t
De nieuwe regeling
v
DE B0NNENLIIST
In Krakau
wapperden de vlaggen
van provinciaal en
gemeentelijk bestuur
EERSTE BLAD
WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1941
BUITENLAND
PETAIN WENDT ZICH
TOT HET FRANSCHE
VQL#-
Tegen ondergrondsch
gestook.
Bestuursraden en wethouders moeten hun
ambt als' hoofdberoep uitoefenen
■evoigdheden en aanspraken uit publlak-
rechtelijke functies vervallen verklaerd
De strüd in Noord-Arfika.
Korte berichten.
Het Vrijwilligerslegioen.
Aankomst van het eerste contingent
Nederlandsche Vrijwilligers
Andere diatribatie-
artikelen.
OPENBARE MRENING MOET DE
REGCEIUNG STEUNEN.
Het Fransche staatshoofd, maar
schalk Pétain. heeft listeravond om
negen uur voor de Fransche radio een
politieke rede gehouden. -
Pétain hield rich in de eerste plaats
bezig met den toestand van onrust,
die in Frankrijk "heerscht, het gezag
van zijn regeering in twijfel trekt, en
ei toe bijdraagt, dat de gegeven beve
len dikwijls slecht worden uitgevoerd.
In een .atmosfeer van valsche geruch
ten en gekonkel zoo vervolgde Pe-
tam worden de krachten van den
wederopbouw ontmoedigd en andere
krachten pogen haar plaatl in te ne
men. Deze onrust wordt ioor de Lon-
denache radio en door een bepaalde
pert nog versterkt.
In het tweede deel van zijn rede be
handelde het staatsshoofd. de betrek
kingen met Duitschland, die door een
wapenstilstandsovereenkomst zijn ge
regeld, die slechts voorloopig van ka
rakter kan zijn, naar hij betoogde.
De samenwerking, die de rijkskan
selier in October van het vorige jagtT
heeft aangeboden onder omstandig
heden, welker groote hoffelijkheid hij
weet te waardeeren In zijn werk op
langen termijn.
(Sn het verzet van alle tegenstan
ders der nieuwe orde te overwinnen,
moeten al hun ondernemingen ter
stond verbrijzeld en nun ch;*i gede
cimeerd worden. Inzonderheid is hij
voornemens Frankrijk te bevrijden
van de „verachtelijke voogdij van den
geldbuidel".
De maarschalk wees vervolgens op
bet feit, dat nog meer dan een mil-
lioen Fransehen zich in gevangenschap
bevinden, hetgeen den opbouw van
een nieuw, duurzaam gebouw bemoei
lijkt.
In zijn verdere uiteenzettingen
roerde de maarschalk enkele princi-
pieele moeilijkheden bü den opbouw
v&ri den nieuwen Franschen staat aan.
Het is niet voldoende, aldus Pétain,
wetten uit te vaardigen en te bouwen.
Het is noodig te regeeren. Frankrijk
kan slechts geregeerd worden met in
stemming van de openbare meening,
hetgeen onder een autoritair bewind
zeer noodzakelijk is, Deze openbare
meening is evenwel tegenwoordig ge
spleten.
Tot slot besprak het staatshoofd de
officieel bekend gemaakte wijzigingen
in de regeering en vermeldde in het
bijzonder, dat hij aan admiraal Dar-
lan, tegenover wien deze openbare
meening zich niet steeds rechtvaardig
had betoond, maar die het staatshoofd
steeds moedig en loyaal gesteund had,
het ministerie van Nationale Defensie
heeft overgedragen, opdat hij rech
streeks zijn invloed kan uitoefenen op
de gezamenlijke Fransche strijdkrach
ten te land. te water en in de lucht.
Hierna maakte Pétain een reeks
maatregelen bekend, die hü genomen
heeft ter Verzekering van een gun
stiger sfeer voor de regeering, vooral
een verbod van werkzaamheid voor
alle politieke partijen en poi.tieke
groepen in het onbezette gebied
Ten slotte maakte maarschalk Pé
taln zijn besluit bekend, gebru k te
maken van art 7 der constitutie, om
degenene, die verantwoordelijk zijn
voor de ramp van Frankrijk, te ver-
oordéelen. Met dit doel 1* een poli
tieke juridische raad" ingesteld, die
nog voor IS October zijn voorstellen
aan het staatshoofd zal voorleggen.
Krachtens hetzelfd- artikei der con
stitutie moeten alle ministerren hooge
ambtenaren den eed van trouw jegens
het staatshoofd afleggen en zich ver
plichten hun ambtsplicht tot welzijn
del volks te vervullen.
DUITSCHE AANVAL OP
MERSA-MATROE.
Duitache gevechtsvliegtuigen, die op
11 Augustus naar het Weet-Egyp
tische grensgebied waren doorgedron
gen, hebben met goed resultaat Brit-
sche vliegvelden en een opslagplaats
van materiaal bjj Mersa-Matroe aan
gevallen, Dé ervaren bemanningen
lieten zich door het woedende vuur
der Britsche luchtdoelartillerie niet
van de wijs brengen on lieten hun
bommen vallen op de hangars en
startbanen. Een reeks der op den be-
ganen grond staande vliegtuigen ge
raakte hierdoor in brand. Andere
Briteche machines lagen kapotgescho
ten op een depêt van materiaal en
munitie. Met helle steekvlammen en
groot lawaai vlogen deze magazijnen
ui de lucht. Zonder verliezen keerden
de Duitache machines op haar punt
van uitgang terug.
De aanvallen op het
Suez-kanaal.
De Amerikaan Justin P. Ramsey, die
pa» van een reis uit Egypte is aange
komen, heeft bjj aankomst verklaard,
dat tengevolge van de zeer subces-
volle aanvallen vaij,de gecombineerde
Duitsch-Itallaansche luchtstrijdkrach
ten op het Suezkanaal ZOO schepen
voor den ingang van het kanaal op
doorvaart liggen te wachten. Het
Suezkanaal is reeds verschillende
malen versperd geweest, aangezien de
Duitsche en Italiaansche piloten hun
doelen niet vaak missen, zooals Ram
sey uit eigen aanschouwing heeft
kunnen vaststellen.
De FOhrer hee« Dinsdag <n zijif hnofd-
kwarUar tn hel bljrtjn van den Dultachen
rijksminister van Bultejfandsche Zaken. Von
Rlbbentrop, den uit Berlijn vertrekkenden
Bpaanachen ambassadeur Eaplnosa de Lot
Monteroa ln alacheldaaudlêntle ontvangen.
De tekst van de achtste verordening
voor het besette Nederlaiidsehe gebied
betreffende bijzondere maatregelen op
administratief gebied luidt als volgt:
Afd teling 1. Bepalingen betref
fende de werkzaamheden van publiek
rechtelijke vertegenwoordigende licha
men en publiekrechtelijke organen.
Art. 1. (1)' De werkzaamheden van
de gemeenteraden en van de provin
ciale staten Mijven rusten. Verkiezin
gen voor deze vertegenwoordigende
lichamen vinden niet plaats.
(2) Verder blijven de werkzaamhe
den rusten.
1) van de colleges Van burgemeester
en wéthonders;
2) van Gedeputeerde Staten;
3) van de commissies, gevormd uit
de Statea-Generaai;
4) van de stembureaox (artikelen 32,
13 en 58 van de Kieswet),
(3) De werksaamheden van de ge
meentelijke commissies blijven rnsten,
voor zoover de burgemeester zulks
bepaalt. Hetzelfde geldt ten aanzien
van de werksaamheden van de provin
ciale commissies, voor zoover de com
missaris der provincie zulks bepaalt.
Art. 2. (1) De leden der Staten-Ge-
neraal, der Provinciale Staten en der
gemeenteraden zijn, onverminderd het
bepaalde bij de leden 1 en 2 van art.
27, van de verplichtingen ontheven,
welke voortsproten uit het lidmaat
schap van deze publiekrechtelijke ver
tegenwoordigende lichamen. Der
halve komen hun de uit dit
lidmaatschap Voortsprui
tende bevoe-gdheden en aan
spraken niet meer toe.
(2) Behooren leden der Staten-Gene-
raal, der Provinciale Staten of der ge
meenteraden tot bestuursorganen van
privaatrechtelijke lichamen, in welke
het rijk, een provincie of een gemeen
te deelnëfemt, dan kunnen dezen:
1) wanneer het leden der Staten-Ge-
neraal betreft, door den secretaris-ge
neraal van bet betreffende departe
ment van algemeen bestuur/
2) wanneer het leden der Provinciale
Staten betreft, door den commissaris
der provincie,
I) wanneer het leden van een ge
meenteraad betreft, door den burge
meester met onmiddellijken werking
of tegen een ander hem goeddunkend
tijdstip worden ontslagen en in hun
plaats andere personen naar de be-
stuprsorganen worden afgevaardigd.
(3) Commissies van toezicht van pri
vaatrechtelijke lichamen, in welke het
r^jk, een provincie of een gemeente
deelneemt, worden beschouwd als be
stuursorganen in den zin van het
tweede lid.
(4) De bevoegdheid, omschreven in
het tweede lid, onder 3, komt den bur
gemeester mede toe ten aanzien van
leden van de gemeenteraden, die be
hooren tot bestuursorganen van rechts
persoonlijkheid bezittende lichamen of
commissies, ingesteld ter behartiging
van de gemeeircchappelijke belangen
van twee of meer gemeenten.
Afdeeling 2.
VOORSCHRIFTEN INRICHTING
GEMEENTEBESTUUR
Art. 3. De taak van den gemeente
raad en van het college van burgemees
ter en wethouders wordt door den bur*
gemeester waargenomen. Hetzelfde
geldt ten aanzien van de taak van die
gemeentelijke commissies, weikek
werkzaamheid blijft rusten op grond
van een beslissing overeenkomstig het
bepaalde bij artikel 1, lid 3, eersten
volxin.
Art. 4. (1) De burgemeester benoemt
vOor den tijd van zes jaren ten minste
twee, doch niet meer (Jen zes wethou
ders, teneipde hem bij het besturen der
gemeente te vertegenwoordigen
(2) Raadslieden der gemeente (arti
kel 7) kunnen niet tot wethouder wor
den benoemd.
gemeente kan worden geweigerd en het ont
slag als zoodanig kan worden verlangd, wan
neer daarvoor een gewichtige reden bestaat.
(2) Als gewichtige reden wordt in het bij
zonder aangemerkt het feit, dat de benoemde
1) reeds meer dan zes jaren zonder onder
breking een openbaar ambt onbezoldigd heeft
vervuld; 2) een geestelijk ambt vervult; 3)
Over meer dan twee personen voogd of cura
tor is; 4) meermalen of langdurig huiten de
gemeente vertoeft; S) aanhoudend ziek la,
of ouder is dan zestig jaren.
Art. 9. (t) De burgemeester deelt de be
noeming tot raadsman der gemeente onver
wijld aan het toezicht houdend orgaan mede.
(2) De burgemeester dient een raadsman
der gemeente terstond te ontslaan, wanneer
het toezicht houdend orgaan zulks verlangt.
Art. 10. (1) De raadslieden der gemeente
hebben tot taak: 1) den burgemeester b(J
het besturen der gemeente van raad te die
nen en voorstelten te doen; 1) de in wonera
begrip bij- te brengen omtrent de maatrege
len van den burgemeester.
(2) De raadslieden der gemeente worden
als zoodanig niet bezoldigd.
Art 11. (1) De raadslieden der gemeente
zijn verplicht over aangelegenheiden der ge
meente, van wellte zij in hun hoedanigheid
van raadsman der gemeente kennis krijgen,
overeenkomstig dezelfde grondslagen als de
gemeente-ambtenaren geheimhouding te be
waren,
(2) Aan een raadsman der gemeente, die
zijn geheimhoudingsplicht opzettelijk of door
grove schuld schendt, kan op vordering van
den burgemeester door het toezicht houdend
orgaan een boete van ten hoogste tienduizend-
gulden worden opgelegd.
(3) De boete (lid 2) wordt, met intachtne-
ming van het bepaalde bij de wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad no. 22) op de invordering
van 's Rijks directe belastingen, ingevorderd.
Art. 12. (1) De raadslieden der gemeente
worden voor vier jaar benoemd.
(2) Het ambt van raadsman eindigt-eerder
(L) wanneer hij stf" woonplaats buiten de
gemeente overbrengt; (2) wanneer hij wordt
ontslagen;
Art. 5. (1) De benoeming van een wethou
der behoeft de toestemming van het toezicht
houdend orgaan.
(2) Met toestemming van het toezicht hou-
de-nd orgaan kan de burgemeester een wet
houder te allen tUde ontslaan. De burge
meester dient een wethouder terstond te ont
slaan, indien het toezicht houdend orgaan
zulks verlangt.
(3) De burgemeester bepaalt de volgorde,
waarin de wethouders worden geroepen om
als zijn algemeene vertegenwoordiger op te
treden. In de gevallen, bedoeld in het tweede
Ud van artikel 84 der gemeentewet, worden
de noodige maatregelen door het toezicht
houdend orgaan getroffen.
Art. 8 (l) Het toezicht houdend orgaan,
deh burgemeester gehoord, bepaalt: 1) Tiet
getal der wethouders: 2) hoeveel wethouders
bezoldiging genieten: 3) het bedrag der wed
de der bezoldigde wethouders.
(2) De wethouders worden beschouwd all
gemeente-ambtenaren tn den zin van de
Ambtenarenwet 1929.
(3) De bezoldigde wethouders vervullen
hun ambt als hoofdberoep.
BENOEMING RAADSLIEDEN DER
GEMEENTE
Art. 7. (11 De burgemeester benoemt raad*.
Beden der I gemeente uit de gezamenlijke
volkgeno©teh, die ingezetenen der gemeente
zijn
(2) Het getal der raadslieden Is vastgesteld
overeenkomstig het bepaalde bij art. 5 van de
Gemeentewet, met dien verstande, dat het
telkena de helft van het met één verminder
de, aldaar aangegeven getal der leden be-
(3) Wethouders kunnen niet tot raads
lieden der gemeente worden benoemd.
(4) Het bepaalde bij de art 21. 22, 23, 25
en 29 van de Gemeentewet ten aanzien van
de voorwaarden voor het lidmaatschap van
den gemeenteraad en van de daarmede on-
yereenigbare betrekkingen en verrichtingen
is op de .raadslieden der gemeente van over
eenkomstige toepassing
Art. 8. Do benoeming tot raadsman der
RAADSLIEDEN-VERGADERING.
Art 13. (1) De burgemeester roept de
raadslieden der gemeente ter vergadering
bijeen in alle gevallen, waarin ingevolge de
voorschriften van de g «méén te wet een be
sluit van den gemeenteraad was v*relscht.
(2) De burgemeester stelt de dagorde vast.
De vergaderingen zhn openbaar, wanneer de
burgemeester zulks bepaalt; dit wordt open
lijk bekend gemaakt.
(3) Ter vergadering worden de afzonder
lijke onderwerpen der dagorde besproken.
Er wordt niet gestemd, noch een besluit ge
nomen. De raadslieden der gemeente zijp
verplicht bun meehlng kenbaar te maken,
wanneer éeae van die van den burgemeester
alwijkt. Zoodanige uitingen dienen in de no
tulen der vergadering te worden opgenomen.
(4) De burgemeester dient den raadslieden
der gemeente onverwijld zijn beslissing in
zake ieder besproken onderwerp op een ge
schikte wijze mede te dealen.
13) Kan de afdeeling eener aangelegenheid
geen uitstel lijden, dan kan de burgemeester
van de beraadslagingen ter vergadering af
zien. Hij dient den raadslieden der gemeente
onverwijld dc wijze van afdoening op een
geschikte wijze mede te deelen.
(6) De burgmeester kan den raad van de
raadslieden der gemeente ook anders dan ter
vergadering inwinnen.
(7) De burgemeester kan ook van andere
volksgenooten vorderen, dat zij hem ut be
paalde aangelegenheden, rakende het be
stuur der gemeente, van raad dienen. Volks-
gtsnooten, die Ingezetenen der gemeente van
bovenbedoelden burgemeester zijn ge
houden aan de overeenkomstig het bepaalde
bij den eersten volzin door den burgemeester»
aan hen gerichte vordering te Voldoen.
Art. 14. (1) Het toezicht hoüdend orgaan
ziet toe dat de gemeente door den burge
meester met inachtneming! van de geldende
rechtsvoorschriften wordt bestuurd en dat
het bestuur der gemeente strekt tot bevor-
ring van het* algemeen belang van het r(jk.
(2) Het toezicht houdend orgaan kan den
burgemeester aanwijzingen geven. De burge
meestér is aan deze aanwijzingen gebonden.
(3) De secretaris-generaal van het Depar
tement van Binnenlandschfe Zaken is ten op
zichte van de gemeenten bedoeld in artikel
15, lid 1, onder 2, mede bevoegd aanwijzingen
te geven in alle aangelegenheden, met uit
zondering van die betreffende den Water
staat. De secretaris-generaal van het Depar
tement van Waterstaat is ten aanzien van
alle gemeenten mede bevoegd aanwijzingen
te geven in aangelegenheden betreffende den
Waterstaat.
Art. 15. (1) Toeaicht houdend orgaan over
alle aangelegenheden, met uitzondering van
die betreffende den Waterstaat, Is 1) voor de
gemeenten 's-Gravenhage, Amsterdam en
Rotterdam de secretaris-generaal van het De
partement van Binnenlandsche Zaken; 2)
voor alle overige gemeenten de commissaris
dér provincie, onverminderd hetgeen b(j de
geldige jMBSrschriften Is bepaald omtrent de
bevoegdheid van den secretaris-generaal van
het Departement van Binnenlandsche Zaken.
(2) Toezicht houdend orgaan over aange
legenheden. den Waterstaat betreffende, is
voor alle gemeenten de commissaris der»pro
vincie, onverminderd hetgeen bij de geldige
rechtsvoorschriften is bepaald omtrent de be
voegdheid van den secretaris -generaal van
het Departement van Waterstaat.
Afdeeling 3 Art. 18. (1). De taak
van de provinciate staten wordt door «ten
commissaris der provincie waargenomen.
(2) Hetzelfde geldt (1) ten aanzien van de
taak van die provinciale commissies welker
werkzaamheden blijven rusten op grond van
eeh beslissing overeenkomstig het bepaalde
bij artikel 1, lid 2, tweeden volzin; (2) ten
aanzien van de taak van Gedeputeerde Sta
ten. welke ingevolge artikel 1» niet door den
commissaris der provincie en de bestuurs
raden (artikel 19) gemeenschappelijk wor
den waargenomen
Art 17. Voor zoover tot dusver Gedepu
teerde Staten (1) kennis namen van geschil,
en van bestuur, of (2) uitdrukkelijk waren
aan geweten om te oordeelen over andere ge-
schillen of (3) verordeningen of besluiten
der besturen van waterschappen, «menschap
pen of veenpolders kondén schorsen óf ver
nietigen worden deze werkzaamheden ge
meenschappelijk door den commissaris der
provincie en de bestuursraden (artikel 19)
waargenomen.
Art 18 (1) De commissaris der provincie
la bevoegd (1) zich door alle overheidsin
stanties in de provincie, voor aoover deze
niet ook buiten net gebied der provincie be
voegdheid bezitten, inlichtingen te doen ver.
strekken, aan deae instanties voorstelten te
«toen. zoomede haar in aangetegenhedef.
Welke geen uitstel kunnen lijden, aanwijzin
gen te geven, onverminderd het recht van
het bevoegde centraal gezag om zulks "te
doen; (8) zich door a'te overheidsinstantie*
welke ook buiten het gebied der provincie
bevoegdheid bezitten, met uitsondering van
het centraal gezag, Inlichtingen te doen vér.
strekken en aan «feee instanties voorstellen
te doen. t
(B) De in het eerste lid, onder 1, bedoelde
bevoegdheden komen den commissaris der
provincie tegenover Instantie* «Ier Neder
land sche politie slechts toe. root zoover tigj
binnen den kring zijner bevoegheden maat-
tegelen treft, welke door deze Instanties die-
nen te worden uitgevoerd De commiszart?
der provincie en «te gewestelijke «iirecteur
van politie verstrekken elkaar wederkeert*
de inlichtingen, welke zfl voor de vervulling
van hun taak behoeven. Zij kunnen e'kaat
wedekeerig voorstellen «toen.
(8) Het bepaalde bij artikel 14, Ud 2, Wijf
onverminderd van kracht
De bevoegdheden, bedoeld in 't eerste
lid. komen den committals met toe tegen
over de gerechten.
(5) Als centraal gezag ln den zin van hei
eerste lid wordt beschouwd iedere instantie
welker bevoegdheid zich uitstrekt over het
gehèele bezette Nederlamiache gebied.
BESTUURSRADEN DER
PROVINCIES
Art. It. (1) De commissaris der provincie
benoemt voor den tijd van zes Jaren ten
minste tvtee, doch niet meer dan zes be
stuursraden, teneinde hem bij het besturen
de provincie te vertegenwoor«Ugen.
(2) Raadslieden der provincie kunnen niet
tot bestuursraad worden benoemd.
(3) Overigens is ten aanzien van de be
noeming em valt het ontslag van een be
stuursraad het bepaalde bij artikel 5, leden
1 en 2, van overeenkomstige toepassing.
(4) Met betrekking tot de volgorde bü de
algemeene Vertegenwoordiging is 't bepaalde
bij artikel 5, lid 3, eersten volzin, van over
eenkomstige toepassing. B(j ongesteldheid»
afwezigheid of ontstentenia van den com
missaris der provincie en van alle bestuurs
raden worden door het toezicht houdende
orgaan de noodige maatregelen getroffen.
Art. 20. (l)Debeetuuraraden
Worden baiQhouwd als pro
vinciale ambtenaren in den
zin van de Ambtenarenwet
192 9.
(2) Het toezicht houdend orgaan bepaalt,
den commissaris der provincie gehoord, het
getal en de wedde van de bestuursraden.
(3) De bestuursraden ver
vullen hun ambt als hoofd
beroep.
Art. 21. De bestuursraden zijn met be
trekking hunner werkzaamheden^ bedoeld in
artikel 17, aan geenerlei aanwijzingen gebon.
den.
Art. 22. (1) De commissaris der provincie
benoemt raadslieden der provincie uit dé ge
zamenlijke volksgenooten, die ingezetenen
der provincie zijn.
(2) Het getai dier raadslieden is vastge
steld overeenkomstig het bepaalde bij artikel
2 van de Provinciale Wet, met dien ver
stande, dat het telkens een derde van het
aldaar aangegeven getal bedraagt. Breuken
worden verwaarloosd.
(3) Bestuursraden kunnen niet tot raads
man eener provincie worden benoemd.
(4) Het bepaalde bij de artikelen 17, 18,
-29/21, 22 en 57 van de Provinciale Wet ter.
aanzien van de voorwaarden voor het lid
maatschap van d« Provinciale Staten eft de
daarmede onvereenigbare betrekkingen en
verrichtingen, is op de raadslieden der pro
vincie van overeenkomstige toepassing.
Art. 23. De benoeming tot raadsman der-
provincie kan worden geweigerd en het ont
slag als zoodanig kan worden verlangd, wan
neer daarvoor zen gewichtige reden bestaat
Hetgeen in het bijzonder als gewichtige
reden wordt aangemerkt, blijkt uit het be
paalde bij artikel 8, lid 2.
Art. 24. Met' betrekking tot het provin
ciale bestuur zijn verder de volgende be
palingen van overeenkomstige toepassing:
1) Hét bepaalde bij artikel 9 omtrent be
noeming en ontslag van raadslieden der ge
meente
2) Het bepaalde bij artikel 10 omtrent de
taak en de onbezoldigde ambtsverrichting
van de raadslieden der gemeente,
3) Het bepaalde b|j art. 11 omtrent den
geheimhoudingsplicht voor de raadslietien
der gemeente;
4) Het bepaalde bij art. 12 omtrent den
ambtaduur van de raadslieden der gemeen
te;
5) Het bepaalde bij art. 13 omtrent de.
werkzaamheden van de raadslieden der ge
meente. de bevoegdheid van den burge
meester zelf te beslissen, alsmede zijn be
voegdheid volksgenooten, die geen raadsman
der gemeente zijn. te raadplegen.
ATt. 25. Het toezicht houdend orgaan heeft
ten opzichte van het bestuur door den com
missaris der provincie een taak overeen
komstig die, welke is omschreven in art. 14
Art. 26 1) Toezicht houdend orgaan over
alle aangelegenheden, met uitzondering van
die betreffende den waterstaat, is, de secre-
taris-generaa' van het Departement van Bin
nenlandsche Zaken. I
2) Toezicht houdend orgaan over de aan
gelegenheden, den waterstaat betreffende, is
de secretaris-generaal van het Departement
van 'Waterstaat.
OVEI^GANGS-
EN SLOTBEPALINGEN
Art. 27. De wethouders, die tot dusver
hun bediening waarnemen, verrichten' de
werkzaamheden der wethouders, bedoeld ln
de art. 4, 5 en 6 tot op het tijdstip, dat de
burgemeester hen ontslaat.
(2) De leden der Gedeputeerde Staten ver
richten de werkzaamheden van de bestuurs
raden, bedoeld ih de art. 19 en 20, alsmede
gemeenschappelijk met den commissaris der
provincie de werkzaamheden, bedoeld in de
art. 17 en 21, tot op het tijdstip, met ingang
waarvan de commissaris der provincie hen
ontslaat.
(3) Het toezichthoudend orgasifi kan tot
nadüer order op verzoek van den burgemees
ter van het bepaalde bij art. 6, lid 3. en op
verzoek van den commissariz der provincie
van het bepaalde bij art. 20, lid 3. onthef
fing verleenen.
(4) Weigert een persoon, genoemd in hét
eerste of tweede lid, zonder genoegzame re
den de daar bedoelde werkzaamheden te ve>-
leénen-, dan wordt noch wachtgeüd. noch pen
sioen, noch weduwe- of wee zen pensioen toe
gekend. Het toezicht houdend orgaan beslist
in dezen op verzoek van den burgemeester
(commissaris «ter provincie).
Ast. 28. (1) Het bepaalde bU krt. 13, lid 1,
Is niet van toepassing, zoolang de raadslieden
dér gemeente niet zijn benoemd.
"Het bepaalde bij art. 24. onder 5. in
verband met art. J3. lid 1, is niet Vkfl toe
passing, zoolang de raadslieden der provin
cie niet zijn benoemd.
Art. 2B. Op ambtenaren en andere leden
-van het personeel, wier diensten ln ver
band met het in werking treden dezer
verordening overbodig worden, is het be
paalde bij de nonactiviteitsregeling Bur
gerlijk Rijkspersoneel Neder land*che
Staatscourant 1940 no. 227) van toepas
sing.
Art. 30. Verordeningen, welke goedkeuring
behoeven en in welke bevoegdheden worden
to«N?ekend aau publiekrechtelijke vertegen
woordigende'lichamen en publiekrechtelijke
organen, welker werkzaamheden op grond
van het bepaalde bij art. 1 blijven rusten,
kunnen door de daarvoor aangewezen instan
tie Vmrdcit goedgekeurd in de bewoordingen,
waarin deze verordeningen ter goedkeuring
zijn voorgelegd. Het bepaalde bij de art. 3,
16 en 17 blijft onverminderd van kracht,
Art. 21. De ter uitvoering dezer verordening
noodige voorschriften kunnen bij beschikking
worden uitgevaardigd.
Art. 32 (1) Deze verordening treedt op 1
September 1941 in werking.
(2) Tegelijkertijd treden de verordening no
36/1941 (eerste verordening betreffende bui
tengewone maatregelen op staats- en admini
stratief rebhtelijk gebied), alsmede de ter
uitvoering' daarvan •■uitgevaardigde decreten
no. ST/1841, 45/184! en 96/1941 bf ten Werking.
TOESPRAAK VAN GENERAAL
SEVFFARDT
Gisteravond hield luitenant-generaal
H. A. Seyffardt, chef van het Vrijwil
ligerslegioen Nederland, over den zen
der Hilversum I een toespraak tot het
Nederlandache volk, waarin hij o.m.
geide:
Ik wil nogmaals tot u spreken over
het Vrijwilligerslegioen Nederland, om
u, gij jonge en oudere landgenooten.
die nog niet besloten hebt, u mede in
t* zetten voor den strüd tegen het
bolsjewisme, op te wekken, u thans
nog aan te sluiten.
Zoo was de vorige week Donderdag
't tweede contingent in de Dierentuin-
zaal aangetreden. Wederom hebben
de tonen van ons oude Wilhelmus weer
klonken en hebben 480 mannen fn s'ilte
de gelofte afgelegd: „deti vaderland ge.
trouwe bltjf ik tot in den doet". Zij
xjjn daarna met vastberaden tred my
voorbij gemarcheerd naar het station
van vertrek en ook tü zijn vol enthou
siasme afgereisd naar Krakau, waar
hun Nederlandache kameraden hen met
het oranje-wtt-blauwe vaandel heb
ben opgewacht. Daar wordt ons Nedet-
landsche legioen verder militair ge
vormd et) wanneer straks een derde
contingent zal zün gevolgd, zal daar
een krachtige eenheid staan, die met
P.K. Nederlandsche Legioen,
Krakau op Maandagavond, 28 Juli
1941. Een met vlaggen versierd station,
straten waarover groote spandoeken
zijn aangebracht, vertellen ons dat wij
aan den vooravond van een belang
rijke en feestelijke gebeurtenis stean.
De bewoners van Krakau weten ons
mede Jp doelen, dat den volgenden dag
de Nraerlandsche vrijwilligers uit Hol
land zullen aankomen en feestelijk
zullen worden ontvangen. Dit blijkt
ook uit de opschriften der spandoeken,
Waarop den Nederlandschen mannen
in .het Hollandsch, Duitsch en Poolscb,
éen hartelijk welkom wordt toegeroe
pen. Wij lezen onder anderen; „Onze
beste wenschen vergezellen de Neder
landsche strijders, die vechten tegen
de bolsjewieken voor de vrijheid'. Het
spreekt vanzelf, dat hier in Krakau de
gebeurtenissen in verband met den
strüd tegen het bolsjewisme nog meer
spreken tot de bewoners dan tot hen,
die niet gelük de bewoners van Kra
kau op het voorterrein van het Ooste-
lüke front wonen. Men begrijpt hier
beter waarom het gaat. En juist daar
om is de aankomst van jle Neder
landsche strijders een gebeurtenis,
waarvan iedereen in Krakau vol is.
Dit bleek ook den volgenden dag,
toen de fraai versierde trein het sta
tion Krakau binnenstoomde. Daar
sprongen zij uit de wagens, onze
Nederlandsche jongens, friach en
lenig, alsof zij geen treinreis van uren
achter den rug hadden.
Onder de tonen van vroolüke
marschmuziek marcheerden de Neder.
Uodsche vrüwilligers het station uit.
vertrouwen kan worden ingezet, daar
waar het Duitache opperbevel dat noo
dig acht. Daar zullen zü den naam van
men Nederlandschen soldaat hoog hou
den, naast de soldaten van de overwin
nende Duitsche legers.
„Bah, wordt er hier In ons land ge
fluisterd: overwinnend? alles opsnijde
rij, zij worden daar bij duizenden in de
pan gehakt. Het mocht wat, overwin
nend? Dat is niet waar."
Zij ^uggereeren elkaar nog een En-
gelsche overwinning op het vasteland
van Europa, vooral nu de bolsjewiek te
hulp snelt! en dan bekladden zij de
ware vaderlanders, die een open oog
hebben voor het groote wereldgebeu
ren, waarvan de fluisteraars en sabo
teurs niets begrijpen willen. Die schim
pen dan, dat die mannen de oorlogs
dagen van Mei 1940 vergeten zyn.
Neen, die mannen hebben die droevige
dagen niet vergeten. Zü waren er allen
hbpeloos door verslagen, zij voelden
plotseling geen houvast meer voor hun
hooge idealen. Het was ook te ver
schrikkelijk, die strüd tusschen broe
dervolken, die züde aan züde hadden
moeten vechten tegen den eenlgen
werkelijken vüand van den vréde ln
Europa. Toen die (strijd was gestreden
en verloren kwamen zü langzaam aan
weer tot bezinning en begrepen, dat
hetsonafwendbare was geschied. Want
onze toenmalige regeering, die de bee-
nen nam, terwül onze jongens hun
hopelozen strüd nog moesten doorzet
ten, had al jaren aan den Engelschen
leiband geloopen, had' zoo'n doorzich
tige, schijnbare neutraliteitspolitiek be
dreven, dat een kind zich daardoor niet
om den tuin zou hebben laten leiden.
Z(j heeft willens en wetens ons vader
land in het ongeluk gestort Zü had
jarenlang onze weermacht afgebroken,
zoodat de idee paraatheid tot een aan
fluiting werd.
En thans heeft die zelfde „cbriste-
lyke" vroegere regeering onder pres
sie van Engeland zich solidair verklaard
met de Sovjet-horden, ^die de Wester-
sehe beschaving en cultuur wilden
gaan verwoesten. Een kreet van ont
steltenis is daarover opgegaan. Dat op
treden heeft mede den stoot gegeven
aan het besluit een Nederlandsch le
gioen te vormen, dat zal meevèehten
tegen het afschuwelüke bolsjewisme.
Maar omdat de fluisteraars dat alles
Biet kunnen ontkennen, komen zü weer
met iets anders en vragen: Züt gü den
eed van trouw vergeten, dien ge eens
hebt afgelegd? Daarop kan ik antwoor.
den: Neen vergeten is dat niet. En ik
kan respect hebben voor hen, die zich
nog gebonden voelen. Dat is een per
soonlek inzicht, waardoor elk eerlük
man zün standpunt voor aichself be
paalt. Maar talloos» achtenswaardige
mannen hebben gevoeld, dat geen
waarde meer konden htchten aan dien
eed tegenover een regeering, welke het
door dien eed gewrochte verband een
zijdig verbrak, toen zü ons vaderland
in het meest critieke moment overhaast
verliet, om zich in veiligheid te stellen
voor een denkbeeldig haar bedreigend
gevaar.
Neen, gü amettenwerpera, gü treft
hen niet, die het legioen orgafeiaeeren
en evenmin treft gij hm, wier leeftijd
en gezondheid het hun mogelük maakt
daadweskelijk ten strijde ta trekken.
Zij hebben het rustige vertrouwen, dat
zü hun vaderland op de beste wijze
hebben gediend. Dat zal de toekomst
bewijzen, dan zult gij in uw schulp
kruipen!
Maar tot u, waarachtige vaderlan
den, die den nieuwen tijd begrijpt,
roep ik nogmaals: sluit u aan bij het
legioen, of, als u dat niet mogeliik is,
steunt met uwe gaven de legioen-am
bulance, tot heil van Europa en van
uw eigen vaderland.
Zü werden opgesteld op het station»,
plein met hei front naar de <*rr
tribune, luide toegejuicht dooi duizel
den belangstellenden, die met moeit»
door een afdeeling politie in bedwan»
werden gehouden. Intusschen wa» tea
muziekkorps van de politie aangeko.
men en marcheerde een eerewacht van
,de Waffen S.S. met de bajonet op het
geweer, hét Stationsplein op. Op <j»
eere-tribune hadden vertegenwoordi.
ttSS van de weermacht, partij ej
sttt plaats genomen. Nadat de SS-
Sfahdartenführer Reich aan den gene.
raai der Schutspolizei Riege de troea
gemeld had, vond de inspectie plaat!;
Na afloop van deze inspectie richtte
de S.S. Standarten-führen en com,
mandant Reich het woord tot de ver,
tegenwoordigeTS van weermacht, part#
en staat, die hü dankte voor hu»
komst, waarna hij de Nederlander»
welkom heette,
Na zün toespraak las commandant
Reich een brief voor, die was binnen,
gekomen van luitenant-generaal Seyf.
fardt. Deze brief had o.a. den volgen
den inhoud:
„Een groet aan alle strijders die nu
in Krakau aangetreden zün dm met d«
Duitsche wapenbroeders te strijden
voor de toekomst van Europa, tegen
het bolsjewisme. Dit is een groet uit
het vaderland. Weest kameraden on
der kameraden en hard voor u zelf.
Strijdt met Adolf Hitler voor Europa".
Na deze indrukwekkend» plechtig,
heid volgde een marsch door de str».
ten van Krakau.
Intu^Schen is ook het tweede contin
gent aangekomen en. even hartelijk
ontvangen.
PROVtSlERKGELING
HANDELSREIZIGERS.
Naar wij vernemen zal dezer dagen
Jtepubliceert worden een aantal richt
lijnen inzake een provisieregeling voor
handelsreizigers, die door de büzondere
omstandigheden in hun inkomen zün
achteruitgegaan.
1* AUGUSTUS T/M. 17 AUGUSTUS,
30M brood 4 rants, brood of gebak.
30 brood 1 rantsoen brood of gebak.
30 bloem Vz rantsoen bl. br, of gebak,
30 vleesch Mi rantsoen vleesch oü
vleeschwaren.
30 vleeschwaren 1 rantsoen vleesch af
vleeschwaren.
30 kaa& 100 gram kaas.
30 eieren 1 stuks eieren.
30 melk I 1% liter melk.
30 res. aardappelen 1% kg.
1* AUGUSTUS T/M 6 SEPTEMBER
107 algemeen 1 kg suiker.
108 algemeen 230 gram koffiesurrogaat
109 algemeen 500 gram jam.
110 algemeen 250 gram rijst
B rust 280 gram rijst
111 alg. 250 gT. havermout of gort.
B havermout 250 gram havermout ol
gort.
112 alg. 100 gr vermicelli of maizetul
3 AUGUSTUS T/M. t» AUGUSTUS.
25-27 boter 250 gram boter.
26-27 vet 230 gram boter met reductie,
1 AUGUSTUS T/M. 31 AUGUSTUS.
12 katten l'A kg. kattenbrood.
12 honden groep LH, 10 kg.; groep Q)
growp IV 5 kg; groep Y 4 kgl
p VI 3 kg hondenbrood.
8 kg;
groep
OPGEPAST!
De bennen 3* voer KAAS blüvet
geldig tas. September 1941. De boe
ien 2» voer AARDATrELEN blijven
geldig t.m. 16 Ang. 194L
WAT JS BEN RANTSOEN?
BROOD: 100 gram Brood.
GZBAK: 75 (run Bwcdult, wstsls, bucut*
koekjes, óf lit (ram speculaas, keek
Ml grim cake, tt no gram getold klets
korstgabak, M 500 gram gevuld groot korft,
(•bak. 61 SM (ram taart, gebakjes.
BLOEM 39 gram tarwebloem, -mctl. rogff»
bloem, -n-.tat. a»ltr|]und bakmeel
RUST: SM gram «jat «Jstamaal. -bloeffc
-grtaa. grultemeet (gemaasd meel)
HAVERMOUT: SM gram Havermout -vHS»
ken. -bloem, aardappelvlbkkeo.
OORT: 190 gf(m gort gortemeet, grutten.
VERMICELLI: 1M gram vemucetlt. mictroH,
spaghetti
MAÏZENA: 100 gram maisena sago. eardaW
pelmael 6t 1M gram rat meel. verwerkt E
puddingpoeder of puddlngfttupoeder
VLEESCH: 100 pan eloeeeh. gewicht ra»
been Inbegrepen.
VLEESCHWAREN: 7» gram gerookt W W;
kookt vlaasch 6f 79 gram garoaWa
«oorten 6» 1M gram gekvuata woretaoorUJ
of 19R gram 'levarartlkalert tonganwot*
Bierbrood 6f 199 «ram bloedworat
9AM: SM gram Jem. «troop, hontng. eak-
KOLEN.
Kookdoeleinden. letter M en
lm N». 04 KJ?. 31 Augustus.
Verwenning. M, «t. *3. hstrden
kachels J. él *4 haarden f*
kachels K. 41 Urn U „centrale
warming" één wmhetd vaste hrsnd^
stoffen. »6. *6. W, „haarden
kachels" L t/SI M -haarden
kachels" K. een eenheid turf
Geldig t/m 81 December.
PETROLEUM.
M 13 en O 13. 11 Aug. Lm. 5 OcL
keuken 2 liter.
SCHEERZEEP.
K (textiel); t/m 31 Aug. 1 ran
ZEEP.
366; t/m. 31 Augustus, 1 rantsoen-