J
f
i
r
etigende aanvallen
Sebastopol
i
SANEERING
Nederlandsche orkestwezen
sdag 19Novemberi94i NIEUWSBLAD VOÖR GOUDA EN OMSTREKEN
Zuidelijk deel van Leningrad ontruimd
gevolg van de succeuen op de Krim
éon en Wlaan
van
het
J
ipcging, No. 20789
DE BESPREKINGEN
TE WASHINGTON.
Conferentie van bijna
3 uür tusschen Nomoera,
Koeroesoe en Huil.
4 Zon op 9.09, onder 17.42
0 Maan op-10.31," onder 19.30
Men is verplicht te verdnis- f
1 teren van zonsondergang tot 2
zonsopkomst. I
Lantaarns van voertuigen
moeten een hali uur na zona- 2
ondergang ontstoken worden jj
Schema van- bezetting en salarieering ontworpen
f*
Met
tegen
het
kapitalisme.
V
OUDSCHt
cot BANT
B«n«o: MARKT 31, TELEF. 2745
Postrekening 484M
Chefredacteur: F. TIETER, Gouda,
DVITSCHLAND STR1JD7
VOOR EUROPA.
■et opperbevel der Duitache
„mnacht deelde fister mede:
go de Krim brengen gevechts-
(Mtaifen en duikbommenwer-
1^7vernietigende slagen toe aan
vestingwerken en havenin-
Zgsties van Sebastopol. Daar-
JJb een groot vrachtschip tot
Sken gebracht, een torpedo-
yjtarer en een koopvaarder
Miden beschadigd.
Pe operaties in hot Donetz-
nUeo zijn na een Terbetering
t ge weersomstandigheden en
lis toestand der wegen voortge-
0 De vijand werd uit zijn op
geinige plaatseir taal verdedig-
tl veldstelllngen geworpen. Ver
in deelen van het industriege-
ged werden bezet. Verscheidene
uw vertrek gereed staande goe-
hrentretnen vielen daarbij door
pmssend toegrijpen in onze
loden.
h het hooge Noorden hebben
■nebtsvllegtnlgen -bolsjewlsti-
gbi barakkenkampen ten Wesn jj
In van de Kandalaksja-bocht
ingevallen.
Haehtelijke aanvallen van het
«ttwspen waren gericht op
iMkon en Leningrad, benevens
vliegvelden in het Wologda-
MWL
Daik booten hebben In het
Ibsrfen van den Atlantischen
(trenail en op de Noordelijke IJS.
m vier gewapende vijandelijke
laipvaarders, tezamen 21.000
M. «n een eonvooleerend schip
k den grond geboord,
h de wateren rondom Enge-
laad hebben gevechtsvliegtuigen
ha laatstee nacht vijandelijke
aavoolen aangevallen ten Oos-
I0 van Lowestoff.. Drie vrij
psote koopvaarders zijn door
het neerwerpen van bommen j
tmar beschadigd. Andere ge- 3
nditsvliegtnlgen hebben haven- f.
fastallaties aan de Zuidkust en S
ie Znidwestkunst van Engeland f
ungevallen.
Aaw»\\W|tnnHV
Het bombardement op de voor den
belangrijke installaties, de be-
ingsfabrieken- en ravitaillee-
-tra van Leningrad heeft de
elde bolsjewisten, naar van
sche militaire zijde wordt mede
lid, gedwongen het Zuidelijke
vaa de stad geheel te ontruimen,
den druk van de catastrophale
Jen zijn in den afgeloopen da-
Ojaieuw talrijke inwoners naar de
""She troepen overgeloopen. Zij
i o.a. verteld, dat de wijk Kirof
«an de Narwa-poort wegens het
PW van instorten van de zwaar
telde industrieele gebouw ont-
-i moest worden. De geheele buurt
een terrein vol met kraters ver-
Jfctd. Het grootste deel der burger-
in deze wijk is naar elders
eht. Duizenden mannen,
J®*en en kinderen zijn in scholen
eht. Verder is op het orfbe-
i terrein op het Westelijk deel
Jhet Kestowski- en Dekabristen-
\Jgfr groot barakkenkamp voor
riingeh opgericht, waarin
:elijk de vluchtelingen uit de
van Leningrad zijn onder-
»en regenperiode, die het ter-
groote afstanden in een
1 veranderde en na het
'van een hevige koude,
thans de weersgesteldheid
Duitsche aanvallen op bolsje-
veldstellingen in het gebied
Donetzbekken toegelaten, al-
het D.N.B. Op verschillepde
braken de troepen het taaie
flke verzet en drongen zij zoo'
krachtig verdedigde bolsjewis-
•Mlingen binnen, dat zij zelfs
dene voor vertrek gereed
geladen goederentreinen kon-
•bltmaken. De onwrikbare drang
hjn Duitschen soldaat om de bols
te verslaan doét hem allen
van terrein en „weersgesteld-
ven komen. Geen omstan-
ri* kan het uithoudingsvermogen
aanvalsgeekt van den Duit-
jr-Wldaat remmen.
~«J) aanval op Moskou op 17 Nov.
Duitsche vliegers ook des
"eer de hoofdstad der bolsje-
met bommen. Sterke strijd-
van de luchtmacht namen deel
^•gevechten te land om Moskou
"de bijzondere resultaten door
'he stellingen voor de
linies te vernietigen. Daarbij
*rer meer dan 80 vaartuigen
ütiÜÏ' ,oort vernietigd,
l^'hoede van een Duitsche divi-
bi den midden sector van het
vrij groote plaats véroveRfc
EN TURKIJE.
5*hoofdartikel schrijft de Esae-
1 Z i tu n g onder het
-Turkije Duitschlandt nabuur"
over het gevolg van de enorme mili
taire successen op de "Krim, die geleid
hebben tot de inneming van Kertsj.
De Zwarte Zee begint in drieërlei op
zicht aan, beteekenis té winnen. De
Britten' kunnen haar niet meer binnen
varen om er verstorende manoeuvres,
van welken aard ook, uit te voeren, dé
bolsjewisten kunnen niet meer van
daar uit de Middel landeche Zee binnen
dringen en zich in Istanboel nestelen,
aan de Zwarte Zee zullen in de toe
komst nog slechts vrienden en helpers
der spilmogendheden wonen.
Duitschland aan de Zwarte Zee. Dat
opent wijde perspectieven. De Turken
zijn als omwonend volk van de Zwarte
Zee weder dichter bij Europa gekomen.
De buitengewone positie van het Turk-
sche Zwarte Zeegebied was tot nu toe
een nadeel. Thans wordt dit in een slag
anders. In-het voorjaar van 1940 schrijft
Von Hentig nog: „Het Nabije Oosten
komt naderbij. Voor de Engelschen was
de flankeerende .positie van een
mogendheid'ais Turkije, die haar wei-
uitgeruste en geoefende divisies aan
haar Zuidzijde zou kunnen laten op-
marcheeren, natuurlijk van veel meer
belainig dan voor ons, die in het geheel
geen territoriale aanraking met dat
land hebben". Thans is de gebiedsver-
bindinig tot stand gekomen. Nu kunnen
de Britten het oude spel van intriges
om de Dardanellen niet meer ten
deele van Europa en het Nabije
spelen.
Uit een oogpunt van buitenlandse!
politiek wint het nieuwe Turkije aan
kracht door de 'btugpoeitie tusschen
Morgen- eh Avondland.
DÉ MILITAIRE SAMENWERKING
TUSSCHEN ENGELAND EN DE
SOOVJET-UNIE.
Tijdens de debatten in het Lagerhuis
heeft de afgevaardigde Wedgwood den
minister-president gevraagd of de sa
menwerking tusschen de afdeeiingen
van de weermacht van Groot-Brittan-
nië en die der Sovjet-Unie even nauw
was, als tusschen Engeland en Frank
rijk toen laatstgenoemd land nog met
Groot-Brittannië geallieerd t was.
Churchill antwoordde daarop: „Ja,
voorzoover het de geografische positie
en andere omstandigheden veroorloo-
Japan.sc he
slaagt. -
kabinet beraad-
nitngrs a
ten Igi
andscflKt
AMERIKAANSCHE PERS NIET
HOOPVOL.
Dé Japansche ambassadeur te Was
hington en de speciale Japansche am
bassadeur, Koeroesoe, hebben Dins
dag een conferentie gehad met staats
secretaris Huil. De conferentie duur
de 2 uur en drie kwartier. Na deze
bespreking verklaarde Nomoera te
genover vertegenwoordigers van de
|>ers, aldus Associated Press, dat hij
nog steeds hoopt, dat een overeen
stemming tot stand zal komen.
Na de bespreking verklaarde Huil
In de persconferentie, dat alles, wat
hij op het oogenblik kon zeggen, was,
dat men gesproken had over alge-
meene problemen en niet was inge
gaan op speciale vraagstukken. Huil
voegde hieraan toe. dat hij een ver
dere conferentie verwacht met de
Japanners, waarschijnlijk Woensdag.
Dit is echter afhankelijk van de me-
dedeeling der Japansche ambassade,
of de beide diplomaten en wanneer
zij verder kunnen onderhandelen.
Ten slotte verklaarde Huil, dat hij in
het huidige stadium der onderhande
lingen nietr kon zeggen of zij een be
vredigend verloop hebben. Huil wei
gerde commentaar te geven op de
redevoeringen van Tojo en Togo, die
in de Amerikaansche pers aangéduid
zijn als botte afwijzing van iedere
wijziging in de Japansche DOliüek en
derhalve als omineus voor hét ver
loop van de onderhandelingen -in
Washington. Huil merkte op, dat men
nog slechts in hgt voorstadium van
de besprekingen verkeert en nadat
het nog niet tot onderhandelingen is
gekomen.
«mmmvnwumww
K 712
Het Japansche kabinet heeft Dins
dagochtend een bijeenkomst gehou
den, welke liep, naar verluidt, over
,de besprekingen met Washington. Als
aanvulling hierop wordt, naar Domei
meldt, in Japansche politieke kring»
verklaard, dat dé regeering de jongste
rapporten pit Washington bestudeerd
heeft. In dezelfde kringen wordt ge
zegd, dat zwakke teekerèn te bespeu
ren vallen voor de mogelijkheid, dat
toonaangevende leden van de Ameri
kaansche regeering -over het doode
punt heen geraken en blijkbaar met
den steeds kritieker wordenden in
ternationalen toestand beginnen re.
kening te, houden. Van den anderen
kant moet echter geconstateerd wor
den, dat ondanks de verklaringen, die
Tojo en Togo Maandag hebben afge
legd, waarin de vastberadenheid ge
demonstreerd werd van de Japansche
régeering, ook thans nog na de aan
komst van Koeroesoe in Washington
in officieele en perskringen aldaar
een egoïstische anti-Japansche opvat
ting overheerscht, welke weinig t
schikt is om de vooruitzichten op de
onderhandelingen met eenig optimis
me te kunnen beoordeelen.
De Japansche minister van Buiiten-
iandscheZaken, Togo, heeft in het
Lagerhuis verklaard, dat Koeroesoe
geen nieuwe instructies van zijn re
geering heeft meegekregen, daar de
Japansch-A nerikaansche onderhande
lingen op gelijken grondslag zullen
worden voorgezet. Koeroesoe kent
overigens de door den minister-pre
sident bekendgemaakte drie grond
beginselen van de Japansche politiek.
De speaker van liet Lagerhuis vroeg
vervolgens aan den minister, hoe de
vooruitzichten zijn voor de onderhan
delingen, welke uitwerking zü zou
den hebben op art. 3 van het driemo-
;endhedenpact. Togo antwoordde
ierop:
„Het is niet mogelijk de toekom-
tige ontwikkeling der onderhande
lingen tusschen Japan en de Ver.
Staten te voorspellen. Haar verhou
ding tot art. 3 van het driemogend-
hedenpact meet gezien .worden in het
licht van den bestaarden toestand.
Ik wensch af te zien van de beant
woording eener dergelijke hypotheti
sche vraag".
Amerikaansche persstemmen.
De aankomst van Koeroesoe in
Washington is voor de Nejv-Yorksche
bladen aanleiding om zich in gissingen
te verdiepen over de toekomstige ont
wikkeling van de betrekkingen tus
schen Japan en Amerika.
De New-York Herald Tribu
ne meldt uit Washington, dat de mis
sie van Koeroesoe onder ongunstige
omstandigheden is begonnen, daar zij
samenviel met de rede van Tojo in het
Japansche parlement, waarin de Ja
pansche premier de opheffing van de
economische blokkade tegen Japan,
alsmede het staken van de militaire
omsingeling en van de inmenging in
China beeft geëischt. Wanneer Japan
er aan vasthoudt, het conflict met Chi
na zonder de inmenging van een der
de mogendheid te «beëindigen, zullen
de onderhandelingen geen succes heb
ben, want de Vereenigde Staten zijn
neit voornemens China aan Japan uit
te leveren.
Ook de Washingtonsche correspon
dent van de Ne w-Y or'- Times
verklaart, dat de conferenties met een
duisteren achtergrond zijn begonnen.
Een bewijs hiervoor is, dat juist thans
Amerikaansche bommenwerpers naar
geheime bases in den Stillen Oceaan
vliegen, dat Roosevelt een nieuw cre-
diet van 69 millioen dollar voor de be
wapening der Philippijnen heeft ver
langd en dat Tojo eischen gesteld
heeft, die lijnrecht in strijd zijn met
die van Amerika.
Volgens welingelichte kringen te
Washington zouden Roosevelt en Huil
niets nalaten om den JSpanners duide
lijk te maken, dat de Vereenigde Sta
ten vastbesloten zijn China te steunen
en dat men geweld met geweld zal
beantwoorden. Koeroesoe en Nomoe
ra, zoo meldt de correspondent, keken
allesbehalve opgeruimd toen zij het
Witte Huis verlieten, na een bespre
king, welke meer dan een uur heeft
geduurd.
Duitschland en de Japansche
politiek.
Met groote belangstelling heeft m«B
te Berlijn kennis genomen van de
verklaringen van minister-president
Tojo en den minister van Buiten-
landsche Zaken, Tojo, in den Rijks
dag, aldus het A.N.P.
Zooals niet anders te verwachten
was, is door hen het driemogenethe-
denpact naar voren gebracht als
basis van een politiek, die voldoet
aan de behoeften van de drie jonge
vooruitstreverde leidende naties/Met
voldoening heeft men kennis geno
men van de woorden, die T»jo gespro
ken heeft over de tat dusverre be
haalde successen door de leiders der
spilmogendheden. Men toont volledig
begrip voor' de 'gevaren, die verbon
den zijn aan een omsingelingspoiitiek
tegen Japan. Wanneer juist thans van
Engelsche zijde in zekeren zin olie op
het vuur wordt gegoten, en op Ame
rika een druk wrdt uitgeoefend om
aan Japan onaanvaardbare eischen te
stellen, dan gelooft men ki Duitsche
politieke kringen van een zakelijke
beoordeeling van den toestand niet te
moeten afzien, omdat men zeer wel
de bluf kent, waardoor Japan ertoe
moet worden gebraeht af te zien van
het verwezenlijken vai. zijn recht
vaardige eischen.
Oppertoezicht van den Staat - Concert-
gebouw-orkest valt buiten de regeling
Aan een ons door het A.N.P. ver.
étreljte.pubiicatie ontleenen wij
In de tot voor kort héerschende on
gezonde toestanden in het Nederland
sche orkestwezen heeft de overheid
aanleiding gevonden om binnen het
kader van de reorganisatie van het mu
ziekleven over te gaan tot de uitvoe
ring van een saneeringsplan.
De noodzakelijkheid van het bestaan
van acht symphonie-orkesten voor ons.
land dient thans officieel te worden
erkend in overeenstemming met de
momenteel bestaande cultureele
eischen.
De orkestbegrootingen zijn herzien
en in verband hiermede is een schema
van de bezetting en salarieering van
de oikesten ontworpen, dat tot doel
heeft bepaalde kunstzinnige leenden
aan te vullen eft dat terstond aan de
algemeen bekende slechte econom'sche
positie van de orkestmusici op redelijke
wijze tegemoet komt. De staat dient
hte inkomën van de musici te garan
deeren.
In v.erband met deze garantie is het
tenslotte niet meer dan billijk, dat het
oppertoezicht op de groote 'orkesten op
een van staatswege controleerend
lichaam overgaat.
Drie salarisklassen
Het departement van Volksvoorlich
ting en Kunsten, heeft in samenwer
king met deskundigen uit het Muziek,
gilde van de Ned. Cultuurkamer i.o. de
bestaande orkesten verdeeld in drie
salarisklassen t.w.:
Eerste klasse: het Residentie-Orkest;
Tweede klasse: Rotterdamsch Phii-
harmonisch Orkest en Utrechtsch Ste
delijk Orkest.
Derde klasse: Groningsche Orkest-
vereeniging, Haarlemsche Orkestver-
eeniging, Arnhemsche Orkestvereeni-
grng en Maastrichtsch Sted. Orkest.
Als laagste salarisgrenzen werden
aangenomen voor de eerste klasse 183,
vaflr de. tweede klasse 166, voor de
derde klasse f 150 per maand.
Dat het Concertgebouw-Orkest bui
ten deze regeling valt het vormt een
VWsse op zichzelf vindt zijn oorzaak
in het feit, dat de salarieering bij deze
instelling grootendeels boven de thans
geldende normen valt en dus geen «In
leiding geeft tot onmiddellijk ingrijpen
in den bestaanden toestand.
De nieuwe salarisregeling, welke
door toedoen van de afd. muziek van
het departement van Volksvborlichting
en Kunsten op 1 October 1941 van
kracht is geworden, is de vervulling
van jarenlang door de musici en hun
bonden gekoesterde redelijke wenrchen
en zij stemt de betrokkenen alom. tot
groote tevredenheid.
De groei van het concertwezen
De wijze, waarop de reorganisatie
van het muziekleven en de hiermede
hand in hand gaande saneerihg' van het
orkestwezen zijn aangepakt, dient zeer
zeker niet gezien te- worden als een
daad van politieke of propagandistische
strekking, maar als een logische ge
volgtrekking uit den historischen ont
wikkelingsgang van het muziekge-
beuren.
Tot de voorwaarden voor een ont
wikkeling van de aesthetische omstan
digheden in het muziekleven behooren
allereerst de mogelijkheden tot geeste
lijken uitgroei en het hiervoor benoo-
digde maatschappelijke welzijn van de
uitvoerenden en van de toehoorders.
Van deze twee categorieën, die voor heje Jaemoeilijkt door verkeersproblemen.
Knnnfnn an iron can mii->i oir Ir uric 4 nil or. On A i moaim >«4 -„n An loot
beoefenen van een muziekkunst aller
noodzakelijkst zijn, is de laatstgenoem
de in den voorbijen tijd in zeker op.
zicht bevoordeeld boven de eerste. In
de vorige eeuw waren het de muziek-
aesthetische publicaties en de critie-
ken, die den luisteraar een muzikale
opvoeding gaven, in onzen tijd komen
daarbij het volksconcert, het jeugdcon-
cert, de radio en de film, die de muziek
voor elkeen tegen schappelijken prijs
toegankelijk maken'.
Wat deed men in denzelfden tijd voor
laatste onmisbare schakel in het
muziek geheel, voor de uitvoerenden?
Het antwoord hierop is zoo bescha
mend voor onze verlichte dagen, dat
het concerten bedoekende publiek v^n
de thtns levende generaties eigenlijk
nimmer een concert in gemoedsrust zou
hebben kunnen bijwqnen, indien het de
omstandigheden van den musicus be
sefte, zöoale zij in haar vollen omvang
waren.
Het hoofd van de afd, muziek van het
departement van Volksvoorlichting en
Kunsten schetste in het begin van dit
jaar den bestaanden toestand kernach
tig juist, toen h(j zijn betoog over de
reorganisatie van het muziekleven in
ons land aanving met de woorden:
De geschiedenis van de muziek telt
slechts weinig donkere bladzijden De
geschiedenis van den muzikant telt er
velg. De namen van hooggeëerden zijn
voor ons bewaard. Maar de ontelbare
muzikanten, die -vanaf de grijze opd-
heid slaven waren, kermisgasten, ver-
stootenen, lakeien, zij vornjen het mee-
rendeel. De nlgemeene waardeering
voor den stand van musicus laat nog
veel te wenrrhen over.
Exploitatie van de orkesten
In een achter ons liggend tijdperk
werden orkesten opgericht door en
voor de gegoede, muzieklievende bur-
very. Vaak stonden zü in dienst van
sociëteiten en jiotabelen, die tot hun
„vermaak" de musici goéde muziek lie
ten uitvoeren. Doch de hier bestaande
'band raakte bij den muzikaien ontwik
kelingsgang steeds losser en het in 1898
door Wouter Hutschenruyter genomen
initiatief tot het geven van volkscon
certen bracht de-orkesten meer en
meer buiten de kringen, die hen uit
eigen belang honoreerden. De op
brengst van de volksconcerten was
nimmer voldoende om de dagkosten
van een exploitatie, door een grooter
aantal concerten met hoogere lasten
bezwaard te dekken. Daartegenover
daalde door de toenemende kwaliteit
van het programma der volksconcerten
de belangstelling voor het „dure" con
cert, waarom voor veel geld gaan luis
teren naar datgene, wat men ook goed-
kooper kon genieten? De orkestbestu-
ren legden zich bij de hieruit ontstane
onherroepelijke tekorten in de exploi
tatie neer, pasten deze tekorten zelf bij
of lieten als tegenwicht vermogende
stadgenooten in het bestuur kiezen, die
deze „eer" op hun beurt weer met „bij
passen" móchten betalen. Dat deze toe
stand op den duur hoogst onhoudbaar
was, werd in 1918 ook door de toen
malige regeering erkend, toen zij aan
een viertal orkesten in den lande een
bescheiden subsidie toekende. Geleide
lijk werd dit bedrag verhoogd en sinds
1927 werd het over de groote Neder
landsche Symphnoie.Orkesten ver
deeld. Het Rotterdamsch Philharmo-
nisch orkest viel hier toen nog buiten.
Doch in feite aanvaardde de regee
ring met deze subsidieregeling geen
verantwoordelijkheid voor het bestaan
van de orkesten.
Elk orkestbestI
besté weten, doch geheel onafhankelijk
t. o. v. de andere orkesten en dikwijls
in concurrentie daarmede. De terwille
van de tekorten gezochte uitbreiding
van het arbeidsterrein werd het uit
gangspunt voor vele ergerlijke misstan-
deri.-Want hoewel men eenerzijds wist,
dat een orkest zich in 'den tegenwoor-
digen tijd niet kan bedruipen, moest
men er anderszijds steeds op uit zijn
de tekorten, hoe dan ook, te beperken,
bijv. door het accepteeren van schamele
honoraria.
Het is niet noodig de vele middelen
te noemen, welke de orkestbesturen
meenden te moeten aanwenden om-de
concerten rendabel te maken. Wij den
ken slechts .aan het programmabeleid,
dat bijna uitsluitend met mogelijke
volle zalen te rade ging, aan het „ster"-
systeem en aan het engageeren van te
dure en te veelvuldige buit'enlandsche
solisten, van hef verwaarlgozen-van het
oeuvre van den Nederlandschen com
ponist enz. Onder deze ongezonde
financieele verhoudingen moesten de
salarissen van de orkestleden de sluit
post op de orkestbegrootingen worden.
Steeds lager werden de salarissen en
men ra,akte zoo ingesteld op de ziekte
van het orkestwezen, dat men van
„sluitende begrootingen" sprak, wan
neer door het ellendige salarispeil het
einde van het boekjaar zonder extra
groote tekorten kon worden gehaald.
De overheid -kamt te hulp.
Deze methode moest tot een crisis
leiden en de oorlogsomstandigheden
Hebben haar slechts vervroegd. De par
ticuliere bh dra gen zijn vrijwel geheel
opgedroogd, het concertbezoek is veelal
Op dit moment, Waaroip de laatste
bestaanszekerheid den orkestmusici
ontnoemen dreigde te worden, heeft de
overheid ingegrepen.
Dit ingrijpen is geenszins van een-
voudigen aard geweest en de afdeeling
muziek van het departement van
Volksvoorlichting en Kunsten heeft
zijn besluiten in deze ook niet dan na
ampele overweging genomen.
Het nieuw ontworpen schema van de
orkestbezettingen en van de salariee
ring van de musici is in overeenstem
ming gebracht met de normale en rede
lijke cultureele en sociale eischen.
Bij het vaststellen van de bezettin
gen is rekening gehouden met den
historischen groei van de orkesten in
de verschillende plaatsen en met hun
ligging ten opzichte van elkaar. Aan
gaande de salarieering van de musici
werd overwogen,/ dat de werkzaam
heden "als orkestlld den geheelen
mensch vergen, een volledigen dagtaak
vormen.
Voor orkestmusici, die ten minste
zeven jaar ernstige studie achter den
rug hebben, werd een minimum sa.
larieering vastgesteld, welke gezien
den huldigen levensstandaard niet
anders dan matig is te noemen, maar
die niettemin voor talloozen een
verdubbeling van het tot heden
gangbare salaris uitmaakt.
Om de nieuwe salarisschema's in de
practijk te kunnen doorvoeren, nam het
rijk da verplichting op zich om het
verschil tusschen de oude en de nieuwe
loonlijsten te garandeeren, In deze
kwestie heeft het aan medewerking
van de zijde van „De Nederlandsche
Omroep niet ontbroken. Zijn royale
gebaar heeft dèéiieuwe mogelijkheden
mede verwezenlijkt. Ten'deele worden
nu de verhoogde bedragen ter dekking
van de salarissen gewonnen uit de be
dragen, welke de omroep betaalt voor
de uitzending van de grootë orkesten in
zijn programma's. Dit honorarium ont.
vangen de orkesten in den vervolge
niet meer rechtstreeks, noch indivi-
.düeel: alle orkesten profiteeren geza
menlijk van de gelden, welke zb ge
zamenlijk bü {ien omroep hebben ver
diend. Voor hen, die meenen, dat do
orkesten er door deze nieuwe regeling
niet op vooruitgaan, aangezien vroeger
het omroep honorarium toch ook aan
de vaste salarissen .werd toegevoegd,
zij vermeld, dat thans de orkesten het
voorrecht te beurt is gevallen, vaker
dan voorheen tot het verrichten van
werkzaamheden voor den omroep te
worden opgeroepen. Tezamen geven 'zü
nu circa 300 microphoon-coneerten per
jaar, wat het totale honorarium veel en
veel hooger doet zün dan tot heden het
geval was.
Tegenover de verleening van de gel.
den door de overheid aapvaarden de
orkesten enkele voorwaarden, welke te
beschouwen zijn als de eerste maat
regelen tot reorganisatie van het mu
ziek- en concertwezen in ons land en
het van staatswege controle uitoefenen
op het besturen van de orkesten. In het
kort kunnen •deze voorschriften als
volgt worden samengevat: Voor be
langrijke aangelegenheden en maat
regelen, betrekking hebbende op de
exploitatie, de economische en sociale
belangen, alsmede op de artistieke en
cultureele belangen van het orkest en
van de met de orkesten verband hou
dende vereenigingen en instellingen,
dient overleg te worden gepleegd met
het departement. Voorts zijn dé orkes
ten gehouden de werken van Neder,
landsche componisten meer dan voor
heen in hun programma's recht te doen
wedervaren en 20 k 30 pet, van da
totale programma's voor deze werken v
in te ruimen Dat de nadruk moet wor.
den gelegd op het.engageeren van Ne-
derlandsoie solisten, spreekt wel van
zelf. Tenllotte bevatten de voorwaar
den nog eenige regels voor de repeti
tie-uren en de werkzaamheden van de
musici buiten hun diensturen in het
orkest.
Ruimere bestuurstaak.
Tenslotte mag er op worden gewezen,
hoe men zich voorstelt, dat de van
staatswege uitgeoefende controle op
deze reorganisatie zal werken. Het de
partement zal een wakend oog houden
op de artistieke en cultureele belangen
van het orkéstwezen, terwijl de zake.
üjke aangelegenheden zullen worden
behartigd door het Centrale Bureau
voor het orkestwezen, dat de werk
zaamheden van de orkest-administra
teurs zal omvatten en aldus ten nauw
st voeling zal houden met het orkest
apparaat in het geheele land om dan
onder deskundige leiding alle handelin.
gen van de orkesten te stimuleeren en
t< controleeren.
Ten deele hangt dit werk van het
Centrale Bureau voor het Orkestwezen
samen met de nieuwe en ruimere taak,
welke den orkestbesturen toevalt. Met
name kan deze nieuwe taak in het bij
zonder bestaan uit het creëeren van de
behoefte aan muzièk, het kweeken en
opvoeren van de sluimerende en reeds
bestaande belangstelling voor het werk
van de orkesten in het rayon van hun
werkzaamheden, het vormen en uit
breiden van vereenigingen van „vrien
den van het orkest" en van jeugdver-
eenigingen, geluk '•leze reeds in vele
steden bestaan, het Voeren van een in
tensieve concertpropaganda in de pers,
het organiseeren van de voorlichting,
het samenvoegen van andere muzikale
uitingsvormen tot een harmonisch
stedelijk en provinciaal muziekleven
door koren en kunstkringen in een rui
mer plan te betrekken enz.
Zoo heeft de historische uitgroei van
het openbare muziekleven nog een
ander gevolg: de gemeenschap van de
wereld der muziek moet thans dringen
der dan voorheen een beroep doen op
de arbeidskracht van de orkestbesturen
er moet dit beroep vergezeld doen gaan
van een niet te onderschatten verzwa
ring van hun taak en van hun verant.
woordelijkheid. Omdat er natuurlijke
grenzen zün gesteld,aan datgene, wat
menschenhand verrichten kan en men-
schenoog kan overzien, heeft de over
heid van haar kant weer maatregelen
getroffen, om deze bestuurstaak ge
deeltelijk te ontlasten door ruimere be.
voegdheden te verleenen aan dirigen
ten en administrateurs. Laatstgenoem
den zullen met het bestuur een werk-
combinatie vormen, waarin ieder zijn
eigen verantwoordelijkheid draagt: de
4irigent als kunstzinnig, de administra
teur ais commercieel leider, het be.
stuur als cOördineerend lichaam.
Op deze wijze slechts kan de over
heid er zeker van zün, dat van de door
haar toedoen verbeterde materieele
positie van de orkestleden en de hier
door bewerkstelligde gedeelteiyke »a-
neering van het orkestwezen, ook het
volle cultureele profüt wordt getrok
ken. Al met al ia hier een toestand ge
schapen, waardoor na eep jarenlange
ontwikkeling in de verkeefde richting
eindeliik daden kunnen worden geiteid
vah cultureelen vooruitgang en sociale
rechtvaardigheid twee grondpijlcra van i
het gezonde Nederlandsche muziek
leven.