I Welk speelgoed m JFlïi ïïiii'fJh DE BONTMUTS Babymanteltj* RAADSELS De cyclamen en muts TRIKKIE, de roethond Een rare vliegtocht Wie 't laatst overblijft van Tilly van Zeehuizen De leeftijd van 2 tot .4 jaar Nog geen mechaniekjes en speelgoed, dat moei lijk in elkaar kan wor- den gezet. j f| j kiezen wy voor ons kind 1/lElV en winterpeen Doe ook rauwe wortelen door hutspot jr, Een sprong op de toonbank en Hij moest er toch af f 3 1111II111111111111 I De s\eute\ en Yiet s\ot Hoeveel dagen? Oplossingen mmm (teekening Ver. Persb). Niet alleen btf japonnen, ook bf mantels toorden dezen winter tweeërlei stoffen verwerkt. Het hierbij afgebeelde model is een aardige combinatie van bont én stof. Middenstuk cn rugzijde, zijn van stofde rest is van bont, bondstof of fluweel. OOK voor een kind van tvèe tot driejaar moet het speelgoed nog onbreekbaar zijn, we geven ook nog geen mechaniekjes, nog geen winkeltjes of poppenkamers en geen kleine blokken. Wél geschikt zijn groote, gekleurde blok ken om mee te bouwen, terwijl schroef- blokken voor den eersten keer de gelegen heid bieden om te schroeven. Een zand bak met vormpjes, emmertjes en schepje bevredigt, althans in den zomer, de be hoefte om te vullen en te ledigen. Een wagentje met gekleurde cirkels, vierkan ten enz. op staafjes spoort aan tot sortee- ren van de kleuren, het kind leert er ook vormen en afmetingen «door kennen en bovenal, het oefent zijn geduld. Voor het oefenen van de fijnere vinger bewegingen, van de kleurenkennis en de concentratie is een kleuren-mozaïek ook geschikt, een inlegspel (Montessori) oefent het onderscheiden van vormen. Groote ge kleurde houten kralen kunnen naar de kleur worden gesorteerd en ook worden geregen. Ook dit bevordert de kleurenken nis, het geduld en de handigheid. Onbreekbare poppen met echt haar en kleeren, die uit en aangedaan kunnen wor den, een poppenbed met echt beddengoed, kam en borstel voor de pop van stevig ma teriaal en niet te klein, dit alles wekt de fantasie van het kind op. Het zg.1 het wer kelijke leven in zijn fantasiespel nadoen en de handelingen der groote menschen beginnen te begrijpen. Prentenboeken van stevig karton met groote eenvoudige tafereelen van dieren en van gebeurtenissen uit het dagelijkscfc leven van het kind, zullen helpen de taal kennis en het opmerking-vermogen te ver meerderen. Een gummibal zal de lichaam - beweging en het gemeenschappelijke spel bevorderen, een hobbelpaard de lichasms- beheersching. Aan kinderen van drie tot vier jaar geeft men nog geen speelgoed, dat moeilijk in elkaar kan worden gezet, geej te moeilijke legkaarten en nog altijd mechaniekjes. Nog steeds veel groote blok ken. Het kind leert nu meer dan tot nu toe dingen bouwen en met het materiaal om gaan. Kleurpotlood en en papier ontwikkelen de neiging tot teekenen; een plank, waar stokjes in en uitgetimme kunnen wor den, levert het eerste gebruik van ge reedschap. Le r het ind vooral ook met water spelen, dat is even belangrijk als het omgaan met ander materiaal. Geef het dus zwerabeestjes! Een muziekdoosje en een muziekorgel- tje wekken nu deHDelangstelling voor me lodieën; een platenlotto, het eerste ge zelschapsspel, waaraan het kind kan deel nemen, leert samen spelen, oefent de op lettendheid en leert de namen van nieu we dingen. Onbreekbare opzetbeesten (huisdieren en roofdieren) leeren even eens den naam en den hoofdvorm der dieren kennen. Zij vereischen ook ge duld en handigheid bij het opzetten. Een pop, met porseleinen kop, echt haar, beweegbare ledematen en oogen, die open en dicht kunnen, zal het fan tasiespel aanwakkeren en de ge legenheid bieden het gewone le ven na te doen. Ook poppen wagens, poppenserviezen, klein be- zempie--en vegertje enz. zijn hier voor zeer geschikt. Geef echter op dezen leeftijd nog geen poppenhuizen of -kamers. Niets moet te klein zijn voor Iret fantasiespel. Jongens kunnen op dézen leeftijd ook met poppen spelen, als zj dat willen. Een kleine driewieler zal het evenwicht oefenen en 't schatten van afstanden lee ren. Het trappen heeft verder beenspier ontwikkeling tot gevolg. Een groote krui wagen, die volgeladen en buiten rondge reden kan worden 'geeft eveneens lichaamsbeweging exy spieroef en in g door het voortduwen. Prentenboeken met thans samenge stelde afbeeldingen van het familie- en dierenleven/en kleine verhaaltjes "bevor deren de/taalontwikkeling en dragen bij tot de/tevenservaring. Op dezen leeftijd kanomen beginnen de sprookjes van Mpëder de Gans, Roodkapje, Klein uimpje enz. te vertellen of voor te le zen. De kinderlijke fantasie zal erdoor worden ontwikkeld. Een volgenden keer over het speelgoed voor den leeftijd van vier tot zeven jaar. We zien ze thans weer overel, de cycle- men, wit, rose, meer naar lila overhel lend. Het uit Griekenland afkomstige Alpenviooltje is de laatste jaren bij ons één ven de meest geliefde kamerplanten geworden. Bijni iedereen weet nu wel, dat men een cyclamen niet vgn boven water mag geven, daar anders de knol gaat rotten. Man behoort op 't schoteltje liefst lauw warm water te geven en het water dat ne een uur «og niet door de plant is opgenomen, weg te gooien. En tóch, al weet men dit, toch huigen bij sommigen de bladeren alen over den potrand en verschrompelen bij anderen weer de bloemknoppen, zoodat de uitgebloeide bloemen nooit door nieuwe worden aan gevuld. Dat komt -dan meestal, omdat men de plant te warm zet. Een temperatuur van 80 graden Fahrenheit ia het meest ideaal voor een cyclamen en dit is eigen lijk beneden kamertemperatuur. Zet de plant dus zeker niet vlak bij de kachel of op een vensterbank waaronder iich een radiator van de centrale verwarming bevindt. Bovendien vergeten de meesten een cy clamen wekelijks kunstmest toe te die nen en ook dan gaaf de plant kwijnen ter en set de plant in een onverwarmde door uitputting. De uitgebloeide bloemen kamer. Het is het beste ze den in altijd onmiddellijk worden weg- Mei, Juni buiten te brengen op een be- genomen, ook dit gebeurt om Uitputting schut en iets beschaduwd plekje (met den te voorkomen. Een cyclamen moet verder pot in de aarde) en daarna voor voldoen- volop licht hebben. Voor het venster zei de vocht te zorgen. ze het altijd beter doen dan midden in de Is t moeilijk aan nieuwe aarde te ko- kamer op een tafeL men, dan kan men het met de oude pro- Na den bloei wordt een cyciamen meestal beeren, doch geef dan een keertje meer weggegooid, omdat er dan niet veel meer slappen vloeimest. Tot October kan de aan te zien ia. Maar probeert u eens een plant buiten blijven. En dan went men kaar se over te houden. Men stopt na den se geleidelijk aan een hoogere tempera- bloei met de bemesting, geeft minder we- tuur, anders verdrogen de knoppen. Voor ditaardige babygarnituur heeft men pl.m. 200 gram wol noodig en naalden no. 3. Het manteltje ia uit 4én stuk ge breid en wel in de lengte. Men begint aan de voorzijde en zet 67 st. op 2 toeren over alle steken breien en den derden toer uitbreien tot op 8 st. na, die onge- breid dp de naald blijven staan. Werk om- keeren en resteerende 59 st. recht terug- breien. In den volgenden toer blijven de laatste 17 st. ongebreid en men keert het werk om, zoodat de teruggaande toer over 50 st. wofdt gebreid en wel averecht. Herhalen vanaf totdat het werk aan den broeden kant (onderzijde) 18*/a cm. boog ia, niet gerekt. Vervolgens kant men 43 st. af, die even wel aan het einde van den volgenden toer weer worden opgezet om de 16 cm. wijde mouw te breiden, daarna deze 43 steken weer afkanten. Voor het rugdeel weer 48 st. opnieuw opzetten waarop men op de gewone wijze in patroon verder breit, totdat men een hoogte van 141/» cm. heeft. De tweede helft van het manteltje wordt dan op de zelfde wijze verder gebreid. Als deze grondvorm gereed is, worden mouw- en zijnaden verbonden en men neemt 36 st. aan den onderkant van de mouwen op om een 4 cm. hoog boordje te breien in geribd patroon: 1 recht 1 ave recht. De geheele omtrek van het man teltje wordt met een toer vasten omge- haakt, terwijl bovendien om den hals nog een toer 1 losse 1 stokje wordt gehaakt, waardoor men een koord of lint haalt. Voor de muts zet men 78 st. op en breit 4Vi cm. in rechte -toeren, vervolgens 15 cms in het patroon van het manteltje (vijf toeren recht, 1 toer averecht), daarna los afkante/i, gestreept patroon dubbel vou wen en achterkant dichtnaaien aan den verkeerden kant. Omslag naar buiten •laan en het mutsje met een toèr vasten omhaken, zóó, dat de omslag gelijk wordt meegehaakt. Aan den onderkant haakt men tenslotte n.og 1 toer 1 losse, 1 vaste, om een lint of koord door te halen (Teekening Ver. Persb.). Uien en peen worden samen veel in den stamppot gegeten. Wie kent er niet het echt Hollandsche gerecht „Hutspot met klapstuk"? De hutspot met rauwe peen kent echter lang niet iedereen. Veel ver schil in smaak en uiterlijk met het van ouds bekende recept is er niet. De aard appelen en een gedeelte van de winter pee")! worden samen gaar gekookt en fijn gesneden op de gebruikelijke wijze. Even voor het opdoen word£ de rest van de peen geraspt en door den stamppot ge mengd. Het voordeel hiervan is, dat de wortelsmaak iets meer op den voorgrond treedt en de voedingswaarde verbeterd wordt. Van ui en winterpeen kan men ook een stoofschotel bereiden, hetgeen zelf» te verkiezen is boven een stamppot, omdat dan de aardappelen en groenten niet worden, doorgestampt. Door het stampen wordt n.l. veel lucht in het gerecht ver werkt, waardoor de vitaminen in waarde achteruitgaan. De ui wordt "behalve in den hutspot In hoofdzaak als toekruid gebruikt. Als hoofdbestanddeel van een gerecht of als groenten eet men hem helaas te weinig. De ui doet in voedingswaarde niet onder voor menige andere groentf. Uien bevat ten evenals wortelen naast een kleine hoeveelheden eiwitten en een spoor vet, vrij veel zetmeel-stoffen en suikers en de voor ons lichaam zoo belangrijke zou ten en vitaminen. Men kan de uien als groente geven b.v. met een zuur sausje of met tomaten. Ook een stamppot van uien of stoofschotel van uien met visch zal bij velen in den smaak vallen. De Uien zijn vrij goed te bewaren, zoodat men, wanneer de gelegenheid om versche groente te koopeh op een oogenblik ont breekt, nooit verlegen zit, wanneer men uien in huls heeft De wortelen bevatten behalve suiker, zetmeelstoffen, eiw.t, vet en 'routen ook veel carotine, 'een stof, waarait ons lichaam zélf vitamine A kan vormen. Vooral om deze carotine is het belang rijk, dat geregeld winterpeen gegeten wordt, want er zijn op het oogenblik wei nig levensmiddelen, waaruit ons lichaam yitamine A verkrijgt. Daar het grootste deel aan vitamine, provitamine en zouten aan den buiten kant van de peen zit, is het niet aan te raden deze te schillen. Men k§n volstaan met de peen goed te boenen en te was- schen. Geraspte of in plakjes gesneden wortel smaakt ook uitstekend op de boterham; soms voegt men dan wat suiker, citroen sap of zout toe. Gekookte uien VU kg. uien, 3 d'l. kookwater en azijn, 25 g. bloem, zout, peper. De uien schoonmaken, alles wat vlie zig is verwijderen, groote uien doorsnij den, opzetten met weinig kokend water en zout en vlug gaar koken. Kooktijd een half uur. De uien afgieten, het uienwater en den azijn met de aangemengde bloem binden. De saus op smaak afmaken en met de uien vermengen. .De uien kunnen ook worden gegeven met een tomaten saus. Stoofschotel van visch en uien VU k g. aardappelen, 'U k g. visch (b.v. wijting, snoekbaars, zeelt,) wat boter of vet. De visch schoonmaken, wasschen, in mooten snijdén (desgewenscht van graten ontdoen). De aardappelen schoon boenen en wasschen. «de uien in stukken snijden. In een stoofpan een bodempje water aan de kook brengen. Hierin de visch, de aardappelen en de uien mef wat zout en 'boter of vet aan de kook brengen, den schotel of de pan goed sluiten en het ge recht gaar koken. Kooktijd ongeveer een half uur. Het overtollige vocht in een sauskom gieten, het gerecht in een stoof schotel of dekschaal opdienen. Stoofschotel van uien en winterpeen VU kg. aardappelen, 3 groote uien, U k g. winterpeen, 100 g. runderpoulet, 4 d 1. taptemelk, vet of boter,* zout. Het vleesch met zooveel water in een stoofpan opzetten, dat het goed bedekt is. Wat zout toevoegen en het vleesch in de goed gesloten pan op een zacht vuur bijna gaar koken VU u.). De schoongeboende (niet geschilde) gewasschen en in stuk ken gesneden winterpeen en aardappelen, de in stukken gesneden uien en de boter of hpt vet toevoegen. De pan sluiten, den inhoud vlug apn de kook brengen en al les gaar koken. Kobktijd ongeveer een half uur. De taptemelk en wat geraspte wortel toevoegen. AUe bestanddèelen losjes door elkaar roeren en nog even doorwar men. Het overtollige vocht in een saus kom gieten. Het gerecht in een dekschaal •of vuurvasten schotel opdoen. Er is uitverkoop, overal, zei me vrouw Van Zeehuizen. Wat is dat, uitverkoop? blafte Bello, de hond. Maar mevrouw Ven Zeehuizen lette niet' op hem. Zij las de advertenties en opeens knikte ze goedkeurend. Stel je voor, zei ze, een bontmuts voor drie gulden, dat zou juist iets voor onze Tillie zijn! Haar man knikte Instemmend: Maar het zal moeilijk zijn om er aan te kcunen, zei mevrouw. Het zal wel verschrikkelijk vol zijn in die winkel en iedereen komt natuurlijk op die adver tentie af. Een bontmuts voor drie gulden, die wil iedereen natuurlijk hebben. Mijnheer Van Zeehuizen zei niet veel; het was duidelijk det hij niet veel zin had om met haar mee te gaan of haar voor te stellen de boodschap voor haar te doen. Bello, de hond, hsd er veel meer belangstelling voor. Hij wist best wat een bontmuts was, een heerlijk ding om mee te spelen en in te bijten. Hij zou er niets op tegen hebben om met het vrouwtje mee te gaan, helemaal niet Hij legde zijn kop tussen zijn poten en wachtte maar stil af. De volgende morgen rag hij, Jat me vrouw zich klaar maakte om uit te gaan. Maar ze keek niet erg vriendelijk ep daarom sprong hij maar niet tegen haar op, om haar te vragen of hij mee mocht, maar hij liep heel stilletjes achter haar, toen ze de deur uitging. Hij trof het omdat de deurc juist openstond voor den groenteboer en het meisje een emmer in de keuken was halen* Heel stilletjes liep Bello achter het vrouwtje aan, net zo lang, tot ze bij de winkel kwamen, waar zij wezen moest. En nu begreep hij,-waarom zij beng was geweest de müts niet te kunnen, bemach-i tigen. De winkel was nog gesloten, maar er stonden een massa dames voor dé deur en het vrouwtje ging erbij staan en zuchtte. En de andere dames zuchtten ook. Eindelijk ging de deur open en iedereen drong opeens verschrikkelijk naar voren. Een bontmuts van drie gulden? vroe gen verschillende dames en ook de stem van mevrouw Van 2^eehuizen hoorde Bello erbij. We hebben er maar een paar. dames, zei de winkeljuffrouw. In minder den geen tijd waren er al een stuk of twintig verkocht, maar me vrouw Van Zeehuizen'had nog altijd geen kans gekregen om erbij te komen. Einde lijk lag er nog maar één jp de toonbank. Ik wil die bontmuts hebben, riep een oude dame. Nee, ik! zei mevrouw Ven Zee huizen, ik sta hier al zo lang. er zijn steeds dames, voor mijn beurt gegaan. En toen het gebeurde llemaal zo gauw, dat het vrouwtje later niet eens precies wist te vertellen, hoe het gegaan was opeens stond Bello op de toonbank, waar de laatste bontmuts op een stan daardje stond. Hij bromde tegen de oude dame, die ze wilde grijpen en liet haar zijn tanden zien. En een ogenblik later rende hij over straat, met de bontmuts tussen z'n tanden. Thuisgekomen wist hij eigenlijk niet goed, wat hij ermee moest beginnen. Ik zal er maar mee gaan spelen en er een beetje in bijten, dacht hij en hi wilde juist beginnen, toen mevrouw Ven Zee huizen thuis kwam, ademloos, maar niet langer nors en onvriendelijk. Dat heb je prachtig geiaan, zei ze. Ik ben toch zo blij, dat ik die muts heb. Hier geven, Bello, anders maak je ze stuk. Dat is niet aardig, bromde Bello, zonder mij had u naar die muts kunnen fluiten en* nu mag ik er niet eens mee spelen. 's Avonds deed mevrouw Van Zeehui zen het verhaal in geuren en kleuren aan Baar man en Tillie, haar dochtertje, voor wie de mut£ was. En Bello voelde zich wat trots, toen hij zich zo hoorde prijzen. Ik had Je muts anders nooit kunnen kopen, zei het vrouwtje, want die oude dame had veel langer armen dan ik. En boos dat za keek! Ik heb maar gauw drie gulden aan de juffrouw gegeven en ben weggegaan. Bello, je hebt vandaag een tien verdiend! Maar Bello dacht: k heb liever een stukje worst.» Jan zette een stoel midden in de kamer en zei tegen zijn vriend Piet: Als je op die stoel gaat staan, kan ik maken, dat je er afkomt, zonder dat ik het jt twee 1 .er behoef te vragen. Piet lachte. Dat zon ik wel eens wille» zien! Als ik er niet af wil, dan kom ik er niet af*- En hij stapte op de stoel. Kom van die stoel af! zei Jan. Welnee, ik denk. er niet over. Blijf er dan maar op staan, totdat je pen ons weegt, en Jan keerde zich om. Zolang wachtte Piet maar niet. Het be gon hem al heel gauw te vervelen en hij moest toegeven, dat Jan hem lelijk had beetgenomen. Trikkie, onze kleine hond, wandelde, als elke morgen, ons huis eens rond. Maar toen hp voor de schoorsteen stond, kroop daar een griezeldier over de grondZijn kop was roetzwart en draad-dun zijn been „Raar beest", dacht Trikkie ga jij maar gauw heen!" En terwijl Trikkie dit dacht, kroop 't griezeldier zacht in de schoor steen omhoog en 't was net of t vloog. Onze Trik vond dat niets gedaan. Dat beest moest achterna gegaan. Hij zou het maar eens even bijten en het daarna in een hoekje smijten. Nog net voor *t dier i* de schoorsteen verdween, had Trikkie het «iet bp sfn enige been, maar b$ z'n roetzwarte kop en toen, ja toen begon de mop. Wants Trikkie hield vast en hing als een zware last aan 't zwarte dier en bromde: „Jtf lelijkerd, jij bl$ft hier". Maar 't beest trok zich van Trikkie niets aan, die gromde verwoed: „Ik laat je niet gaan*" En toen, ja, is dit even wat, verdwepn ook Trikkie in het schoorsteengat! Hij volgde 't dier op z'n vlucht naar de blau we lucht. In de schoorsteen vond Trikkie 't wat benauwd en eigenlijk ook wel een beetje koud en bovendien werd hij een beetje bang, want de tgcht duurde hem wel wat lang. De man, die op de Schoorsteen stond, mompelde zo eens binnensmonds: Dat roet nu toch zo zwaar kon wegen! Het is hard nodig dat ik hier kom schoorsteen- vegen. Want een schoorsteen zo propvol roet. dat gaat van de winter vast niet goed. Hij bewoog zijn borstel eens flink heen en weer. Arme Trikkie kon haast niet meerï Voorzicht!, heeft hf) Trikkie neer be neden gedragen en heeft aangebeld om om te vragen: Hoort du dier rome Maar Trikkie wat el naar boven gerend. De weg war hem immer» orerhekendl Grootrader, die boren de krent set te leren, riep verrchrikl: „Wet is -dat voor een wezen!? Toen Mafte Trikkie met groot geraas: Jk ben het, Trikkie en ib bent m'n baas." Vóór Trikkie weer schoon was, 't heeft dagen geduurd en ze noemen Hem ne de Roethond hier in de buurt. (tekeningen Ver. Persbur.) Petertje lag laatst te dromen, Dat hij in een vliegtuig zat. Hoog vloog hij, boven de wolken. Jongens, wat 'n pret was dat Onder zich zag hfj de huizen En de mensen van de stad, Maar zó klein, het leek wel speelgoed; Wat verbazend leuk was dat Hoger stuurde hij, steeds hoger.» 't Zonnetje was weggegaan. En'hij snorde met zijn vliegtuig Regelrecht ttyn naar.de maan! Juffrouw Maan keek heel verwonderd Met haar bleek en rond gelaat. Wat moest daar die kleine jongen?! Nu nog mooter! Ze werd ktoaad. Petgr naderde steeds dichter En opeens zei 't maantje: Hap! Slokte Petertje naar binnen, Sloot hagr kaken met een klap! Maar gelukkig. hp ontwaakte, Keek toen opgelucht in 't rond. Hij zat veilig in z$n bedje En niet in de mène-mond! (tekening Backer). - Komt jongens, we gaan verstoppertje "spelen! riep Kees zijn vriendjes toe. Liefhebbers genoeg! Uit de hele buurt waren ze samen. Een,*twee, drie, vier., twintig vrolijke jongens! Zal ik eens uittellen, wie het eerst aan de beurt is om te zoeken? sprak Oom Tom lachend. En hij liet de jongens Op een rij staan. Ik zal telkens tot zeven tellen en de zevende jongen is dan iedere keer vrij, zei Oom Tom. Zo gezegd zo gedaan, hij telde lederen zevenden jongen af, totdat tenslotte Kees alleen overbleef. Oom Tom heeft me gefopt! zei Kees En daar had hij gelijk in, want Oom Tom lachte hartelijk. We zullen jullie zeggen, hoe Oom Tom het had aangelegd. Hij wat zó begonnen te tellen, dat Kees de eertte keer no. 3 had. Zetten jullie maar eens 20 streepjes op een stuk papier, zoals hieronder: Laat Kees bijv. staan op de zesde plaats. Begin te tellen bij het vierde streepje en veeg dan telkens Het 7e streepje weg, dan blijft tenslotte Let 6e streepje alleen over. De sleutel en het slot van een bepaa de deur kregen op zekere dag ruzie en ze besloten zich niet meer met elkaar te bemoeien Maar dat ging toch moeilijk, want de man, aan wien de sleutel behoor de, stak hem minstens tweemaal iedere dag in het slot om de deur ie openen De sleutel echter hield zidn stijf en bij draai de niet om. En het slot stak al zjjn ijzeren tanden, uit en beet de sleutel In zijn baard De man kon daardoor de deur niet bin nen. Hö probeerde het eenmaal, tweemaal driemaal, toen werd hij boos en liet den smid reepen De smid kwam. Eèn groot breekijzer had hij bij zich en daarmee brak hij de dv-ur open. Nu waa het slot kapot en ook van de sleutePwas een stuk je afgebroken. Ze deugden niet meer, zei de man en hij gaf den smid opdracht een nieuw s'ot en een nieuwe sleutel te maken, omdat de oude door hun gekibbel vergeten hadden hun plicht te doen. Dat komt ervan als je ruzie maaktl Juist 30 dagen hebben Novëtaber April, Juni en September; Maar Februari 4 maal 7, In 't schrikkeljaar nog één daarneven; De Test heeft 31 dagen; 58 Wie dit goed weet, behoeft nooit te vragen. 1. Onderstaande bekende zeg wijzen zijn door elkaar geraaktzoek ze weer bij elkaar1 in de juiste vorm: De koe nietgeloven. Water -oor zijn geld kiezen. Iemand fn de zak kopen Een kat bij de horen» vatten. Zijn oren zwart maken. -Eieren bij de wijn doen. 2. W ht kin nt rt, s ht grt nt wrd; Uit dit spreekwoord zijn alle klin kers weggelaten. Hoe luidt bet? 3. Met Z ben ik niet te vinden, met B ben ik goed gezelschap, met R ben ik een zwarte vogel en met D steek je dikwijls je neus in me. 1. Klok, vlok, slok, 'blok. 2. De mijnheer van het visitekaartje is LEIDEKKER en zijn woonplaats is FIJNAKKER. 3. Het' donker.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 6