1- O saia is mm BUK ML •ga m iV a m üt u 1 m IW B 9 KB fü BB ULTRA-GELUID Don eersten keer, dat ik weelde zag op Barts tafel li 1 .J m U Bi f/f i £i Ui Ik stond een oogenblik beduusd, toen trad ik binnen en zag een onwezenlijk tooneel (Eigen teekemng) 2 ONDER LEIDING VAN Dr. MAX EUWE OUD-WERELDKAMPIOEN SCHAKEN Hi ii - m GOEDE OPLOSSINGEN. m. Correspondentie-adres Red. „Duizend en Eén", Postbus 959, Rotterdam. in den strijd tegen bacteriën Krijgen de onhoorbare geluidsgolven in de toekomst een taak? LUCULLUS, de fijnproever met historische vermaardheid, ls beslist geen kunstschilder ge weest. Dit wil niet zeggen, dat een ridder van het palet geen smulpaap kan zijn. Het eenige is: hij krijgt nooit kans zich als een Lucullus uit te levenl Waar ter wereld be staat een kunstenaar, die'zich kan beroemen op een volle "maag?" Hen geniaal kunstenaar heeft twee mu zen aan zijn wieg gehad: de muze der schoonheid én de muze der ont bering. Bovendien stonden deze da mes niet alleen aan zijn wieg, maar ze blijvA hem tot aan zijn laatsten snik op de hielen. Eerst na zijn dood gaat een schilder grof geld verdie nen, maar dan is het te laat, om er nog van té profiteeren... Waarde lezer, het is niet mijn be doeling, u op een lijst van epigram- mem of axioma's te vergasten. Dit alles diende slechts tot aanhef voor een gebeurtenis uit het leven van mijn vriend Bart Fock. Bart is één der velen, die zijn hart en maag heeft verpand aan de verlokkende muze van het palet. En gezien het bovenstaande kunt u dus gerust veronderstellen, dat het op materi eel gebied ook hem niet al te zeer naar den vleeze ging. Inderdaad kan ik me Bart niet anders herinneren dan als een schraal, ascetisch jongmensclr met een hoekig gelaat, ontlijst door zwarte, wilde haar- en baardflar- den. Toen ik hem pas kende, meen de ik, dat h|j doorloopend diep-me- lancholiek liep te neuriën; later evenwel wist ik het geluid beter te determineeren: Barts maag knor de permanent van den honger I Bart veranderde nogal eens van domicilie. Niet zoozeer, omdat hij een uitgesproken zwerversnatuur bezat, maar meer uit een oogpunt van zwarigheid met het betalen van zijn ateüerhuur. In één opzicht ech ter hadden zijn verschillende onder komens een punt van overeenkomst: ze lagen altijd op de allerbovenste verdieping, onder de pannen! Vaik heb ik mijn hoogtevrees overwonnen en de draagkracht van mijn beenspieren op een zware proef gesteld, door de vele uitgesleten trappen té bestijgen naar Barts hei ligdom. Ik trof het dan wel eens slecht; soms was hij er niet en dan rustte ik een kwartiertje uit op het duistere portaaltje, zooals een goed alpinist betaamt, om dan weer in den peilloozen afgro^d-vab krakende houten tredm af te dalen. Somp bok (dit wel vaak!) lag Bart nog te slapen, pit laatste echter was min der. Wanneer ik dan op zijn deur klopte, riep hij: Trap open en kom d'r in, idioot! Dit kernachtige woord sloeg dan niet op mij persoonlijk, zooals u wellicht zoudt meenen. Hij verwel komde, ongeacht wie zich mocht aandienen, iedereen, zonder aanzien des persoons, op deze wijze. In Barts atelier vond je van al- s. Rare houten beeldjes uit de een /of andere negerkraal, onnoemelijk vele en even onnoemelijk stoffige half uitgeknepen tubes verf, half of heel afgewerkte doeken van Barts hand, slingerende stukken teekenpa pier met schetsen, doorgerookte pij pen met afgekloven mondstukken, dichtgefrommelde pakjes shag, fladderende paperassen, die uit Wankele kastjes puilden en Joost weet wat nog meer. Twee dingen heb ik tusschen dat alles nooit aan getroffen: een goed maal eten, en banknoten... Of ja het eerste toch wel. Één maal. En daarover wou ik het nu juist hebben. Op een helderen najaarsmiddag bracht ik een bezoek onder de pan nen. Bart bleek thuis te zijn en ik trad zijn a teller" ~ï3nnen. Met den deurknop in mijn hand bleef ik staan; iets vreemds hing in de at mosfeer. "Dat iets was een geur, die uit het atelier de donkere gang inzweefde... een geur, die om mon daine restaurants pleegt te hangen; de geur van verfijnde spijzen, die men met Fransche namen op def tige menu'c aantreft... Ik stond even beduusd. Toen trad ik binnen en zag een onwezenlijk too- neeL Midden in het atelier had Bart een groot teekenbord plat op vier kistjes gelegd; op deze geïmprovi seerde tafel stond een bonte -verza meling van sprookjesachtige heer lijkheden. Mijn wijdgeopende oogen namen In verbijstering alles op. Er waren sardines, olijven, paling- In-gelei, ansjovis, zalm, kreeft, al les geschikt voor een uitgelezen hors d'oeuvre. Verder zag ik een hete rogene uitstalling van zeker tien verschillende worstsoorten; potjes péte de foie gras; asperges, cham pignons, doperwtjes, kaas, ananas, en de hemel weet wat niet al. Tus schen deze wonderlijke uitstalling van lekkernijen stonden enkele fles- schen en fleschjes met veelbelovend fonkelenden inhoud van likeuren... Achter deze tafel-dek-je stond Bart, de handen in de zakken en met een sardonisch lachje om z|jn mondhoeken. Kom verder, kerel. Sluit de deur. Eet een hapje mee! noodde hij. Hij genoot zichtbaar van mijn verbijstering en dwong me, aan de andere zijde van de „tafel" plaats te nemen. Trek in Koninginnesoep? Op het kleine potkacheltje in den hoek sudderde een pan, waaruit da hemelsche geur opsteeg, die mij bij mijn komst had verrast. Bart schepte voor iéder een bord vol en presenteerde er een blik toast bij. Toen zette hij zich tegenover mij; en daór zaten we. Nog steeds wer den m|jn blikken met magische kracht naar de uitbundige uitstal ling getrokken. Nou, zit- niet'fiMélfen, ja soep wordt koud! Waarschuwds Bart. Onder tafel kneep ik mezelf hard in mijn been; het deed pijn, dus ik droomde niet. Er zijn twee dingen mogelijk, zei ik dan. Of je hebt het smal le pad der deugd verlaten en een kraak gezet in de Nederlandsche Bankkluizen, óf je hebt ergens een pot met gouden ducaten opgedolven! 1 Bart grinnikte slechts. Kwebbel niet en breek je hoofd niet over de herkomst van dit man na. Als je de helft van mijn trek hebt, tast dan toe. Soep goed? Toen gaf ik het maar op.. Ik at mee. Na de meer dan verrukkelijke Ko ninginnesoep stelden we een hors d'oeuvre samen van de in over vloed aanwezige ingrediënten. Ei genlijk werd het maal een uitge strekte hors d'oeuvre, want vleesch en aardappelen ontbraken; echter Werd die leemte niet gevoeld, aan gezien we van de hierboven reeds opgesomde eetwaren ruime keus hadden. Ik proefde manmoedig mee van alles, wat Bart me opdrong; hijzelf echter verslond met onuit- puttelijken geeuwhonger van alles een stevige portie. Zijn baard glom... Na dit toovermaal gingen we voor het raam zitten, met riant uit zicht op een grillige, dakenzee, ver guld. door de stralen der zakkende avondzon. Bart kwam aandragen met een armvol fleschjes en twee gebarsten kopjes. Wat drink je? vroeg hij, een zestal likeuren opsommend. We begonnen met Bénédictine, gingen daarna over op Kummel, proefden een Marasquintje, een Crè me de Rose... Het ging me nu in waarheid duizelen. Ik dreigde, Bart met ééh van de flesschen het sche deldak te klieven, als hij nou einde lijk niet eens^onthulde, wat het ge heim was van deze orgie. En toen zwichtte hij voor mijn nieuwsgierigheid. Het is allemaal heel eenvou dig, legde hij uit. Kijk, ik kreeg dezer dagen een opdracht... Ik moet voor een groot levensrftiddelenbe- dr|jf een affiche ontwerpen. Dat is alles. Aha! zei ik. Nou begin ik er althans iets van te snappen... En betaalde dat zóó goed, dat je er een dergelijke smulpartij van kunt opzetten? Nee, dat niet. Ik krijg voor het ontwerp, in vier kleuren, een habbekrats: vier tientjes! Maar de clou is, dat ik natuurlijk modellen moest hebben; het moet een rjjkge- stoffeerd stilleven worden, begrijp ja! Allemaal artikelen in blik. Van leder één model! Ach Ja, natuurlijk. Eendachtig van me, dat ik 't niet doorhad. Wan neer heb je het stilleven afgeleverd? Bart wuifde achteloos in de lucht Ik ben nog niet begonnen! Ik keek verstomd. Dus... Je hebt je modellen al opgegeten, vóór je affiche klaar is? Hoe moet dat-dan? Kaffer! zei Bart vriendelijk. Ik heb toch alleen de verpak kingen noodig voor het ding... Die heb ik natuurlijk bewaard. Dacht je, dat ik kans zag, om een dus- danigen voorraad voer onder mijn berusting te hebben, zonder het aan te raken? Proost! zei ik en verslikte me in de Crème de Menthe. Zoo is het geschied, den eenigen keer, dat ik weelde zag op Barts tafel... CH AAKRUBRIESC Oplossing No. 33A door L, Valve: zeven punten. Wit: KdS, De8, Te4, Lel, Lei, Pdt Pee, pi. al, c». CZsrart: Ke4. TO. Th», gig Pfl, Pg4, pi. d7, tS, g3. 1. Pb5, dreigt 2. Pg5?t mat. 1Te3! 2. Le2 mat. 1Td3t. 2. LdS mat. 1Le3, 2. Pel mat 1dad:, 2. Dc6 mat 1f4, 2. Dgfl mat. 1. Lel:?, 2. Pc5: mat Sola: twee punten. Oplossing No. S3B door P. Wit: KM, DM, Pdl, Pdl" Iwsrt: Kd4, pi. c2, e2. 1. Pel. dreigt 2. De9 met 1Kc3, 2. Da»? Kb2. Pd3 mat. 1Ke3, 2 Dg5t, Kil, S. Pd3 mat Echo-mat! a.. Probleem Ne. Hé. Zwart il W Wit Wit: KM, DeS, TdT, Lts, PM, pi f4 (zee stukken). Zwart: Kd9, Da8, Taf, Tag, LM. pt eg ad, eg dd, fd, f? (elf stukken). Wit geeft in twee zetten mat Probleem No. UB. Zwart ebt t e I g b WK Wit: Kg7, Db7, Tg9, pi. dg (vier etukken). Zwart: KM, LM, PM, pi. eS, g3, g4, M (zevfc ■tukkan). Wit geeft In drie eetten met No- 32A. A. v. d. Tol (6). A. d« Wildt (6). L. F. Kroep (6), J Steffen (6), J. Blanc (6), W. de Vrloa Jr. (6), A. P. Maakenschijn (8), J- A. Vroom (6), D. L. Kieke (6), L. J. v. Popering (6), K. Hartman (6), J. W. Stegeman (6), W. Bijl (6), A. Poldervaart (6), J. H. v. d. Velden J. Harmten (6), J. Schr. (6), J. Hillebrand (6). mej. W, Koch (6). O. H. Koop man (6), H. A. Leniger (6), Ad. J. VerlooiJ (6), W. Jongeneel (0),. A. Mes (6), H. Wenting (6), J. H. Burg Jr. (6), J. Ubas (6), J. H. Th. Heisterkamp (6), L. Kappara (6), Q. Hopman (6), B. Klok (6). No. 32B. J. Oudenaarden (0), C. J. Vogel (0), A J Berkenbosch (6), D. Schaap (6), J. H. Burg (6) R. H. Mustard (0). mej. J. Ksrkhoff (0), D. 't Hart De onderstaande partij uit den wedstrijd om het Ruaaiach kampioenschap doet eenignina komiach aan wat betreft de lotgevallen van den witten ko ning. Nadat deze eerst zijn stelling aan den kant van de lange rochade vóór zijn oogen ziet ver nietigen, zoekt hij zijn toevlucht aan den kant van de korte rochade. Ook deze positie^blijkt onhoud baar en ten einde raad wandelt de ""witte koning het vrije veld in, zijn ondergang tegemoet> Wit: Dubinin "Zwart: Weressoa Siciliaansche Partij. i pgi—a I. da—da 4. Pf3 z d4 I. Pbl—c3 8. Lel—g5 c7—cft Pb0—c« C6xd4 pfi-fd d7—dl De Richter-variant welke wit een vrQ «pel ver schaft. Men mag echter de aanvalskanaen, welke hieruit voortvloeien, niet overschatten, vooral niet, wanneer wit zooals gebruikelijk tot de lange rochade besluit. Zwart krijgt namelijk in het alge- meert zeer spoedig tegenkansen, doordat hij over de open c-lijn beschikt. 7. Ddld2 8. 0—0—0 d. f2f4 e7—ed Lf8e7 Oogenschijnlijk staat wit zeer goed. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat de witte posi tie geenerlei verzwakkingen vertoont. 8. Pcfl X d4 Zeer Juist, want nu heeft wit niet meer de ge legenheid om de c-lijn door ruil op c6 te sluiten. Bovendien wordt de witte dame naar een minder gunstig veld gelokt met het oog op een eventueelen ruit. op fd. 10. Ddl x d4 11. Lfl—«J Ddlai Op c4 stond de witte looper beter, zoowel voor de verdediging als voor den aanval. Op te merken valt nog, Jet 11. eft niets -sou ople veren wegens 11deft: 12. feft:, Tdli. 11. hl—bd! Dwingt den witten looper tot een verklaring. 12. Lgft x f0? Ken verkeerde keuze. De swarte looper gast 11 een zeer aterke aanvalspositie Innemen. 12 13. Dd4xd0 Le7 x f0 Lf6 x c3 Vermoedelijk heeft wit slechts gerekend op 13. Td8, waarna 14. Da3 tot een bevredigend eindspel leidt Met den tekstzet wordt de witte koningsstelling ernstig in het nauw gebracht 14. b2 x c3 18. Dd6b4 Da5 x a2 b7—b5l Een zeer sterke aanvalszet, welke op een bekend principe berust: ten koste ven pionnen lijnen té openen. 16. Db4 x bft Voorzichtiger was 10. Db3 geweest 16 17. D bft—bl ld. Tdl—d4 Da2a3t Deft—ol Hoewel wit de ontwikkeling ven Lc8 nog steeds heeft weten te verhinderen, doet dit geen efbreuk san de kracht van wit's aanval* omdat deze inslui ting slechts tijdelijk ie. li Zeer sterk gespeeld. Zwart verschaft zich met den tekstzet het belangrijke veld *6 voor zijn looper. 19. Db2b4 Dcft—c7 20. Td4dft eft x 14 21. Db4cft Dc7b7 22. Kcld2 De witte koning mdÉt onmiddellijk vluchten, om dat zwart reeds dreigde met 22. Led en 23 Tac8 een besllssenden aanval in te leiden. 22. 23. Tdft—d4 24 Dcft—b4 25. Thl—al Lc8ed Ta8—c8 Db7—c7 f4—f3f rekening met de mogelijkheid, dat de witte koning zich op den enderen vleugel in veiligheid wil bren gen. 26. Le2 X O Dc7—f4t 27. Kd2—«2 D!4 x h2 28. Keft—12 H—15 Een energieke poging om de nieuw betrokken •telling bijtijds een te testen. 28. e4—eft 18-14 ca 30. Tal x a7 Onder de gegeven omstandigheden beteekent een pluspion een schrale troost 10. 31. Kift—n 32. Ta7b7 83. Td4—dl •telling na 83. Zwart Dhft—flSf Td—bl Tb8—el Led—h31 ah. d.l-g k Wit Met de dreiging 31. DfS:?. M. Db4-e4 LM X g2?l Een prachtig en entl beelleeend offer. 39. LfSxg» 14—tl 36. Lg2-M Het enige veld voer dn ongelukklgen looper. >7. Kil—H <8. Kfl«I Dg»—Mf DM—Mt Ne een enderen Iconingezet laat Lhl verloren, meer de tekstzet heeft nog ernetiger gevolgen. Ke3d4 I 40. Kd4—cl Wit geelt het op. Dh3—ad? Te»—dit De] x «4 Opnieuw leer sterk gespeeld. Zwart houdt roede s Het mengchelljk oor la la staat alle gelui da- golven op te nemen, welke met een anelheid van mlnitena 16 en hoogatena 30.000 trillingen in de seconde het trommelvlies beroeren. Ge luidsgolven met een trillingegetel lager dan 16 of hooger dan 30.000 kunnen wij niet meer waarnemen. Deze onhoorbare geluidsgolven zijn het, waarvoor da aanduiding ultrageluid ia gevonden. Reeds heeft men vastgesteld, dat er utrageluid bestaat mat een trillingsgetal vee 600.000 en daza geluidsgolven zijn in staat bao> teriën te vernietigen. Toegepast op hst van- duurzamen van levensmiddelen, wil dit dus zeggen, dat ultrageluid kan worden gebruikt om te e te r e liseer en I Wij a taan hier, aan dan aanvang van aan gahaal nieuwen wag in da bestrijding van bacteriën an al aal men v» etandig doen zich te hoeden voor al te groots verwachtingen, toch lijkt het niet onmogelijk dat hat ultrageluid voor dit daal aan geoeOe

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 7