t De nieuwe regeling v DE B0NNENLIIST In Krakau wapperden de vlaggen van provinciaal en gemeentelijk bestuur EERSTE BLAD WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1941 BUITENLAND PETAIN WENDT ZICH TOT HET FRANSCHE VQL#- Tegen ondergrondsch gestook. Bestuursraden en wethouders moeten hun ambt als' hoofdberoep uitoefenen ■evoigdheden en aanspraken uit publlak- rechtelijke functies vervallen verklaerd De strüd in Noord-Arfika. Korte berichten. Het Vrijwilligerslegioen. Aankomst van het eerste contingent Nederlandsche Vrijwilligers Andere diatribatie- artikelen. OPENBARE MRENING MOET DE REGCEIUNG STEUNEN. Het Fransche staatshoofd, maar schalk Pétain. heeft listeravond om negen uur voor de Fransche radio een politieke rede gehouden. - Pétain hield rich in de eerste plaats bezig met den toestand van onrust, die in Frankrijk "heerscht, het gezag van zijn regeering in twijfel trekt, en ei toe bijdraagt, dat de gegeven beve len dikwijls slecht worden uitgevoerd. In een .atmosfeer van valsche geruch ten en gekonkel zoo vervolgde Pe- tam worden de krachten van den wederopbouw ontmoedigd en andere krachten pogen haar plaatl in te ne men. Deze onrust wordt ioor de Lon- denache radio en door een bepaalde pert nog versterkt. In het tweede deel van zijn rede be handelde het staatsshoofd. de betrek kingen met Duitschland, die door een wapenstilstandsovereenkomst zijn ge regeld, die slechts voorloopig van ka rakter kan zijn, naar hij betoogde. De samenwerking, die de rijkskan selier in October van het vorige jagtT heeft aangeboden onder omstandig heden, welker groote hoffelijkheid hij weet te waardeeren In zijn werk op langen termijn. (Sn het verzet van alle tegenstan ders der nieuwe orde te overwinnen, moeten al hun ondernemingen ter stond verbrijzeld en nun ch;*i gede cimeerd worden. Inzonderheid is hij voornemens Frankrijk te bevrijden van de „verachtelijke voogdij van den geldbuidel". De maarschalk wees vervolgens op bet feit, dat nog meer dan een mil- lioen Fransehen zich in gevangenschap bevinden, hetgeen den opbouw van een nieuw, duurzaam gebouw bemoei lijkt. In zijn verdere uiteenzettingen roerde de maarschalk enkele princi- pieele moeilijkheden bü den opbouw v&ri den nieuwen Franschen staat aan. Het is niet voldoende, aldus Pétain, wetten uit te vaardigen en te bouwen. Het is noodig te regeeren. Frankrijk kan slechts geregeerd worden met in stemming van de openbare meening, hetgeen onder een autoritair bewind zeer noodzakelijk is, Deze openbare meening is evenwel tegenwoordig ge spleten. Tot slot besprak het staatshoofd de officieel bekend gemaakte wijzigingen in de regeering en vermeldde in het bijzonder, dat hij aan admiraal Dar- lan, tegenover wien deze openbare meening zich niet steeds rechtvaardig had betoond, maar die het staatshoofd steeds moedig en loyaal gesteund had, het ministerie van Nationale Defensie heeft overgedragen, opdat hij rech streeks zijn invloed kan uitoefenen op de gezamenlijke Fransche strijdkrach ten te land. te water en in de lucht. Hierna maakte Pétain een reeks maatregelen bekend, die hü genomen heeft ter Verzekering van een gun stiger sfeer voor de regeering, vooral een verbod van werkzaamheid voor alle politieke partijen en poi.tieke groepen in het onbezette gebied Ten slotte maakte maarschalk Pé taln zijn besluit bekend, gebru k te maken van art 7 der constitutie, om degenene, die verantwoordelijk zijn voor de ramp van Frankrijk, te ver- oordéelen. Met dit doel 1* een poli tieke juridische raad" ingesteld, die nog voor IS October zijn voorstellen aan het staatshoofd zal voorleggen. Krachtens hetzelfd- artikei der con stitutie moeten alle ministerren hooge ambtenaren den eed van trouw jegens het staatshoofd afleggen en zich ver plichten hun ambtsplicht tot welzijn del volks te vervullen. DUITSCHE AANVAL OP MERSA-MATROE. Duitache gevechtsvliegtuigen, die op 11 Augustus naar het Weet-Egyp tische grensgebied waren doorgedron gen, hebben met goed resultaat Brit- sche vliegvelden en een opslagplaats van materiaal bjj Mersa-Matroe aan gevallen, Dé ervaren bemanningen lieten zich door het woedende vuur der Britsche luchtdoelartillerie niet van de wijs brengen on lieten hun bommen vallen op de hangars en startbanen. Een reeks der op den be- ganen grond staande vliegtuigen ge raakte hierdoor in brand. Andere Briteche machines lagen kapotgescho ten op een depêt van materiaal en munitie. Met helle steekvlammen en groot lawaai vlogen deze magazijnen ui de lucht. Zonder verliezen keerden de Duitache machines op haar punt van uitgang terug. De aanvallen op het Suez-kanaal. De Amerikaan Justin P. Ramsey, die pa» van een reis uit Egypte is aange komen, heeft bjj aankomst verklaard, dat tengevolge van de zeer subces- volle aanvallen vaij,de gecombineerde Duitsch-Itallaansche luchtstrijdkrach ten op het Suezkanaal ZOO schepen voor den ingang van het kanaal op doorvaart liggen te wachten. Het Suezkanaal is reeds verschillende malen versperd geweest, aangezien de Duitsche en Italiaansche piloten hun doelen niet vaak missen, zooals Ram sey uit eigen aanschouwing heeft kunnen vaststellen. De FOhrer hee« Dinsdag <n zijif hnofd- kwarUar tn hel bljrtjn van den Dultachen rijksminister van Bultejfandsche Zaken. Von Rlbbentrop, den uit Berlijn vertrekkenden Bpaanachen ambassadeur Eaplnosa de Lot Monteroa ln alacheldaaudlêntle ontvangen. De tekst van de achtste verordening voor het besette Nederlaiidsehe gebied betreffende bijzondere maatregelen op administratief gebied luidt als volgt: Afd teling 1. Bepalingen betref fende de werkzaamheden van publiek rechtelijke vertegenwoordigende licha men en publiekrechtelijke organen. Art. 1. (1)' De werkzaamheden van de gemeenteraden en van de provin ciale staten Mijven rusten. Verkiezin gen voor deze vertegenwoordigende lichamen vinden niet plaats. (2) Verder blijven de werkzaamhe den rusten. 1) van de colleges Van burgemeester en wéthonders; 2) van Gedeputeerde Staten; 3) van de commissies, gevormd uit de Statea-Generaai; 4) van de stembureaox (artikelen 32, 13 en 58 van de Kieswet), (3) De werksaamheden van de ge meentelijke commissies blijven rnsten, voor zoover de burgemeester zulks bepaalt. Hetzelfde geldt ten aanzien van de werksaamheden van de provin ciale commissies, voor zoover de com missaris der provincie zulks bepaalt. Art. 2. (1) De leden der Staten-Ge- neraal, der Provinciale Staten en der gemeenteraden zijn, onverminderd het bepaalde bij de leden 1 en 2 van art. 27, van de verplichtingen ontheven, welke voortsproten uit het lidmaat schap van deze publiekrechtelijke ver tegenwoordigende lichamen. Der halve komen hun de uit dit lidmaatschap Voortsprui tende bevoe-gdheden en aan spraken niet meer toe. (2) Behooren leden der Staten-Gene- raal, der Provinciale Staten of der ge meenteraden tot bestuursorganen van privaatrechtelijke lichamen, in welke het rijk, een provincie of een gemeen te deelnëfemt, dan kunnen dezen: 1) wanneer het leden der Staten-Ge- neraal betreft, door den secretaris-ge neraal van bet betreffende departe ment van algemeen bestuur/ 2) wanneer het leden der Provinciale Staten betreft, door den commissaris der provincie, I) wanneer het leden van een ge meenteraad betreft, door den burge meester met onmiddellijken werking of tegen een ander hem goeddunkend tijdstip worden ontslagen en in hun plaats andere personen naar de be- stuprsorganen worden afgevaardigd. (3) Commissies van toezicht van pri vaatrechtelijke lichamen, in welke het r^jk, een provincie of een gemeente deelneemt, worden beschouwd als be stuursorganen in den zin van het tweede lid. (4) De bevoegdheid, omschreven in het tweede lid, onder 3, komt den bur gemeester mede toe ten aanzien van leden van de gemeenteraden, die be hooren tot bestuursorganen van rechts persoonlijkheid bezittende lichamen of commissies, ingesteld ter behartiging van de gemeeircchappelijke belangen van twee of meer gemeenten. Afdeeling 2. VOORSCHRIFTEN INRICHTING GEMEENTEBESTUUR Art. 3. De taak van den gemeente raad en van het college van burgemees ter en wethouders wordt door den bur* gemeester waargenomen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de taak van die gemeentelijke commissies, weikek werkzaamheid blijft rusten op grond van een beslissing overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, lid 3, eersten volxin. Art. 4. (1) De burgemeester benoemt vOor den tijd van zes jaren ten minste twee, doch niet meer (Jen zes wethou ders, teneipde hem bij het besturen der gemeente te vertegenwoordigen (2) Raadslieden der gemeente (arti kel 7) kunnen niet tot wethouder wor den benoemd. gemeente kan worden geweigerd en het ont slag als zoodanig kan worden verlangd, wan neer daarvoor een gewichtige reden bestaat. (2) Als gewichtige reden wordt in het bij zonder aangemerkt het feit, dat de benoemde 1) reeds meer dan zes jaren zonder onder breking een openbaar ambt onbezoldigd heeft vervuld; 2) een geestelijk ambt vervult; 3) Over meer dan twee personen voogd of cura tor is; 4) meermalen of langdurig huiten de gemeente vertoeft; S) aanhoudend ziek la, of ouder is dan zestig jaren. Art. 9. (t) De burgemeester deelt de be noeming tot raadsman der gemeente onver wijld aan het toezicht houdend orgaan mede. (2) De burgemeester dient een raadsman der gemeente terstond te ontslaan, wanneer het toezicht houdend orgaan zulks verlangt. Art. 10. (1) De raadslieden der gemeente hebben tot taak: 1) den burgemeester b(J het besturen der gemeente van raad te die nen en voorstelten te doen; 1) de in wonera begrip bij- te brengen omtrent de maatrege len van den burgemeester. (2) De raadslieden der gemeente worden als zoodanig niet bezoldigd. Art 11. (1) De raadslieden der gemeente zijn verplicht over aangelegenheiden der ge meente, van wellte zij in hun hoedanigheid van raadsman der gemeente kennis krijgen, overeenkomstig dezelfde grondslagen als de gemeente-ambtenaren geheimhouding te be waren, (2) Aan een raadsman der gemeente, die zijn geheimhoudingsplicht opzettelijk of door grove schuld schendt, kan op vordering van den burgemeester door het toezicht houdend orgaan een boete van ten hoogste tienduizend- gulden worden opgelegd. (3) De boete (lid 2) wordt, met intachtne- ming van het bepaalde bij de wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22) op de invordering van 's Rijks directe belastingen, ingevorderd. Art. 12. (1) De raadslieden der gemeente worden voor vier jaar benoemd. (2) Het ambt van raadsman eindigt-eerder (L) wanneer hij stf" woonplaats buiten de gemeente overbrengt; (2) wanneer hij wordt ontslagen; Art. 5. (1) De benoeming van een wethou der behoeft de toestemming van het toezicht houdend orgaan. (2) Met toestemming van het toezicht hou- de-nd orgaan kan de burgemeester een wet houder te allen tUde ontslaan. De burge meester dient een wethouder terstond te ont slaan, indien het toezicht houdend orgaan zulks verlangt. (3) De burgemeester bepaalt de volgorde, waarin de wethouders worden geroepen om als zijn algemeene vertegenwoordiger op te treden. In de gevallen, bedoeld in het tweede Ud van artikel 84 der gemeentewet, worden de noodige maatregelen door het toezicht houdend orgaan getroffen. Art. 8 (l) Het toezicht houdend orgaan, deh burgemeester gehoord, bepaalt: 1) Tiet getal der wethouders: 2) hoeveel wethouders bezoldiging genieten: 3) het bedrag der wed de der bezoldigde wethouders. (2) De wethouders worden beschouwd all gemeente-ambtenaren tn den zin van de Ambtenarenwet 1929. (3) De bezoldigde wethouders vervullen hun ambt als hoofdberoep. BENOEMING RAADSLIEDEN DER GEMEENTE Art. 7. (11 De burgemeester benoemt raad*. Beden der I gemeente uit de gezamenlijke volkgeno©teh, die ingezetenen der gemeente zijn (2) Het getal der raadslieden Is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij art. 5 van de Gemeentewet, met dien verstande, dat het telkena de helft van het met één verminder de, aldaar aangegeven getal der leden be- (3) Wethouders kunnen niet tot raads lieden der gemeente worden benoemd. (4) Het bepaalde bij de art 21. 22, 23, 25 en 29 van de Gemeentewet ten aanzien van de voorwaarden voor het lidmaatschap van den gemeenteraad en van de daarmede on- yereenigbare betrekkingen en verrichtingen is op de .raadslieden der gemeente van over eenkomstige toepassing Art. 8. Do benoeming tot raadsman der RAADSLIEDEN-VERGADERING. Art 13. (1) De burgemeester roept de raadslieden der gemeente ter vergadering bijeen in alle gevallen, waarin ingevolge de voorschriften van de g «méén te wet een be sluit van den gemeenteraad was v*relscht. (2) De burgemeester stelt de dagorde vast. De vergaderingen zhn openbaar, wanneer de burgemeester zulks bepaalt; dit wordt open lijk bekend gemaakt. (3) Ter vergadering worden de afzonder lijke onderwerpen der dagorde besproken. Er wordt niet gestemd, noch een besluit ge nomen. De raadslieden der gemeente zijp verplicht bun meehlng kenbaar te maken, wanneer éeae van die van den burgemeester alwijkt. Zoodanige uitingen dienen in de no tulen der vergadering te worden opgenomen. (4) De burgemeester dient den raadslieden der gemeente onverwijld zijn beslissing in zake ieder besproken onderwerp op een ge schikte wijze mede te dealen. 13) Kan de afdeeling eener aangelegenheid geen uitstel lijden, dan kan de burgemeester van de beraadslagingen ter vergadering af zien. Hij dient den raadslieden der gemeente onverwijld dc wijze van afdoening op een geschikte wijze mede te deelen. (6) De burgmeester kan den raad van de raadslieden der gemeente ook anders dan ter vergadering inwinnen. (7) De burgemeester kan ook van andere volksgenooten vorderen, dat zij hem ut be paalde aangelegenheden, rakende het be stuur der gemeente, van raad dienen. Volks- gtsnooten, die Ingezetenen der gemeente van bovenbedoelden burgemeester zijn ge houden aan de overeenkomstig het bepaalde bij den eersten volzin door den burgemeester» aan hen gerichte vordering te Voldoen. Art. 14. (1) Het toezicht hoüdend orgaan ziet toe dat de gemeente door den burge meester met inachtneming! van de geldende rechtsvoorschriften wordt bestuurd en dat het bestuur der gemeente strekt tot bevor- ring van het* algemeen belang van het r(jk. (2) Het toezicht houdend orgaan kan den burgemeester aanwijzingen geven. De burge meestér is aan deze aanwijzingen gebonden. (3) De secretaris-generaal van het Depar tement van Binnenlandschfe Zaken is ten op zichte van de gemeenten bedoeld in artikel 15, lid 1, onder 2, mede bevoegd aanwijzingen te geven in alle aangelegenheden, met uit zondering van die betreffende den Water staat. De secretaris-generaal van het Depar tement van Waterstaat is ten aanzien van alle gemeenten mede bevoegd aanwijzingen te geven in aangelegenheden betreffende den Waterstaat. Art. 15. (1) Toeaicht houdend orgaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betreffende den Waterstaat, Is 1) voor de gemeenten 's-Gravenhage, Amsterdam en Rotterdam de secretaris-generaal van het De partement van Binnenlandsche Zaken; 2) voor alle overige gemeenten de commissaris dér provincie, onverminderd hetgeen b(j de geldige jMBSrschriften Is bepaald omtrent de bevoegdheid van den secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken. (2) Toezicht houdend orgaan over aange legenheden. den Waterstaat betreffende, is voor alle gemeenten de commissaris der»pro vincie, onverminderd hetgeen bij de geldige rechtsvoorschriften is bepaald omtrent de be voegdheid van den secretaris -generaal van het Departement van Waterstaat. Afdeeling 3 Art. 18. (1). De taak van de provinciate staten wordt door «ten commissaris der provincie waargenomen. (2) Hetzelfde geldt (1) ten aanzien van de taak van die provinciale commissies welker werkzaamheden blijven rusten op grond van eeh beslissing overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, lid 2, tweeden volzin; (2) ten aanzien van de taak van Gedeputeerde Sta ten. welke ingevolge artikel 1» niet door den commissaris der provincie en de bestuurs raden (artikel 19) gemeenschappelijk wor den waargenomen Art 17. Voor zoover tot dusver Gedepu teerde Staten (1) kennis namen van geschil, en van bestuur, of (2) uitdrukkelijk waren aan geweten om te oordeelen over andere ge- schillen of (3) verordeningen of besluiten der besturen van waterschappen, «menschap pen of veenpolders kondén schorsen óf ver nietigen worden deze werkzaamheden ge meenschappelijk door den commissaris der provincie en de bestuursraden (artikel 19) waargenomen. Art 18 (1) De commissaris der provincie la bevoegd (1) zich door alle overheidsin stanties in de provincie, voor aoover deze niet ook buiten net gebied der provincie be voegdheid bezitten, inlichtingen te doen ver. strekken, aan deae instanties voorstelten te «toen. zoomede haar in aangetegenhedef. Welke geen uitstel kunnen lijden, aanwijzin gen te geven, onverminderd het recht van het bevoegde centraal gezag om zulks "te doen; (8) zich door a'te overheidsinstantie* welke ook buiten het gebied der provincie bevoegdheid bezitten, met uitsondering van het centraal gezag, Inlichtingen te doen vér. strekken en aan «feee instanties voorstellen te doen. t (B) De in het eerste lid, onder 1, bedoelde bevoegdheden komen den commissaris der provincie tegenover Instantie* «Ier Neder land sche politie slechts toe. root zoover tigj binnen den kring zijner bevoegheden maat- tegelen treft, welke door deze Instanties die- nen te worden uitgevoerd De commiszart? der provincie en «te gewestelijke «iirecteur van politie verstrekken elkaar wederkeert* de inlichtingen, welke zfl voor de vervulling van hun taak behoeven. Zij kunnen e'kaat wedekeerig voorstellen «toen. (8) Het bepaalde bij artikel 14, Ud 2, Wijf onverminderd van kracht De bevoegdheden, bedoeld in 't eerste lid. komen den committals met toe tegen over de gerechten. (5) Als centraal gezag ln den zin van hei eerste lid wordt beschouwd iedere instantie welker bevoegdheid zich uitstrekt over het gehèele bezette Nederlamiache gebied. BESTUURSRADEN DER PROVINCIES Art. It. (1) De commissaris der provincie benoemt voor den tijd van zes Jaren ten minste tvtee, doch niet meer dan zes be stuursraden, teneinde hem bij het besturen de provincie te vertegenwoor«Ugen. (2) Raadslieden der provincie kunnen niet tot bestuursraad worden benoemd. (3) Overigens is ten aanzien van de be noeming em valt het ontslag van een be stuursraad het bepaalde bij artikel 5, leden 1 en 2, van overeenkomstige toepassing. (4) Met betrekking tot de volgorde bü de algemeene Vertegenwoordiging is 't bepaalde bij artikel 5, lid 3, eersten volzin, van over eenkomstige toepassing. B(j ongesteldheid» afwezigheid of ontstentenia van den com missaris der provincie en van alle bestuurs raden worden door het toezicht houdende orgaan de noodige maatregelen getroffen. Art. 20. (l)Debeetuuraraden Worden baiQhouwd als pro vinciale ambtenaren in den zin van de Ambtenarenwet 192 9. (2) Het toezicht houdend orgaan bepaalt, den commissaris der provincie gehoord, het getal en de wedde van de bestuursraden. (3) De bestuursraden ver vullen hun ambt als hoofd beroep. Art. 21. De bestuursraden zijn met be trekking hunner werkzaamheden^ bedoeld in artikel 17, aan geenerlei aanwijzingen gebon. den. Art. 22. (1) De commissaris der provincie benoemt raadslieden der provincie uit dé ge zamenlijke volksgenooten, die ingezetenen der provincie zijn. (2) Het getai dier raadslieden is vastge steld overeenkomstig het bepaalde bij artikel 2 van de Provinciale Wet, met dien ver stande, dat het telkens een derde van het aldaar aangegeven getal bedraagt. Breuken worden verwaarloosd. (3) Bestuursraden kunnen niet tot raads man eener provincie worden benoemd. (4) Het bepaalde bij de artikelen 17, 18, -29/21, 22 en 57 van de Provinciale Wet ter. aanzien van de voorwaarden voor het lid maatschap van d« Provinciale Staten eft de daarmede onvereenigbare betrekkingen en verrichtingen, is op de raadslieden der pro vincie van overeenkomstige toepassing. Art. 23. De benoeming tot raadsman der- provincie kan worden geweigerd en het ont slag als zoodanig kan worden verlangd, wan neer daarvoor zen gewichtige reden bestaat Hetgeen in het bijzonder als gewichtige reden wordt aangemerkt, blijkt uit het be paalde bij artikel 8, lid 2. Art. 24. Met' betrekking tot het provin ciale bestuur zijn verder de volgende be palingen van overeenkomstige toepassing: 1) Hét bepaalde bij artikel 9 omtrent be noeming en ontslag van raadslieden der ge meente 2) Het bepaalde bij artikel 10 omtrent de taak en de onbezoldigde ambtsverrichting van de raadslieden der gemeente, 3) Het bepaalde b|j art. 11 omtrent den geheimhoudingsplicht voor de raadslietien der gemeente; 4) Het bepaalde bij art. 12 omtrent den ambtaduur van de raadslieden der gemeen te; 5) Het bepaalde bij art. 13 omtrent de. werkzaamheden van de raadslieden der ge meente. de bevoegdheid van den burge meester zelf te beslissen, alsmede zijn be voegdheid volksgenooten, die geen raadsman der gemeente zijn. te raadplegen. ATt. 25. Het toezicht houdend orgaan heeft ten opzichte van het bestuur door den com missaris der provincie een taak overeen komstig die, welke is omschreven in art. 14 Art. 26 1) Toezicht houdend orgaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betreffende den waterstaat, is, de secre- taris-generaa' van het Departement van Bin nenlandsche Zaken. I 2) Toezicht houdend orgaan over de aan gelegenheden, den waterstaat betreffende, is de secretaris-generaal van het Departement van 'Waterstaat. OVEI^GANGS- EN SLOTBEPALINGEN Art. 27. De wethouders, die tot dusver hun bediening waarnemen, verrichten' de werkzaamheden der wethouders, bedoeld ln de art. 4, 5 en 6 tot op het tijdstip, dat de burgemeester hen ontslaat. (2) De leden der Gedeputeerde Staten ver richten de werkzaamheden van de bestuurs raden, bedoeld ih de art. 19 en 20, alsmede gemeenschappelijk met den commissaris der provincie de werkzaamheden, bedoeld in de art. 17 en 21, tot op het tijdstip, met ingang waarvan de commissaris der provincie hen ontslaat. (3) Het toezichthoudend orgasifi kan tot nadüer order op verzoek van den burgemees ter van het bepaalde bij art. 6, lid 3. en op verzoek van den commissariz der provincie van het bepaalde bij art. 20, lid 3. onthef fing verleenen. (4) Weigert een persoon, genoemd in hét eerste of tweede lid, zonder genoegzame re den de daar bedoelde werkzaamheden te ve>- leénen-, dan wordt noch wachtgeüd. noch pen sioen, noch weduwe- of wee zen pensioen toe gekend. Het toezicht houdend orgaan beslist in dezen op verzoek van den burgemeester (commissaris «ter provincie). Ast. 28. (1) Het bepaalde bU krt. 13, lid 1, Is niet van toepassing, zoolang de raadslieden dér gemeente niet zijn benoemd. "Het bepaalde bij art. 24. onder 5. in verband met art. J3. lid 1, is niet Vkfl toe passing, zoolang de raadslieden der provin cie niet zijn benoemd. Art. 2B. Op ambtenaren en andere leden -van het personeel, wier diensten ln ver band met het in werking treden dezer verordening overbodig worden, is het be paalde bij de nonactiviteitsregeling Bur gerlijk Rijkspersoneel Neder land*che Staatscourant 1940 no. 227) van toepas sing. Art. 30. Verordeningen, welke goedkeuring behoeven en in welke bevoegdheden worden to«N?ekend aau publiekrechtelijke vertegen woordigende'lichamen en publiekrechtelijke organen, welker werkzaamheden op grond van het bepaalde bij art. 1 blijven rusten, kunnen door de daarvoor aangewezen instan tie Vmrdcit goedgekeurd in de bewoordingen, waarin deze verordeningen ter goedkeuring zijn voorgelegd. Het bepaalde bij de art. 3, 16 en 17 blijft onverminderd van kracht, Art. 21. De ter uitvoering dezer verordening noodige voorschriften kunnen bij beschikking worden uitgevaardigd. Art. 32 (1) Deze verordening treedt op 1 September 1941 in werking. (2) Tegelijkertijd treden de verordening no 36/1941 (eerste verordening betreffende bui tengewone maatregelen op staats- en admini stratief rebhtelijk gebied), alsmede de ter uitvoering' daarvan •■uitgevaardigde decreten no. ST/1841, 45/184! en 96/1941 bf ten Werking. TOESPRAAK VAN GENERAAL SEVFFARDT Gisteravond hield luitenant-generaal H. A. Seyffardt, chef van het Vrijwil ligerslegioen Nederland, over den zen der Hilversum I een toespraak tot het Nederlandache volk, waarin hij o.m. geide: Ik wil nogmaals tot u spreken over het Vrijwilligerslegioen Nederland, om u, gij jonge en oudere landgenooten. die nog niet besloten hebt, u mede in t* zetten voor den strüd tegen het bolsjewisme, op te wekken, u thans nog aan te sluiten. Zoo was de vorige week Donderdag 't tweede contingent in de Dierentuin- zaal aangetreden. Wederom hebben de tonen van ons oude Wilhelmus weer klonken en hebben 480 mannen fn s'ilte de gelofte afgelegd: „deti vaderland ge. trouwe bltjf ik tot in den doet". Zij xjjn daarna met vastberaden tred my voorbij gemarcheerd naar het station van vertrek en ook tü zijn vol enthou siasme afgereisd naar Krakau, waar hun Nederlandache kameraden hen met het oranje-wtt-blauwe vaandel heb ben opgewacht. Daar wordt ons Nedet- landsche legioen verder militair ge vormd et) wanneer straks een derde contingent zal zün gevolgd, zal daar een krachtige eenheid staan, die met P.K. Nederlandsche Legioen, Krakau op Maandagavond, 28 Juli 1941. Een met vlaggen versierd station, straten waarover groote spandoeken zijn aangebracht, vertellen ons dat wij aan den vooravond van een belang rijke en feestelijke gebeurtenis stean. De bewoners van Krakau weten ons mede Jp doelen, dat den volgenden dag de Nraerlandsche vrijwilligers uit Hol land zullen aankomen en feestelijk zullen worden ontvangen. Dit blijkt ook uit de opschriften der spandoeken, Waarop den Nederlandschen mannen in .het Hollandsch, Duitsch en Poolscb, éen hartelijk welkom wordt toegeroe pen. Wij lezen onder anderen; „Onze beste wenschen vergezellen de Neder landsche strijders, die vechten tegen de bolsjewieken voor de vrijheid'. Het spreekt vanzelf, dat hier in Krakau de gebeurtenissen in verband met den strüd tegen het bolsjewisme nog meer spreken tot de bewoners dan tot hen, die niet gelük de bewoners van Kra kau op het voorterrein van het Ooste- lüke front wonen. Men begrijpt hier beter waarom het gaat. En juist daar om is de aankomst van jle Neder landsche strijders een gebeurtenis, waarvan iedereen in Krakau vol is. Dit bleek ook den volgenden dag, toen de fraai versierde trein het sta tion Krakau binnenstoomde. Daar sprongen zij uit de wagens, onze Nederlandsche jongens, friach en lenig, alsof zij geen treinreis van uren achter den rug hadden. Onder de tonen van vroolüke marschmuziek marcheerden de Neder. Uodsche vrüwilligers het station uit. vertrouwen kan worden ingezet, daar waar het Duitache opperbevel dat noo dig acht. Daar zullen zü den naam van men Nederlandschen soldaat hoog hou den, naast de soldaten van de overwin nende Duitsche legers. „Bah, wordt er hier In ons land ge fluisterd: overwinnend? alles opsnijde rij, zij worden daar bij duizenden in de pan gehakt. Het mocht wat, overwin nend? Dat is niet waar." Zij ^uggereeren elkaar nog een En- gelsche overwinning op het vasteland van Europa, vooral nu de bolsjewiek te hulp snelt! en dan bekladden zij de ware vaderlanders, die een open oog hebben voor het groote wereldgebeu ren, waarvan de fluisteraars en sabo teurs niets begrijpen willen. Die schim pen dan, dat die mannen de oorlogs dagen van Mei 1940 vergeten zyn. Neen, die mannen hebben die droevige dagen niet vergeten. Zü waren er allen hbpeloos door verslagen, zij voelden plotseling geen houvast meer voor hun hooge idealen. Het was ook te ver schrikkelijk, die strüd tusschen broe dervolken, die züde aan züde hadden moeten vechten tegen den eenlgen werkelijken vüand van den vréde ln Europa. Toen die (strijd was gestreden en verloren kwamen zü langzaam aan weer tot bezinning en begrepen, dat hetsonafwendbare was geschied. Want onze toenmalige regeering, die de bee- nen nam, terwül onze jongens hun hopelozen strüd nog moesten doorzet ten, had al jaren aan den Engelschen leiband geloopen, had' zoo'n doorzich tige, schijnbare neutraliteitspolitiek be dreven, dat een kind zich daardoor niet om den tuin zou hebben laten leiden. Z(j heeft willens en wetens ons vader land in het ongeluk gestort Zü had jarenlang onze weermacht afgebroken, zoodat de idee paraatheid tot een aan fluiting werd. En thans heeft die zelfde „cbriste- lyke" vroegere regeering onder pres sie van Engeland zich solidair verklaard met de Sovjet-horden, ^die de Wester- sehe beschaving en cultuur wilden gaan verwoesten. Een kreet van ont steltenis is daarover opgegaan. Dat op treden heeft mede den stoot gegeven aan het besluit een Nederlandsch le gioen te vormen, dat zal meevèehten tegen het afschuwelüke bolsjewisme. Maar omdat de fluisteraars dat alles Biet kunnen ontkennen, komen zü weer met iets anders en vragen: Züt gü den eed van trouw vergeten, dien ge eens hebt afgelegd? Daarop kan ik antwoor. den: Neen vergeten is dat niet. En ik kan respect hebben voor hen, die zich nog gebonden voelen. Dat is een per soonlek inzicht, waardoor elk eerlük man zün standpunt voor aichself be paalt. Maar talloos» achtenswaardige mannen hebben gevoeld, dat geen waarde meer konden htchten aan dien eed tegenover een regeering, welke het door dien eed gewrochte verband een zijdig verbrak, toen zü ons vaderland in het meest critieke moment overhaast verliet, om zich in veiligheid te stellen voor een denkbeeldig haar bedreigend gevaar. Neen, gü amettenwerpera, gü treft hen niet, die het legioen orgafeiaeeren en evenmin treft gij hm, wier leeftijd en gezondheid het hun mogelük maakt daadweskelijk ten strijde ta trekken. Zij hebben het rustige vertrouwen, dat zü hun vaderland op de beste wijze hebben gediend. Dat zal de toekomst bewijzen, dan zult gij in uw schulp kruipen! Maar tot u, waarachtige vaderlan den, die den nieuwen tijd begrijpt, roep ik nogmaals: sluit u aan bij het legioen, of, als u dat niet mogeliik is, steunt met uwe gaven de legioen-am bulance, tot heil van Europa en van uw eigen vaderland. Zü werden opgesteld op het station», plein met hei front naar de <*rr tribune, luide toegejuicht dooi duizel den belangstellenden, die met moeit» door een afdeeling politie in bedwan» werden gehouden. Intusschen wa» tea muziekkorps van de politie aangeko. men en marcheerde een eerewacht van ,de Waffen S.S. met de bajonet op het geweer, hét Stationsplein op. Op <j» eere-tribune hadden vertegenwoordi. ttSS van de weermacht, partij ej sttt plaats genomen. Nadat de SS- Sfahdartenführer Reich aan den gene. raai der Schutspolizei Riege de troea gemeld had, vond de inspectie plaat!; Na afloop van deze inspectie richtte de S.S. Standarten-führen en com, mandant Reich het woord tot de ver, tegenwoordigeTS van weermacht, part# en staat, die hü dankte voor hu» komst, waarna hij de Nederlander» welkom heette, Na zün toespraak las commandant Reich een brief voor, die was binnen, gekomen van luitenant-generaal Seyf. fardt. Deze brief had o.a. den volgen den inhoud: „Een groet aan alle strijders die nu in Krakau aangetreden zün dm met d« Duitsche wapenbroeders te strijden voor de toekomst van Europa, tegen het bolsjewisme. Dit is een groet uit het vaderland. Weest kameraden on der kameraden en hard voor u zelf. Strijdt met Adolf Hitler voor Europa". Na deze indrukwekkend» plechtig, heid volgde een marsch door de str». ten van Krakau. Intu^Schen is ook het tweede contin gent aangekomen en. even hartelijk ontvangen. PROVtSlERKGELING HANDELSREIZIGERS. Naar wij vernemen zal dezer dagen Jtepubliceert worden een aantal richt lijnen inzake een provisieregeling voor handelsreizigers, die door de büzondere omstandigheden in hun inkomen zün achteruitgegaan. 1* AUGUSTUS T/M. 17 AUGUSTUS, 30M brood 4 rants, brood of gebak. 30 brood 1 rantsoen brood of gebak. 30 bloem Vz rantsoen bl. br, of gebak, 30 vleesch Mi rantsoen vleesch oü vleeschwaren. 30 vleeschwaren 1 rantsoen vleesch af vleeschwaren. 30 kaa& 100 gram kaas. 30 eieren 1 stuks eieren. 30 melk I 1% liter melk. 30 res. aardappelen 1% kg. 1* AUGUSTUS T/M 6 SEPTEMBER 107 algemeen 1 kg suiker. 108 algemeen 230 gram koffiesurrogaat 109 algemeen 500 gram jam. 110 algemeen 250 gram rijst B rust 280 gram rijst 111 alg. 250 gT. havermout of gort. B havermout 250 gram havermout ol gort. 112 alg. 100 gr vermicelli of maizetul 3 AUGUSTUS T/M. t» AUGUSTUS. 25-27 boter 250 gram boter. 26-27 vet 230 gram boter met reductie, 1 AUGUSTUS T/M. 31 AUGUSTUS. 12 katten l'A kg. kattenbrood. 12 honden groep LH, 10 kg.; groep Q) growp IV 5 kg; groep Y 4 kgl p VI 3 kg hondenbrood. 8 kg; groep OPGEPAST! De bennen 3* voer KAAS blüvet geldig tas. September 1941. De boe ien 2» voer AARDATrELEN blijven geldig t.m. 16 Ang. 194L WAT JS BEN RANTSOEN? BROOD: 100 gram Brood. GZBAK: 75 (run Bwcdult, wstsls, bucut* koekjes, óf lit (ram speculaas, keek Ml grim cake, tt no gram getold klets korstgabak, M 500 gram gevuld groot korft, (•bak. 61 SM (ram taart, gebakjes. BLOEM 39 gram tarwebloem, -mctl. rogff» bloem, -n-.tat. a»ltr|]und bakmeel RUST: SM gram «jat «Jstamaal. -bloeffc -grtaa. grultemeet (gemaasd meel) HAVERMOUT: SM gram Havermout -vHS» ken. -bloem, aardappelvlbkkeo. OORT: 190 gf(m gort gortemeet, grutten. VERMICELLI: 1M gram vemucetlt. mictroH, spaghetti MAÏZENA: 100 gram maisena sago. eardaW pelmael 6t 1M gram rat meel. verwerkt E puddingpoeder of puddlngfttupoeder VLEESCH: 100 pan eloeeeh. gewicht ra» been Inbegrepen. VLEESCHWAREN: 7» gram gerookt W W; kookt vlaasch 6f 79 gram garoaWa «oorten 6» 1M gram gekvuata woretaoorUJ of 19R gram 'levarartlkalert tonganwot* Bierbrood 6f 199 «ram bloedworat 9AM: SM gram Jem. «troop, hontng. eak- KOLEN. Kookdoeleinden. letter M en lm N». 04 KJ?. 31 Augustus. Verwenning. M, «t. *3. hstrden kachels J. él *4 haarden f* kachels K. 41 Urn U „centrale warming" één wmhetd vaste hrsnd^ stoffen. »6. *6. W, „haarden kachels" L t/SI M -haarden kachels" K. een eenheid turf Geldig t/m 81 December. PETROLEUM. M 13 en O 13. 11 Aug. Lm. 5 OcL keuken 2 liter. SCHEERZEEP. K (textiel); t/m 31 Aug. 1 ran ZEEP. 366; t/m. 31 Augustus, 1 rantsoen-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 2