F DOODEN bij autobusramp
I
\h
der Nieuwerkerk a. d. IJssel
1
HEI LACHJE IN DE
GROENE OOGEN
en van den dienst Gouda-
Rotterdam door stuurdefeqt
van den hoogen dijk in
de rivier gereden
Chauffeur en tien passagiers
konden gered worden
BLAD
MAANDAG 24 FEBRUARI 1941
fm fefcct aan tot «tor van m wafm van den dienst Goto»—
aard» tooit fbtmektto onder do gemeente Nieuwerkerk
I oo» ntdwowp ran frootoa omvang ver oor taakt. In
„gs nart stortte do wagon va» da» toogea dijk don IJssel ia. Do
a tien inzittenden zijn veilig en wel op den kant gekomen,
magiërs zijn verdronken. Aanvankelijk konden zes dooden
tongen worden en toe» sua tegen tot vaüea van den avoto de
toetos boven water had. trof ase^aog vijl personen in het voertuig,
de torens do osuekerheid, die den geheelen dag bestaaa tod,
0tt de vraag hoeveel personen in de bas zaten, word opgeheven.
ACHT DAMES EN DRIE
HEEREN VERDRONKEN.
DE GEREDDEN.
Kranig optreden Van schipper.
Snel hulp.
Bug uint te bereiken.
„In enkele seconden gebeurd".
4n
FEUILLETON
V-
De dooden zijn: de 61-jarige heer
Jj. J. Maree, winkelier in ijzer
waren in de F. C. Hooftztraat te
Gouda en zijn 69-Jaiife eehtge-
noote D. Maree—Maters, de
jarige textielarbeider A. Kerver
es zijn moeder de 7S-jarige mevr.
G. Kerver-van Hertum beiden te
Moordrecht, de 54-jarige mevr.
1. M. Peterson en haar 81-jarige
dochter H. Peterson, beiden uit
Botterdam, de «O-jarige heer H.
Nebbeling uit Llneehoten, de 30-
juige mevr. M. de Haan-van
VHet uit Botterdam, de 30-jarige
mevr. A van LoonTuinemburg
uit Moordrecht, het 15-jarige
meisje G. d. Heuvel te Moor
drecht en de M-jarige mej. A
Stam, huishoudster te Den Haag.
De toestand van de vier in het
ziekenhuis opgenotuenen is gun
stig.
i piaals vzn hel ongeluk. De paaltjes geven den weg aan, dien de 'hutobus vol^ie. Men ziet de sporen van de
banden. De bus is onder water verdwenen. (J. V Khyo)
Gered zijn de heer W. Baas, slager
is de Uweilaan te Gouda met vrouw
»S S-jarig zoontje, de 37-jarige meu
belmaker W. van Loon wiens vrouw
tot de verdronkenen behoort met
twee dochtertje# van 2 ,cn 3 jaar, de
H-jerige mevr. W. Heikoop—v. Uden
I» Moordrecht, me}. J. C. Koot uit
X^iwyk, het 15-jarig meisje M. Hal
lman uit Moordrecht, de 13-jarige
beffen A. Munster uit het tijdeijk te
Moordrecht gevestigd Geref. Weeshuis-
z# Rotterdam, en de chauffeur de 40-
b"ffe T. de Redelijkheid uit Capelie
a d, IJssel,
Van de geredden zijn vier in het van
Berson ziekenhuis te Gouda opgeno
men: de heer Van Loon, die een hoofd-
•h een handwond heeft, zijn beide
wchtertjes, die niets manieeren, maér
ter observatie liggen en mevr. Heikoop-
ten Uden, die gescheurde handpeezen
weft. Voorts was naar het ziekenhuis
gebracht mej. Kool, maar deze had
ekchts een handwondje en kon na ver.
zonden te zün naar huis terugkeeren.
VM-minuten over half tien was de
autobus uit Gouda vertrokken, een den
aan veertig personen plaats
rade wagens van het bedrijf van
van Gog uit Capelie a. <t IJssel,
die dén dienst tusschen Gouda en Rot
terdam onderhouden. Het was de eer
ste dienst op Zondag en ook de eerste
dienst na vijf en een halve maand van
den chauffeur T. de Redelijkheid uit
Capelie a. d. IJssel, die ziek geweest
ia en na zijn hersjel op dezen dag zijn
werk hervatte.
Met de gewone regelmaat slingerde
zich op dezen mooien ochtend, waarop
het zonlichf zich door den nevel poog
de te dringen en het landschap in
vriendlijken schijn zette, de autobus
over den dijk vlak langs den Holland-
schen IJssel, die in den rustigeu och
tend in lichte rimpels tegen den hoo
gen dijk kabbelde.
Moordrecht werd bereikt, passagiers
stapten in en uit en voort ging het
weer. Twee en twintig personen waren
bet, zooals eerst veel later vastgesteld
kon worden, die in de bus zaten, 10
dames, 2 meisjes, 5 heeren, 1 jongetje
en 3 kleine kinderen benevens de
chauffeur. Er bevonden zich echtparen
met kinderen onder en alleenreizenden
en het waren voornamelijk streekbe-
woners, die op weg naar familiebezoek
waren en ook inwoners van Botter
dam, die tijdelijk elders wonen.
Het stuur weigerde.
Talrijk zijn de bochten tusschen
Moordrecht en Nieuwerkerk en vlak
voor zoo'n slingering ontstond te
circa tien minuten voor tien de ca
tastrofe. Op een kilometer va» het
bij dc rivier gelegen gedeeltr van
Nieuwerkerk, voor Kortenoord, ge
beurde het. Juist op de plaats waar
de weg naar rechts buigt, trad gen
defect aan de stuurinrichting op.
Vijftig kilometer bedroeg de snel
heid, de gebruikelijke vaart, waér-
mede de ervaren chauffeurs, die den
weg door en door kennen, rijden. De
wagen luisterde niet meer naar het
stuur, reed recht door en met on
verminderde snelheid schoot hij op
een pont, waar de IJssel vlak langs
den dijk stroomt, de steile helling
van den zeven meter boven het wa
teroppervlak uitstekenden weg af,
recht op het water toe.
Met een zwaren klap, die tot ver
in den omtrek hoorbaar was, stortte
de autobus tegen den ijzeren wand
van een op tien meter uit den wal
voor anker liggend schip. Door dra
schok teruggeslagen, maakte de wa
gen een vollen slag op zijn zijde om,
om daarop In het water weg te zin
ken. Nog even bleef het achterge
deelte boven het oppervlak, maar
snel zonk ook dit weg en een oogen-
blik later verdween de bos om op
den rivierbodem zes meter onder
water op de wielen terecht te ko
men. De wagen viel op het anker,
dat los loeg, waardoor het schip
eenige meters afdreef. De autobus
kwam gedeeltelijk onder het vaar
tuig te staan.
Even sluiten zich de golven, dan ver
schijnen aan alle kanten drenkelingen
aan het water oppervlak, spartelend in
het ijskoude water om hulp roepend.
Het is, zooals achteraf zal blijken, era
ernstig ongeluk, maar er ia toch een
groot geluk, dat de helft der inzitten
den het leven redde: de aanwezigheid
van een schip en nog meer het feit, dat
de schipper J. Schmitt uit Rotterdam
het ongeluk ziet gebeuren en een reeo-
luut man blijkt, die onmiddellijk te
hulp komt.
Meteen springt hij In de roeiboot
V en reeds na enkele meters Is hij bij
de drenkelingen. De steil oprijzende
zware basaltateenen bieden weinig
of geen houvast en men ia daarom
aangewezen op de hulp van het
water uit. Ieder, die kan, klemt zich
aan de roeiboot of aan de toege
stoken spanen vast. Ook haken, die
toegesnelde knechten van den schip
per toesteken. Meden goede dien-
Men Sommige drenkelingen tf"
schen zich op, anderen trekt
schipper binnenboord. Zoo veel als
'1 er kan opnemen brengt hij naar
schip, waar zijn vrouw en de
opvat
klaar
n de gereddra over te
nemen.. De. roeiboot keert terug,
want nog meer personen spartelen
om hun leven. De tweede tocht
brengt de redding voor do overige
personen, die nog in het water lig
gen én als ook ril san boord ge
nomen zijn, Is er niemand meer in
de rivier te zien.
Het betreffend dijkgedeelte is on
bebouwd, maar de naastbij wonenden
hebben dén klap gehoord en ook eenige
voorbijgaande fietsers snellen toe. Van
den kant of is geen hulp te bieden,
maar aan boord is men terstond in
actie. Het publiek leeft in de veronder
stelling door onbekendheid met de
grensscheiding, dat het ongeluk onder
Moordrecht is gebeurd en door inzit
tenden van een van den anderen kant
komende autobus bereikt het eerst
Moordrecht het bericht van het gebeur
de. Dokter J. D. van Westendorp iaat
onmiddellijk de geneeskundige afdee-
ling van den luchtbeschermingsdienst
requireeren en met deze mannen en
de politie trekt hij er direct op uit. Ook
de heer J. Dirkzwager van de lucht
bescherming gaat met zijn auto mede,
Burgemeester K. H. Brandt uit Moor
drecht spoedt zich eveneens snel naar
de plaats Van de ramp en neemt de
leiding van het reddingswerk. De
G.G.D. te Gouda wordt gewaarschuwd
en uit Nieuwerkerk komt dokter S. J.
Hage als een der eersten ter plaatse.
Zoo wordt'er vlug en goed hulp ge
boden.
Het blijkt, dat men dertien per.
zonen aan boord heeft, onder wie
ook de chauffeur. Allen zijn ver
kleumd, eenigen hebben water bin
nen gekregen en sommigen hebben
bloedende verwondingen van glas
scherven. Voor vijf, die gewond zijn
of, zooals de twee meigjes van twee
en drie jaar, die speciale verzor
ging behoeven, ia vervoer naar een
ziekenhuis noodig. De auto van den j
G.G.D. brengt hen in twee ritten
naar het Van Iterson ziekenhuis tg
Gouda. l
Vijf anderen en de ehaufeur Mij
ken er vrij goed afgekomen te lijn,
zij worden in de omgeving onder
gebracht. Twee dames zijn buiten
kennis. De medici trachten hen met
kunstmatige ademhaling bij te bren
gen, maar de levensgeesten zijn
reeds geweken.
Drie mannen, aan wier kordaat optreden een aantal passagiers de
dankt. Van links naar reahts: J. C. Huisman, J. Schmitt en A v. Ophuia
(J. v Rhjji»)
slachtoffers naar het RK. gymnastiek-
gebouw te Nieuwerkerk, waar ae voor
loopig worden neergelegd.
De helpers uit Moordrecht krijgen
inmiddels hulp uit Nieuwerkerk. De
burgemeester van die gemeente, de
heer F. Jas, ia ter plaatse gekomen om
de noodige maatregelen te treffen.
E.H.BX).-ers zijn er, de rijksveldwacht
van de brigade Gouda onder leiding
van den brigade-commandant A Ja
cobs vèrechijnt eveneens. Hét publiek
wordt op een afstand gehouden, het
onderzoek naar de identiteit van ge
redden en slachtoffers vangt aan,
familieleden worden gewaarschuwd.
Terwijl men zich aan boord met de
geredden bezig houdt, gaan anderen
met roeibooten naar de plaats waar de
autobus is verdwenen en met lange
stokken tasten zij d<f omgeving af, zoe
ken naar andere slachtoffers en met de
haken ruiten en het dakluik van de
autobus inslaand om aan mogelijk nog
levenden eeimuitweg uit da autobus te
verschaffen. Het is vèrgeefs. Zoo diep
is de autobus weggezonken, dat het
onmogelijk is het voertuig te bereiken.
Slechts enkele voorwerpen worden op
gehaald.
Later verschijnen successievelijk vier
lichamen aan de oppervlakte, die ter
stond geborgen worden, Hiaar er ls in-
mfdde.ls zooveel tijd verloopen, dat
men wel weet, dat geen hulp meer
baten kan. Het zijnvomgekomenen, die
door den stroonl uitjde autobus zijn ge
stuwd. Op barenwórden zij aan boord
gelegd. Dan begint het droef transport.
De uit Moordrecht medegekomen auto
van de luchtbescherming Mengt de
Aantal passagiers lang
onbekend.
Dan beginnen uren van pijnigende
onzekerheid, die den ganzchen mor
gen en mlddag duurt en die ontstaat
uit de vraag hoeveel menschen er
in de bus hebben gezeten. Men
komt langzamerhand, al duurt het
geruimen tijd voor de identiteit
definitief vastgesteld ia, wel op de
hoogte wie de geredden en wie de
verdronkenen zijn, maar men stolt
eiken keer int de vraag hoe groot
het aantal passagiers was. De chauf
feur weet het niet, niemand weet
het.
Langzamerhand dringt het gerucht
van de ramp door. Uit de omgeving
komen de bewoners naar den IJssel-
dijk en ook verschijnen er familieleden
die op het hooren van het bericht naar
Nieuwerkerk zijn gesneld. Sommigen
ontvangen het goede nieuws, dat hun
verwanten gered zijn, andéren wacht
in het Nieuwerkerksche gebouw, waar
de dooden voorloopig rusten, een
droeve ervaring. Ook komen er fa
milieleden, die noch bü de-omwonen
den, noch in het ziekenhuis, noch
onder de dooden hun verwanten tref
fen. Zoo wordt het vermoeden tot
zekerheid, dat er nog meer dooden zijn
en later op den dag telt men, dat het
er nog vijf moetra zijn.
De anto gelicht.
Het wachten ls op een duiker ra een
bergingsvaartuig, die inmiddels ge-
waarscnuwd zijn. Om 4 uur arriveerde
een bok en een half uur later kwam
uit Dordrecht een sleepboot met een
duiker aap boord. Het ging nu zeer
vlug. Pm1! uur al ging de duiker te
water, die rapporteerde, dat er het
was inmiddels vloed geworden ze-'
ven meter water stond. Viermaal is de
duiker afgedaald om kettingen en ta
kels om de bus te bevestigen om om
zeveivuur had men den wagen boven
water. Toen kreeg men zekerheid, in
't voertuig vond men nog vijf dooden.
Ook deze zijn in het H.K. Gymnastiek
lokaal opgebaard.
De autobus is een eind verder op den
kant gezet. Aan een zijde waren alle
ruiten vernield, maar overigens was er
uiterlijk niet veel schade. De wagen
is ten behoeve van het onderzoek in
beslag genomen en naar een garage ge
bracht
Een stuurdefect moet, naar de be
stuurder mededeelt, de oorzcak ge
weest zijn, maar of de stapg gel"roken
is of dat het wat anders was, zal men
bij het nader onderzoek eerst kunnen
nagaan.
Chauiieur vertelt.
„Op eena was de bus stuurloos", ver
telt de chauffeur de "Redelijkheid, die
reeds jarenlang op dit traject rijdt Hij
was aanvankelijk gehel ontdaan, maar
medische hulp ra de liefdevolle ver
pleging bij kennissen aan den overkant
van de rivier op dra Ouderkerkachen
oever hebben hem veel goed gedaan er.
hij is reeds aardig opgeknapt, als wij
hem 's middags even opzoeken.
„De bus reed", zegt hij, „met de
gebruikelijke snelheid van 51 1 55
K.M. ra alles verliep normaal. Tora
ik bü 't Ingaan van dra bocht naar
rechts draaide, voelde Ik, dat het
stuur niet meer luisterde. Automa
tisch draaide ik nog meer aan het
stunr, maar het hielp niet. Nog heb
tk de remmen aangezet, maar het
ongeluk was niet te voorkomen Dn
dijk week Immers af en de wagen
ging rechtdoor, zoodat al direct do
wielen geen grond meer hadden ra
het voertuig vervolgens naar béne
den tuimelde.
- Door de deur ben ik er uit gekomen",
zegt De Redelijkheid, „of deze openge
sprongen is, of dat ik uit gewoonte aan
den beugel getrokken heb, dat weet ik
niet, het ging alles zoo vlug. Eenmaa.
•boven heb ik me aan het sohip va-',
geklampt tot ik gered ben en ook k-
ik nog het in de buurt drijvende jcr
getje pakken. Alles bijeen heib ik w
eenige minuten in het water gelege
Wellicht zijn ook anderen door,
deur naar bulten gekomen. Het is a'
niet precies meer na te gaan en ook r
geredden kunnen het niet zeggen. V.
staat vaat, dat inzittenden nog ruilt-,
ingeslagen hebben en ook hierdoor zijn
er naar buiten gekomen.
Schipper Schmitt, die met zijn kor
daat optreden zulk kranig reddings
werk verricht heeft, zag het ongeluk
gebeuren. „Ik stond achterop het
vaartuig", vertelt hij, „en keek naar
de aankomende bus, die de bocht niet
inging, maar rechtdoor de dijk kwam
afzetten. In enkele seconden was het
gebeurd. Voor de wagen het water
bereikt had, stond ik al in de boot ra
daardoor was ik er direct bi). Het was
grijpen, die je grijpen kon tot er
niemand meer bij kon en toen naar
boord terug om even later de nog
overblyvenden op te halen. Hoe pre
cies de situatie in het water was, weet
ik niet, maar ieder, die ronddreef is
afn boord gekomen. Verder hulp was
et te bieden, de bus sténd diep en
n kon er niet bij komen".
Den ganschen dag groepten men
schen bij de plaats van, het drama
sasnen, het droef gebeuren besprekend.
Men wees elkaar de "gleuf, die de auto-
wielen in de kleihelling van den dijk
gemaakt heeft en die het eenige is,
wat ter plaatse herinnert aarkdit ont
zettende ongeluk, dat rouw bracht in
zoo menige familie. Uiteraard heeft git
drama, dat het grootste is, dat deze
streek zich herinnert, altewege groote
ontroering gewekt.
1 ik
mei
De heer Peterson, dii
cargadoorsfirma Peterso:
mann te Rotterdam, wii
dochter tot de slachtoffi
reisde toevallig zelf nietj
De familie logeerde 's nai
en terwijl de dames met
gegaan, had de heer P<
den trein genomen.
Bij het lichten van
de rivierpolitie te I
verzoek had gezorgd,
materiaal na'ar Nieuwe
met een motorboot aam
De Rotterdamsche
de autobus onderzoeke
eur van de
en Hauch-
vrouw en
behoófen,
met de bus.
ts te Gouda
ie bus waren
irson ditmaal
wagen is ook
rdam, die op
het bergin£-
kerk kwam,
g geweest
ilitie zal
(Nadruk verboden
w
Ja, zei zij, zoo vaak ik hem
naar vroeg, ontweek hij mij. Nu
nena beweerde hij, dat zijn ouders be-
éoek hadden en hij daarom niet had
«honen spreken. Daa weer vond hij
te» andere uitvlucht, totdat Ik wan-
bttuweqd werd.
Wanneer waa dat? vroeg de com
missaris geïnteresseerd.
dacht een oogenblik na.
Ongeveer drie tnaanden geleden.
Aha, zei hij, en toen zij hem vra-
aankeek, wenkte hij: Gaat tl
ir alstublieft.
Mijn wantrouwen, ging zij voort,
werd «xj_ groot, dat ik hem op era
heimelijk volgde, tora hij weer
naar huis ging. Hij hpd zoo'n
om m Kladow te komen, dat
«li niet opmerkte. Ik was toeft
bet eerst in Berlijn, ra daardoor
het zeker, dat Ik hem uit' het
Ik kwam pas een ha»
in Kladow aan m vrat
onderdrukte Jtaar
Wat zag u? vroeg Hagemann,
hoewel het antwoord hem niets nieuws
kon brengen.
Zjj haalde diep adem.
Ik zag Hilmar in gesprek met
era meisje, dat ik niet kende. Zij gin
gen samen dra weg naar Havel op ra
tk kon er niet aan twijfelen wat er
tusschen hen bestond. Ik had het plan
hem tot verantwoording te roepen,
maar ik wilde alles vermijden, wat
leek op jaloezie. Ik ging naar Ham
burg terug ra pas Maandag daarop,
toen wij onze wandeling langs den Al-
ster maakten, vertelde ik hem eerlijk
wat ik had gedaan.
En hoe gedroeg Hilmar Vischer
zich daarbij?
Hij wss éérst geschrokken, maar
hoepel het hem erg pijnlijk scheen te
zlift, bestreed hij het niet ra deze
eerlijkheid verzoende mij weer. Ik
hoopte toen nog, dat het een voorbij
gaand iets bij hem zou zijn. Het viel
mjj alleen op, dab hij vaker naar
Berlijn ging. Intusschra had hij mij
reeds verteld, dat dit vreemde meisje
een dochter was van era buurdame,
Ingeborg Degener... Zij brak af.
En wat gebeulde er verder?
vroeg de comihissaris onverbiddelijk.
Het kwam tot heftige ruzies tus
schen ons. Qc bezwoer hem dit meisje
op te geven. Dc hield van hem ra is
het oiet hét recht van de liefhebben
de vrouw om voor haar liefde te strij
der? Toen kwam die laatste Zondag.
Qt wist, dat Hilmar naar ons
in Azië wilde gaan ra ik wilde dat
alles voor dien tijd tusschen ons In
orde zou zijn. Ik cirong bij hem aan,
maar hij was voficóftien vervuld van
het andere meisje. Wy hadden era af-
schuweiyke scène en scheiddra boos.
De herinnering aan dit oogenblik
had haar diep ontroerd. De totnutoe
met moeite teruggehouden tranen
kwamen tevoorschijn. De commissa
ris wist, dat het nu het verstandigste
was haar te laten huilen. Hy wist uit
ervaring dat zy nu, als hy haar hard
aanpakte, voor goed zou zwygen. Het
duurde lang voordat zy zich weer had
beheerscht. Hy knikte haar vriende-
lyk toe.
Spreek verder? vroeg hy.
Zy droogde haar tranen en snikte
een paar maal heftig.
Dra volgenden avond, ging zy
voort, hoorde ik, dat Hilmar onze
auto had geleend om naar Berlijn
te gaan. Ik Vermoedde wat hy in
Berlijn wilde doen, afscheid nemen
van Ingeborg Degener en het meisje
zou hem absoluut tot een bindende
verplichting weten over te halen. Dat
wilde Ik verhinderen.
U reisde hem nat
Ja, met den avond D-trein ea
daardoor kwam lk nog vroeger in
Berlijn dan hy. Dt ging naar Kladow
ra wachtte op hem. Dc wachtte uren-
laag ra toen stond hy plotseling voOr
mij. Hy waa buitengewoon verwon
derd my te zien. Hy maakte my de
verwijten ra beweerde, dat
ik hem naging -ra op dat oogenblik
steeg een zinnelooze haat in my op,
commissaris...
Hy keek haar wantrouwend aan.
En daarom liet u zich door iets
van .uw stuk brengen? vroeg hy twy-
felrad.
Neen, antwoordde zy, ik rende
weg. Ik weet niet', wat ik allemaal in
de volgende uren heb gedaan. Ik heb
urenlang door de straten geloopen, tot
ik 's morgens in een café aanlandde,
dat geopend was. Ik had honger en
bestelde een ontbyt. Tora werd ik
zeldzaam kalm. Ik kwam tot een be
sluit. Ik hield te veel van Hilmar, dan
dat. ik hem aan era ander zou gunnen.
Ik besloot hem te dooden.
Geen spier in het gelaat van den
commissaris vertrok.
Geen kleinigheid, stelde hij vast.
Ik wachtte tot de winkels ge
opend werden, ging zy voort, en
kocht dan in era zaak, het was geloof
ik in de Joachimthalerstraat, een
groot breed mes. Toen ging ik naar
Kladow terug. Maar ik durfde Hil
mar niet openlijk te ontmoeten.
De commissaris leunde een «reinig
achteruit ra bekeek haar met open-
iqke verbazing.
Zoo, zei hy, na komen wy aan
het hoogtepunt van uw verhaal.
Zy keek hem weifelend aan. Het
leek haar toe, als lag er spot In zijn
stem. Maar ai} zag een ernstig ge
zicht.
Ik stond tegenover de villa van
Vischer, verborged door era boschje.
Ik wachtte daar een eindeloozra tijd
en het was wel twaalf uur, tora ik
Hilmar eindeiyk uit het huis zag ko
men. Hg was niet alleen, twee man
nen vergezelden hem, ik kende hen
niet. Daarom bleef ik voorloopig in
myn schuilplaats en dat was het dom
ste wat ik kon doen.
Waarom? vroeg de commissaris.
Omdat ik daardoor myn vergis
sing niet opmerkte, antwoordde zU,
want toen de twee mannen eindelijk
waren gegaan, sloop ik voorwaarts.
Hilmar stond met zyn rug naar mjj
toe en ik stakl Hy zei niets meer, hy
zonk dadeiyk op zyn knieën ra viel
opzq. Pas tora zag Ik myn afschu-
welqke vergissing. Het was Hilmar
niet, het was een andere man, dien ik
niet in het gezicht had gezien, het was
zyn vader.
De commissaris bekeek peinzend
zyn monocle, dan maakte hy een
handgebaar.
Juist over het belangrykste ge
deelte van uw verhaal loopt u heen,
zei hy. Vertelt u die moordscène
toch uitvoeriger?
Zy keek Jiem ontsteld aan.
Ik kan niet, commissaris. Ik was
ook veel te opgewonden, ik weet geen
détails meer, ik...
me Nu goéd, knikte hy, wat deed
u verder?
Ik vluchtte, totdat ik era autobus
ontmnptti». welke mi) naar de stad
bracht, Maar ik rftoest nog lang
wachten voordat er era i trein naar
Hamburg ging. Pas avonds was
ik weer thuis. Ik ging 4adelyk weer
uit en zocht Hilmar op,j die eerder
was teruggekomen.
Vertelde u hem wjit er in tus
schen gebeurd «rap?
Neen, daar had ik geen moed toe;
Zeldzaam, antwoordde hy ra nu
verborg hy zyn spot niei meer, da't
u nog moed vond Hilmhr te ontmoe
ten na zulk een daad, na een moordt
Deze woorden brachten haar in ver
warring.
Ik begryp het nu ielf niet meer,
zei zy eindeiyk na lang aarzelen.
Ik weet alleen, dat ons gesprek erg
kalm was. Ik had het tauttelooze van
myn strijd ingezien.
De commissaris antwoordde niet.
Hy keek haar aljera met era zonder
lingen blik aan ra drukte op een schel
knop.
Dadeiyk werd de deu| der voor
kamer geopend ra de beambte, die
buiten dienst had, kwam binnen. HA-
gemann keerde zich naar hem toe:
Hilmar Vischer moet hier ga-
bracht worden.
Ja commissaris.
Toen de deur gesloten werd, voelde
de commissaris plotseling Hertha
Larsen's hand op zyn arm.
Wat wilt u dam?
Hy scheen verwonderd te zyn.
(Wordt vervolgd,!