Zal Timosjejnko Rostof opgeven?
ONZE VOEDSELPOSITIE
EN OMSTREKEN
NIEUWSBLAD VOOR
DE RIJKSCOMMISSARIS)
SO jaar
Woensdag 22 Juli 1942
8U »«il—No' 20991
l
Hij wil blijven terugtrekken om
den Kaukasus* te verdedigen
Geen aardappelzorgen
voor den komenden winter
iIoh en Htaan
Duitsche mededeeling Inzake de positie te Woronesj
Voor vacantie ganger
Rede van den directeur-generaalwan den Landbouw
j Zon op 5A5, Onder 21,47.
Maan op/lfA7^onder 1.53.
Men is verplicht te ver-
duisteren van zonsondergang
tot zonsopkomst.
Lantaarns van voertuigen rt
moeten een hall uur na sons- 3
ondergang ontstoken worden J
wvu
K 712
ingenomen dooi Duitschers en Italianen.
De
adeat iu
Kxebsafe Telegraph schrijft, dat men te
Meakea rekening handt mat de mo»e-
ItjkbeM, dat Ttmcsjenko (tostof tonder
atrtyd aal opgeven om aijn troepen naar
het Zuiden terug te trekken. De toe
stand der b|| koe tof geconcentreerde
Sovjettroepen te acuut geworden, na de
ontruiming van Woroejilofgrad. Timos-
Jeako. aldue dit bericht, ia vaatbealoten
i(|n tactiek van terugtrekken vol te
n djn legert intact te houden
de verdédiging van den Kau-
De T i m eaachrijft, dat de opmarsch
der Duitsche troepen in Zuidelijke
richting nog steeds voortduurt. Men
behoeft er niet aan te herinneren, dat
de Russische troepen zich daar in een
gevaarlijke positie bevinden, aldus het
blad. Zelfs als Jimosjenko troepen
terug zou willen trekken, zou hem dit
thans onmogelijk zijn. De toestand
blijft ernstig, in de eerste plaats
wegens de schade, die aan de Sovjet
verbindingen is toegebracht en in de
tweede plaats, omdfet de Duitschers nog
steeds het voordeer van de beslissende
wapenen hebben. De directe en in
directe schade aan de Sovjet-industrie
toegebracht, kan den geallieerden nog
grootere verplichtingen dpleggen dan
verwacht werd.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht publiceert in de bladen de
schets, aangekondigd in het weer-
machtsbericht van gisteren, over het
beloop van het front bij Woronesj.
Uit deze Schets blijkt duidelijk, aldus
het DJN.B,j dat de berichten in de
Engelsche en Sovjet-Russische pers
over de situatie bij Woronesj volkomen
uit de lucht gegrepen zijn. Het front
loopt, besehouwd van de plek, waar dpi
rivier de Woronesj uitmondt in den
Don, in Noordoostelijke richting langs
de Woronesj.
De stad Woronesj zelf, ligt, naar
duidelijk blijkt uit de schets, ten
Westen van het front, dat in het Noor
den van de stad naar het Westen in
buigt, om zich bij den Don weer in
Noordoostelijke richting te bewegen.
Hierdoor wordt dus bewezen, dat de
aldaar strijdende Duitsche divisies in
fanterie niet zijn afgesneden en even
min over den Don vluchten en dat zij
het bruggehoofd van Woronesj en de
stad in hun macht houden.
DE DUITSCHE OPMARSCH.
De A.N.P.-correspondent te Berlijn
meldt: v
Zooals uit de berichten van het
Duitscbe opperbevel blijkt, worden de
bolsjewistische troepen in het gebied
ten Westen van den Don steeds meer
door de in verschillende richtingen
oprukkende strijdkrachten van de as
in, het nauw gedreven en door om
singelende bewegingen in steeds klei
nere deelen gesplitst. Juist doordat de
aanvallen uit verschillende richtingen
geschieden, hebben de in den afgeloo-
pen winter in koortsachtig tempo ver
sterkte verdedigingswerken van de
bolsjewisten, die overwegend op aan
vallen uit Westelijke richting wiren
berekend, aanzienlijk aan beteekenis
verloren.
Pas als men de landkaart van Europa
beziet en het gebied, waarin ziedt al
deze gevechten afspelen volgens de
juiste maatstaf kan beoordeelen, blijkt
eztrektheid
jke presta-
van welk een enorme uiti
hat is en welk een ontzag
ties de zuivering ervan
De pogingen van
hevige aanvallen met
strijdkrachten In het
Woronesj, dat In het Noorden van
dezen gevechtazector de rol van ver
dedigingsfront speelt, zijn ingesleten
troepen te ontlasten, zijn onder zware
verliezen mislukt.
Intusschen zijn de operaties reeds
gevaarlijk dicht de belangrijke stad
Stalingrad genaderd. De bedreiging
vast deze stad aan de Wolga is voor de
bolsjewisten buitengewoon ernstig,
daar het verlies hiervan voor hen het
verlies van een belangrijken scheep
vaartweg zou be teek enen.
Dat de gang van zaken aan het
Oostelijke front ook Engeland en de
Vereenigde Staten mei bezorgdheid
vervult, is begrijpelijk. Ook is het,niet
verwonderlijk, dat onder |de gegeven
omstandigheden de roep om een tweede
front weèr krachtiger weerklinkt
Omtrent de mogelijkheid van,een
tweede front Whlgeïde men zich in de
Wilhelmstrasse uit te laten, doch uit
vroegere verklaringen is bekend, dat
men ook op deze mogelijkheid voorbe
reid is en alle gebeurlijkheden met
vertrouwen tegemoet ziet. In dit ver
band is ook een beschouwing interes
sant in de n erNachtaue-
g a b e die sTO)fW"N
„Het is voorwen, die twee maanden
geleden nog verkondigden, dat het
jaar 1942 voör het Engelsche en Ame-
rikaansche volk alsook voor het
bolsjewisme zegevierend zou verloo-
pen, zaak zich ermede bezig te houden,
wat zij moeten doen, nlj>; voorloopig
alleen door «ten vrij groote actie van
Duitsche en verbonden troepen jan het
Oostelijke front en alleen aan een-deel
hiervan een voor de bolsjewisten
uiterst kritieke situatie is ontstaan.
Het is ook zaak voor Roosevelt en
Churchill, te overwegen, wat zij tegen
de uitwerking van Duitsche, Italiaan-
sche en JapansChe overwinningen op
de overige ooriogstooneelen denken te
doen."
LEAHT STAFCHEF VAN
ROOSEVELT.
Roosevelt heeft Leahy benoemd tot
zijn stafchef, zoo meldt de Britsdia
berichtendienst.
(Polygoon-Zeylemaker)
Heden viert Rijkscommissaris dr
Seyss-Inquart zijn SOsten verjaardag.
De Führer heeft den Rijkscommis
saris in verband hiermede zijn foto
toegezonden en een schrijven waarin
hij hem de hartelijkste geluktgcnschen
aanbiedt en dankbaar de groote ver
diensten erkent, die dr Seyss-Inquart
voor het Duitsche volk, de beweging
en het Rijk zich heeft verworven.
De Berlijnsche pers schildert het
werk van dr Seyss-Inquart in Groot-
Duitschen zin en in den geest van het
nationaal-socialisme.
De V ölkischer Beobachter
betoogt, dat de naam Seyss-Inquart
onverbrekelijk is verbonden bij de
samensmelting van de Oostmark met
het R$k en dat dr Seyss-Inquart
thans als Rijksminister en Rijkscom
missaris voor het bezette Nederland-
sche gebied zijn opdracht, de pacificatie
van Nederland, met succes uitgoert.
Blijkens onsyverstrekte gegevens bracht dr Arthur Seyss-Inquart, zijn
jeugd door in het oude marktdorp Stannern in het Duitsche bevolkingseiland
Iglau. Bij het uitbreken van den wereldoorlog was hij student in de rechten.
Als keizerlijk jager stond hij aan het Isonzofront. Na het einde van zijn studie
vestigde hij zich te Weenen als advocaat. Van den aanvang af nam hij deel
aan hef politieke leven. Aan de oprichting van den Oostenrijksch-Duitschen
Volksbond, die een zoo nauw mogelijken band met het Duitsche Rijk ten doel
had, had hij een belangrijk aandeel. Zijn groote politieke taak echter begon op
16 Februari 193S, toen hij tot bondsmtnister van Binnenlandsche Zaken en
Veiligheid benoemd werd. Toen Schuschnigg kort daarop een staatsgreep wilde
ondernemen, belastte dr Seyss-Inquart zich vastberaden met de leiding van het
lot der Oostmark. Hij nam de leiding der nieuwe Oostenrijksche regeering op
zich en verzocht op 11 Maart 1938 in een telegram den Führer en Rijkskanse
lier, zoo spoedig mogelijk Duitsche troepen te zenden om orde en rust te
herstellen. Op 15 Maart 1938 werd hij benoemd tot Rijksstadhouder wan de
Oostmark en op 1 Mei 1939, na de afwikkeling der aanhechting van de Oost
mark, tot Rijksminister. Na den veldtocht tegen Polen benoemde de Führer
hem tot plaatsvervanger van den gouverneur-generaal van het bezette
gebied in Polen.
Na de capitulatie wan Nederland werd Rijksminister dr Seyss-Inquart
darr den Führer'bij decreet wan 18 Mei 1940 benoemd tot Rijkscommissaris
voor het bezette gebied in Nederland. Uit erkentelijkheid voor zijn succes-
vollen arbeid onderscheidde de Führer hem op 19 September 1940 met het
oorlogsverdienstekruis lste klasse, op 20 April 1941 bevorderde de Führer
hem tot SS-Obergruppenführer.
In verband met de overstel
pende drukte, die de spoorwegen
door de tienduizenden vacnn tie-
gangers te verwerken krijgen,
wordt van bevoegde zijde op het
volgende gewezen:
Den vac an tieg angers wordt in
hun eigen belang verzocht, zoo
weinig mogelijk gebruik te ma
ken van den Zaterdagmiddag om
te reizen," daar de treinen dan
overbelast zijn. Dit advies klemt
te meer "voor reizigers naar de
Veluwe, die gebruik zouden-wil
len maken van de aansluiting uit
Amersfoort richting Apeldoorn
te 15.04 (trein.no. 1841) én rich
ting Zwolle te 15.00 (trein no.
1509).
Aan hen, die absoluut Zater
dagsmiddags moeten reizen
wordt aangeraden van de spe
ciale „seizoentreinen" gebruik
te maken, die, in verband met
de vaeantiespreiding, reeds van
4 Juli af in dienst gesteld zijn,
Voor de andere reizigers ver
dient het aanbeveling te trachten
Zaterdagsmiddags voor 12 uur
de plaats van bestemming te be
reiken, of te reizen na 19 uur.
Zondags worde bij voorkeur tus-
schen 6 en 10 uur of tusschen 12
en 17 uur gereisd. Echter niet
na,19 uur. Bussen rijden er zoo
als bekend Zondags niet.
teunuM
Een artikel dat op de markt graag
gekocht wprdt, is op hat oogenblik
het konijn. Een mooi exemplaar wordt
door de toekomstige eigenares „w ennig
gemaakt
(PoXygoQ n-Sagers)
Van gemeentewege is te Rotterdam
een begin gemaakt fnet het rooien van
de vroege aardappelen, welke in de
plantsoenen zijn uitgezet, De oogst zal
worden verstrekt aan de groote steun
trekkende gezinnen. Het rooien op den
Statenaingel.
(Polygoon-Hof)
's Werelds sterkste vesting bedwangen! Slechts 25 dagen konden de Visje-
wieken 's werelds sterkste vesting houden en zij moesten haar toen na ver
bitterde gevechten aan de vereenigde Duitsche en Roemeensche troepen
overgeven. De bolsjewieken weerden zich hardnekkig in deze rotsvesting die
reeds door haar natuurlijke gesteldheid de sterkste ter wereld is. Zij moesten
voet voer voet worden verdreven en lieten den enormen voorraad munitie in
de lucht springen, waardoor tienduizenden bolsjewistische soldaten en bur
gers omkwamen. (Atlantic-Holland S.S.P.K.
Augystin).
uce (Orbis) Holland
De directeur-generaal van den
Landbouw, de heer G. J. Ruiter
heeft gisteravond een radiorede
gehouden, waarin hij o.m. zeide, dat
men thans weliswaar nog niet kan
zeggen hoe het resultaat van dc
landbouwproductie 1942 zal worden
maar dat toch voor het komende
jaar de volksvoeding is veilig ge
steld, waarvoor den boer een woord
van groote erkentelijkheid toekomt.
De heer Ruiter wees er op. dat boer
en boerenbedrijf het fundament
vormen van ons volksbestaan, waar
voor ook de^consumenf- waardee
ring dient te nebben.
De veestapel heeft in den winter van
19411942 extra eischen gesteld aan
de veevoeding, De tuinbouw heeft door
koude en sneeuw eveneens geleden.
Akker- en weidebouw lieten <je gevol
gen van dezen poolwinter zien in uit-
wintering en iate ontwikkeling van het
plantenbestand. Door den totalen inzet
van den boer voor zijn volk is het hem
echter gelukt om de bezwaren van den
feilen winter te overwinnen.
Een zwak pont
Eert zwak punt vormt de veehoifc
derg, daar .de nog steeds te groote vee
stapel aan de vcederproductie eischen
stelt, - waaraan niet kan worden vol
daan. Zoo zal het tengevplge van dsn
vrijen aanfok van koeka.'veren nood
zakelijk zijn een groote hoeveelheid
dezer dieren uit de markt te nemen.
De veestapel werd echter niet verder
beperkt dan tot 80 pet. van normaal.
De huidige veestapel maakt thans nog
84 pet uit van dien der vooroórlogsche
jjaren, waarbij het jongvee van jonger
dan een jaar zelfs een aantal dieren
omvat van meer dan 130 pet. van die
normale hoeveelheid. Daarmee is de
fabel van den zoo sterk gereduceerden
rundveestapel voldoende weerlegd.
Daartegenover staat; dat de te groote<
veestapel niet kan worden gevoed.
Van overheidswege zijn daarom maat
regelen genomen om het overtollige
jongvee uit de markt te nemen. Spreker
zette de regeling uiteen, op welke wijze
dit geschiedt en concludeerde aan de
hand daarvan dat de eigen verant
woordelijkheid van den boer (die on
der het stelsel der crisisorganisaties
volkomen verloren dreigde te gaan)
opnieuw wordt gesterkt.
Dat het met de veehouderij intus-
schen toch nog niet heelemaal in orde
is, weet spr. ahn het vooroorlogsehe
landbouwbeleid, dat den veehouder
zijn verantwoordelijkheidsgevoel ont
nam.
Gezien de grootf offers, die de boer
thans brengt, sprak de directeur-gene
raal 1de hoop uit, dat deze inzet van
den Veeboer straks oqk zijn afspiege
ling taag vinden in een melkprijs, die
hem zijn bedrijf mogéiijk maakt, hem
een ijedelijk levensonderhoud verschaft
en hem daarbij tevens dringt in de
richting van een zoo groot mogelijke
melkproductie. De inzet van den Ne-
derlgndschen veeboer zal niet ver-
geefsch zijn. daar zijn vee straks overal
in het groote nieuwe Europa zal wor
den gevraagd.
De groentevoorziening
De heer Ruiter ging vervolgens over
tot bespreking van de groentevoorzie
ning, die tijdelijk iets te wenschen
heeft gelaten, wat men den tuinder
echter niet mag verwijten, daar hij voor
zware opgaven Is gesteld, en niet op
gewassen is tegen de ongunst der
natuur. Bovendien bedraagt de con
sumptie van groente in deze tijden
meer dan het dubbele van het normale
verbruik.
Spreker* herinnerde verder aan de
telers van kasbloemen, die 50 pet. van
hun bloementeelt hebben omgezet jn
groenteverbouw, aan de gemeenten, die
pafken en plantsoenen bestemden voor
de teelt van voedingsgewassen en akn
de volkstuinders, die de voedselpro
ductie op een paar honderdduizend""
tuinen krachtig hebben aangevat.
Akker- en weidebouw
Ten aanzien van den akker- en wei
debouw zeide de directeur-generaal,
dat vooral de barre winter de zaak
dreigde te bederven, mede door gebrek
aan materiaal en tekort aan kunstmest.
Het grootste project was het ^cheur-
plan 1941—1942, dat tevens een factor
vormde voor de inkrimping der vee
houderij. Daartegenover stond de uil-
breiding van het aantal grasdroogin-
stallaties, waardoor voor honderden
hooren de voedeieprgen werden opge
heven, ook voor den komenden winter.
Ook het aantal silo's is sinds 1940 meer
den verdubbeld em er zijn duizenden
gierkelders gebouwd.
Het scheurplan is gelokt
Het groote scheurplan om honderd
duizend h.a. grasland om te leggpn in
bouwland is, hoewel niet alles priècte» -
volgens het plan is verloopen, gelukt,
niettegenstaande de winter het scheu
ren heeft belemmerd en er schaarschta
heetschte aan paarden, materiaal en
pootgoed. Ook op dit punt vroeg spr.
waardeering van laag tot hoog voor
dezen inzet, omdat hierdoor is gezorgd,
dat onze voeding den komenden win
ter naar menschelijke berekening ver
zorgd zal zijn.
De heer Ruiter stelde daartegenover
dep grooten tegenslag, dat het kool
zaad grootendeels en het wintergraan
voor een belangrijk percentage is uit-
gewinterd, maar voegde daaraan toe,
dat de tegenslag ten deele Is opgeheven,
door verbouw van blauwmaanzaad, ook
al is de totale oppervlakte aan olieza
den te klein gebleven en de te ver
wachten olieproductie daardoor t«
klein om een normaal vetrantsoen te
kunnen handha#n.
Geen aardappelzorgen
Daartegenover staat een uitbreiding
van de teelt van broodgraan (ongeveer
10 pet.) en van aarijpppelen. Deze
laatste teelt was reeds het vorig jaar
belangrijk 'gestegen tot een peil, dat
nog met eerder was bereikt en dat 60
pet. ligt boven de oppervlakte in 1940.
Aardappelzorgen behoeven we voor
den komenden winter althans niet to
hebben, .aldus spr. Onvoorziene om
standigheden daargelaten, kan de be
volking een aardappelrantsoen ontvan
gen, dat zoo hoog is, dat distributie er.
van overbodig zou /ijn, indien andere
factoren daarvoor niet zouden blijven
pleiten.
Het nieuwe scheurplan
De directeur- generaal merkte voorts
op, dat juist het vetrantsoen door de
slechte grasproductie (met als gevolg
mindere melk- en melkvetproductie)
te laag is geworden, mede door ver
mindering van de. grasland oppervlakte
ten gevolge van het scheuren. Het vet
rantsoen moet worden verhoogd met
behoud van de broodgraan- en aardap
pelpositie. Er moet daarom opnieuw
grasland worden gescheurd (plm. §3.000
ha.) en de teelt van oliezaad (kool-,
raap. en blauwmaanzaad) uitgebreid
(plm. 50.000 ha.).
Niettegenstaande de hooge eischen,
die daarbij aan den boer worden ge
steld, durfde de heer Ruiter de ver
wachting uitspreken, dat ook dit groote
plan zal gelukken en aldus de voedsel
voorziening, met name de vetvoorzie-
ning in 1943, wordt verzekerd.
Ondanks vele schaduwen "staan wij
er thans beter voor dan in Ma rt.
De directeur-generaal van den Land
bouw eindigde zijn rede, met te zeg
gen, dat de Nederlandsche boeren aan
den oproep tot vollen inzet ten be
hoeve van de voedselvoorziening, ge
volg hebben gegeven, en zegde hun
daarvoor uit naam van het Nederland
sche volk en van de regeering harte
lijk dank. Daartegenover stelde de heer
Ruiter het recht van den boer om de
plaats in „volk en maatschappij in te
mogen nemen, die hem zoo duidelijk
toekomt..