I
Welk speelgoed
m
JFlïi ïïiii'fJh
DE BONTMUTS
Babymanteltj*
RAADSELS
De cyclamen en muts
TRIKKIE, de roethond
Een rare vliegtocht
Wie 't laatst overblijft
van Tilly van Zeehuizen
De leeftijd
van 2 tot .4 jaar
Nog geen mechaniekjes
en speelgoed, dat moei
lijk in elkaar kan wor-
den gezet. j f| j
kiezen wy voor ons kind
1/lElV
en winterpeen
Doe ook rauwe wortelen
door hutspot
jr,
Een sprong op de toonbank en
Hij moest er toch af
f
3
1111II111111111111 I
De s\eute\ en Yiet s\ot
Hoeveel dagen?
Oplossingen
mmm
(teekening Ver. Persb).
Niet alleen btf japonnen, ook bf mantels
toorden dezen winter tweeërlei stoffen
verwerkt. Het hierbij afgebeelde model is
een aardige combinatie van bont én stof.
Middenstuk cn rugzijde, zijn van stofde
rest is van bont, bondstof of fluweel.
OOK voor een kind van tvèe tot
driejaar moet het speelgoed nog
onbreekbaar zijn, we geven ook nog
geen mechaniekjes, nog geen winkeltjes
of poppenkamers en geen kleine blokken.
Wél geschikt zijn groote, gekleurde blok
ken om mee te bouwen, terwijl schroef-
blokken voor den eersten keer de gelegen
heid bieden om te schroeven. Een zand
bak met vormpjes, emmertjes en schepje
bevredigt, althans in den zomer, de be
hoefte om te vullen en te ledigen. Een
wagentje met gekleurde cirkels, vierkan
ten enz. op staafjes spoort aan tot sortee-
ren van de kleuren, het kind leert er ook
vormen en afmetingen «door kennen en
bovenal, het oefent zijn geduld.
Voor het oefenen van de fijnere vinger
bewegingen, van de kleurenkennis en de
concentratie is een kleuren-mozaïek ook
geschikt, een inlegspel (Montessori) oefent
het onderscheiden van vormen. Groote ge
kleurde houten kralen kunnen naar de
kleur worden gesorteerd en ook worden
geregen. Ook dit bevordert de kleurenken
nis, het geduld en de handigheid.
Onbreekbare poppen met echt haar en
kleeren, die uit en aangedaan kunnen wor
den, een poppenbed met echt beddengoed,
kam en borstel voor de pop van stevig ma
teriaal en niet te klein, dit alles wekt de
fantasie van het kind op. Het zg.1 het wer
kelijke leven in zijn fantasiespel nadoen
en de handelingen der groote menschen
beginnen te begrijpen.
Prentenboeken van stevig karton met
groote eenvoudige tafereelen van dieren
en van gebeurtenissen uit het dagelijkscfc
leven van het kind, zullen helpen de taal
kennis en het opmerking-vermogen te ver
meerderen. Een gummibal zal de lichaam -
beweging en het gemeenschappelijke spel
bevorderen, een hobbelpaard de lichasms-
beheersching.
Aan kinderen van drie tot vier
jaar geeft men nog geen speelgoed, dat
moeilijk in elkaar kan worden gezet, geej
te moeilijke legkaarten en nog altijd
mechaniekjes. Nog steeds veel groote blok
ken. Het kind leert nu meer dan tot nu toe
dingen bouwen en met het materiaal om
gaan.
Kleurpotlood en en papier ontwikkelen
de neiging tot teekenen; een plank, waar
stokjes in en uitgetimme kunnen wor
den, levert het eerste gebruik van ge
reedschap. Le r het ind vooral ook met
water spelen, dat is even belangrijk als
het omgaan met ander materiaal. Geef
het dus zwerabeestjes!
Een muziekdoosje en een muziekorgel-
tje wekken nu deHDelangstelling voor me
lodieën; een platenlotto, het eerste ge
zelschapsspel, waaraan het kind kan deel
nemen, leert samen spelen, oefent de op
lettendheid en leert de namen van nieu
we dingen. Onbreekbare opzetbeesten
(huisdieren en roofdieren) leeren even
eens den naam en den hoofdvorm der
dieren kennen. Zij vereischen ook ge
duld en handigheid bij het opzetten.
Een pop, met porseleinen kop, echt
haar, beweegbare ledematen en oogen,
die open en dicht kunnen, zal het fan
tasiespel aanwakkeren en de ge
legenheid bieden het gewone le
ven na te doen. Ook poppen
wagens, poppenserviezen, klein be-
zempie--en vegertje enz. zijn hier
voor zeer geschikt. Geef echter op
dezen leeftijd nog geen poppenhuizen of
-kamers. Niets moet te klein zijn voor Iret
fantasiespel. Jongens kunnen op dézen
leeftijd ook met poppen spelen, als zj dat
willen.
Een kleine driewieler zal het evenwicht
oefenen en 't schatten van afstanden lee
ren. Het trappen heeft verder beenspier
ontwikkeling tot gevolg. Een groote krui
wagen, die volgeladen en buiten rondge
reden kan worden 'geeft eveneens
lichaamsbeweging exy spieroef en in g door
het voortduwen.
Prentenboeken met thans samenge
stelde afbeeldingen van het familie- en
dierenleven/en kleine verhaaltjes "bevor
deren de/taalontwikkeling en dragen bij
tot de/tevenservaring. Op dezen leeftijd
kanomen beginnen de sprookjes van
Mpëder de Gans, Roodkapje, Klein
uimpje enz. te vertellen of voor te le
zen. De kinderlijke fantasie zal erdoor
worden ontwikkeld.
Een volgenden keer over het speelgoed
voor den leeftijd van vier tot zeven jaar.
We zien ze thans weer overel, de cycle-
men, wit, rose, meer naar lila overhel
lend. Het uit Griekenland afkomstige
Alpenviooltje is de laatste jaren bij ons
één ven de meest geliefde kamerplanten
geworden.
Bijni iedereen weet nu wel, dat men
een cyclamen niet vgn boven water mag
geven, daar anders de knol gaat rotten.
Man behoort op 't schoteltje liefst lauw
warm water te geven en het water
dat ne een uur «og niet door de plant is
opgenomen, weg te gooien. En tóch, al
weet men dit, toch huigen bij sommigen
de bladeren alen over den potrand en
verschrompelen bij anderen weer de
bloemknoppen, zoodat de uitgebloeide
bloemen nooit door nieuwe worden aan
gevuld. Dat komt -dan meestal, omdat men
de plant te warm zet. Een temperatuur
van 80 graden Fahrenheit ia het meest
ideaal voor een cyclamen en dit is eigen
lijk beneden kamertemperatuur. Zet de
plant dus zeker niet vlak bij de kachel
of op een vensterbank waaronder iich
een radiator van de centrale verwarming
bevindt.
Bovendien vergeten de meesten een cy
clamen wekelijks kunstmest toe te die
nen en ook dan gaaf de plant kwijnen ter en set de plant in een onverwarmde
door uitputting. De uitgebloeide bloemen kamer. Het is het beste ze den in
altijd onmiddellijk worden weg- Mei, Juni buiten te brengen op een be-
genomen, ook dit gebeurt om Uitputting schut en iets beschaduwd plekje (met den
te voorkomen. Een cyclamen moet verder pot in de aarde) en daarna voor voldoen-
volop licht hebben. Voor het venster zei de vocht te zorgen.
ze het altijd beter doen dan midden in de Is t moeilijk aan nieuwe aarde te ko-
kamer op een tafeL men, dan kan men het met de oude pro-
Na den bloei wordt een cyciamen meestal beeren, doch geef dan een keertje meer
weggegooid, omdat er dan niet veel meer slappen vloeimest. Tot October kan de
aan te zien ia. Maar probeert u eens een plant buiten blijven. En dan went men
kaar se over te houden. Men stopt na den se geleidelijk aan een hoogere tempera-
bloei met de bemesting, geeft minder we- tuur, anders verdrogen de knoppen.
Voor ditaardige babygarnituur heeft
men pl.m. 200 gram wol noodig en naalden
no. 3. Het manteltje ia uit 4én stuk ge
breid en wel in de lengte. Men begint
aan de voorzijde en zet 67 st. op 2 toeren
over alle steken breien en den derden
toer uitbreien tot op 8 st. na, die onge-
breid dp de naald blijven staan. Werk om-
keeren en resteerende 59 st. recht terug-
breien. In den volgenden toer blijven de
laatste 17 st. ongebreid en men keert het
werk om, zoodat de teruggaande toer over
50 st. wofdt gebreid en wel averecht.
Herhalen vanaf totdat het werk aan den
broeden kant (onderzijde) 18*/a cm. boog
ia, niet gerekt.
Vervolgens kant men 43 st. af, die even
wel aan het einde van den volgenden toer
weer worden opgezet om de 16 cm. wijde
mouw te breiden, daarna deze 43 steken
weer afkanten.
Voor het rugdeel weer 48 st. opnieuw
opzetten waarop men op de gewone wijze
in patroon verder breit, totdat men een
hoogte van 141/» cm. heeft. De tweede
helft van het manteltje wordt dan op de
zelfde wijze verder gebreid.
Als deze grondvorm gereed is, worden
mouw- en zijnaden verbonden en men
neemt 36 st. aan den onderkant van de
mouwen op om een 4 cm. hoog boordje te
breien in geribd patroon: 1 recht 1 ave
recht. De geheele omtrek van het man
teltje wordt met een toer vasten omge-
haakt, terwijl bovendien om den hals nog
een toer 1 losse 1 stokje wordt gehaakt,
waardoor men een koord of lint haalt.
Voor de muts zet men 78 st. op en breit
4Vi cm. in rechte -toeren, vervolgens 15
cms in het patroon van het manteltje (vijf
toeren recht, 1 toer averecht), daarna los
afkante/i, gestreept patroon dubbel vou
wen en achterkant dichtnaaien aan den
verkeerden kant. Omslag naar buiten
•laan en het mutsje met een toèr vasten
omhaken, zóó, dat de omslag gelijk wordt
meegehaakt. Aan den onderkant haakt
men tenslotte n.og 1 toer 1 losse, 1 vaste,
om een lint of koord door te halen
(Teekening Ver. Persb.).
Uien en peen worden samen veel in den
stamppot gegeten. Wie kent er niet het
echt Hollandsche gerecht „Hutspot met
klapstuk"? De hutspot met rauwe peen
kent echter lang niet iedereen. Veel ver
schil in smaak en uiterlijk met het van
ouds bekende recept is er niet. De aard
appelen en een gedeelte van de winter
pee")! worden samen gaar gekookt en fijn
gesneden op de gebruikelijke wijze. Even
voor het opdoen word£ de rest van de
peen geraspt en door den stamppot ge
mengd. Het voordeel hiervan is, dat de
wortelsmaak iets meer op den voorgrond
treedt en de voedingswaarde verbeterd
wordt.
Van ui en winterpeen kan men ook een
stoofschotel bereiden, hetgeen zelf» te
verkiezen is boven een stamppot, omdat
dan de aardappelen en groenten niet
worden, doorgestampt. Door het stampen
wordt n.l. veel lucht in het gerecht ver
werkt, waardoor de vitaminen in waarde
achteruitgaan.
De ui wordt "behalve in den hutspot In
hoofdzaak als toekruid gebruikt. Als
hoofdbestanddeel van een gerecht of als
groenten eet men hem helaas te weinig.
De ui doet in voedingswaarde niet onder
voor menige andere groentf. Uien bevat
ten evenals wortelen naast een kleine
hoeveelheden eiwitten en een spoor vet,
vrij veel zetmeel-stoffen en suikers en
de voor ons lichaam zoo belangrijke zou
ten en vitaminen. Men kan de uien als
groente geven b.v. met een zuur sausje
of met tomaten. Ook een stamppot van
uien of stoofschotel van uien met visch
zal bij velen in den smaak vallen. De
Uien zijn vrij goed te bewaren, zoodat
men, wanneer de gelegenheid om versche
groente te koopeh op een oogenblik ont
breekt, nooit verlegen zit, wanneer men
uien in huls heeft
De wortelen bevatten behalve suiker,
zetmeelstoffen, eiw.t, vet en 'routen ook
veel carotine, 'een stof, waarait ons
lichaam zélf vitamine A kan vormen.
Vooral om deze carotine is het belang
rijk, dat geregeld winterpeen gegeten
wordt, want er zijn op het oogenblik wei
nig levensmiddelen, waaruit ons lichaam
yitamine A verkrijgt.
Daar het grootste deel aan vitamine,
provitamine en zouten aan den buiten
kant van de peen zit, is het niet aan te
raden deze te schillen. Men k§n volstaan
met de peen goed te boenen en te was-
schen.
Geraspte of in plakjes gesneden wortel
smaakt ook uitstekend op de boterham;
soms voegt men dan wat suiker, citroen
sap of zout toe.
Gekookte uien
VU kg. uien, 3 d'l. kookwater en azijn,
25 g. bloem, zout, peper.
De uien schoonmaken, alles wat vlie
zig is verwijderen, groote uien doorsnij
den, opzetten met weinig kokend water
en zout en vlug gaar koken. Kooktijd een
half uur. De uien afgieten, het uienwater
en den azijn met de aangemengde bloem
binden. De saus op smaak afmaken en
met de uien vermengen. .De uien kunnen
ook worden gegeven met een tomaten
saus.
Stoofschotel van visch en uien
VU k g. aardappelen, 'U k g. visch (b.v.
wijting, snoekbaars, zeelt,) wat boter of
vet.
De visch schoonmaken, wasschen, in
mooten snijdén (desgewenscht van graten
ontdoen). De aardappelen schoon boenen
en wasschen. «de uien in stukken snijden.
In een stoofpan een bodempje water aan
de kook brengen. Hierin de visch, de
aardappelen en de uien mef wat zout en
'boter of vet aan de kook brengen, den
schotel of de pan goed sluiten en het ge
recht gaar koken. Kooktijd ongeveer een
half uur. Het overtollige vocht in een
sauskom gieten, het gerecht in een stoof
schotel of dekschaal opdienen.
Stoofschotel van uien en winterpeen
VU kg. aardappelen, 3 groote uien, U
k g. winterpeen, 100 g. runderpoulet, 4 d 1.
taptemelk, vet of boter,* zout.
Het vleesch met zooveel water in een
stoofpan opzetten, dat het goed bedekt is.
Wat zout toevoegen en het vleesch in de
goed gesloten pan op een zacht vuur bijna
gaar koken VU u.). De schoongeboende
(niet geschilde) gewasschen en in stuk
ken gesneden winterpeen en aardappelen,
de in stukken gesneden uien en de boter
of hpt vet toevoegen. De pan sluiten, den
inhoud vlug apn de kook brengen en al
les gaar koken. Kobktijd ongeveer een
half uur. De taptemelk en wat geraspte
wortel toevoegen. AUe bestanddèelen losjes
door elkaar roeren en nog even doorwar
men. Het overtollige vocht in een saus
kom gieten. Het gerecht in een dekschaal
•of vuurvasten schotel opdoen.
Er is uitverkoop, overal, zei me
vrouw Van Zeehuizen.
Wat is dat, uitverkoop? blafte Bello,
de hond.
Maar mevrouw Ven Zeehuizen lette
niet' op hem. Zij las de advertenties en
opeens knikte ze goedkeurend.
Stel je voor, zei ze, een bontmuts
voor drie gulden, dat zou juist iets voor
onze Tillie zijn!
Haar man knikte Instemmend:
Maar het zal moeilijk zijn om er aan
te kcunen, zei mevrouw. Het zal wel
verschrikkelijk vol zijn in die winkel en
iedereen komt natuurlijk op die adver
tentie af. Een bontmuts voor drie gulden,
die wil iedereen natuurlijk hebben.
Mijnheer Van Zeehuizen zei niet veel;
het was duidelijk det hij niet veel zin
had om met haar mee te gaan of haar
voor te stellen de boodschap voor haar
te doen. Bello, de hond, hsd er veel meer
belangstelling voor. Hij wist best wat een
bontmuts was, een heerlijk ding om mee
te spelen en in te bijten. Hij zou er niets
op tegen hebben om met het vrouwtje
mee te gaan, helemaal niet Hij legde
zijn kop tussen zijn poten en wachtte
maar stil af.
De volgende morgen rag hij, Jat me
vrouw zich klaar maakte om uit te gaan.
Maar ze keek niet erg vriendelijk ep
daarom sprong hij maar niet tegen haar
op, om haar te vragen of hij mee mocht,
maar hij liep heel stilletjes achter haar,
toen ze de deur uitging. Hij trof het
omdat de deurc juist openstond voor den
groenteboer en het meisje een emmer in
de keuken was halen*
Heel stilletjes liep Bello achter het
vrouwtje aan, net zo lang, tot ze bij de
winkel kwamen, waar zij wezen moest.
En nu begreep hij,-waarom zij beng was
geweest de müts niet te kunnen, bemach-i
tigen. De winkel was nog gesloten, maar
er stonden een massa dames voor dé deur
en het vrouwtje ging erbij staan en
zuchtte. En de andere dames zuchtten
ook.
Eindelijk ging de deur open en iedereen
drong opeens verschrikkelijk naar voren.
Een bontmuts van drie gulden? vroe
gen verschillende dames en ook de stem
van mevrouw Van 2^eehuizen hoorde
Bello erbij.
We hebben er maar een paar. dames,
zei de winkeljuffrouw.
In minder den geen tijd waren er al
een stuk of twintig verkocht, maar me
vrouw Van Zeehuizen'had nog altijd geen
kans gekregen om erbij te komen. Einde
lijk lag er nog maar één jp de toonbank.
Ik wil die bontmuts hebben, riep
een oude dame.
Nee, ik! zei mevrouw Ven Zee
huizen, ik sta hier al zo lang. er zijn
steeds dames, voor mijn beurt gegaan.
En toen het gebeurde llemaal zo
gauw, dat het vrouwtje later niet eens
precies wist te vertellen, hoe het gegaan
was opeens stond Bello op de toonbank,
waar de laatste bontmuts op een stan
daardje stond. Hij bromde tegen de oude
dame, die ze wilde grijpen en liet haar
zijn tanden zien. En een ogenblik later
rende hij over straat, met de bontmuts
tussen z'n tanden.
Thuisgekomen wist hij eigenlijk niet
goed, wat hij ermee moest beginnen. Ik
zal er maar mee gaan spelen en er een
beetje in bijten, dacht hij en hi wilde
juist beginnen, toen mevrouw Ven Zee
huizen thuis kwam, ademloos, maar niet
langer nors en onvriendelijk.
Dat heb je prachtig geiaan, zei ze.
Ik ben toch zo blij, dat ik die muts heb.
Hier geven, Bello, anders maak je ze stuk.
Dat is niet aardig, bromde Bello,
zonder mij had u naar die muts kunnen
fluiten en* nu mag ik er niet eens mee
spelen.
's Avonds deed mevrouw Van Zeehui
zen het verhaal in geuren en kleuren
aan Baar man en Tillie, haar dochtertje,
voor wie de mut£ was. En Bello voelde
zich wat trots, toen hij zich zo hoorde
prijzen.
Ik had Je muts anders nooit kunnen
kopen, zei het vrouwtje, want die oude
dame had veel langer armen dan ik. En
boos dat za keek! Ik heb maar gauw drie
gulden aan de juffrouw gegeven en ben
weggegaan. Bello, je hebt vandaag een
tien verdiend!
Maar Bello dacht: k heb liever een
stukje worst.»
Jan zette een stoel midden in de kamer
en zei tegen zijn vriend Piet:
Als je op die stoel gaat staan, kan ik
maken, dat je er afkomt, zonder dat ik
het jt twee 1 .er behoef te vragen.
Piet lachte.
Dat zon ik wel eens wille» zien!
Als ik er niet af wil, dan kom ik er
niet af*- En hij stapte op de stoel.
Kom van die stoel af! zei Jan.
Welnee, ik denk. er niet over.
Blijf er dan maar op staan, totdat je
pen ons weegt, en Jan keerde zich om.
Zolang wachtte Piet maar niet. Het be
gon hem al heel gauw te vervelen en hij
moest toegeven, dat Jan hem lelijk had
beetgenomen.
Trikkie, onze kleine hond, wandelde, als
elke morgen, ons huis eens rond. Maar
toen hp voor de schoorsteen stond, kroop
daar een griezeldier over de grondZijn
kop was roetzwart en draad-dun zijn been
„Raar beest", dacht Trikkie ga jij maar
gauw heen!" En terwijl Trikkie dit dacht,
kroop 't griezeldier zacht in de schoor
steen omhoog en 't was net of t vloog.
Onze Trik vond dat niets gedaan. Dat
beest moest achterna gegaan. Hij zou het
maar eens even bijten en het daarna in
een hoekje smijten.
Nog net voor *t dier i* de schoorsteen
verdween, had Trikkie het «iet bp sfn
enige been, maar b$ z'n roetzwarte kop
en toen, ja toen begon de mop. Wants
Trikkie hield vast en hing als een zware
last aan 't zwarte dier en bromde: „Jtf
lelijkerd, jij bl$ft hier". Maar 't beest
trok zich van Trikkie niets aan, die
gromde verwoed: „Ik laat je niet gaan*"
En toen, ja, is dit even wat, verdwepn
ook Trikkie in het schoorsteengat! Hij
volgde 't dier op z'n vlucht naar de blau
we lucht.
In de schoorsteen vond Trikkie 't wat
benauwd en eigenlijk ook wel een beetje
koud en bovendien werd hij een beetje
bang, want de tgcht duurde hem wel wat
lang. De man, die op de Schoorsteen stond,
mompelde zo eens binnensmonds: Dat
roet nu toch zo zwaar kon wegen! Het is
hard nodig dat ik hier kom schoorsteen-
vegen. Want een schoorsteen zo propvol
roet. dat gaat van de winter vast niet
goed. Hij bewoog zijn borstel eens flink
heen en weer. Arme Trikkie kon haast
niet meerï
Voorzicht!, heeft hf) Trikkie neer be
neden gedragen en heeft aangebeld om
om te vragen: Hoort du dier rome
Maar Trikkie wat el naar boven gerend.
De weg war hem immer» orerhekendl
Grootrader, die boren de krent set te
leren, riep verrchrikl: „Wet is -dat voor
een wezen!? Toen Mafte Trikkie met groot
geraas: Jk ben het, Trikkie en ib bent
m'n baas." Vóór Trikkie weer schoon was,
't heeft dagen geduurd en ze noemen Hem
ne de Roethond hier in de buurt.
(tekeningen Ver. Persbur.)
Petertje lag laatst te dromen,
Dat hij in een vliegtuig zat.
Hoog vloog hij, boven de wolken.
Jongens, wat 'n pret was dat
Onder zich zag hfj de huizen
En de mensen van de stad,
Maar zó klein, het leek wel speelgoed;
Wat verbazend leuk was dat
Hoger stuurde hij, steeds hoger.»
't Zonnetje was weggegaan.
En'hij snorde met zijn vliegtuig
Regelrecht ttyn naar.de maan!
Juffrouw Maan keek heel verwonderd
Met haar bleek en rond gelaat.
Wat moest daar die kleine jongen?!
Nu nog mooter! Ze werd ktoaad.
Petgr naderde steeds dichter
En opeens zei 't maantje: Hap!
Slokte Petertje naar binnen,
Sloot hagr kaken met een klap!
Maar gelukkig. hp ontwaakte,
Keek toen opgelucht in 't rond.
Hij zat veilig in z$n bedje
En niet in de mène-mond!
(tekening Backer).
- Komt jongens, we gaan verstoppertje
"spelen! riep Kees zijn vriendjes toe.
Liefhebbers genoeg! Uit de hele buurt
waren ze samen. Een,*twee, drie, vier.,
twintig vrolijke jongens!
Zal ik eens uittellen, wie het eerst
aan de beurt is om te zoeken? sprak
Oom Tom lachend. En hij liet de jongens
Op een rij staan. Ik zal telkens tot zeven
tellen en de zevende jongen is dan iedere
keer vrij, zei Oom Tom.
Zo gezegd zo gedaan, hij telde lederen
zevenden jongen af, totdat tenslotte Kees
alleen overbleef.
Oom Tom heeft me gefopt! zei Kees
En daar had hij gelijk in, want Oom Tom
lachte hartelijk.
We zullen jullie zeggen, hoe Oom Tom
het had aangelegd. Hij wat zó begonnen
te tellen, dat Kees de eertte keer no. 3
had.
Zetten jullie maar eens 20 streepjes op
een stuk papier, zoals hieronder:
Laat Kees bijv. staan op de zesde plaats.
Begin te tellen bij het vierde streepje en
veeg dan telkens Het 7e streepje weg, dan
blijft tenslotte Let 6e streepje alleen over.
De sleutel en het slot van een bepaa de
deur kregen op zekere dag ruzie en
ze besloten zich niet meer met elkaar te
bemoeien Maar dat ging toch moeilijk,
want de man, aan wien de sleutel behoor
de, stak hem minstens tweemaal iedere
dag in het slot om de deur ie openen De
sleutel echter hield zidn stijf en bij draai
de niet om. En het slot stak al zjjn ijzeren
tanden, uit en beet de sleutel In zijn baard
De man kon daardoor de deur niet bin
nen. Hö probeerde het eenmaal, tweemaal
driemaal, toen werd hij boos en liet den
smid reepen De smid kwam. Eèn groot
breekijzer had hij bij zich en daarmee
brak hij de dv-ur open. Nu waa het slot
kapot en ook van de sleutePwas een stuk
je afgebroken.
Ze deugden niet meer, zei de man en
hij gaf den smid opdracht een nieuw s'ot
en een nieuwe sleutel te maken, omdat de
oude door hun gekibbel vergeten hadden
hun plicht te doen. Dat komt ervan als je
ruzie maaktl
Juist 30 dagen hebben Novëtaber
April, Juni en September;
Maar Februari 4 maal 7,
In 't schrikkeljaar nog één daarneven;
De Test heeft 31 dagen; 58
Wie dit goed weet, behoeft nooit te
vragen.
1. Onderstaande bekende zeg wijzen
zijn door elkaar geraaktzoek ze
weer bij elkaar1 in de juiste vorm:
De koe nietgeloven.
Water -oor zijn geld kiezen.
Iemand fn de zak kopen
Een kat bij de horen» vatten.
Zijn oren zwart maken.
-Eieren bij de wijn doen.
2. W ht kin nt rt, s ht grt nt wrd;
Uit dit spreekwoord zijn alle klin
kers weggelaten. Hoe luidt bet?
3. Met Z ben ik niet te vinden, met B
ben ik goed gezelschap, met R ben
ik een zwarte vogel en met D steek
je dikwijls je neus in me.
1. Klok, vlok, slok, 'blok.
2. De mijnheer van het visitekaartje is
LEIDEKKER en zijn woonplaats is
FIJNAKKER.
3. Het' donker.