„Steeds paraat". E.E. de Looze neemt afscheid van de Goudsche gemeente toon» zich paraat De Vuurtorenwachter AT AAR ANNEER ia«t >E BLAD MAANDAq 16 JUNI 1941 I S'fria 2ga |i«b£ «or, I Juni, N. Stadsnieuws- „Zijt een in geloof en liefde' Prediking naar Filippenien 1 vers 27 W Vijftig jaar Rerum Novarum. Eerste lustrum van brandweervereniging met demonstratie gevierd FEUILLETON ta lbon* «UJ, op lletler, PS to. aan. nder. |uken, dat «lisa. nkela lekei* Vtiren |jd en. den va* da vcrk. OR an ba. nalen bteur. rings. |n. Rot. |J. J i met mcf met of eel/ l.gr. ctie). «I aal verband met zgn vertrek naar um, heelt ds E. E. de Looze in den middagdienst in de Sint ,-k alscheid genomen van de ^lie Ned. Hervormde Gemeente. PEfeerk was geheel bezet. De dienst L?ian met het zingen van ps. 42 'l en 5. Als Schriftlezing las Ds de u voor Filippensen 1 van het 27e waarna hij voorging in gebed. Kjgst van deze afscheidspreek was «pensen vrs. 27 „Alleenlijk wan- waardiglijk het Evangelie van dus, opdat, hetzij ik kom en u zie, j jk afwezig en, ik van uwe zaken hooren, dat gij staat in éénen met één gemoed gezamenlijk nde door het geloof des Evan- E. E. DE LOOZE. (Foto Studio) Voordat de scheidende leeraar met I «jn prediking aanving, zeide hij tot de gemeente, dat 't einde van den arbeid fel Gouda is gekomen. Een période van gemeenschappelijk leven is afgeloopen. Drie jaar is ds. de Looze verbonden geweest met de gemeente door zijn ar- I feeid en nu is hij naar elders wegge- loepen, al zou hij met genoegen veel lünger gebleven zijn. Ook in dit uur gut het echter niet om hemzelf, maar hetzelfde Evangelie als immer moet gepredikt worden. De aanwezigen zon gen hierna ps. 73 vers 13 en daarop rers 12. Zijn prediking aanvangende, zeide gs De Looze, dat de gemeente van Filippi door Paulus is gesticht. De stad wu een Romeinsche kolonie, door ko- bevolkt. De prediking van was daar een kracht Gods tot «id geweest. De geloovigen zijn ra van het hemelsch 'rijk, kolo- «iitên des hemels in deze wereld. Zoo is Hlippi een' zeer geliefde gemeente foor Paulus geweest, waaraan hij deeds natiw verbonden is gebleven. Aan die gemeente schrijft Paulus eek het woord van den tekst van dezen dienst. Dit uur is ook een oogenblik terugzien, op hetgeen geschied is in Itgeloopen jaren. Het Evangelie van Jezus Christus is gebracht, gepredikt Gouds- souvereine recht, de verloren heid van den mensch, maar niet min der het Woord van Gpds genade in Christus, van wat God in Hem en door Hem gedaan heeft en gegeven heeft en Keft. Ook hier is de gemeente verder ge bouwd door Gods Woord en Geest, als Rmeente aan Christus verbonden, als kolonisten des hemels. Daar is het Woord Gods een kracht geweest en spijze voor het hart. De gempente moet blijven bij dat Woord, levend in het geloof, uit geloof tot geloof. Paulus schrijft aan de gemeente van kolonisten des hemels te Filippi, over eigen omstandigheden en de beteèke- nis voor het Evangelie, doch bovenal om te wijzen op de roeping. Waar de Heere een goed w^rk begonnen is zal Hij voleindigen, "maar de gemeente lette op Zijn Koningswoord! Het gaat er om dat Christus groot gemaakt wordt. Paulus, gevangen man, hoopt de gemeente weer te mogen zien en van haar te hooren, als hij niet in Filippi is. Maar dam komt het hierop aan, hetzij Paulus er is of niet, dat de gemeente wandelt, waardiglijk het Evangelie van Christus, in overeen stemming met dit Evangelie en als burgres van den hemelschen staat, een leven in geloof en liefde. Dit houden wij U, ging ds De Looze met nadruk voort: Gedraagt U als ko lonisten des hemels, als gemeente van den Christus. Omdat Hij U geroepen heeft tot Zijn dienst. Want van Hem is de kracht. Het gaat er. om; dat wij blij ven bij het geloof in Hem, Hem be lijden en dienen, Zijn Naam groot maken, wandelen in Zijn weg! Het leverr waardiglijk het Evangelie is een leven in de liefde, als vrucht des geloofs, de vrucht des Gqes'es. De gemeente van Filippi, levend naar Gods Woord en Wet moest het leven stellen in Gods dienst: Uw wil geschiede'. Ook dat is een wandel naar het Evangelie van Christus. Dat mogelijk,omdat de Koning boven is en Zijn Wet schrijft in het hart Zijn kracht Wordt in de zwakheid dej meente volbracht. Zoo hopen wg, te zien en nemen, wendde de predikant zien tflt de gemeente, dat gij staat in de Waar heid-Gods, dat gij uit de belijdenis leeft en de vaan der belijdenis opheft, dat gg. wandelt bij het Woord en Sacrament des Heeren, in teederen wandel,»zoekend wat Hem welbehage- lgk is. Eensgezindheid. Naast alggmeene vermanirg wijst Paulus vooral op de noodzakelijke eensgezindheid. De gemeente moet eensgezind ,pal staan voor het Evangelie, strijdend den goeden strijd des geloofs, om worstelend te overwinnen. Paulus wijst op noodzaak van een heid van geest, d.i. het denkleven moet op hetzelfde gericht zijn en eenheid van gemoed, d.i. de liefde mpet het zelfde voorwerp hebben n.l. het Evan gelie van Christus. Het gebod des Heeren is, dat allen, die in Christus den Christus der Schrif ten één zijn, elkander liefhebben en samen strijden voor het geloof des Evangetips- Laat men zich wachten voor sepa ratism e, maar eveneens voor het ont zeggen Van een plaats aan diegenen, die willen leven uit de Waarheid, ver tolkt in de belijdenis. De gemeente des Heeren is een lichaam, een organisch geheel. Ieder lid moet het geheel dienen en het lichaam moet den Heere dienen. De gemeente Gods als kolorye ver bonden aan het Hoofd in den hemel, zoeke Zijn eer, betrachte Zijn dienst, létte op Zgn Woord, in geloof, hoop en liefde. Hg bouwt de gemeente niet naar onze keus, maar naar Zijn welbehagen, zoodat wg de leden ontvangen uit Zijn hand. Schouwburg Bioscoop: Vaarwel vrij gezel (met Ralph Arthur Ro**™. Camilla Hom, Rudi Goddens, Grethe Weiser en Maria Andergast). Aan vang 8.15 uur. Thalia Theater: Operette (met Willy Forst, Maria Holst, Dora Komar, Paul Hörbiger en Leo Slezak). Aanvang 8.15 uur. Reünie Bioscoop: Een balnacht in Palamo (met Heinz Ruhmann, Camilla Horn en Theo Lingen). Aan vang 8.15 uur. 16 Juni 8 uur - Voormalige Ambachts avondschool: Cursus transportcolonne Roode Kruis dames. 18 Juni 7 uur Ned. Géref. Gemeente: Spreekbeurt ds. Joh. van Weizen. 18 Juni 8 uur Daniël: Cursus E.H.B.O. 18 Juni 8—9 uur Oosthaven 10: Zitting adviesbureau Ned. Vereeniging voor luchtbescherming. 19 Juni' 720 uur Leger des Heijs: Heiligingsdienst. 19 Juni 7.30 uur Vrije Evangelische Gemeente: Bijbellezing en bidstond. 20 Jpni 8 uur Voormalige Ambachts avondschool: Cursus transportcolonne Roode Kruis heeren. 23 Juni 11 uur De Zalm: Openbare ver- kooping door notaris J. van'Kranen burg. 23 Juni 8 uur Ons Genoegen: Alge- meene vergadering sociëteit. 24 Juni 1 uur Achter de Waag: Ver trek excursie Ned. Vereeniging van Huisvrouwen naar landbouwbedrijf in Zuidplaspolder. APOTHEKERSDIENST. Steeds geopend (des nachts alléén voor recepten): Apotheek E. Grendel, alleen Lange Tiendeweg 9. Janskerk en Westerkerk en ook bracht hg dank aan de dokters en zusters van het Diaconessenhuis „De Wijk" en van het Van Iterson ziekenhuis. Tenslotte richtte hg nog een woord tot de gemeente. „Ik dank u, aldus ds. De Looze, ook namens mijn vrouw, uit den grond van mgn.hart voor de liefde en genegenheid van u ontvangen. Het scheiden valt mij moeilijk en is niet gemakkelijk. Ik hoop, dat ik voor u heb mogen zgn een Herder der kudde. God geve, dat spoedig weer'een andere dienstknecht zal gevonden worden om deze geestelijken arbeid weer voort te zetten Eén ding wil ik u nog zeggen: „Houdt u steeds en ten alle tijde aan Gods woord". Hierrja'dankte ds. de Looze, wazrna gezongen werd ps. 86 vers 6. Ds. H. van Dijken G.zn. sprak ds. de Looze toe namens de predikanten en als voorzitter van" den kerkeraad. Ook namens de gemeente bracht hjj den scheidenden predikant dank voor het werk dat hij in Gouda voor 6e Ned. Henr. Gemeente heeft gedaan. Ds. v. Dijken liet de gemeente ds. de-Looze toezingen Ps. 121 vers 4: „De Heer zal u steeds gadeslaan, opdat Hg in ge vaar, uw ziel voor ramp bewaar", waarmede deze afscheidsdienst werd beëindigd. Na den dienst was er gelegenheid ds. en mevr. de Looze persoonlek de han'd te drukken, hetgeen velen heb ben gedaan. De roeping, waartoe Paulus roept, welke wg doorgeven, is een roeping, welke de Geest des Heeren gebruikt, om de kracht daartoe van het Hoofd te begeeren, in Wien alles reeds ge geven is, in Wien de gemeente in den emel gezet is en uit Wien alles komt. Laat dan, besloot ds. De Looze, Uw wandel wezen, waardiglijk het Evange lie van Christus, biddend en strijdend, strijdend eö wachtend op de komst van het Hoofd. Want de gemeente is adventsgemeente. Jezus komt tot zijn wachtende kerk en waar Hij is zal ook Zijn dienaar wezen. En de lof zal zijn: En Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren. De zalig heid zij onzen, God, die op den troon zit en het Lam. En Gods kolonisten zullen als koningen heerschen op de aarde. Een afscheidswoord. Ds. De Looze richtte zich vervolgens tot de drie predikanten, om hen te danken voor den prettigen omgang en voor de vriendschap, die hij van hen mocht ondervinden. Vervolgens sprak ds. De Looze tot de ouderlingen en de diakenen. Ook van hen heeft hg groo- ten steun ontvangen en daarvoor be tuigde hij zijn oprechten dank. Even eens dankte hij de leden van kerke raden buiten Gouda, dat hij af en»toe eens in hun midden mocht vg«eeren Tot de kerkvoogden en notabelen zeide de predikant, dat de zorg voor deze prachtige St. Janskerk groot is en hg sprak de hoop uit, dat zij spoedig het oude aanzien weer mag terug krijgen, Ook de commissie van oppertoezicht en collectanten, de verschillende hoof den der Chr. scholen, in het bijzonder van de Chr. lagere landbouwschool, en aan besturen van Chr. jeugdvereeni- gingen bracht ds. De Looze dank. De predikant noemde vervolgens de orga nisten der kerken, de kosters van St. Warm* waardeering voor kranige korps uitgesproken KERKELIJKE VIERING. Op 15 Mei was het vijftig jaar gele den, dat de roemrijke encycliek, die algemeen met haar beginwoorden .Rerum Novarum" wordt aangeduid door Paus Leo XIII werd uitgevaar- digd. M Tevens was het 10 jaar geleden dat Paus Pius XI de daarbij aansluitende encycliek „Quadragesimo Anno" uiH [vaardigde. Het was de bedoeling deze jubilea heel feestelijk te vieren. O.a. waren er reeds minstens vierduizend katholieke arbeiders aan het sparen voor een bedevaart naar Rome om daar te sa men met de arbeiders uit de geheele wereld hun dank en hulde te gaan brengen tegenover den Paus. Door de tgdsomstandigheden kunnen deze plan nen 'niet uitgevoerd worden en er moet volstaan^ worden met een plechtige kerkelijke viering, waartoe voor Gouda het plaatselijk Comité „Nieuwe Ge meenschap"'het initiatief heeft geno- lmen:"iJ" Gisteren om 7 uur was er in de H. Sacramentskerk in de Korte Akkeren een algeniëer.e H. Communie voor de leden van den R.K. Volksbond. Om 10 uur werd een plechtige Hoog jTnis opgedragen, welke werd bijge woond door alle leden van de Katho lieke sociale organisaties. De vaandels en vlaggen van de verschillende vak organisaties waren rond het altaar ge groepeerd. Des middags om half 4 was er een plechtig Lof, waaronder pater Jac. Terstappen O.F.M., algemeen geeste lijk adviseur, een feestrede uitsprak. Pater Terstappen memoreerde het ontstaan van de beiden encyclieken en schetste den toestand van de arbeiders vijftig jaar geleden. De katholieke ar beiders, aldus spreker, moeten dank baar zijn voor het belangrijke feit, dat paus Leo XIII met zijn encycliek „Re rum Novarum" krachtig de leiding nam bij het sociale werk, het werk tot verheffing van de arbeiders in de eer ste plaats. Spreker wees er op, dat in Gouda reeds op 30 Augustus 1893 een afdee- ling van den R.K. Volksbond werd op gericht- Tenslotte spoorde pater Terstappen de aanwezigen aan trouw te blijven aan hun ideaal. De plechtigheid werd beëindigd met het zingen van „Aan U, o Koning der eeuwen," van dr. Schaepman' Wie Zaterdagmiddag over de Nieuwe Haven mocht zgn gekomen, zaL zich een oogenblik toeschouwer hebben ge dacht van een opvoering van duveltje- uit-een-doosje met levende personen. Want plots vlogen van tal van hui zen de deuren open en zoo hard als ze maar loopen konden, snelden man nen de straat over naar de „brand weerkazerne. Het wareh de wakkere leden van ons kranige vrijwillige brandweercorps, die op deze wgze de demonstratie inzetten, welke was georganiseerd ter gelegen heid van het vijf-jferig bestaan Hunner vereeniging, de Goudsche vrijwillige brandweer-vereeniging „Steeds 'Pa raat". Men heeft brandblusschen wel eens een sport genoémd, waaraan de beoefenaren zioh met hart en ziel wg- den, en ongetwijfeld was de inzet van de oefening een sportieve, zooals daar al die lieden in fermen wedloop de kazerne binnenstuiven. Slanke jon. geren en welgedane ouderen spurtten in hoog tempo en het zal niet verwon deren als een van die stoere vetera nen bij een passende gelegenheid nog eens verklaart, dat een der middelen om jong te blijven het lidmaatschap van de brandweer is. Als de bei gaat. De snelle verschijning en de vlotte uitrukking van het materiaal dwong in elk geval de bewondering af* van de genoodigden, die kwamen kijken, wat er gebeurt als er alarm gemaakt wordt. j>e bel rinkelde nog toen ,de eerste al om den ijoek kwam zetten en een oogenblik later was het ge heele corps present, 't Was een en al activiteit in de kazerne, de ohauffeurs zetten de motoren der voertuigen aan en openden de deuren en de leden schoten met frappante snelheid jas aan, déden den gordel om, stapten in hun laarzen en zetten den helm op. Nauwelijks één minuut nadat de alarmbel bgon te luiden, reden twee voertuigen, spuit en ladderwagen, met volledige bemanning de kazerne uit en met loeiende sirene ging het naar het veemarkt-terrein, waar na korten tijd uit vijf slangen, waarvan een over den ladder werd gevoerd, forschte stralen omhoog schoten. De wirnd joeg het water over de gracht, waar op den Bleekersingel een dichte regen de nieuwsgierigen, die op den walkant' waren saamgestroomd, verraste en hen ongedacht medevie renden aan het brandweerfeest maak ten. Met luide hoera's genoot de jeugd van het pretje. Na de demonstratie is in het vee markt-restaurant het eerste lustrum gevierd van „Steeds Paraat", waarvan de leden met de daad den naam van hun vereeniging alleieer aandeden, in een genoeglijk samenzijn herdacht. Hulde op receptie. Dit is de gelegenheid geweest om hartelijke woorden van waardeering te spreken jegens de vereeniging en het corps voor al het goede wérk, dat ge heel vrijwillig en met zooveel toewij ding in het algemeen belang wordt verricht. Nu is een vijf-jarig bestaan op zichzelf geen bijzonder feit, het korps, dat het viert is wel belangrijk en de vereeniging mag het met trots herdenken, omdat zij mede heeft bij gedragen onze brandweer op het voor treffelijk peil te brengen, waarop het staaf en den goeden naam te Ver schaffeit, dien het korps terecht heeft. Men kan de hulde aan'en de be- teekenis van de brandweer niet beter schetsen dan de waarnemend burgemeester, mr. H. P. C. M. d e Wit Wijnen, het deed, toen hg in de toespraak, waarmede hg het recepieerend bestuur geluk- wensohte, zeide, dat het feit, dat hier zoo weinig groote branden voorkomen, is te danken aan „de kranige brandweer, die steeds wist te verhinderen, dat het groote branden werden. De waarnemend burgemeester wees op het streven tot het instellen van beroepsbrandweren en hg oonstateer- de dat het gemeentebestuur heeft kun nen zorgen dat een omzetting voor Gouda niet noodig is., omdat hier de vrijwillige brandweer goed is. Aan hulde v/oor korps en vereeniging voegde 4e heer De Wilt Wijnen den wenseh 'toe, dat Gouda trotsch op z'n brandweer zal kunnen blgven. De receptie was begonnnen met een inleidend woord van den voorzitter van „Steeds Paraat", den heer W. d e Jong, die kon vaststellen, dat de 25 leden van 'Zijn vereenigiing, van aan- pakkén weten en zich als mannen van de daad steeds beijveren den naam brandweer en club hoog te houden. Groot belang voor de stad. Het eere-lid der vereeniging en te vens geestelijke vader er van, de heer J. G. den Bóer, die als waarnemend opperbrandmeester vele jaren aan het brandbestrijdingswezen te dézer stede leiding heeft gegeven, nam de gele genheid te baat om warme waardee ring uit te spreken jegens het wak kere korps. Het doel der vereeniging is het vergrooten van. saamljoorighejd en het vermeerderen wan de vakken nis en steeds stuwt <h ij de leden in de goede jjrictfting, waardoor een uitste- kendetgeest bestaat en liefde voor het vak gekweekt wordt. Het is, zoo zeide de heer Den Boer, een mooi vak, dat den leden de satisfactie geeft iets nut tigs voor hun medemensehen te doen. Dag en nacht staat het korps klaar en het verdient aller steun, want het be lang van een goede brandweer is voor onze stad niet te schatten. De veree niging kan trotsch zgn op hetgeen zij voor Gouda heeft bereikt, besloot de heer Den Boer, die ten slótte namens het colle'ge van brandmeesters als dank voor allen arbeid een fraaien bloemenmand aanbood. Ook de opperbrandmeester, ir. L. Sollewijn Gelpke bood geluk, wensehen aan en de door hem uitge sproken waardeering voor de brand weer klonk ook uit het woord van gelukwensch, dat vervolgens als oud ste brandmeester, de heer J. L. H u 1- n e m a n, sprak. Schriftelijk was in hartelijke béwoordingen een felicitatie ingekomen van den oud-secretaris der vereeniging. den heer F. Overkamp, thans te Laren woonachtig. Het samenzijn werd bijgewoond door alle leden van het korps, die allen ook lid van de vereeniging zijn, en zekerheidshalve hadden ze de spui ten meegebracht, die op het terrein geparkeerd waren om bij alarm direct te-kunnen uitrukken, maar dat is ge- kig niet noodig geweest. De bijeen komst werd mede bijgewoond door de vrouwen der brandweerlieden en het is stellig een goede gedachte geweest om ook de dames uit te noodigen, want zij zien steeds bij nacht en ontij hun mannen de deur uitrennen en zij hebben te zorgen, dat de spulletjes (Nadruk verboden.) KEN VERHAAL VAN DE ZEE bewerkt door A D R I A A N J. HUISMAN I) HOOFDSTUK I Aangespoeld „emS Den heelen nacht had de hel op den tour toren haar waarschuwende stem door den mist doen klinken. Het geluid ocheen den heelen toren, die even bocht en sterk leek als de rots van Kaniet, waarop hij was gebouwd, te doen beven voor het met groote kracht dt duisternis invloog. In de hoogte bescheen een duizen den kaarsen sterk licht de laaghan- tende wolken. Tienduizenden malen torsterkt door een ingenieus lenzen- Bel trachtte het den dikken 'mist te oren; maar het licht kreeg een dgenoot; uit zee kwam een wind teken, die den mist deed optrekken. Rn even later had men van den ogen, sterken toren een schitterend tócht. Aan den horizon sloot een zee, die transparante zijde gemaakt en, aan bij een turkooizen hemel. l het Westen werden enkele eilanden door de laatste mistbanken ge ien gehouden, maar weldra zag i daar een door de eerste stralen zon 'met purper overgoten iand- •P te voorschijn komen. Over de iren schoten groene en blauwe >en, die een gloed verspreidden E er ber8en edelsteenen lagen. I^Rea man op de smalle galerij, die den toren liep, bleef even staan 1 fe genieten van de schoonheid, die hem omringde; een schoonheid, die op hem des te grooter indruk maakte, daar hij vandaag voor het eerst na vele dagen weer de kust zag van zijn geliefd vaderland. De deur naar de vertrekken van den vuurtorenwachter stond open. De man, die binnen druk bezig was met het schoonmaken van enkele onder- deelen van het licht, staakte zijn werk om zijn hoofd naar buiten te steken en te vragen: Riep je mijt Deze zakelijke woorden deden den droomer ontwaken en hij antwoordde met een glimlach; Ik ben me er niet van bewust, hoorl O, dan is het in orde. Ik dacht, dat je om vuur riep. De ander boog zijn hoofd om het vlammetje van een lucifer tegen den wind te beschutten. De man binnen snoof verlangend den geur van de ta bak op, maar hij dacht er niet aan de regels te overtreden en binnen een pijpje op te steken. Inplaats daarvan gaf hij den ander een goeden raad. Ais ik jou was, zet hij, zou ik naar benedeVgaan. Ik zal wel wat voor je bewaren van het ontbijt: eie ren en schelvisch. Je zult je na die twee dagen ook Wel moe voelen. Ja, ik ga dadelijk naar beneden, eerst wil ik nog even een pijp rooken. Ofschoon de beide mannen in de uniform van önder-vuurtorenwachter gekleed waren, was het duidelijk, dat de één een heer en de ander een ruwe zeebonk was, die meer om eieren en visch gaf, dan om de bekoring van een mooi landschap. De „heer" wendde zijn blik naar den zeekant. Een dertig kilometer naar het Zuidwesten duidde een rook wolk op het naderen van een mail schip. Over een uur zou het schip vlak bij zijn. De wachter was er vrijwel zeker van, dat het de „Olav Tryg- vasson" was, die uit New York naar Orip terugkeerde, Over een paar uur zouden de opva renden in de hoofdstad zijn. De hoofd stad, bedacht de torenwachter, waar uit hij twee jaar geleden wegvluchtte met een afkeer, die aan waanzin grensde. Dat groote schip droeg honderden, die niets anders verlangden dan naar het gewoel van de groote stad te ko men. En dc man, die hier nu stond te rooken het was duidelijk, dat hij een beschaafd man was, hij had een fijnbesneden gezicht had aan dat alles den rug toegekeerd om hier zich op een eenzame rots op te stuiten. Vreemd, zoo verschillend als de menschen aangelegd zijn; en de vrou wen vooral. Bij deze gedachte kwam een harde trek op zijn gelaat, die, zijn maat, die binnen lustig zat te zingen, zeer verbaasd zou hebben. De man buiten scheen uit een pijn lijken droom gewekt te worden door een deuntje, dat zijn kameraad aan hief. Hij klopte zijn pijp op de leuning uit en stond op het punt naar binnen te gaan om zijn slaap te aan' inhalen, toen zijn oog op iets bleef rusten, dat nog een kilometer of twee verwijderd was, maar nader kw^i. Op het oogenblik woei er een zwak ke wind uit het Zuiden en deze wind dreef de golven met kracht tegen de verraderlijke rotsen, waarvoor de schepen door dezen vuurtoren werden gewaarschuwd. Met kalm weer was het haast on mogelijk veilig aan de kust te landen, maar als een storm opstak, was het eenvoudig uitgesloten. De man op den omloop staarde aandachtig naar wat nu een reddingboot met een gebroken mast bleek te zijn. Doordat de boot wit geschilderd was, had hij ze niet eerder tusschen de schuimkoppen ont dekt. Misschien zou hij ze nu ook niet gezien hebben, ais niet een aantal meevliegende eeeuwen verried, dat er iets bijzonders aan de hand was. Aan de kleur van het bootje had de wachter direct gezien, dat het niet een scheepje, was, dat tusschentïe kleine eUanden op en neer voer, maar een reddingboot van een groot schip; hoogstwaarschijnlijk was er dus een ongeluk gebeurd. Knut, riep hij. Zijn maat kwam op zijn geroep vlug aanloopen. Wat denk jij daarvan? Reddingboot, merkte de ander kalm op. Aanvaring, dagen geen wind geweest. Het was duidelijk te zien, dat de boot niet werd bestuurd. Door den wind zou ze de baai ingedreven wor den en door het getij op de rotsen worden geworpen. Een oogenblik staarden de beide mannen sprakeloos naar de naderende boot tot Knut naar binnen ging om even later met een zeekijker terug te keeren. Nu, die ligt* ook niet hoog boven het water, mompelde hij, een beet je zee en ze is er geweest. Maar on der het zeil en achterin ligt wat; ik kan niet zien wat het is. Maar met dit getij komt de boot vlak langs ons, feui kunnen we er achter kómen. De ander keek in bet rond. Ik geloof, dat we moeten probee- ren de boot te pakken te krijgen. Krut staarde nog steeds door den kijker. Het is de moeite met waard, was zijn oordeel, wat krijg je ervoor? Hoogstens een vijftig kronen en dan, we hebben hier geen boot en je kunt er toch ook niet naar toe zwemmen. Dat wou ik nu juist voorstellen. Knut liet zijn kijker zakken en keek den ander verbaasd aan. Dat is de eerste keer, dat ik jou gekkepraat hoor uitslaan. Axel Olsen. Wat vind je 'er nu zoo dwaas aan? Hoe weet je nu, wat er aan boord is? Wat willen die vogels? Wat is er ogder dat zeil? lflisschien wel lijken en dan kun je er zeker van zijn, dat er ook haaien zijn. Haaien! Loop rond, het is hier de Roode Zee niet. Ik ben niet bang uitgevallen. Ik ga het Andersen vra gen. Die zal er niet van willen hooren. Dat zal hij toch moeten. Kom, Knut, help mij liever en roep welken kant ik op moet zwemmen. Wees maar niet bang, ik zal het wel klaar spelen. Knut, die er van overtuigd was, dat hun superieur tot zooin gevaarlijk avontuur geen toestemming zou geven zweeg maar. Hjj stelde zgn kijker weer in, wierp een blik op het stoomschip en schonk toen weer al zijn aandacht aan de kleine boot. De stilte van den morgen had iets onheilspellends. léiut keek ingespannen naar de boot, maar de wind, welke eerst den mist had verdreven, deed nu het zee oppervlak rimpelen, wat het zeer moeilijk maakte duidelijk te onder scheiden, wat er zich in de boot be vond. Maar toen de boot naderbij kwam, kon Knut met zijn geoefende oogen toch iets meer zien. Aan stuurboord zag hg een groot aantal blikjes lig gen: vleesch of beschuit of iets der gelijks. De massa voor op de boot bleef hem een angstig raadsel. De vogels, die zoo druk om de boot heen vlogen, stelden Knut niet gerust. Er was zoo wat een half uur ver streken. De „Olav" was nu nog slechts een tiental kilometers van den vuurtoren verwijderd. Het stoom schip en de boot zouden ongeveer te gelijk bij de baai komen, maar het schip zou natuurlgk wel er voor zor gen op een veiligen afstand van de rotsen te blijven. Eindelijk hoorde Knut Iemand de trappen opkomen. Dat was niet Axel Olsen, maar zijn superieur Andersen. Spoedig had ook deze de kleine boot ontdekt, waJ? hg vol aandacht naar tuurde. Een geluid van ijzer trof hun oor» De groote del», een tiental meters boven den zeespiegel, werd geopend en Olsen stond op het punt, met be hulp van de ijzeren ringen, welke in den muur gemetseld waren, naar de zee af te dalen. Olsen zwemt naar de boot, zei Knut zakelijk. Het is de moeite niet waard om Christiansand te waarschuwen. De mannen op den omloop hoorden een geplas en even later zagen zij hét hoofd en de schouders van hun ka meraad. Na een tiental slagen wierp hij zich op zijn zij en wuifde tegen de mannen hoog boven hem. Met een krachtigen slag werkte hij zich vlug vooruit. De torenwachter keek ingespannen door zijn kijker. Boot en zwemmer waren weldra zoo dicht bij elkaar, dat hij ze tegelijk kon zien. Olsen had zich weer omgekeerd en zwom kalm door met een eenvou- digen borstslag. Hij was geen boot lengte meer van zijn doel verwijderd, toen hij plotseling dook, terwijl twee van de* vogels recht naar boven scho ten. Even was een zwarte vin zicht baar en een donkere massa in het water draaide zich met een ruk om, Lieve hemel! riep Andersen ge schrokken. Wat is dat? Een haai, was het antwoord van den ander, die niet minder opgewon den was. Ik was er al bang voor en ik heb hem nog gewaarschuwd. Maar hij zal zich wel weten te redden. Waarom heb je mij niet gewaar schuwd? bulderde Andersen. Maar het was nu niet de tijd om uitleg te geven. Da beide mannen' staarden naar het schouwspel, dat zich in hun kijkers als vlak voor hun oogen afspeelde, IWordt vervolgd.1

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 3