DE GOUDSCHE COURANT
Met een visch
y«OtC,5frL S>K
PTSIMBN
ie jaargang
No. 43
laten ze zich gemakkelijk lokken
ZATERDAG 8 MAART 1941,
Zij: Die vreeselijtae winteravondenEinde
loos zijn se! Om niet door te komen. Zoo stil als
ie weg bent en afschuwelijk wervelend als je thui*
bankt
(Strix)
Blijft u maar rustig zitten! Het
doet heelemsal geen pijn!
Met die praatjes behoeft u bij ir.ij
niet aan te komen, ik ben zelf tand
arts.
VOLKOMEN ongevaarlijk ia de dolfijn
voor den mensch, al is het natuurlijk
niet geraden met een visch ook een
hand of eqn arm in zijn bek te steken. De
forsche kegelvormige tanden in beide kaken
zouden dan beid* wel eens een stukje kleiner
kunnen maken. Maar een mensch aanvallen
doet een dolfijn nooit, althans uit eigen bewe
ging. Ook duikers hebben van dolfijnen niets
te vreezen.
Heel gemakkelijk laten ze zich lokken met
een visch en in den tijd, toen 'er nog vele
schepen op den Atlantische Oceaan voeren,
wa^ dat vaak een tijdverdrijf voor de passa
giers, die dan met camera en filmapparaat
klaar stonden, om dit oogenblik vast te leg
gen. Vooral de zoogenaamde tuimelaar, een
vrij groote soort, komt veel in den Atlanti
sche Oceaan voor. Vrijwel in alle zeeën van
het Noordelijk halfrond kan men trouwens
Bridge-enthousiasme
nieuwe mode.
Jan, morgenochtend om vier uur
kom je me halen. Je vindt me in de
derde zaal, links, onder het vierde
tafeltje.
Karei, je hebt vannacht weer
hard-óp liggen praten.
Neemhet me alsjeblieft niet kwa
lijk, als ik je daarbij soms in de rede
ben gevallen!
NIET AARDIG!
BIJ DE 40e VERDIEPING
den dolfijn aantreffen, zeer veel ook aan de
kust van Florida.
Zooals men heeft kunnen leeea, waren on
langs ook eenlge dolfijnen de Mm* opga»
zwommen en bij Lith hebben eeltige visschera
getracht hen met den zegen te vangen. Noo-
delooze moeite: de dolfijnen zwommen er zon
der moeite doorheen.
De bewoners van de Faroër-eilanden maken
ijverig jacht óp den grind, éën soort, die ge
heel zwart is en wel zes meter'lang. Grin-
dabudl roepen ze, als er een schooi ia g*
sigoqleerd en door middel van Vuren waar
schuwt men ook de bewoners van da andera
eilanden. Dan gaan de booten in zee en men
vormt een halven'cirkel om den troep, die
naar land wordt gedreven *en ln het ondiepe
water langs het strand wordt afgemaakt voor
de -traanfabricage.
De dolfijnen behooren tot de walviachachti-
gen. Ondanks hun zware lichaam bewegen ze
zich zeer snel door het water. Meestal zwem
men ze in scholen bijeen. De pootte varieert
met de soort. De gewone dolfijn wordt onge
veer twee a twee-en-een-halven meter Huig, de
rugvin is dertig centimeter hoog. Op de beid*
foto's is duidelijk de spleet te zien, waarme#
de snuit van het voorhoofd gescheiden is.
Voorstellingen uit de grijze oudheid laten
den dolfijn zien als symbool van da vriend
schap, vermoedelijk omdat hij da schepen
zoo trouw begeleidt. Men beschouwde he*
verder als den begeleider van da doodsn naak
den oever van de eilanden dar gelukzaligs».
rr<*e'< RoOsMfe
Bij de eerste opvoering van m'n
tooneelatuk Verdrongen de menschen
elkander voor de kassa!
En hebben ae allemaal hun geld
teruggekregen?
Breng alstublieft vlug dezen'brief
naar de post. De achterstallige premie
van m'n brandverzekering zit erin!
m'n zakgeld geven?
naar het stadhuis ee
hoed gezien.
DE VROUW VAN HEIDEN
Ik weet niet, maar ik geloof, dat
ar. hier ieta niet in orde is...
Hier hebt u een recept voor
slaappoeders. Voor de eerste reertien
dagen zal deze hoeveëbeid wel voldoen
de zijn.
Maar dokter, ik wou liever' niet
aoolang alapen!...
Hoe wenscht u het ha%r. nujn-
Lange, zwarte lokken tot op da
Wit ia dia oude dame?
Ou. twintig jaar gelede*