^Saiëda
m
'lü l
AKKERTJES
St. Jansdag |- I
het leest van de zomerzonnewende
l!i. 2 f
lllèl
Vuurtorenwachter
rADSNIEUWS
AT A
AAR
ANNEER
10É 12
iff
v
>E BLAD
ZATERDAG 21 JUNI 1941
1EHOORLIJK
OPTREDEN.
inrdebeitelling van
[den Heer Chr. Stolker.
W|
Uitreiking distributie
bescheiden.
Een prachtige kleurenplaat
van Johannes den Dooper
Naar de glasschildering van Dirck Crabeth
i% SR ut
A. 1 i h
ONZE BIOSCOPEN.
4 Reünie Bioscoop.
Thalia Theater.
Schouwburg Bioscoop.
FEUILLETON
laats ten tijd iUn door kenne-
fm«hitste elementen tegen leden
i DuitKhe weermacht voellooze
Bilykheden begaan. Niettegen-
bet kleine voorvallen waren,
door opgeschoten perionen
0i wordt de goede verstand-
r 'tusschen de Duitsche weer-
de Goudache burgerij bier-
r»mtoord.
la den wensch van den Orta-
mdant zooveel mogelijk allea te
om te bereiken, dat de verhou-
.juiachen de Duitache weermacht
I burgerij goed ia.
jen echter voo'vallen als plaats
1 hebben, wederom mochten ge-
m zullen deze voor den enke-
of voor de geheeld stad ernstige
_jjll.fi kunnen hebben
K^aals wordt ieder dus erop ge
ts een fatsoenlijke houdmg tegen-
de Duitache weermacht in acht
I BRACHTEN EEN LAATSTEN
GROET.
de Algemeene Begraafplaats te
.inwoude is gistermorgen het stof-
overschot van den heer Ch. Stol-
t mede-directenr van de N.V. Goud-
Aanneming Maatschappij voor-
li. E. van Deest te dezer stede,
nrichesteld.
[doewel de heer Stolker nog niet zoo-
g in Berken'woude woonde, had hij
*er vele vrienden gemaakt. In Mei
l het vorig jaar was hij dagen en
i ook nachten in da weer met de
westing en voeding van de in de
.eente verblijvende geëvarueerden.
fvelen waren gekomen om de laatste
f M bewijzen. Onder de aanwezigen
allereerst de naaste medewer-
rt in de Goudsche Aannemings
utschappii, de heeren H. E. van
Üt en C. A. de Groot te Gouda,
e-directeuren, de heer P. Neder-
i te Rotterdam, mede-oprichter, en
het personeel van de onderne-
ing, dat het ittrk liet rusten om den
waardeerden directeur een laatsten
iet te brengen. Voorts waren er de
theer M. Gautier, burgemeester van
kenwoude, de heer J. P. Hubregtse,
nisch ambtenaar van het hoog-
„raadschap „De Krimpenerwaard"
i verschillende collega'a uit het aan
drijf. De heer C. A. Verschut
Gouda vertegenwoordigd, de af-
Gouda en omstreken van den
andschen Aannemers- en Pa-
Itroonsbond. Ook uit Bergambacht,
Iwaaite heer Stolker vroeger woonde,
I Jtirra vrienden aanwezig.
Ntmtns het personeel van de Goud-
die Aannemings Maatschappij sprak
llieer J. de Graaf, die o.m. zeide, dat
t in den persoon van den heer Stol-
reen goed eft rechtvaardig chef had
„rloren.
Tervolgens sprak de heer F. A. Hoo-
«dilk, accountant der onderneming,
tnaam van de directie van de N.V.
Ische Aannemings Maatschappij-
schetste den overledene als een
den en harden werker. De heer
chut voerde het woord namens den
lerlandschen Aannemershond, waar
de heer Stolker gedurende vele
si een ijverig lid 1» geweest.
De heer P. Stolker, zoon van den
(rledene, dankte namens de familie
ir.de belangstelling tijdens de ziekte
i bij het overlijden van zijn vader
vonden. Ds. M. J. W. Zevenboom,
d. Herv. predikant te Berkenwoude,
ïk hierna een kort woord en ein-
jde met gebed.
[Onder de vele bloemstukken, die
f basr dekten, waren kransen van de
stie en van het personeel van de
nootschap, van den Aannemers-
l en van de verschillende collega's.
EXAMEN GEMEENTE.
ADMISTRATIE.
's-Gravenhage is geslaagd voor
Tft examen gemeente-administratie
•keer B. Ringeling, alhier.
Thalia Theater: Onder gele vlag (met
Hans Albers, Dorethea Wieck en
Olga Tscheehowa). Aanvang 8.15 uur,
Zondag vanaf 3.30 uur.
Remde Bioscoop: Amsterdam bij nacht
(met Piet Kohier en Louis.de Bree).
Aanvang 8.15 uur, Zaterdag vanaf
6 uur. Zondag vanaf 3.30 uur. Zon
dag 10.30 uur: De dochter van den
Samoerai (met Sessue Hayakawa).
Schouwburg Bioscoop: Schaduwen der
duisternis (met Rudolph Fernau,
Fritz Kampen, Christine Grabe en
Ellen Bang). Aanvang 8.15 uur,
Zondag vanaf 3.30 uur.
22 Juni 10 uur G.S.V.-terreln: Tweede
dag athletiek-competitie Turnkring
Gouda en omstreken.
23 Juni 11 uur De Zalm: Openbare ver-
kooping door notaris J. van Kranen
burg.
23 Juni 8 uur Ons Genoegen: Alge
meene vergadering sociëteit
23 Juni 8 uur Voormalige Ambachta-
avondschool: Cursus transportcolonne
Roode Kruis dames.
24 Juni 7.30 uur Stadhuis: Vergade
ring van den gemeenteraad.
24 Juni 1 uur Achter de Waag: Ver
trek excursie Ned. Vereeniging van
Huisvrouwen naar landbouwbedrijf
in Zuidplaspolder.
24 Juni g uur Dlaconessenhuis De Wijk:
Concert mondaccordeonvereeniging
„Crescendo".
25 Juni 7,36 uur Ned. Geref. Gemeente:
Spreekbeurt ds. Joh. van Weizen.
25 Juni 8 uug Daniël: Cursus E.H.B.O.
26 Juni 7.30 uur Leger des Heils:
Heiligingsdienst.
26 Juni 7.30 uur Vrije Evangelische
Gemeente: Bijbellezing en bidstond.
2 Juli 89 uur Oosthaven 10: Zitting
adviesbureau Ned. Vereeniging voor
luchtbescherming.
94.30 uur Gebouw Daniël: Uitrei
king distributiebonboekjes en -kaarten
aan hen wier geslachtsnaam begint met
een der letters:
Maandag: J, K.
Dinsdag: L, M, N.
Woensdag: O, P, Q, R, T, U.
Donderdag: S.
Vrijdag: V.
Zaterdag: W, X, Y, Z.
ZONDAGSDIENST DOKTOREN.
Bij afwezigheid van den huisarts
Zijn van Zaterdagmiddag 3 tot Zondag
avond 12 uur te consulteeren de dokto
ren H. Reedijk, Crabethstraat 45 (telef.
3132) en J. H.^F, Remme, Fluweelen
singel 59 (telefoon"3003).
APOTHEKERSDIEN ST.
Steeds geopend (des nachts alléén
voor recepten):
Apotheek E. Grendel, alleen Prins
Hendrikstraat 15.
NUMMER EEN OP BENOEMINGS
VOORDRACHT.
Op de voordracht voor de benoeming
van een directeur der gemeentelijke
handelsscholen te Amersfoort staat als
nummer één onze oud-stadgenoot <fe
heer K. Bouma, directeur van de han
delsschool te Den Helder, vroeger
alhier onderwijzer aan de Prinses
Julianaschool en directeur der Ge
meentelijke handelsavondschool.
- verloren dagen", heette het
vroegfer. Nu met meer, nu
xqn er "AKKERTJES"! Een peer
per dag, wèg pijn en nangheidl
Ingez. Med. U 1982 13
f JET is op 24 Juni St. Jansdag.
Ê~~f Deze dag is nog altijd omgeven
A A door een mysterieus waas van
volksgeloof en volksgebruiken. Een
stadsmensch heeft er een vage notie
van, terwijl er op het platteland nog
een gedachte aan voortleeft, als tijd
vak zaaien, aanwijzingen voor het
weer, bijzondere kracht van het St.
Janskruid, de sterkende invloed van
kruidgn of dauw, die in den St. Jans
nacht van 23 op 24 Juni) verzameld
zijn.
De St. Jansdag is gewijd aan Johan
nes de Dooper, den woestijnbewoner
én boeteprediker. Het ligt niet voor de
hand, dat deze zomersche dag, vol kleu
ren en geuren, zon en lipht, aan dezen
Stroeven man gewijd is. Maar net
schijnt, dat hij de plaats is gaan ver
vullen van den god Balder, de verper
soonlijking van de zon:
in smetloos wit gewaad
Den gouden gordel rond de lenden,
('t hoofd
In 't blonde haaf gevat, als in een
1 [krans
van stralen
(Marcellus Emants)
Op 24 Juni herdachten de oude Ger
manen den dood van Balder. Het lijkt
vreemd dit te doen als de zon vrijwel
•7 Ate
St. Jan Baptist, fragment uit Glas 6 in
de Sint Janskerk, door Dirck Crabeth
1571, waarvan het Fonds Goudsche
Glazen een prachtige kleurenrepro
ductie heeft uitgegeven.
t (Foto Fonds Goudsche Glazen)
op haar hoogtepunt is; van dien dag af
echter worden de dagen korter en gaat
dus Balder neerdalen naar het duister
van yela's rijk.
Daarin ligt een zekere parallel met
het leven van Johannes den Dooper,
wiens leven zijn hoogtepunt bereikt als
hij Christus doopt en die overigens ge
tuigt: „Hij moet wassen, én ik minder
worden."
Reproductie vol kleuren-
schoonheid.
In verband met dezen dag van
St. Jan geven wij hierbij zijn af
beelding' door Dirck Crabeth, uit de
aan Johannes den Dooper gewijde
St. Janskerk. Deze afbeelding geeft
slechts in de verte een idee van de
mooie, diepe kleuren van de plaat,
die het Fonds Goudsche Glazen naar
deze glasschildering heeft laten
maken. Tot nu toe was er naar de
Goudsche Glazen geen kleurenre
productie, die zoo uistekend is en
zulk een afmeting heeft. De figuur
die zich goed leent om, bijv. met
loodstrip omlijst, te worden opge
hangen, is een halve meter hoog.
Nog juist voor de Glazen werden
opgeborgen zijn daarvan de noodige
foto's gemaakt.
Deze gestalte is een eindpunt in het
werk van Dirck Crabeth.
Bijna 20 jaren lang had hij, in eén
verbazingwekkend tempo, aan de St.
Janskerk gewerkt. Een viertal van
zijn schilderingen in het koor waren
aan den patroon van stad en kerk ge
wijd. Johannes predikend temidden
van soldaten, geestelijken en volk, Jo
hannes Christus doopend, Johannes op
den achtergrond en sprekende: Illum
opbrtet crescere, me autem minui. (Hij
moet wassen en ik minder worden),
Johannes in de gevangenis, die zijn
leerlingen naar Christus stuurt met de
vraag: Tune es qui venturus es? (Zijt
Gij degene, die komen zou?)
Dit werk maakte Dirck Crabeth in
de jaren 1553 tot 1562, een tijd van be
trekkelijke rust.
Tenslotte schept '"hvj in 1571 deze
laatste samenvattende Johannes ge
stalte in het schip van de kerk, als Be
schermheilige staande achter graaf Jan
van Arenberg. De tijden zijn veranderd
Margaretha van Parma, die in 1562
een Glas aan de kerk had geschonken,
is door Alva vervangen. Prins Willem,
voor wiép Dirck Crabeth in 1567 het
Glas van de Tempelreiniging voltooi
de, is "de leider geworden van den op
stand tegen koning Philips II, voor
wien Dirck in 1557 het Glas mét het
Avondmaal 'en de Tempelwijding had
gemaakt.
Graaf Jan van Arenberg zelf, stad
houder der Noordelijke provinciën, in
gevolge wiens opdracht dit laatste Glas
werd gemaakt, was intusschen in 1568
reeds bij Heiligerlee gesneuveld.
Het was als gin$HoIland neerdalen
in een rijk van duisternis.
Figuur van dienende wijsheid,
kraoht en warmte
Te midden van deze onrust werkt
Dirhk Crabeth aan de gestalte van
Johannes den Dooper, die hem
predikend, doopend, terugwijkende
en twijfelende in zijn werk aan
de St. Janskerk had begeleid. Hij
geeft een laatste samenvatting, in
het Glas dat ook het laatste van
zijn hand zou zijn. Drie jaren later
is Dirck Crabeth gestorven.
Hij plaatste dezen St. Jan in de wer
kelijkheid van militair en vorstelijk
vertoon: op de kleurenplaat ziet men
onderaan de sporen, een stuk van den
paarsehen mantel en de helmpuim van
den gesneuvelden veldheer. Maar over
de Johannes-figuur zelf ligt stilte, zoo
als hij den toeschouwer aanziet en wijst
op het prille zuivere lam, toonbeeld
van nieuw goddelijk leven, gelijk hij
eens tot zijn leerlingen, wijzende op
Christus, zeide: Ziet het Lam Gods.
Het lam is witter tegenover de grijs
bruin ingehouden kleuren, terwijl aan
"i het geheel gloed wordt gegeven door
den diep donkerrooden, maar van iicht
doorstraalden mantel.
In de reproductie komt dit rood van
de glasschildering uitstekend uit, ter
wijl ook duidelijk te zien is, hoe prach
tig de sterke hand is geschilderd (met
aderen, rimpels en spierspanning), die
het Lam vasthoudt.
In deze figuur is dienende wijsheid.
Kracht en warmte.
De fraaie plaat is iets typisch
Goudsch en tegelijk een hoogste uiting
van vroomheid en kunst, een kunst
werk midden uit den roerigsten tijd van
onze geschiedenis, dat spreekt tot
dezen tijd.
AMSTERDAM BU NACHT.
Welk een beroering en'onaangename
situatie een groote prijsvraag kan te-
weerbrengen illustreert op komische
wijze de film „Amsterdam bij Nacht'
in het Reimie-p 'Ogramma, een genoeg
lijke en vroo rolprent, die aange
name ontspar biedt.
In het vernaai is sprake van een
prijsvraag voor een film-scenario met
als titel „Amsterdam bij Nacht", waar
aan een groote geldprijs is verbonden.
Mijnheer Theodoor Drommel, een eer
zaam boekhouder ten kantoren van een
groot modehuis, hoort ook >van deze
prijsvraag en wel uit den mond van
zijn echtgenoote, die de meening is toe
gedaan, dat mijnheer Drummei ook
wel eens iets anders kan scHryven dan
de.saaie cyfersreeksen'in zijn kantoor
boeken. Dienzelfden dag ontmoet de
boekhouder zijn ouden vriend- Berg
man en zij maken een afspraak 's
avonds uit te gaan. Het gevolg is, dat
mijnheer Drommel diep in den nacht
thuiskomt. Zijn vrouw geeft hem de
volle laag en om zich te verdedigen
komt de, arme Theodoor op het onza
lige idee het te doen voorkomen, dat
dit uitstapje noodzakelijk was om
„stof" te verzamelen voor het scenario
dat hij wel eens even in elkaar zal
zetten.
Mevrouw Drummei stelt hem den
eisoh, dat hij haér over drie weken het
scenario zal laten lezen!
Het gevolg van mijnheer Drummel's
ondoordachte bewering is, dat hij aan
alle kanten in moeilijkheden komt. Het
schijnt echter dat zijn typiste hem zal
kunnen heipen. Ook zij droomt van
filmroem, wil eveneens trachten een
scenario te schrijven en nu perst miim
heer Drummei haar de belofte af dat
zij hem binnen drie weken dat manu
script zal laten lezen.
De geschiedenis van dit filmseenario-
in-wording is op zichzelf reeds ko
misch en onderhoudend, doch daarom
heen vlecht zioh nog een andere ge
schiedenis, namelijk die.van de liefde
der typiste voor haar jongen patroon
Boyendien is er nog sprake van pen
grooten diefstal, die in mijnheer Drum
mel's kantoor wordt gepleegd en zoo
is het alles bijeen een vrij ingewikkeld
en lachwekkend verhaal, dat mijnheer
Drommel steeds dieper in de perikelen
brengt, doeKt dat een bevredigenden
afloop heeft.
Louiy de Bree geeft een amusante
uitbeelding van dén schutterigen boek
houder.' terwijl Gusta Chrispijn-Mulder
een strénge en bijdehands mevrouw
Drummei is. Annie Van Duyn speelt op
vlotte wijze de vrouwelijke hoofdrol
en Jan Riveron toont zieh als de pa
troon een beter zanger dan fiim-aoteur.
bekenden dader en het nauwkeurig on
derzoek brengt mede, dat men de
overeenkomst kan vaststellen tusschen
de overvallen, dia voorheen op het
platteland en nadien in de groote stad
gepleegd worden. Het ia ten slotte een
pet, die het spoor in handen geeft en
met de perfecte poütie-organisatie kan
men nagaan, waar de pet gekocht is en
wie de kooper was. Dan heeft men ook
in het archief spoedig de foto van den
kooper gevonden en deze foto maakt
het voor de slachtoffers mogelijk be
langrijke inlichtingen te geven over
.dprl dader, die uiteraard onder anderen
naam, den grand seigneur uithangt
Dan is de strtjd «nel beslist, een groot,
scheepsche aanval volgt, het geheele
apparaat komt in actie en na heftigen
tegenstand valt de gevaarlijke misda
diger in handen van de politie.
Een film als deze heeft uiteraard tal
van sensationeele gebeurtenissen en z(j
geeft daarbij een inzicht in het uitste
kende werk van de politie, hoe deze
schakel na schakel in elkaar past en
ten slotte haar zorgvuldigen arbeid met
succes bekroont. Rudolph Fernare en
Fritz Kampers zijn de voornaamste fi
guren in deze spannende rolprent.
Vooraf gaan de journaals, voorts een
belangwekkende film die op duidelijke
wijze de gezondheidszorg in beeld
brengt en ten slotte een aardige film
met de mooie zang van het Don Kozak,
kenkoor onder leiding van Serge Ja-
roff.
SCHADUWEN DER DUISTERNIS.
In de politioneele film, die dé
Schouwburg Bioscoop deze week met
„Schaduwen der duisternis" vertoont,
ziet de toeschouwer de misdaden ple
gen en hü weet ook wie de dader is.
De handeling is' hoe de .politie lang
zamerhand haar net samenspant en ten
slotte den misdadiger vangt. Deze
deinst voor niets terug en de film be
licht uitvoerig hoe hij van kwaad in
erger vervalt, zijn operatieterrein over
het geheele land uitstrekt en zich dan
in steeds driester daden blootgeeft.
Men leest zoo dikwijls, dat een misda
diger altijd wel een fout maakt en dat
het veelal kleinigheden zijn, die een
belangrijke aanwijzing geven, die tot
de arrestatie leidt.
Zoo is het ook hier. Speurders werk
geeft de draad in handen voor de vast
stelling van de identiteit van den on-
ONDER GELE VLAG.
Van Hans Albers films gaat steeds
n zekere bekoring uit, dank zij de
bijzondere flair, waarmede deze acteur
steeds persoonlijkheden weet uit te
beelden. „Onder gele vlag". Thalia's
hoofdnummer van deze week, is een
Hans Albers film in optinia forma.
Daarin speelt zij de rol van Peter
Diercksen, die op weg is naar Puerto
Guaza om daar de leiding van een
expeditie op zieh te nemen. Het schip,
waarop hy reist, wordt echter ge
dwongen op het eiland San Luis Rey
in quanrantaine te gaan. Zijn voort,
varendheid in den omgang met
dames is oorzaak van verwikkelingen,
die de film zoo boeiend maken. Prompt
geboden hulp maakt, dat Helen Roe
der, een knappe, journaliste, een groote
bewondering gaat koesteren, voor haar
beschermers. De commandant die het
contact met de bewoonde wereld zoo
lang mogelijk gehandhaafd wil zien,
verlengt ongemotiveerd de quaran
taine. Diercksen, die de aansluiting
met zijn expeditie niet wil missen,
weet door de verpleegster van het
station, een stil water met diepen
grond, meer dan gewone attenties te
bewijzen, haar medewerking te ver
krijgen om tegen het verbod in te tele
foneren. Dat telefoongesprek heeft
een onderzoek ten gevolge met als
resultaat opheffing van de quaran
taine. De attenties aan de verpleeg
ster hebben echter tot gevolg, dat deze
verliefd is geworden op Dercksen en
bovendien de meening is toegedaan,
dat deze dezelfde gevoelens ten op
zichte van haar koestert. Zij reist het
gezelschap na. Voor den eersten avpnd
aan wal maakt Dercksen een afspraak
met haar, doch inplaats van die na te
komen, grijpt hij de gelegenheid aan
om met Helen een autotocht te maken.
Teleurgesteld en verbitterd verwisselt
de verpleegster eenige rapporten, die
bij het onderzoek op |get quarantaine
station van alle passagiers van het
schip zijn gemaakt. Daardoor wordt
ten onrechte verondersteld dat Dierck
sen ernstig ziek is, waarom, hem het
leiderschap van de expeditie ontno
men wordt. Diercksen die na de auto
rit Helen ten huwelijk heeft gevraagd, m
ontwijkt haar echter als hém de conW
clusie van het rapport bekend wordt,
en gaat hevig aan de rol. Meerdere
conflicten, ontstaan, vooral tusschen
Helen en Dolores, de verpleegster,
maar als er bericht komt dat de expe
ditie wordt gevangen gehouden en
Diercksen zich aansluit bij de hulp-
expaditie, bekent Dolores haar fraude
en stelt Helen daarna in staat al»
blinde passagiere met de colonne mee
te trekken. Na spannende gevechten in
het oerwoud, waarbij Hans Albers zich
als een tweede Tarzan ontpopt, volgt
tenslotte na veel afwisseling, spanning
en sensatie, een happy end. De film,
die zeer veel actie en vaart toont
wordt voornamelijk gedragen door
Hans Albers. Naast hem treden Olga
Tscheehowa en Dorothea Wieck, die
eveneens uitstekend spel leveren, het
neest op den voorgrond.
(Nadruk verboden
0p een afstand van eenige kilome-
M» lijken alle kleine booten op elkaar
IJtesr Olsen zou toch de „Ingebjorg"
*ijn lading hebben herkend, als
t juist op het oogenblik, dat hij er
i verrekijker op wilde richten, een
"etje hem meldde, dat zijn tegen-
'gheid in de keuken werd ver-
Toen hij een tijdje later terug
zag hij tot xijn schrik, dat de
en van Frettenor door een hef-
sneeuwstorm aan het oog was
er een oogenblik te aarzelen,
i hij de gToote mistklok in wer-
i het geluid drong als de stem
1 een vertrouwden vriend tot den
i Niels en de beide meisjes door.
die den toestand al weer ge-
heheerschte, gaf zijn voornemen
"«Ma om naar da dichtstbijzijnde
te varen.
kunnen nu niet naar den vuur-
[»»an, zei hij, we zouden bij-
tegen de rots-te pletter slaap,
morgen terug moeten ko-
harde knal atuitte zijn woorden-
Op den vuurtoren had man
een signaal afgeschoten. De „Inge
bjorg" scheen in haar voegen te tril
len. Ström wilde juist omkeeren toen
Dagmar met een enkele beweging van
het stuur de boot in de richting van
de rots bracht. Een oogenblik aarzel
de bij, bovendien was hij door den
slag geschrokken.
Mijnheer Olsen zal ons gezien
hebben, zei hij, het is een waar
schuwing voor ons niet verder te gaan.
Nauwelijks waren de woorden over
zijn lippen gekomen-, toen de stilte
voor de tweede maal door een knal
werd verbroken.
Dat kan,niet voor onf bedoeld
zijn, zei Hildur, we waren' pas half
weg, toen het begon te sneeuwen.
Ik heb heelemaal geen schip in
de buurt van den toren gezien, jij
Niels? vroeg Dagmar angstig.
Vóór Strom den tijd had te ant
woorden, klonk voor de derde maal
het noodsignaal van den vuurtoren.
Niels, we kunnen niet terug, ze
zijn op den toren in nood, ze hebben
hulp noodig, riep Dagmar opgewonden
uit. We moeten nog een kwartier
tje denzelfden kant op zeilen en dan
roeien. De mistklok zal ons den weg
wel wijzen.
Ja Niels, er ik iets op de rots. Ik
weet zeker, dat er geen enkel schip
zoo dicht in de buurt was, dat ze eer
ongeluk op zee kunnen melden, voeg
de Hildur er bij.
Ja, er zal wel niets anders op
zitten! Het zal er om spannen, maar
ais het er op aan komt, heb ik net
zoo lief u beiden aan boord als een
paar manskerels.
Op den toren waren drie wachters
Het signaal beteekende waarschijnlijk
dat één van hen plotseling ziek was
geworden. Wie zou het zijnT
De beide meisjes verkeerden in
doodsangst, dat Olsen. het was. Axel
Olsen was voor beiden ^en toegewijd
vader. Htj had er steeds poor gezorgd,
dat Hildur nooit voeld^f dat zij van
zijn goedheid afhing. Pas nog, toen ze
er over had gesproken, dat zij schil
derles wilde gaan nemen om in de
toekomst in haér eigen onderhoud te,
kunnen voorziet), had hy, ofschoon hjj
lachte om haar motief, onmiddellijk
zijn toestemming voor deze studie ge
geven.
Met jouw aardige snuitje en lieve
maniertjes, Hildur, had hij gezegd,
zal ik toch al moeite genoeg heb
ben je in het nest te houden. Ik zal
mij dus maar geen zorgen maken,
hóe je het verlaat. Maar begin vooral
niet met kleuren, eerst teekenen 1 En
waar Dagmar en ik zullen leven, kun
jij ook zijn, als je ons niet heelemaal
in den steek wilt laten.
Het was dan ook niet te verwonde
ren, dat de beide meisjes ervan over
tuigd waren, dat er op deze wereld
geen tweede man geiyk hun „vader"
was. Het huis, dat zij bewoonden, was
een middelpunt van intiem geluk en'
er was maar één schaduw: dat Olsen
twee van de drie maanden niet thuis
was voor zijn uitvinding, waaraan hjj
zich geheel had gewijd.
De gehoorzame „Ingebjorg" baan
de zich rustig een weg door de woelige
golven. Elke minuut bracht hen dich
ter bij den toren en deed hen de mist
klok duideiyker hooren. Ström lag op
de voorplecht van de boot. Met zijn
blikken trachtte hij den sneeuwstorm
te doorboren en zijn ooren hoorden
slechts het gelui van de klok. Met
enkele handbewegingen duidde hij
Dagmar aan, hoe zij moest manoeu
vreeren.
Hildur, die zich gereed hield om
zoodra dit noodig mocht zijn, het zeil
te .strijkeii, wierp angstige blikken op
haar horloge.
Eindelijk riep zij:
Twintig minuten Niels I
In orde, /juffrouw, maar We kun
nen nog wel even doorgaan, we zyn
dadelijk bij den toren. Het zal direct
wel^wat opklaren.
Jfe visscher had gelijk. De sneeuw
was niet meer zoo dicht en spoedig
wak het mogelijk een honderd meter
vooruit te kijken. Aan stuurboord
hoorden zij een dof gegrom. De vloed
speelde over den voet van de rots.
Uit de duisternis rees een spook
achtige reus op. De boot schoot langs
de boei, waaraan de stoomboot eens
in de maand aanlegde en even later
klonk het uit Ström's mond: „Strij
ken".
Op hetzelfde oogenblik zakte het
zeil. Dagmar deed de boot een groo
ten boog beschrijven en Niels greep
de riemen om te zorgen, dat zij niet
op de rots te pletter werd geslagen.
Hildur hield haar oogen strak op den
omloop van den toren gericht.
Toren, ahoi, riep zij en aan haar
stem kon men hooren, hoe de opwin
ding haar had aangegrepen.
Op den toren bewoog zich niets. De
deur, die naar den omloop leidde,
bleef gesloten.
Ook Dagmar riep nu en hun stem
men waren ver hoorbaar in de onheil
spellende stilte. Een raam halverwege
in den toren werd geopend en een
hoofd en een paar schouders kwamen
naar buiten.
'Het was Axel Olsen.
Gelukkig, zuchtte Dagmar.
Hildur moest zich op de lippen byten
om haar tranen te bedwingen, zoozeer
hadden de emoties van de laatste
oogenblikken haar aangegrepen.
Ik kom beneden, riep hij. Jul
lie komen, alsof de hemel je heeft
gestuurd.
Even later wérd de deur boven aan
de primitieve trap geopend en Axel
Olsen verscheen in de opening. Hij
had geen tqd voor een, harteUjke be
groeting of om zijn verbazing over
hun onverwachte komst te uiten.
Wanneer kan de sleepboot hier
zijn? vroeg Olsen aan Niels.
De mededeelingen van den schipper
over de gesteldheid van wind en wa
ter waren niet erg hoopvol;
Dan moeten de meisjes hier ko
men en mij helpen. Lie heeft in de
keuken zijn arm en handen verbrand
en toen Pontin naar de voorraadka
mer ging om olie en verbandmate
riaal te halen is hij op de trap uit
gegleden en heeft zqn been gebroken.
We moeten ze naar land brengen.
Kun jy ze meenemen, Niels?
Zeker, meneer.
Nu, Dagmar, jy eerst! Paa op
en sta rustig in de mand. Jullie boot
kan niet dichterby komen.
Olsen bracht de hyschinrichting in
orde en liet de mand zakken om er
zijn dochter in op te hijschen.
Onderwijl fluisterde Dagmar tegen
Hildur, die' van opwinding haast niet
wist wat ze deed:
Laten wij allebei de helft van de
pakjes nemen.
O, ik zou ze bijna vergeten heb
ben, was het antwoord, en dadelijk
begon Hildur hun goede gaven te voor
schijn te halen.
Zonder een spier van haar gezicht
te vertrekken, stapte Dagmar in de
stevige mand en nacfat Hildur er nog
het een en ander had ingepakt, riep
ze Olsen toe, dat hy „halen" kon. Ze
kwam goed en wel boven, even later
door Hildur, die al evenmin angst
toonde, per zelfde reisgelegenheid ge
volgd.
Drommels, zei Niels, toen de bei
de meisjes In den toren waren ver
dwenen, en hij krabde zich eens ach
ter zijn oor, die dametjes zijn ook
niet bang uitgevallen.
JWordt vervolgd.),