rede van den Rijkscommissaris 1 Onze leefoner— Je lui- dit d ten te ■Me I on- niln neer ten- t een In E aan dl* ftiie* te *b geldt, dat wij dan politieke overtuiging wOIen Bet meekt echter vanzelf. dat Mbchegeeat, die ia alle tobe- l>e wegingen losbrak op waarop bet nationaal-aocia- jbet Duitsche Rijk aan de macht in Nederland wordt gebro- L* politieke «Irijd na een dergelijke Trsn onderdrukking niet met glacé n wordt gevoerd, valt, niet te ...j en bezwaren tegen de hard- RTdrzen strijd tellen bij mi} niet 'ma dan da kreet jMudt men mij thans zoo tegenwerpen, pta de na tl anaal-socialisten ir n. ter. marebeeren, dan zeg ik: EZttki vanzelf", want de natlonaal- n hebben beWézênen~bewl dat zij den weg van de lotsge- met het Duitsche volk willen anderen zijn tot dusver niet ge- |g de levering van dit bewijs, [(ebben daartoe selfs nog geen po- ban. Indien men aan deze krach- recht zou geven, formaties Ie jou dit niets naders zijn dan den een nieuwen lOden Mei open Zoo zal de politieke strijd in zijn loop nemen, voor zoover tnde mogendheid dit kan toe- set het oog op de noodzaak tot Ming van de orde in dit land. ,elf geloot, dat de nationaal- Miiche beweging in steeds klaarder «oor haar. politieke taak en he in toenemende mate haar be- m er steeds meer op zal richten, [Meren Nederlandsehen volksgenoot van de juistheid van de poü- jlite van bet nationaal-sociallsme liet welzijn van het Nederlandsche hg overtuigen, om zoo door het win- Intt de polltiek-toonaangevende lagen Ik dragende politieke beweging van srlandsehe volk te worden ..I aldus de politieke krachten Mn. IjThsar toegestane ruimte tot uiting i en bewijzen kunnen, dat zij In j#i, leiding te geven, hebben ar es, boeren en burgers door hun ge- fuijk gegeven van hun standpunt ten van den gegeven bezetting stoe- Hen kan zeggen, dat de Neder- l over het algemeen afwachtend, Ka zekere terughouding, doch voor deel belangstellend bet beden i en aan de toekomst denken, [kbijzonder uit arbeiderskringen I wij steeds vrager* en stemmen, die gstelling, voor bet natbmaal- bewijzen. I te duidelijk, dat de invoering van ilsche en persoonlijke beperkin- i In verband met den oorlog nu noodzakelijk zijn, niet de ge- i rorm is om den Nederlandsehen tg toonen, wat .wij onder ^socialisme en de resultaten voor den arbeider verstaan. Ik [c echter zeker vgn, dat de Neder arbeider, zooais iedere andere g, zich door het telt van zulke be- i niet laat beïnvloeden, daar hij lijdelijkheid ervan inziet, als hij Jteet. dat het erom gaat. de stabili- |b gelijkmatigheid van de levens- Itevoorziening, juist voor den ar- te verzekeren Engeland door het geniepige nschelijke wapen der blokkade laantlitaire en verraderlijke succes liet jaar H18 wilde herhalen en het leg door den vromen lord Halifax i verkeerd begrepen .menarhelijkbeid iwtklaren, wanneer eenige Amerika- igerlljdende kinderen In België en ,k kindervoeding willen zenden, Ife verklaard, ernaar Is zullen stre- list de levensvoorwaarden van het Volk niet .ongunstiger a zijn dsn dis vin het Duitsche Volk. Y dient men te bedenken, dat de enen in Nederland buitenge- l puistig afsteken bij die, welke op Hfenblik in België en Frankrijk ver- I Worden, en ,in hoofdzaak gelijk- 1 zijn met de rantsoenen, welke in biaud verstrekt worden. Ik kan er- Iksrinneren, dat de rantsoenen, die (Hans aan brood verstrekt worden, i gelijk zijn aan de rantsoenen fti in de jaren 1916 tot 1918, dat tter het vastgesteld rantsoen I slechts 200 gram en het rantsoen J® gram bedroeg. Os gruwelgsruchten kb Nederland rijkelijk vloeiende bron fpawèlgeruchten moest natuurlij» p het gebied van de levensmiddelen- ening en -verdeeling tot uiting ko- 1 Wit is er b.v. niet naar aanleiding [fr vleesrhachaarschte verteld, welke den vleesch naar Duitschland Thans is van officleele Ne- he zijde reeds meegedeeld, hoe ft* naar Duitschland is gegaan, een !ld, die in verhouding tot den ge- veestapel en den normalen uitvoer niet zinkt, waarbij nog in aanmer {•ent te «orden genomen, dat als ge iten het tekort aan veevoeder toéh 'ekere beperking van den veestapel IJtJok in de meest beperkte mate Tfwas en dus deze verknopen van le- tee nan Duitschland een mogeiijk- Jteteekenen, het boerenbedrijf de [te besparen, dtt vee als slachtvee """'and te moeten verkoopen De haarschte, die men thans over- j heeft, «ras uitsluitend te wijten I gemis aan discipline "van produ- 1 en consumenten. Wat wordt er at ftetteld over hetgeen van Duitsche ?tetrokken wordt door het. laten wij P onbevoegd beschikbaar stellen van "delenbonnerl? Ik zou "*t Neder- volk slechts kunnen gelukwen- de "uttdeellng. der bortnerr daar t Njcies geschiedde als bij* Be Dbit- EJtelelijke instellingen en In het bfj- Cihtj de Duitsche Weermacht Wat gteiuttrelking van levensmiddelen aan ^«gegeven wordt en langs dezen weg J*ar de intendance van de Weer- [terugvloeit wordt met de meeste figheid verrekend tot op die welke de Duitsche Weer- *°P (rond van haar sterkte aan man- in een bepaalde periode moet Deze hoeveelheden worden ook wkeurig verrekend met de Ne- he bureaux rift Bloaiends Mteg is zekes, dat de sluikhandel In _bl?e' verkeert. Dit is echter een heid voor de Nederlanders, ra. het bestuur in handen van anders'ligt, waarbij ik zou wil- *en. dat dit bestuur zieh In toe- i mate moeite geeft dé dingen ia •tangen. Vooral de gsrfjséontrolc ■™rp op en heeft reeds gevoelige L"" een bedrag van een kwart mii- 'u opkelcgd Hef publiek en wél Rgefcre en betere standen moet schudden en men meel een beroep 'doen op hun solidariteit met het gebeele Nederlandsche volk. Wie lijdt ten slotte schade door deo sluikhandel' Hetgeen de Duitsche instanties krach tens de afspraken met de bevoegde Ne derlandsche instanties moeten verkrijgen, zullen zij ontvangen tot de laatste gram toe. Wanneer dus gebruiksartikelen al* gevolg van dan sluikhandel aan de gere gelde distributie onttrokken worden, dan draagt uiteindelijk bet Nederlandsche Vo* daarvan de lasten., Ik zou bet doel matig achten, wanneer juist aan de krin- gen, die sis opkoopers van de far den stuik- handel voorradige goederen in aanmerking komen, ep een verheugend duidelijke wijgp- gexegd zou worden, dat op dit gebied het Nederlandsche zocialisme. waarover thans zoo vaak gesproken wordt, een bewijs kad leveren.ven zijn waarde, opdat er geen verkeerde indruk ontstaat van hetgeen de Nettertandera willen verstaan opder vrij- DWd Ik ben er zeker van, dat de Nederland- tcbe arbeider deze bespreking als feiten begrijpt, er mee rekening houdt, maar deze materieeie dingen niet als zoo essen- beschouwt, dat hij zijn besluiten en zfin houding daarvan afhankelijk stelt. Ook de Nederlandsche arbeider zoekt naar de nieuwe opvatting van maatschappij en gemeenschap, die hem niet meer als voor werp van uitbuiting of liefdadigheid be handelt, maar die Juist in den arbeider den volksgenoot ziet, die met eigen rechten fle' rechten overeenkomende plichten in bet geheel van de volksgemeen schap staat., niet een arbeider, die af en toe een gift ontvangt, maar een persoon, die een werkelijk aandeel heeft in het re sultaat van den arbeid der gemeenschap. De Nederlandsche arbeider heeft overi gens positief zijn standpunt bepaald: hij Is aan het werk gegaan. Een Jaar geleden waren er in dit landx ongeveer 300.000 betaalde werkloozen, waarbij nog de niet ingeschrevenen kwaamen. Deze toestand bestond ondanks het feit, dat sinds 26 Augustus, 1939 een buitengewoon groot aantal a^beidskrachten'als gevolg van ae mobilisatie uit het bedrijfsleven was weg genomen. Op 1 December 1940 waren er in d* land nog slechts 138.000 wertyoozen, ondanks de bijna volkomen uitgevoerde demobilisatie, hetgeen dus wil zeggen: on danks 't afzwaaien van de arbeidskrachten, die dienst gedaan hadden in het leger. Vele honderdduizenden hebben dus den weg naar den arbeid gekozen en gevon den. De door seizoensomstandigheden ont stane stijging van het aantal ^verkloozen gedurende de wintermaanden is thans reeds voor de helft ingehaald. RuHh 118.000 Nederlanders hebben werk in Duitschland gevonden. Natuurlijk zegt de gruwelpropaganda, dat dit onder dwang gebeurd ia. Ik verklaar, dat nog geen en kele Nederlander in Duitschland door de petitie naar zijn werk' gebracht is Wan neer in den tegenwoordig» moeilijken W een verschil gemaakt wordt tusschen iemand, dia werkloos is buiten zijn schuld, wien men een dienovereenkomstige steun - uitkeering moet geven, en den "werkwil lige, dan mag men in dergelijke economi sche maatregelen eener gezonde controle van het eigen bedrijfsleven geen dwang zien Wat nu het aanvaarden van werk' in Duitschland betreft, moet men niet geloo- ven, dat hierachter de neiging schuilt, de Nederlanders aan-hun vaderland te ont trekken. Het betreft hier maatregelen, die uit den noodtoestand van den tegenwoor- digen tijd voortspruiten In de economische plannen voor het jxieuwe Europa is niet alleen geen enkel voornemen aanwezig om het industrieele peil van Nederland omlaag te drukken, doch integendeel kan, in een nieuw geor- idend Europa een krachtige bloei verwacht worden van een geheele reeks van takken van industrie en bedrijven, welke in dit land aanwezig zijn. Juist om aan de Ne derlanders hier in eigen land werk te ge ven was het ons streven, zulk werk in den vorm van overgehevelde orders voor Nederland te réserveeren; opdat ook de ondernemers hun positie konden hand haven en een gunstig begin konden ma ken met den overgang naar de .vredesln- dustrie, waardoor tevens weer wordt mo gelijk gemaakt, dat Nederlandsche ar beidskrachten in eigen land kunnen blij ven Om redenen van geheimhouding is het mij niet mogelijk den omvang vap deze aan Nederland verstrekte orders be kend te maken In ieder geval hebben meer Nederlanders als gevolg van door Duitschland overgehevelde orders hier werk gekregen of hun werlf behouden, dan er Nederlanders in Duitschland werk gevonden hebben. De Wederopbouw Waar wij over economische maatrege len 'spreken, kan ik er in dit verband op wijzen, dat de verzorging met alles wat Nederland noodig heeft thans, met het oog op den oorlogstoestand, uitslui tend geschiedt uit het Europeesche ge bied Als de gruwelsprookjes waar zijn. zou er een oneindige stroom van goede ren naar Duitschland stroomen ^en zou er niets terug komen. In werkelijkheid is het zóó, dat in Januari 1941 uit het Duitsëhe Rijk, met inbegrip van het Pro tectoraat en het Gouvernement-Generaal, goederen ter waarde van 43 millioen gul den naar Nederland zijn ingevoerd en dat goederen ter waarde vml21.6 millioen gulden naar deze gebiedd#* zijn uitge voerd. Wij hebben ons gezet aan het herstel van de gebieden in Nederland, welke door de oorlogsgebeurtenissen ver woest zhn. Daartoe is in de eerste plaats noodig (jzer en staal. Daar hierbij in de eerste plaats woningruimte ter beschik king gesteld zal moeten worden, is deze wederopbouw vooral in het belang van de arbeidende bevolking. Het ligt voor de hartd, dat elke plafat ijzer, met het o'og.op onzen strijd beter voor een pantserwagen en ejk blok staal beter voor een kanons loop gebruikt kaïv worden dan voor den wedei*opbouw van niet militaire gebou wen. Niettemin was het mogelijk, dat voor den wederopbouw, in Nederland vooral in Rotterdam de toezegging voor belangrijke grondstoffen verkregen werd Ik interesseer mij ook voor de tunnel ver binding onder het IJ. om aldus den arbei ders een, ongestoorde mogelijkheid tot verbinding te geven tusschen woning en werkplaats. Wij zullen, wanneer het zoo-, ver is. zorgen voor de beschikbaarstelling van het materiaal en van de financieele middelen. Het spreekt echter van zelf. dat bjj de werkelijke* verdeeling der grondstoffen de overweging van invloed moet zijn, op welke wijze de Nederland sche bevolking haar standpunt bepaalt ten aanzien van het tegenwoordige con flict tusschen Duitschland en Engeland' Voor ons nationaal-socinlisten is het in teressant te rzfien. hoe het bestuurs- en belastingstelsel van deren staat door drenkt is met liberale, kapitalistische klnssetendenzen. BELANGRIJKE BELASTING- VERHOOGING Daar de tegenwoordige omstandig heden groote eikchen stellen aan de staatsfinanciën dit was overigens ook het geval in.de jaren 1914—1918 moet, om- inflationistische invloe den te onderscheppen, een aanzien lijke belastin (verhooging plaats heb ben Wg hebben et. op gestaan, dat de ,e verhoogtngen xmidén geschieden volgens sociale nonnen, en ik wil leegs ven. dat o^are desbetreffende aanwijzingen een toenemend begrip bfj de Nederlandsche instanties ge vonden hebben, t Is thans zoo, dat op bet oogenblik hoewel de belas tingopbrengst uit de inkom stenbeiajjj ting b.v. meer dan verdubbeld worgg een huisvader met drie kinderen minder belasting aal betalen dan vol gens het vroegere liberale stelsel. Voorts Hgt het niet' In mijn bedeeling 4e veeral vat haar contrtle betreft weinig waardige 'U wiel be lasting ep HET VOEDSEL VRAAGSTUK Naast den arbeider kan ook bet stand punt van den landbouwer als posjtief beschouwd worden. De boer ziet geen loon, h|j ziet eigenlijk over hét algemeen zelden geld. Daarom Is bij- bijzonder ge hecht aan de reëele waarden, "welke bij bezit Deze houding beeft een positieve beteekenis, want zij geeft aan de volka- economie de groote elasticiteit om door tijden van crises en nood aldus heen te komen, dat de boer in bepaalde om standigheden om zoo te zeggen zonder loon werkt voor zijn vele uren wef-k per dag, en economisch gezien uitsluitend daarvoor werkt dat hij een vaak karig levensonderhoud uit lijn boerderij ver dient Deze reëele zin van den boer moet als een positief element worden er kend. Het betrekken van den landbouwer evenwel bjj dendienst voor het alge meen ia een aangelegenheid van de"boe- ren-organisaties. En "wat er op dit gebied te doen valt bewijzen de kolossale stij gingen van prestaties, welke de „Naehr- stand" in Duitschland bereikt heeft. Het iiationaal-socialistische Duitschland heeft in de eerste vijf jaren van zijn optreden ruim het viervoudige voor landbouw- werkzaamheden besteed dan het vroe gere systeem in tien jaar. Aan de reëele en moreele politiek van den „Reicha- naehrstand" is het daarom te danken dat b.v. de gemiddelde tarwe-oogst mef ongeveer vier millioen ton, de aardappel oogst in het jaar 1939—1940, de Oostmark inbegrepen, met 25 millioen ton, de sui- kerbietenbogst met ongeveer 11. millioen ton Is toegenomen, en dat de invoer van voedergraan van 4.4<miUioen ton tot 1.4 millioen ton in het laatste vredesjaar kon dalen, hoewei de levering van melk van 14 milliard liter tot 22 milliard liter in het jaar 1940 gestegen is. Terwijl in het jaar 1932 7000 bedrijven met 153.000 hec taren ondbr gedwongen executie kwamen, kwamen in 1938 slechts 10.000 hectaren tot gedwongen wijziging van bezit om kolonisatiegebied te verkrijgen. De land bouwers in Nederland staan thans voor dezelfde taak als de „Naehrstand" in Duitschland. Hun deskandtgen verklaren, dat het mogelijk aal sQn het Nederland sche Volk op voldoende, zij het beschei den, wijze uit eigea land te voeden. De landbouworganisaties zullen nu haar be staansrecht moeten bewijzen door aan te toonen, dat zü den boer tot een hoogere capaciteit voor het algemeen welzijn oproepen. Voor zoover de medewerking van den landbouw door de prjteencontróle van Staatswege gunstig beïnvloed kan wor den, is dit gebeurd. Wij hebben den land bouwer prijzen toegestaan, die een vol doende stimulans moeten vormen om uit den bodem te halen, wat er uit te halen valt. De prijzen zijn daarbij zóó gesteld, dat de levensmiddelen niet essentieel duurder zullen worden. Krachtens deze prijzen zal b.v. een kilogram aardappelen slechts een halve cent en een'brood twee cent duurder worden. Van meer belang zal het zijn, dat al «rat mogelijk ia, geproduceerd wordt en dat deze productie tegen wet tige prijzen in het wettige distributie proces gebracht wordt Dit is eventueel een kteestie van discipline van bet Ne derlandsche volk. Ordelijk gedrag verlangd Toen des 15en Mei 1940 de oorlog na vier dagen ten einde was, herademde de Nederlandsche bevolking. De oorlog was kort, de verliezen waren naar ver houding gering en de Duitsche soldaten gedroegen zich geheel in tegenstelling ot de gruwelpropaganda van onze vijan den, buitengewoon tegemoetkomend. Voor wie inzicht had, was het duidelijk, dat deze stemming niet erg lang zou duren.' Want de Nederlander uit zijn rust en relatief comfort meegesleept in de ontwikkeling van de wereldgeschiedenis moest in de toekomst een reeks be perkingen op economisch en maatschap pelijk gebied aanvaarden, stond voor een onzekere toekomst en was thans aan de worsteling van politieke krachten bloot gesteld. Dat de stemming slechter moest worden, was duidelijk. Datgene, waarop het'aankwam, is ot het Nederlandsche Volk houding en discipline bewaart. Wij verlangen, geen jubelende verwelkoming en instemming. Een proces en toestand van eeuwen laat zich niet in maanden wijzigen en slechten. Wij verlangen echter ordelijk gedrag. Ik geloof te kunnen zeggen, dat de lagen, die van volkssh standpunt dragers zijn dus vooral het werkende volk in den ruimsten zin des woords in de fabrieken, in het hand werk eé in den landbouw deze nuch tere houding hebben gehandhaafd. Niet geheel hetzelfde kan men beweren van de kringen der intelligentia en van 'dei f lagen, die daartoe ge rekend -willen worden. Hier is het al niet anders dan het bij ons in Duitschland was:, maatschappelijke, convenxioneele, traditioneele, doch vooral kapitalistische en klassengroepeeringen, leiden tot een verstarring, die met uitzondering van een verhoudingsgewijs klein deel, dat met het volk verbonden gfebleven is, de burgerlijke kringen in het algemeen de xjlitieke ontwikkelingen achterna doet linken. Diegene, wiens trots op niets ge baseerd is. treedt steeds het opvallendst op. Wij zien .dat gelaten over het hoofd, wij zullen onze houding ook handhaven, als Engeland Verpletterd ter aarde ligt. In dit verband fs de houding van de opgroeiende intelligentia typeerend. Naaf men weet. hebben we "in Nederland een gtudentenstaking gehad aan de'Universi teit van Leiden en de Technische Hooge- school van Delft, die gemotiveerd werd met de omstandigheid, dat-verordenin gen.. die zich met de aanwezigheid van Joodsche professoren .aan de inrichtingen van hooeer onderwijs bezig hielden, In striid zullen zijn met de vrijheden en gees telijke grondslagen van het Nederland sche leven. Dit is voor mij aanleiding, mijn standpunt tegenover het Joden vraagstuk in verband met Nederland uiteqi te zetten, v Hét Jodenvraagstuk Ik verklaar, dat mijn woord, ,,Wi.i willen het Nederlandsche Volk niet be nauwen en het onze overtuiging niet jjp- 8ringen" nog steeds geldt, maar dit geldt slechts voor het Nederlandsche Volk. De Joden worden door ons niet beschouwd als bestanddeel van het Nederlgndsche Volk. De Joden zijn voor heLnationaal-socialisme en het nationaal' socialistische Duitsche rijk de vijand. Van bet oogenblik van hun emancipatie af ^Ms" hun streven erop gericht, de volkscbe, zedelijke waarden in het Duit sche Volk te vernietigen a k> plaats van een na tinna al-bewuste en verantwoorde- HJke wereldbeschouwing een internatio naal nihilisme te stelles. Volledig duide lijk werd de noodlottige beteekenis van het Jodendom voor het Duitsche Volk in de Jaren van wereldoorlog. Zij waren het immers eigenlijk, die dien dolk sjepen, wiens stoot In don rug van de Duitsche legers (oen den tegenstand der Duitachers brak. Van 1918 at wilden zij alle traditioneele, «olksche, maar ook zedelijke en religieuze geloofswaarden •in het Duitsche valk opheffen en ontbin den. De Joden zijn voor ana geen Neder, landers. Zij zijn de vijanden, met vrie wy noch tot een wapenstilstand, noch tot een vrede kunnen komen. Dit geldt, indien u wilt, voor den tijd der bezetting. Verwacht van mij geen verordening, die dit vaststelt, behalve regelingen van politioneel en aard. Wij zullen de Joden raken, waar wij' ben aantreffen en wie «net hen meegaat, beeft de gevolgen te dragen. De Führêr heeft vertelaard, dat de Joden in Europa hun rol hebben uit gespeeld en derhalve hebben zij hun rol uitgespeeld. Het eenige, waarover wij kunnen praten, Is de invoering van een dragelijker! overgangstoestand met handhaving vanhet standpunt, dat de Joden vijanden zijn, dus met klacht' neming van alle voorzichtigheid, die men tegenover vljanded te pas brengt Wat evenwel den tijd aangaat dat Duitsch land eens niet als bezettende mogendheid hier te zorgen heéfl voor handhaving van de orde en het openbare leven, dan zal het Nederlandsche Volk voor de keuj gesteld wordesf of het 't kameraad schappelijke samengaan met het Duit sche Volk terwiile, van de Joden op het spel wil zetten. Verdraagzaamheid, Deze houding heeft niéts,te maken met verdraagzaamheid. Ik heb veel nagedacht over het beginsel der verdraagzaamheid, zooals Willem van Oranje dat tot grond beginsel van zijn politieke standpunt heeft gemaakt. Het is mij thani duidelijk, dat de diepere zin en bedoéling van dit begin sel en van den eategorlschen imperatief bij dg tenuitvoerlegging daarvan het wel zijn vïm het Nederlandsche volk was. Op dat het Nederlandsche volk zich niet on derling zou verscheuren, meest de ver draagzaamheid in geloofszaken tot begin sel worden verheven, gedicteerd door de zorg voor het Volk als hoogste goed. Der halve is de zorg voor het Volksche wel zijn van het Volk bet dragende, beslis sende beginsel, de verdraagzaamheid in geloofszaken binnen hetjsolk een gebod van Volkschen plicht. Verdraagzaamheid om zichzelfs wille is een uitvloeisel van den reeds genoemden hangfltat de idylle Ik geloof, dat wij thans in hot Nederland sche volk veel meer gespletenheid en nega tie dan verdraagzaamheid kunnen aantref fen Ik herinner mij nog een gesprek met een politicus, die destijds in dit land zeer toonaangevend was en mij zei. dat hij zich niet kon voorstellen, dat Katholieke boeren door Calvinistische boerenleiders of Calvi nistische boeren door Katholieke boeren leiders zouden kunnen worden geleid Voor mijn vraag, of hij zich niet kon voorstellen, dat Nederlandsche boeren ge leid kunnen worden door Nederlandsche boerenleiders, ontbrak den man alle be- prip. Overigens zou ik er wat de Joden jetrett, volkomén genoegen mee nemen, als zij thans dezelfde maatschappelijke en politieke plaats zouden innemen en hun dezelfde beperkingen opgelegd zouden worden, als ten tijde van Willem den Zwij ger het geval was. De Academische Jeugd. Wat nu de inrichtingen van Hooger On derwijs betreft, heb ik den indruk, dat het hier en zoó was het immers destijds ook bij ons om jonge menschen gaat met een kla<sen«raan. die steeds verder van het eigenlijke volk afraakt, om louter gegadigden voor betaalde póstgn, van ambtenaar tot lid van dén Raad van Toe zicht Ook bij ons hadden wij dergelijke verschijnselen en wel vóór den wereld oorlog De wereldoorlog heeft de Duitsche jeugd wakker gemaakt en gestaald, «naar tevoren gedroeg eèn deel van onze acade mische jeugd zich ook zoo. totdat de boe ren en arbeiders drastisch dreigden deze jongelui over de knie te leggen en hun energiek aan het verstand brachten, dat zij slechts de academie bezochten om een grondige studie in den voorgeschreven tijd te voltooien, opdat" zij nuttige médewer kers der gemeenschap worden De acade mische studie is geen privilege, maar een verplichting. Ik wil mij overigens in deze dingen niet mengen. Ik laat deze ontwik keling over aan het gezonde instinct van het Nederlandsche volk en aan den revó- lutionnairen geest van de volksche ver nieuwingsbeweging. Indien ik hel Neder landsche Volk slecht gezind zou zijn. dan jou ik zeggen: „Deze Acadamische jeugd kunnen jullie houden, die is toch nergens goed voor"., Voor het standRunt der bezetting is het in het geheel niet noodig, dat er inrichr tingen van Hooger Onderwijs geopend zijn, maar rust en orde moeten heerschen. Nu ik bij de behandeling van afzonder lijke verschijnselen op het terrein van het Hooger Onderwijs reeds bij deze tegen sprekers en neen-zeggers ben. zou Ik in het algemeen willen zeggen, dat er stellig niet al te groote kringen hl het Nederland sche Volk zfjn, die zich overigens stJ" op de eerste rij dringen en zich gedrj alé kinderen, die in den regen si odder elkaar zeggen: ..Lekker vooi word Ik nat" Nu, die mogen wét treft nat worden. Ik koester ook geèner- lei vaderlijke gevoelens jegens het Neder landsche Volk. Ik ben even«rel bereid tot een kameraadschappelijke verhouding op den grondslag van Ggrmaansche gelijkge rechtigdheid. indien de andere partij zich evenzoo gedraagt. Ot Winttrhutp Interessant is in dit verbandb.v. het lot van^de, Nederlandsche Winterhulp Vooral jou ik duidelijk, willen maken dat volgens onze opvatting Winterhulp niets met liefdadigheid te makeh beeft. Lief dadigheid is een maatschappelijke^ poli tieke of confes8ionneele gebeurtenis en een midder om maatschappelijke, politie ke of confessioneeie doeleinden te berei ken. De ontken niet dat er ook in die kringen menschen zijn. die handelen uit .sen werkelftk verantwoordelijkheidsbesef De instellingen zelf streven echter in werkelijkheid altijd andere doeleinden na Winterhulp heeft met liefdadigheid niéts te maken, zij spruit voort uit de verant woordelijkheid voor den volksgenoot en de vervuiling van een verhoogden plicht welke ontstaat uit de grootere mate van recht ea bezit. Deze liefdadig- beidsorgffnlsaties kunnen en zullen meest al de dekmantel zijn voor alle mogeltjke machinaties Zij moeten daarom ten tijde van de bezetting geneutrAlweerd -worden. Dit Is instelling is ook tegenover de zijde welbewust geneutraliseerd gewor den. Wij hebben daarmede niets meer te maken dan de nu eenmaal enontkomeltj- ke aandacht als bezettende macht ver- eischt Wanneer onze adviezen op grond van onze ervaringen nuttig kunnen zijn zal ons zulks verbeugen. Deze geneutra liseerde Winterhulp, die thans uitsluitend volksche verantwoording en niet meer liefdadigheid is, schijnt velen Nederlan ders niet naar den zin te zijn. Natuurlijk werden weer de dolzinnig ste geróchten verspreid. Het geld zou naar Duitschland gaan, alsof ik, als Rijks commissaris, op deze moeizaam en open baar verzamelde centen en guldens zou zijn aangewezen. Waar is het. dat hel Duitsche WinteHjuipwerk, dat vergeleken met veriederi jaar, een aanzienlijk hooger resultaat vertoont en voor welk resul taat ik u, partijgenooten, vooral echter den directeuren, zeer hartelijk dank, ook Nederlandsche kinderen en moeders naar de Duitsche herstelhuizen zal zenden. Niettemin: de Nederlandsche Winterhulp is een succes, dat bewijzen de cijfers. Het totale resultaat benadert thans reeds de vier millioen guldens. De collectes in de maand Februari vertoon en de hóógste totale bedragen sinds met dit werk be gonnen is. Het Nederlandsche volk mag deze ontwikkeling voor zichzelf ais een goed teeken beschouwen. Dt Arbeidsdienst Den laatsten tijd ie er ook geschreven over den Arbeidsdienst Deze dienst is een voortreffelijk middel voor de volk sche verdegelijking van dé natie. Wan neer wij het met de Nederlanders niet goed zouden meenen, zou er nooit sprake van zijn, dat de Nederlanders een ar beidsdienst mochten inrichten. Er liggen volksdeelen binnen ons bereik, wien wij dit beslist niet zullen toéfetaan, ^niet om dat wij het niet goed met hen meenen, maar omdat wij hun bij gebrek aan Gennaansche substantie geen aanspraak op leiding kunnen toekennen. De Ar- beidsdlenst is echter een voortreffelijke scholing voor leiders. Nu heb ik onlangs gelezen, dat deze Arbeidsdienst slechts dan beteekenis kan hebben, wanneer hij een nadrukkelijk Nederlandsche Arbeids dienst is. Ik heb in het artikel, dat dit onderwerp behandelde, lang gezocht naar de verklaring wat eigenlijk onder deti nadrukkelijk Neder landschen Arbeids dienst verstaan moet worden. Zulk een verklaring viel er niet In te lezen, er werd slechts een bewering ge daan. Nu zeg ik tot mijzelfwat heeft de Arbeidsdienst tot doel? Hij moet de jonge menschen van een bepaalden leef tijd, zonder acht te slaan op maatschap pelijke school tezamen brengen, waarbij het voortreffelijke opvoedingsmiddel het grondelement van den arbeid en het werken aan grond en bodem is. Daar komt bij een opvoeding in discipline. Kortom, in dit halve jaar vergeet een ieder van welke speciale afkomst hij is en gevoelt hij zich slechts als een jonge man van zijn volk, wien een waardee ring voor werkelijken arbeid wordt bij gebracht. Ik geloof, dat deze grondbegin selen overal gelijk zijn, althans in alle Germaansche landen. Dat de jongste menschen zich daarbij ervan bfewust moeten zijn, dat het. gaat om den vader- Jandschen bodem e|»fiat in de gemeen schappelijke opvoeding de mooie volks liederen gezongen worden, dus, dat deze opvoeding in den Nederlandschen Ar beidsdienst op Nederlandschen bodem en ^nder de opwekking van de Nederland- volksliederen geschiedt, is duide- lijkTDit leidt ook tot C? Volks-Neder- landsche opvoeding. Te betoogen, dat de Arbeidsdienst in dit opzicht Neder- landsch moet zijn ia overbodig, want dit resultaat van opvoeding tot het volksche bewustzijn, is overeenkomstig het wezen van den Arbeidsdienst. geenszins mag gezegd worden, dat wij de\beteekenis van de opvoeding over het hoofd zien. Van essentieel belang voor de opvoeding is de drager ervan. HET ONDERWIJS En het ziet er in Nederland op dit ge bied treurig uit, wanneer wij zien, dat er 6000 kweekeiingen zijn, die geen werk hebben of onder de meest beschamende omstandigheden moeten werken. Om hierin verbetering te brengen en tegelij kertijd bet onderwijs te verbeteren, ben ik het iji^t den secretaris-generaal van het Departement van Onderwijs* eens geworden over een maatregel, welke voor het Nederlandsche Volk van nut zal zijn. Het lag geenszins in onze bedoeling, in breuk te maken op een gebruik, dat krachtens de ontwikkeling van land en volk als ^een groot belang beschouwd Wordt. Wij hebben ons derhalve niet ge mengd in het onderwijs door ordegeeste lijken op andere dan kloosterscholen. Op grond van de overweging echter, dat deze mannen volgens hun gelofte in armoede willen leven en dat derhalve een deel van de middelen, welke de Staat voor de leer. krachten beschikbaar heeft gesteld, in het geheel niet aan deze onderwijzers ten goede kpqgt, hebben wij een passende salarisbeperking ingevoerd, om met de aldus bespaarde gelden kweekelingen aan te stellen. Het resultaat' zal eenerzijds zijn een ip ten si veering van het onderwijs door uibrekling van het aantal school klassen, anderzijds zal aan duizenden jonge mannen de mogelijkheid worden geboden, een gezin te stichten. Vap dezen maatregel zal dus het Nederlandsche Volk zoowel in nationaal als in sociaal opzicht voordeel orvdervincj^n. Een uniforme spelling Ook aan Ket taalonderwijs zal bijzon dere aandacht worden geschoi$c«n wel in de eerste plaats aan het onderwijs in de Nederlandsche taal,, waórbij het naar ik hoor van bijzonder belang is, eindelijk eerts een uniforme spelling tot éngen. Wanneer op deze wijze Nederlandsche kinderen te erwijs in de Nederlandsche taal, t in alle cultuurschatten van dezen boende gewaarborgd is, kan eraan gedacht worden, hah het onderwijs in het Duitsch de aandacht te schenken, welke deze taal, als de toekomstige voertaal althai^ in bet gebied der Germaansche gemeÖ^haPï toekomt. Want het is dul- delijM&a&'pe voertaal in dit gebied zich zal ffehten naar het Duitsch sprekende volk van G5 millioen zielen, aangezien fiet op één nd sterkste lid dezer gemeen schap. de Nederlanders, nog slechts 9 millioen zielen telt. De kennis van de Duitsche taal zal daarom één der voor waarden zijn voor de bewegingsvrijheid, om te beginnen in het Germaansche ge bied, daarenboven echteis in Europa en waarschijnlijk in niet onaanzienlijke mate In de geheele wereld. De kennis van deze taal mag echter niet een voorrecht zijn van. de Hoogere Scholen en zoodoende slechts van enkele welgestelde klassen. De kennié van de Duitsche taal zai den Nederlander slechts ten voordeele strek ken Zij zal en mag hem niets van zijn ware Nederlandscb'è wezen ontnemap In dit yerband zou ik In het ajgepeen iets kónnem zeggen over het veelvuldige beroep dat gedaan wordt oo het Neder landsche wezen. Dat wij Mpor de werke lijk Nederlandsche waarden begrip heb ben, blijkt wel uit Hetgeen ik in den aan-' van gezegd heb en uit de erkenning van v r t f- nwwKwwn oio kolonisatoren, op scheep,- en wa'er- bouwkundig ««bied, op hot terrein van land- en tuinbouw en uit de bijlandere waardeering van 4e Hedarlandadte hotel en wetenodteppeüjke verrichtingen. Wet echter verder als bijzonder Nedertendaefa bestempeld wordt, komt mij voor alt het reeds eveneens genoemde vasthouden aan de Nederlandsche Idylle, die wij daarom niet ZOO 'hoog kunnen nenaiaao. omdat zij tenslotte een volk onbekwaam maakt 22 O" °m het beoteen hetgeen reeda to tijden van Idle botsingen dar leenstellingen tot uiting gek oenen tel Ik hoop, dat het Nederlandsche VoGt met dezen, bijzonderen Ncderlandacben aard «'«f'Me ervaringen opdoet die wte Oostmarkers eens hebben opgedaan met het z* Vaderlandsche front, dat .pen samenraapsel was van alle mogelijke richtingen, alleen niet van volknh be wuste overtuigingen, uitsluitend me* bet doel zich door alle mogelijke internatio nalism en tegen een ware volkatbe ver nieuwing te beschermen. v Niets vergaten, niets geteerd Wat zou dan de voorwaarde sijn voor het vasthouden san zulk een toestand. Toch niets anders dan een overwinning van Engeland, doch ook die zoo thans niet meer voldoende zijn De wereld situatie van September 1939 komt aiet meer terug. Ook een overwinning van Engeland zou niet tot den vroegeren evenwichtstoestand leiden, doch Integen deel tot den chaoa^ Engeland heeft bo ven de gewoonte, zijn verplichtingen te voldoen met de saldi en schatten vaa anderen, bij voorkeur van' rijn bondge- nooten. Wanneer er thans nog iemand la Nederland ik die zich de detuiiteve ne derlaag van Engeland niet kan voorstel len, dan houdt dit verband met het on gewone van de voor de Nederlander^ nieuwe gebeurtenissen en denkbeelden. Wanneer echter nog iemand in een over winning van Engeland selooM naar analogie van 1918, dan kan men slechts zeggen: „Niets vergeten en rek meu ge leerd!" Overigens is het precies dezelfde geestelijke houding, die- wij in Engemnd zelf zien. Het is werkelijk primitief en een- tohlg zooals de Engelscbe z.g, staatslie den en legerleiders, die een gezegenden ouderdom bereikt hebben, de ontwikke ling van den wereldoorlog trachten na te bootsen. Toen ging het met de blok kade, tenminste zij geloofden dat. Nu dachten zij, dat het weer zoo sou gaan en dat zij achter de Maginot-linie een „opwindenden" oorlog zouden be leven. Tóen ging het met de ontbind inga- propaganda onder het Duitsche Volk. Thans laten zij precies dezelfde oude walsen spelen, zoodat men hoogstens met een meewarig lachje dergelijken onzin moet constateeren. In de eerste plaats kwam toen echter de militaire stoot via den Balkan. Ditmaal moest precies het zelfde herhaald worden. Thans moet eigenlijk een objectief waarnemer door het mislukken van al deze pogingen de ware toestand eindelijk duidelijk worden. Waar moet dan na de overweldigende overwinningen In het begin van den vorigerf zomer nog een Engelsch leger op bet continent vastfn voet krijgen Ik kan u niet zeggen hoe sterk de Duitsche Weermacht is. Den volle* omvang ken ik zelf niet, doch dat, wat Ik ken, is vol doende. Wat menschelijkerwijze berekend kan worden en zich waar ook in Europa zou kunnen voordoen, wordt uitgescha keld. Daarbij komt, dat de Engelschen toch geenszins zulk een sterk volk zijn Hun aantal is Immers nauwelijks de helft van dat van het Duitsche volk en boven dien moeten zij nog al hun toevoerwegen over zee openhouden, wai hun, zooala men weet, niet meer gelukt Zij moeten vooral echter vele schepen bemannen, die hun zoowel levensmiddelen als grondstof fen, als ook wapens moeten brengen. Waar vandaan willen zij dan nog de man nen halen, om tegen het miliioenenieger van het Duitsche volk 85 millioen zielen in het veld te brengen 1 De zinneloosheid van de voorstelling, dat een volk, dat in aantal slechts een fractie is van het Duitsche volk, zou kunnen landen en nog de Duitsche Weermacht overwinnen, ia duidelijk. Wat overigens het landen be treft, bgeft de Fiihrer zich bergid ver klaard den Engelschen ieder gewenscht gebied ter beschikking te stellen. Ik ge loof, dat er ook in Nederland eenige dweeperk zijn, die, naar zulk een landing verlangen. Daarover kan naar de woor den van den Fiihrer verwezen worden. Wanneer dan echter in den tegenaanval het Engelsche leger vernietigd wordt, kan zulk een dweeper zich eens voorstel len wat van Nederland en van het Neder landsche volk met zijn 260 zielen per km 2 nog over zou blijven. Ja maar de luchtvlootWat dit betreft, moet ik, vra gen consequent te zijn. Degenen, die ojp de luchtvloot rekenen, zijn juist dezelf den, die meenen, dat de aanvallen van de Duitsche luchtvloot op Engeland niet een overeenkomstige uitwerking hebben. Hoe kan de Engelsche luchtvloot met de veel langere afstanden, die zij op weg naar de in Duitschland en over ball Europa verspreide doelen over het con tinent moet afleggen, succes hebben? EM wat de weerstandskracht van het Dult- che volk betreft, kan ik de wereld ge ruststellen. Deze weerstandskracht te thank ontzaggelijk ei. de vastberadenheid vreeselijk Eerder zal geheel Europa in een pulnboop„ver anderèn, voor Duitschland den strijd opgeeft Ik weet niet of het voor een bewoner van de bezette gebieden doelmatig is een dergelijke op voering van den strijd te wenschen, want, naar tijdsorde gerekend zullen reker eerst de bezette gebieden ln puin gelegd worden, voordat een vijand Duitschland bereikt En wanneer men zulk een dwee- Der vraagt hoe het wonder moet geschie den, dan rekenf h« in de laatste plaats met de wapenleveranties der Vereenigde Staten. Dit beeft zijn goede redenen. In de eerste plaats zijn de wapens niet ln Engeland, dus ze zijn er niet DesSrapens zijn nog niet eens in de Vra- eenigde Staten. Zij zijn er dus ln het ge heel niet Ja, de wapenfabrieken en de grondstoffen voor het vervaardigen van deze wapens zijn er nog niet eens Eers. moeten de eleetrische Centrales gebouwd worden om met behulp hiervan de grond- stoffen voor de vliegtuigen te verkrfigen. De wapens zijn dus absoluut in het geh««l niet aanwezig. Het is moeilijk een zin te vopmen óm dit niet-aanwezig-zHn uit te drukken. In 1941 rekent men ook h» Engeland niet meer op eenigerlei mCTit- bare hulp. En wanneer eenmaal defabri- cage langzaam op gang komt ae Turner Is de eerste deskundige op het gebied van bewapening, en kan weten hoe lang zulk een op gang komen duurt wanneer dus in langzaam tempo wapens ter beschik king komen en vervolgens vervoerd moe ten worden, dan moeten zij eerst door de duikboot- en .luchtversperring breken waarvan onlangs een Amerlkaarrsehe des kundige, n.l een admlrgél. verklaarde, dat in den afgeloopeh tijd een kwart van alle wapens zich aan boord bevond van sclte- pen. die getorpedeerd zjjn Een schiyech- ter, dat getorpedeerd wordt, onderlat en niet aankomt, brengt ook gtjnr^raP"» naar Engeland Dit alles geschfWde in eer. periode Waarin om zoo te zeggen de dntt- bootoerlog met zeer krachten werd uitgeoefend. Wanneer ech ter toch Amerikaansche wapen» naar Europa zouden komen, dan zal dit evtei Wel weer een derden partner van net Driemorendhedennact rust en vo schenken.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 5