Matsoeoka 7 te Berlijn aangekomei Positieve overheidsbemoeiing mei het tooneel Donderdag 27 Maart 1941 NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Distributievan melk en cacao Tal van hooge Duitsche autoriteiten ter begroeting aanwezig 20H CU HlCtfUt Boodschap van den Japanschen minister aan hët Duitsche volk „Het dViemogendhedenpact het sterkste diplomatieke wapen, dat ooit geschapen is, aldus Matsoeoka Boodscpap van Matsoeoka aan het Duitsche volk. Verklaringen van Matsoeoka. Indruk in Japansche kringen. DE STRIJD* IN OOST-AFRIKA. Italianen strijden op verloren posten. ■•n Sen Volwassenen kri|genp^én melkkaart, personen tusschen 4 en 14 iaar twee ^nslkkaaHen en een cacaokaart en kinderen beneden 4 jaar vier melkkaarten en ben cacaokaart Belangwekkende mededeelingen op het departement van Volksvoorlichting en Kunsten Oprichting uan een of meer staatsgezelschappen „Er moet in ons vaderland eentooneel- traditie komen", aldus dr Goedewaagen 79e Jaargang, No. 20589 Postgiro' 48400 Bur. Harkt «1. TeL 2745 Y Directeur F. TIETER Mataoeoka is gisteravond met een ■pedalen trein voor lijn officieel beaoek in Berlijn aangekomen. Op het feestelijk versierde Amhalter Bahnhof werd hij door den rijks minister van Buitenlandsche Zaken, von Ribbentrop, hartelijk begroet. Do hierop volgende rit door de met talrijke vlaggen versierde stra ten der rijkshoofdstad vond plaats temidden van dichte rijen, gevormd .door tienduizenden Rerlijners, die den boogen Japanschen gast een seer hartelijke ontvangst bereid den, aldus het D.N.B. Ter begroeting waren behalve von Ribbentrop, o.a. nog verschenen: de chef van het opperbevel der weer macht, ganeraal-veldmaarschalk. Kei tel, d* rijksministers dr. F riek, dr, Goe- beto, Lammers, graal Schwerin von Krosigk, Ohnesbrgs. dr. Funk, dr. Todt, •rijkaorganisatielelder dr. Ley, rijks- leider dei S.S. Himlar, rykspefschef dr. Dietrich, stafchef Lutze, ryksar- beidsioider Hierl, de ambassadeurs Rit- ter en Ott, onderstaatssecretaris Woer- mann an de voorzitter van de Duitsch- Japansche vereeniging, admiraal Foer- ster. Bij het kasteel Bellevue werd dé hoog# gast namens den Fiihrer -door den chef van de Presidialkanzlei, staatsminister dr. Meissner, begroet. Hot D.N.B. meldt nader, dat nadat Matsoeoka in Bellevue was aangeko-' men de menschenmenigten naar den Wilhelmplatz voor do rijkskanselarij rtroomden waar zij den Führer hoopten te zien. Spreekkoren wisselden af mei geroep als „Wij danken onzen Führer" en „Wij willen onzen Führer zien". Plotseling trad toen de Führer op het balcon der rijkskanselarij om de geest driftige menigte te begroeten, welke bij zyn verschijnen in onbeschrijflijk gejubel losbarstte, dat zich voortplant te tot m de zijstraten, waaruit steeds nieuwe menschenmassa's naar den Wilhelmplatz stroomden. Matsoeoka heeft do volgende bood schap tot hei Duitsche volk gericht: „Nu het driemogenhedenverdrag een feit Is geworden, zal de Japanschc natie met u zijn in vreugde en leed. 2Sj gelooft onvoorwaardelijk aan de gioote persoonlijkheid van den Führer. en de uitnemende eigenschappen van het Duitsche volk. Zij zal niet bij u achterblijven in trouw, moed en vast beradenheid om de wereld op grond var een nieuwe orde op te richten. Wij moeten in de toekomst en niet in het verleden leven. Laat ons voorwaarts en niet achterwaarts blikken. Het ideaal, dat het Japansche volk bovenal dier baar is. wordt belichaamd in „Ilakko Ichioe", d,e harmonische wereldgemeen schap met plaats voor alle volken ter verwezenlijking van hun wenschen en Vervulling van hun roeping een Ideaal, dat aan het Japansche vo'k sinds onheuglijke tijden als erfdeel vermaakt is en waarop het fundament va nhet keizerrijk rust. Dit ideaal komt in de preambule van het driemogend- hedenverdrag duidelijk tot uitdruk king, ja het is in feite de grondslag van het pact. Ons volk vertrouwt er op, dat ook het Duitsche volk den geest en het doel van hot driemogendheden- pact trouw blijft. Ik behoef hieraan nauwelijks toe te vroegen, dat de har- ton van ons volk voor de Duitsche Batie kloppen ln den gigantischen strijd, die thans wordt gevoerd. Het bidt, jetot de kracht en de moed ven je dappere Duitsche natie tot een spoe dige zege ven haar zaak moge leider. Ik kom op uitnood!ging van de Duit- fbe en d« Italiaansche regeering en hoop door mijn verblijf in de bride ■««den te toeren en dearuit voordeel to trekken, zoodat bet mij vergund ia •og meer bij te dragen tot de nauwere temen werking tusscben de verbonden naties." S» Matgóeoka heeft in een interview met een specialen verslaggever van de Popoio di Roma gedurfde zijn reis van .de Russische grens war Ber lijn ó.m. het volgende verklaard: Een nieuw oponthoud in Moskou tijdens mijn terugreis staat niet op het program. Dat wil echter niet zeggen, dat het niet toch zou kunnen geschie den. Op de vraag, of zijn reis ten doel heeft een versterking van het drie- mogendhedenpact tot stand te brengen en nieuwe pacten of nieuwe protocol len te sluiten, antwoordde Matsoeoka, dat het driemogendhedenpact het sterkste diplomatieke wapen is, dat ooit is geschapen en dat, zooals het geval is hij de meest volmaakte wa pens, ook bjj dit pact geen aanvullende protocollen e.d. passen. Ik begeef,mij naar Berlijn, aldus Matsoeoka en naar Rome om de chefs teleeren kennen van de mogendheden, die strijden in onzen eigen veldslag, wier volken zich evenals het onze in de noodzakelijk heid bevinden hun toekomst te ver zekeren, om hen persoonlijk te leeren kennen, want een t>bk en een woord, persoonlijk uitgewisseld, zijn itieer waard dan honderd woorden. Ik heb gélezen, dat de -Amerikaansche dag bladen, op het oogenblik, dat ik uit Tokio vertrok, een bijzonder belang hebben willen hechten aan mijn ver trek. Dat komt, omdat Japan een vre despolitiek voert, maar wanneer de "er. Staten- dit anders zouden uitleg- in, zou Japan zelf niet anders kunnen andelen. Japan is een groote gewapen- mogendheid en is bereid zyn poli ce doelstellingen te verdedigen, er op gewezen te hebben, dat Italië efi Duitschland tei; doel hebben, b, nieuwe orde in Europa in het lever, rbepen, herinnerde Matsoeoka er aan, dat hij zeer verheugd ts weer een» naar Italië te komen en Rome weer eens te zien, evenals Mussolini die hi) jefeft leeren kennen in Februari 1933, hij een onderhoud had met den ,ydat meer dan een uur duurde Tijdens een bezoek, dat hij bij die ge legenheid bracht aan den zetel der fascistische party werd hem het eere insigne van de party overhandigd. Ik heb het recht, aldus Matsoeoka, dit insigne te dragen, juist zooals gij, en ik kan' verklaren, dat ik een oude fascist ben. De Japansche minister herinnerde er vervolgens aan, dat,hij in Sjanghai ook gtaaf Ciano had leeren kennen. ïn een volgend persgesprek ver klaarde Matsoeoka betreffende de rede voering van Roosevelt: Ik heb niet" ge luisterd naar de rede van Roosevelt, want ik was op reis, toen de rede weTd uitgesproken. Volgens hetgeen myn Duitsche vrienden vertellen, zou hij het driemogendhedenverdrag hebben gedefinieerd als „een geniaal'en dia bolisch pact". Stellig il het geniaal in dien zin, dat het den oorlog wil beperken en een nieuw tijdperk van vrede ter wereld wil vestigen. En stellig is het diabo lisch, want wanneer Roosevelt wil deel nemen aan de vijandelijkheden, zou dit pact den, huidigen oorlog tot een wereldoorlog maken.Maar wanneer Roosevelt niet aan den oorlog wil gaan deelnemen, dan moet hij oVer het pact niet spreken als over een diabolisch pact. De positie van Japan blijft dus aange- gëven volgens de Clausules van het driemogendhedenpact: Wat er ook moge gebeuren, Japan zal zyn bond- genóotschapsverbinten-issen met de spil- mogendheden handhaven. De hartelijke ontvangst, die Matsoeo ka bij zijn aankomst te Berlyn ten deel is gevallen,- heeft op de geheele Japansche openbare meening een die pen indruk gemaakt, seint het DJÏ.B. uit Tokio,. Ih Japansche politieke krin gen verklaart men, dat de geestdrif tige ontvangst van Matsoeoka in Ber lyn niets slechts een zuiver uiterlijk teeken vormt, maar 4at dit feit de diepe verbondenheid van het Duitsche volk met Jiét Japansche op indruk wekkende wyze documenteert In deze dagen wordt te Berlijn en Rome, merkt men in Japansche krinj ondubbelzinnig de vastbesloten en delijfee politiek van de in het mogendhedenpact verbonden staten ge demonstreerd. Ook 4e Japansche och tendbladen staan volkomen in het teeken van de aankomst van den minis ter in de Duitsche hoofdstad. De Tokio Asahi Sjimboen spreekt in een opschrift over een unieke ontvangst. Dl GEVECHTEN OM CHEREN- De Frankfurter Zeitung wydt in een beschouwing uit Rome aandacht aan den dapperen tegenstand van de Italiaansche. .soldaten in het bijna1 omsingelde Cheren. tlier, even ais aan de talryke fronten, die steeds ïauwer het Afrikaansche imperium dichtsnoeren, wordt op Verloren posten gestreden. Want juit de laatste rede van Mussolini weet men, dat er geen hoop meer op ravitaüleering óf toe'voér van hulptroepen bestaat voor de Ita'iaan- sche en inheemsche soldaten, die rond om Cheren, in het gebied van Gondar, in Noord-West-Abessinië, in, de on veilige gebieden aan de grfens van Kenya met hun onrustige bevolking, by Harrar en op andere punten den Engelschen met hun Afrikaansche en Aziatisclvé hulptroepen aanzienlyke verliezen toebrengen, hun optnarsch vertragen en hun strydkrachten vast houden. In het middelpunt van de Italiaan-' sche belangstelling staat op het oogen blik Cheren. In de weermaentsbench- ten is, nadat thans meer dan ander halve maand om deze plaats werd ge streden, herhaaldelijk over den om vang der operaties rondom Cheren ge sproken, Engelschë aanvallen werden bloedig afgeslagen en door tegenaan vallen werd verhinderd, dat de omsin geling werd voltooid. De frontaanvallen van de uit Baren- toe en Agordat opmarcheerende Engel- sche troep- lóopen .blijkbaar vast op de gunstige stellingen, die de Italianen ooral op de westelijke hellingen, die de vesting Ch'eren beheerschen, hebben ingenomen. Daarom opereeren de En gelschen ook van het Oosten uit, Mochten de overmacht en de druk van de Engelschen aan alle kanten te sterk vorden, zoodat de weg naar Massoea aan de kust van de Roode Zee niet langer versperd kan worden, dan blijft nog altijd dé mogelijkheid om op het zuidelijker gelegen plateau in de rich ting van Asmara, dat met'zijn 2400 m. nog 1200 meter hooger ligt dan Cheren, nifuwe stellingen te betrekken. De Italianen zyn vast besloten, den tegenstanders, .die dóór hun verbindin gen steeds opnieuw versterkt kunnen worden, het grootst mogelyke verzet te lieden. De Kölnische Ztg. schrijft: Behalve in het gebied rondom Che ren concentreert zich het Italiaansche Naar wij vernemen tullen Éistributiediensten in de verschillende gemeen ten ln de periode, aanvangende begin volgende week tot uiterlijk lt April over gaan tot de uitreiking van melkkaarten en eacaokaarten 'ter voorbereiding van de distributie van deie artikelen. De melkkaart bestaat uit 40 bonnen, genummerd 11 tot en met 59, terwijl de cacaokaart 4 bonnen bevat, met als opschrift „een-rantsoen 1ste periode" ent. Wat de aantallen der uit te reiken kaarten betreft, kan het volgende worden medegedeeld. Zij, die op 1 April 1M1 den leeftijd van 14 jaar of onder bereikt hebben, ont vangen uitsluitend één melkkaart. Zij, die op 1 April den leeftijd van 4 jaar bebben bereikt, doch nog niet 14<jaar ond zijn, ontvangen twee melkkaarten en één cacaokaart. Voor kinderen beneden 4 jaar worden 4 melkkaarten en ~^én cacaokaart uit gereikt. Omtrent den datum van inwerkingtreding van de distributie van deze artike len of over de te verstrekken hoeveelheden kannen in dit 'stadium nog geen mededeelingen worden gedaan. verzet tegen de Britsche legers op het oogenblik ten Noord-Oosten van Dzjid- -jiga in Abessinië. Door Dzjidzjiga te bezetten kunnen de troepen van generaal Cunningham hans'de uit Britsch-Somaliland opruk kende Engelsche koloniale troepen den weg banen, doch deze staan thans voor, hun moeilijkste taak. Op den weg naar Harrar moeten de van het Zuiden naar het Noorden op rukkende Britsche troepen namelyk een van de moeilijkste passen bedwin gen, den Marda-pas tusschen Dzjidzjiga en Harrar op den straatweg naar Addis Abeba. Langzaam voert deze pas lot op een hoogte van 2000 meter uit te vlakte naar Dzjidzjiga naar de Abes- sinische hoogvlakte. Het is hier een verlaten met struikgewas begroeid ter- dat «leen om zijn strategische beteekenis bekend i», n.i. als sleutel- oositie van de Abessinische hoogvlakte. Reeds de Abess inters brachten, voor ten Itaiiaanschen veldtocht, dezen pas tn staat van verdediging. Zooals men weet kwam het in den Italiaansch— Abessinischec oorlog in- dit gedeelte van het Zuidelijke front niet tot ge vechten. omdat de oorlog aan het Noordeiyke front beslist werd. De uit gebreide verdedigingswerken vormen toans voor de Engelsch troepen een hindernis, die overeenkomst vertoont met de hindernis Cheren, behalve dan dat hier geen menschen wonen. De Italianen hebben sterke afdeelinge* ter verdedigirg hierheen gezonden, zoodat de strijd, die hier reeds begon nen is, een grooten omvang zal kunnen krijgen. Tot goed begrip van het verzet der Italiaansche troepen in Abessmië moet men zich, aldus deKölnischeZei- '.lio g voor oogen houden, dat de con centrische aanvallen der Britsc'ie troepen zich behalve uit hun Noorde lijke en Zuidelyke steunpunten ook uit andere richting op het middelpunt van Abessinië richten.' j De Italiaansche wëermachtsberich-- ten maken nog van twee sectoren mel ding: die van de rivier de Daboes ten Westen van Asosa en die bij Javéllo in" het Abessinische district Sidama. De rivier de Daboes ontspringt op de hoogvlakte van Lieca Galla en strooint bij Sjogali in den Blauwen Nyl. De Engelsche trachtten deze rivier over te trekken om aldus den straatweg Anos» LechemtiAddis Abeba te bereiken. Hun aanvallen werden afgeslagen Een soortgelijke poging mislukte bij Javello. Ook van hieruit gaan twee karavaanwegen naar het centrum des lands, een via Soddoe en een via Sole naar den straatweg, die Harrar met Addis Abeba" verbindt. Op uitrioodiging van den secretaris generaal van het departement van Volksyoorlichting en Kunsten zijn gis teren een groot aantal vooraanstaande tooneelspelers en -speelsters op het voorzien. kost deze kloof overbruggen. Volgens spr. was het gebrek aan goede tooneel- -schrijvers een der grootste tekortko mingen, waarin zal n.oeten worden departement gekomen, teneinde uit den mony van* dr. Goedewaagen te vernemen, welke plannen de overheid ten aanzien van het tooneel koestert. Uit de redevoeringen van den secre taris-generaal en het hoofd van de af- deeling Theater en Dahs,,den heer F. Primo, is als een der belangrijkste feiten naar voren gekomen, dat de ovhrheid zich voorstelt een of meer staatsgezelschappen te stichten, wfar- by teverïk de, bemoeienis van de ge meentebesturen op den staat zal over gaan. Dr. Goedewaagen zJide o.a., dat de tooneelspelers een -groen vormen,-'wel ke niet zoo in tel is, ato%zy verdient. Zoowel het marxisme als met libera lisme stond negatief tegenoyeT de kunst en onder den invloed van deze stroomingen is de kunst schromelijk verwaarloosd. Dr Goedewaagen gaf echter de verzekering, dat de oprich ting van het departement van Volks voorlichting en Kunsten een belangrijk evenement zal blyken. Spr. verzocht de medewerking van allen voor de ver- werkeiyking der ideeën, welke hy zich omtrent de toekomst van de kunst en in dit geval de tooneelspeelkunst heeft gevormd. Hy wees er echter op, dat men geen looneelcultuur met maat regelen kan maken, maar wel kan de overheid haar organischen groei be schermen en actief leiden. Dit laatste is dan ook dt taak van het departe ment. Tusschen toonael en publiek heeft tot nu toe een diepe kloof bestaan en het departement zal koste wat het Wanneer men de historie nagaat, dan ziet men telkens in perioden, dat het tooneel' groo't was, e?n idee, een mythe, welke den achtergrond vormde van het drama, sen idee of mythe, waarin de tooneelschryvers' en de too neelspelers hun inspiratie vonden. By de Duitsche tooneplfultuur heeft altijd de idee op den achtergrond ge staan. De gemiddelde Duitscher kent derhalve zijn tooneelschryvers en spe lers. By hen, evenals trouwens by de Griek eh en in de middeleeuwen het geval waS" is het tooneel een orgaan van de volksgemeenschap. In ons land heeft het Calvinisme het tooneel niet begunstigd. Er zyn de na men van Hooft, Vondel en Breeroo, daarna komt weinig meer. Dé 19e eeuw bracht ons liberalisme, burgerlijkheid en individualisme. Er wo s geen mythe en er kwam geen ge- Kniedenis: geen „handelen! was mo gelijk. De 20ste eeuw bracht ons hetzelfde burgerlyke individualisme der bour geoisie of socialistische tendenz (van Eeden), Wat wy niet kregen waa de groote tooneelcultuur. Er zyn experi menten geweest, maar dezp hadden doorgaans geen belangstelling van het publiek. Het tooneel in Nederland toef de op het buitenland en er was geen Nederlendsche tooneelcultuur. Het k hiermede treurig gesteld. Ik heb my tot taak gesteld, aldus de secretaris-generaal, met gezamenlijke kraehten aan dit gebrek aan tooneel cultuur een einde te maken. Ttot 1940 toefde, zoo zelde kort geleden.de Rijks commissaris, het Nederrlandsehe volk ln een idylle. Er ging in ons land niets om, er was geen dramatische span ning. Na 1940 zyn wy uit den slaap geschud. Ons volk is van een lyrische eri beschouwende in een epische en dramatische periode gekomen. Het wachten is thans op de tooneelspelers en -schrijvera„die de huidige drama tische spanning zullen üitbeelden. Er zal een typisch Nederlandsche tooneel- sehryfkunst moeten komen. Plannen. Tenslotte zette dr Goedewaagen in groote trekken zijn plannen uiteen. Et kunnen 'groote spelen komen op volk- sche feestdagen, zooals tot nu toe slechts de studenten op touw hebben gezet. Er komt een gilde evenals dit by de beeldende kunstenaars het geval zal zijn, met een vijfvoudige taak. Hel dilettantentooneel zal daarby niet worden verwaarloosd. De studen- tenspelen en de dilettantenvereenigin- gen zullen onder toezicht worden ge plaatst. De toonCelspeler zal worden inge schakeld in* het volksleven, waarby een trits van begrippen naar voren komt: schrijven, spelen en publiek. Op deze' drie begrippen lal de Nederland sche tooneel-cultuut worden gegrond- vest. f Er moet in ons vaderland eer. too- neeltraditie komen! Wy gnoeten een eigen stijl vinden. Een tooneel, dat zich ten doel stelt alleen maar stuk ken uit het buitenland te spelen, mag geen Nederlandsch tooneel genoemd worden (applaus). Hierna sprak de heer F. Priiho over dé organisatie van het tooneelgilde. Spr. zeide, dat deze middag een keerpunt beteekenl in de geschiedenis van het tooneel. In het verleden kon de overheid u niet tót zich roepen, Zy vroeg integendeel niéts liever dan dat u zoover mogelyk van haar wegbleef, dat u haar niet kwam lastig vallen met al uw zorgen, met uw -bekomme ringen, met uw projecten en uw ideeën en de enkele keeren dat die overheid in knellende omstandigheden door u voor het dwingende feit eener onont koombare overheidsbemoeiing met kunst werd geplaatst,- daii liep het meestal uit op een toestoppen van wat geld met de bedoeling dat ge zoo gauw mogelijk zoudt wegkomen en dat ge haar in langen tijd niet meer lastig zoudt vallen. Och, myne dames an heeren, die overheid kon ook niet an ders handelen. Zy ontleende haar ge zag aan een stelsel dat anti-aocialls- tisch was, dus anti-nationaal, dat ge grondvest was op een egoisthche ver wording van een liberaal-kapitalistisch systeem dat er op uit was de grootst mogelijke winst te halen uit den ar beid van allen, met da bedoèling van die winst zoo weinig tnogeiyk af te staan voor al die dingen in het leven die niet direct tastbare winst afwerpen. En daartoe behoorde ook om. de kunst. Steeds werd het parool uitge geven, dat kunst geen staatszorg was. Vanmiddag zult u tot de overtuiging komen dat van heden af gebroken is met da liberale opvattingen inzake kunst en tooneel en dat voor ons kunst juist 100 pet. regeeringszorg is, yam nu af aan zal. dus ook het tooneel nóóit meer van pnze zorg kunnen loskomïm. De overheid, aldus spr., bemoeit zikh voortaan met het tooneel en zeer zeker in de eerste jaren dezer revolu tionaire periode uitsluitend en in hoofdzaak dit departement, omdat deze arbeid voorloopig aan geen par ticulieren en aan geen decentrglisee- rende instanties kan "overgelaten wor-' den, ook niet aan -gemeentebesturen. Ons departement zal er voor zorg dragen, dat u in de toekomst een vol jaarloon én een behoorlijke aalariee- rmg wordt gegarandeerd, dat gy ma terieel dus vry van zorgen en onder gereglementeerde arbeidsvoorwaarden u in uw kunst ten bate der cultuur gemeenschap volledig, rustig en even wichtig kunt ontplooien, dat gij na een jaar ingespannen arbeid kont genieti van een verdiende vacantie, zonder dai gy u, om den broode, hoeft te ver nederen door op jacht te gaan naar eenige bijverdienste in werk dat uw talent soms verlaagt en uw kunatenaar- schap geweld aandoet. Maar daartoe zal hy zich zoo spoedig mogelyk hebben^ te oriënteeren op die nieuwe gemeenschap en zich ondër haar instellingen moetan scharen. Voor den actepr gal dat zijn de binnen enkele dagen op te richten Ned. Kul tuurkamer met voor u, dames en hee r-en, het theatergilde, waarin gy op genomen zult worden in de Vakgroep tooneelspelers. Alleen beroeps tooneelspelers of zy die vanwege hun ^vastgestelde* artis tieke capaciteiten door deskundigen uit uw midden daartoe geautoriseerd zyn. zullen in uw vakgroep opgenomen kunnen- worden an alleen ook dezen zullen bij het baroepstooneal mogen optraden Het amateur-tooneel, als belangryke factor in de volkscultuur, evenals trou wens d# volksdans, kan de 'óverheid niét aan zijn tot overlaten. Da 3000 en meer dilettantenvereenigingen zullen wanneer ie zich als kultuurvereeniging beschouwen en als zoodanig werkzaam zijn, als vereeniging bij de Ned. Kul tuurkamer moeten aansluiten. Anders behooren ze, als smusementsverèpni- ging. tot de groep volksvermaak of ont spanning, i staatsgezelschappen. r Over de plannen van de overheid ta.v. het tooneel deelde spr. in groote lijnen mede, dat het in de bedoeling ligt één of meer staatsgezelschappen op ta richten van groot formaat, ten einde daarmee groote monteeringen van klas sieke en andere werken te kunnen tot stand brengen. Het kleinere tooneel-- werk zal als afwisseling ook ter hand genomen worden. Zooveel mogetijk zal voor de groote gezelschappen een vaste standplaats worden gekozen ten einde overtollige reizen te voorkomen, hoewel het in ons kleine land niet geheel te vermijden is. Naast die z.g. vaste groepen, die toch niet te talryk kunnen zyn gózien de beperktheid van de beschikbare goede krachten, zullen eert paar reizende groepen gevormd worden, speciaal daartoe uitgerust, die toonëelkunst in die steden en kleine -plaatsen moeten brengen, die tot hiertoe van goed too neel verstoken bleven. Een belangrijke tak van zorg voor de overheid zal ook zyn de toekomstige opleiding van den tooneelspeler, den, opera-zanger en den kunstdanser. De scholen voor dramatische kunst (tooneel en opera) en voor den kunstdans zullen rijks-.nstituten moeten worden, die we hopen onder ons toezicht te kunnen brengen. Hat zal verder uit moeten zijn met het vertonnen van stukken, die ons volk vervreemden van zyn natuur lijken aard, van zyn bloed en zyn bodem en daardoor ondermynen onze eigen Ned.-Germaansche kuituur- traditie. v Een volk als het onze, met een glans rijk verleden en een langen roemvollen staat van zelfstandigheid, kan die zelf standigheid niet ongestraft laten onder mijnen door een ontaardend inter nationalisme, ook niet op het tooneel. Zon 0(1 7.28, onder 20.04. Maan op 7.21, onder 19.52 Men U Terplicht te Terdnia- tereo cao tonwndergaog tot zonsopkomst Lantaarn» »aa Toertalgea moeten oor oa «onsooder- taatf ontstoken worden. t

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 1