F DOODEN bij autobusramp I \h der Nieuwerkerk a. d. IJssel 1 HEI LACHJE IN DE GROENE OOGEN en van den dienst Gouda- Rotterdam door stuurdefeqt van den hoogen dijk in de rivier gereden Chauffeur en tien passagiers konden gered worden BLAD MAANDAG 24 FEBRUARI 1941 fm fefcct aan tot «tor van m wafm van den dienst Goto»— aard» tooit fbtmektto onder do gemeente Nieuwerkerk I oo» ntdwowp ran frootoa omvang ver oor taakt. In „gs nart stortte do wagon va» da» toogea dijk don IJssel ia. Do a tien inzittenden zijn veilig en wel op den kant gekomen, magiërs zijn verdronken. Aanvankelijk konden zes dooden tongen worden en toe» sua tegen tot vaüea van den avoto de toetos boven water had. trof ase^aog vijl personen in het voertuig, de torens do osuekerheid, die den geheelen dag bestaaa tod, 0tt de vraag hoeveel personen in de bas zaten, word opgeheven. ACHT DAMES EN DRIE HEEREN VERDRONKEN. DE GEREDDEN. Kranig optreden Van schipper. Snel hulp. Bug uint te bereiken. „In enkele seconden gebeurd". 4n FEUILLETON V- De dooden zijn: de 61-jarige heer Jj. J. Maree, winkelier in ijzer waren in de F. C. Hooftztraat te Gouda en zijn 69-Jaiife eehtge- noote D. Maree—Maters, de jarige textielarbeider A. Kerver es zijn moeder de 7S-jarige mevr. G. Kerver-van Hertum beiden te Moordrecht, de 54-jarige mevr. 1. M. Peterson en haar 81-jarige dochter H. Peterson, beiden uit Botterdam, de «O-jarige heer H. Nebbeling uit Llneehoten, de 30- juige mevr. M. de Haan-van VHet uit Botterdam, de 30-jarige mevr. A van LoonTuinemburg uit Moordrecht, het 15-jarige meisje G. d. Heuvel te Moor drecht en de M-jarige mej. A Stam, huishoudster te Den Haag. De toestand van de vier in het ziekenhuis opgenotuenen is gun stig. i piaals vzn hel ongeluk. De paaltjes geven den weg aan, dien de 'hutobus vol^ie. Men ziet de sporen van de banden. De bus is onder water verdwenen. (J. V Khyo) Gered zijn de heer W. Baas, slager is de Uweilaan te Gouda met vrouw »S S-jarig zoontje, de 37-jarige meu belmaker W. van Loon wiens vrouw tot de verdronkenen behoort met twee dochtertje# van 2 ,cn 3 jaar, de H-jerige mevr. W. Heikoop—v. Uden I» Moordrecht, me}. J. C. Koot uit X^iwyk, het 15-jarig meisje M. Hal lman uit Moordrecht, de 13-jarige beffen A. Munster uit het tijdeijk te Moordrecht gevestigd Geref. Weeshuis- z# Rotterdam, en de chauffeur de 40- b"ffe T. de Redelijkheid uit Capelie a d, IJssel, Van de geredden zijn vier in het van Berson ziekenhuis te Gouda opgeno men: de heer Van Loon, die een hoofd- •h een handwond heeft, zijn beide wchtertjes, die niets manieeren, maér ter observatie liggen en mevr. Heikoop- ten Uden, die gescheurde handpeezen weft. Voorts was naar het ziekenhuis gebracht mej. Kool, maar deze had ekchts een handwondje en kon na ver. zonden te zün naar huis terugkeeren. VM-minuten over half tien was de autobus uit Gouda vertrokken, een den aan veertig personen plaats rade wagens van het bedrijf van van Gog uit Capelie a. <t IJssel, die dén dienst tusschen Gouda en Rot terdam onderhouden. Het was de eer ste dienst op Zondag en ook de eerste dienst na vijf en een halve maand van den chauffeur T. de Redelijkheid uit Capelie a. d. IJssel, die ziek geweest ia en na zijn hersjel op dezen dag zijn werk hervatte. Met de gewone regelmaat slingerde zich op dezen mooien ochtend, waarop het zonlichf zich door den nevel poog de te dringen en het landschap in vriendlijken schijn zette, de autobus over den dijk vlak langs den Holland- schen IJssel, die in den rustigeu och tend in lichte rimpels tegen den hoo gen dijk kabbelde. Moordrecht werd bereikt, passagiers stapten in en uit en voort ging het weer. Twee en twintig personen waren bet, zooals eerst veel later vastgesteld kon worden, die in de bus zaten, 10 dames, 2 meisjes, 5 heeren, 1 jongetje en 3 kleine kinderen benevens de chauffeur. Er bevonden zich echtparen met kinderen onder en alleenreizenden en het waren voornamelijk streekbe- woners, die op weg naar familiebezoek waren en ook inwoners van Botter dam, die tijdelijk elders wonen. Het stuur weigerde. Talrijk zijn de bochten tusschen Moordrecht en Nieuwerkerk en vlak voor zoo'n slingering ontstond te circa tien minuten voor tien de ca tastrofe. Op een kilometer va» het bij dc rivier gelegen gedeeltr van Nieuwerkerk, voor Kortenoord, ge beurde het. Juist op de plaats waar de weg naar rechts buigt, trad gen defect aan de stuurinrichting op. Vijftig kilometer bedroeg de snel heid, de gebruikelijke vaart, waér- mede de ervaren chauffeurs, die den weg door en door kennen, rijden. De wagen luisterde niet meer naar het stuur, reed recht door en met on verminderde snelheid schoot hij op een pont, waar de IJssel vlak langs den dijk stroomt, de steile helling van den zeven meter boven het wa teroppervlak uitstekenden weg af, recht op het water toe. Met een zwaren klap, die tot ver in den omtrek hoorbaar was, stortte de autobus tegen den ijzeren wand van een op tien meter uit den wal voor anker liggend schip. Door dra schok teruggeslagen, maakte de wa gen een vollen slag op zijn zijde om, om daarop In het water weg te zin ken. Nog even bleef het achterge deelte boven het oppervlak, maar snel zonk ook dit weg en een oogen- blik later verdween de bos om op den rivierbodem zes meter onder water op de wielen terecht te ko men. De wagen viel op het anker, dat los loeg, waardoor het schip eenige meters afdreef. De autobus kwam gedeeltelijk onder het vaar tuig te staan. Even sluiten zich de golven, dan ver schijnen aan alle kanten drenkelingen aan het water oppervlak, spartelend in het ijskoude water om hulp roepend. Het is, zooals achteraf zal blijken, era ernstig ongeluk, maar er ia toch een groot geluk, dat de helft der inzitten den het leven redde: de aanwezigheid van een schip en nog meer het feit, dat de schipper J. Schmitt uit Rotterdam het ongeluk ziet gebeuren en een reeo- luut man blijkt, die onmiddellijk te hulp komt. Meteen springt hij In de roeiboot V en reeds na enkele meters Is hij bij de drenkelingen. De steil oprijzende zware basaltateenen bieden weinig of geen houvast en men ia daarom aangewezen op de hulp van het water uit. Ieder, die kan, klemt zich aan de roeiboot of aan de toege stoken spanen vast. Ook haken, die toegesnelde knechten van den schip per toesteken. Meden goede dien- Men Sommige drenkelingen tf" schen zich op, anderen trekt schipper binnenboord. Zoo veel als '1 er kan opnemen brengt hij naar schip, waar zijn vrouw en de opvat klaar n de gereddra over te nemen.. De. roeiboot keert terug, want nog meer personen spartelen om hun leven. De tweede tocht brengt de redding voor do overige personen, die nog in het water lig gen én als ook ril san boord ge nomen zijn, Is er niemand meer in de rivier te zien. Het betreffend dijkgedeelte is on bebouwd, maar de naastbij wonenden hebben dén klap gehoord en ook eenige voorbijgaande fietsers snellen toe. Van den kant of is geen hulp te bieden, maar aan boord is men terstond in actie. Het publiek leeft in de veronder stelling door onbekendheid met de grensscheiding, dat het ongeluk onder Moordrecht is gebeurd en door inzit tenden van een van den anderen kant komende autobus bereikt het eerst Moordrecht het bericht van het gebeur de. Dokter J. D. van Westendorp iaat onmiddellijk de geneeskundige afdee- ling van den luchtbeschermingsdienst requireeren en met deze mannen en de politie trekt hij er direct op uit. Ook de heer J. Dirkzwager van de lucht bescherming gaat met zijn auto mede, Burgemeester K. H. Brandt uit Moor drecht spoedt zich eveneens snel naar de plaats Van de ramp en neemt de leiding van het reddingswerk. De G.G.D. te Gouda wordt gewaarschuwd en uit Nieuwerkerk komt dokter S. J. Hage als een der eersten ter plaatse. Zoo wordt'er vlug en goed hulp ge boden. Het blijkt, dat men dertien per. zonen aan boord heeft, onder wie ook de chauffeur. Allen zijn ver kleumd, eenigen hebben water bin nen gekregen en sommigen hebben bloedende verwondingen van glas scherven. Voor vijf, die gewond zijn of, zooals de twee meigjes van twee en drie jaar, die speciale verzor ging behoeven, ia vervoer naar een ziekenhuis noodig. De auto van den j G.G.D. brengt hen in twee ritten naar het Van Iterson ziekenhuis tg Gouda. l Vijf anderen en de ehaufeur Mij ken er vrij goed afgekomen te lijn, zij worden in de omgeving onder gebracht. Twee dames zijn buiten kennis. De medici trachten hen met kunstmatige ademhaling bij te bren gen, maar de levensgeesten zijn reeds geweken. Drie mannen, aan wier kordaat optreden een aantal passagiers de dankt. Van links naar reahts: J. C. Huisman, J. Schmitt en A v. Ophuia (J. v Rhjji») slachtoffers naar het RK. gymnastiek- gebouw te Nieuwerkerk, waar ae voor loopig worden neergelegd. De helpers uit Moordrecht krijgen inmiddels hulp uit Nieuwerkerk. De burgemeester van die gemeente, de heer F. Jas, ia ter plaatse gekomen om de noodige maatregelen te treffen. E.H.BX).-ers zijn er, de rijksveldwacht van de brigade Gouda onder leiding van den brigade-commandant A Ja cobs vèrechijnt eveneens. Hét publiek wordt op een afstand gehouden, het onderzoek naar de identiteit van ge redden en slachtoffers vangt aan, familieleden worden gewaarschuwd. Terwijl men zich aan boord met de geredden bezig houdt, gaan anderen met roeibooten naar de plaats waar de autobus is verdwenen en met lange stokken tasten zij d<f omgeving af, zoe ken naar andere slachtoffers en met de haken ruiten en het dakluik van de autobus inslaand om aan mogelijk nog levenden eeimuitweg uit da autobus te verschaffen. Het is vèrgeefs. Zoo diep is de autobus weggezonken, dat het onmogelijk is het voertuig te bereiken. Slechts enkele voorwerpen worden op gehaald. Later verschijnen successievelijk vier lichamen aan de oppervlakte, die ter stond geborgen worden, Hiaar er ls in- mfdde.ls zooveel tijd verloopen, dat men wel weet, dat geen hulp meer baten kan. Het zijnvomgekomenen, die door den stroonl uitjde autobus zijn ge stuwd. Op barenwórden zij aan boord gelegd. Dan begint het droef transport. De uit Moordrecht medegekomen auto van de luchtbescherming Mengt de Aantal passagiers lang onbekend. Dan beginnen uren van pijnigende onzekerheid, die den ganzchen mor gen en mlddag duurt en die ontstaat uit de vraag hoeveel menschen er in de bus hebben gezeten. Men komt langzamerhand, al duurt het geruimen tijd voor de identiteit definitief vastgesteld ia, wel op de hoogte wie de geredden en wie de verdronkenen zijn, maar men stolt eiken keer int de vraag hoe groot het aantal passagiers was. De chauf feur weet het niet, niemand weet het. Langzamerhand dringt het gerucht van de ramp door. Uit de omgeving komen de bewoners naar den IJssel- dijk en ook verschijnen er familieleden die op het hooren van het bericht naar Nieuwerkerk zijn gesneld. Sommigen ontvangen het goede nieuws, dat hun verwanten gered zijn, andéren wacht in het Nieuwerkerksche gebouw, waar de dooden voorloopig rusten, een droeve ervaring. Ook komen er fa milieleden, die noch bü de-omwonen den, noch in het ziekenhuis, noch onder de dooden hun verwanten tref fen. Zoo wordt het vermoeden tot zekerheid, dat er nog meer dooden zijn en later op den dag telt men, dat het er nog vijf moetra zijn. De anto gelicht. Het wachten ls op een duiker ra een bergingsvaartuig, die inmiddels ge- waarscnuwd zijn. Om 4 uur arriveerde een bok en een half uur later kwam uit Dordrecht een sleepboot met een duiker aap boord. Het ging nu zeer vlug. Pm1! uur al ging de duiker te water, die rapporteerde, dat er het was inmiddels vloed geworden ze-' ven meter water stond. Viermaal is de duiker afgedaald om kettingen en ta kels om de bus te bevestigen om om zeveivuur had men den wagen boven water. Toen kreeg men zekerheid, in 't voertuig vond men nog vijf dooden. Ook deze zijn in het H.K. Gymnastiek lokaal opgebaard. De autobus is een eind verder op den kant gezet. Aan een zijde waren alle ruiten vernield, maar overigens was er uiterlijk niet veel schade. De wagen is ten behoeve van het onderzoek in beslag genomen en naar een garage ge bracht Een stuurdefect moet, naar de be stuurder mededeelt, de oorzcak ge weest zijn, maar of de stapg gel"roken is of dat het wat anders was, zal men bij het nader onderzoek eerst kunnen nagaan. Chauiieur vertelt. „Op eena was de bus stuurloos", ver telt de chauffeur de "Redelijkheid, die reeds jarenlang op dit traject rijdt Hij was aanvankelijk gehel ontdaan, maar medische hulp ra de liefdevolle ver pleging bij kennissen aan den overkant van de rivier op dra Ouderkerkachen oever hebben hem veel goed gedaan er. hij is reeds aardig opgeknapt, als wij hem 's middags even opzoeken. „De bus reed", zegt hij, „met de gebruikelijke snelheid van 51 1 55 K.M. ra alles verliep normaal. Tora ik bü 't Ingaan van dra bocht naar rechts draaide, voelde Ik, dat het stuur niet meer luisterde. Automa tisch draaide ik nog meer aan het stunr, maar het hielp niet. Nog heb tk de remmen aangezet, maar het ongeluk was niet te voorkomen Dn dijk week Immers af en de wagen ging rechtdoor, zoodat al direct do wielen geen grond meer hadden ra het voertuig vervolgens naar béne den tuimelde. - Door de deur ben ik er uit gekomen", zegt De Redelijkheid, „of deze openge sprongen is, of dat ik uit gewoonte aan den beugel getrokken heb, dat weet ik niet, het ging alles zoo vlug. Eenmaa. •boven heb ik me aan het sohip va-', geklampt tot ik gered ben en ook k- ik nog het in de buurt drijvende jcr getje pakken. Alles bijeen heib ik w eenige minuten in het water gelege Wellicht zijn ook anderen door, deur naar bulten gekomen. Het is a' niet precies meer na te gaan en ook r geredden kunnen het niet zeggen. V. staat vaat, dat inzittenden nog ruilt-, ingeslagen hebben en ook hierdoor zijn er naar buiten gekomen. Schipper Schmitt, die met zijn kor daat optreden zulk kranig reddings werk verricht heeft, zag het ongeluk gebeuren. „Ik stond achterop het vaartuig", vertelt hij, „en keek naar de aankomende bus, die de bocht niet inging, maar rechtdoor de dijk kwam afzetten. In enkele seconden was het gebeurd. Voor de wagen het water bereikt had, stond ik al in de boot ra daardoor was ik er direct bi). Het was grijpen, die je grijpen kon tot er niemand meer bij kon en toen naar boord terug om even later de nog overblyvenden op te halen. Hoe pre cies de situatie in het water was, weet ik niet, maar ieder, die ronddreef is afn boord gekomen. Verder hulp was et te bieden, de bus sténd diep en n kon er niet bij komen". Den ganschen dag groepten men schen bij de plaats van, het drama sasnen, het droef gebeuren besprekend. Men wees elkaar de "gleuf, die de auto- wielen in de kleihelling van den dijk gemaakt heeft en die het eenige is, wat ter plaatse herinnert aarkdit ont zettende ongeluk, dat rouw bracht in zoo menige familie. Uiteraard heeft git drama, dat het grootste is, dat deze streek zich herinnert, altewege groote ontroering gewekt. 1 ik mei De heer Peterson, dii cargadoorsfirma Peterso: mann te Rotterdam, wii dochter tot de slachtoffi reisde toevallig zelf nietj De familie logeerde 's nai en terwijl de dames met gegaan, had de heer P< den trein genomen. Bij het lichten van de rivierpolitie te I verzoek had gezorgd, materiaal na'ar Nieuwe met een motorboot aam De Rotterdamsche de autobus onderzoeke eur van de en Hauch- vrouw en behoófen, met de bus. ts te Gouda ie bus waren irson ditmaal wagen is ook rdam, die op het bergin£- kerk kwam, g geweest ilitie zal (Nadruk verboden w Ja, zei zij, zoo vaak ik hem naar vroeg, ontweek hij mij. Nu nena beweerde hij, dat zijn ouders be- éoek hadden en hij daarom niet had «honen spreken. Daa weer vond hij te» andere uitvlucht, totdat Ik wan- bttuweqd werd. Wanneer waa dat? vroeg de com missaris geïnteresseerd. dacht een oogenblik na. Ongeveer drie tnaanden geleden. Aha, zei hij, en toen zij hem vra- aankeek, wenkte hij: Gaat tl ir alstublieft. Mijn wantrouwen, ging zij voort, werd «xj_ groot, dat ik hem op era heimelijk volgde, tora hij weer naar huis ging. Hij hpd zoo'n om m Kladow te komen, dat «li niet opmerkte. Ik was toeft bet eerst in Berlijn, ra daardoor het zeker, dat Ik hem uit' het Ik kwam pas een ha» in Kladow aan m vrat onderdrukte Jtaar Wat zag u? vroeg Hagemann, hoewel het antwoord hem niets nieuws kon brengen. Zjj haalde diep adem. Ik zag Hilmar in gesprek met era meisje, dat ik niet kende. Zij gin gen samen dra weg naar Havel op ra tk kon er niet aan twijfelen wat er tusschen hen bestond. Ik had het plan hem tot verantwoording te roepen, maar ik wilde alles vermijden, wat leek op jaloezie. Ik ging naar Ham burg terug ra pas Maandag daarop, toen wij onze wandeling langs den Al- ster maakten, vertelde ik hem eerlijk wat ik had gedaan. En hoe gedroeg Hilmar Vischer zich daarbij? Hij wss éérst geschrokken, maar hoepel het hem erg pijnlijk scheen te zlift, bestreed hij het niet ra deze eerlijkheid verzoende mij weer. Ik hoopte toen nog, dat het een voorbij gaand iets bij hem zou zijn. Het viel mjj alleen op, dab hij vaker naar Berlijn ging. Intusschra had hij mij reeds verteld, dat dit vreemde meisje een dochter was van era buurdame, Ingeborg Degener... Zij brak af. En wat gebeulde er verder? vroeg de comihissaris onverbiddelijk. Het kwam tot heftige ruzies tus schen ons. Qc bezwoer hem dit meisje op te geven. Dc hield van hem ra is het oiet hét recht van de liefhebben de vrouw om voor haar liefde te strij der? Toen kwam die laatste Zondag. Qt wist, dat Hilmar naar ons in Azië wilde gaan ra ik wilde dat alles voor dien tijd tusschen ons In orde zou zijn. Ik cirong bij hem aan, maar hij was voficóftien vervuld van het andere meisje. Wy hadden era af- schuweiyke scène en scheiddra boos. De herinnering aan dit oogenblik had haar diep ontroerd. De totnutoe met moeite teruggehouden tranen kwamen tevoorschijn. De commissa ris wist, dat het nu het verstandigste was haar te laten huilen. Hy wist uit ervaring dat zy nu, als hy haar hard aanpakte, voor goed zou zwygen. Het duurde lang voordat zy zich weer had beheerscht. Hy knikte haar vriende- lyk toe. Spreek verder? vroeg hy. Zy droogde haar tranen en snikte een paar maal heftig. Dra volgenden avond, ging zy voort, hoorde ik, dat Hilmar onze auto had geleend om naar Berlijn te gaan. Ik Vermoedde wat hy in Berlijn wilde doen, afscheid nemen van Ingeborg Degener en het meisje zou hem absoluut tot een bindende verplichting weten over te halen. Dat wilde Ik verhinderen. U reisde hem nat Ja, met den avond D-trein ea daardoor kwam lk nog vroeger in Berlijn dan hy. Dt ging naar Kladow ra wachtte op hem. Dc wachtte uren- laag ra toen stond hy plotseling voOr mij. Hy waa buitengewoon verwon derd my te zien. Hy maakte my de verwijten ra beweerde, dat ik hem naging -ra op dat oogenblik steeg een zinnelooze haat in my op, commissaris... Hy keek haar wantrouwend aan. En daarom liet u zich door iets van .uw stuk brengen? vroeg hy twy- felrad. Neen, antwoordde zy, ik rende weg. Ik weet niet', wat ik allemaal in de volgende uren heb gedaan. Ik heb urenlang door de straten geloopen, tot ik 's morgens in een café aanlandde, dat geopend was. Ik had honger en bestelde een ontbyt. Tora werd ik zeldzaam kalm. Ik kwam tot een be sluit. Ik hield te veel van Hilmar, dan dat. ik hem aan era ander zou gunnen. Ik besloot hem te dooden. Geen spier in het gelaat van den commissaris vertrok. Geen kleinigheid, stelde hij vast. Ik wachtte tot de winkels ge opend werden, ging zy voort, en kocht dan in era zaak, het was geloof ik in de Joachimthalerstraat, een groot breed mes. Toen ging ik naar Kladow terug. Maar ik durfde Hil mar niet openlijk te ontmoeten. De commissaris leunde een «reinig achteruit ra bekeek haar met open- iqke verbazing. Zoo, zei hy, na komen wy aan het hoogtepunt van uw verhaal. Zy keek hem weifelend aan. Het leek haar toe, als lag er spot In zijn stem. Maar ai} zag een ernstig ge zicht. Ik stond tegenover de villa van Vischer, verborged door era boschje. Ik wachtte daar een eindeloozra tijd en het was wel twaalf uur, tora ik Hilmar eindeiyk uit het huis zag ko men. Hg was niet alleen, twee man nen vergezelden hem, ik kende hen niet. Daarom bleef ik voorloopig in myn schuilplaats en dat was het dom ste wat ik kon doen. Waarom? vroeg de commissaris. Omdat ik daardoor myn vergis sing niet opmerkte, antwoordde zU, want toen de twee mannen eindelijk waren gegaan, sloop ik voorwaarts. Hilmar stond met zyn rug naar mjj toe en ik stakl Hy zei niets meer, hy zonk dadeiyk op zyn knieën ra viel opzq. Pas tora zag Ik myn afschu- welqke vergissing. Het was Hilmar niet, het was een andere man, dien ik niet in het gezicht had gezien, het was zyn vader. De commissaris bekeek peinzend zyn monocle, dan maakte hy een handgebaar. Juist over het belangrykste ge deelte van uw verhaal loopt u heen, zei hy. Vertelt u die moordscène toch uitvoeriger? Zy keek Jiem ontsteld aan. Ik kan niet, commissaris. Ik was ook veel te opgewonden, ik weet geen détails meer, ik... me Nu goéd, knikte hy, wat deed u verder? Ik vluchtte, totdat ik era autobus ontmnptti». welke mi) naar de stad bracht, Maar ik rftoest nog lang wachten voordat er era i trein naar Hamburg ging. Pas avonds was ik weer thuis. Ik ging 4adelyk weer uit en zocht Hilmar op,j die eerder was teruggekomen. Vertelde u hem wjit er in tus schen gebeurd «rap? Neen, daar had ik geen moed toe; Zeldzaam, antwoordde hy ra nu verborg hy zyn spot niei meer, da't u nog moed vond Hilmhr te ontmoe ten na zulk een daad, na een moordt Deze woorden brachten haar in ver warring. Ik begryp het nu ielf niet meer, zei zy eindeiyk na lang aarzelen. Ik weet alleen, dat ons gesprek erg kalm was. Ik had het tauttelooze van myn strijd ingezien. De commissaris antwoordde niet. Hy keek haar aljera met era zonder lingen blik aan ra drukte op een schel knop. Dadeiyk werd de deu| der voor kamer geopend ra de beambte, die buiten dienst had, kwam binnen. HA- gemann keerde zich naar hem toe: Hilmar Vischer moet hier ga- bracht worden. Ja commissaris. Toen de deur gesloten werd, voelde de commissaris plotseling Hertha Larsen's hand op zyn arm. Wat wilt u dam? Hy scheen verwonderd te zyn. (Wordt vervolgd,!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 3