■I h 3MB
Jan en z'n konijntje
Van regenmantel
RAADSELS
mil
Ons Goedkoope Patroon
Eenpansgerechten
tot huishoudschort
Mutsjes,
Onder jongens
Wintervoorraad
Ve°
a
i-s^.
Japon in de maten 42 en 46
Een soep, een stamppot
en een stoofschotel
Scheuren in
gummi regenjassen
Bloemkoolsoep met groene kruiden
Stamppot met snijbiet
IVTeis jesmuts je
Weinig kastruimte
die moeder zelf kan maken
ïUsËSi
Wat was dat
Dat hij uk een strik
had bevrijd
Weer vrij
Voor de vogels
Verzamel nu. al vaat
wat voor hen I
Hel verhaal wa een jonge,'
slimme egel
EVENTJES PRET
Hoeveel dobbelstenen
Oplossingen
■S Ji. -<u
We staan voor 4e maand Octobgr en
daarmee is tevens de zorg voor onzé'win-
tergarderobe er weer. Een, zorg, die dit
maal grooter zal zijn dan andere jaren,
daar vernieuwing, zooals we die graag
zouden wenschen, niet mogelijk ie. Voor
zoover de middelen dit althans zouden
toelaten.
Hebben we nog een wollen lap liggen,
willen we van een mantel een japon ma
ken, dan is wellicht 't hierbij afgebeelde ja
ponnetje geschikt. Het heeft een hoogop-
geknipten rok en kort lijfje, waarin de
ruimte vanonder gerimpeld is. Het kraag
je en het vestje zijn van witte kunstzijde.
Patronen in de maten 42 en 46 zijn ver
krijgbaar aan ons bureau, Eendrachts-
weg 42 en aan de hoofdagentschappen Nw.
Binnenweg 284, Zaagmolenstraat 47, Hille-
vliet 7, Statenweg 118, Schiedam: Broers-
vest 3, Vlaardingen: Smalle Havenstraat.
Alleen aan onze lezers buiten de ptad
worden de patronen, na ontvrngst van
17*1* ets., franco per post toege onden.
De prijs van een dergelijk patrooiI. is
10 cejit.
Men gelieve deze bestelling te doen op
een briefkaart (frankeering 5 ets.) en 17*/»
etsaan postzegels te plakken op de lin
kerhelft van de adreszijde of door storting
van 17*1* ets. op onze giro-rekening no.
11.000 of per postwissel,'onder vermelding
van het gevraagde. Men gelieve vooral de
juiste maat op te geven.
Teekening Vobach A Co.
Telken» weer wordt aangeraden den
warmen maaltijd in één pan klaar te ma
ken, aangezien er zuinig met de brandstof
moet worden omgegaan. In deze één-
pins-gerecht en 1» gemakkelijk afwisseling
te brengen. Men kan ze in den vorm van
een soep, stamppot of stoofschotel geven.
In brandstofverbruik komen met de echte
één-pans-gerechten overeen de maaltij
den, die bestaan uit peulvruchten (brulne-
en witte boonen, capucljners) met aard
appelen en een sla van rauwe groenten.
Dit geldt natuurlijk alleen, wanneer de
peulvruchten ln de hbolkist of ln kranten
worden gaar gemaakt.
Hier volgen eenige recepten voor 4 per-
öok* October roert zijn staartEen
heerlijk najaarszonnetje kan plotseling
worden verjaagd door een hevige giet-
bui. De gummi-regenjassen, -die zoo, ge
makkelijk zijn om mee te nemen, kunnen
de kleeren dan voor groote waterschade
behoeden.
De gummi jassen staan flatteus, ze nemen
weinig ruimte in, maar ze hebben twee
nadeelen: ze worden spoedig vuil en ze
scheuren gemakkelijk.
Met een stukje hechtpleister, aan de bin
nenzijde der jas aangebracht, kunnen we
een scheur bijna onzichtbaar herstellen.
Ia er een gat ontstaan, dan neemt men
een reparatielapje uit de binnenzijde
van den zoom of van den dubbelen kant
der knoopen weg. Dit lapje knipt men
passend in het gat Daarna maakt men
de omgeving van het gat en den achter
kant van het lapje met fijn schuurlinnen
ruw. Vervolgens bestrijkt men beide dee-
len met rubberlijm. De lijm moet onge
veer 5 minuten indrogen. In dien tus-
schentijd zoekt men een stukje voering,
waarop het reparatie-lapje wordt geplakt.
Vervolgens drukt men het inzetstuk op
het gat zoodat het precies aansluit De
voering op het gummi vastwrijven, zoo
dat er geen valsche vouwen ontstaan.
Rubberlijm is bestand tegen hitte en
vocht, wat men van de gewone tube-lijm
niet altijd kan zeggen. Lijmvlekken kun
nen wordén verwijderd met een
aceton.
Voor een huishoudschdrt heeft men vrij
veel punten nobdig en vanzelfsprekend
besteedt men die liever aan een mooier
kleedingstuk. Maar hebt u misschien nog
een oude katoenen, linnen of zijden re
genjas, met gummi van binnen? Zoo'n
jas kan heel goed in eèn huishoudschort
gorden veranderd.
Vanzelfsprekend danken we de jas pas
af, als ze niet meer waterdicht is, want
ook regenjassen .vragen punten. Gaat
men tot vermaken over, dan wordt de
jas eenige malen in heet sodawater ge
weekt. Het rubber zal dan loslaten en
men houdt een katoenen, linnen of zij
den jas over, die met huishoudzeep
flink wordt schoongeborsteld en gewas-
schen. Witte jassen kunnen nog geblekt
en geblauwd worden.
Natuurlijk zijn ook" de knoopen van de
jas gehaald en aardig en practisch is het
om het schort met een ritssluiting te
sluiten. Vindt men dit te kostbaar, dan
kan men er gekleurde knoopen op zetten
of wel de oude knoopen overtrekken met
een stukje rood, blauw of gestreept ka
toen. Misschien heeft men nog wel een
lapje, dat ook kali dienen voor een niee-
wen kraag,
Prefereert men korte pofmouwen in
derdaad heel wat practischer dan wor
den de mouwen er uitgetornd, open ge
knipt en men legt het patroon van een
pofmouwtje op het breedste gedeelte van
de "mouw. Desnoods krijgt het mouwtje
een middennaad, waaruit we een gekleurd
biesje laten komen. Men kan natuurlijk
ook mouwtjes van gekleurd katoen ma
ken. Ook de ceintuur waarin allerlei
variaties te maken zijn: een breede door
gestikte ceintuur, een ceintuur alleen van
achteren of twee banden die uit de zij
naden komen wordt van het gekleurde
katoen gemaakt
Wanneer men de jas vanvoren heele-
maal dicht wil hebben, verdient het aanbe
veling een paar spieën tusschen de zij
naden te zetten .zoodat de rok niet te
nauw wordt.
-1 kg. aardrppelen, 111 liter taptemelk,
11 liter water, 1 bloemkool, 1 prei of ul.
Hadselderij, peterselie, wet boter of vet,
kout
De aardappelen schoo i boenen, ln stuk
ken snijden en met 1'4 liter water tic
fijn gesnipperde prei, de gewasschen en
ln stukken gesneden bloemkool gaar ko
ken. Kooktijd 20 min. Het mengsel tot
een gelijke puree stampen, met de melk
en de rest van het water verdunnen. De
soep een oogenbllk laten doorkoken en
wat zout boter of vet en de fijngehakte
peterselie en selderij toevoegen.
111 k g. aardappelen, S'4 k g. intjblet,
190 gr. magere kaas, wat boter of vet
wet tout. i
De aardappelen schoon boenen, ln stuk
ken snijden en met een bodempje water
en wat zout in 23 min. gtar koken. De
keu raspen, bij de aardappelen voegen
en het geheel fijn stampen. De snijbleten
wasachen, laten uitlekken, fijn snipperen
en met de aardappelen vermengen. Het
gerecht nog even door en door heet laten
worden, nadat de boter of het vet en het
zout zijn toegevoegd.
Stoofschotel van prinsessenboonen
en bloemkool
111 k g. aardappelen, 250 gr. prinses
senboonen, 1 kleine bloemkool, 100 gr.
«aucljsju Indien aanwezig, 50 gr. tapte-
melkpoeder, wat boter of vet wet zout.
Wat water ln een stoofpan aan de kook
brengen, de helft van de schoon geboende
in vieren gesneden eardappelen erin leg
gen, daarop de afgehaalde gebroken
boontjes, dan de gewasschen saucijsjes,
vervolgens de ln stukken gesneden bloem
koot de rest van de aardappelen en wat
boter of vet'en zout.
De pan sluiten, den Inhoud vlug aan de
kook brengen en ln een half uur gaar ko
ken. Het taptemelkpoeder met wat water
tot een glad papje aanmengen en aan de
overige bestanddselen toevoegen. Het ga-
heel losjes door elkaar roeren en nog even
doorwarmen. Het overtollige vocht ln een
sauskom gieten. Het gerecht ln een dek
scheel of in een vuurvuten schotel over
brengen.
(Teekening Ver. Persb.)
Huismoeders worden steeds vinding
rijker, nu de nood haar dwingt om zoo
lang mogelijk het oude tot iets nieuws tc
vermaken. Zou iemand wel kunnen raden,
dat het bijgaande mutsje, dat zich zoo
bijzonder goed leent voor meisjes van der
tien veertien jaar, van een niet meer
gedragen hoed is gemaakt?
Het patroon ervoor ziet men onderaan
links. Het wordt in viervoud geknipt (plus
naden) en deze vier papieren stukjes plakt
men eveh met de naden aan elkaar, om
het model te kunnen passen. Het kapje
moet het achterhoofd omsluiten en^ kan
ten overvloede nog met haarklemiaetjes
worden vastgezet, die evenwel niet in het
oog mogen vallen.
Past het modelletje, dan knipt men het
zonder naden ha en festonneert de ier
deelen in het rond met wol, in d*> kleur
van de bloemen, die men eerst op leder
vierde deeltje heeft gewerkt (zie teeke
ning). Vervolgens worden de lusjes der
tamelijk wijd uit elkander liggende feston
steken van twee naast elkander liggende
deelen met elkander verbonden.
De kleine opening in het midden ven
den bol wordt voorzien van zes sfhalle
loepjes vilt.
In moderne huizen is d*e kastruimte
vaak zeer gering. De volgende tips kun
nen er wellicht toe bijdragen zooveel
♦mogelijk van de beschikbare ruimte te
profiteeren. In de servieskast kunnen de
kopjes worden opgehangen aap haakjes.
Deze haakjes, waarvoor men het ronie
model kiest, worden aan de onderzijde
van de plank in evenwijdige rijen beves
tigd. De afstand moet zóó groot zijn, dat
men zonder kans op scherven gemakkelijk
een kopje kan weg nemen. Al wat oor
heeft, kan aan deze haakjea hangen
Tegen den kaaimuur kan men op een
paar c.m. hoogte etnige dunne latjes aan
brengen over de lengte van de p'.ank.
In dit rek kunnen schoteltjes, schalen en
borden staan, zonder kans op wegglijden
en stukvallen.
Aan de binnenzijde van de deur van
de kleerenkast kan men op manshoogte
één of meer banden over de breedte van
de deur aanbrengen. Juten boorband
leent zich hierVoor bij uitstek. Dassen,
ceintuurs, kousen en allerlei kleine din
gen, kan men over dezen band hangen.
(Teekening Ver. Persb.)
Mutsen en kapjes voor kleine meisjes
behooren tot die onderdeelen der kinder-
kleeding, die moeders gaarne zelf maken
an allerlei restantjes, welke de onuit
puttelijke lappendoos oplevert. Zij kun
nen van vilt wellicht een vilten zomer
hoed, die niet meer gedragen wordt
of van duvetine, laken of bontstof wor
den gemaakt, terwijl op sommige model
len met behulp van wol aardige versie
ringen kunnen worden aangebracht.
Bijzonder aardig is het mutsje links,
dat uit zes driehoeken bestaat, die elk
worden omgef^Stonneerd met kleurige
wol. Daarna verbindt men tie deelen, door
een wollen dra&d door de lussen te halen.
Bloemenmotieven worden met den plat
ten en steelsteek aangebracht, op b.v. drie
driehoekjes, terwijl een paar kwasten, die
aan een aantal losse steken zijn gehecht,
het mutsje verder afwerken.
Puntmutsjes staan altijd alleraardigst
en hebben het voordeel, dat zij op koude
dagen de ooren beschermen; een rand met
kleine motiefjes van kleurige tool ver
hoogt het effect.
Meer gekleed is het model onderaan
rechts, dat uit een vierdeeligen, ronden
bol bestaat met tweedeeligen, dub beIge-
stikten rand. Banden, die onder de kin
worden gestrikt, voorkomen b# winderig
weer het afwaaien.
Vlot kleedt het kapje links, dat in het
midden een versiering heeft van lintjes
die in het midden worden gestrikt.
icrS*!/
HET was Woensdagmiddag. Jan had
reeds enkele dagen van te voren
beloofd, voor zijn moeder dennen
appels te gaan rapen; dat was zo'n mooia
aanmaakbrandstof en je kon er zoveel
vinden, als je maar dragen kon.
Het weer was goed. Jan nam een gonje-
zak mee en wandelde naar de hei; een
kwartiertje verderop lag een groot den
nenboa, waar je om deze tijd van het jaar
met massa's \de afgevallen appels kon
vinden.
Mooi was de hei, in het najaar. Jan ge
noot er weer van, /oals altijd. Boven de
donkerbruine hei hing cie wijde lucht met
wolken. Er tussendoor speelden de zon
nestralen en zetten telkens een ander stuk
van het veld en de bossen in gouden gloed-
Spoedig had Jan het dennenbos bereikt.
Hier geurde het zo heerlijk naar hars. Een
geheimzinnig halfdonker hing onder de
groenbemoste rechte stammen. In de top
pen heel hoog boven hem ruiste de
vpnd Hij behoefde nu niet ver meer te
zoeken. Op de gladde naaldengrond lagen
ze met hopen, cie ronde, geschubde den
nenappels; hij had ze maar op te rapen
en in de zak te doen.
Jan floot ér een liedje bij. Het was hier
zo heerlijk rustig en stil, alleen de wind
hoorde je en nu en dan een vogelgeluid.
Ongemerkt raakte de zak vol. Hij was nog
♦e tillen, maar toch al aardig zwaar. Ziezo,
dat was wel genoeg voor vandaag, een
aardige portie. Elke week 'n paar maal
zo'n hoeveelheid,- dan raakte het hok ach
ter het huis wel vol.
Jan keerde terug op zijn weg en kwam
weer buiten het bos. Hij liep kalm over
het smalle paadje door de hel en liet het
zonnetje, dat nog lekker warm aanvoelde,
op zich schijnen. Het was nog vroeg op de
middag en Jan liep daarom een eindje
om. dwars de hei over- De stugge plantjes
ritselden tegen zijn klompen toen hij het
paadje verliet en d^ars het, veld over
ging Bij een «zandverstuiving, die hei-geel
b«nk in het zonlicht, zette hij de zak neer
maakte een holletje om te zitten.
"Hij stak een sprietje pluimgras in de
mond. sioeg de armen om zijn knieën en
zat daar zo wat te -dromen, terwijl hij
over het mooie landschap van hei en den
netjes uitkeek. Leuk, hier kon je over
kabouters en andere sprookjeswezens dro
men. Daar bijvoorbeeld, in dat ruwe ver-
hogi.nkje. waar vele openingen van ko
nijnenholen waren, kon je best de hoofd
ingang denken, die naar een onderaards
kabouterpaleis voerde....
Plotseling gingen Jans ogen wijder
open. Terwijl hij zo zat te fantaseren,
werd opeens zijn blik getroffen door iets,
dat bewoogHij keek nog eens scherp
toe. Ja. nu zag hij het weer, duidelijk: bij
het ene konijnengat bewoog iet^/bruins!
Daar moest Jiij' het zijne van hebben;
wat kon, dat zijn?
Voorflchtig stond Jan Op. Hij ging naar
de plaats, waar hij iets zag. En toen wist
hij het. Voor het gat van één der holen
lag een wild konijn, half op zijn zijde. Het
vluchtte niet, toen Jan dichterbij kwam,
al maakte het bewegingen, of het wilde
opstaan. En toen Jan zich naar het diertje
ove boog, ontdekte hij'de oorzaak.
Het konijn zat in een dunne, koperen
strik gevangen! Die draad was 6trak om
de nek van het dier getrokken, zodat
het b estje bloedde en niet weg kon. Met
dodelijk verschrikte ogen keek het hulpe
loos naar den jóngen op....
Jan kreeg een steek in z'n hart, toen hij
dje smekende oogjes van het gewonde dier
zag- Gemeen was het, dat strikken zetten!
Hij hurkte bij het konijn neer en streek
zacht met een vinger over het trillende
lijfje.
Stil maar. beestje! zei-hij zacht.
Toen probeerde hij de koperen draad
van het gewonde halsje los te krijgen. Dat
ging niet gemakkelijk, want de strik- was,
door het aanhoudende trekken van het be
angste dier, diep in het vlees gedrongen.
Maar Jan hield vol en eindelijk, met de
ene hand het dier stilhoudend, wist hij
de draad te verwijderen. Toen pakte hij
het half versufte konijn voorzichtig op en
nam het in zijn armen. Daar zat het nü,
tegen Jans jas; trillingen gingen door het
warme lijfje.
Jan liet de zak met dennenappels maar
zolang staan; die kon hij straks wel op
halen Eerst bracht hij het konijntje naar
huis. ^Vant hij was vastbesloten het arme
dier er bovenop te halen, als dat tenminste
nog kon. Met zijn jas warm om het dier
geslagen kwam hij thuis. In de schuur
stond nog een oud hokje; Jan gooide er
Drte weken lang deed hij alles om het
kon(;n weer beter te maken.
tekening H. Backer.
wat hooi in en legde toen het gewonde
diertje voorzichtig neer. Daarna sneed hij
wat peenlof en koolblaren en stopte die
in de ruif. Mkar eten deed het konijn niet;
het zat bevend, schuw en stil in een hoek
je weggedoken. Arm dierhet nekje
en het witte borstje waren ^helemaal be
smeurd met bloed.
Maar Jan kreeg zijn zin. Drie we
ken lang deed hij alles, wat hij kon om
het konijn weer beter te maken. En het
haaldé het er bovenop ook. tot grote trots
en blijdschap van Jan. Drie weken later
huppelde het dier al we^r door het hok;
het at weer behoorlijk en het werd ook al
wat minder schuw. Het kroop niet zo vér
meer weg. als Jan bij het hokje'kwam.
Zelfs wilde het nu en dan een worteltje
utt de hand eteiü
Gemeen .toen, om strikken te zetten,
niet, vader? vond jan.
En vader beaamde dat. Strikken is de
gemeenste en pijnlijkste manier, om ko
nijnen te vangen; dat doen alleen stro-
per s._
Tot aan het voorjaar hield Jan het ko-4
nijn in zijn hokje en hij gaf het trouw te
eten. Toen was he.t beestje geheel gene
zen. de wond aan zijn nekje was dicht
Op een mooie, zonnige dag, bracht Jan
het naar de hei.
Dag! vriendje, zei. hij. Pas nu in het'
vervolg goed op voor strikken en denk
nog eens aan me, zul je?
Hij liet het konijn los en met vlugge,
koddige sprongen verdween het dier in
de struiken.
Ziezoode patiënt is uit het zieken
huis ontslagen, zei Jan, toen hij thuis
kwam.
En vader*klopte hem eens op de schou
der-
Jau£ tot zijn vriendje: Luister eens.
Wim. dan zql ik je een soort raadsel op
geven:
In een boomgaard liep eens een ezel te
grazen. Na een poosje zag'hij een boom
en in die boom een gat, maar het zat wel
tweemaal zo hoog als de eael lang was
Dat was erg jammer, want iff dat gat stak
«een dikke, gele wortel, waarvan die ezel
juist zo bijzonder veel hield. De ezel ging
rechtop tegen de boom staan, maar 't hielp
niet, de wortel was te hoog; R#ad nu eens
wat die ezel deed.
Wim: Ik weet het niet.
Jan: Dus je geeft het op.
Wim: Ja.
Jan: Nu, dat deed die andere ezel
ook!
Het najaar is er weer en in de tuinen
en parken vinden we weer beukenootjes,
kastanjes en eikels. Weet je wel, dat je
door die op het ogenblik te verzamelen,
daarmee van de winter de vogels kunt
helpen door een moeilijke tijd heen te
komen? Wart ook devogels zullen wel
degelijk de gevolgen van de distributie,
waarover je Moeder zoo vaak hoort pra
ten, ervaren. Bijna niemand zal nog
brood, aardappelen, rijst enz. voor hen
kunnen missen en daardoor zullen de vo
gels het van deze winter wel heel hard
hebben^Leggen jullie daarom vast een
wintervoorraad voor hen aan: de bessen
van meidoorn, lijsterbes, vlier kunnen
daar eveneens heel goed voor dienen en
ook allerlei soorten grassen kunnen we
van 4e vruchtjes ontdoen.
Alles wat we plukken leggen we op een
paar kranten in de zon, tot het door en
door droog is. Zouden we zaden en vrucht
jes wegleggen, die nog vochtig .zijn. dan
zou ons vogelvoer gaan schimmelen en
evenmin als het voor ons goed is be
schimmeld eten te verwerken; is dit voor
de vogels goed. Is alles droog, dan ber
gen we het op in doosjes of zakjes en con
troleren de voapfcaad nu en dan op schim
melplekjes. >*-*
Natuurlijlcfiebben we. ai zoeken we nog
zo veel, niet voldoende om .de vogels 4e
hele winter te helper^ Daarom geven we
alleen, als de vogels zelf niets meer kun
nen vinden, dus wanneer de grond hafd
bevroren is of met een dikk%laag sneeuw
is bedekt. Op andere tijden halen de vo
gels zelf nog wel wat uit de grond!
Toe, willen jullie aan ons denken?
Ons een beetje Voedsel schenken'
A'c je straks zelf hebt gegeten,
T wil ons dan niet vergeten!
Bij sneeuw is onze zorg zo groot.
Krijgen wij een stukje WTood?
Namens alle vogels:
Hüismus, de brutale.
Appelprikkie, dat is de jongste var de
familie Prik, een egelfamiiie die achten .1
het bos woont De jongste Pr:k is oe
lastigste van de hele familie Brik. m;<-
hij is ook heel erg slim. dat heb5ik gistci
middag ontdekt en van gistermiddag
hert de jongste Prik voor mij „Appei-
prikkie". Ik zal jullie vertellen hoe ik
er toe kwam hem die naam te geven.
Nu dan, Prikkie kwam aangews.
schoof me .voorbij en verdween. Niets
bijzonders dift lk nam m'n boek en gipg
lezen. Ook niets bijzonders Na een poosie
hield ik met lezen op Aan den jongsten
Prik dacht ik niet meer. maar wél aan
de appeltjes, die ik in m'n tas had mee
genomen. Ik at er eentje op en toen nog
eentje en toen nog een Dat waren er dui
drie. Die appeltjes, weet je. waren maar
peutertjes' en met z'n drieën nóg niet
eens een flinke goudreinet Dus drie
mocht ik er wel hebben.
Toen de appeltjes op waren, ging fk
weer lezen en ik dacht bij me Self: ..Nu
heb ik nog één appeltje over, dat èet ik
straks op" en verder dacht ik ook aap
het appeltje niet meer. J
De vijf of de zesde keer dat ik opkeek,
zag ik den jongsten Prik van'zijn wande
ling terugkomen, maar ik zag nog meer.
Ik zag m'n vierde en laatste appeltje een
eindje verder op het pad liggen, 't Was
zeker uit m'n tas gerold. Ik wilde opstaan
óm het te pakken, maar m'n appeltje heb
ik niet meer gekregen! Ik ben zelfs aan
't opstaan niet toegekomen, want de jong
ste Prik had het appeltje ln de gaten ge
kregen en togn.
Eerst liep de jongste Prik er een paar
keer omheen. Daarna ging hij er naast
zitten en naakte van het appeltjd" een
diepzinnig* studie en toen rolde hij
zich naast het appeltje op. Zeker om na
te denken wat hem te doen stond. Want
ik had al lang gemerkt- de jongste Prik
had zin in dat appeltje. Daarom bleef ik
stil zitten en liet het appeltje waar het
^ras.
Veel tijd om na te denken scheen de
jongste Prik niet nodig te hebben, ns een
paar minuten al rolde hij zich weer uit
en toen.wipte hij op z'n achteipootjes.
Een heel mal gezicht was dat! En toen
duikelde hij over z'n kopje. Hij duikelde
zó. dat z'n stekels ln het appeltje prikten
en toen zat de appel op z'n rug En de
jongéte Prik wandelde voor zijn doen
vlug naar huis toe met z'n buit op z'n
stekel rug!
Nu. is Appelprikkie geen aardige naam
voor dif jonge egel, die zo «lira was
Nog zo dóm niet! 6
Jan: Vader, krijg ik wat kersen?
Vader: Neem maar een handvol.
Jan: Geeft u mij liever een handvol,
uw hand is veel groter.
Slim.
Kunt u goed bijten, oma? vroeg zes
jarig Keesje.
Nee jongen, wartty oma heeft geen
tanden meer.
Dan mag u zolang :e-noot voor me
bewaren.
Toonbeeld van gehoorza;
Is één van jullie aan de ja
vroeg moeder, toen zij aan de
cbemerkte, dat de inhoud van de jampot
aardig geminderd was.
Alle kinderen bewaarden het stilzwij
gen.
Heb jij ervan gesnoept, Annemarie?
vroeg moeder, toen ze pemerkte, dat haar
ouctóte dochtertje heel erg bloosde.
Vader wil niet hebben, dat we onder
't eten praten, was toen het antwoord van
Annemarie.
(Tekening Ver. Persb.)
Hoeveel dobbelstenen zie je op dit
plaatje? De een zal" zeggen: zes, de ander
zal zeggen zeven. Wie heefteer nu gelijk?
uaaaz aa laq uüz 'ipnoq pxaayaOuto xnnO
-\l ap af s\r> xvvpi 'uauajsiaqqop saz af
ja'jddjs nu xnnOif ap sjooz .fiutssojdo
tekening Ver. Persb.
r^l
1. Hoe kun je Amsterdam schrijven met
7 letters?
2. Mijn eer «te en derde lettergreep zijn
muzieknoten, mijn tweede lettergreep is
een meisjesnaam. Tk ben een hoge Chinese
persoonlijkheid. Welke?
Op dit dubbele kamraadsel moeten wor-
n ingevuld: bovenste rij, van links naar
:hts; 1. Noorse sneeuwschoen, 2. gaas-
raam tegen vliegen. 3. vat, 4. vrouwtjes
hert, 5. jong .schaap, 6. wagen
Onderste rij: L huisbedekking, 2. sprook
jeswezen, 3. minder dan twee, 4. speel
goed, 5. zeer klein bosjplantje, 6. schoen
makersgereedschap, ook meisjesnaam.
Op de middelste kruisjeslijn kómt een
gevaarlijk beroep!
1. Het beroep is METSELAAR en de
woonplaats VALKENBURG.
2. eR-FGe-na-M eN. Erfgenamen.
3. M a n
k A m
b e D
k O k
Een
a R m
v 1 A