mmufmm ■^11 tü w Het geluk Ontmoeting op een Donauboot m rP' m ÜP 11 fill m lit IF^iP pp #11 Ui 13 «f A op het eenzaam drijvende eiland 2 ONDER LEIDING VAN Dr. MAX EUWE OUD-WERELDKAMPIOEN SCHAKEN IP in i|ji mi A GOEDE OPLOSSINGEN fPÖ! op het eenzaam drijvende eiland Ontmoeting op den Donau C/5 o i •J ÏSfiOQ HET begon lis op de film. Marianne was achttien jaar en romantisch, zooals dat bij da jeugd behoort. Zij had het gevoel deze situatie al eens op het witte doek te hebben gezien. Toen eij namelijk 's avonds tegen zeve nen als afgezante van de firma Amarillos en Co. met het avond toilet voor mevrouw Agay voor de deur van de villa stond, waren alle ramen pikdonker. Marianne belde vergeefs. Eindelijk kwam êr een oude dienstbode te voorschijn, die vertelde, dat mijnheer en me vrouw plotseling op reis waren ge gaan, ze wist niet waarheen. Ma rianne stapte dus maar weer in de autobus en reed naar huis. Ala een geschiedenis begint als op da film, kan men ervan op aan, dat zij ook zoo verder gaat. Kort om, Marianne las, zooals iederen avond, da krant. Én opeens las ze daar van een groot feest, dat het corps diplomatique dien avond op een Donauboot zou geven. Zij las over de sprookjesachtige inrich ting van het schip, over de aristo cratie,-die was uitgenoodigd, over de vorstelijk gedekte tafel en zij voelde zich als verplaatst in een sprookje uit „Duizend en één nacht". Zij dacht: ja, op de film zie je soms zulke heerlijkheden. Maar in het werkelijke leven? Hoe zou het zijn als je eens één enkelen keer zoo'n sprookje kon beleven? Alleen maar even een kijkje nemen tot het schip weg vaart... Zou dat niet een belevenis zijn, die waard was om gewaagd te worden?-.. Het schip lag trotsch en helver licht aan den steiger. Auto na auto reed voor. Veertig menschen, die •r uitzagen als Hollywoodafgezan- ten in levenden lijve, begaven zich kan boord. Onder hen ook een jong, schuchter meisje in het avondtoilet van mevrouw Agay. Niemand had Marianne naar een invitatie-kaart gevraagd, omdat niemand er aan dacht, dat een ge wone sterveling den moed zou hebben zoo maar op een feest van het corps diplomatique te ver schijnen... Terwijl de gasten elkaar be groetten en hoffelijkheden wissel den, ging Marianne het schip be kijken. Zij kwam tot de conclusie, dat de bewoordingen in de krant nog beneden de werkelijkheid wa ren gebleven, het schip was nog mooier dan zij zich had voorge steld. Op het dek speelde een or kest voorloopig alleen maar Pucci ni en Léhar. Straks, als het schip op de donkere golven stroom-af- waarts sou varen, zouden al de elegants paren met lange tango- passen over het spiegelgladde par ket glijden. Langs een trapje ging ze naar beneden. Een Hongaarsche Czarda zag ze daar, een Parijsch cafétje «i een Weensche Heurigen. De groots zaal, waar een hoefijzervor mige tafel voor veertig gasten ge dekt stond, was eenvoudig een droom van zilver, kristal en bloemen. Als nu het schip er eens vandoor ging! Ze holde de trap op en stond aan dek. Zij rende regelrecht in de armen- van een gerokten heer, die juist naar beneden wilde gaan. Hij hield haar vast en vroeg lachend: Voor wie vlucht u eigenlijk? Zij antwoordde zenuwachtig: Laat u the alstublieft los, ik moet... Maar de heer lachte nog harte lijker: Wat wilt u? De avond is nog lang en straks zijn we een een zaam drijvend eiland, dat niets en niemand kan bereiken. Mijn naam Het geluk is Rosset, secretaris van het Fran- sche gezantschap. Heel aangenaam... antwoordde Marianne en ze wilde verder loo- pen. Maar hij hield haar hand vast. Zoo vlug laat ik een knap, jong meisje niet los. Eerst moet u mij zeggen, met wie ik het genoe gen heb en dan stelt u mij aan uw ouders voor... Marianne stootte Rosset in haar wanhoop opzij en holde naar de loopbrug. Bijna had zij haar doel bereikt, toen de brug werd inge haald en het schip wegvoer. Wanhopig staarde zij naar den walkant, die weldra nog maar een vage schaduw vormde. Zij kreeg plotseling het gevoel of de grond onder haar voeten wegzonk. Er kwamen paren voorbij, ze voelde blikken op zich, vragende en wan trouwende, maar ook bewonderen de. Ze stond nog altijd dicht tegen de railing. Wat er nu zou,'ja moest gebeuren, was duidelijk: eerst zou de aandacht op haar val len, en dan, als de gong voor het souper zou luiden, zou de ontmas kering volgen. Er was immers niet voor haar gedekt en men zou haar als één en veertigste onmid dellijk als indringster herkennen. Zelfs overlegde zij al of ze niet in het water zou springen. Zwemmen kon ze goed, maar het avondtoilet van mevrouw Agay en haar be trekking bij Amarillos en Co.? Zoo alleen hier? zei een zach te, vriendelijke mannenstem. Zij draaide zich om, denkend, dat het Rosset was. Maar nee, het was een andere jongeman, die glimlachend voor haar stond. Ma rianne dacht er een oogenblik over na, of zij hem zou antwoorden, maar de jongeman boezemde haar vertrouwen in, ja, ze had zelfs het gevoel, dat van dezen kant de red ding zou kunnen komen. Daarom zei ze: Ik geniet hier in m'n eentje van dezen heerlijken, romantischen zomeravond. Ja, dat wilde ik ook juist, glimlachte de vreemde, en om dat ik bij ons beidefl, temidden van' dit gewirwar van menschen, een- si# Het schip was nog mooier, dan xij zich had voorgesteld Toto Holland. zelfde verlangen naar romantiek bemerkte, heb ik de vrijheid geno men u aan te spreken. Ik geloof namelijk, dat men samen beter ro mantisch kan zijn dan alleen. Hij stelde zich voor, maar Ma rianne verstond zijn naam niet. Ook zij stelde zich voor en hoopte, dat hij den hare ook niet zou ver staan. Toen zei hij: Willen we naar boven gaan, vlak bij de comman dobrug? Even later zaten ze boven en de jongeman vertelde honderduit. Marianne herademde. Ook zij kwam los en praatte over films en tooneelstukken en over kleine din gen uit haar eigen leven, die zij nog aan geen mensch had toever trouwd. Plotseling onderbrak zü zichzelf en vroeg: Moet u niet naar de anderen toe? Er zijn zooveel mooie vrou wen aan boord, waarom danst u niet? Hij keek haar aan en zei: Ik heb een idee, maar ik durf het eigenlijk niet uitspreken. T^at zoudt u ervan zeggen, als wij hier eens bleven soupeeren? Hier? Ja, ver van al die menschen, wij beiden, in de open lucht, zon der tafelmuziek en tafelburen! Marianne herademde en ant woordde met een gelukkigen zucht: Heel graag, u heeft mijn ge dachten... Zij aten en dronken en kwamen' in een bovenaardsch gelukkige stemming. Het was twee uur in den nacht, toen de boot weer in Boedapest terug kwam. Zij zeide: Laten we wachten tot de an dere gasten weg zijn. Ja, dat vind ik ook, antwoord de hij, ik moet bekennen, dat ik in ieder opzicht uw meening deel en dat gebeurt bij mij heel zelden. Pas toen alle gasten het schip hadden verlaten, gingen zij aan wal. Ik zal u thuis brengen, zei hij. Maar Marianne schudde heftig het hoofd. Jawel, hield hij vol, het is mijn plicht u niet alleen te laten. Bovendien is het voor mij een groot genoegen nog een kwar tiertje bij u te zijn. Daarop riep hij een voorbijrij dende taxi aan en ze stapten in. Na een paar minuten stilzwijgen vroe"6 hij:, y'S. Mag ik u nog eens ontmoeten? Neen, antwoordde Marianne verschrikt, onder geen voor waarde. Waarom niet? Omdat ja laat ik het eerlijk bekennen. Ik ben modiste. Ik ben alleen maar aan boord ge slopen om eenmaal in mijn leven die heerlijkheden, die men altijd op de film voorgetooverd krijgt, in werkelijkheid te zien. Vóór de boot weg zou gaan, wilde ik het schip weer verlaten, maar plotseling voeren we al... en ik was ge vangen... Zoo? zei hij en zijn glimlach werd steeds betooverender. Denkt u eigenlijk, dat u mij met deze bekentenis een geheim verraadt? Wat bedoelt u? Ik heb u geen moment voor een dame van de society gehouden en toch zou ik u graag nog eens willen ontmoeten. s> (Vervolg op pagina 3) SCHAAKRUBRIEK Oplossing No. 37A door O. H. Goethart: vier pun ten. Wit. KgS, Dc6, Tel, Lg8, Pe7, pi. c5, f2. Zwart: Kd4. Tc8, Lc7, Lg2, pi. a5, d5, d3, f4. 1. De8, dreigt 2. Pc6 mat I 1dreigt 2. Pf5 mat 1Ld8, 2. Dh8 mat 'I; 1. Le5, 2. Da4 mat Oplossing Nó. 37 B door Dr. L. N. de Jong: vijf punten. Wit: Kg8, Dg7, Pd2, pl. *2. Zwart: Kal, pi. b2, b5, c5, d7, h7. 1. Kh8, tempozet. 1b4, 2. Pc4, onv., 3. Db2: mat 1c4, 2. Dglf, Ka2:, 3. Da7 mat. 1d6(5), 2. Dh7:, Ka2:, 3. Da7 mat. 1h6(5), 2. Dg6, Ka2:, 3. Da6 mat. V L Ka2:, 2. Dg8t, Ka3 3. Db3 mat. 12. Kal, 3. Da8 mat. De laatste variant laat zien waarom 1. Kf8 niet deugt. Probleem No. 39A. Wit: Kg2, De8, Td5, Td8, Le7, Pc2, pi. a4 (zeven stukken). Zwart: Ke4, Ta3, pi. b8. f7, f8, g3 (zes 6tukken). Wit geeft in twee zetten mat Probleem No. 39B. Wit: Kc3, Da4, Pgl, Ph3 (vier ^tukken). Zwart: Kh2, Lhl, pi. c5, f5^g5, g3, g2 (zeven stuk ken). Wit geeft in drie zetten mat Correspondentie-adres Red. Duizend en Eén", Postbus 959, Rotterdam. enkele fraele aanvalsprestetles, waarvan da onder staande een goed beeld beeld geeft Wit: H, Kramer Zwart: G. R. D. van Doesburgh. Fransche Partij. 1. e2et e7—e6 3. da-dé d7—dS 3. Pbl-dJ Tegenwoordig de meest gespeelde variant van de Fransche opening. Zwart staat nu voor een moei lijke keuze: na ScS moet hij in de meeste gevallen een gelsoleerden d-pion eanvaerden en ne 3. PfS kan wit zonder veel moeite een goede aanvalsstelling verkrijgen 3Pg8—fS eé—e5 Pf«—d7 5. Lil—dS c7c5 ®5s 6. c2c3 cB x dé jt 7. c3 x d4 b7b6 Het idee van dezen zet bestaat in den ruil van wit's goeden looper tegen, zwart's slechten looper door middel van La6. Deze manoeuvre, die positio neel wel gerechtvaardigd is, kost echter veel tijd, omdat het zwarte damepaard na den ruil zeer slecht komt te staan. Dit paard uehoort namelijk in de meeste varianten van de Fransche partij op cö te staan, waar dit stuk een actief aandeel aan den centrumstrijd kan nemen. (Een soortgelijke ma noeuvre troffen we aan in de partij Botwlnnik— Petrow, welke in een der vorige rubrieken behan deld werd). 8. Pgl—e2 Terecht bekommert wit zich niet om zwart's „dreiging". 8. Lc810 9. Ld3 x »8 Pb8 x a0 10. 0—0 Lf8e7 11. f2—f4 H—f5 12. e5 x f6 e.p.l Het is zeer belangrijk, dat wit het sluiten van de stelling vermijdt, daar anders zijn damelooper nooit een rol vRn eenige beteekenis ..zou kunnen spelen. De tekstzet heeft bovendien het voordeel, dat wit weldra een sterken druk op zwart's achter gebleven e-pion kan gaan uitoefenen. 12Le7 x f8 13. Pd2—f3 0-0 14. Pe2—c3 Pa6c7 15. Ddl—d3 Dd8—e7 18. Lel—d2 g7g0 Opi den zwarten looper een veld van terugtocht te verschaffen en tevens om een later f4f5 te verhinderen. 17. Tal—el a7a6 Tegen 18. Pb5 gericht, waarmee wit door den ruil van Pc7 den aanval op pion e6 zou kunnen versterken. 18. Pc3—dl b6b5? Een onnoodige verzwakking, welke wit in staat stelt zijn tot nu toe in-actief gebleven damelooper op effectieve wijze in het spel te brengen. 19. Ld2a5 Hier staat de witte looper zeer sterk, daar het verdedigende Pc7 op een willekeurig oogenblik uit geschakeld kan worden. 19Tf8—c8 20. a2aS Om eventueel 21. Lb4 te kunnen laten volgen. 2dPd7b8 Zwart wil den iastigen looper door Pb8cé ver drijven. 21. Pdl—€3 Verhindert 2L Pc6, waarop zou volgen 22. Lc7:, Dc7: (22Tc7:7 23. Pd5:) 23. Pg4, De7 24. f5!, gf5: 25. Ph6f benevens 26. Pf5: met winnenden aanval. 21De7g7 - 22. Tel—cl Verhindert opnieuw 22. Pc6. 22. Ta8a7 23. Tel—c3! Stelling na 23. Tcl-cS! Wit heeft op handige wijze den strijd van da e-lijn naar de c-lijn verlegd De snelle troepenver plaatsing is steeds een privilege voor de vrijer staande partij. 23 24. Tfl-cl 25. Dd3c2 Tc8—f8 Lf6—d8 Pe7 staat opmerkelijk, slecht, een gevolg van zwart's'strategie in de opening. 25. Tf8f7 Vrijwel gedwongen, daar 25Pa8 ipet 28. Ld8:, Td8: 27. Tc8 beantwoord kan worden. 26. Pf3—e5 T17«7 De zwarte -stukken vormen een labiel complex, dat slechts weinig weerstand kan bieden. 27. La5—b41 Opnieuw zeer sterk gespeeld. Wit gooit het plot seling over een anderen boeg en vefovert daardoor de kwaliteit. 27Te7—d7 Gedwongen, daar 27Td8 wegens 28. Ld6 een stuk kost. Een merkwaardige wending! 28. Pe5 x d7 Pb8 x d7 29. Dc2d3 Pd7—f8 Een schrale troost voor de verloren kwaliteit. Zwart gaat een paard op e4 planten. 30. Lb4—d6 Daarvóór brengt wit zijn looper naar e5. 30. Pf8—e4 31. Ld6—e5 Dg7—e7 32. Tc3c6 Pc7a8 Zwart sukkelt nog steeds met een tekort aan bewegingsvrijheid. 33. Pe3g4 Pa8b0 34. Dd3h3 h7—h5 35. Tc6xe6 Een fraaie beslissing. Zwaft geeft het op, want na 35De6: verovert 36. ,Ph0f de dame terwijl 35hg4: met 36. Dh8f beantwoord wordt No. 36A. A. de Wilde (6), J. Steffen (6), A. P. Maakenschijn (6), J. A. Vroom (6), D. L. Rieke (6), K. Hartman (6). J. W. Stegeman (6), W. Bijl (6), A. Poldervaart (6), J. H. v. d. Velden (6), J. Harmsen (6), J. Schr. (6), J. Hiilebrand (8), mej. W. F. Koch (6), G. H. Koopman (6), H. A. Leniger (6), Ad. J.. Verlooij (6), W. Jongeneel (6), A. Mes (6), H. Wen- ting (6), J. H. Burg Jr. (6), L. Kappers (6), G. Hop man (6), B. Klok (6), A. v. d. Tol (6) J. Blanc (6), W. de Vries Jr. (6), P. Grootenboer (6), J. D. v. Hees Jr. (6), mej. S. Akkerman (6). No.&36B. C. J. Vogel (3), A. J. Berkenbosch (3), D. Schaap (3), J. H. Burg (3), R. H. Mosterd (3), D. 't Hart (3), J. Q^enaarden (3), W. Pieterson (3). De Friesche kampioen speelde in den Baarnschen achtkamp nogal wisselvallig. In verschillende par- tijfn bood hij niet den tegenstand, dien we van hem gewend zijn. Aan den anderen kant leverde hij (Vervolg van pagina 2) Dat is onmogelijk! Ik zal nooit verliefd worden op een man, dien ik toch nooit krijgen kan! Zoo, zei hij en zocht Marian ne's hand. U kunt met een ge rust geweten op mü verliefd wor den, want ik ben geen excellentie en ook geen markies. Ik heet Jg- nos Horvath en ik ben detective. Marianne schrok. Wat? Ontzettend, u bent de tective? Ja, de eigenaardige manier, waarop u bij de railing stond, is mij onmiddellijk opgevallen en ik heb dadelijk gezien, dat u niet tot de gasten behoorde. Daar ik op dracht had gekregen eventueele incidenten in het belang der diplo maten zoo discreet mogelijk tg be handelen, heb ik u van de anderen weggelokt en den verderen avond met u bij de commandobrug door-, gebracht. Ik geloof, dat ik op dezp wijze mijn instructies zoo goed mogelijk heb uitgevoerd. Marianne zweeg lang. Toen vroeg ze: Heeft deze zaak nog gevolgen? Natuurlijk, en wel heel ern stige. Ik zal je van nu af in het oog houden, en hij kuste haar hand. Marianne keek hem vragend aan. Maar wat doet u? En lachend antwoordde h(j: Ik ben nu immers niet meer in dienst!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 6