Inlevering METALEN JONGSTE BEDIENDE Adverteert in dit blad. Adverteeren doof verknopen EEN EXAMEN PRAATJE De Goudsche Montessorischool (Geborduurd jurkje REÜNIE eerste blad 2 dagen GROOT-SUCCES programma! G. OKKERSE INLEVERING van METALEN Dóór buigt het 10.., 20.000 keer per dag! Ons Qoedkoope Patroon Wat voor soort vrouw bent u DINSDAG 22 JUU Advertentiën De BURGEMEESTER van HAASTRECHT maakt ba- kand dat voor de geheel» gemeente oproepingen tot het inleveren van metalen zijn verzonden. Gelegenheid tot inlevering bestaat voor de bewoners van: Wijk A en B; MAANDAG 28 JULI 1941. Wijk C Nrs. 1-112; DINSDAG 29 JULI 1941. Wijk C Nrs. 112a-200; WOENSDAG 30JULI 1941. Wijk C Nrs. 201 -315; DONDERDAG 31 JULI J941. Wijk D en Z; VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1941. De inlevering moet op de genoemde dagen geschieden in het gebouw „Concordia", wijk C No. 168, tusschen 8-12.15 en 14-17 uur. WaarachuwlngHet niet ontvangen van een oproeping ontheft niet van de verplichting tot inlevering. De Burgemeester voornoemd, V. HEMERT. Haastrecht, 22 Juli 1941. Aangifte van leerlingen uitsluitend voor 3 en 4 jaar, Donderdag en Vrijdag a.s. 4.30 - 5.30 en 8-9 uur, Van Swiefcn- straat 1. Nog slechts DINSDAG en WOENSDAG ons donderdag gaan voorstelling voor kantoorwerkzaamheden. Eigenhandig geschreven solli citaties worden Ingewacht bij Speelgoedfabriek, Waddinxveen O 2358 12 Hoe een pleidooi voor parate examenkennis zon hebben geluid, indien het had mogen worden uitgesproken BLOUSE In de maten 42 cn 46 rr Een goede vriendin Hel gebruik van zout in de huishouding Het opmaken van roebes, strookjes en jabots O 2360 60 O 20 O 2363 25 Gezocht: NET KOSTHUIS met huiselijk verkeer, bij voor keur Chr. gezin. Ongeveer 50, per maand. Brieven onder no. G 2357 bureau van dit blad. 5 QEVRAAQD een DE BURGEMEESTER VAN GOUDA maakt bekend, dat oproepingen tot het inleveren zijn verzonden voor Straten: 1. Vest (2e gedeelte), Vlaming straat, Bolwerk, Raam (le ge deelte). 2. Turfmarkt (2e gedeelte), Groe- nendaal (1ste gedeelte). Inleveringsbureau gevestigd: Rotterdamsche Veer no. 4. Spieringstraat no. 1. (Weeshuis). 3. Lange Tiendeweg (le gedeelte), Lange Tiendeweg (2e gedeelte), Jeruzalemstraat, Molenwerf, L. Nood gods teeg. 4. Van Itersonlaan, Mr. v. Heusde- straat, Joh. de Haenstraat, Coornhertstraat, Zoutmansplein. 5. Burgvlietkade, Steijnkade, Bo- degravensche Straatweg, Willens (le gedeelte). 8. Const. Huijgensstraat (le ge deelte), Const. Huijgensstraat (2e gedeelte), E. J. Potgieter- straat, Emm astraat. 7. Walvisstraat, le Schoolstraat, 2e Schoolstraat, Moordr. Tiendeweg, Wachtelstraat. Gelegenheid tot inlevering bestaat: Woensdag 23 Juli 1941 9—16 uur Donderdag 24 Juli 1941 idem Zie verder de oproepingskaarten, vooral wat betreft het daarop, aangegeven tijdstip van inlevering. WAARSCHUWING: Het niet ontvangen van een oproeping ontheft niet van de verplichting tot inlevering. De Burgemeester voornoemd, Gouda, 21 Juli 1941. DE WITT WIJNEN, lo. B. G 2361 86 Gebouw Minderbroedersteeg, no. 8. Gymnastieklokaal Rijks Hoo- gere Burgerschool, ingang Krugerlaan. Centrale Kopschool, ingang A. G. de Vrijestfaat Gebouw Vondelstraat 63. Gymnastieklokaal school 7/8 aan de le Schoolstraat. OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART TANDRUBBER. De Secretaris-Generaal van het Departement van Handel, Nij verheid en Scheepvaart maakt bekend, dat, ingevolge de jongste wijziging van de eerste uitvoe ringsbeschikking van de rubber- beschikking 1939 no. 2, verboden is tandrubber te verwerken zon der toestemming van den direc teur van het rijksbureau voor rubber. Ook de hoeveelheden tandrubber in het bezit van tandartsen, klinieken e.d. vallen onder dit verwerkingsverbod, zoodat ook zi) een verwerkings- vergunning moeten aanvragen. Voor het vervaardigen van nieuwe gebitten zal echter geen vergunning kunnen worden ver leend, daar de beschikbare tand rubber voor reparatiedoeleinden moet blijven gereserveerd. De betrokkenen dienen zich per briefkaart te wenden tot het rijksbureau voor genees- en ver bandmiddelen, Vondelstraat 11e, Amsterdam, welke instantie voor het rijksbureau voor rubber ver gunningen verstrekt, met het verzoek een aanvraagformulier om vergunning tot verwerking te ontvangen. Nadere gegevens behoeven op deze briefkaart niet te worden vermeld. Nieuwe regeling toewijzingen voor ijzer en staal voor Nederlandsche behoefte. De Directie van het Rijksbureau voor XJzer en Staal maakt bekend dat er met betrekking tot de ijzer en staalvoorziening voor de Ne derlandsche behoefte een nieuwe regeling is getroffen. Een desbetreffende uitvoerige circulaire (No, 315) is reeds aan een groot aantal ondernemingen toegezonden. Belanghebbenden, welke deze circulaire nog niet mochten heb ben ontvangen, kunnen deze bg het Rijksbureau voor IJzer en Staal, i.ange Houtstraat 11 te Den Haag, aanvragen. Dtt bovenleer van Uw schoenen is toch 'n prachtig iets... sterker dan staaf eigenlijk! Want dat breekt eerder, na zoo omzettend vaak buigen! Als we onze schoenen goed poetsen, dan buigt 't bovenleer zónder kans op barsten. Nooit moet U vochtige of vuile schoeneo direct met schoencrême insmeren. Die moeten eerst drogen (nooit in de zon of bij de kachel) op spanners of opgevuld met proppen papier! Bedenk, dat 'n droge, Stofvrije schoen maar héél weinig ERDAL noodig heeft, om prachtig te glanzen en soepel, buigzaam fbarstvrijleer te houden. Dus zéér dun insmeren, goed uitborstelen en met een droge doek nawrijven. Zoo doet U langer met Uw schoe nen en óók langer met Uw kostelijke ESDAL - want ook daarop moaten we heel zuinig zijni Vooral it doos steeds goed sluiten - uitgedroogde crime wordt brokkelig en is onvoordttltg in bet gebruik. NEOERLANDSCH FABRIKAAT I» Het is een mooie Junidag, twaalf uur 's middag*. Ik zit in een Haegschen melksalon, één van de soort, waar men z'n brood in trommeltje of zakje pleegt mede te brengen en die in het bij zonder door de schoolgaande jeugd wordt gefrequenteerd, schrijft Jo Spruyt in het tijdschrift „Het Kind". Hier en daar een reiziger, de meeste tafeltjes zijn nog onbezet. Dan, omstreeks half één, komt plotse ling een stroom jonge menschen binnen, vult in een oogwenk de heele ruimte en in minder dan geen tijd is geen plaatsje meer onbezet. Ik heb net geluk, dat ook aen mijn tafeltje enkele jongedames neerstrijken. Ik zeg „geluk", want ik houd van zoo'n spontaan contact met de jeugd, die zoo onder elkaar gewoonlijk geen blad voor den mond neemt en haar „scherpen" kijk op het leven meestal op animeerende wijze ten beste geeft. Ze zaten middenin de eindexamens, bleek mij. En het moet mij van het hart: ik had op dat oogenbHk met hen te doen, zooals ze daar zaten, sommigen met roode verhitte gezichten en nerveus gesticulee- rende handen, anderen zwijgend voor zich uitstarend, automatisch hal meegebrachte brood kauwend. Hier en daar werd een boek te voorschijn gehaald, en haastig werd er nog een laatste blik in geworpen je kunt nooit weten, ze zouden je toeval lig juist d&t kunnen vragen. Ik trok me aanvankelijk terug in mijn hoekje, doch heel erg lang kon ik me niet stilhouden. Ik maakte een opmerking over den examentijd, over het mooie weer, „veel te mooi, om examen te doen" enz. - Maar och, voegde ik er, trachtende te verzoenen bij, als je er eenmaal bent, is het toch wel fijn om het te hebben, zoo'n einddiploma. Toen kwamen de tongen los. Fijn om te hebben, mevrouw? Je hebt er niets aan! Letterlijk niets! je bent im mers blij, als je den heelen rommel weer zoo gauw mogelijk vergeten kunt! Nou, probeerde ik te sussen, alles zoo gauw mogelijk vergeten? Natuurlijk, het spreekt vanzelf, dat je niet alles kunt onthouden en niet a 1 het geleerde In je leven noodig hebt, maar och Ik kon niet uitspreken, went reeds nam een tweede het woord. Wel nee, mevrouw, niets blijft ervan hangen, daar heb je nu mija moeder: die heeft sèlf eindexamen vijfjarige. Het lieve mensch weet niets meer. Werkelijk niets Van al d'r geschiedenis, d'r wis kunde, d'r natte his, d'r gonio. De wereld wil nou eenmaal, dat je een jaar of zes van je leven nietf anders doet dan il dien onzin in je hoofd stampen, je moet wel meedoen! Maar jl'r wat aan hebben? Oeen sikkepit! Kan men met een troepje afgetobde gloeiend- warme zeventien- achttien jarige examencandidaten gaan debatjee- ren? Neen, men még het zelfs niet; ze hadden hun uurtje rust heusch wel noo dig. Ik beperkte me dus maar met te zeg gen: Nou, dat valt misschien nog wel mee, er blijft toch altijd wel wat van hangen. In ieder geval wensch ik jullie succes. <Ttekentng Vobach en Co.) Deze aardige blouse kan van verschil lend materiaal worden gemaaktDe rug heeft van achteren een puntstuk, waarin een weinig ruimte is verwerkt. De blouse is gegarneerd met Valenciennes-kantjes Men heeft ervoor noodig 1.75 meter stof van 80 cm. breedte. Van deze blouse zijn in de maten 42 en 46 patronen verkrijgbaar aan ons bureau Markt 31. Iets van de hoofdzaken van het geleerde, iets van de essentie der dingen blijft in onzen geest hangen en vormt den sleutel, waarmede de poorten der wetenschap steeds opnieuw wagenwijd kunnen wor- den geopend. Al weet men dan 3 later alles niet precies meer, het x fundament is er en blijft. En we praatten verder over andere din gen. Maar als ik had mógen debatteeren, dan ware mijn pleidooi het volgende ge weest: Examenkennis! Parate kennis! Wat heeft ze het al jaren moeten ontgelden, sinds tal van paedagogen groote en kleine, den knuppel in het hoenderhok geworpen hebben. Zeker, kinderen, ik weet wel, dat veel van het geleerde ver vliegt en dat lang niet alle examenkennis later noodig is. Wat hebben we aan aller lei jaartallen, die we eens geweten heb ben, in het latere leven! Wat hebben we aan de stelling van Pythagoras, als we dertig, veertig vijftig Jaar zijn. Wat heb ben we eraan, dat we eens geweten heb ben, dat (a b) x (a—b) a2—b2 is| Wat hebben we aan.enz., enz. Ja kinderen, Jelui hebt in zooverre ge lijk, dat ik niet graag al mijn examens zou overdoen, want dan zou ik zeer ze ker jammerlijk stralen. En tóch on danksdat, ben ik blij, dat ik ze gedaan heb. Ondanks dat is er in mijn hart (en heusch, ook ik heb geploeterd en ge scholden evenals jullie) niet den minsten wrok tegen die examen.**, tegen de exami natoren en tegen.die parate kennis. Want al wéét Ik dan niet precies alles meer, ik voel me toch bij vele dingen niet als een kat in een vreemd pakhuis En dat vind ik prettig. Als ik van Punische oorlogen hoor, dan weet ik tenminste, tusschen wie en wie re gevoerd werden, al weet ik dan niet pre cies al de jaartallen meer als ik van vreemde landen, plaatsen, rivieren Koor. dan weet ik toch mééstal meteen, waar ik ze zoeken moet. Als ik, door een duin landschap dwalende, een Teunisbloem ontmoet, dan vind ik het toch wel aardig 1. Weet u altijd veel beter dan uw vriendin zelf wat haar goed staat en wat niet? 2. Vertelt u haar, hoe zfl haar kinderen moet opvoeden, haar huishouden moet bestieren, haar meisje en haar man moet behandelen? 3. Herinnert u haar altijd, in het bijzijn van haar echtgenoot, aan allerlei dwaasheden uit haar jeugd? 4. Doet u indiscrete vragen en bent u beleedigd, als u er een ontwijkend ant woord op krijgt? 5. Bent u boos, als u niet onmiddellijk antwoord op een brief ontvangt? 6. Als uw vriendin met nieuwe men schen kennis heeft gemaakt, spreekt ge dan, jaloersch en nadrukkelijk over. je „nieuwe" vriendin? 7. Houdt ge lange telefoongesprekken met haar, terwijl ge weet, dat ze op dien tijd de baby moet baden of de kinderen naar bed brengen? 8 Hebt ge de gewoonte, in het bijzijn van haar echtgenoot, strijk en zet uw eigen goede eigenschappen naar voren te brengen? 9 Maakt ge, eveneens in zijn bijzijn, aan merkingen over haar manier van huis houden of wijze van kleeden? 10. Beschouwt ge uw vriendin, getrouwd of ongetrouwd, als iemand om uw eigen leven te vergemakkelijken of te veraangenamen en eiacht en verwacht go dientengevolge allerlei van haar? Voor uw vriendin is het te hopen, dat ge al deze vragen met „neen" kunt be antwoorden. Zout is een van de weinige artikelen, die niet onder de distributie vallen en onmisbaar in de huishouding zijn. Morst men rooden wijn op een tafellaken, dan strooit men er keukenzout op, dat niet alleen de vloeistof, doch ook de kleurstof in zich opneemt. Ook kan men dit^ bij inktvlekken toepassen. Zout wordt ge bruikt om eiwit vlug stijf te kloppen, men neemt hiervan slechts een weinigje tusschen vlngelr en duim. ta weten, dat dit die bloem la van die „mutatietheorie van Hugo de Vries". En wanneer ik dan niet goed meer weet, wat dat ook weer is (en ik geef onmiddellijk toe, dat ik het niet meer weet) dan heb ik maar naar een leeszaal te gaan en ik kan mijn vervlogen kennis op dat gebied op de gemakkelijkste en aangenaamste wijze weer opfrisschen. Omdat het funda ment er is, nog altijd En de steling van Pythagoras? Ja, kin- deren, jelui hebt gelijk, ik heb haar ze ker niet alle dagen noodig, zelfs nooit. En toch ben ik blij en daalcbaar zelfs, dat ik ook van die „waardelooze" kennis iets afweet. Ja kinderen, ik heb met jullie te doen in examentijd, mijn gevoel gaat zeer zeker naar julie uit in die zware dagen van Juni en Juli; doch ik zal nooit dat overdreven, ziekelijk overdreven medelij den aan den dag leggen met kinderen, die leeren moeten, als tegenwoordig zoo- velen doen. Omdat ik parate kennis in vele opzichten nuttig en noodig vind. Ook voor later. Omdat iets van de hoofdzaken van het geleerde, ja ieta van de essentie der dingen in onzen geest blijft hangen. Dat weliswaar aoms vage iets, dat niettemin de sleutel blijft, waar mede de poorten der wetenschap steeds opnieuw wagenwijd kunnen worden ge opend. Dit waren mijn woorden geweest als ik had mogen debatteeren. En natuurlijk rou één hunner mij het volgende geantwoord hebben: Maar mevrouw, wat intereaseeren ons die oude oorlogen uit de geschiedenis?! We hebben waarlijk genoeg aan de te genwoordige! W ij leven toch in een heel anderen tijd dan onze moeders, onze grootmoeders. Hoe kunnen wij belang stellen in dorre feitenkoulis, terwijl we in zoo'n 'groot wereldgebeuren leven! En mijn antwoord zou andermaal ge weest zijn: rood, groen. Ken eenvoudig lwi se* jurkje wordt ineens heel anders sla het geborduurd is met wat vroo- lijke bloemen. Het krijgt daardoor ook veel meer het ka- rakter van eigen werk. Wil men het hierbij afgebeelde jurkje zelf maken, dan knipt men eerst van papier een pa troon. Het rokje is 44 c.m. lang en 78 c.m. breed. De hals en het lijfje morden omge fes tonneer d De bloemen brengt men met carbonpa pier op de stof over. Men borduurt ze, met waschzijde, in de kleuren van veldbloemen: geel helderblauw enzoovoorts Een ouderweUch middel om strookjes of ruim aangezette kantjes in een goed model te brengen was en wordt weer het pijpen. Nog vele huisvrouwen zullen zich de „neepjesmuts" herinneren, vroeger het hoofddeksel gedragen door oude vrouwtjes en de echte ouderwetsche keukenprinses. Deze beroemde neepjes muts bestond uit een stukje kant of tule, waaromheen eenige strookjes van kant waren aangebracht, die na het wasschen en stijven met de pijpschaar werden be werkt. En nu den laatsten tijd de mode weer zoo vaak kantjes, strookjes en plis- sé's voorschrijft als garneering, kbmt ook de ouderwetsche pijpschaar weer in de mode (verkrijgbaar in winkels van huis houdelijke artikelen) om ze na de wasch opnieuw goed in orde te brengen Indien de stof een weinig gesteven ia, blijven de pijpjes er des te langer in. Plissé's, die er door het wasschen zijn uitgegaan, kunnen ook met de pijpschaar worden bewerkt, waardoor ze er anders, maar niet minder aardig uitzien. De pijpschaar is gemaakt van blank ijzer en men doet goed da handvatten te omwikkelen met dur touw of breikatoen om dit instrument, dat warm wordt ge bruikt, gemakkelijker te kunnen hantee- ren en minder gauw te laten roesten. Be waar de pijpschaar ingevet in een stuk papier, om zooveel mogelijk roesten te voorkomen en veeg ze vóór het gebruik goed af of schuur het Ijzer met een stukje, schuurlinnen Verwarm de pijpschaar door haar eenige seconden In het vuur of in een vlam te houden, veeg ze af en probeer op een schoon, wit lapje of de schaar niet te heet is. De teekening toont u. hoe de schaar wordt gebruikt. Strijk eerst het te bewerken strookje met een strijk- tHOit f9201 (Teekeningen Ver. Per tb) ijzer zoo mogelijk geheel uit of strijk het plat en droog. Ga daarna met de pijp schaar van rechts naar links als volgt te werk: Steek duim en wijsvinger van de rech terhand in de handvatten en houd het linkerbeen onder de stof, het rechterbeen erboven en beide plat op de strijkplank. Draai nu het linkerbeen naar rechts om hoog en trek met den linkerwijsvinger da stof om bet uiteinde van de schaar, waardoor het pijpje na eenige seconden ontstaat. Houd voldoenden afstand tus schen de pijpjes onderling om ze er niet weer uit te trekken; beglh bij meerdere strookjes met het bovenste. Meek do pijpschaar, telkens opnieuw warm. Ook zijde kan men op deze manier bewerken. Indien deze te slap ia, kan men de zijde éérst rauw stijven met Arabische gom witte dextrine of suiker. ^Los hiervan een weinig op lepel per liter water) in weinig warm water en meng dit papje verder aan met koud water. Doop hier in de stof, knijp deze voorzichtig met de hand uit, rol ze ia een schoenen doek droog, strijk ze en pijp ze tenslotte Leer Ten eerste omdat zelfs die oude oorlogen Je 1>eter doen begrijpen, dat uit iedere revolutie een nieuwe en betere wereld geboren wordt. En ten tweede omdat die (soms zeer zeker dorre) feiten kennis juist thans een zeldzaam gezonde compensatie vormt voor de brandende problemen in jullie tot barstens toe gevul de ber.enén, jullie oververhitte breinen van tegenwoordig. Dit allee hadde ik gezegd, als ik had. mogen spreken. (eigen teekening)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 6