J f i r etigende aanvallen Sebastopol i SANEERING Nederlandsche orkestwezen sdag 19Novemberi94i NIEUWSBLAD VOÖR GOUDA EN OMSTREKEN Zuidelijk deel van Leningrad ontruimd gevolg van de succeuen op de Krim éon en Wlaan van het J ipcging, No. 20789 DE BESPREKINGEN TE WASHINGTON. Conferentie van bijna 3 uür tusschen Nomoera, Koeroesoe en Huil. 4 Zon op 9.09, onder 17.42 0 Maan op-10.31," onder 19.30 Men is verplicht te verdnis- f 1 teren van zonsondergang tot 2 zonsopkomst. I Lantaarns van voertuigen moeten een hali uur na zona- 2 ondergang ontstoken worden jj Schema van- bezetting en salarieering ontworpen f* Met tegen het kapitalisme. V OUDSCHt cot BANT B«n«o: MARKT 31, TELEF. 2745 Postrekening 484M Chefredacteur: F. TIETER, Gouda, DVITSCHLAND STR1JD7 VOOR EUROPA. ■et opperbevel der Duitache „mnacht deelde fister mede: go de Krim brengen gevechts- (Mtaifen en duikbommenwer- 1^7vernietigende slagen toe aan vestingwerken en havenin- Zgsties van Sebastopol. Daar- JJb een groot vrachtschip tot Sken gebracht, een torpedo- yjtarer en een koopvaarder Miden beschadigd. Pe operaties in hot Donetz- nUeo zijn na een Terbetering t ge weersomstandigheden en lis toestand der wegen voortge- 0 De vijand werd uit zijn op geinige plaatseir taal verdedig- tl veldstelllngen geworpen. Ver in deelen van het industriege- ged werden bezet. Verscheidene uw vertrek gereed staande goe- hrentretnen vielen daarbij door pmssend toegrijpen in onze loden. h het hooge Noorden hebben ■nebtsvllegtnlgen -bolsjewlsti- gbi barakkenkampen ten Wesn jj In van de Kandalaksja-bocht ingevallen. Haehtelijke aanvallen van het «ttwspen waren gericht op iMkon en Leningrad, benevens vliegvelden in het Wologda- MWL Daik booten hebben In het Ibsrfen van den Atlantischen (trenail en op de Noordelijke IJS. m vier gewapende vijandelijke laipvaarders, tezamen 21.000 M. «n een eonvooleerend schip k den grond geboord, h de wateren rondom Enge- laad hebben gevechtsvliegtuigen ha laatstee nacht vijandelijke aavoolen aangevallen ten Oos- I0 van Lowestoff.. Drie vrij psote koopvaarders zijn door het neerwerpen van bommen j tmar beschadigd. Andere ge- 3 nditsvliegtnlgen hebben haven- f. fastallaties aan de Zuidkust en S ie Znidwestkunst van Engeland f ungevallen. Aaw»\\W|tnnHV Het bombardement op de voor den belangrijke installaties, de be- ingsfabrieken- en ravitaillee- -tra van Leningrad heeft de elde bolsjewisten, naar van sche militaire zijde wordt mede lid, gedwongen het Zuidelijke vaa de stad geheel te ontruimen, den druk van de catastrophale Jen zijn in den afgeloopen da- Ojaieuw talrijke inwoners naar de ""She troepen overgeloopen. Zij i o.a. verteld, dat de wijk Kirof «an de Narwa-poort wegens het PW van instorten van de zwaar telde industrieele gebouw ont- -i moest worden. De geheele buurt een terrein vol met kraters ver- Jfctd. Het grootste deel der burger- in deze wijk is naar elders eht. Duizenden mannen, J®*en en kinderen zijn in scholen eht. Verder is op het orfbe- i terrein op het Westelijk deel Jhet Kestowski- en Dekabristen- \Jgfr groot barakkenkamp voor riingeh opgericht, waarin :elijk de vluchtelingen uit de van Leningrad zijn onder- »en regenperiode, die het ter- groote afstanden in een 1 veranderde en na het 'van een hevige koude, thans de weersgesteldheid Duitsche aanvallen op bolsje- veldstellingen in het gebied Donetzbekken toegelaten, al- het D.N.B. Op verschillepde braken de troepen het taaie flke verzet en drongen zij zoo' krachtig verdedigde bolsjewis- •Mlingen binnen, dat zij zelfs dene voor vertrek gereed geladen goederentreinen kon- •bltmaken. De onwrikbare drang hjn Duitschen soldaat om de bols te verslaan doét hem allen van terrein en „weersgesteld- ven komen. Geen omstan- ri* kan het uithoudingsvermogen aanvalsgeekt van den Duit- jr-Wldaat remmen. ~«J) aanval op Moskou op 17 Nov. Duitsche vliegers ook des "eer de hoofdstad der bolsje- met bommen. Sterke strijd- van de luchtmacht namen deel ^•gevechten te land om Moskou "de bijzondere resultaten door 'he stellingen voor de linies te vernietigen. Daarbij *rer meer dan 80 vaartuigen ütiÜÏ' ,oort vernietigd, l^'hoede van een Duitsche divi- bi den midden sector van het vrij groote plaats véroveRfc EN TURKIJE. 5*hoofdartikel schrijft de Esae- 1 Z i tu n g onder het -Turkije Duitschlandt nabuur" over het gevolg van de enorme mili taire successen op de "Krim, die geleid hebben tot de inneming van Kertsj. De Zwarte Zee begint in drieërlei op zicht aan, beteekenis té winnen. De Britten' kunnen haar niet meer binnen varen om er verstorende manoeuvres, van welken aard ook, uit te voeren, dé bolsjewisten kunnen niet meer van daar uit de Middel landeche Zee binnen dringen en zich in Istanboel nestelen, aan de Zwarte Zee zullen in de toe komst nog slechts vrienden en helpers der spilmogendheden wonen. Duitschland aan de Zwarte Zee. Dat opent wijde perspectieven. De Turken zijn als omwonend volk van de Zwarte Zee weder dichter bij Europa gekomen. De buitengewone positie van het Turk- sche Zwarte Zeegebied was tot nu toe een nadeel. Thans wordt dit in een slag anders. In-het voorjaar van 1940 schrijft Von Hentig nog: „Het Nabije Oosten komt naderbij. Voor de Engelschen was de flankeerende .positie van een mogendheid'ais Turkije, die haar wei- uitgeruste en geoefende divisies aan haar Zuidzijde zou kunnen laten op- marcheeren, natuurlijk van veel meer belainig dan voor ons, die in het geheel geen territoriale aanraking met dat land hebben". Thans is de gebiedsver- bindinig tot stand gekomen. Nu kunnen de Britten het oude spel van intriges om de Dardanellen niet meer ten deele van Europa en het Nabije spelen. Uit een oogpunt van buitenlandse! politiek wint het nieuwe Turkije aan kracht door de 'btugpoeitie tusschen Morgen- eh Avondland. DÉ MILITAIRE SAMENWERKING TUSSCHEN ENGELAND EN DE SOOVJET-UNIE. Tijdens de debatten in het Lagerhuis heeft de afgevaardigde Wedgwood den minister-president gevraagd of de sa menwerking tusschen de afdeeiingen van de weermacht van Groot-Brittan- nië en die der Sovjet-Unie even nauw was, als tusschen Engeland en Frank rijk toen laatstgenoemd land nog met Groot-Brittannië geallieerd t was. Churchill antwoordde daarop: „Ja, voorzoover het de geografische positie en andere omstandigheden veroorloo- Japan.sc he slaagt. - kabinet beraad- nitngrs a ten Igi andscflKt AMERIKAANSCHE PERS NIET HOOPVOL. Dé Japansche ambassadeur te Was hington en de speciale Japansche am bassadeur, Koeroesoe, hebben Dins dag een conferentie gehad met staats secretaris Huil. De conferentie duur de 2 uur en drie kwartier. Na deze bespreking verklaarde Nomoera te genover vertegenwoordigers van de |>ers, aldus Associated Press, dat hij nog steeds hoopt, dat een overeen stemming tot stand zal komen. Na de bespreking verklaarde Huil In de persconferentie, dat alles, wat hij op het oogenblik kon zeggen, was, dat men gesproken had over alge- meene problemen en niet was inge gaan op speciale vraagstukken. Huil voegde hieraan toe. dat hij een ver dere conferentie verwacht met de Japanners, waarschijnlijk Woensdag. Dit is echter afhankelijk van de me- dedeeling der Japansche ambassade, of de beide diplomaten en wanneer zij verder kunnen onderhandelen. Ten slotte verklaarde Huil, dat hij in het huidige stadium der onderhande lingen nietr kon zeggen of zij een be vredigend verloop hebben. Huil wei gerde commentaar te geven op de redevoeringen van Tojo en Togo, die in de Amerikaansche pers aangéduid zijn als botte afwijzing van iedere wijziging in de Japansche DOliüek en derhalve als omineus voor hét ver loop van de onderhandelingen -in Washington. Huil merkte op, dat men nog slechts in hgt voorstadium van de besprekingen verkeert en nadat het nog niet tot onderhandelingen is gekomen. «mmmvnwumww K 712 Het Japansche kabinet heeft Dins dagochtend een bijeenkomst gehou den, welke liep, naar verluidt, over ,de besprekingen met Washington. Als aanvulling hierop wordt, naar Domei meldt, in Japansche politieke kring» verklaard, dat dé regeering de jongste rapporten pit Washington bestudeerd heeft. In dezelfde kringen wordt ge zegd, dat zwakke teekerèn te bespeu ren vallen voor de mogelijkheid, dat toonaangevende leden van de Ameri kaansche regeering -over het doode punt heen geraken en blijkbaar met den steeds kritieker wordenden in ternationalen toestand beginnen re. kening te, houden. Van den anderen kant moet echter geconstateerd wor den, dat ondanks de verklaringen, die Tojo en Togo Maandag hebben afge legd, waarin de vastberadenheid ge demonstreerd werd van de Japansche régeering, ook thans nog na de aan komst van Koeroesoe in Washington in officieele en perskringen aldaar een egoïstische anti-Japansche opvat ting overheerscht, welke weinig t schikt is om de vooruitzichten op de onderhandelingen met eenig optimis me te kunnen beoordeelen. De Japansche minister van Buiiten- iandscheZaken, Togo, heeft in het Lagerhuis verklaard, dat Koeroesoe geen nieuwe instructies van zijn re geering heeft meegekregen, daar de Japansch-A nerikaansche onderhande lingen op gelijken grondslag zullen worden voorgezet. Koeroesoe kent overigens de door den minister-pre sident bekendgemaakte drie grond beginselen van de Japansche politiek. De speaker van liet Lagerhuis vroeg vervolgens aan den minister, hoe de vooruitzichten zijn voor de onderhan delingen, welke uitwerking zü zou den hebben op art. 3 van het driemo- ;endhedenpact. Togo antwoordde ierop: „Het is niet mogelijk de toekom- tige ontwikkeling der onderhande lingen tusschen Japan en de Ver. Staten te voorspellen. Haar verhou ding tot art. 3 van het driemogend- hedenpact meet gezien .worden in het licht van den bestaarden toestand. Ik wensch af te zien van de beant woording eener dergelijke hypotheti sche vraag". Amerikaansche persstemmen. De aankomst van Koeroesoe in Washington is voor de Nejv-Yorksche bladen aanleiding om zich in gissingen te verdiepen over de toekomstige ont wikkeling van de betrekkingen tus schen Japan en Amerika. De New-York Herald Tribu ne meldt uit Washington, dat de mis sie van Koeroesoe onder ongunstige omstandigheden is begonnen, daar zij samenviel met de rede van Tojo in het Japansche parlement, waarin de Ja pansche premier de opheffing van de economische blokkade tegen Japan, alsmede het staken van de militaire omsingeling en van de inmenging in China beeft geëischt. Wanneer Japan er aan vasthoudt, het conflict met Chi na zonder de inmenging van een der de mogendheid te «beëindigen, zullen de onderhandelingen geen succes heb ben, want de Vereenigde Staten zijn neit voornemens China aan Japan uit te leveren. Ook de Washingtonsche correspon dent van de Ne w-Y or'- Times verklaart, dat de conferenties met een duisteren achtergrond zijn begonnen. Een bewijs hiervoor is, dat juist thans Amerikaansche bommenwerpers naar geheime bases in den Stillen Oceaan vliegen, dat Roosevelt een nieuw cre- diet van 69 millioen dollar voor de be wapening der Philippijnen heeft ver langd en dat Tojo eischen gesteld heeft, die lijnrecht in strijd zijn met die van Amerika. Volgens welingelichte kringen te Washington zouden Roosevelt en Huil niets nalaten om den JSpanners duide lijk te maken, dat de Vereenigde Sta ten vastbesloten zijn China te steunen en dat men geweld met geweld zal beantwoorden. Koeroesoe en Nomoe ra, zoo meldt de correspondent, keken allesbehalve opgeruimd toen zij het Witte Huis verlieten, na een bespre king, welke meer dan een uur heeft geduurd. Duitschland en de Japansche politiek. Met groote belangstelling heeft m«B te Berlijn kennis genomen van de verklaringen van minister-president Tojo en den minister van Buiten- landsche Zaken, Tojo, in den Rijks dag, aldus het A.N.P. Zooals niet anders te verwachten was, is door hen het driemogenethe- denpact naar voren gebracht als basis van een politiek, die voldoet aan de behoeften van de drie jonge vooruitstreverde leidende naties/Met voldoening heeft men kennis geno men van de woorden, die T»jo gespro ken heeft over de tat dusverre be haalde successen door de leiders der spilmogendheden. Men toont volledig begrip voor' de 'gevaren, die verbon den zijn aan een omsingelingspoiitiek tegen Japan. Wanneer juist thans van Engelsche zijde in zekeren zin olie op het vuur wordt gegoten, en op Ame rika een druk wrdt uitgeoefend om aan Japan onaanvaardbare eischen te stellen, dan gelooft men ki Duitsche politieke kringen van een zakelijke beoordeeling van den toestand niet te moeten afzien, omdat men zeer wel de bluf kent, waardoor Japan ertoe moet worden gebraeht af te zien van het verwezenlijken vai. zijn recht vaardige eischen. Oppertoezicht van den Staat - Concert- gebouw-orkest valt buiten de regeling Aan een ons door het A.N.P. ver. étreljte.pubiicatie ontleenen wij In de tot voor kort héerschende on gezonde toestanden in het Nederland sche orkestwezen heeft de overheid aanleiding gevonden om binnen het kader van de reorganisatie van het mu ziekleven over te gaan tot de uitvoe ring van een saneeringsplan. De noodzakelijkheid van het bestaan van acht symphonie-orkesten voor ons. land dient thans officieel te worden erkend in overeenstemming met de momenteel bestaande cultureele eischen. De orkestbegrootingen zijn herzien en in verband hiermede is een schema van de bezetting en salarieering van de oikesten ontworpen, dat tot doel heeft bepaalde kunstzinnige leenden aan te vullen eft dat terstond aan de algemeen bekende slechte econom'sche positie van de orkestmusici op redelijke wijze tegemoet komt. De staat dient hte inkomën van de musici te garan deeren. In v.erband met deze garantie is het tenslotte niet meer dan billijk, dat het oppertoezicht op de groote 'orkesten op een van staatswege controleerend lichaam overgaat. Drie salarisklassen Het departement van Volksvoorlich ting en Kunsten, heeft in samenwer king met deskundigen uit het Muziek, gilde van de Ned. Cultuurkamer i.o. de bestaande orkesten verdeeld in drie salarisklassen t.w.: Eerste klasse: het Residentie-Orkest; Tweede klasse: Rotterdamsch Phii- harmonisch Orkest en Utrechtsch Ste delijk Orkest. Derde klasse: Groningsche Orkest- vereeniging, Haarlemsche Orkestver- eeniging, Arnhemsche Orkestvereeni- grng en Maastrichtsch Sted. Orkest. Als laagste salarisgrenzen werden aangenomen voor de eerste klasse 183, vaflr de. tweede klasse 166, voor de derde klasse f 150 per maand. Dat het Concertgebouw-Orkest bui ten deze regeling valt het vormt een VWsse op zichzelf vindt zijn oorzaak in het feit, dat de salarieering bij deze instelling grootendeels boven de thans geldende normen valt en dus geen «In leiding geeft tot onmiddellijk ingrijpen in den bestaanden toestand. De nieuwe salarisregeling, welke door toedoen van de afd. muziek van het departement van Volksvborlichting en Kunsten op 1 October 1941 van kracht is geworden, is de vervulling van jarenlang door de musici en hun bonden gekoesterde redelijke wenrchen en zij stemt de betrokkenen alom. tot groote tevredenheid. De groei van het concertwezen De wijze, waarop de reorganisatie van het muziekleven en de hiermede hand in hand gaande saneerihg' van het orkestwezen zijn aangepakt, dient zeer zeker niet gezien te- worden als een daad van politieke of propagandistische strekking, maar als een logische ge volgtrekking uit den historischen ont wikkelingsgang van het muziekge- beuren. Tot de voorwaarden voor een ont wikkeling van de aesthetische omstan digheden in het muziekleven behooren allereerst de mogelijkheden tot geeste lijken uitgroei en het hiervoor benoo- digde maatschappelijke welzijn van de uitvoerenden en van de toehoorders. Van deze twee categorieën, die voor heje Jaemoeilijkt door verkeersproblemen. Knnnfnn an iron can mii->i oir Ir uric 4 nil or. On A i moaim >«4 -„n An loot beoefenen van een muziekkunst aller noodzakelijkst zijn, is de laatstgenoem de in den voorbijen tijd in zeker op. zicht bevoordeeld boven de eerste. In de vorige eeuw waren het de muziek- aesthetische publicaties en de critie- ken, die den luisteraar een muzikale opvoeding gaven, in onzen tijd komen daarbij het volksconcert, het jeugdcon- cert, de radio en de film, die de muziek voor elkeen tegen schappelijken prijs toegankelijk maken'. Wat deed men in denzelfden tijd voor laatste onmisbare schakel in het muziek geheel, voor de uitvoerenden? Het antwoord hierop is zoo bescha mend voor onze verlichte dagen, dat het concerten bedoekende publiek v^n de thtns levende generaties eigenlijk nimmer een concert in gemoedsrust zou hebben kunnen bijwqnen, indien het de omstandigheden van den musicus be sefte, zöoale zij in haar vollen omvang waren. Het hoofd van de afd, muziek van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten schetste in het begin van dit jaar den bestaanden toestand kernach tig juist, toen h(j zijn betoog over de reorganisatie van het muziekleven in ons land aanving met de woorden: De geschiedenis van de muziek telt slechts weinig donkere bladzijden De geschiedenis van den muzikant telt er velg. De namen van hooggeëerden zijn voor ons bewaard. Maar de ontelbare muzikanten, die -vanaf de grijze opd- heid slaven waren, kermisgasten, ver- stootenen, lakeien, zij vornjen het mee- rendeel. De nlgemeene waardeering voor den stand van musicus laat nog veel te wenrrhen over. Exploitatie van de orkesten In een achter ons liggend tijdperk werden orkesten opgericht door en voor de gegoede, muzieklievende bur- very. Vaak stonden zü in dienst van sociëteiten en jiotabelen, die tot hun „vermaak" de musici goéde muziek lie ten uitvoeren. Doch de hier bestaande 'band raakte bij den muzikaien ontwik kelingsgang steeds losser en het in 1898 door Wouter Hutschenruyter genomen initiatief tot het geven van volkscon certen bracht de-orkesten meer en meer buiten de kringen, die hen uit eigen belang honoreerden. De op brengst van de volksconcerten was nimmer voldoende om de dagkosten van een exploitatie, door een grooter aantal concerten met hoogere lasten bezwaard te dekken. Daartegenover daalde door de toenemende kwaliteit van het programma der volksconcerten de belangstelling voor het „dure" con cert, waarom voor veel geld gaan luis teren naar datgene, wat men ook goed- kooper kon genieten? De orkestbestu- ren legden zich bij de hieruit ontstane onherroepelijke tekorten in de exploi tatie neer, pasten deze tekorten zelf bij of lieten als tegenwicht vermogende stadgenooten in het bestuur kiezen, die deze „eer" op hun beurt weer met „bij passen" móchten betalen. Dat deze toe stand op den duur hoogst onhoudbaar was, werd in 1918 ook door de toen malige regeering erkend, toen zij aan een viertal orkesten in den lande een bescheiden subsidie toekende. Geleide lijk werd dit bedrag verhoogd en sinds 1927 werd het over de groote Neder landsche Symphnoie.Orkesten ver deeld. Het Rotterdamsch Philharmo- nisch orkest viel hier toen nog buiten. Doch in feite aanvaardde de regee ring met deze subsidieregeling geen verantwoordelijkheid voor het bestaan van de orkesten. Elk orkestbestI besté weten, doch geheel onafhankelijk t. o. v. de andere orkesten en dikwijls in concurrentie daarmede. De terwille van de tekorten gezochte uitbreiding van het arbeidsterrein werd het uit gangspunt voor vele ergerlijke misstan- deri.-Want hoewel men eenerzijds wist, dat een orkest zich in 'den tegenwoor- digen tijd niet kan bedruipen, moest men er anderszijds steeds op uit zijn de tekorten, hoe dan ook, te beperken, bijv. door het accepteeren van schamele honoraria. Het is niet noodig de vele middelen te noemen, welke de orkestbesturen meenden te moeten aanwenden om-de concerten rendabel te maken. Wij den ken slechts .aan het programmabeleid, dat bijna uitsluitend met mogelijke volle zalen te rade ging, aan het „ster"- systeem en aan het engageeren van te dure en te veelvuldige buit'enlandsche solisten, van hef verwaarlgozen-van het oeuvre van den Nederlandschen com ponist enz. Onder deze ongezonde financieele verhoudingen moesten de salarissen van de orkestleden de sluit post op de orkestbegrootingen worden. Steeds lager werden de salarissen en men ra,akte zoo ingesteld op de ziekte van het orkestwezen, dat men van „sluitende begrootingen" sprak, wan neer door het ellendige salarispeil het einde van het boekjaar zonder extra groote tekorten kon worden gehaald. De overheid -kamt te hulp. Deze methode moest tot een crisis leiden en de oorlogsomstandigheden Hebben haar slechts vervroegd. De par ticuliere bh dra gen zijn vrijwel geheel opgedroogd, het concertbezoek is veelal Op dit moment, Waaroip de laatste bestaanszekerheid den orkestmusici ontnoemen dreigde te worden, heeft de overheid ingegrepen. Dit ingrijpen is geenszins van een- voudigen aard geweest en de afdeeling muziek van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten heeft zijn besluiten in deze ook niet dan na ampele overweging genomen. Het nieuw ontworpen schema van de orkestbezettingen en van de salariee ring van de musici is in overeenstem ming gebracht met de normale en rede lijke cultureele en sociale eischen. Bij het vaststellen van de bezettin gen is rekening gehouden met den historischen groei van de orkesten in de verschillende plaatsen en met hun ligging ten opzichte van elkaar. Aan gaande de salarieering van de musici werd overwogen,/ dat de werkzaam heden "als orkestlld den geheelen mensch vergen, een volledigen dagtaak vormen. Voor orkestmusici, die ten minste zeven jaar ernstige studie achter den rug hebben, werd een minimum sa. larieering vastgesteld, welke gezien den huldigen levensstandaard niet anders dan matig is te noemen, maar die niettemin voor talloozen een verdubbeling van het tot heden gangbare salaris uitmaakt. Om de nieuwe salarisschema's in de practijk te kunnen doorvoeren, nam het rijk da verplichting op zich om het verschil tusschen de oude en de nieuwe loonlijsten te garandeeren, In deze kwestie heeft het aan medewerking van de zijde van „De Nederlandsche Omroep niet ontbroken. Zijn royale gebaar heeft dèéiieuwe mogelijkheden mede verwezenlijkt. Ten'deele worden nu de verhoogde bedragen ter dekking van de salarissen gewonnen uit de be dragen, welke de omroep betaalt voor de uitzending van de grootë orkesten in zijn programma's. Dit honorarium ont. vangen de orkesten in den vervolge niet meer rechtstreeks, noch indivi- .düeel: alle orkesten profiteeren geza menlijk van de gelden, welke zb ge zamenlijk bü {ien omroep hebben ver diend. Voor hen, die meenen, dat do orkesten er door deze nieuwe regeling niet op vooruitgaan, aangezien vroeger het omroep honorarium toch ook aan de vaste salarissen .werd toegevoegd, zij vermeld, dat thans de orkesten het voorrecht te beurt is gevallen, vaker dan voorheen tot het verrichten van werkzaamheden voor den omroep te worden opgeroepen. Tezamen geven 'zü nu circa 300 microphoon-coneerten per jaar, wat het totale honorarium veel en veel hooger doet zün dan tot heden het geval was. Tegenover de verleening van de gel. den door de overheid aapvaarden de orkesten enkele voorwaarden, welke te beschouwen zijn als de eerste maat regelen tot reorganisatie van het mu ziek- en concertwezen in ons land en het van staatswege controle uitoefenen op het besturen van de orkesten. In het kort kunnen •deze voorschriften als volgt worden samengevat: Voor be langrijke aangelegenheden en maat regelen, betrekking hebbende op de exploitatie, de economische en sociale belangen, alsmede op de artistieke en cultureele belangen van het orkest en van de met de orkesten verband hou dende vereenigingen en instellingen, dient overleg te worden gepleegd met het departement. Voorts zijn dé orkes ten gehouden de werken van Neder, landsche componisten meer dan voor heen in hun programma's recht te doen wedervaren en 20 k 30 pet, van da totale programma's voor deze werken v in te ruimen Dat de nadruk moet wor. den gelegd op het.engageeren van Ne- derlandsoie solisten, spreekt wel van zelf. Tenllotte bevatten de voorwaar den nog eenige regels voor de repeti tie-uren en de werkzaamheden van de musici buiten hun diensturen in het orkest. Ruimere bestuurstaak. Tenslotte mag er op worden gewezen, hoe men zich voorstelt, dat de van staatswege uitgeoefende controle op deze reorganisatie zal werken. Het de partement zal een wakend oog houden op de artistieke en cultureele belangen van het orkéstwezen, terwijl de zake. üjke aangelegenheden zullen worden behartigd door het Centrale Bureau voor het orkestwezen, dat de werk zaamheden van de orkest-administra teurs zal omvatten en aldus ten nauw st voeling zal houden met het orkest apparaat in het geheele land om dan onder deskundige leiding alle handelin. gen van de orkesten te stimuleeren en t< controleeren. Ten deele hangt dit werk van het Centrale Bureau voor het Orkestwezen samen met de nieuwe en ruimere taak, welke den orkestbesturen toevalt. Met name kan deze nieuwe taak in het bij zonder bestaan uit het creëeren van de behoefte aan muzièk, het kweeken en opvoeren van de sluimerende en reeds bestaande belangstelling voor het werk van de orkesten in het rayon van hun werkzaamheden, het vormen en uit breiden van vereenigingen van „vrien den van het orkest" en van jeugdver- eenigingen, geluk '•leze reeds in vele steden bestaan, het Voeren van een in tensieve concertpropaganda in de pers, het organiseeren van de voorlichting, het samenvoegen van andere muzikale uitingsvormen tot een harmonisch stedelijk en provinciaal muziekleven door koren en kunstkringen in een rui mer plan te betrekken enz. Zoo heeft de historische uitgroei van het openbare muziekleven nog een ander gevolg: de gemeenschap van de wereld der muziek moet thans dringen der dan voorheen een beroep doen op de arbeidskracht van de orkestbesturen er moet dit beroep vergezeld doen gaan van een niet te onderschatten verzwa ring van hun taak en van hun verant. woordelijkheid. Omdat er natuurlijke grenzen zün gesteld,aan datgene, wat menschenhand verrichten kan en men- schenoog kan overzien, heeft de over heid van haar kant weer maatregelen getroffen, om deze bestuurstaak ge deeltelijk te ontlasten door ruimere be. voegdheden te verleenen aan dirigen ten en administrateurs. Laatstgenoem den zullen met het bestuur een werk- combinatie vormen, waarin ieder zijn eigen verantwoordelijkheid draagt: de 4irigent als kunstzinnig, de administra teur ais commercieel leider, het be. stuur als cOördineerend lichaam. Op deze wijze slechts kan de over heid er zeker van zün, dat van de door haar toedoen verbeterde materieele positie van de orkestleden en de hier door bewerkstelligde gedeelteiyke »a- neering van het orkestwezen, ook het volle cultureele profüt wordt getrok ken. Al met al ia hier een toestand ge schapen, waardoor na eep jarenlange ontwikkeling in de verkeefde richting eindeliik daden kunnen worden geiteid vah cultureelen vooruitgang en sociale rechtvaardigheid twee grondpijlcra van i het gezonde Nederlandsche muziek leven.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 1