tóf:'; NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN De ordeningsplannen op kunstgebied verordening inzake het bedrijfsleven V 1 v -ikO V t A -* 2oh Ch> titaan Ag 14 Maart 1941 I -*• 'i Rijkscommissaris kan bewindvoerders aanstellen Mogelijkheid van verbod tot voortzetting van eenigerlei bedrijfsuitoefening wijzigingverkoop, r enz. met terug- kende kracht tot 9 Hei 1941 goedkeuring vereischt. HET ROOKEN WORDT DUURDER. Verhooging gaat 1 April in. „Hat is geenszins de bedoeling de kunst onder een soort van dictatuur te stellen", aldus de heer Éd. Gerdes Strijd tegen de „Kitach" in den kuntrthandal Er zal niet zoo diep behoeven te worden ingegrepen als destijds in Duitschland Rede van den Rijkscommissaris 4 s ',.v X U 4 -v. 1 i LIVERPOOL ZWAAR GETROFFEN. Vernielingen over treffen die van Co ventry. Alumi- niumindustrie ge- deelteljjk lam ge- I legd. OUDSCHE COIJ BANT Jaaigang, No. 20578 Postgiro 4 Mark? 11. Bur. Mark? Si. T«L 2748 Directeur t. Tl ET ER A footh reeds gemeld, is giste rei) een eerordening betreffe ver een verordening betreffende ing van het bedrijfsleven. el X. Dttrin wordt het volgends bbpaald: 1) Het oprichten van een onder- -« welke onder de bepalingen van «ordening no. 189/1940 betreffen- bet aangeven van ondernemingen (onderneming, welke aangegeven te worden. 0 Hot aanbrengen van verande- in een bestaande onderneming, die onderneming komt te onder de verplichting tot aan- 8 Het verzoek om goedkeuring moet ingediend, door hein, die het ten der onderneming of het Tigen der verandering beoogt. Artikel 2. (1) Goedkeuring is vereischt voor: 1). Hbt vervreemden, verhuren, ten, liquideeren of stilleggen «en onderneming, welke aange- (Hent te worden, of van een Tte eener zoodanige onderneming. 1), Het vestigen van een. recht van Mgebruik op een onderneming, s aangegeven dient te worden, of ten gedeelte daarvan. 1), Het aanbrengen van veranderin- in gen onderneming, welke aap ten dient te worden, waardoor de en, waarop de verplichting tot berust, wegvallen. 8, Bet aangaan van de verplich- tot het verrichten van een be- rcchtshandeling van de onder «tot en met 3 bedoelde soort; ftïdt goedkeuring verleend tot het van een zoodanige verplich- dan heeft die goedkeuring mede ':mg op het ten uitvoer leggen» verplichting. (1) Het verzoek om goedkeuring worden ingediend door hem, die weeeenkomst, waarvoor de goed- vereischt is, te sluiten of den egel, waarvoor goedkeuring ver- t is te verrichten beoogt. Artikel 3. ïiatregelen van de in de artikelen ei 2 bedoelde soort, welke reeds ge- "en zijn in den tijd tusschen 9 Mei en den dag varf het in werking en dezer verordenign, dienen teraf goedgekeurd te worden. Irtjkel 4. kbbruik van formeele of materieele tivoorschriften van burgerlijk t kan niet tot gevolg hebben, dat, verplichting tot het verkrijgen van -curing "ontdoken wordt Attikel 5. "evoegtf tot het verleenen der eurmg is de Rijkscommissaris het bezette Nederlandsche gebied issaris-generaal voor Financiën Economische Zaken). Artikel 6. De goedkeuring moet worden gevraagd. In de in de artikelen 1 en 2 «1de gevallen vóór het treffen der v bedoelde maatregelen. 'J. In de in artikel 3 bedoelde ge- binnen een maand na het in »'bg treden dezer verordening. Wordt de goedkeuring geheel of deele geweigerd, dan bepaalt de i-.nmissaris voor het bezette Ne- dsche gebied (coiBmissaris-gene- voor Finanoiën en Economische of en op welke wijze de ge- maatregelen ongedaan dienen terden gemaakt, dan wel of zij -tsgeldigheid missen. Daarbij kan biedend beslissen omtrent de daar- ontstaande rechtsverhoudingen; ige beslissingen zijn ook bin- voor organen der rechterlijke en tide macht. AANSTELLING VAN BEWINDVOERDERS ktikel 7. (1) De Rijkscommissaris voor B«t bezette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor Finan- •ten en Economische Zaken) kan in "•dernemingen, welke aangegeven •tenen te worden, bewindvoerders «•natellen. - De onderneming draagt de der bevind voering. -l 8. Voor zoover bjj de aanstelling van den bewindvoerder niet andere wordt bepaald, ft 'de bewindvoerder bevoegd tot het verrichten, zoo in als buiten rechte, van alle rechtshandelin gen en anderezins, welke de bedrijfs voering der onderneming met zich brengt. Tijdens den duur van de be windvoering kan geen voogd, curator of eenig ander beheerder worden be noemd, voor zoover zulks de onder neming aangaat. ingevoerde verhooging van den ta- Tijdens den duur van de bewind-»' (baksaccijns op sigaretten met 10 op- /ihfrtpri van» nnninn iinnrnU vnnilnA «4a annSina Art voering worden de bevoegdheden vap den eigenaar, van de bestuurders of van de overigens tot vertegenwoordi ging af bestuur bevoegde personen opgeschort. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van alle organen. Deze bevoegdheden oefent de bewindvoer der uit. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (com missaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken) kan evenwel be palen, dat de bevoegdheden der orga nen geheel of gedeeltelijk door deze blijven worden uitgeoefend. (2) De aanstelling van den be windvoerder in een onderneming, welke in het handelsregister is* inge schreven, wordt ambtshalve en vrij van kosten in het handelsregister' inge schreven. Artikel 9. (1) De bewindvoerder heeft bij de uitoefening van zijn functie de zorg vuldigheid van een goed bewindvoer der in acht te nemen. (2) De bewindvoerder staat onder toezicht van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken) en is voor zijn handelingen jegens dezen alleen ver antwoording verschuldigd. Artikel 10. De bewindvoerder heeft reeht op teruggave van zijn werkelijk 5 onkosten en op een redelijke vergoeding voor zijn bemoeiingen. Het bedrag wordt door den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsceh gebied (com missaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken) vastgesteld. Artikel 11. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris- generaal voor Financiën en Economi sche Zaken) kan te allen tijde de be windvoering doen beëindigen en de aanstelling van den bewindvoerder in trekken. Is de onderneming in het handelsregister ingeschreven, dan moet de intrekking van de aanstelling vrij van kosten in het handelsregister worden ingeschreven. VERBOD VAN BEDRIJFS UITOEFENING. Artikel 12.- De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied ^commissaris- generaal voor Financiën en Economi sche Zaken) kan het voortzetten van eenigerlei bedrijfsuitoefening van een onderneming, welke aangëgeven moet worden, verbieden. Hij kan bepalen, dat zoodanige ondernemingen vóór een door hem te bepalen tijdstip geliqui- SIGAAR VAN EEN DUBBELTJE KOST VOORTAAN 12 CENT. In het Verordeningenblad is opge nomen een besluit van den .secretaris- feneraal van het departement van 'inanciën betreffende verhooging van den tabaksaccijns. Deze ver'hoogin'g treedt in werking met ingang van 1 April 1941. Hierbij wordt de bij besluit van genoemden secretaris-generaal met ingang van 15 September 1940, inge voerde verhooging van den accijns ten aanzien van sigaren, rook- en pruim tabak en snuif overgenomen in art 5 van de Tabakswet. De toen eveneens centen vervalt, zoodat de accijns op sigaretten wederom op 50 van den kleinhandelsprijs wordt Rebracht, zoo als ook reeds in de Tabakswet ia be paald. De thans ingevoerde verhooging betreft de heffing van 100 opcenten op den tabaksaccijns voor alle ge noemde artikelen. deze verhooging beteekent kan eenige voorbeelden blijken. Voor een sigaar, welke voor 10 cent wordt verkocht, bedraagt de accijns thans 20 ten honderd of 2 Cpnt, welke accijns in den prijs van 10 cent is inbegrepen. Met in gang van 1 April zullen op de accijns van 2 cent 100 opcenten worden geheven of wel een bedrag van eveneens 2 cent, zoodat de verkoopprijs van deze sigaar dan zal bedragen 10 -f 2 cent 12 cent. In den prijs vin een sigaret van 1 cent is een accijns van V, cent begrepen. Op deze Vz cent komen 100 opcenten of eveneens cent, zoodat een sigaret van 1 cent voortaan 1 4- cent zal kosten. Een doosje van 20 sigaretten, waarop staat vermeld 20 cent opc. 1 cent zal derhalve 30 cent gaan kosten enz. Voor rook- en pruimtabak be draagt de accijns 30 van den kleinhandelsprijs. Kost een pak tabak thans 20 cent, dan is dus de accijns 6 cent. Daarop komen 100 opcenten of eveneens 8 cent, zoodat de prijs van dit pak tabak op 26 cent zal komen deerd of tot een zoodanig tijdstip stil gelegd moeten worden. Artikel 13. Aan een goedkeuring ot aan een be schikking, waarbij een gevraagde goedkeuring geheel of ten deele wordt geweigerd, kunnen voorwaarden en verplichtingen worden verbonden. Artikel 14. (1) Op de procedure krachtens deze verordening kan een recht worden ge heven. (2) De behandeling van een ver zoek kan van de geheele of gedeelte lijke vooruitbetaling van het recht afhankelijk worden gemaakt. Voorts bevat de verordening straf bepalingen. Een V. P. B.-redacteur had een onderhoud met het hoofd van de pfd. Bouwkunst. Beeldende Kunst en Kunstnijverheid van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, den heer Ed. Gerdes. Deze zeide o.a.: „Het is noodig, dat men goed be grijpt, dat het geenszins de bedoeling is, de kunst onder een soort van dic tatuur te brengen. Integendeel; de kunst is levend en dynamisch en kan niet bepaald worden door verordenin gen. Maar wij willen alles, wat de cultuur voortbrengt, onder het bereik van ons volk brengén en daartoe is het noodig, dat wij op sommige punten ingrijpen" „De bekende kunstenaarsvereenigin- gen", zoo vervolgde de heer Gerdes, „hebben in deze aangelegenheid hun best gedaan en het was tenslotte niet hun schuld, dat de taak hun vooral door gebrek aan inzicht en medewer king van hoogerhand, boven het hoofd groeide Met haar ervaring zullen wij dan ook gaarne ons voordeel doen. De secretaris-generaal is gaarne tot sa menwerking met de kunstenaars organisaties bereid en dit blijkt wel uit het feit, dat hij zictt ,töt de Neder landsche Federatie en de Stedelijke Federatie heeft gewend, met de uit- noodiging tot gemeenschappelijk over leg in het Stedelijk Museum te Am sterdam op 22 Maart aanstaande." De organisaties. Wie zich de laatste jaren ernstig met de vraagstukken der Nederlandsche kunsten en kunstenaars heeft bezig gehouden, dveet, dat er vooral onder de jongere generatie een tamelijk hevige verwarring en stuurloosheid waar te nemen valt. „Dit verschijnsel", aldus de heer Gerdes, „is ten deele toe te schrijven aan de tijdsomstandigheden, maar vooral aan het gebrek aan hechte or ganisatie en daarmede tevens,aan de verderfelijke invloeden van het in onzen idividualistischen volksaard veel te ver doorgevreten dilettantisme. Oorspronkelijk kenden wü ii» ons land een betrekkelijk klein aantal lande lijke. gewestelijke en plaatselijke kun- stenaarsvereenigingen, als bijvoorbeeld Arti, Pulchri, St. Lucas en den Kring van Beeldhouwers. De opkomst van scholen met zeer groote prductiviteiC om een voorbeeld te noemen: het impressionisme was oorzaak, dat er een overschot aan kunstwerken, ontstond, dat geen gelegenheid voor expositie kreeg. Het gevolg waren weer nieuwe kunstenaarsvereenigingen; de vorming van kliekjes en coterietjes werd steeds erger." „Langs welke wegen denkt U orde te brengen in deen chaotischen toe stand?" „In de eerste plaats door samen werking met de bestaande kunste naarsvereenigingen. Ook daar heeft men de noodzakelijkheid van samen bundeling en beperking van het i O S S£v 1 i» j p* **3* r i Mn. I. i - i Dr Seyss-lnquart tijdens zijn cede in Ci Concertgebouw te Amsterdam. (Stavf) dilettantisme al jaren lang gevoeld, wat ons versterkt in de meening aat ons streven een'gezond streven is. De moeilijkheid, waarvoor bijvoorbeeld de landelijke Nederlandsche Federatie en de Stedelijke Federatie te Amster dam zich geplaatst zagen, was, dat verschillende vooraanstaande figuren uit de kunstenaarswereld geen lust toonden om in deze organisaties op den voorgrond te treden en het goede werk van de bestuurders te steunen, omdat de Federaties geen enkele rechtsbevoegdheid hadden en zich ten slotte toch moesten schikken in het ambtenaarlüke oordeel van het depar tement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat lang niet altijd uitblonk door deskundigheid. Organisatie streeksgewijs. Het ligt nu in onze bedoeling dis tricten in te stellen, niet volgens de provicié», doch volgens de landstreken, dus volgens volksch principe Deze districten vormen tezamen het gilde, terwijl het Gilde der Beeldende Kun sten met de Gilden der Letterkunde, Tooneel (Dans) en Muziek deel uit maken van de Kunstkamer. In deze gilden hebben de kunstenaars zelf de zeggenschap. De kunstenaar moet zich geborgen gevoelen in zijn eigen volk. Hij valt onder de staatszorg in den uitgebreid- sten zin van het woord. Er moet voor hem gezorgd worden, wanneer hij door ongeval of ziekte niet meer In staat is, zijn kunst te beoefenen en bij het bereiken 'van een bepaalden leeftijd moet bij aanspraak kunnen maken op staatspensioen. „Kitsch"-stroom moet afgedamd. In de tweede plaats zullen wij trach ten orde te scheppen in den kunst handel. De kunsthandelaars zullen trouwens óók in de Kunstkamer ge organiseerd worden. Maar er moet in elk geval en tot iederen prijs een einde komen aan den verschrikkelijken stroom van „Kitsch"-producten, waar in wij nu al sinds jaar en dag mét afgrijzen rond zwèmmen. Het is lang zamerhand zoo ver gekomen, dat een groot deel van het publiek, waar het bijvoorbeeld de voortbrengselen der kunstnijverheid betreft, de voorkeur schijnt te geven aan typische, kwasi- moderne kitsch-producten, boven wer kelijk kunstzinnig waardevolle voor werpen, welke heusch niet of althans zeer weinig duurder behoeven te zijn. Inmiddels valt uit deze voorkeur van het publiek voor allerlei prullaria helaas af te leiden, dat onze smaak reeds aardig op weg is, bedorven te worden. Hetzelfde geldt y,oor den schilderijenhandel. Er zijn op het oogenblk heele ateliers in ons land, waar men pastels en schilderijen aan den loopenden band vervaardigt, die tegen belachelijk lagen prijs geprodu ceerd en verkocht worden. Deze kitsch-handel, die tenge volge heeft, dat er tonnen gelds verloren gaan, èn voor de kunst op wier kosten deze handel ten slotte floreert, én voor het publiek, dat geen waar maar rommel voor.zijn geld krijgt, moet uit zijn. Desnoods door een verkoopverbod. De Kunst kamer zal in de toekomst een se- sectie dienen toe te passen op die kunstenaars wier werk verhandeld mag woj-den, zoodat een kooper zeker is van de waarde van het verworven kunstbezit" De amateurs. „Bestaat er geen gevaar, dat de amateur bij deze ingrijpende regelingen in de verdrukking komt?" „Dat is zeker niet de bedoeling. Het staat allen amateurs natuurlijk vrij om te werken en zij zullen ook mogen exposeeren. Maar het moet niet meer zoo zijn, dat bijvoorbeeld een teeken- leeraar gelegenheid krijgt om beroeps schilders het brood uit den mond te stooten" „En Uw algemeene indruk is, dat dë kunstenaarsvereenigingen dit streven in breede lijnen wel zullen kunnen ondersteunen". „Ik weet uit ervaring, dat deze din gen ook reeds lang in de kunstenaars vereenigingen leefden en zoo zijn wij er toe gekomen om in de eerste plaats contact met hen te zoeken. Dit .wat betreft de schilders, beeldhouwers én kunstnijveraars. Op het gebied van de bouwkunde zullen wij weeg. tot heel andere maatregelen moeten komen. Deze .zijn op dit oOgenblik nog moei lijk ami te gpveh. Doch in elk geval zullen wq zorgen dat er yoldoende architecten komen, die zich et van be wust djn dat hun werk ook met de> In aanvulling op het iegerHkricht van gisteren verneeifit het D.N^j» be treffende den aanval op Liverpool het volgende: Gisternacht heeft Liverpool volgens een Londensch verslag „den zwaa iteu aanval sedert het begin van den oor log" te verduren gehad. Sedert Londen in de onmiddellijke gevarenzone van het Duitgphe lucht- wapen gekomen-is en deze reusachtige haven, waardoor ongeveer veertig pro cent van den totalen Britschen buiien- landschen handel ging, voor een zeer groot deel is uitgeschakeld, moeten de groote havens aan de Westkust, in de eerste plaats Liverpool en Glasgow, een groot gedeelte van het Londensche goederenverkeer overnemen. Zoo'gaat sei ert maanden de vorrnaamste toe voer van de Britsche oorlogsaanvoeien via Liverpool, waar de koelhuizen, voorraadschuren en silo's tot de u ter- ste grens van de capaciteit worden benut. De groote aanval werd door verscheidene honderden vliegtuigen uitgevoerd. Van veraf zichtbare branden woed den in de pakhuizen en ^graansilo's, terwijl de groote tankinstallaties die alleen in het havengebied een terrein van twaalf hectare beslaan, door zwarte rookwolken aan het oog ont trokken werden. De gedeeltelijke vernieling van de grootste Engelsche aluminiumfabriek Loehaber bij Fort Wililam vormt voor de Engelsche oorlogseconomie een bij- Zonder ernstig yerles. Deze aluminium fabriek vervaardigde alleen viervijfde" van de totale Engelsche aluminium- productie Daar de Engelsche oorlogs industrie bij de geweldige eischep, die aan haar vliegtuigfabrieken wordeiy gesteld, zestig tot tachtig procent vam haar behoeften uit hej> buitenland moet -mvóeren, heeft een "aanzienlijke ver nieling van deze groote fabriek tot gevolg, dat de Engelsche aluminium- industrie zelfs niet eens meer aan de opdrachten van de industrie voor het repareeren van beschadigde vliegtui gen kan voldoen. TALRIJKE BRANDEN. Het D.N.B. verneemt nader: Het zwaartepunt van den aanval lag ditmaal in het bijzonder op het stads deel Birkenhead, waar talrijke pakhui zen en g»-aansilo's alsmede stapel plaatsen voor de levensmiddelenvoor- ziening»van midden-Engêland gelegen, zijn. De silo's en graanpakhuizen wer den ernstig getroffen. Epn graansilo werd volkomen verwoest. Talrijke graanpakhuizen stonden in brand De vlak aan de Mersey gelegen slacht- en koelhuizen van de veehaven stonden eveneens in brand. Het Engelsche luchtdoelgeschut probeerde eerst door krachtig afweervuur de Duitsche vlie gers van hun doelen weg te houden. Na korten tijd echter werd het vuren verrassend zwak en werden de stralen der zoeklichten bijna in het geheel niet meer gezien. Hieruit kan geconclu deerd worden, dat ook de voornaam ste stellingen luchtdoelgeschut door de bommen van de Duitsche gevechts vliegtuigen getroffen werden. Op grond van verklaringen van vliegtuigbemanningen, die door het D.N.B. ontvangen zijn, staat vast, dat de vernielingen in Liverpool- die van Coventry nog overtreffen. omgeving als geheel moet harmoniee ren en dat er bijvoorbeeld niet in ver schillende gemeenten, als het uitbrei dingsplan eenmaal is goedgekeurd, binnen dat kader maar raak „gebouw- kunsteld" wordt." Tenslotte mpakte de heer Gerdes nog' de volgende opmerking: „Gelukkig zullen wij bij ons streven om de kunst binnen het bereik van het volk te brengen en den kunstenaar te beschermen, naar alle waarschijn lijkheid niet zoo diep hoeven in te grijpen, als bijvoorbeeld bij onze Oos terburen wel noodzakelijk was. De tijden, dat de kunst voor allerlei jongelieden een mooi excuus was om te lanterfanten en op andermans zak te teren, is voorbij, maar wij mogen tot onze vreugde vaststellen, dat onze kunst, op een enkele uitzondering na, nog niet het beeld van verwording toonde, dat in zoovele andere landen na den oorlog is ontstaan" Zon op 7.58, onder 19.42, Maan op 21.20, onder 8.21. Men ie verplicht te verdnis- toren van zonsondergang tot zonsopkomst Lantaarns w voertuigen moeten utuAa zonsondor- oka worden. nNMwnaMW gang ontstok

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 1