Matsoeoka
7
te Berlijn aangekomei
Positieve overheidsbemoeiing
mei het tooneel
Donderdag 27 Maart 1941 NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Distributievan melk en cacao
Tal van hooge Duitsche autoriteiten
ter begroeting aanwezig
20H CU HlCtfUt
Boodschap van den Japanschen
minister aan hët Duitsche volk
„Het dViemogendhedenpact het sterkste
diplomatieke wapen, dat ooit
geschapen is, aldus Matsoeoka
Boodscpap van
Matsoeoka aan het
Duitsche volk.
Verklaringen van
Matsoeoka.
Indruk in Japansche
kringen.
DE STRIJD* IN
OOST-AFRIKA.
Italianen strijden op
verloren posten.
■•n Sen
Volwassenen kri|genp^én melkkaart, personen
tusschen 4 en 14 iaar twee ^nslkkaaHen en een
cacaokaart en kinderen beneden 4 jaar
vier melkkaarten en ben cacaokaart
Belangwekkende mededeelingen op
het departement van Volksvoorlichting en Kunsten
Oprichting uan een of meer staatsgezelschappen
„Er moet in ons vaderland eentooneel-
traditie komen", aldus dr Goedewaagen
79e Jaargang, No. 20589
Postgiro' 48400
Bur. Harkt «1. TeL 2745
Y
Directeur F. TIETER
Mataoeoka is gisteravond met een
■pedalen trein voor lijn officieel
beaoek in Berlijn aangekomen. Op
het feestelijk versierde Amhalter
Bahnhof werd hij door den rijks
minister van Buitenlandsche Zaken,
von Ribbentrop, hartelijk begroet.
Do hierop volgende rit door de
met talrijke vlaggen versierde stra
ten der rijkshoofdstad vond plaats
temidden van dichte rijen, gevormd
.door tienduizenden Rerlijners, die
den boogen Japanschen gast een
seer hartelijke ontvangst bereid
den, aldus het D.N.B.
Ter begroeting waren behalve von
Ribbentrop, o.a. nog verschenen: de
chef van het opperbevel der weer
macht, ganeraal-veldmaarschalk. Kei
tel, d* rijksministers dr. F riek, dr, Goe-
beto, Lammers, graal Schwerin von
Krosigk, Ohnesbrgs. dr. Funk, dr. Todt,
•rijkaorganisatielelder dr. Ley, rijks-
leider dei S.S. Himlar, rykspefschef
dr. Dietrich, stafchef Lutze, ryksar-
beidsioider Hierl, de ambassadeurs Rit-
ter en Ott, onderstaatssecretaris Woer-
mann an de voorzitter van de Duitsch-
Japansche vereeniging, admiraal Foer-
ster.
Bij het kasteel Bellevue werd dé
hoog# gast namens den Fiihrer -door
den chef van de Presidialkanzlei,
staatsminister dr. Meissner, begroet.
Hot D.N.B. meldt nader, dat nadat
Matsoeoka in Bellevue was aangeko-'
men de menschenmenigten naar den
Wilhelmplatz voor do rijkskanselarij
rtroomden waar zij den Führer hoopten
te zien. Spreekkoren wisselden af mei
geroep als „Wij danken onzen Führer"
en „Wij willen onzen Führer zien".
Plotseling trad toen de Führer op het
balcon der rijkskanselarij om de geest
driftige menigte te begroeten, welke
bij zyn verschijnen in onbeschrijflijk
gejubel losbarstte, dat zich voortplant
te tot m de zijstraten, waaruit steeds
nieuwe menschenmassa's naar den
Wilhelmplatz stroomden.
Matsoeoka heeft do volgende bood
schap tot hei Duitsche volk gericht:
„Nu het driemogenhedenverdrag
een feit Is geworden, zal de Japanschc
natie met u zijn in vreugde en leed.
2Sj gelooft onvoorwaardelijk aan de
gioote persoonlijkheid van den Führer.
en de uitnemende eigenschappen van
het Duitsche volk. Zij zal niet bij u
achterblijven in trouw, moed en vast
beradenheid om de wereld op grond
var een nieuwe orde op te richten. Wij
moeten in de toekomst en niet in het
verleden leven. Laat ons voorwaarts en
niet achterwaarts blikken. Het ideaal,
dat het Japansche volk bovenal dier
baar is. wordt belichaamd in „Ilakko
Ichioe", d,e harmonische wereldgemeen
schap met plaats voor alle volken ter
verwezenlijking van hun wenschen en
Vervulling van hun roeping een
Ideaal, dat aan het Japansche vo'k
sinds onheuglijke tijden als erfdeel
vermaakt is en waarop het fundament
va nhet keizerrijk rust. Dit ideaal komt
in de preambule van het driemogend-
hedenverdrag duidelijk tot uitdruk
king, ja het is in feite de grondslag
van het pact. Ons volk vertrouwt er
op, dat ook het Duitsche volk den geest
en het doel van hot driemogendheden-
pact trouw blijft. Ik behoef hieraan
nauwelijks toe te vroegen, dat de har-
ton van ons volk voor de Duitsche
Batie kloppen ln den gigantischen
strijd, die thans wordt gevoerd. Het
bidt, jetot de kracht en de moed ven
je dappere Duitsche natie tot een spoe
dige zege ven haar zaak moge leider.
Ik kom op uitnood!ging van de Duit-
fbe en d« Italiaansche regeering en
hoop door mijn verblijf in de bride
■««den te toeren en dearuit voordeel
to trekken, zoodat bet mij vergund ia
•og meer bij te dragen tot de nauwere
temen werking tusscben de verbonden
naties."
S»
Matgóeoka heeft in een interview
met een specialen verslaggever van de
Popoio di Roma gedurfde zijn
reis van .de Russische grens war Ber
lijn ó.m. het volgende verklaard:
Een nieuw oponthoud in Moskou
tijdens mijn terugreis staat niet op het
program. Dat wil echter niet zeggen,
dat het niet toch zou kunnen geschie
den.
Op de vraag, of zijn reis ten doel
heeft een versterking van het drie-
mogendhedenpact tot stand te brengen
en nieuwe pacten of nieuwe protocol
len te sluiten, antwoordde Matsoeoka,
dat het driemogendhedenpact het
sterkste diplomatieke wapen is, dat
ooit is geschapen en dat, zooals het
geval is hij de meest volmaakte wa
pens, ook bjj dit pact geen aanvullende
protocollen e.d. passen. Ik begeef,mij
naar Berlijn, aldus Matsoeoka en naar
Rome om de chefs teleeren kennen
van de mogendheden, die strijden in
onzen eigen veldslag, wier volken zich
evenals het onze in de noodzakelijk
heid bevinden hun toekomst te ver
zekeren, om hen persoonlijk te leeren
kennen, want een t>bk en een woord,
persoonlijk uitgewisseld, zijn itieer
waard dan honderd woorden. Ik heb
gélezen, dat de -Amerikaansche dag
bladen, op het oogenblik, dat ik uit
Tokio vertrok, een bijzonder belang
hebben willen hechten aan mijn ver
trek. Dat komt, omdat Japan een vre
despolitiek voert, maar wanneer de
"er. Staten- dit anders zouden uitleg-
in, zou Japan zelf niet anders kunnen
andelen. Japan is een groote gewapen-
mogendheid en is bereid zyn poli
ce doelstellingen te verdedigen,
er op gewezen te hebben, dat
Italië efi Duitschland tei; doel hebben,
b,
nieuwe orde in Europa in het lever,
rbepen, herinnerde Matsoeoka er
aan, dat hij zeer verheugd ts weer een»
naar Italië te komen en Rome weer
eens te zien, evenals Mussolini die hi)
jefeft leeren kennen in Februari 1933,
hij een onderhoud had met den
,ydat meer dan een uur duurde
Tijdens een bezoek, dat hij bij die ge
legenheid bracht aan den zetel der
fascistische party werd hem het eere
insigne van de party overhandigd. Ik
heb het recht, aldus Matsoeoka, dit
insigne te dragen, juist zooals gij, en
ik kan' verklaren, dat ik een oude
fascist ben.
De Japansche minister herinnerde er
vervolgens aan, dat,hij in Sjanghai ook
gtaaf Ciano had leeren kennen.
ïn een volgend persgesprek ver
klaarde Matsoeoka betreffende de rede
voering van Roosevelt: Ik heb niet" ge
luisterd naar de rede van Roosevelt,
want ik was op reis, toen de rede weTd
uitgesproken. Volgens hetgeen myn
Duitsche vrienden vertellen, zou hij
het driemogendhedenverdrag hebben
gedefinieerd als „een geniaal'en dia
bolisch pact".
Stellig il het geniaal in dien zin, dat
het den oorlog wil beperken en een
nieuw tijdperk van vrede ter wereld
wil vestigen. En stellig is het diabo
lisch, want wanneer Roosevelt wil deel
nemen aan de vijandelijkheden, zou dit
pact den, huidigen oorlog tot een
wereldoorlog maken.Maar wanneer
Roosevelt niet aan den oorlog wil gaan
deelnemen, dan moet hij oVer het pact
niet spreken als over een diabolisch
pact.
De positie van Japan blijft dus aange-
gëven volgens de Clausules van het
driemogendhedenpact: Wat er ook
moge gebeuren, Japan zal zyn bond-
genóotschapsverbinten-issen met de spil-
mogendheden handhaven.
De hartelijke ontvangst, die Matsoeo
ka bij zijn aankomst te Berlyn ten
deel is gevallen,- heeft op de geheele
Japansche openbare meening een die
pen indruk gemaakt, seint het DJÏ.B.
uit Tokio,. Ih Japansche politieke krin
gen verklaart men, dat de geestdrif
tige ontvangst van Matsoeoka in Ber
lyn niets slechts een zuiver uiterlijk
teeken vormt, maar 4at dit feit de
diepe verbondenheid van het Duitsche
volk met Jiét Japansche op indruk
wekkende wyze documenteert In deze
dagen wordt te Berlijn en Rome,
merkt men in Japansche krinj
ondubbelzinnig de vastbesloten en
delijfee politiek van de in het
mogendhedenpact verbonden staten ge
demonstreerd. Ook 4e Japansche och
tendbladen staan volkomen in het
teeken van de aankomst van den minis
ter in de Duitsche hoofdstad. De
Tokio Asahi Sjimboen
spreekt in een opschrift over een
unieke ontvangst.
Dl GEVECHTEN OM CHEREN-
De Frankfurter Zeitung
wydt in een beschouwing uit Rome
aandacht aan den dapperen tegenstand
van de Italiaansche. .soldaten in het
bijna1 omsingelde Cheren. tlier, even
ais aan de talryke fronten, die steeds
ïauwer het Afrikaansche imperium
dichtsnoeren, wordt op Verloren posten
gestreden. Want juit de laatste rede van
Mussolini weet men, dat er geen hoop
meer op ravitaüleering óf toe'voér van
hulptroepen bestaat voor de Ita'iaan-
sche en inheemsche soldaten, die rond
om Cheren, in het gebied van Gondar,
in Noord-West-Abessinië, in, de on
veilige gebieden aan de grfens van
Kenya met hun onrustige bevolking,
by Harrar en op andere punten den
Engelschen met hun Afrikaansche en
Aziatisclvé hulptroepen aanzienlyke
verliezen toebrengen, hun optnarsch
vertragen en hun strydkrachten vast
houden.
In het middelpunt van de Italiaan-'
sche belangstelling staat op het oogen
blik Cheren. In de weermaentsbench-
ten is, nadat thans meer dan ander
halve maand om deze plaats werd ge
streden, herhaaldelijk over den om
vang der operaties rondom Cheren ge
sproken, Engelschë aanvallen werden
bloedig afgeslagen en door tegenaan
vallen werd verhinderd, dat de omsin
geling werd voltooid.
De frontaanvallen van de uit Baren-
toe en Agordat opmarcheerende Engel-
sche troep- lóopen .blijkbaar vast op
de gunstige stellingen, die de Italianen
ooral op de westelijke hellingen, die
de vesting Ch'eren beheerschen, hebben
ingenomen. Daarom opereeren de En
gelschen ook van het Oosten uit,
Mochten de overmacht en de druk van
de Engelschen aan alle kanten te sterk
vorden, zoodat de weg naar Massoea
aan de kust van de Roode Zee niet
langer versperd kan worden, dan blijft
nog altijd dé mogelijkheid om op het
zuidelijker gelegen plateau in de rich
ting van Asmara, dat met'zijn 2400 m.
nog 1200 meter hooger ligt dan Cheren,
nifuwe stellingen te betrekken.
De Italianen zyn vast besloten, den
tegenstanders, .die dóór hun verbindin
gen steeds opnieuw versterkt kunnen
worden, het grootst mogelyke verzet te
lieden.
De Kölnische Ztg. schrijft:
Behalve in het gebied rondom Che
ren concentreert zich het Italiaansche
Naar wij vernemen tullen Éistributiediensten in de verschillende gemeen
ten ln de periode, aanvangende begin volgende week tot uiterlijk lt April over
gaan tot de uitreiking van melkkaarten en eacaokaarten 'ter voorbereiding van
de distributie van deie artikelen.
De melkkaart bestaat uit 40 bonnen, genummerd 11 tot en met 59, terwijl de
cacaokaart 4 bonnen bevat, met als opschrift „een-rantsoen 1ste periode" ent.
Wat de aantallen der uit te reiken kaarten betreft, kan het volgende worden
medegedeeld.
Zij, die op 1 April 1M1 den leeftijd van 14 jaar of onder bereikt hebben, ont
vangen uitsluitend één melkkaart.
Zij, die op 1 April den leeftijd van 4 jaar bebben bereikt, doch nog niet 14<jaar
ond zijn, ontvangen twee melkkaarten en één cacaokaart.
Voor kinderen beneden 4 jaar worden 4 melkkaarten en ~^én cacaokaart uit
gereikt.
Omtrent den datum van inwerkingtreding van de distributie van deze artike
len of over de te verstrekken hoeveelheden kannen in dit 'stadium nog geen
mededeelingen worden gedaan.
verzet tegen de Britsche legers op het
oogenblik ten Noord-Oosten van Dzjid-
-jiga in Abessinië.
Door Dzjidzjiga te bezetten kunnen
de troepen van generaal Cunningham
hans'de uit Britsch-Somaliland opruk
kende Engelsche koloniale troepen den
weg banen, doch deze staan thans voor,
hun moeilijkste taak.
Op den weg naar Harrar moeten de
van het Zuiden naar het Noorden op
rukkende Britsche troepen namelyk
een van de moeilijkste passen bedwin
gen, den Marda-pas tusschen Dzjidzjiga
en Harrar op den straatweg naar
Addis Abeba. Langzaam voert deze pas
lot op een hoogte van 2000 meter uit
te vlakte naar Dzjidzjiga naar de Abes-
sinische hoogvlakte. Het is hier een
verlaten met struikgewas begroeid ter-
dat «leen om zijn strategische
beteekenis bekend i», n.i. als sleutel-
oositie van de Abessinische hoogvlakte.
Reeds de Abess inters brachten, voor
ten Itaiiaanschen veldtocht, dezen pas
tn staat van verdediging. Zooals men
weet kwam het in den Italiaansch—
Abessinischec oorlog in- dit gedeelte
van het Zuidelijke front niet tot ge
vechten. omdat de oorlog aan het
Noordeiyke front beslist werd. De uit
gebreide verdedigingswerken vormen
toans voor de Engelsch troepen een
hindernis, die overeenkomst vertoont
met de hindernis Cheren, behalve dan
dat hier geen menschen wonen. De
Italianen hebben sterke afdeelinge*
ter verdedigirg hierheen gezonden,
zoodat de strijd, die hier reeds begon
nen is, een grooten omvang zal kunnen
krijgen.
Tot goed begrip van het verzet der
Italiaansche troepen in Abessmië moet
men zich, aldus deKölnischeZei-
'.lio g voor oogen houden, dat de con
centrische aanvallen der Britsc'ie
troepen zich behalve uit hun Noorde
lijke en Zuidelyke steunpunten ook
uit andere richting op het middelpunt
van Abessinië richten.' j
De Italiaansche wëermachtsberich--
ten maken nog van twee sectoren mel
ding: die van de rivier de Daboes ten
Westen van Asosa en die bij Javéllo in"
het Abessinische district Sidama.
De rivier de Daboes ontspringt op de
hoogvlakte van Lieca Galla en strooint
bij Sjogali in den Blauwen Nyl. De
Engelsche trachtten deze rivier over te
trekken om aldus den straatweg Anos»
LechemtiAddis Abeba te bereiken.
Hun aanvallen werden afgeslagen
Een soortgelijke poging mislukte bij
Javello. Ook van hieruit gaan twee
karavaanwegen naar het centrum des
lands, een via Soddoe en een via Sole
naar den straatweg, die Harrar met
Addis Abeba" verbindt.
Op uitrioodiging van den secretaris
generaal van het departement van
Volksyoorlichting en Kunsten zijn gis
teren een groot aantal vooraanstaande
tooneelspelers en -speelsters op het voorzien.
kost deze kloof overbruggen. Volgens
spr. was het gebrek aan goede tooneel-
-schrijvers een der grootste tekortko
mingen, waarin zal n.oeten worden
departement gekomen, teneinde uit
den mony van* dr. Goedewaagen te
vernemen, welke plannen de overheid
ten aanzien van het tooneel koestert.
Uit de redevoeringen van den secre
taris-generaal en het hoofd van de af-
deeling Theater en Dahs,,den heer F.
Primo, is als een der belangrijkste
feiten naar voren gekomen, dat de
ovhrheid zich voorstelt een of meer
staatsgezelschappen te stichten, wfar-
by teverïk de, bemoeienis van de ge
meentebesturen op den staat zal over
gaan.
Dr. Goedewaagen zJide o.a., dat de
tooneelspelers een -groen vormen,-'wel
ke niet zoo in tel is, ato%zy verdient.
Zoowel het marxisme als met libera
lisme stond negatief tegenoyeT de
kunst en onder den invloed van deze
stroomingen is de kunst schromelijk
verwaarloosd. Dr Goedewaagen gaf
echter de verzekering, dat de oprich
ting van het departement van Volks
voorlichting en Kunsten een belangrijk
evenement zal blyken. Spr. verzocht
de medewerking van allen voor de ver-
werkeiyking der ideeën, welke hy zich
omtrent de toekomst van de kunst en
in dit geval de tooneelspeelkunst heeft
gevormd. Hy wees er echter op, dat
men geen looneelcultuur met maat
regelen kan maken, maar wel kan de
overheid haar organischen groei be
schermen en actief leiden. Dit laatste
is dan ook dt taak van het departe
ment.
Tusschen toonael en publiek heeft
tot nu toe een diepe kloof bestaan en
het departement zal koste wat het
Wanneer men de historie nagaat,
dan ziet men telkens in perioden, dat
het tooneel' groo't was, e?n idee, een
mythe, welke den achtergrond vormde
van het drama, sen idee of mythe,
waarin de tooneelschryvers' en de too
neelspelers hun inspiratie vonden.
By de Duitsche tooneplfultuur heeft
altijd de idee op den achtergrond ge
staan. De gemiddelde Duitscher kent
derhalve zijn tooneelschryvers en spe
lers. By hen, evenals trouwens by de
Griek eh en in de middeleeuwen het
geval waS" is het tooneel een orgaan
van de volksgemeenschap.
In ons land heeft het Calvinisme het
tooneel niet begunstigd. Er zyn de na
men van Hooft, Vondel en Breeroo,
daarna komt weinig meer.
Dé 19e eeuw bracht ons liberalisme,
burgerlijkheid en individualisme. Er
wo s geen mythe en er kwam geen ge-
Kniedenis: geen „handelen! was mo
gelijk.
De 20ste eeuw bracht ons hetzelfde
burgerlyke individualisme der bour
geoisie of socialistische tendenz (van
Eeden), Wat wy niet kregen waa de
groote tooneelcultuur. Er zyn experi
menten geweest, maar dezp hadden
doorgaans geen belangstelling van het
publiek. Het tooneel in Nederland toef
de op het buitenland en er was geen
Nederlendsche tooneelcultuur. Het k
hiermede treurig gesteld.
Ik heb my tot taak gesteld, aldus de
secretaris-generaal, met gezamenlijke
kraehten aan dit gebrek aan tooneel
cultuur een einde te maken. Ttot 1940
toefde, zoo zelde kort geleden.de Rijks
commissaris, het Nederrlandsehe volk
ln een idylle. Er ging in ons land niets
om, er was geen dramatische span
ning. Na 1940 zyn wy uit den slaap
geschud. Ons volk is van een lyrische
eri beschouwende in een epische en
dramatische periode gekomen. Het
wachten is thans op de tooneelspelers
en -schrijvera„die de huidige drama
tische spanning zullen üitbeelden. Er
zal een typisch Nederlandsche tooneel-
sehryfkunst moeten komen.
Plannen.
Tenslotte zette dr Goedewaagen in
groote trekken zijn plannen uiteen. Et
kunnen 'groote spelen komen op volk-
sche feestdagen, zooals tot nu toe
slechts de studenten op touw hebben
gezet. Er komt een gilde evenals dit
by de beeldende kunstenaars het geval
zal zijn, met een vijfvoudige taak.
Hel dilettantentooneel zal daarby
niet worden verwaarloosd. De studen-
tenspelen en de dilettantenvereenigin-
gen zullen onder toezicht worden ge
plaatst.
De toonCelspeler zal worden inge
schakeld in* het volksleven, waarby
een trits van begrippen naar voren
komt: schrijven, spelen en publiek. Op
deze' drie begrippen lal de Nederland
sche tooneel-cultuut worden gegrond-
vest. f
Er moet in ons vaderland eer. too-
neeltraditie komen! Wy gnoeten een
eigen stijl vinden. Een tooneel, dat
zich ten doel stelt alleen maar stuk
ken uit het buitenland te spelen, mag
geen Nederlandsch tooneel genoemd
worden (applaus).
Hierna sprak de heer F. Priiho over
dé organisatie van het tooneelgilde.
Spr. zeide, dat deze middag een
keerpunt beteekenl in de geschiedenis
van het tooneel. In het verleden kon
de overheid u niet tót zich roepen, Zy
vroeg integendeel niéts liever dan dat
u zoover mogelyk van haar wegbleef,
dat u haar niet kwam lastig vallen
met al uw zorgen, met uw -bekomme
ringen, met uw projecten en uw ideeën
en de enkele keeren dat die overheid
in knellende omstandigheden door u
voor het dwingende feit eener onont
koombare overheidsbemoeiing met
kunst werd geplaatst,- daii liep het
meestal uit op een toestoppen van wat
geld met de bedoeling dat ge zoo gauw
mogelijk zoudt wegkomen en dat ge
haar in langen tijd niet meer lastig
zoudt vallen. Och, myne dames an
heeren, die overheid kon ook niet an
ders handelen. Zy ontleende haar ge
zag aan een stelsel dat anti-aocialls-
tisch was, dus anti-nationaal, dat ge
grondvest was op een egoisthche ver
wording van een liberaal-kapitalistisch
systeem dat er op uit was de grootst
mogelijke winst te halen uit den ar
beid van allen, met da bedoèling van
die winst zoo weinig tnogeiyk af te
staan voor al die dingen in het leven
die niet direct tastbare winst afwerpen.
En daartoe behoorde ook om. de
kunst. Steeds werd het parool uitge
geven, dat kunst geen staatszorg was.
Vanmiddag zult u tot de overtuiging
komen dat van heden af gebroken is
met da liberale opvattingen inzake
kunst en tooneel en dat voor ons kunst
juist 100 pet. regeeringszorg is, yam nu
af aan zal. dus ook het tooneel nóóit
meer van pnze zorg kunnen loskomïm.
De overheid, aldus spr., bemoeit zikh
voortaan met het tooneel en zeer
zeker in de eerste jaren dezer revolu
tionaire periode uitsluitend en in
hoofdzaak dit departement, omdat
deze arbeid voorloopig aan geen par
ticulieren en aan geen decentrglisee-
rende instanties kan "overgelaten wor-'
den, ook niet aan -gemeentebesturen.
Ons departement zal er voor zorg
dragen, dat u in de toekomst een vol
jaarloon én een behoorlijke aalariee-
rmg wordt gegarandeerd, dat gy ma
terieel dus vry van zorgen en onder
gereglementeerde arbeidsvoorwaarden
u in uw kunst ten bate der cultuur
gemeenschap volledig, rustig en even
wichtig kunt ontplooien, dat gij na een
jaar ingespannen arbeid kont genieti
van een verdiende vacantie, zonder dai
gy u, om den broode, hoeft te ver
nederen door op jacht te gaan naar
eenige bijverdienste in werk dat uw
talent soms verlaagt en uw kunatenaar-
schap geweld aandoet.
Maar daartoe zal hy zich zoo spoedig
mogelyk hebben^ te oriënteeren op die
nieuwe gemeenschap en zich ondër
haar instellingen moetan scharen. Voor
den actepr gal dat zijn de binnen
enkele dagen op te richten Ned. Kul
tuurkamer met voor u, dames en hee
r-en, het theatergilde, waarin gy op
genomen zult worden in de Vakgroep
tooneelspelers.
Alleen beroeps tooneelspelers of zy
die vanwege hun ^vastgestelde* artis
tieke capaciteiten door deskundigen uit
uw midden daartoe geautoriseerd zyn.
zullen in uw vakgroep opgenomen
kunnen- worden an alleen ook dezen
zullen bij het baroepstooneal mogen
optraden
Het amateur-tooneel, als belangryke
factor in de volkscultuur, evenals trou
wens d# volksdans, kan de 'óverheid
niét aan zijn tot overlaten. Da 3000 en
meer dilettantenvereenigingen zullen
wanneer ie zich als kultuurvereeniging
beschouwen en als zoodanig werkzaam
zijn, als vereeniging bij de Ned. Kul
tuurkamer moeten aansluiten. Anders
behooren ze, als smusementsverèpni-
ging. tot de groep volksvermaak of ont
spanning, i
staatsgezelschappen.
r
Over de plannen van de overheid
ta.v. het tooneel deelde spr. in groote
lijnen mede, dat het in de bedoeling
ligt één of meer staatsgezelschappen op
ta richten van groot formaat, ten einde
daarmee groote monteeringen van klas
sieke en andere werken te kunnen tot
stand brengen. Het kleinere tooneel--
werk zal als afwisseling ook ter hand
genomen worden.
Zooveel mogetijk zal voor de groote
gezelschappen een vaste standplaats
worden gekozen ten einde overtollige
reizen te voorkomen, hoewel het in ons
kleine land niet geheel te vermijden is.
Naast die z.g. vaste groepen, die toch
niet te talryk kunnen zyn gózien de
beperktheid van de beschikbare goede
krachten, zullen eert paar reizende
groepen gevormd worden, speciaal
daartoe uitgerust, die toonëelkunst in
die steden en kleine -plaatsen moeten
brengen, die tot hiertoe van goed too
neel verstoken bleven.
Een belangrijke tak van zorg voor de
overheid zal ook zyn de toekomstige
opleiding van den tooneelspeler, den,
opera-zanger en den kunstdanser. De
scholen voor dramatische kunst (tooneel
en opera) en voor den kunstdans zullen
rijks-.nstituten moeten worden, die we
hopen onder ons toezicht te kunnen
brengen.
Hat zal verder uit moeten zijn met
het vertonnen van stukken, die ons
volk vervreemden van zyn natuur
lijken aard, van zyn bloed en zyn
bodem en daardoor ondermynen onze
eigen Ned.-Germaansche kuituur-
traditie. v
Een volk als het onze, met een glans
rijk verleden en een langen roemvollen
staat van zelfstandigheid, kan die zelf
standigheid niet ongestraft laten onder
mijnen door een ontaardend inter
nationalisme, ook niet op het tooneel.
Zon 0(1 7.28, onder 20.04.
Maan op 7.21, onder 19.52
Men U Terplicht te Terdnia-
tereo cao tonwndergaog tot
zonsopkomst
Lantaarn» »aa Toertalgea
moeten oor oa «onsooder-
taatf ontstoken worden.
t