m
M m
«wd?
DE GOUDSCHE COURANT
Kift
ZATERDAG 5 JULI 1941.
Lat vooral op vodorwolkan, tl]
botaakanan zoovaal als: Woaa op
uw hoada, ar komt
Dé ongunstige vederwolken
Mooi-Weér wolken
Er is brand* Hier is het blusch-
apparaat!
Maar Marie, wat zijn dat voor
manieren. Kun je dat ding niet op een
blad aanbieden?
Hum. Mat. Dienst, Hongarije (m.)
Mijnheer wenscht?
Wat dacht u wel? Soms een pruik
en een va lachen baard?
Hemniets, Noorwegen (m.)
U suit spoedig trouwen, dame. maar
hoed u voor een zwarte vrouw, die dat
verhinderen wil.
Dat is natuurlijk m'n schoonmoeder,
die zit me altijd dwars!
Hum. M^t. Dienst, Hongarije (m.)
Geloof me. Emmy, ware liefde vindt
geen woorden,
Neen, George, ware liefde spreekt
met Vader. ■~tm
DE ADELLIJKE AFKOMST.
ZIJN ERVARING.
A4N ALLES KOMT EEN EIND.
Waarom sprak je dien klant zoo
verwoed tegen? Weet Ja dan nog niet,
dat een klant altijd gelijk heeft?
-—Ja maar. hij zei, dat het hier een
zwijnenstal was!
Hus og Hjem, Zweden (m.)
Het zou heelemaal niet kwaad zijn,
als je je jas eens liet keeren. Ze zou
er beslist van opknappen.
Dacht je soms, dat een jas drie kan*
tan had!...*
Deike, Duitschland (m.)
Weet u wel, dat er blauw bloed In
m'n aderen vloeit?
Zoo? En was u ar al mee bij den
dokter?
Hum. Mat. Dienst, Hongarije (m.)
JSn dokter, welke menachen zijn nu
eigenlijk het moeilijkst te genezen?
De gezonden!
,Vart Hjem, Zweden (m.)
LOGICA IN DEN VROEGEN
MORGEN.
Waarom z*g Je, dat ja vrouw het
hardste hart heeft, dat zich maar
denken laat.
Omdat je het alleen met diamanten
kunt naderen.
(TeefrenJng Octave).
^e«6S"Ti2^ Bi i'
Ik kan niet lederen keer vier trappen nv* hem naar beneden gaan en zoo krijgt
hij ook frissche lucht....
- JBergström Deike, Duitschland (m.)
Wat een geluk, dat ik geen vier*
voeter ben, anders moest ik vier
schoenen uittrekken! t
Politlken, Denemarken (m.j
denaar. Hij overdacht koortsachtig, dat zijn
vrouw het niet verontrustend zou vinden,
wanneer hij dien nacht-niet thuis kwam. Het
gebeurde wel meer, dat hij plotseling op reis
moest, zonder haar te kunnen waarschuwen.
Maar... hoe lang zou de man in de kluis
kunnen ademhalgn?
De nacht viel.Uren yai* afgrijselijke span
ning. Het rumoer van den in doodsnood ver-
keerende hield onafgebroken aan. Af en toe
brulde hb zóó hard, dat de deuren van de
kluis ervan schenen te trillen. Rasmussen
had er veel voor over gehad, als hij zijn
vingers in zijn oor en had kunnen sloppen.
Hij maakte den strijd van den ander licha
melijk mee; het wbs alsof er geen zuurstof
meer in de kamer aanwezig was etv zijn eigen
longen dreigden te barsten.
Tegen den ochtend werd het stil. Een af
schuwelijke stilte. Toen begonnen, ergens in
de verte, de kerkklokken te luiden met hoog
zilverig geluid. Het was Zondag. Rasmussen,
op den stoel vastgesnoerd door knellende tou
wen, half bezwijmd» zag in gedachten de
kerkgangers voorbijgaan', de kerkboeken in
de hand. Hun voetstappen kwamen naderbij,
om weer in de verte weg te sterven. De tijd
scheen stfl te staan, gelijk met zijn bonzende
bloed, dat door de snoerende banden werd
vastgehouden. Alles kreeg een vreemd waas
en nam gedrochtelijke afmetingen aan* Het
zonlicht, dat thans naar binnen scheen, was
grauw en somber. En de kerkklokken bleven
luiden in het gemartelde hoofd van den ouden
man, hoog en doordringend.
In den middag kwam er kluis nog
een laatste levensteeken. Rasmussen hoorde
het, zonder echter nog iets te kuhnen gevoe
len. Het-was een zacht, onbestemd geluid;
als het krabben van een kat aan een geslo
ten deur. Het hield lang aan. De mfm
schreeuwde niet meer, slechts met zijn ster
vende hand kon hij nog de kluisdeur bereb
ken. Een^Jaifltste opflikkering. Een rat, half
verdronken in een teil met water, zinkend,
om nog één keer met een laatste, wanhopige
krachtsinspanning boven te komen.
Maandagmorgen vond de ontstelde boek
houder van Rasmussen's bank zijn patroon,
vastgebonden op een stoel in zijn ^kantoor.
Bewusteloos. Een uur later droegen zij het
ontzielde lichaam van Trusholm, den roof
moordenaar, uit de kluis. Terwijl het in het
kantoor op een brancard werd gelegd en toe
gedekt, sloeg de deur 'van de kluis met een
zachten klik in het slot...
Zevende jaargang
DE amateur-fotografen weten het al
lang: wanneer zij een landaehap op de
gevoelige plaat vastleggen, zijn het
vaak de wolkenformaties, die er „het artis
tieke" aan verleenen, dat iedereen graag in
eigen foto's waarneemt. Daarom werken zij
graag met geelfilters en ook tegen licht-opns-
men, die het meest vlakke, weinig-zeggende
plekje tot een juweeltje van schoonheid kun
nen maken, als er wat grilllg-gevormde, zit"
ver-omlynde. wolken boven hangen.
De pogingen „in hef aanschijn des hemels"
te lezen, zijn al even oud als die, welke het
karakter van de menschen uit hun gezicht
willen bepalen. Maar de physiognomonie van
de wolken, die meerendeels haar ontstaan te
danken heeft aan boeren- en zeemansuitspra-
ken, is pas in onzen tijd tot een wetenschap
geworden.
-
Een internationale atlas van wolkenforma
ties met bijbehoorende namen voorkomt, dat
een Eransche meteoroloog een teere. ala een
veer gevórmde wolk cirrus uncinus noemt,
terwijl een, Duitsche vakman aan zoo'n ve
derwolk den naam cirrus nothus geeft. Maar
laten we even alle geleerde namen buiten be
schouwing, het gaat er thans om hoe men,
met eéij enkelen blik op de wolken, het weer
kan voorspellen. En dan komt men al dade
lijk voor een teleurstelling té staan, zoaals
zoo vaak het geval ia met den leek, die den
mannen van de wetenschap een practische
vraag'stelt. Hij zal booren, dat het vaak ook
voor den vakman te riskant is om het weer
alleen uit de wolken, zonder de hulp van een
weerkaartje te voorspellen. Dikwijls komt
men met zoo'n voorspelling te laat, Want
eigenlijk moet men de wolk zelf al als weer
verschijnsel zien, zooals de onweerswolk
reeds deel uitmaakt van de weersverande
ring, welke aan hét spoedig daaropvolgende
onweer voorafgaat.
Toch zjjn er ook wel wolken,, die langeren
tijd van te voren een verandering in het weer
aangeven, met andere woorden: zlcj» vertóo-
nen vele uren voordat die verandering zich
voltrekt. Dat zijn de voornamelijk ia het Wes
tent hoog aan den hemel drijvende veder
wolkjes. Als men deze ziet, dan kan men met
vrij groote zekerheid een achteruitgang in het
Weer voorspellen, dichtere bewolking en
regen.
Velen zulletl misschien een beetje vreemd
opkijken, als zij hooren, dat de wolken nW—
door de lucht, maar door de aarde worden
gevormd. De groote „kookplaat", waarop wij
leven en die door de zon wordt verwarmd,
verwarmt ook de omringende lucht tot onge
veer vijfhonderd meter boven den aard
bodem. Bijna voortdurend stijgt ex van de
aarde een stroom verwarmde lucht omhoog.
Bi) die opstijging koelt de lucht natuurlijk at
en zoodra het voor den waterdamp in de
te koud wordt, sjgat deze in kleine
lucht
druppeltjes neer an een wolk ontstaat.
Zomersche mooi-weer wulken boven de Sainle Chupelle bij het Palais de Justice in Parijs
- roto iln.
's Zomers kan men dat bijna dad
waarnemen, groöte stapelwolken kunnen zich
dan vormen.. De aardbodem wordt reeds in
den voormiddag zóó warm, dat boven de don
kerste, dus warmste gedeelten, bosschen enz.,
de lucht snel omhoog stijgt. Hoog genoeg om
een klein stapelwolkje te vormen, dat in den
middag steeds grooter wordt. DÉ ar de af
koeling van de omhqar stijger.de lucht in
nauw verband staat met de bereikte hoogte,
zullen op warme zomerdagen de stapels wol
ken aan den'onderkant als met een lineaal
gelijk getrokken zijn, terwijl zich daarboven