„Steeds paraat".
E.E. de Looze neemt afscheid
van de Goudsche gemeente
toon» zich paraat
De Vuurtorenwachter
AT
AAR
ANNEER
ia«t
>E BLAD
MAANDAq 16 JUNI 1941
I
S'fria
2ga
|i«b£
«or,
I Juni,
N.
Stadsnieuws-
„Zijt een in geloof en liefde'
Prediking naar Filippenien 1 vers 27
W
Vijftig jaar Rerum
Novarum.
Eerste lustrum van brandweervereniging met
demonstratie gevierd
FEUILLETON
ta
lbon*
«UJ,
op
lletler,
PS to.
aan.
nder.
|uken,
dat
«lisa.
nkela
lekei*
Vtiren
|jd en.
den
va*
da
vcrk.
OR
an ba.
nalen
bteur.
rings.
|n.
Rot.
|J. J
i met
mcf
met
of
eel/
l.gr.
ctie).
«I
aal
verband met zgn vertrek naar
um, heelt ds E. E. de Looze
in den middagdienst in de Sint
,-k alscheid genomen van de
^lie Ned. Hervormde Gemeente.
PEfeerk was geheel bezet. De dienst
L?ian met het zingen van ps. 42
'l en 5. Als Schriftlezing las Ds de
u voor Filippensen 1 van het 27e
waarna hij voorging in gebed.
Kjgst van deze afscheidspreek was
«pensen vrs. 27 „Alleenlijk wan-
waardiglijk het Evangelie van
dus, opdat, hetzij ik kom en u zie,
j jk afwezig en, ik van uwe zaken
hooren, dat gij staat in éénen
met één gemoed gezamenlijk
nde door het geloof des Evan-
E. E. DE LOOZE.
(Foto Studio)
Voordat de scheidende leeraar met
I «jn prediking aanving, zeide hij tot de
gemeente, dat 't einde van den arbeid
fel Gouda is gekomen. Een période van
gemeenschappelijk leven is afgeloopen.
Drie jaar is ds. de Looze verbonden
geweest met de gemeente door zijn ar-
I feeid en nu is hij naar elders wegge-
loepen, al zou hij met genoegen veel
lünger gebleven zijn. Ook in dit uur
gut het echter niet om hemzelf, maar
hetzelfde Evangelie als immer moet
gepredikt worden. De aanwezigen zon
gen hierna ps. 73 vers 13 en daarop
rers 12.
Zijn prediking aanvangende, zeide
gs De Looze, dat de gemeente van
Filippi door Paulus is gesticht. De stad
wu een Romeinsche kolonie, door ko-
bevolkt. De prediking van
was daar een kracht Gods tot
«id geweest. De geloovigen zijn
ra van het hemelsch 'rijk, kolo-
«iitên des hemels in deze wereld. Zoo
is Hlippi een' zeer geliefde gemeente
foor Paulus geweest, waaraan hij
deeds natiw verbonden is gebleven.
Aan die gemeente schrijft Paulus
eek het woord van den tekst van dezen
dienst. Dit uur is ook een oogenblik
terugzien, op hetgeen geschied is in
Itgeloopen jaren. Het Evangelie van
Jezus Christus is gebracht, gepredikt
Gouds- souvereine recht, de verloren
heid van den mensch, maar niet min
der het Woord van Gpds genade in
Christus, van wat God in Hem en door
Hem gedaan heeft en gegeven heeft en
Keft.
Ook hier is de gemeente verder ge
bouwd door Gods Woord en Geest, als
Rmeente aan Christus verbonden, als
kolonisten des hemels. Daar is het
Woord Gods een kracht geweest en
spijze voor het hart. De gempente moet
blijven bij dat Woord, levend in het
geloof, uit geloof tot geloof.
Paulus schrijft aan de gemeente van
kolonisten des hemels te Filippi, over
eigen omstandigheden en de beteèke-
nis voor het Evangelie, doch bovenal
om te wijzen op de roeping. Waar de
Heere een goed w^rk begonnen is zal
Hij voleindigen, "maar de gemeente
lette op Zijn Koningswoord! Het gaat
er om dat Christus groot gemaakt
wordt. Paulus, gevangen man, hoopt
de gemeente weer te mogen zien en
van haar te hooren, als hij niet in
Filippi is. Maar dam komt het hierop
aan, hetzij Paulus er is of niet, dat de
gemeente wandelt, waardiglijk het
Evangelie van Christus, in overeen
stemming met dit Evangelie en als
burgres van den hemelschen staat, een
leven in geloof en liefde.
Dit houden wij U, ging ds De Looze
met nadruk voort: Gedraagt U als ko
lonisten des hemels, als gemeente van
den Christus. Omdat Hij U geroepen
heeft tot Zijn dienst. Want van Hem is
de kracht. Het gaat er. om; dat wij blij
ven bij het geloof in Hem, Hem be
lijden en dienen, Zijn Naam groot
maken, wandelen in Zijn weg!
Het leverr waardiglijk het Evangelie
is een leven in de liefde, als vrucht
des geloofs, de vrucht des Gqes'es.
De gemeente van Filippi, levend
naar Gods Woord en Wet moest het
leven stellen in Gods dienst: Uw wil
geschiede'. Ook dat is een wandel naar
het Evangelie van Christus. Dat
mogelijk,omdat de Koning boven is
en Zijn Wet schrijft in het hart Zijn
kracht Wordt in de zwakheid dej
meente volbracht.
Zoo hopen wg, te zien en
nemen, wendde de predikant zien tflt
de gemeente, dat gij staat in de Waar
heid-Gods, dat gij uit de belijdenis
leeft en de vaan der belijdenis opheft,
dat gg. wandelt bij het Woord en
Sacrament des Heeren, in teederen
wandel,»zoekend wat Hem welbehage-
lgk is.
Eensgezindheid.
Naast alggmeene vermanirg wijst
Paulus vooral op de noodzakelijke
eensgezindheid.
De gemeente moet eensgezind ,pal
staan voor het Evangelie, strijdend
den goeden strijd des geloofs, om
worstelend te overwinnen.
Paulus wijst op noodzaak van een
heid van geest, d.i. het denkleven moet
op hetzelfde gericht zijn en eenheid
van gemoed, d.i. de liefde mpet het
zelfde voorwerp hebben n.l. het Evan
gelie van Christus.
Het gebod des Heeren is, dat allen,
die in Christus den Christus der Schrif
ten één zijn, elkander liefhebben en
samen strijden voor het geloof des
Evangetips-
Laat men zich wachten voor sepa
ratism e, maar eveneens voor het ont
zeggen Van een plaats aan diegenen,
die willen leven uit de Waarheid, ver
tolkt in de belijdenis.
De gemeente des Heeren is een
lichaam, een organisch geheel. Ieder lid
moet het geheel dienen en het lichaam
moet den Heere dienen.
De gemeente Gods als kolorye ver
bonden aan het Hoofd in den hemel,
zoeke Zijn eer, betrachte Zijn dienst,
létte op Zgn Woord, in geloof, hoop
en liefde.
Hg bouwt de gemeente niet naar
onze keus, maar naar Zijn welbehagen,
zoodat wg de leden ontvangen uit Zijn
hand.
Schouwburg Bioscoop: Vaarwel vrij
gezel (met Ralph Arthur Ro**™.
Camilla Hom, Rudi Goddens, Grethe
Weiser en Maria Andergast). Aan
vang 8.15 uur.
Thalia Theater: Operette (met Willy
Forst, Maria Holst, Dora Komar, Paul
Hörbiger en Leo Slezak). Aanvang
8.15 uur.
Reünie Bioscoop: Een balnacht in
Palamo (met Heinz Ruhmann,
Camilla Horn en Theo Lingen). Aan
vang 8.15 uur.
16 Juni 8 uur - Voormalige Ambachts
avondschool: Cursus transportcolonne
Roode Kruis dames.
18 Juni 7 uur Ned. Géref. Gemeente:
Spreekbeurt ds. Joh. van Weizen.
18 Juni 8 uur Daniël: Cursus E.H.B.O.
18 Juni 8—9 uur Oosthaven 10: Zitting
adviesbureau Ned. Vereeniging voor
luchtbescherming.
19 Juni' 720 uur Leger des Heijs:
Heiligingsdienst.
19 Juni 7.30 uur Vrije Evangelische
Gemeente: Bijbellezing en bidstond.
20 Jpni 8 uur Voormalige Ambachts
avondschool: Cursus transportcolonne
Roode Kruis heeren.
23 Juni 11 uur De Zalm: Openbare ver-
kooping door notaris J. van'Kranen
burg.
23 Juni 8 uur Ons Genoegen: Alge-
meene vergadering sociëteit.
24 Juni 1 uur Achter de Waag: Ver
trek excursie Ned. Vereeniging van
Huisvrouwen naar landbouwbedrijf
in Zuidplaspolder.
APOTHEKERSDIENST.
Steeds geopend (des nachts alléén
voor recepten):
Apotheek E. Grendel, alleen Lange
Tiendeweg 9.
Janskerk en Westerkerk en ook bracht
hg dank aan de dokters en zusters van
het Diaconessenhuis „De Wijk" en van
het Van Iterson ziekenhuis.
Tenslotte richtte hg nog een woord
tot de gemeente. „Ik dank u, aldus ds.
De Looze, ook namens mijn vrouw, uit
den grond van mgn.hart voor de liefde
en genegenheid van u ontvangen. Het
scheiden valt mij moeilijk en is niet
gemakkelijk. Ik hoop, dat ik voor u
heb mogen zgn een Herder der kudde.
God geve, dat spoedig weer'een andere
dienstknecht zal gevonden worden om
deze geestelijken arbeid weer voort te
zetten Eén ding wil ik u nog zeggen:
„Houdt u steeds en ten alle tijde aan
Gods woord".
Hierrja'dankte ds. de Looze, wazrna
gezongen werd ps. 86 vers 6.
Ds. H. van Dijken G.zn. sprak ds. de
Looze toe namens de predikanten en
als voorzitter van" den kerkeraad. Ook
namens de gemeente bracht hjj den
scheidenden predikant dank voor het
werk dat hij in Gouda voor 6e Ned.
Henr. Gemeente heeft gedaan. Ds. v.
Dijken liet de gemeente ds. de-Looze
toezingen Ps. 121 vers 4: „De Heer zal
u steeds gadeslaan, opdat Hg in ge
vaar, uw ziel voor ramp bewaar",
waarmede deze afscheidsdienst werd
beëindigd.
Na den dienst was er gelegenheid
ds. en mevr. de Looze persoonlek de
han'd te drukken, hetgeen velen heb
ben gedaan.
De roeping, waartoe Paulus roept,
welke wg doorgeven, is een roeping,
welke de Geest des Heeren gebruikt,
om de kracht daartoe van het Hoofd
te begeeren, in Wien alles reeds ge
geven is, in Wien de gemeente in den
emel gezet is en uit Wien alles komt.
Laat dan, besloot ds. De Looze, Uw
wandel wezen, waardiglijk het Evange
lie van Christus, biddend en strijdend,
strijdend eö wachtend op de komst van
het Hoofd. Want de gemeente is
adventsgemeente. Jezus komt tot zijn
wachtende kerk en waar Hij is zal ook
Zijn dienaar wezen. En de lof zal zijn:
En Gij hebt ons onzen God gemaakt
tot koningen en priesteren. De zalig
heid zij onzen, God, die op den troon
zit en het Lam. En Gods kolonisten
zullen als koningen heerschen op de
aarde.
Een afscheidswoord.
Ds. De Looze richtte zich vervolgens
tot de drie predikanten, om hen te
danken voor den prettigen omgang en
voor de vriendschap, die hij van hen
mocht ondervinden. Vervolgens sprak
ds. De Looze tot de ouderlingen en de
diakenen. Ook van hen heeft hg groo-
ten steun ontvangen en daarvoor be
tuigde hij zijn oprechten dank. Even
eens dankte hij de leden van kerke
raden buiten Gouda, dat hij af en»toe
eens in hun midden mocht vg«eeren
Tot de kerkvoogden en notabelen zeide
de predikant, dat de zorg voor deze
prachtige St. Janskerk groot is en hg
sprak de hoop uit, dat zij spoedig het
oude aanzien weer mag terug krijgen,
Ook de commissie van oppertoezicht
en collectanten, de verschillende hoof
den der Chr. scholen, in het bijzonder
van de Chr. lagere landbouwschool, en
aan besturen van Chr. jeugdvereeni-
gingen bracht ds. De Looze dank. De
predikant noemde vervolgens de orga
nisten der kerken, de kosters van St.
Warm* waardeering voor kranige korps uitgesproken
KERKELIJKE VIERING.
Op 15 Mei was het vijftig jaar gele
den, dat de roemrijke encycliek, die
algemeen met haar beginwoorden
.Rerum Novarum" wordt aangeduid
door Paus Leo XIII werd uitgevaar-
digd. M
Tevens was het 10 jaar geleden dat
Paus Pius XI de daarbij aansluitende
encycliek „Quadragesimo Anno" uiH
[vaardigde.
Het was de bedoeling deze jubilea
heel feestelijk te vieren. O.a. waren er
reeds minstens vierduizend katholieke
arbeiders aan het sparen voor een
bedevaart naar Rome om daar te sa
men met de arbeiders uit de geheele
wereld hun dank en hulde te gaan
brengen tegenover den Paus. Door de
tgdsomstandigheden kunnen deze plan
nen 'niet uitgevoerd worden en er moet
volstaan^ worden met een plechtige
kerkelijke viering, waartoe voor Gouda
het plaatselijk Comité „Nieuwe Ge
meenschap"'het initiatief heeft geno-
lmen:"iJ"
Gisteren om 7 uur was er in de H.
Sacramentskerk in de Korte Akkeren
een algeniëer.e H. Communie voor de
leden van den R.K. Volksbond.
Om 10 uur werd een plechtige Hoog
jTnis opgedragen, welke werd bijge
woond door alle leden van de Katho
lieke sociale organisaties. De vaandels
en vlaggen van de verschillende vak
organisaties waren rond het altaar ge
groepeerd.
Des middags om half 4 was er een
plechtig Lof, waaronder pater Jac.
Terstappen O.F.M., algemeen geeste
lijk adviseur, een feestrede uitsprak.
Pater Terstappen memoreerde het
ontstaan van de beiden encyclieken en
schetste den toestand van de arbeiders
vijftig jaar geleden. De katholieke ar
beiders, aldus spreker, moeten dank
baar zijn voor het belangrijke feit, dat
paus Leo XIII met zijn encycliek „Re
rum Novarum" krachtig de leiding
nam bij het sociale werk, het werk tot
verheffing van de arbeiders in de eer
ste plaats.
Spreker wees er op, dat in Gouda
reeds op 30 Augustus 1893 een afdee-
ling van den R.K. Volksbond werd op
gericht-
Tenslotte spoorde pater Terstappen
de aanwezigen aan trouw te blijven
aan hun ideaal.
De plechtigheid werd beëindigd met
het zingen van „Aan U, o Koning der
eeuwen," van dr. Schaepman'
Wie Zaterdagmiddag over de Nieuwe
Haven mocht zgn gekomen, zaL zich
een oogenblik toeschouwer hebben ge
dacht van een opvoering van duveltje-
uit-een-doosje met levende personen.
Want plots vlogen van tal van hui
zen de deuren open en zoo hard als
ze maar loopen konden, snelden man
nen de straat over naar de „brand
weerkazerne.
Het wareh de wakkere leden van ons
kranige vrijwillige brandweercorps, die
op deze wgze de demonstratie inzetten,
welke was georganiseerd ter gelegen
heid van het vijf-jferig bestaan Hunner
vereeniging, de Goudsche vrijwillige
brandweer-vereeniging „Steeds 'Pa
raat". Men heeft brandblusschen wel
eens een sport genoémd, waaraan de
beoefenaren zioh met hart en ziel wg-
den, en ongetwijfeld was de inzet
van de oefening een sportieve, zooals
daar al die lieden in fermen wedloop
de kazerne binnenstuiven. Slanke jon.
geren en welgedane ouderen spurtten
in hoog tempo en het zal niet verwon
deren als een van die stoere vetera
nen bij een passende gelegenheid nog
eens verklaart, dat een der middelen
om jong te blijven het lidmaatschap
van de brandweer is.
Als de bei gaat.
De snelle verschijning en de vlotte
uitrukking van het materiaal dwong
in elk geval de bewondering af* van
de genoodigden, die kwamen kijken,
wat er gebeurt als er alarm gemaakt
wordt. j>e bel rinkelde nog toen ,de
eerste al om den ijoek kwam zetten
en een oogenblik later was het ge
heele corps present, 't Was een en al
activiteit in de kazerne, de ohauffeurs
zetten de motoren der voertuigen aan
en openden de deuren en de leden
schoten met frappante snelheid jas
aan, déden den gordel om, stapten in
hun laarzen en zetten den helm op.
Nauwelijks één minuut nadat de
alarmbel bgon te luiden, reden twee
voertuigen, spuit en ladderwagen, met
volledige bemanning de kazerne uit
en met loeiende sirene ging het naar
het veemarkt-terrein, waar na korten
tijd uit vijf slangen, waarvan een over
den ladder werd gevoerd, forschte
stralen omhoog schoten.
De wirnd joeg het water over de
gracht, waar op den Bleekersingel een
dichte regen de nieuwsgierigen, die op
den walkant' waren saamgestroomd,
verraste en hen ongedacht medevie
renden aan het brandweerfeest maak
ten. Met luide hoera's genoot de jeugd
van het pretje.
Na de demonstratie is in het vee
markt-restaurant het eerste lustrum
gevierd van „Steeds Paraat", waarvan
de leden met de daad den naam van
hun vereeniging alleieer aandeden, in
een genoeglijk samenzijn herdacht.
Hulde op receptie.
Dit is de gelegenheid geweest om
hartelijke woorden van waardeering te
spreken jegens de vereeniging en het
corps voor al het goede wérk, dat ge
heel vrijwillig en met zooveel toewij
ding in het algemeen belang wordt
verricht. Nu is een vijf-jarig bestaan
op zichzelf geen bijzonder feit, het
korps, dat het viert is wel belangrijk
en de vereeniging mag het met trots
herdenken, omdat zij mede heeft bij
gedragen onze brandweer op het voor
treffelijk peil te brengen, waarop het
staaf en den goeden naam te Ver
schaffeit, dien het korps terecht heeft.
Men kan de hulde aan'en de be-
teekenis van de brandweer niet
beter schetsen dan de waarnemend
burgemeester, mr. H. P. C. M. d e
Wit Wijnen, het deed, toen hg
in de toespraak, waarmede hg het
recepieerend bestuur geluk-
wensohte, zeide, dat het feit, dat
hier zoo weinig groote branden
voorkomen, is te danken aan „de
kranige brandweer, die steeds wist
te verhinderen, dat het groote
branden werden.
De waarnemend burgemeester wees
op het streven tot het instellen van
beroepsbrandweren en hg oonstateer-
de dat het gemeentebestuur heeft kun
nen zorgen dat een omzetting voor
Gouda niet noodig is., omdat hier de
vrijwillige brandweer goed is. Aan
hulde v/oor korps en vereeniging
voegde 4e heer De Wilt Wijnen den
wenseh 'toe, dat Gouda trotsch op z'n
brandweer zal kunnen blgven.
De receptie was begonnnen met een
inleidend woord van den voorzitter
van „Steeds Paraat", den heer W. d e
Jong, die kon vaststellen, dat de 25
leden van 'Zijn vereenigiing, van aan-
pakkén weten en zich als mannen van
de daad steeds beijveren den naam
brandweer en club hoog te houden.
Groot belang voor de stad.
Het eere-lid der vereeniging en te
vens geestelijke vader er van, de heer
J. G. den Bóer, die als waarnemend
opperbrandmeester vele jaren aan het
brandbestrijdingswezen te dézer stede
leiding heeft gegeven, nam de gele
genheid te baat om warme waardee
ring uit te spreken jegens het wak
kere korps. Het doel der vereeniging
is het vergrooten van. saamljoorighejd
en het vermeerderen wan de vakken
nis en steeds stuwt <h ij de leden in de
goede jjrictfting, waardoor een uitste-
kendetgeest bestaat en liefde voor het
vak gekweekt wordt. Het is, zoo zeide
de heer Den Boer, een mooi vak, dat
den leden de satisfactie geeft iets nut
tigs voor hun medemensehen te doen.
Dag en nacht staat het korps klaar en
het verdient aller steun, want het be
lang van een goede brandweer is voor
onze stad niet te schatten. De veree
niging kan trotsch zgn op hetgeen zij
voor Gouda heeft bereikt, besloot de
heer Den Boer, die ten slótte namens
het colle'ge van brandmeesters als
dank voor allen arbeid een fraaien
bloemenmand aanbood.
Ook de opperbrandmeester, ir. L.
Sollewijn Gelpke bood geluk,
wensehen aan en de door hem uitge
sproken waardeering voor de brand
weer klonk ook uit het woord van
gelukwensch, dat vervolgens als oud
ste brandmeester, de heer J. L. H u 1-
n e m a n, sprak. Schriftelijk was in
hartelijke béwoordingen een felicitatie
ingekomen van den oud-secretaris der
vereeniging. den heer F. Overkamp,
thans te Laren woonachtig.
Het samenzijn werd bijgewoond
door alle leden van het korps, die
allen ook lid van de vereeniging zijn,
en zekerheidshalve hadden ze de spui
ten meegebracht, die op het terrein
geparkeerd waren om bij alarm direct
te-kunnen uitrukken, maar dat is ge-
kig niet noodig geweest. De bijeen
komst werd mede bijgewoond door de
vrouwen der brandweerlieden en het
is stellig een goede gedachte geweest
om ook de dames uit te noodigen,
want zij zien steeds bij nacht en ontij
hun mannen de deur uitrennen en zij
hebben te zorgen, dat de spulletjes
(Nadruk verboden.)
KEN VERHAAL VAN DE ZEE
bewerkt door
A D R I A A N J. HUISMAN
I)
HOOFDSTUK I
Aangespoeld
„emS
Den heelen nacht had de hel op den
tour toren haar waarschuwende stem
door den mist doen klinken. Het geluid
ocheen den heelen toren, die even
bocht en sterk leek als de rots van
Kaniet, waarop hij was gebouwd, te
doen beven voor het met groote kracht
dt duisternis invloog.
In de hoogte bescheen een duizen
den kaarsen sterk licht de laaghan-
tende wolken. Tienduizenden malen
torsterkt door een ingenieus lenzen-
Bel trachtte het den dikken 'mist te
oren; maar het licht kreeg een
dgenoot; uit zee kwam een wind
teken, die den mist deed optrekken.
Rn even later had men van den
ogen, sterken toren een schitterend
tócht.
Aan den horizon sloot een zee, die
transparante zijde gemaakt
en, aan bij een turkooizen hemel.
l het Westen werden enkele eilanden
door de laatste mistbanken ge
ien gehouden, maar weldra zag
i daar een door de eerste stralen
zon 'met purper overgoten iand-
•P te voorschijn komen. Over de
iren schoten groene en blauwe
>en, die een gloed verspreidden
E er ber8en edelsteenen lagen.
I^Rea man op de smalle galerij, die
den toren liep, bleef even staan
1 fe genieten van de schoonheid, die
hem omringde; een schoonheid, die
op hem des te grooter indruk maakte,
daar hij vandaag voor het eerst na
vele dagen weer de kust zag van zijn
geliefd vaderland.
De deur naar de vertrekken van den
vuurtorenwachter stond open. De
man, die binnen druk bezig was met
het schoonmaken van enkele onder-
deelen van het licht, staakte zijn werk
om zijn hoofd naar buiten te steken
en te vragen:
Riep je mijt
Deze zakelijke woorden deden den
droomer ontwaken en hij antwoordde
met een glimlach;
Ik ben me er niet van bewust,
hoorl
O, dan is het in orde. Ik dacht,
dat je om vuur riep.
De ander boog zijn hoofd om het
vlammetje van een lucifer tegen den
wind te beschutten. De man binnen
snoof verlangend den geur van de ta
bak op, maar hij dacht er niet aan de
regels te overtreden en binnen een
pijpje op te steken. Inplaats daarvan
gaf hij den ander een goeden raad.
Ais ik jou was, zet hij, zou ik
naar benedeVgaan. Ik zal wel wat
voor je bewaren van het ontbijt: eie
ren en schelvisch. Je zult je na die
twee dagen ook Wel moe voelen.
Ja, ik ga dadelijk naar beneden,
eerst wil ik nog even een pijp rooken.
Ofschoon de beide mannen in de
uniform van önder-vuurtorenwachter
gekleed waren, was het duidelijk, dat
de één een heer en de ander een ruwe
zeebonk was, die meer om eieren en
visch gaf, dan om de bekoring van
een mooi landschap.
De „heer" wendde zijn blik naar
den zeekant. Een dertig kilometer
naar het Zuidwesten duidde een rook
wolk op het naderen van een mail
schip. Over een uur zou het schip vlak
bij zijn. De wachter was er vrijwel
zeker van, dat het de „Olav Tryg-
vasson" was, die uit New York naar
Orip terugkeerde,
Over een paar uur zouden de opva
renden in de hoofdstad zijn. De hoofd
stad, bedacht de torenwachter, waar
uit hij twee jaar geleden wegvluchtte
met een afkeer, die aan waanzin
grensde.
Dat groote schip droeg honderden,
die niets anders verlangden dan naar
het gewoel van de groote stad te ko
men. En dc man, die hier nu stond
te rooken het was duidelijk, dat hij
een beschaafd man was, hij had een
fijnbesneden gezicht had aan dat
alles den rug toegekeerd om hier zich
op een eenzame rots op te stuiten.
Vreemd, zoo verschillend als de
menschen aangelegd zijn; en de vrou
wen vooral. Bij deze gedachte kwam
een harde trek op zijn gelaat, die, zijn
maat, die binnen lustig zat te zingen,
zeer verbaasd zou hebben.
De man buiten scheen uit een pijn
lijken droom gewekt te worden door
een deuntje, dat zijn kameraad aan
hief.
Hij klopte zijn pijp op de leuning
uit en stond op het punt naar binnen
te gaan om zijn slaap te aan' inhalen,
toen zijn oog op iets bleef rusten, dat
nog een kilometer of twee verwijderd
was, maar nader kw^i.
Op het oogenblik woei er een zwak
ke wind uit het Zuiden en deze wind
dreef de golven met kracht tegen de
verraderlijke rotsen, waarvoor de
schepen door dezen vuurtoren werden
gewaarschuwd.
Met kalm weer was het haast on
mogelijk veilig aan de kust te landen,
maar als een storm opstak, was het
eenvoudig uitgesloten. De man op den
omloop staarde aandachtig naar wat
nu een reddingboot met een gebroken
mast bleek te zijn. Doordat de boot
wit geschilderd was, had hij ze niet
eerder tusschen de schuimkoppen ont
dekt. Misschien zou hij ze nu ook niet
gezien hebben, ais niet een aantal
meevliegende eeeuwen verried, dat
er iets bijzonders aan de hand was.
Aan de kleur van het bootje had
de wachter direct gezien, dat het niet
een scheepje, was, dat tusschentïe
kleine eUanden op en neer voer, maar
een reddingboot van een groot schip;
hoogstwaarschijnlijk was er dus een
ongeluk gebeurd.
Knut, riep hij.
Zijn maat kwam op zijn geroep vlug
aanloopen.
Wat denk jij daarvan?
Reddingboot, merkte de ander
kalm op. Aanvaring, dagen geen
wind geweest.
Het was duidelijk te zien, dat de
boot niet werd bestuurd. Door den
wind zou ze de baai ingedreven wor
den en door het getij op de rotsen
worden geworpen.
Een oogenblik staarden de beide
mannen sprakeloos naar de naderende
boot tot Knut naar binnen ging om
even later met een zeekijker terug te
keeren.
Nu, die ligt* ook niet hoog boven
het water, mompelde hij, een beet
je zee en ze is er geweest. Maar on
der het zeil en achterin ligt wat; ik
kan niet zien wat het is. Maar met
dit getij komt de boot vlak langs ons,
feui kunnen we er achter kómen.
De ander keek in bet rond.
Ik geloof, dat we moeten probee-
ren de boot te pakken te krijgen.
Krut staarde nog steeds door den
kijker.
Het is de moeite met waard, was
zijn oordeel, wat krijg je ervoor?
Hoogstens een vijftig kronen en dan,
we hebben hier geen boot en je kunt
er toch ook niet naar toe zwemmen.
Dat wou ik nu juist voorstellen.
Knut liet zijn kijker zakken en keek
den ander verbaasd aan.
Dat is de eerste keer, dat ik jou
gekkepraat hoor uitslaan. Axel Olsen.
Wat vind je 'er nu zoo dwaas
aan?
Hoe weet je nu, wat er aan boord
is? Wat willen die vogels? Wat is er
ogder dat zeil? lflisschien wel lijken
en dan kun je er zeker van zijn, dat
er ook haaien zijn.
Haaien! Loop rond, het is hier
de Roode Zee niet. Ik ben niet bang
uitgevallen. Ik ga het Andersen vra
gen.
Die zal er niet van willen hooren.
Dat zal hij toch moeten. Kom,
Knut, help mij liever en roep welken
kant ik op moet zwemmen. Wees
maar niet bang, ik zal het wel klaar
spelen.
Knut, die er van overtuigd was, dat
hun superieur tot zooin gevaarlijk
avontuur geen toestemming zou geven
zweeg maar.
Hjj stelde zgn kijker weer in,
wierp een blik op het stoomschip en
schonk toen weer al zijn aandacht
aan de kleine boot. De stilte van den
morgen had iets onheilspellends.
léiut keek ingespannen naar de
boot, maar de wind, welke eerst den
mist had verdreven, deed nu het zee
oppervlak rimpelen, wat het zeer
moeilijk maakte duidelijk te onder
scheiden, wat er zich in de boot be
vond.
Maar toen de boot naderbij kwam,
kon Knut met zijn geoefende oogen
toch iets meer zien. Aan stuurboord
zag hg een groot aantal blikjes lig
gen: vleesch of beschuit of iets der
gelijks. De massa voor op de boot
bleef hem een angstig raadsel. De
vogels, die zoo druk om de boot heen
vlogen, stelden Knut niet gerust.
Er was zoo wat een half uur ver
streken. De „Olav" was nu nog
slechts een tiental kilometers van den
vuurtoren verwijderd. Het stoom
schip en de boot zouden ongeveer te
gelijk bij de baai komen, maar het
schip zou natuurlgk wel er voor zor
gen op een veiligen afstand van de
rotsen te blijven.
Eindelijk hoorde Knut Iemand de
trappen opkomen. Dat was niet Axel
Olsen, maar zijn superieur Andersen.
Spoedig had ook deze de kleine boot
ontdekt, waJ? hg vol aandacht naar
tuurde.
Een geluid van ijzer trof hun oor»
De groote del», een tiental meters
boven den zeespiegel, werd geopend
en Olsen stond op het punt, met be
hulp van de ijzeren ringen, welke in
den muur gemetseld waren, naar de
zee af te dalen.
Olsen zwemt naar de boot, zei
Knut zakelijk. Het is de moeite
niet waard om Christiansand te
waarschuwen.
De mannen op den omloop hoorden
een geplas en even later zagen zij hét
hoofd en de schouders van hun ka
meraad. Na een tiental slagen wierp
hij zich op zijn zij en wuifde tegen
de mannen hoog boven hem.
Met een krachtigen slag werkte hij
zich vlug vooruit.
De torenwachter keek ingespannen
door zijn kijker. Boot en zwemmer
waren weldra zoo dicht bij elkaar,
dat hij ze tegelijk kon zien.
Olsen had zich weer omgekeerd en
zwom kalm door met een eenvou-
digen borstslag. Hij was geen boot
lengte meer van zijn doel verwijderd,
toen hij plotseling dook, terwijl twee
van de* vogels recht naar boven scho
ten. Even was een zwarte vin zicht
baar en een donkere massa in het
water draaide zich met een ruk om,
Lieve hemel! riep Andersen ge
schrokken. Wat is dat?
Een haai, was het antwoord van
den ander, die niet minder opgewon
den was. Ik was er al bang voor
en ik heb hem nog gewaarschuwd.
Maar hij zal zich wel weten te
redden.
Waarom heb je mij niet gewaar
schuwd? bulderde Andersen.
Maar het was nu niet de tijd om
uitleg te geven. Da beide mannen'
staarden naar het schouwspel, dat
zich in hun kijkers als vlak voor hun
oogen afspeelde,
IWordt vervolgd.1