UGT)
ol
an voor- het eerst
de lucht in
RAADSELS
HOE BEREIDEN
E
Zoekplaat je
De ijverige
wasmachine
Oost West, thuis best
,rj
Vere>i<*r»*ri<Je
verbindingssteken
We breien
Schroeivlekken en „weer"vlekken
wij ons tammegemeste konijn
■3
Toen hjj op een
middag vader» brood naar hel vliegveld bracht
„We zijn ojf de wereld
om elkaar te helpen
Oplossingen
Bij het vermak a van Japcnnei» e net
verlengen van kinderjurken kan men om
de atofdeelen met elkaar te verbinden,
gebruik maken van open ra ad jee. Deze
randjes leenen zich ook om van kleine,
wellicht puntenvrije kleedjes een ontbijt-
laken camen te stellen. Dergelijke open
randen zijn echter niet alleen een goede
oplossing deze stoffen te verbinden, ook
als garneering maken zii een aardig effect.
Op de eerste teekening ziet mep, hoe
atofdeelen verbonden kunnen worden
door middel van omgefestonneerde dfaden,
die in schuine richting worden gespannen.
Het is noodig, dat de rafelkanten van
beide deelen eerst smal worden omge
zoomd met onzichtbare zoomsteken, daar
na rijgt men ze op stevig papier b.v. l/«
*U c.M. van elkaar en spant In zig-zag lijn
telkens twee draden, die omgefestonneerd
of gecordonneerd worden.
Een aardige versiering vormen ook c.e
k jour-randjes, die Van flanelsteekjes zijn
gemaakt, voor deze neemt men aen af
stand tusschen beide zoompjes steeds smal.
De gehaakte verbindingssteken worden,
nadat de beide atofdeelen smal zijn omge
zoomd, in lossen en vasten gewerkt, afwis
selend san boven- en onderkant een vaste,
daarna twee lossen. Men lette bij het wer
ken vooral op den afstand tüsschen de
vasten, welke steeds even groot dient te
zijn. (teekenine ^er Persb.)
Nu de dvoiiden lan-
0er en tanoer worden
duikt de kaars weer
op, want de eigenaar
dige werkiiigi die van
kaarslicht uitgaat,
heeft een groote beko
ring. De menseh heeft
soms behoefte aan iet»
anders dan het helle
en koude schijnsel van
de electrische lampen
hoe dankbaar wlf ove
rigen» voor deze ver
lichting zijn.
Is er voor het sche
meruurtje wel iets in-
tiemers te bedanken,
dan dat wij ons een
enkele maal eens af
wenden va%pme sche
merlampen'4 en de
ludhters met kaarsen
aansteken?
\'t Komt zoo héél wei
nig meer voor, dat wij
gebruik van kaarsen
maken voor verlich
ting en dat is =be-
grijpelijk, daar im
mers de moderne ver
lichting zoovele voor
deeten biedt! Maar
tochi wanneer wij ons
in hef schemeruur,
rustig weggedokenin
onzen fauteuil, eens
aan stille overpeinzing
willen overgeven, dan
werkt het schijnsel
van enkele kaarsen
zoo weldadig op ons
in.
Voor de viering'der
winterfeesten eigent
de kaars zich buiten-
gewoon en aangezien
deze binnen afirienba-
ren tijd weer daar zijn,
zal het wellicht niet
overbodig »ijn, indien
men over eenige
kaarsenwijsheid be
schikt en die in prak
tijk weet te brengen,
evenals generaties
vóór ons dit plachten
te doen
Men doet het beete
de pakken kaarsen,
welke men in voorraad
heeft, in een blik te
bewaren, daar dit de
stearine harder maakt
en de kaarsen dan lan
ger branden.
Eindjes kaar», die
slechts tot de opening
van den kandelaar rei
ken, worden op een
blikken dekseltje vast
gezet met enkele drup
pel» kaarsvet en kun
nen dan tot het laattt
toe opbranden.
Een kaars brandt
veel zuiniger, indien
men om de pit een
randje fijn zout etrooit,
OOk de vlam U dan
rustiger. Kaarsen, die
lang bewaard zijn,
worden soms geel,
doch door afwrijven
met spiritus, krijgen te
de oorspronkelijke
kleur terug. Men kan
het verkleuren voor
komen, indien men de
-kaarsen ook die in
luchters en kandelaart
staan bestrijkt met
'n laagje blanke verni».
Krom getrokken
kaareen worden weet
recht, indien men ze
warm laat wor
den en daarna op een
gladde oppervlakte
met de hand heen en
weer rolt
Gebroken kaarsen
waarvan de pit onbe
schadigd is, wtorden op
de breuk ver>oarmd,
waarna men de zachte
was aaneendrukt.
Een kaars, die te dik
ie voor den kandelaar
wordt met het uitein
de in heet water ge
dompeld, waardoor de
wae week wordt en
zich gemakkelijk laat
vervormen.
Bleek de vlek plaatselijk met verdunde
waterstofpetyxyde, natriumperboraat of
sterk goe^ met bleekwater Bespoedig de
inwerking van het bleekmiddel door de
vlek in de zon te leggipu. Spoel goed na
SSEBJ KJ
Jaü. Jan! achreeuwen de jongens, genler vdjst den monteurs wat zij moeten
Geen tijd, roept Jan en weg Is h»j, het doen en alias ia in de weer
schoolplein over. de «trast op. Gauw naar Dan stapt de vliegenier naar het gebouw
huis\om vader* brood te balen. F.n dan van de directie om verdere ordera te ont
baar \het vliegveld! Vader werkt In de vangen. Het is een drukte als op een
grote loods waar de vliegtuigen ataan, ais station Reizigers stappen in en uit, koffers
ze thuli zijn Fijn, elke middag om twaalf worden versjouwd, kruiers schreeuwen,
uur mag Jan. vader»
brood en de fles kof
fie gaan brenger
Wat daar in de lood*
al niet te zien is! Ala
grote vogel», klaar
om uit te vliegen
ataan zij daar. „Jan
kent ze preciea de
grote tweedekker, die
keel naar Berlijn
gaat met de passa
giers en post, de mi
litaire vliegtuigen
met hun bijzondere
kentekens, die Je van
veraf al kunt onder:
scheiden -n de klei
ne eeidekkera, lich
en rank, war 1 ple
ziertochten in Jcun'
maken en duikelin
gen, of je een ech»
vogel wast
Jan weet precies
hoe al die mototori
werken, hoe het hoog
testuur beweegt! en
de remmen' overgaan
Net zo lang heeft hij
gesnuffeld en ge
vraagd tot de werk
lui in de loods on
geduldig werden en
er één lachend zei:
Nou, jij doet r
of je vandaag nog
de lucht in moet!
Waj 't maai
waar.. derift Ja*'
en verlangend kijkt
hij naar de gemak
kelijke stoelen ach
ter In de vliegtuigen.
Dank u well Ik ikprd vlttgenter als Ik groot ben.
(tekening Ver.: Persb.)
waar straks de passagiers in sullen plaats motoren worden geprobeerd, het Is een
nmen Net zo gemakkelijk el» tn de leven det horen en zien vergaat! Maar dan
in ,n wat leun je veel zien. Als rqgpt de controleur „Klaar! en „Berlijn
de werkbui niet kijken, sleept Jan wel een» rolt weer het veld op om zijn rei» voort
het kleine frapje voor Je cabine en gaat te zetten. Het toeatel richt zich .chuln om-
dln stilletjes in de ebekpit zitten, naar hij hoog, scheert over de Wilgenbosjes dan
weet wel, dat hij dat niet n.ag doen. Ach- gaat het hoger, eteeds hoger. Kleiner en
♦^rfn -rif,in vindt vader niet erg, kleiner wordt het, totdat de walken het
I aIs je maar nergens aank-mt, zegt hij In zich op schijnen te nemen. „Amlter
i.uj dam la intussen ook opgestegen. Jan heeft
Maar buiten od' het vrije veld, daar la een knikje van den piloot ontvangen Ja,
betrok heerlijk. Als je maar op tijd bent, die piloot is J«ui's vriend. Als hat koud is.
om de vliegtuigen binnen *e zien komen, mag Jan hem koffie bren
Elke dag, zo even na twaalf uur, komen t uw, roept de vliegenlei dan, 1' heb
zij het een na het andere aansnorren; uit maar vijf minuten!
Amsterdam, uit Berlijn, uit Weenen. Het Wat rent Jan dan.
is net, of ze hebben afgesproken, elkaar jfe /MC/|/ in
daar op het veld te ontmoeten, voor zü
verder gaan, iéder een andere kmt uit.
Op een keer voeg li' pilo tan Jan:
- Ben je *ei eens in de lucht iewï. t?
Hei goot net I Nee ijnheer, zei Jan v-rlegen.
t Nou? als lk eens rij ben, dpern k je
Hollen moet Jan om het nog te halen wej eens mee, belo "'e dfe piloot,
vóór school! Wanneer moeder de boter- Zou het heuSf denkt Jm Hij k-.. Jt
hammen voor vader niet Waar heeft, en nJet geJoven Maar het ia werkelijk ge-
Jan moet wachten, kan -hij wel huilen. bAird!.... Eens heeft de piloot Jan mee-
zo bang is hij om het ogenblitc van genomen en vader ookl Want vad.?r ver
komst te missen. Buiten adem komt hij trouwde bet niet.-r Jan zo heel alleen HU.
dan altijd op het veld asu Ylu? naa,r de -kabine daar achter. Als Jan eens waf
loods om't brood te brengen. Straks zal hij OD#nvdeed
buften,"li ht^'toeiteluTU^'l.Sil" m-,Goed' *ei de 00,1
ÏTklWS ft dMLÏ'M b toen gingen zil Jongens ws« snor-
vliegtuig iven moeten nazien, vóór het de de motor en wat kon je ver Hele-
weer vertrekt, de controleur met de gou- maal niet bang was Jan. Nu ^fogenj#
vr Konj nrn jp npt krufpr«! van het o#er de havens. Wat een leuke kleine
^kofferwMntie. Maar niemand waagt zich scheepjes, als uit een speelgoeddoos. En
op het veld. De toestellen moeten onge- wf\SL?odun schoor"
stoord kunnen landen. steenphpen, aisluei fraio dun.
Meestal komt 3erlijn het eerst. Ais een jammer, de piloot daalde al weer
stip zie je hem In de verte. In^rote cirkel» ÏÏSJ?£r nn
daalt het toestel dan neer, Wak over de SLtJiiS gweok toestel weer op
loods glijdt het en rolt dan over het véld, fiet veUL
een heel eind weg Maar dan rennen de Vader bedankte den piloot hartelijk en
monteurs er gauw heen, e pakken de Jan wist haast niets te zeggen. Het was
touwen, die san de vleugels hangen en allemaal zo heerlijk geweest. Hij kneep
trekken het vliegtuig naar de lood*. Een daarom maar heel stijf de hand van den
trapje wordt er tegen gezet en nu kpn- vliegenier en zei:
nen de passagier* uitstappen. De kruier» Dank u well Ik word vliegenier als lk
laden de koffers op het wagentje, de vjia- gre ->t ben.
Weten jullie, waarnaar le vos ie *er
en het eendje kijken?
Neem maar eens een potlood en trek
lljntjei van het ene cijfer naar het ande
re, te beginnen met no. L
Als je alle cijfer* verbooden hebt, kun
je nog gaan kir dai< heb je een aaedig
plaatje. (tekening Ver. Persb.)
Nannie'* moeder had een heel mooie
wasmachine gekregen./Hij had drie wielen
inplaats van vier poten en kon gemak
kelijk ven de ene haek vJS de bijkeuken
naar de andere worden gerold. En inpiaata
van twee armen had hij drie koperen
knoppen, die snel ronddraaiden en het
goed in beweging hielden om het te was
sen.'
Hij" zoemde, als hij aan het werk wai,
een aardig liedie, dat klonk alsof hij zong:
Schitterend wit! Schitterend witl-
Er was maar één ding, dat de wasma
chine verschrikkelijk vond en dat was,
dat hij zo weinig te doen nad. Iedere Maan
dagmorgen werd hij voor de dag gehaald,
netjes afgestoft en dan begon hij zijn werk.
Maar om tien uur was alles helder en
schoon, zelfs de vuilste jurken, van Nan
nie en dan was zijn werk voOr een hele
week Afgelopen. Hij werd dan weer schoon
gemaakt en zorgvuldig weggezaf In zijn
hoekje en het was dan soms alsof È^anrrie's
moeder geen beweging in de wielro kon
krijgen, zo vreselijk vond hij het weer een
hele week niets te doen.
Niet dat bij alleen wSs, O neen, want de
werkbank van Nannie's vader stond ook
in de bijkeuken en daarboven hingen aller
lei gereedschappen, waar *de wasmachine
de beste maatjes mee Was.
En hij was ook altijd heel blfj
Nannie's vader 'a avonds In de bijkeuken
kwar.i en het een qt ander ging maken aan
zijn werkbank.
Zo gebeurde het op zekere dag, dat
Nannie met haar moeder in oe bij
keuken was, terwijl vader bezig wasvhaar
stoeltje en tafeltje prachtig blauw te schil
deren.
Opeens tel Nannie's moeder:
Wij hebben nieuWe buren
man en vróuw, twee kleine meisjéa-en een
klein kindje» dat nog In de wiegiligt De
kinderen zijn allerliefat en zien ei\ao keu
rig schoon uit
Ja, zei Nannie, maar zij hebl
zo'n.mooie wasmachine als wij.
Terwijl zij dat zei, aaide zij met hlar
hand over het koper vSh de wasmachine,
die heel blij was en tegen Nannie trachtte
te lachen. Hij had wel willen leggen: Laat
zij dan haar was door mij &ten doen. maar
de mensen begrijpen nu eenmaal de taal
van eèn wasmachine niet en zo verstonden
zij niets van hetgeen hij zei.
De volgende dag was^het Donderdag en
al vroeg kwam Nannie's moeder binnen
met een jonge vrouw pn drie kindertjes
Zij gingen dadelijk naar de wasmachine,
rolden hem naar het midden van de bij
keuken en voordat bty wist wat er. ge- Ja, we zijn op de wereld om elkaar
beurde, was hij druk aan het werk viM>r te helpen, zei hij aan telkens weer.
de nléüwe buurvrouw. Zo ging het nu Die woorden had hd ^annie's moeder
verder week in, week uit en Ja, niet alleen horen zeggen tegen Je moeder van de drie
Donderdags, maar ook Jieel dikwijls Vrij- kleine-Irindertjes. toen deze haar voor het
dags werd hij aan het werk gezet. O, wat gebruik van de wasmachine wilde bedan-
was de wasmachine blij! Nu vond hij het ken en ze hadden grote indruk op hem
niet erg meer om te wachten van Maandag gemaakt
tot Donderdag en van Donderdag tot We zijn or de gereld om elkaar te
Maandag, want hij had in die tuseentijd helpen! en ijverig begon de waamachine
zoveel te praten met het gereedachap, dat iedeae Maandag- en iedere Donderdagmor-
de tijd omvloog. gen weer opnieuw aan zijn taak.
1. Mijn eerste vindt man in iedere slaap
kamer, mijn tweede in ieder kanto' Mijn
geheel is een stad in Q§»rij»el.
2. Ik besta uit 5 letters en keer regel
matig na een bepaald aantal uren terug.
Neem mijn ^oofd er af en ik ben een cijfer
XXX
X X X X X
.XXX
X
Zet op de eerate re*el van dit kruis een
medeklinker, op tic tweede «egel een voor
werp, waarin moeder melk neen op de
derde het tegenovergestelde van ruw; o
de vierde een boot die je veel op de Hvier
ziet; op e vijfde een uitroep.
De middelste vijf letters vormen van
boven n^ar beneden een lekkere dran
1. STRAATVEGER, SLIKKERVEER,
t
i U roeper
cO^Miando
t r O M p a r t
ko lOMman
u i t k O M t
feat o O M d
o o t OM
S. Noot, Boot, Goot, Moot
En Joo»t, vroeg vader, al» Jij voor het -
kleren h»d, vr»< h»d dan llavar, een
tusje of <en broertje?
Joo«t, vQf jaar oud. kijkt vadar een» »»n
en zegt dan aarzelend:
Eigenlijk had ik liever een hobbel
paard!
Piet Puntmuts, een Kabouter,
Sjokte moeizaam, zuchtend voort;
Koud was 't, midden in de winter
En het sneeuwde, onpehóord!
Pietje Puntmuts' neuzepuntje,
Dat buiten zijn dasje stak,
Was van kou al haast bevroren
En rood als een pijpje lakt
Tranen stonden in z#rt oogjes,
Vlokken kleefden in zijn baard.
O. wat snakte Pietje Puntmuts
Nhar zijn huisje en zijn haard!
En die zware zak met noten
Maakte hem zo vreselijk moe;
Pietje zakte in de sneeuw weg
Telkens, tof zijn knieën toe.
Maar gelukkig.daar i» t huisjet
Eindelijk! hij zucht verlicht.
Klopt de sneeuw af, gaat naar binnen
En doet stijf zijn deurtje dicht(
Hahoe hejfriijk brandt dat vuurtjeI
En wat geurt dat soepje fijn
Pietje zit en warmt zijn handel.
Goed is nu weer thuis te zijn!
(tekening