£V.
Spreekwoord-Puzzle
Boeren wijsheid
A AA AA Al Het paleis van Napoleons moeder in Rome
Visitekaartjes-Puzzle
v&m
M
I S I J S]
SN DB MENSCHEN, DIE HIJ NIET
EN WEL KON GEBRUIKEN
Waar zif haar laahtt koon&mn gkei
ra ra ra ra
TON LAIRJU8
DE luMl dagen was hat er hard
toef fan, er «as bloedig gestreden.
Nog scheen het gedonder van het ge
ts de lutot te sitten, terwijl de vertoo
rn de voorpotte! in Zuidelijke
richting oprukten sn te langzaam wQkandu
vijand op da lllalsn gaten.
De koning had rijn hoofdkwartier gevestigd
ha een klein plaatsje met sen moeilijk uit te
tprtkan wmt Kosrisri voortdurend
het dorp bhmsn en verlieten het weer in ja
gende vaart. Officieren liepooaf en aan, allen
verdrongen üeh om de kleine boerderij, waar-
In da koning sijn intrek had genomen. Meer
malen Hg men ham, terwijl hij orders dic
teerde, vow het vanster staan, of in de ka-
M haan an weer loopen en ook hoorde men
daa nachts wal eens zacht fluitspel in zijn ka
mer weerklinken.
De boeren namen zwijgend hun petten af en
traden aan te kant van dan weg als hij op
zijn fleren schimmel langs hen reed; zijn
kbed was vol deuhov een wandelstok in de
hand, waarin ook de teugel rustte, het door
jicht gekwelde lichaam In een geenszins
stramme houding. Niets aan hem geleek op
de gestalte van aan koning, behalve misschien
het door modder en stof zwart geworden or-
de te aken, dat op zijn blauwe ju was beves
tigd en het heldere straten zijner strenge blau-
De koning reed langs te heuvelrug, het
werd steeds donkerder, reedh vlamden hier sa
daar he te een trek da kampvuren op. In de
de regimenten en hoorde
weg rollen van het zware
De koning knikte tevreden, de op-
voltrok zich geheel overeenkomstig
lijn bevelen.
Opeme was het s66 duister, dat hij naar
het kampvuur van te naasten veldpost reed,
dat niet ver van een kleine groep boomen op
laaide. De koning klom uit het zadel, wierp
de teugels ever te naastbij zijndeo tak en
schreed door de volslagen duisternis naar het
vuur, waaromheen eenige officieren
De manschappen hadden zich in het
Niemand had te
VtaiMAir StUp
tijm scherp oor had zijn eigen naam booren
noemea. De officieren spraken over hem. Hij
trek dch nog meer ia de schaduw ttrug. San
lange, magere, niet mew too Jonge kapitein
voerde het woerd, hij waa klaarblijkelijk da
commandant van den veldpost. Hat was ach-
tar te denker en het licht, dat de vlammen
wu te onrustig, om te kunnen
walk regiment het was. Ban luitenant en
Je moogt praten, eooals je wflt, kame
raad, riep juist de eene cavalerist, de koning
beeft gelijk ea hij doet wat hij kan. Ben ko
ning kan zijn oogen toch ook niet overal heb
ban en hü aaag dan opknappen wat zijn ge
volg en xija na sati omgeviag hebben ver
zuimd of verkeerd gedaan!
De aadeiea knikten, alleen da lange kapi
tein viel heftig uit de ruzie scheen reads
lang aan den gang te zijn.
Het Ie weer wat je zegt, Prittzvitz, maar
da toning ait veel te vaat aan da hofkliek,
die geeft hem de kaas niet zijn verdiensten
Do luitenant legde met esa blik op de sla
pende soldaten 'zijn wijsvinger op de lippen.
De kapitein porde woedend met de achetde
•van afin aabel in het vuur, zoodat de vonken
ia het rond rrrfmftn
Ba toch heb ik geljjkJ Ja het soms recht
vaardig, dat ik na tien eervolle dienstjaren
nog steeds kapitein bso, terwijl zoovele an
deren, dia asa minder belangrijken staat van
dienst hebban, promotie hebben gemaakt? Wie
beeft gis teres daa stormaanval bij de brug
•ver de beek, die ansae troepen lucht gaf, als
aereto mat sjfa compagnie gewaagd en ge
wonnen? Hl
De lui tenant knikte instemmend.
Dat was een knap stuk werk, kapitein,
dat is waar! Wij. satan op onzen vleugel al
aardig in da klem. Doch uw aanval bracht
ons lucht sa-da zege!
De tweede cavalerist had zijn pijp tevoor
schijn gehaald sn blias dikke rookwolken uil.
Da rook kringelde boven het vuur omhoog
mar de sterren. De koning keek da '--g-
DE KONING
kot pmard vond mtndor mootto don hom reeds bokondon
len; men behoeft den brief slechts af te geven
aan den geadresseerde! Trek mijn laarzen uit!
Even later galoppeerde een ordonnans weg.
De koning wierp zich,half uitgekleed op zijn
veldbed en sliep weldra in. Een vroolijke
glimlach, die aan zijn vroeg verouderd ge
laat een glans van jeugd gaf, wilde niet wij
ken, zefs in zijn slaap scheen hij nog pleizier
te hebben om zijn inval.
Inmiddels was veldpost twaalf afgelost en
de ordonnans reikte den koninklijken brief
over aan den nieuwen wachtcommandant, een
piepjongen kornet van het regiment Alt Bay-
reuth, die den vorigen dag voor het eerst in
het vuur was geweest en zich dapper had ge
dragen. Met groote vreugde nam hij den brief
en de orde in ontvangst. Hy hing het eeretee-
ken onmiddellijk om zyn hals en nam dolge
lukkig de gelukwenschen van zyn kameraden,
van wie er velen jaloersch op hem waren, In
-«Ontvangst.
Het gebeurde werd weldra in ruimen kring
bekend en den volgenden morgen kreeg ook de
kapitein er kennis van. Deze begreep vol
schrik de toedracht van de zaak. De koning
was 's nachts bij het wachtvuur geweest, had
de ruzie gehoord en dit was het koninklijke
antwoord.,, nu droeg de jonge kornet vol
"trots de onderscheiding, die voor hèm be
stemd was.
De kapitein ijlde naar het hoofdkwartier,
liet zich aandienen en werd onmiddellijk ont
vangen door den koning zelf, die het gezicht,
van den verrasten officier wel eens goed bij
daglicht wilde zien.
Kapitein van Wackerrode, van het regi
ment gendarmes 1
De blik des konings rustte vragend op den
hals van den kapitein. Weldra echter maakte
de vreugde in 's konings oogen plaats voor
bitterheid. Waöt de kapitein vroeg slechts
terloops excuus voor alles, wat hij in tegen
woordigheid van minderen over den koning
gezegd had. Hoofdzaak voor hem stheen te
zijn de ongelukkige samenloop van omstan
digheden, waardoor een ander toevallig had
gekregen, hetgeen de koning him had toege
dacht.
Nu weet u, majesteit, wat mij la over
komen en u begrijpt, dat ik mij diep onge
lukkig voel!
Frederik keek hem hard, bijna vijandig
aan. Ia zijn staalblauwe oogen was aar onver
klaarbare, ijzige uitdrukking.
U kunt gaan. U habt geen geluk! Mi hij
dan langzaam. Menschen als u kan ik niet
gebruiken!
Langs den terneergeslagen kapitein schreed
de koning daarop naar buiten. Op de velden
in de omgeving ploegden de boeren hun ak
kers; de milde lentelucht vervulde de geheele
natuur, wekte se op tot nieuw leven. De ko
ning reed door de velden naar de heuvels,
denzelfden weg, dien hij dea nachts was ge
gaan...
Du onderteetonde hij met zijn krachtige
handschrift: Frederik.
Hij belde daarop zijn oppasser, verzegelde
te brief sn beval kortaf:
Naar veldpost twaalf bij den ouden roo-
opstijgen de warrelende rookpluim na. De
echrillt stem vu den kapitein stoorde hem
evenwel In zijn overpeinzingen.
Ja, en al had ik bat tien maal gedaan,
wat dan nogf Wat dan? De oude hoort het
niet eens! In het gunstigste gevel krijgt onze
overste een ridderorde of wordt hij bevorderd
tot generaal!
Da tweede cavalerist haalde zijn veldflesch
te voorschijn, nam een flinken slok en schoof
de flesch naar den kapitein.
Drink maar eens! En houd nu eens op
met dat gemopper, de koning is een recht
vaardig mensch en alles zal best in arde ko
men! v
Nu kon men hem en zjjn kameraden 'beter
zien in den vuurgloed. Hun uijiformen verrie
den dat zij Zie ten-huzaren waren.
Da kapitein dronk en zei du bitter:
Als er zoo iets komt, komt het vast en
zekér te laat, bijvoorbeeld als men te oud la
om er nog pleizier vu te beleven!
Hij gaf de flesch terug. De koning had ge
noeg gehoord, hij trok zich zachtjes terug en
liep weer naar de boomen. De schimmel hin
nikte even,, toen hij zün berijder Hg. De ko
ning maakte dm teugel los vu den tak en
sprong in het zadel. Onmiddellijk daarop
klonk^ hoefgekletter. De mannen, die aan het
vuur'zaten, keken even op, maar het was te
donker om iets te kunnen onderscheiden.
Dat 'draaft, galoppeert en marcheert
overal! aai da eena huzaar wijsgeerig. Ik ge
loof, datUwt ar weer op los gut.
Du rolden zij zich in bun mantels en strek
ten zish rond het vuur uit om te slapen.
De koning reed naar het dorp terug, het
paard vond zonder moeite den hem reeds be
kenden weg. 'Voor de boerderij wachtten twee
ijlboden uit de koninklijke residentie en een or
donnans vu de voorhoede. De koning gaf
snel da noodzakelijke bevelen «n weldra ver
stierf het hoefgeklepper der wegsnellende bo
den in de stilte vu den nacht
De koning nam iets uit een cassette en
wierp het schitterende voorwerp op de tafel:
tusechen twee geetylêerde adelaars een blauw
kruis au een zwart lint Het wu de door ve
in vurig begeerde onderscheiding: de orde
peur ie mérite. Daarop begon de toning vlug
te schrijven.
veldpost
co moed
ik hem
Dergelijke
in de
moge
de feo-
De volgende partij werd op 2 dezer gespeeld te
den Haag, tusschem Ph. J. Ham, Rotterdam, met
wit en W. v. d. Kraan, Dordrecht, met zwart.
I. 32—28, 20—25; 2. 37—32, 14—20; 3. 41—37,
10—14; 4. 34—28, 5—10; ,5. 46—41, 19—24;
Wit ton deze hekstelling onmiddellijk verbre
ken. door 3530 of door 2#33 en 2822. Vol
gens de theorie geldt echter een hekstelling met
twee stukken op de middellijn (10 en 14) als
nadeelig voor den insluiter, zoodat wit den stand
zoo laat.
40—34, 17—22; 7. 28 17, 12 21; 8. 31—26,
21—27; 9. 32 21, 16 27; 10. 45—40, 8—12;
Ook 1822 komt in aanmerking, doch door
daarmede te wachten, belet zwart 3832 en
43 32, waarop hij 24—30, 18—23, 20 27 ton
laten volgen.
II. 50—43, 38 (er dreigde 34—30, 33—29,
39 17, 3732 en wint schijf 27 door herhaald
aanvallen); 12. 37—31, 18—22; 13. 38—32, 27
38; 14. 43—32, 14—19; 15. 31—27, 22 31;
16. 26 37;
d
Wit heeft rwart's flantoanval volkomen afge
slagen en het draait er nu om, of hij volgens de
theorie voordeel kan behalen in de practijk (zie
opm. bij den 5en zet van zwart).
16. 10—14; 17. 48—43, 12—18; 18. 42—38.
7—12juk. 32—28. 1—7; 20. 4742, 18—22; 21.
28 17, 11 22; 22. 37—32, 12—18;
Natuurlijk mocht T11 niet wegens 3430,
8328, 38 16. Met den textzet dreigt zwart
1823, 2429 met dam.
23. 42—87;
Het spel zit vol kleide dreigingen. Zwart mag
niet 8—11 of 12 wegens 34—30, 32—28,
27 6/8.
23. v 4—10;
Deze zet is niet sterk, ungezien nog een derde
stuk op de middellijn wordt geplaatst. Zie op
merking»^ ij zwart's Sea Mt.
24. 32—28, 7—11; 25. 28 17, U 22; 26. 38—32,
19—23T;
46 4f
49 S0
De textzet is een blunder, welke zwart een
schijf kost. Speelbaar is alleen 2—7 of 24—30,
in beide gevallen met voordeel voor wit
27. 33—28, 24 33 gedw.; 28. M 19, 14 23;
29. 39 17, 2—7; 80. 44—39;
Ook 4330 is goed, omdat du op 7—11 ton
volgen 3330—24 met 3228 en 34 3.
Thans is 711 weerlegd met 3J33, 3228,
37 17. Op 7—«2 volgt 35—30—24, 32—37,
17 19, 34 S. Zwart kan dus lijn schijf niet
terugwinnen.
30. 10—14; 31. 36—31, Ié—10; 32. 31—30,
20—24; 33.26—21;
Met 11—16 dreigt wit zijn schijf veilig te stel
len. Op 7—11 volgt 39—33, 34—30, 40 20; 32—28,
17 17 en niet 36—33, 32—SB, 37 17 wegens
2430, 19 48 vu zwart
33. 6—12; 34. 17 0, 13 2; 38. 34-30,
36 14; 36. 40 30, 15—24; 17. 45—40, 7—12;
In verband met de uitbreiding vu de Piazn
Veneris In Rome beeft men voorgesteld het
Palazzo Buonaparte, dat ter rechterzijde van den
Corso Umberto staat, af te breken en bet au
de linkerzijde weder op te bouwen. Sr blijft ge
rechtigde twijfel bestaan, of deze verplaatsing
zonder bijzondere moeilijkheden, uft te voeren Is.
In elk geval echter zal het Palazzo Buonaparte
'blijven bestsan zooal niet uit hoofde vu zijn
architectonisch schoon, dan toch om de herinne
ringen, welke zich er au vastknoopen met be
trekking tot Napoleons moeder.
Toen in het jaar 1414 Napoleons ster begon te
dalen, had Paus Pius VII Madame Laetltla en
haar stiefbroeder, kardinaal Fesch, uitgenoodigd
om in Rome te komen wonen. Doch Madame-
Laetitia gaf er de voorkeur aan, met haar doch-
ter^Pauline Napoleons ballingschap op Elba ta
deelen. Eerst toen zij, na den slag bij Waterloo,
voor altijd afscheid had moeten nemen vu haar.
grooten zoon, nam zij het aanbod vu den Peut
ean: zij verhuisde naar Rome. Eerst bewoonde
zij bet Palazza Falconieri in de Vie Giulia.
Daarop nam zij, tezamen met haar stiefbroeder,
van markies Ripuccini het palels over, dat thans
den naam draagt van Palazzo Buonaparte.
Hierin hield Madame Laetitia verblijf tot haar
dood. op 2 Februari 1826. Zij zag voortdurend
uit naar berichten uit St Helena, die echter nooit
kwamen; sir Hudson Lowe, de Eugèlsche gou-
- Als de letters van den naam door elkaar
worden geschud en in een andere volg
orde worden neergeschreven, krijgt men
het beroep vu den man te lezen.
38. 40—34, 0—14; 39. 32—28, 23—38; 48. 37 88.
6—«11; 41. 81—16, 11—17; 42. 43—18;
Beter ia waarschijnlijk 3933, belet 18—0
met 81—16 en 11—16 of 11—17jnet 34-8».
42. 3—7; 43. 38—33, fk~AM;
Zwart tan ook 1823 spelen, want ag 48—48
en 34—29 volgt dan 32--37 at 38.
44. 41-37, 2085; 45. 48-43. 7—11; 48. 18 7,
16 7, 47. 37—31;
Op 3439 ku zwart rfslu 38—88, 1633,
•3 41.
47. 17—11; «8. 43—88, 18—331;
Zwart wint nu zijn schijf terug of maakt re
mise. Op 38—31 volgt 25—40, 4320.
Op 28—22 volgt 21—27.
49. 31—26, 23 43; 50. 39 46, 21—27 51.
33—28, 1—7; 53. 48—43, 7—12; 53. 43—88, 12—17;
54. 36—33. 17»»22;
Gemakkelijker remise geeft 1963,2732. om
dat zwart dan veel eerder op dam is du wit.
55. 28 17,27—32; 56. 17—12, 31—37; 57.18—7,
37-42?;
Een blunder. 37—41 is beter, hoewel wit dan
met 3328 (41—46) 2822 de beste kansen in
het,eindspel houdt. Thans belet de» met 7—1
den zet 42—47 door 34—30 en 4246 door 1—2»,
29 20, 35 13, terwijl op 25—30 en 42—volgt
1—34, 15 34 (10—23) 35—30, 26—21 en wint.
Gedwongen ls 2430 en 4246 verliest nu op
overmacht door 34SO, 1 45; terwijl ep 41—47
volgt 120 en wint.
58. 7—1, 42—47 (of?); 59. 84—30, zwart
geeft op.
Een partij, waarin belde spelers fouten heb
ben gemaakt Zwart beging een blunder in het
middenspel en «rit wist* zijn schijf winst niet
te behouden, zoodat hij slechts door nieuws fou
ten vu zwart in bet sinds pel ds winst verkreeg.
Laetitia leefde in het paleis, alleen met haar boop
en smart en herinneringen.
In de zalen bevonden (ito afbeeldingen van
alle .Napoleonidsn". Zij ontving veai h snoek vu
haar verwanten. Velen hunner nvsrtesMs zij,
zooels den ongelukkigen hertog van Reichstadt,
heer stooonaoon Murat en taree harer dochters
Sise en Paulina.
Er moeten vu de 44 gegeven lettergrepen 10
woorden worden gevormd, leder vu 7 letters,
bestaande uit twee of meer lettergrepen, welke
de volgende hete ah nils tobben:
1. rampzalige
8. wet iemand vuet overledene erft
3. zenuwachtig
4. voor dezen k
8. opschudding, beweging
6. arend
7. gebrande suiker
6. langwerpig hakblok
8. hulshagedis op Java
10. steekmug
11. tooneelapeelster
12. kortste weg tusatosn tw
13. openluchtspel
14. vierkant ijzeren
15. keizer,
16. iemand die allee bedilt
17. middelpunt
18. gebogen handvat
ia. hoofddeksel der Turken.
De lettergrepen zijn:
s sc af al bud bank to ce
ce ou de de dil dit el
er fe hak tong korf kiet laar
"-ten meal mei mo mus aarch
anr nis paan ra bal ring roe
art stand tim tjl (Jak tri
trum tul reus.
Zijn de juiste
de eerste letters van boren
het gevraagde spraak woord.
busdu gaiexeu.
Dn voetstappen vu du
gewas.
benadeelen
Au de 1
mest
De grootte vu het paard zit in te haverzak.
Wie één paard noodlg kerft an ar twee op
nahoudt, dton staan sa 's nachts de staldeuren
Dy net doagrt, dF net ponget.
(Eu Friesch uneefcwuutd. beteekeneudeWie
niet mest, krijgt niets in du sak.)
htew*,Lt,n
KH]|t m ■Genten
(Wie maar
t.)
Rogge wil lucht zien.
(Dat is: de rogge moet niet al te i
liggen).
Wintergraan zegt: „smijt ml) ar ei
er wel In!" Zomergraan daarentegen;
er in. ik kruip er wel uitT
(Zomergraan moet aJ. In du regal maar mat
aarde bedekt wordu du wintergraan, wagens
de meerdere droogte ren graad
voorjaar)
„smijt mil