■I h 3MB Jan en z'n konijntje Van regenmantel RAADSELS mil Ons Goedkoope Patroon Eenpansgerechten tot huishoudschort Mutsjes, Onder jongens Wintervoorraad Ve° a i-s^. Japon in de maten 42 en 46 Een soep, een stamppot en een stoofschotel Scheuren in gummi regenjassen Bloemkoolsoep met groene kruiden Stamppot met snijbiet IVTeis jesmuts je Weinig kastruimte die moeder zelf kan maken ïUsËSi Wat was dat Dat hij uk een strik had bevrijd Weer vrij Voor de vogels Verzamel nu. al vaat wat voor hen I Hel verhaal wa een jonge,' slimme egel EVENTJES PRET Hoeveel dobbelstenen Oplossingen ■S Ji. -<u We staan voor 4e maand Octobgr en daarmee is tevens de zorg voor onzé'win- tergarderobe er weer. Een, zorg, die dit maal grooter zal zijn dan andere jaren, daar vernieuwing, zooals we die graag zouden wenschen, niet mogelijk ie. Voor zoover de middelen dit althans zouden toelaten. Hebben we nog een wollen lap liggen, willen we van een mantel een japon ma ken, dan is wellicht 't hierbij afgebeelde ja ponnetje geschikt. Het heeft een hoogop- geknipten rok en kort lijfje, waarin de ruimte vanonder gerimpeld is. Het kraag je en het vestje zijn van witte kunstzijde. Patronen in de maten 42 en 46 zijn ver krijgbaar aan ons bureau, Eendrachts- weg 42 en aan de hoofdagentschappen Nw. Binnenweg 284, Zaagmolenstraat 47, Hille- vliet 7, Statenweg 118, Schiedam: Broers- vest 3, Vlaardingen: Smalle Havenstraat. Alleen aan onze lezers buiten de ptad worden de patronen, na ontvrngst van 17*1* ets., franco per post toege onden. De prijs van een dergelijk patrooiI. is 10 cejit. Men gelieve deze bestelling te doen op een briefkaart (frankeering 5 ets.) en 17*/» etsaan postzegels te plakken op de lin kerhelft van de adreszijde of door storting van 17*1* ets. op onze giro-rekening no. 11.000 of per postwissel,'onder vermelding van het gevraagde. Men gelieve vooral de juiste maat op te geven. Teekening Vobach A Co. Telken» weer wordt aangeraden den warmen maaltijd in één pan klaar te ma ken, aangezien er zuinig met de brandstof moet worden omgegaan. In deze één- pins-gerecht en 1» gemakkelijk afwisseling te brengen. Men kan ze in den vorm van een soep, stamppot of stoofschotel geven. In brandstofverbruik komen met de echte één-pans-gerechten overeen de maaltij den, die bestaan uit peulvruchten (brulne- en witte boonen, capucljners) met aard appelen en een sla van rauwe groenten. Dit geldt natuurlijk alleen, wanneer de peulvruchten ln de hbolkist of ln kranten worden gaar gemaakt. Hier volgen eenige recepten voor 4 per- öok* October roert zijn staartEen heerlijk najaarszonnetje kan plotseling worden verjaagd door een hevige giet- bui. De gummi-regenjassen, -die zoo, ge makkelijk zijn om mee te nemen, kunnen de kleeren dan voor groote waterschade behoeden. De gummi jassen staan flatteus, ze nemen weinig ruimte in, maar ze hebben twee nadeelen: ze worden spoedig vuil en ze scheuren gemakkelijk. Met een stukje hechtpleister, aan de bin nenzijde der jas aangebracht, kunnen we een scheur bijna onzichtbaar herstellen. Ia er een gat ontstaan, dan neemt men een reparatielapje uit de binnenzijde van den zoom of van den dubbelen kant der knoopen weg. Dit lapje knipt men passend in het gat Daarna maakt men de omgeving van het gat en den achter kant van het lapje met fijn schuurlinnen ruw. Vervolgens bestrijkt men beide dee- len met rubberlijm. De lijm moet onge veer 5 minuten indrogen. In dien tus- schentijd zoekt men een stukje voering, waarop het reparatie-lapje wordt geplakt. Vervolgens drukt men het inzetstuk op het gat zoodat het precies aansluit De voering op het gummi vastwrijven, zoo dat er geen valsche vouwen ontstaan. Rubberlijm is bestand tegen hitte en vocht, wat men van de gewone tube-lijm niet altijd kan zeggen. Lijmvlekken kun nen wordén verwijderd met een aceton. Voor een huishoudschdrt heeft men vrij veel punten nobdig en vanzelfsprekend besteedt men die liever aan een mooier kleedingstuk. Maar hebt u misschien nog een oude katoenen, linnen of zijden re genjas, met gummi van binnen? Zoo'n jas kan heel goed in eèn huishoudschort gorden veranderd. Vanzelfsprekend danken we de jas pas af, als ze niet meer waterdicht is, want ook regenjassen .vragen punten. Gaat men tot vermaken over, dan wordt de jas eenige malen in heet sodawater ge weekt. Het rubber zal dan loslaten en men houdt een katoenen, linnen of zij den jas over, die met huishoudzeep flink wordt schoongeborsteld en gewas- schen. Witte jassen kunnen nog geblekt en geblauwd worden. Natuurlijk zijn ook" de knoopen van de jas gehaald en aardig en practisch is het om het schort met een ritssluiting te sluiten. Vindt men dit te kostbaar, dan kan men er gekleurde knoopen op zetten of wel de oude knoopen overtrekken met een stukje rood, blauw of gestreept ka toen. Misschien heeft men nog wel een lapje, dat ook kali dienen voor een niee- wen kraag, Prefereert men korte pofmouwen in derdaad heel wat practischer dan wor den de mouwen er uitgetornd, open ge knipt en men legt het patroon van een pofmouwtje op het breedste gedeelte van de "mouw. Desnoods krijgt het mouwtje een middennaad, waaruit we een gekleurd biesje laten komen. Men kan natuurlijk ook mouwtjes van gekleurd katoen ma ken. Ook de ceintuur waarin allerlei variaties te maken zijn: een breede door gestikte ceintuur, een ceintuur alleen van achteren of twee banden die uit de zij naden komen wordt van het gekleurde katoen gemaakt Wanneer men de jas vanvoren heele- maal dicht wil hebben, verdient het aanbe veling een paar spieën tusschen de zij naden te zetten .zoodat de rok niet te nauw wordt. -1 kg. aardrppelen, 111 liter taptemelk, 11 liter water, 1 bloemkool, 1 prei of ul. Hadselderij, peterselie, wet boter of vet, kout De aardappelen schoo i boenen, ln stuk ken snijden en met 1'4 liter water tic fijn gesnipperde prei, de gewasschen en ln stukken gesneden bloemkool gaar ko ken. Kooktijd 20 min. Het mengsel tot een gelijke puree stampen, met de melk en de rest van het water verdunnen. De soep een oogenbllk laten doorkoken en wat zout boter of vet en de fijngehakte peterselie en selderij toevoegen. 111 k g. aardappelen, S'4 k g. intjblet, 190 gr. magere kaas, wat boter of vet wet tout. i De aardappelen schoon boenen, ln stuk ken snijden en met een bodempje water en wat zout in 23 min. gtar koken. De keu raspen, bij de aardappelen voegen en het geheel fijn stampen. De snijbleten wasachen, laten uitlekken, fijn snipperen en met de aardappelen vermengen. Het gerecht nog even door en door heet laten worden, nadat de boter of het vet en het zout zijn toegevoegd. Stoofschotel van prinsessenboonen en bloemkool 111 k g. aardappelen, 250 gr. prinses senboonen, 1 kleine bloemkool, 100 gr. «aucljsju Indien aanwezig, 50 gr. tapte- melkpoeder, wat boter of vet wet zout. Wat water ln een stoofpan aan de kook brengen, de helft van de schoon geboende in vieren gesneden eardappelen erin leg gen, daarop de afgehaalde gebroken boontjes, dan de gewasschen saucijsjes, vervolgens de ln stukken gesneden bloem koot de rest van de aardappelen en wat boter of vet'en zout. De pan sluiten, den Inhoud vlug aan de kook brengen en ln een half uur gaar ko ken. Het taptemelkpoeder met wat water tot een glad papje aanmengen en aan de overige bestanddselen toevoegen. Het ga- heel losjes door elkaar roeren en nog even doorwarmen. Het overtollige vocht ln een sauskom gieten. Het gerecht ln een dek scheel of in een vuurvuten schotel over brengen. (Teekening Ver. Persb.) Huismoeders worden steeds vinding rijker, nu de nood haar dwingt om zoo lang mogelijk het oude tot iets nieuws tc vermaken. Zou iemand wel kunnen raden, dat het bijgaande mutsje, dat zich zoo bijzonder goed leent voor meisjes van der tien veertien jaar, van een niet meer gedragen hoed is gemaakt? Het patroon ervoor ziet men onderaan links. Het wordt in viervoud geknipt (plus naden) en deze vier papieren stukjes plakt men eveh met de naden aan elkaar, om het model te kunnen passen. Het kapje moet het achterhoofd omsluiten en^ kan ten overvloede nog met haarklemiaetjes worden vastgezet, die evenwel niet in het oog mogen vallen. Past het modelletje, dan knipt men het zonder naden ha en festonneert de ier deelen in het rond met wol, in d*> kleur van de bloemen, die men eerst op leder vierde deeltje heeft gewerkt (zie teeke ning). Vervolgens worden de lusjes der tamelijk wijd uit elkander liggende feston steken van twee naast elkander liggende deelen met elkander verbonden. De kleine opening in het midden ven den bol wordt voorzien van zes sfhalle loepjes vilt. In moderne huizen is d*e kastruimte vaak zeer gering. De volgende tips kun nen er wellicht toe bijdragen zooveel ♦mogelijk van de beschikbare ruimte te profiteeren. In de servieskast kunnen de kopjes worden opgehangen aap haakjes. Deze haakjes, waarvoor men het ronie model kiest, worden aan de onderzijde van de plank in evenwijdige rijen beves tigd. De afstand moet zóó groot zijn, dat men zonder kans op scherven gemakkelijk een kopje kan weg nemen. Al wat oor heeft, kan aan deze haakjea hangen Tegen den kaaimuur kan men op een paar c.m. hoogte etnige dunne latjes aan brengen over de lengte van de p'.ank. In dit rek kunnen schoteltjes, schalen en borden staan, zonder kans op wegglijden en stukvallen. Aan de binnenzijde van de deur van de kleerenkast kan men op manshoogte één of meer banden over de breedte van de deur aanbrengen. Juten boorband leent zich hierVoor bij uitstek. Dassen, ceintuurs, kousen en allerlei kleine din gen, kan men over dezen band hangen. (Teekening Ver. Persb.) Mutsen en kapjes voor kleine meisjes behooren tot die onderdeelen der kinder- kleeding, die moeders gaarne zelf maken an allerlei restantjes, welke de onuit puttelijke lappendoos oplevert. Zij kun nen van vilt wellicht een vilten zomer hoed, die niet meer gedragen wordt of van duvetine, laken of bontstof wor den gemaakt, terwijl op sommige model len met behulp van wol aardige versie ringen kunnen worden aangebracht. Bijzonder aardig is het mutsje links, dat uit zes driehoeken bestaat, die elk worden omgef^Stonneerd met kleurige wol. Daarna verbindt men tie deelen, door een wollen dra&d door de lussen te halen. Bloemenmotieven worden met den plat ten en steelsteek aangebracht, op b.v. drie driehoekjes, terwijl een paar kwasten, die aan een aantal losse steken zijn gehecht, het mutsje verder afwerken. Puntmutsjes staan altijd alleraardigst en hebben het voordeel, dat zij op koude dagen de ooren beschermen; een rand met kleine motiefjes van kleurige tool ver hoogt het effect. Meer gekleed is het model onderaan rechts, dat uit een vierdeeligen, ronden bol bestaat met tweedeeligen, dub beIge- stikten rand. Banden, die onder de kin worden gestrikt, voorkomen b# winderig weer het afwaaien. Vlot kleedt het kapje links, dat in het midden een versiering heeft van lintjes die in het midden worden gestrikt. icrS*!/ HET was Woensdagmiddag. Jan had reeds enkele dagen van te voren beloofd, voor zijn moeder dennen appels te gaan rapen; dat was zo'n mooia aanmaakbrandstof en je kon er zoveel vinden, als je maar dragen kon. Het weer was goed. Jan nam een gonje- zak mee en wandelde naar de hei; een kwartiertje verderop lag een groot den nenboa, waar je om deze tijd van het jaar met massa's \de afgevallen appels kon vinden. Mooi was de hei, in het najaar. Jan ge noot er weer van, /oals altijd. Boven de donkerbruine hei hing cie wijde lucht met wolken. Er tussendoor speelden de zon nestralen en zetten telkens een ander stuk van het veld en de bossen in gouden gloed- Spoedig had Jan het dennenbos bereikt. Hier geurde het zo heerlijk naar hars. Een geheimzinnig halfdonker hing onder de groenbemoste rechte stammen. In de top pen heel hoog boven hem ruiste de vpnd Hij behoefde nu niet ver meer te zoeken. Op de gladde naaldengrond lagen ze met hopen, cie ronde, geschubde den nenappels; hij had ze maar op te rapen en in de zak te doen. Jan floot ér een liedje bij. Het was hier zo heerlijk rustig en stil, alleen de wind hoorde je en nu en dan een vogelgeluid. Ongemerkt raakte de zak vol. Hij was nog ♦e tillen, maar toch al aardig zwaar. Ziezo, dat was wel genoeg voor vandaag, een aardige portie. Elke week 'n paar maal zo'n hoeveelheid,- dan raakte het hok ach ter het huis wel vol. Jan keerde terug op zijn weg en kwam weer buiten het bos. Hij liep kalm over het smalle paadje door de hel en liet het zonnetje, dat nog lekker warm aanvoelde, op zich schijnen. Het was nog vroeg op de middag en Jan liep daarom een eindje om. dwars de hei over- De stugge plantjes ritselden tegen zijn klompen toen hij het paadje verliet en d^ars het, veld over ging Bij een «zandverstuiving, die hei-geel b«nk in het zonlicht, zette hij de zak neer maakte een holletje om te zitten. "Hij stak een sprietje pluimgras in de mond. sioeg de armen om zijn knieën en zat daar zo wat te -dromen, terwijl hij over het mooie landschap van hei en den netjes uitkeek. Leuk, hier kon je over kabouters en andere sprookjeswezens dro men. Daar bijvoorbeeld, in dat ruwe ver- hogi.nkje. waar vele openingen van ko nijnenholen waren, kon je best de hoofd ingang denken, die naar een onderaards kabouterpaleis voerde.... Plotseling gingen Jans ogen wijder open. Terwijl hij zo zat te fantaseren, werd opeens zijn blik getroffen door iets, dat bewoogHij keek nog eens scherp toe. Ja. nu zag hij het weer, duidelijk: bij het ene konijnengat bewoog iet^/bruins! Daar moest Jiij' het zijne van hebben; wat kon, dat zijn? Voorflchtig stond Jan Op. Hij ging naar de plaats, waar hij iets zag. En toen wist hij het. Voor het gat van één der holen lag een wild konijn, half op zijn zijde. Het vluchtte niet, toen Jan dichterbij kwam, al maakte het bewegingen, of het wilde opstaan. En toen Jan zich naar het diertje ove boog, ontdekte hij'de oorzaak. Het konijn zat in een dunne, koperen strik gevangen! Die draad was 6trak om de nek van het dier getrokken, zodat het b estje bloedde en niet weg kon. Met dodelijk verschrikte ogen keek het hulpe loos naar den jóngen op.... Jan kreeg een steek in z'n hart, toen hij dje smekende oogjes van het gewonde dier zag- Gemeen was het, dat strikken zetten! Hij hurkte bij het konijn neer en streek zacht met een vinger over het trillende lijfje. Stil maar. beestje! zei-hij zacht. Toen probeerde hij de koperen draad van het gewonde halsje los te krijgen. Dat ging niet gemakkelijk, want de strik- was, door het aanhoudende trekken van het be angste dier, diep in het vlees gedrongen. Maar Jan hield vol en eindelijk, met de ene hand het dier stilhoudend, wist hij de draad te verwijderen. Toen pakte hij het half versufte konijn voorzichtig op en nam het in zijn armen. Daar zat het nü, tegen Jans jas; trillingen gingen door het warme lijfje. Jan liet de zak met dennenappels maar zolang staan; die kon hij straks wel op halen Eerst bracht hij het konijntje naar huis. ^Vant hij was vastbesloten het arme dier er bovenop te halen, als dat tenminste nog kon. Met zijn jas warm om het dier geslagen kwam hij thuis. In de schuur stond nog een oud hokje; Jan gooide er Drte weken lang deed hij alles om het kon(;n weer beter te maken. tekening H. Backer. wat hooi in en legde toen het gewonde diertje voorzichtig neer. Daarna sneed hij wat peenlof en koolblaren en stopte die in de ruif. Mkar eten deed het konijn niet; het zat bevend, schuw en stil in een hoek je weggedoken. Arm dierhet nekje en het witte borstje waren ^helemaal be smeurd met bloed. Maar Jan kreeg zijn zin. Drie we ken lang deed hij alles, wat hij kon om het konijn weer beter te maken. En het haaldé het er bovenop ook. tot grote trots en blijdschap van Jan. Drie weken later huppelde het dier al we^r door het hok; het at weer behoorlijk en het werd ook al wat minder schuw. Het kroop niet zo vér meer weg. als Jan bij het hokje'kwam. Zelfs wilde het nu en dan een worteltje utt de hand eteiü Gemeen .toen, om strikken te zetten, niet, vader? vond jan. En vader beaamde dat. Strikken is de gemeenste en pijnlijkste manier, om ko nijnen te vangen; dat doen alleen stro- per s._ Tot aan het voorjaar hield Jan het ko-4 nijn in zijn hokje en hij gaf het trouw te eten. Toen was he.t beestje geheel gene zen. de wond aan zijn nekje was dicht Op een mooie, zonnige dag, bracht Jan het naar de hei. Dag! vriendje, zei. hij. Pas nu in het' vervolg goed op voor strikken en denk nog eens aan me, zul je? Hij liet het konijn los en met vlugge, koddige sprongen verdween het dier in de struiken. Ziezoode patiënt is uit het zieken huis ontslagen, zei Jan, toen hij thuis kwam. En vader*klopte hem eens op de schou der- Jau£ tot zijn vriendje: Luister eens. Wim. dan zql ik je een soort raadsel op geven: In een boomgaard liep eens een ezel te grazen. Na een poosje zag'hij een boom en in die boom een gat, maar het zat wel tweemaal zo hoog als de eael lang was Dat was erg jammer, want iff dat gat stak «een dikke, gele wortel, waarvan die ezel juist zo bijzonder veel hield. De ezel ging rechtop tegen de boom staan, maar 't hielp niet, de wortel was te hoog; R#ad nu eens wat die ezel deed. Wim: Ik weet het niet. Jan: Dus je geeft het op. Wim: Ja. Jan: Nu, dat deed die andere ezel ook! Het najaar is er weer en in de tuinen en parken vinden we weer beukenootjes, kastanjes en eikels. Weet je wel, dat je door die op het ogenblik te verzamelen, daarmee van de winter de vogels kunt helpen door een moeilijke tijd heen te komen? Wart ook devogels zullen wel degelijk de gevolgen van de distributie, waarover je Moeder zoo vaak hoort pra ten, ervaren. Bijna niemand zal nog brood, aardappelen, rijst enz. voor hen kunnen missen en daardoor zullen de vo gels het van deze winter wel heel hard hebben^Leggen jullie daarom vast een wintervoorraad voor hen aan: de bessen van meidoorn, lijsterbes, vlier kunnen daar eveneens heel goed voor dienen en ook allerlei soorten grassen kunnen we van 4e vruchtjes ontdoen. Alles wat we plukken leggen we op een paar kranten in de zon, tot het door en door droog is. Zouden we zaden en vrucht jes wegleggen, die nog vochtig .zijn. dan zou ons vogelvoer gaan schimmelen en evenmin als het voor ons goed is be schimmeld eten te verwerken; is dit voor de vogels goed. Is alles droog, dan ber gen we het op in doosjes of zakjes en con troleren de voapfcaad nu en dan op schim melplekjes. >*-* Natuurlijlcfiebben we. ai zoeken we nog zo veel, niet voldoende om .de vogels 4e hele winter te helper^ Daarom geven we alleen, als de vogels zelf niets meer kun nen vinden, dus wanneer de grond hafd bevroren is of met een dikk%laag sneeuw is bedekt. Op andere tijden halen de vo gels zelf nog wel wat uit de grond! Toe, willen jullie aan ons denken? Ons een beetje Voedsel schenken' A'c je straks zelf hebt gegeten, T wil ons dan niet vergeten! Bij sneeuw is onze zorg zo groot. Krijgen wij een stukje WTood? Namens alle vogels: Hüismus, de brutale. Appelprikkie, dat is de jongste var de familie Prik, een egelfamiiie die achten .1 het bos woont De jongste Pr:k is oe lastigste van de hele familie Brik. m;<- hij is ook heel erg slim. dat heb5ik gistci middag ontdekt en van gistermiddag hert de jongste Prik voor mij „Appei- prikkie". Ik zal jullie vertellen hoe ik er toe kwam hem die naam te geven. Nu dan, Prikkie kwam aangews. schoof me .voorbij en verdween. Niets bijzonders dift lk nam m'n boek en gipg lezen. Ook niets bijzonders Na een poosie hield ik met lezen op Aan den jongsten Prik dacht ik niet meer. maar wél aan de appeltjes, die ik in m'n tas had mee genomen. Ik at er eentje op en toen nog eentje en toen nog een Dat waren er dui drie. Die appeltjes, weet je. waren maar peutertjes' en met z'n drieën nóg niet eens een flinke goudreinet Dus drie mocht ik er wel hebben. Toen de appeltjes op waren, ging fk weer lezen en ik dacht bij me Self: ..Nu heb ik nog één appeltje over, dat èet ik straks op" en verder dacht ik ook aap het appeltje niet meer. J De vijf of de zesde keer dat ik opkeek, zag ik den jongsten Prik van'zijn wande ling terugkomen, maar ik zag nog meer. Ik zag m'n vierde en laatste appeltje een eindje verder op het pad liggen, 't Was zeker uit m'n tas gerold. Ik wilde opstaan óm het te pakken, maar m'n appeltje heb ik niet meer gekregen! Ik ben zelfs aan 't opstaan niet toegekomen, want de jong ste Prik had het appeltje ln de gaten ge kregen en togn. Eerst liep de jongste Prik er een paar keer omheen. Daarna ging hij er naast zitten en naakte van het appeltjd" een diepzinnig* studie en toen rolde hij zich naast het appeltje op. Zeker om na te denken wat hem te doen stond. Want ik had al lang gemerkt- de jongste Prik had zin in dat appeltje. Daarom bleef ik stil zitten en liet het appeltje waar het ^ras. Veel tijd om na te denken scheen de jongste Prik niet nodig te hebben, ns een paar minuten al rolde hij zich weer uit en toen.wipte hij op z'n achteipootjes. Een heel mal gezicht was dat! En toen duikelde hij over z'n kopje. Hij duikelde zó. dat z'n stekels ln het appeltje prikten en toen zat de appel op z'n rug En de jongéte Prik wandelde voor zijn doen vlug naar huis toe met z'n buit op z'n stekel rug! Nu. is Appelprikkie geen aardige naam voor dif jonge egel, die zo «lira was Nog zo dóm niet! 6 Jan: Vader, krijg ik wat kersen? Vader: Neem maar een handvol. Jan: Geeft u mij liever een handvol, uw hand is veel groter. Slim. Kunt u goed bijten, oma? vroeg zes jarig Keesje. Nee jongen, wartty oma heeft geen tanden meer. Dan mag u zolang :e-noot voor me bewaren. Toonbeeld van gehoorza; Is één van jullie aan de ja vroeg moeder, toen zij aan de cbemerkte, dat de inhoud van de jampot aardig geminderd was. Alle kinderen bewaarden het stilzwij gen. Heb jij ervan gesnoept, Annemarie? vroeg moeder, toen ze pemerkte, dat haar ouctóte dochtertje heel erg bloosde. Vader wil niet hebben, dat we onder 't eten praten, was toen het antwoord van Annemarie. (Tekening Ver. Persb.) Hoeveel dobbelstenen zie je op dit plaatje? De een zal" zeggen: zes, de ander zal zeggen zeven. Wie heefteer nu gelijk? uaaaz aa laq uüz 'ipnoq pxaayaOuto xnnO -\l ap af s\r> xvvpi 'uauajsiaqqop saz af ja'jddjs nu xnnOif ap sjooz .fiutssojdo tekening Ver. Persb. r^l 1. Hoe kun je Amsterdam schrijven met 7 letters? 2. Mijn eer «te en derde lettergreep zijn muzieknoten, mijn tweede lettergreep is een meisjesnaam. Tk ben een hoge Chinese persoonlijkheid. Welke? Op dit dubbele kamraadsel moeten wor- n ingevuld: bovenste rij, van links naar :hts; 1. Noorse sneeuwschoen, 2. gaas- raam tegen vliegen. 3. vat, 4. vrouwtjes hert, 5. jong .schaap, 6. wagen Onderste rij: L huisbedekking, 2. sprook jeswezen, 3. minder dan twee, 4. speel goed, 5. zeer klein bosjplantje, 6. schoen makersgereedschap, ook meisjesnaam. Op de middelste kruisjeslijn kómt een gevaarlijk beroep! 1. Het beroep is METSELAAR en de woonplaats VALKENBURG. 2. eR-FGe-na-M eN. Erfgenamen. 3. M a n k A m b e D k O k Een a R m v 1 A

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 6