Verzamelwoede bij kinderen
TOMMIE
Najaars
japonnen
BOEKEN
Gebreid Plastron p
Onze voorraden
De autobus
Tegen overdrijving
dient te worden gewaakt
En zijn ervaring met kalten 357^
Brieven van een meisje,
dat op een boerderij lof eerde
Die, welke niet verminderen
als wij ervan gebruiken
Waarom dragen we 's zomers
lichte kleren
voor huisvrouwen
garneering
Een groot e "keuze ven 0
eenvoudige en praetisehe
kleedingstukken heeft r
men thans overal voor e? 1L
den herfst gereed. Ja- /ft
ponnen en blouses, dte f fr
door haar welorerwo- I A*.
gen snit weinig preten- (Jg
tieus zgn en daarbij
toch vlot en jeugdig A> \--r .7^
kleeden en de mogelijk' j 4 i
heid bieden om zoo noo- J li Ml
dig van verschillend I
materiaal te worden II
gemaakt. J f V
Plooien, stiksels, We-
zeii' en knoopen vormen f1
menigmaal de eenige
garneering en hoe ge-
sloaöd zoo'n eenvoudig XA"n.^^\
model wel kan zijn, Jj*
geeft de schets links te f\
zien. Het is een jonge- J J 7—"j
damesjapon, waarvan l Vs—
het bovendeel herin- 0 7
nert aan de steeds gang- I 1 1
bare overhemdblouse. J is
met schouderstukken en I j
omliggend kraagje. De I
janen van het rokje I
vorden geaccentueerd f
ioor stiksels, die zich II
■>p de driekwart lange
mouw herhalen.
Deux-pièces handha-
ven zich nog steeds, om-*
dat de practijk heeft be- j
wezen? dat deze model- f
len aangenaam en prac- I j
tisch in het dragen zijn. I j
Aangezien de mode ons -—X--—
ten aanzien van het sa
menvoegen van materialen een groote
vrijheid toestaat, kan een eventueel tekort
aan stof worden aangevuld door gebreide
mouwen m tricotsteek of geribd patroon.
Van deze' mogelijkheid is bp het ontwer
pen van het bierbg afgebeelde deux-
pièces eveneens gebruik gemaakt; de
knoopen zijn overtrokken met rondjes
De meeste kinderen hebben een neiging
om allerhande dingen te verzamelen; dit
nemen zij niet alleen over van hun speel-
of klassegenooten, ook volwassenen geven
menigmaal het voorbeeld. Vooral geduren
de de maanden, dat zij veel buiten zijn
bereikt die verzamelwoede in den regel
haar hoogtepunt. Alle mogelijke dingen
worden bijeengebracht, steenen, schelpen,
planten, doch ook lucifersdoosjes, knoo
pen, dennenappels en een reeks andere
dingen komen in aanmerking.
Voorr kinderen heeft alles een innerlijke
en een uiterlijke waarde, welke geheel
bulten de bekwaamheid tot beoordeèlen
der volwassenen staat. Voor hen zijn het
veelal kostbare schatten! Voor het kind
leven dikwijls de onbelangrijkste voorwer
pen, zoodat een spottende opmerking het
zou kunnen kwetsen en alle ambitie ver
loren doen gaan.
Veelal blijkt deze verzamelwoede ech
ter niet alleen nadeelig voor de zakken
•der jongensbroeken en meisjesschorten,
doch menigmaal brengt ze ook wanorde
in huls, iets waartegen vele moeders zeer
begrijpelijk protesteeren.
Maar ook om andere redenen is het
gewenacht cm al te grooten ijver, die bij
het verzamelen van bepaalde dingen aan
den dag wordt' gelegd, te temperen en in
goede banen te leiden.
Verkeerd Is het evenwel om kinderen
den lust tot verzamelen geheel en al te
ontnemen en dezen zelfs mib of meer be
spottelijk te maken. Het verstandigste Is
om belangstelling aan den dag te leggen
voor hetgeen de kinderen vol ijver trach
ten te verzamelen en hen te vragen, waar
om zij dit of dat_ wenschen te bewaren. We
moeten hun dan leeren op welke wijze zij
orde in een verzameling kunnen brengen,
men moet hun de noodzakelijkheid van or
denen leeren inzien en ook, dat er veel is,
dat feitelijk niet de moeite waard is om
bewaard te worden.
Het gaat er slechts om, dat de ouders
leiding geven, waardoor de ware belang
stelling wordt opgewekt voor die dingen,
welke inderdaad de moeite waard zijn:
4- rtnmaal wordt»
Ven katten moet ie altlid op een al- -rad tanden totef!
ataad blijven, zei Tommies moeder en ze -r - - bijt: t iet», waai
gaf hem een duwtje met baar poot, om- ^.iitjv uit ka
dat ze dacht, dat hij niet luisterde beroep, dat —t
Je moet daar vooral aan denken, ale zelfde blijft; S. iet», det nooil
ik niet meer bij Je ben om voor je te tot- üng ken zijn- wat iemand, d
*ea- bezit, niet U; 7, let* dat de F
Je moeder, zei Tommie, alt een ge- lekkerder maakt,
hoorzaam klein hondje en hij tliep dode- oo de kruis ietlihL van bove
lïik weer in. zodat hij de rest van da ge- der. komt da naam van een t
«chledem*. die steeds maar over katten -ii«nd
ging, niet hoorde.
Tommie» 'moederhad een hekel een Hn*a
katten. WpiOflIllgOO
Twee meenden later, toen Tommie wat
groter was, werd hij ven zijn moeder 1- Schoorsteen, theeblad, kt
weggenomen en In een heel ander buia rijtulgbok.
gebracht Daar wat een aardig klein mets- l Zerk, werk. merk. Berk.
Je, dat heel graag wat met hem wilde -
spelen. Maar Tommie, die nog maar zo f
heel klein we* en erg neer zijn moeder I
verlangde, kroop in het verste hoekje ven
de kamer en wilde van verdriet niet mee-
spelen.
Toen het meisje neer bed moest, werd «OOIT
Tommie naar de keuken gebracht, waar
het lekker warm was. Het rook er zo
heerlijk, dat Tommie zijn kleine oortjes
spitste en voor een ogenblik helemaal Krot nrot «n»
vergat, dat hij verdrietig was. Hij werd i cl "rcl "r*5
ln een mandje gelegd, naast ieta, dat er Wat scheelt er aast vroe
uitzag als een grote witte bal en Tommie wijzere* aan kleinen Karei,
hoorde zeggen: mat tuilen builde.
Ik ben benieuwd, wat Witje zei doen. Tri te heeft m'n Jboterhei
Tommie kroop heel dicht tegen de genomen.
grote, witte bal een, want bet waa er Och kom, toch niet met
heerlijk warm. Toen draaide de bol zich Nee juffrouw, met koek!
om en er kwamen twee poten tevoor
schijn, dit Tommie tuseen zich in namen.
Lief Witje, zei het meisje, nu zal Moeder beeft bepaald nl
Tommie het niet koud hebben vannacht hoe lekker warm katten zij]
Tommie werd dikke vrienden met Witje vaak, als hfj zich 'Bevond* in
en det terwijl zijn moeder hem z6 voor heerlijk tegen Witje enn—tel
katten had gewaarschuwd! Ba dm zal wal zo geweest
Liesje is ziek geweest en ze mocht,
vóórdat ze weer naar school ging. op een
boerderij gaan logeren, om verder aan te
sterken. Natuurlijk schreef Liesje nu en
dsn briefjes naar huis en een paar ervan
drukken we hierbij af. De taalfouten
hebben we er maar uitgehaald, want een
meisje van acht jaar kan natuurlijk nog
niet alle woorden goed spellen! Lees
maar eens wat Liesje schreef:
steenen, schelpen, postzegels, reclame
platen, bloemen, planten. e.d.
Op deze wijze doet de jonge verzamelaar
een schat van kennis opdonder dat zijn
verzamelwoede ontaardt in het bijeen
brengen van een chaos van de meest ver
schillende, waardelooze dingen. Eersr dan
kan het echte verzamelen beginnen, het
bewuste en met kennis opbouwen, een
langzaam leeren beheerschen van het ge
bied, dat belangstelling verdient.
De goede kant van het aaifieggen van
verzamelingen is, dat het den kinderen
een blik doet werpen in de veelzijdigheid
van het leven. Wanneer het verzamelen
door de ouders in goede banen wordt ge
leid, kan de kinderlijke lust tot verzame
len groot nut afwerpen, de kennis ver
dijken en in hooge mate opvoedend wer
ken.
moet drinken, dan word ik ook nog de
grootste van jullie allemaal, zegt ze. Nov,
ik vind melk al niets naar meer. Maar
die kip, moet u horen! Toen het nog een
kuiken was, was bet t kleinste kuiken
vaa allemaal en de anderen drongen het
altijd opzij en zo kreeg t bijna niks te
eten. En op een keer lag t als een zielig
geel hoopje op de grond, zei de boerin en
de kinderen hebben het ook gezien. En
toen hebben ze gemerkt dat het honger
had en toen hebben ze "t met melk ge
voerd Iedere dag kreeg teen paar scho
teltjes N« een paar weken liet het zich
mei meer door de anderen verdringen
en nou is het de grootste kip van alle
maal en de mooiste. Nou dag! Liesje.
Lieve allemaal.
Ik ben goed aangekomen. De mensen in
de trein waren allemaal even aardig Van
een meneer heb ik een rolletje peper
munt gekregen en van een mevrouw een
ijsje Daar liepen ze mee langs de trein.
De limonade, die u mij hebt meegegeven,
heb ik opgedronken, want het was erg
warm ln de trein. Maar in de broodjes
had ik geen trek. Ik heb ze weggegeven
aan een jongetje, dat wéi trek had. Dat
jongetje hoorde bij dien meneer van het
rolletje pepermunt. U vindt 'ttoch niet
erg, hè? Ze vonden het eerst erg gek dat
ik alleen in de tTein zat. maar toen ik zei,
rtot ik al acht was en dat u me in de
Arein had gezet en dat ze me van de
boerderij zouden komen afhalen, von<Jen
ze 't niet gek meer en nou ben ik dan
hier- Er zijn leuke kinderen en de boerin
is ook erg aardig. De boer ook wei. maar
die zegt niet veel. De-*©erin «n al de
kinderen waren aan de treW om me af te
halen en ze zei, dat ze zou zorgen, dat ik
er net zo stevig zou gaan uitzien als de
anderen hier
't Was nog al een eind lopen van het
station naar de boerderij, maar de paar
den móesten op het land werken en
daarom konden ze niet voor de wagen
worden gespannen om mij te halen. Maar
ik vond het best fijn zo'n eind te lopen.
Veel echter dan in de stad
Toen we aankwamen stond de boer al
naar ons uit te kijken. Ik mocht dadelijk
alles zien. In huis en in de stallen en op
het erf Maar eerst moest ik een beker
melk drinken. Dat vond ik eerst wel
naar, maar deze melk was zo lekker, dat
ik er best nog meer van gelust had.
Natuurlijk heb ik er niet om gevraagd,
want dat is niet netjes en dan zou ik
ook geen trek meer gehad hebben in de
pannekoeken, die klaar stpndenL^De
boer heeft een heleboel koeiep^jtervier
paarden en er zijn kuikens en kippen en
twee honden. Eén heele grote, de waak
hond, en een kleinere en die kleinere
heeft jongen- Er zijn ook drie poesen.
Een pikzwarte, een rode en een gevlekte.
Een „lapjeskat" zeggen ze dat het is. Hij
is zwart en wjt met oranjerode plek
ken* Dag! Ik schrijf gauw weer!
Liesje.
En hier volgt de brief, die ze schreef,
toen ze veertien dagen weg was.
Lieve allemaal.
Ik ben goed aangekomen! Niet met de
trein, maar ik ben vier pond zwaarder
geworden! En ik ben pas twee weken
hier! Ik mag elke dag de kippen voeren
en ze kennen me al goed Ook de ha$n.
Die zit dikwijls op de mesthoop, maar
als ik aankom, komt hij er af en alle
kippen achter hem aan. Ik durf nu ai
alleen bij de koeien in de stal. De boerin
zegt, ze kennen me ai, daarom loeien ze.
's Avonds ga ik altijd den boer en z'n
knechts van het land halen, ik mag dan
altijd op één van de paarden zitten.
Er zijn ook een heleboel kuikens. Die
kennen me ook al en er is een kip. die
melk drinkt! Een heel grote kip. Over
een poosje gaat ze naar een tentoon
stelling en toch was 'teerst maar een
heel zielig beestje heeft de boerin ver
teld. Ze zegt, dat ik ook maar veel melk
gehaakte vasten. De combinatie geweven
stoffen en breiwerk kan uitstekend wor
den toegepast als een japon moet wor
den gemoderniseerd of als men stof te
weinig heeft. Het is een zeer geschikte
methode om in het najaar een veelgedra-
gen japon op te frisschen.
teekening Ver. Persb.
We dragen zomer* liCHte kieren, om
dat dit koeier is, dasr lichte sloffen de
zonnestralen terugkaatsen. Als «re onder
een «rit, een geel, een rood en een zwart
lapje een stukje ijs zouden leggen en er
de zon een uurtje op zouden laten inwer
ken. zou na dat uur het ijs onder het
witte lapje geen noemenswaardige veran
dering hebben ondergaan, onder het gele
lipje zou het wat gesmolten zijn, onder
het rode lspje nog meer en van het ijs
onder bet zwarte lapje zou waarschijnlijk
niet veel meer over zijn. Wit kaatst de
zonnestralen terug, zwart slurpt ae op, of,
om een geleerd woord te gebruiken, absor
beert ze.
STRIJD TEGEN BEDERF, is een hand-
leiding voor huisvrouwen, verschènen bij
A. J. G. Strengholt's Uitgeversmaatschap
pij. Zij is samengesteld door mevr. dr. C.
M. J. Mees-Huët en bevat tal van raad
gevingen tot het voorkomen en bestrijden
van bederf van voedingsmiddelen^ klee-
ren, schoenen, meubelen, huisraad en an
dere artikelen en voor het bestrijden van
schadelijke insecten. Zij gaat allereerst de
ooraken van bederf na en behandelt dan
de middelen ter voorkoming en bestrijding.
Een boekwerkje, waarin men zeer veel
wetenswaardigs kan vinden. c
t A. B. C. VAN DE VOORRAADBE-
SCHERMING, is een kleiner boekje, ver
schenen bij de Uitg. Mij. A. E. Kluwer te
Deventer en samengesteld door dr. Frie-
drich Zacher. Dr. J. H. Schuurmans Stek
hoven Jr. privaatdocent aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht, bewerkte het voor
Nederland. In alfabetische volgorde be
handelt het boekje, dat van tal van illus
traties is voorzien, de verschillende voe
dingstoffen en de insecten, die ze bedrei
gen. Naar dr. Schuurmans Stekhoven in
zijn voorwoord zegt, behoort de Neder-
landsche productieslag niet alleen door
den landman, maar ook dqor de huisvrouw
in haar strijd tegen de dieren, die onze
voorraden belagen, te worden gewonnen.
Het is voornamelijk de strijd tegen deze
dieren welken het boekje behandelt.
Een lelijke groenachtige rups at een»
op de fijn vertakte blaadje* van wat
wortelloof en at iangraim en nadenkend
zijn buikje voL Toen kwam ar een glan
zende vlieg vooTbij. Hij waa wg trota op
zijn glimmende pakje en lacht, spottend:
Wat ban jij lelijk en langzaam, zegt
Zullen we een* een harddraverij houden'
Je hebt ooten genoeg!
De rups bief de kop op en zei:
Goed, ik neem je uitnodiging aan
Maar niet nu. Over een pooaj», al» da
bloemen, die nu nog in de knop ritten,
zijn uitgekomen, aal ik om bet har dat met
ja... vliegen.
De vlieg barstte tn lachen uit
Vliegen? Een vliegende rup»? Dat
zóu ik wel eens willen zien.
Je zult het zien. antwoordde da rup,
kalm.
Maar toen ward da vlieg een beetje
verlagen.
Tot ver in da zoMer heb ik niet te
leven, ad - bij. Vliegenlevan duurt maar
kort
Maar «raat ja wat? nt aal het mijn zoon
zeggen.
En ae namen afscheid van alkaar.
Zo werd het in de familie van da vlieg
een overlevering, dat op een mooie xomer-
Stop tent even, ik tril me»;
Zeg, chauffeur, is dif bus lineal
Ja,mevrouw, dat tiet v goed;
Zeg maar, wat u hebben moet;
Een retour, of enkele rei*?
't Scheelt u vvf cent in de prijs.
Alstublieft, ik dank u utel.
Ziezo, na vertrek ik aaei.'
Jtrrrr.tjoemejeem.daar gaaf
de bus;
Op de achterbank tit Zat.
't Coat gelukkig lekker vlug.
Want te moet weer gauw terug!
Even om een boodschap maar;
'i Eten moet vóór twaalven klaar.'
Stop maar aan die halte hier!
Zeker, dame. met pleister'