam. Daaronder twee andere na
men en een verklaring. Met een ruk
hield hij zijn paard in en rich tja
zich op in het zadeL
„Steve Anson, Snake Lewis,
Dutch King",
Bekendmaking! Ieder van deze
drie mannen, die aan Sheriff Wil
liam Davis, de twee andere dood
of levend uitlevert, krijgt 1000
dollar belooning. De eenige voor
waarde is, dat degene, die de be
looning ontvangt, het land bin
nen 24 uur verlaat. William Davis,
sheriff."
Steve Anson scheurde het papier
van den boom en stak het in zijn
zak.
Zoo'n oude dwaas, die sheriff,
mompelde hij. Ik zal het aan de
jongens vertellen, als ik terug ben.
Daarop reed hij verder. Hoe meer
hij er echter over nadacht, hoe
meer hij overtuigd werd van het
gevaar, dat het plakkaat van den
sheriff voor hem en zijn makkers
beteekende. Wat de sheriff zelf niet
kon volbrengen, zou voor Ansons
mannen, als zij hem wilden verra
den, al heel gemakkelijk zijn. Was
de belooning groot genoeg om hen
tegen hun aanvoerder op te zetten?
Duizend dollar en geen straf... dat
was een goed zaakje. Die sheriff
had het wel handig uitgedacht. Hij
moest al die plakkaten maar ver
nietigen, opdat zijn mannen ze niet
onder' de oogen kregen.
Anson liet zijn paard omkeeren en
reed terug. Elk plakkaat, dat hij kon
bemachtigen, verscheurde hij, tot
dat het 'hem eensklaps duidelijk
werd welk eep onnut werk hij deed.
Hoeveel plakkaten hij ook ver
scheurde, een enkel was voldoende
om hem aan zijn kameraden over
te leveren! En hoe gemakkelijk kon
hij er niet één over het hoofd zien,
wellicht hadden zij er reeds één ge
vonden, terwijl hij hier al die moei
te voor hiets deed! Het hielp niet,
De oude Ed keek hem over zijn brilleglazen wantrouwend aan
Steve liet ditmaal het plan om de
Bank van Elkshead uit te plunderen
varen. Hij keerde om en gaf zijn
paard de sporen*, want vóór het don
ker was, Wilde hij thuis zijn. Hij,
Stevw Anson, zou zijn compagnons
verhinderen hem te verraden, maar
dat zou hem niet beletten, dat hij
hen verried! Wat voor den één
goed was, was dat nog niet voor
den ander, overlegde hij. Hij zou
zijn mannetjes zonder uitstel aan
den sheriff overleveren, het geld op-
eischen en over de grens gaan,
waar hij, niet langer door de wet
achtervolgd, lil rust en vrede naar
rijn eigen goeddunken van het geld
-kon genieten.
Hij grijnslachte en stak een ver-
sche 'sigaret op. In flinken galop
reed hij verder.
Dicht bij zijn doel gekomen, steeg
hij van zijn paard, bond het dier
aan een boom vast en zette te voet
zijn weg voort. Voorzichtig sluipend
naderde hij de hut en gluurde door
het venster naar binnen... Dutch
King zat met zijn breeden rug naar
Këm toe; hij had een spel kaarten
voor zich liggen. Er heerschte dood-
sche stilte in de hut. Een oogenblik
later dook Snake op, zijn gezicht
was verwrongen door haat. In zijn
hand hield hij een aanplakbiljet
van den sheriff.
Jou leelijk zwijn! brulde Lewis,
terwijl hij het papier omhoog hief!"
Waarom heb je dat in je bed "ver
stopt?
Dat gaat je niet aan! brak
Dutch King .los en hij sprong over
eind.
Buiten in de duisternis van
den nacht, stond Anson en hoorde
het aan.
Het schijnt of die twee mij mijn
werk willen vergemakkelijken.
Hij was voldaan. Dood of levend
stond op het biljet, hij kreeg de be
looning in elk geval! En hij be
spaarde zich héél wat geharrewar.
Pak makr aap, jongens! Er op
losl vuurde hij hen In gedachten
aan.
Als was het een antwoord barst
te Lewis met vernieuwde woede
tegen zijn kameraad los.
Jij wilde het geld, dat als be-
looning ié uitgeloofd, alleen verdie
nen! brulde hij.
Leugenaar! schreeuwde King
cfi sprong op hem toe.
Op hetzelfde oogenblik greep Le
wis zijn buks. Maar vlugger nog
had Dutch King zijn revolver ge
trokken, vrijwel op hetzelfde oogen
blik knalden de schoten. Even wan
kelden de mannen op hun voeten,
toen zakte King langzaam op den
grond neer, waar. hij half opge
richt bleef zitten, tegen een stoel ge
leund, zijn rug nog steeds naar An
son gekeerd.
Met schier bovenmenschelijke in
spanning "hield Lewis zich staande.
Het .geweer wiebelde als een kom
pasnaald heen'en weer in zijn rech
terhand, in zijn linkerhand hield hij
het verfrommelde biljet vast Bloed
stroomde over zijn lippen, maar hfj
wilde volbrengen, wat hij zich tot
taak had gesteld. Wankelend hief
hij het wapen met belde handen om
hóóg.
(Vervolg op pagina 7)
In de eerste ronde van den wedstrijd om het
persoonlijk kampioenschap van Nederland, werd
op 16 dezer te Amsterdam de volgende partij ge
speeld tusschén Ph. J. Ham, Rotterdam, met wit
en P. J. van Dartelen, Zandvoort. met zwart.
1. 32—28, t8—28; 1. 33—2», 23:32; 3. 37:28,
20—23.
Veelal wordt de Chefnoeud-openlng met 1924
3933, 1419 en later 2025, 25:14 vervolgd.
Zwart toont geen lust om deze bekende paden
te betreden.
4. 39—33, 12—18; 3. 44—39, 23; 6. 28: 19,
14: 23; 7. 50—44, 7—12 8. 41^37, 1—7.
'Een typische variant is hier (1821) 3732
(21—28) 33—28, (28: 37) 28:1» (13: 33) 32:41, en
zwart houdt de randschijf op 25.
9. 46—41, 17—22; 10. 31—27, #2:31; 11. 36:27,
10—14; 12. 37—32, 14—19; 13. 41—37.
Op 3328 kan 1822 volgen, welke zet to* om
zichtig spel voor wit dwingt.
1311—17; 14. 33—28, 18—22; 15. 29:18
gedw., 22: 33; 16. 3S: 29, 13: 31; 17. 37: 26.
Zwart heeft nu bereikt, dat hij de eigen rand
schijf kan afruilen en dat wit een randstuk heeft
gekregen. Dit noopt wit op het centrum tot voor
zichtigheid.
17 19—24; 18. 29^20, 25:14; 19. 39—33,
9—13; 20. 44—39, 7—11 21. 42—38. 4—9; 22.
34—29, 12—18; 23. 40—34, 13—1»; 24. 34—30.
Hierdoor ontstaat de dreiging 29—23 (19 37),
38—32 (37: 28) 33: 4 en op 19—23 kan wit heel
goed 2621 en 21:23 laten volgen.
Z4s1»-. as. «74a. a—ai
18:30; Ï7. 35:84. 14-^-20,
Zwart laat wit nu rustig diens beoogde flank-
spel ontplooien, terwijl hij het met 1419 kan
afwenden. Niettemin zou wit dan op bet centrum
eenig voordeel hebben overgehouden.
28. 4510, 5—10; 29. 4944, 10—14 30. 32—28,
17—22; 31. 28:17, 11:22; 32. 33—281, 22:33; 33.
39:28!
Wit heeft nu een uitstekende stelling opge
bouwd, waarbij het centrumstuk, dat hij aan den
flankaanval heeft toegevoegd, zwart's bewegings
vrijheid helpt belemmeren. -
336—11 34. 28—231, 8-rl2.
Hier is (2025) 23:12 (8:17) beter, hoewel wit
met 4339 ontwikkeling door 1722 met 2420
en 39: 6 kan tegengaan.
35. 43—39 (yprhindert dus 18—22 met 24—20
en 39: 6), 11—17; 36. 38—32, 20—25; 37. 40—34,
Het vervolg leert, dat 3934 hier de aange
wezen zet was, zoodat na (1419) 23:14 (9: 20)
geen damdreiging met 20: 49 kan optreden. Het
spel blijft dan derhalve heel kansrijk voor wit
De textzet is in zooverre een positiefout, dat
zwart met een afruil wit kan dwingen, het flank-
spel prijs te geven.
3714—19!!; 38. 23:14, 9: 20; 39. 32—28?
1
16
96
86
46 47
48 49
60
Coopt In «en «eevoudttm sYes.
uitvoert door 1781. 1888. 20: 4B.
Wegens de dreiging TB—23 was dus 44—40 ge-*
dwongen en zwart kan b.v. vervolgen met 1722,
waarop 1319 niet verhinderd kan worden, want
op S9""3J haalt zwart door .1823 en 20:47 dam
met stukwinst.
3917—21!; 40. 28:1», 18—23!; 41. 29:18,
20: 49.
Door dezen 'slagzet zijn de rollen plotseling
omgedraaid en heeft wit zijn voordeel prijsgege
ven, terwij! zwart nu de beste kansen heeft Op
1812 is 4913 winnend; op 39—33 gevolgd
door 43—38, want 42—37 (38! 42) 48:37 verliest
dan ook.
t
De beste zet voor wit Is 3934, want op
4921 geeft 1914 met dreiging 1813, 138,
149 wellicht remisekans. Voorts dreigt na
3934 remise door 1812 en op (4935) 149
(356> 4237 heeft de dam vrijwel geen aan-
valskansen. v
De volgende textzet is dus foutief.
P
42. 19—14, 49—43; 43. 14—9, 43:12; 44. 9—4,
12—171; 45. 28—23, 17—12; 46. 23—19, 12—17;
47. 418 (om 1728 met 1823 te pareeren),
17—8; 48. 19—14, 8—17!; 49. 18—23, 17—22; So.
23—41, 22—36; 51. 41—47, 25—30.
Vanaf den 44sten t/m den 51stén zet heeft
zwart op fraaie wijze wit tot de gespeelde zetten-
reeks geforceerd; het opjagen van de witte schijf
28 naar 14 is daarbij zeer belangwekkend.
52. 42—38, 30—35; 53. 38—33, 36—22!
Zwart wint nu een schijf, want op 3329 volgt
2228. Er volgde nog 54. 47—41, 22: 38; 55.149,
3:14; 56. 41:5, 35—40; 57. 48—42, 40—45; 58,
5—46, 45—50; 59. 42—37, 39—48 en wit gaf op.
Zwart heeft het eindspel uitmuntend behandeld
•n behalve van den 39sten zet van wit heeft hij
uitstekend van diens 42sten zet geprofiteerd.
(Vervolg van pagina 5)
Ik wilde u nog eens zien, zegt
hij dan en zijn stem klinkt vast. Ik
wil niet, dat u boos op mij bent. Ik
heb den geheelen dag .aan u moeten
denken.
Het meisje lacht stil en buigt zich
wat dieper over haar naaiwerk.
U moet niet zoo hard praten...
Peter slaapt.
Zij ziet de teleurstelling in zijn
oogen en vervolgt:
Peter is mijn broertje. Vanmor
gen hebt u met hem gespeeld. Ik
moet voor hem zorgen. Onze moeder
is dood.
Opeens voelt Peter zich vroolijk,
uitgelaten vroolijk. Hij weet niet
waarom. Misschien... Omdat de kleine
Peter is haar broertje en niet... Mis
schien ook, omdat haar stem nu zoo
lief klinkt en haar oogen zoo'n war
men glans hebben?
Ik heet ook Peter.
Opeens lachen ze allebei.
Dat had ik al gedacht, zegt het
meisje. Die naam past bü vroolijke
oogen en zulk borstelig haar.
Peter strijkt eens over zijn weer
barstige lokken en denkt: In
haar oogen weerspiegelen zich de zon
en de maan en hij vraagt:
Hoe heet jij?
Peter kan geen „u" meer zeggen.
Er is te veel innigheid tusschen hen.
Ik? Ik heet als de boot. Mijn
moeder heette ook „Ellen-Hedwig".
Wat onzeker haalt Peter een pakje
uit zijn zak.
Ik heb wat voor jou en voor klei
nen Peter meegebracht.
Op haar schoot legt hij een speel
goedhond en een paar tijden kousen.
Zij bloost hevig en trekt haar rokje
zoo ver mogelijk over haar bloots,
bruine beenen.
Opeens is het stil tusschen hen bei
den. Dan klinkt zacht de stem van
het meisje:
Ik ben nooit boos op u geweest.
Waarom ben 'je dan weggeloo-
pen?
Ach, dat kan ik je niet uitleggen.
En ze kijkt over het water, met
oogen, waarin lachlichtjes zijn.
Waarom ben je gekomen?
Je was al lang in mijn gedach
ten, alleen, ik kende je niet.
Ellen-Hedwig zwijgt. Wacht ze,
op wat hij verdT zal zeggen?
Is het niet heerlijk zoo over de'
stroomen te trekken? Tot aan de groo
ts zee?
Wij komen altijd weer hier terug.
Weer wacht Ellen-Hedwig.
Maar Peter blijft zwijgen.
Eerst nn langen tijd zegt hij als in
gedachten:
Ik zal telkens aan de kade komen
om te zien of je er bent. Vind je dat
goed?
Zij haalt diep adem.
Anders wacht er nooit iemand
op mij...
De maan kijkt al om het hoekje
van de wolken en het water kabbelt
stil. Peter staat op en groet haar nog
eenmaal van de kade af.
Ellen-Hedwig wuift terug. Laat dan
haar hand als vermoeid in haar
schoot terugvallen. Ze voelt zich zoo
vreemd en gelukkig.
Groote Peter, fluistert zacht
haar stem.
21e staat op en kijkt lang naar de
kade.
Kleine Ellen-Hedwig heeft lief. Voor
de eerste maaL..
Dit iê een alleraardigst kunstje
»m op een gezellig avondje te ver-
toonen. Een kurk van een medicijn-
fleschje wordt doorboord en door
deze kleine opening steekt men een
strootje of een grasspriet van zoo
klein mogelijke middellijn. De
medicijnflesch, die men ook noodig
heeft, wordt nu voor driekwart met
water gevuld en met de doorboorde
kurk goed gesloten; het onderste
gedeelte van den stroohalm moet
bijna den bodem van de fleach
raken.
Nu neemt men een klein weckglas
dat men van binnen boven de vlam
van een kaars of het gas heeft ver
warmd en zet dit over de flesch
heen, zoodat er geen lucht van bui
ten naar binnen kan dringen. Dit
bereikt men het best, door een
soepbord te nemen, waarop men
een stukje vloeipapier legt. Hierop
komt eerst het medicijnfleschje,
daarna omgekèerd de weckflesch.
Door den druk van boven op het
inmaakglas is luchttoevoer uitge
schakeld. Nu zal onmiddellijk de
fontein gaan spuiten. Zoodra de
lucht, welke zich in het inmaakglas
(Vervolg van pagina 2)
Doch ook Dutch' King, hoewel
doodelijk getroffen, vuurde nog
eens. De kogel trof doel, doch da
inspanning had King's laatsta
kracht gekost. Hij zonk langzaam
voorover, het geweer gleed hem uit
de hand.
Steve Anson drukte zijn gezicht
tegen het venster en grijnslachte. De
strijd was haast ten einde en hij
zou de belooning ontvangen.
Schiet wat op jongens!' mom
pelde hij. Vooruit!
Maar Snake Lewis was nog niet
bereid te sterven. Hij had nog een
laatste kaart uit te spelen. Met bo-
venmenschelyke' inspanning, zijn ge
laat wasbleek, hief hij zijn wapen en
richtte zoo goed als zijn bevende
handen het mogelijk maakten, in de
richting van King en schoot.
Anson zag den vuurstraal uit den
loop komen en hoorde een donderen
den knal... Hij voélde iets als een
harden klap en ongekende verras
sing sprak, uit zijn oogen. Hij wan
kelde, greep naar de vensterbank^
struikelde en stortte op den grond.
Lewis' laatste kogel had niet King
getroffen, die dood voorover was ge
vallen. Die laatste kogel had het
venster doorboord en was precies
tusschen Anson's oogen zijn hoofd.
binnengedrongen.
bevindt. Is afgekoeld, zien we een
fijnen waterstraal door den stroo
halm naar boven komen. De kracht
van den waterstraal is soms zoo
groot, dat het water tot aan den
bovenkant toe spuit.
Dit hooger of lager spulten kan
men regelen met de kurk. Hoe die
per en vaster de kurk ln den hals
zit, hoe hooger de fontein spuit."