r Matsoeoka uur bi] Hitier NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN De crisis in Joego-Slavië Het manifest van Koning Peter II Loonbelasting Vrijdag 28 Maart 1941 Zijn onderhoud metJStqlin 7 heeft drie kwartier geduurd -4' en uitkeeringen ingevolge de sociale verzekeringen 2OH IH HflOCU* Jaatgang, No. 20590 De regentschapsraadontbonden - „Reaeeringswisseling een binnen- lanasche aangelegenheid" DE VERANDERINGEN IN ZUID-SLAVIE. Nog te vroeg voor con clusies. - Britsch-Ameri- kaansche bedrijvigheid. Matsoeoka te Berlijn. Op den terugreis zal hij wellicht langer in Moskou blijven „Aan het eind van dit [aar zal de heele wereld weten, dat de oorlog gewonnen is", aldus von Ribbentrop Matsoeoka over zyn verblijf in Rusland. Duitschland tegen uit breiding van den oorlog. Ontvangst in hotel Esplanade. - '#.r- Geen loonbetêsting meer voor deze uitkeeringen lam op 7.26, onder 20,06. Maan op 7.44, onder 20.55. Men b verplicht te verdab- teren vnn toaaonderfnng tot aoMopkoout Lantaarn* van voertnli ■ooien v> mr na |aad oobtohen worden. OUDSCHE Postgiro 48400 Bur. Markt 81. Tel. 1741 Directeur t. TCETER Donderdagmorgen ia een procla matie ran Z.M. koning Peter II gepubliceerd, gericht tot alle Ser een, Kr oaten en Slovenen. De pro clamatie heeft den volgenden tekst: „Serven, Kroaten en Slovenen. Op dit enutigeibogenblik voor ons volk heb ik besloten de koninklijke machtsbevoegdheden in handen te nemen. De regeeren^e persoonlijk beden hebben mijn tnotlcven als «eer welgefnndeerd begrepen en sUn uit vrijen wU terstond afge treden. Mijn trouwe leger en ma rine hebben sleh terstond te mijner beschikking gesteld en voeren mijn bevelen reeds uit. Ik roep alle Serven, Kroaten en Slovenen op sich om den troon te scharen. Onder de ernstige om standigheden van het huidige oogenblik bestaat het sekerste mid del om de orde in het binnenland en den vrede naar buiten te hand haven in dexen maatregel. Ik heb generaal Does Jan Simowitsj op dracht gegeven een nieuwe rCgee- rlng te vornjjn. Ik verzoek alle burgers en alle autoriteiten des lands hun plicht jegens deh koning en het vaderland te doen". HET NIEUWE KABINET. Het nieuwe Joego-Slavischa kabinet tiet er als volgt uiti Minister-president Doesjan Simowitsj; I eerste vice-president Matsjek; tweede I vice-president Slobodan Ivanowitsj; I minister van Buitenlandsche Zaken, INinsjitej; minister van Binnenlandsche I Zaken, Boedisawljewitsj; minisWvan I Financiën Djoeranajoetej; minister van I Oorlog, Marine en Lichamelijke Op- [roeding generaal Bogoliotsj Iljitsj; minister van Justitie Markowitsj; [minister van Opvoeding Misja Trifoe' laowitsj; minister van Verkeer Bogol- Ijoetsj Jeftitsj; minister van Handel en [industrie Ivan Andres; minister van IMynbouw Koelenowitsj, en minister Iran Landbouw Branko Tsjoebrilowitsj; I minister van Openbare Werken Koe- lovuj; minister van Sociale Politiek en I Gezondheid Milan Grol; minister van [Posterijen, Telefoon en Telegraaf Ivan iTorbar; minister van Voedingswezen |s«va Kossonowitsj; minister zonder portefeuille Dakowitsj. De nieuwe [minsters hebben volgens te Boekarest [ontvangen berichten reeds den [aan den koning afgelegd en hun Idnc- Ities aavaar'd. Levensbijzonderheden. De legergeneraal Doesjan Simowitsj, I de nieuwe minister-president, heelt deelgenomen aan -de vrijheidsoorlogen [ran Servië. Na den wereldoorlog werd Ihii plaatsvervangend opperbevellieb- Iber van het luchtwapen, vervolgers [Chef van den generalen staf, eomman- |4ant van het tweede leger en ten otte voor de tweede maal chef van iet luchtwapen, waarvan hij de voor- laamste organisator is. De plaatsvervangende minister-pre- liident, Matsjek, is de leider der Kroa- Itlsche boerenpartij. Na den dood van IStephan Raditsj nam hijde leiding der ■Kroatische boerenpartij en der coalitie |Wm democraten en boeren op zich. I De tweede plaatsvervangende minis- Iter-president Slobodan Jowanowitsj, is ■Jurist en historicus. Hij is lid der aca- Ifemie van wetenschappen en sedert lange jaren hoogleeraar. De minister van Buitenlandsche Za- _wn, Nintsjitsj is een der leiders van I» radicale partij en was een der in- nste medewerkers an den' over men Patsjitsj". Hij is lid van het irectiecomité der radicale partij.. Hij 1 reeds verscheidene malen minWer Financiën en van Buitenlandsche ken geweest Lue minister van Binnenlandsche Za- Boedsawljewitsj is leider van de hankelyke .democratische partij. De minister van Justitie, Voja Mar-' vitsj, is een der markantste pgr- olykheden der democratische partij. De minister van Onderwijs, Trifoe- dtsj, is vice-president van de radi- partjj. REGENTSCHAPSRAAD ONTBONDEN. [Stefani meldt uit Belgrado, dat ko- Pater n den -egentsch<.psraad ontbonden. -BINNENLANDSCHE AANGELEGENHEID.» i®et Joego Slavische persbureau i verklaart, dat de wijziging van Vgeering een zuivur binnenlandsch- "*ka kwestie en geen aangelegen heid van buitenlandsch-politiéken aard is. Het volk heeft vorming van een kabinet van natioiwle eenheid geëiseht, dat in overeenstemming is.» met zijn politieke wenschen. Dit is de ware zin en beteekenis van de regeeeringsver- andering, die zich thans in Zuid-Slavië heeft voltrokken. BERLIJN ONTHOUDT ZICH VAN STANDPUNT. Van welingelichte .zijde wordt te Berlijn gemeld:. Bij de bevoegde instanties der rijks hoofdstad waren id de middaguren nog geen authentieke inlichtingen ont vangen over de gebeurtenissen te Bel grado, men onthield zich daarom hier in oficieele en in officieuze kringen van eenig standpunt. ENGCLWD AAN CRISIS SCHULDIG fl^GEACHT. De tPKBfale d'Ital.ia -chuift Engeland deschuld aan de Joegoslavi sche crisis in de schoenen, aldus Uni ted Press. Het blad schrijft: „Blijkbaar heeft Engeland achtergehouden troeven uit gespeeld om de situatie weer omver te werpen, die door het toetreden van Joegoslavië tot het Driemogendheden- verdrag is ontstaan. Engeland speelt met duistere mach ten, die het reeds meer dan eens bij de uitvoering van zijn aanslagen ge bruikte." Weinige uren na de eerste verras sende berichten uit Zuid-Slavië is het stellig nog te vroeg om Zich een dui delijk beeld van de veranderingen ginds te vormen, aldus schrijft de N. R. C t. Dat zou het in normale tijden reeds zijn, wegens de verbor genheid, waarin de drijfkiachten der Zuid-Slavische binnenlandsche politiek plegen te werken dat is het de? te meer in oorlogstijd. Het ligt voor de hand deze gebeurtenissen, zich vol trekkende binnen een etmaal na de onderteekening van de toetreding tot het driemogendhedenpact door de ministers Tswetkowitsj en Markowitsj, in onmiddellijk verband te brengen tot deze belangrijke daad van buiten- landsch beleid, maar verder mag men toch niet gaan door reeds te zeggen, dat de uitschakeling van den regent- apsraad, van de onderteekenaars van het toetredingsprotocol en van het meerendeel der ministers, die de verantwoordelijkheid voor de toetre ding hadden aanvaard, een nieuwe zwenking beteekent in de, buiten landsche Dolitiek van Zuid-Slavië. De internationale betrekkingen zijn een te precaire aangelegenheid, dan dat men zulke zwenkingen aanstonds iou mogen aannemen. Niettemin, al zouden de gebeurte nissen van binnenlandschen aard zijn en ai"zouden Zij geen gevolgen heb ben voor de buitenlandsche politiek van Zuid-Slavië, zal toch haar direc te oorzaak gezocht moeten worden in het protocol van Weenen, want het was niet anders te 'verwachten, dan dat de meeningen daarover verdeeld zouden zijn. Onze BeTlynsche corres pondent heeft er reeds eenige weken geleden op gewezen, dat de handelingen tusschen de Zuid-Sla vische regeering en de spil vertraagd werden door de moeilijkheid bij het vinden van een modus van toetreding, die ook de binnenlandsche oppoaitie zou bevredigen. J>ie oppositie, welke zich voornamelijk onder het Servische volksdeel bevond geallieerd mei de Enfente in den vowgen oorlog werd ook aangemoedigd door Britscft- Amerikaansche diplomatieke bedrij vigheid, gelijk herhaaldelijk is be richt. Zoowel de Engelsche onder minister van Buitenlandsche Zaken Butler ais de Amerikaansche onder staatssecretaris Sumner Welles heb ben mededeeling gedaan van stappen bij de regeering te Belgrado teneinde haar te bewegen zich niet aan te slui ten by hèt Pact van drie. Wij moeten alannemen, dat door de samenwerking ^an deze invloeden in Zuid-Slavië een toestand is ontstaan, wejke de jonge koning en een deel van zijn omgeving tot het beskiit gebracht heeft om een nieuwe regebring onder militair presidium te' vonden en het land gelegenheid te geven zich eens gezind om den drager van de popu laire dynastie te scharen. Zoo althans wordt het in de eerste koninklijke proclamatie gemotiveerd, wanneer zjj als „het zekerste middel om de orde in het binnenland en den vrede naar buiten te handhaven" deze vereeni- ging van Serviërs, Kroaten en Slo- wenen om den troon beschouwt „in dit ernstige oogenblik voor ons volk". Inderdaad zou geen middel zoo ge schikt zijn om het land zijn eenheid te hergeven, dan het stellen van de koninklijke prerogatieven in de han den van den troonopvolger zelf, ook al is hij zoo jeugdig als Peter II. Lang heeft de regentschapsraad zich zelfs van dringende beslissingen ais de sluiting van het Servisch Kroatische aaccoord laten afhouden mede door deze overweging, dat de erfenis van den. in J934 te Marseille tragisch om het leven gekomen, koning Alexander ongerept moest worden overgedragen aan den troonsopvoiger, wanneer hij zelf tot regeering bekwaam zou zijn en dat alleen de drager van de dynas tie de persoon kunnen zijn, onder wiens boven de partijen zich ver heffende gezag dergelijke ingrijpende wijzigingen in de staatsorganisatie zonder moeilijkheden haar beslag zouden hebben. De tijd drong echter, de decentralisatie werd ingevoerd vóór de meerderjarigheid des honing* en blijkbaar heeft de tijd thans ftp- nieuw gedrongen. Ook desamenstelling van de nieuwe regeering laat op zich zelf geen concrete conclusies toe ten aan zien van eer.ig toekomstig beleid. Aan haar hoofd staat, gelijk gezegd, een militair, generaal Doesjan Simowitsj, organisator van de Zuid-Slavische luchtmacht. De positie, welke de Kroaten na het Servisch-Kroatische accoord van Augustus 1939 in het ka binet hadden gekregen, is behouden door het aanblijven van Matsjek als waarnemend minister-president er van andere Kroatische ministers ge lijk de minister van financiën Sutej, de minister van handel en industrié Ivan Andres en de minister van pos terijen Joaip Torbar. Aan de nieuwe regeering nemen ook deel de minia- ter van landbouw Tsjubrilowitsj en de minister van sociale zaken Bu- disaijewitsj, die ook tot het kabinet- Tswetkokitsj behoorden, maar wegens meeningsversehillen over de buiten landsche politiek juist dezer dagen hun ontslag genomen hadden. Ook de leider der Slowenen Kulo- witsj is in de regeering gehandhaafd. De Servische ministers behoonen overigens, voor zoover zjj uitgespro ken partijmenschen zijn, voor het meecendee! tot de regeeringscoalitie, waarop ook het kabinet-Tswetkowitsj steunde*. Is het bijzonder valt natuur lijk de aandacht op de persoon van den minister van buitenlandsche zaken Nintsjitsj, van wien te ver tellen valt, dat hij reeds tydens den vorigen oorlog deel uitmaakte van de Servische regeering en in 1922 mi nister van buitenlandsche zaken ge weest is van den nieuwen' Zuid-Sla- vischen staat en later zijn land fegen woordlid heeft te Genève. Telegrafisch overgebrachte van BuitenlandschenEaken tó van de aankomst van den Japanschen minister Eatsöeoka lij Berlyii. Naast den Japanscheti'minis- jfcminister" Von Ribbaptrop. (Holland) r N. K -V Hitler heeft Donderdagmiddag In tegenwoordigheid van den rijksminis ter van Buitenlandsche Zaken, von Ribbentrop, den keizerlijk Japanschen minister van Buitenlandsche Zaken, Joaoeke Matsoeoka, in de nieuwe rijks kanselarij voor een langdurig onder hond ontvangen, waarbij ook de keizer lijk Japansche ambassadeur te Berlijn, Osjima, en de Duitsche ambassadeur in Teldo, Ott aanwezig waren. De be spreking over alle actueele politieke vraagstukken verliep, aldus het com muniqué, in den geesi der hartelijke vriendschap, welke Duitschland en Japan vereenlgt Een eeretormatie der lijfwacht van Adolf Hitler bewees den Japanschen minister bij aankomst en vertrek het militaire eerbetoon. Naar verluidt, duurde de bespreking 2V4 uur. Naar men verder verneemt, is de bespreking gevoerd in den geest der hartelijke vriendschap welke i)e beide landen vereenigt. Daarbij zouden alle actueele politieke vraagstukken ter sprake gekomen zijn. Ven Ribbentrop heeft Matsoeoka gis. terodrtend ontvangen voor een bespre king, welke in een geest van hartelijke iiistumlliiuiiliiu verliep. In dit onder hond, dat verscheidene uren dunrde, is een vetledige overeenstemming van op- bereikt ln alle vraagstukken, voortvloeien uit de samenwer- neeels voorzien in het drie mogendhedenpact tusschen Duitsch land, Italië en Japan. In een persgesprek met den corres pondent van de Messaggero heeft Matsoeoka verklaard, dat zijn onder houd met Molotof bevredigend was. Over zijn ontmoeting met Stalin zeide de minister, dat deze ongeveer drie kwartier geduurd heeft. De ontvangst, welke Rusland my bereidde, aldifs Slatoóeoka, was zeer hartelijk en de Sovjet-autoriteiten hebben mij tijden6 myn lange reis door Siberië en Rus land uiterst hoffelijk bejagend. Matsoeoka heeft in een interview met een journalist, die hem in den specialen trefff naar Berlijn vergezel de, o.a. verklaard: „Ik neem aan, dat ik op mijn terug reis langer in Moskou zal kunnen ver toeven. MeeT zou ik hierover thans niet willen zeggen, temeer daar ik in Ber lijn met talrijke diplomaten van mijn land besprekingen zal voeren, die hiertoe uit de verschillende hoofdste den van Midden- en Nöord-Europa ont, boden waren." 1 In .politieke kringen te Berlijn be vestigt men, zoo verneemt het A.N.P. van welingelichte zijde, in verband met het bëzoek van Matsoeoka het eertijds reeds tot uitdrukking gebrachte prin cipe, een uitbreiding van den oorlog te voorkomen. 'In de Wilhelmstrasse werd een desbetreffende vraag van een bui- tenlandschen journalist of dit beginsel ook geldt voor het Verre Oosten jen of dit ook als basis beschouwd kan wor den voor de tegenwoordige besprekin gen te Berlijn, bevestigd beantwoord Men verklaarde, dat Duitschland tegen iedere uitbreiding van den oorlog is en dat juist het driemogendhedenpact met zyn groote opbouwende doelstellingen door dit beginsel gekenmerkt wordt. Op de vraag of in Berlijn met den Japanschen minister alleen diploma tieke of ook militaire gesprekken ge voerd zouden worden, werd geant woord, dat men in den huidigen toe stand geen diplomatieke gesprekken kan voeren, zonder over den oorlog te ■preken. Ter eere van Matsoeoka, heeft von Ribbentrop Donderdagavond ieen ont vangst gegeven in Hotel Esplanade. De Tiooge Japansche gast was aan wezig in gezelschap vhn de hem naar de rijkshoofdstad Vergezellende dele gatie, van -den keizerlijk Japansctjen ambassadeur te Berlijn, general Osjima, en van de leden der Japansche ambas sade. Bjj de oiffvangst waren aanwezig deltalisiqache ambassadeur^ da Hon- gaarsche gezant, de Bulgaarsche ge zant, de gezant van Mantsjoekwo, de Zuid-Slavische gezant, de Slowaaksche gezant en de Roemeensche gezant. Von Ribbentrop vërwelkomde den Japanschen minister met een toespraak en noen\de de geestdriftige ontvangst, welke de rijkshoofdstad Matsoeoka spöhtaan bereid heeft, een uitdrukking van de natuurlijke en hartelijke sym- pathei, welke het Duitsche volk voor het Japansche volk gevoelt. Moge, aldus spr„ uw verblijf in Ber lijn en vervolgens in Rome ertoe bij dragen, de berekeningen van vriend schap*-tusschen Duitschland, Italië en Japan nog nauwer te maken en te vel) binden tot een onwrikbare gevechtsge meenschap. Uw bezoek aan Duitschland vindt plaats in een' vgor Europa en de geheele wereld bijzonder belangrijk tijdvak, ,nl. in den tijd van den eind' Strijd tegen Engeland. Deze eindstrijd in den ons doop.Engeland zonder eenig recht en tegen elk verstandig begrip opgedrongen oorlog zal door het ge heele DuitSphe volk en door het met ons verbonden Italiaansche volk met een ongekend fanatisme gevoerd worden. Eigenlijk daar zijn wij van over- tuigd is Engelands lat reeds beze- J heeft. geld. Wjj weten th&ns, dat de oorlog voor Duitschland en zijn bondgenooten gewonnen is. Aan het eind van dit jaar 1941, zoo gelooven wij, zal de ge heele wereld het weten. Het lot van Duitschland en Italië is thans ook het lot van Japan en omge keerd. Deze lotsgemeenschap is beslo ten, zich tëgén elkeen te keeren, die zou probeeren den oorlog uit te breiden en te verlengen en daarmede het doel van de bondgenooten nL een spoedig herstel van den wereldvrede, tegen te werken. Zy is verder besloten, bij de, nieuwe ordening in de door de natuur aan haar volkeren toeegdachte leef ruimten in Europa en Oost-Azië, geen inmenging te dulden, van welke zijde zij ook moge komen. Matsoeoka dankte den rijksminister van Buitenlandsche Zaken hartelijk voor de ontvangst en de woorden van welkom. pok hij noemde het pact een lotsge meenschap, gedacht voor alle eventua liteiten. Het is in wezen een vredeg- pact, want het moet een uitbreiding van dezen oorlog verhinderen. Het móet verder een inmenging van aan het ge bied vreemde machten in de belangen sfeer van Japan in Oost-Azië en van Duitschland en Italië in Europa, vast beraden tegengaan, waarmede de we reldvrede het best gediend wordt, Matsoeoka beslooC met een welzijn op den Führer, den rijksminister van Buitenlandsche Zaken en op het bloeien en gedijen van het nieuwe Duitsche ryk, in het geloof aan de veilige eind overwinning van Duitschland en Italië in dezen grooten strijd. Bij dé ontvangst waren yoorts aan wezig de generaal-veldmaarschalk Kei tel, verscheidene rijksministers en rijks- leiders, de minister van staat dr. Meiss- ner, en verscheidene andere vooraan staande personen van staat, partijan weermacht. Aan het slot van de ont vangst verhief de Japansche minister van Buitenlandsche Zaken zich nog eens van zijn zetel en uitte de beste wenschen voor het grootste bondge nootschap, dat de' wereld ooit gezien Naar wij vernemen heeft de secreta ris-generaal van het departement van Financiën een zeer belangrijker beslis sing genomen ten aanzien van de toe passing van de loonbelasting over de uitkeeringen ingevolge de sociale ver zekeringswetten. Bij gepleegd overleg met de orga nen, welke met de uitvoering van deze wetten zijn belast, ia namelijk gebleken, dat aan de inhouding van loonbelasting over bedoelde uitkee- ringen zoodanige administratieve bezwaren zijn verbonden, dat éen goede uitvoering der betreffende wetten daardoor in gevaar zou Wor den gebracht, hetgeen daarop zou kunnen neerkomen, dat de spoedige uitbetaling van de gelden aan de rechthebbenden niet meer gewaar borgd zou zijn. Bovendien is gebleken, dat het finan cieel belang, dat voor de staat aan de inhouding van de loonbelasting bij deze uitkeeringen is verbonden, niet zeer groot js. Immers in de meeste ge vallen zijn de uitkeeringen zoodanig, dat daarop volgens de belastingstabel geen loonbelasting behoeft te worden ingehouden, waartegenover staat, dat toch in al deze gevallen de uitvoerings organen met allerlei administratieve beslommeringen in verband .met de loonbelasting zouden worden bezwaard, afgezien nog van andere bezwaren. Na afweging van het aan de inhou ding van loonbelasting verbonden fi nancieel belang jagen de daaraan voor de uitvoeringsorganen de verzekerden en den fiscus verbonden bezwaren is dan ook de secretaris-generaal tot de conclusie gekomen, dat het wenschelljk is, in het algemeen de inhouding van loonbelasting op de uitkeeringen, wel ke in gevolge de sociale verzekerings wetten worden gedaan, achterwege te laten. Daarbij is bovendien de consequentie aanvaard, dat ook geen inhouding be hoort plaajk te vinden in de gevallen, waarin de uitkeering door tusschen- komst van den werkgever geschiedt. Op grond van het voorgaande heeft de secretaris-generaal aan de uitvoe ringsorganen voor de sociale verzeke ringswetten doen weten, dat de uitkee ringen, vergoedingen en verstrekkin gen ingevolge de ongevallenwet, de land- en tuinbouwongevallenwet, de zee-ongswallenwet, de ziektewet en de kinderbijslagwet niet aan de loonbelas ting zyn onderworpen. .Een uitzondering is echter gemaakt voor de zoogenaamde blijvende rechten en ae rentefr aan de nagelaten betrek kingen, welke ingevolge de genoemde ongevallenwetten worden uitgekeerd. Deze uitzondering is gebaseerd op het feit, dat ia de geplien, waarin zooda nige renten worden toegekend, er in den regel een duurzame betrekking be staat tusschen den uitkeerder van de rente en den genieter, terwijl voorts in den regel de vroegere dienstbetrek king is verbroken, waardoor de in den aanvang opgesomde bezwaren, aan de inhouding van loonbelasting verbon den, iftgenoeg geheel wegviBen. In verhand hiermede is bepaald, dat van 1 Juli 1941 af bij de uitbeta ling van deze renten de loonbelas ting zal behoóren te worden inge houden. Voorts vernemen wij, dat by de uit voering van de nieuwe inkomstenbelas ting zal worden overwogen, in hoeverre het wenschelijk is, dat een aanslag wordt opgelegd in de gevallen, waarin in een kalenderjaar aan denzelfden werknemer voor een belangryk bedrag uitkeeringen, waarop geen inhouding heeft plaats gevonden, zyn gedaan. Teneinde misverstand te voorkomen kan nog worden opgemerkt, dat de nieuwe regeling n i e t tot gevolg heeft, dat, indien de eigenlijke werkgever bijv. tydens ziekte nog aanvullende uit keeringen doet, hierop geen loonbelas ting behoort te worden ingehouden. Betaalt derhalve een werkgever, doqr wiens tusschenkomst de uitkee ring ingevolge de ziektewet wordt uit betaald, bij: ziekte het volle overeen gekomen salaris uit, dan behoort dus inhouding van loonbelasting plaats te vinden over het bedrag, waarmede het salaris de uitkeering ingevolge de ziek tewet overtreft. Van beljang is tenslotte de bepaling, dat de thans getroffen regeling de werkgevers, die tot heden op^de door hun tusschenkomst betaalde uitkeerin gen ingevolge de sociale verzekerings wetten loonbelasting behoorden ia te houden, h i e t ontslaat van de verplich ting om de ingehouden loonbelasting af te dragen en dat deze regeling den werknemers geen aanspraak g e e f t op teruggave van loonbelasting, welke in het verleden op de genoemde uitkeeringen is ingehouden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 1