-ïs.
Gl
a
mmm*
flIllWiiii
mmm
m li li
ffiisIlwIlK
fff=m
i m
!P3!!P!^IPS1
i?-!l1
PfPü HlHli
f !!IS Wh-
i. mm
«II «llflsis
li!«Kiffll;lïi!
«MVili^ttSilRïlilïs ülüfiüï IffiüiJ
K«fil! |s Sfiiif!«ÏKBii;i
iêMlélü
WninmiU^lli:
i®31
liïïlt lïlfisH
üiq^iyi:*
II
ri!ü
ijpiffiW!
PIpPKP::,
i|!!Ps!fllÏ!i;iIi
K!5siffi(«;Ëïi«W i'ïBilitfpiüsi
Een reis met de trawler
„Allen Water"
Het verhaal
van
de mensheid
Het wonder van
Kwan Fei
Even piekeren
EDICHT
üipsiill
=5:-:lïs!sS||g:.-slilli^l
|5l!§#1IIlï||il^'^slII
ilPliiltrliP
piriipc'
a-12! slï'-slèïl-lsï
3«s5ss-s»8f!-°i;s-
s^psijssrn^®??"
:§ï!pssii
.ff
püi iiéwiiH
sfl^s
SSigSfH!
b^sSs*- «ss
!=rP!
3*i!s|i
gsiili !-=!»_ fe-s"
e.c**siiPp .iH*nsïcS*
iPfiiiPiiiiiiiirfPiïiiigii
s:*«l
Sas|ï^|iïn&le!Jï3ÉS
ïsSl0ris°ssgs«|e'8
Èïili^^SsXS1 ,s*«ï3ls
s-ir
®i1all|MSSs3.ü
3g1
Ëfjiinliizld
s|p=
=^ip
Pis
5SapPi:i=pP
:l§ alllPlPl
slèfll
Ir. eSsp-s
12ii:il;?|i>ts
PilllMi
i!lpE-li5lPlïl&i Islssliil
-s-bISssïSI If §1^—1 f!--'
S3|!Ps!gl^aSI'»=|S'
?ri«si??t^ ips p
°P-Si! §"I5p=IaI-S
j= «,a«sS^Ss
Woorden-
vervangingspuzzle
Het einde van het
Hollandse Gravenhuis
Boeken van Monte Cassino
naar het „hospitaa^,
ROMAN VAN ONTWORTELDEN
van de week
Het
g
O
O-
"E 5
ZXXZirEi&
W> T) tt)
O S
5 2 «^3 g B C o g u »g
ÏS«JÏÏ£^'°
H N —•C "Ns-
s?sls SS
a S-'SJS
ar.aiS %1
k I o |n I u I s I I iw I o^-S 2 *1? I I c
6« £-. o tS TJ PU G H£ 35 "O
5 £s |c fp^J=is 3 ËZ2S -Sn.«; sq J; S
SSM< S"8'3 S5w3SS i-c Sr5?^| u S ^5"o
SS2W-5 2 55 ex E«SK3i s &-s5 g»e-3&® o?>£-no.NM-u *3®
pïï
E<«i^SÏ
c - M>T3
5 ec:=;ï— e—'oï-c— eu~
O JÈ-C-S-SS >J=UT35-a:5T32i2Ej=
^>?j< «3>-r^c :3Be
t3SstaSSslSS-3«8B*$i
hs.„ - „5o
-K-a -ï0|ib?Sa E
ft OJ ts MTS
- g g
g-o-S-sjj 2ïSê~-g|«
~fs £'s»:;l«ag£% E» SI^S'El»
-■* v 5 n
^Si^gjjp-oS
I c s
3>-°? «Z "P
Ec. I 5-
Eü* 5-SK S" -
K«S I g l-g I
.cES w
53a|l!|-5
3^
sm*e
3
r=?N
■o «iu
Q'S-StllsliSlël
- -Ö w -o s
v s- s
3 s -S
c o >K 5-ï
M O
o N •- C
D-1cm5££q|?1 &£-
^?S£EQE KS-oJ-o&q.
o -j; i T3«« c c c c hCP"
cgg 2"ë2Si -=?Sc
•o-oE„Sc
:£«- fcgi
25*5
|o«S,3 1S?SS="5"°3
®)-SKE— "3 C C
Ïsï!s fifïPJï
Plï^-spÊl^pS SPISSS!!^
£-c Qï; 5 -g- "5 v fS-g
ö"!3?-,!"0 s^-gg^g gic°c-p-^3 g
hs^"«c s «2 èSci-S c«
Si v-o-sr
™j- j,g
:£~3
J spï^? E£a:i
Slapï ï!^lla
50^-ESö
:i=4issc!5:3sgEBs_
f?SSSSi
K|aü g §o
B -S ■°Sa?a|5si
S zgS-SPSESPS-e-s.üs!
(Speciale reportage).
BIJ de kok in de kombuis zit ik bij te
komen. Tegenover me rijst en daalt
met de boot mee de patrijspoort en beur
telings zie-ik een stuk groene zee en dan
weer blauwe lucht.
De stuurman heeft me uitgenodigd mee
in het ruim te gaan werken. Hoewel ik
nog gauw een warme trui had aangetrok
ken. vond ik het in weerwil van het feit,
dat ik bijna voortdurend kon mee werken,
haast niet te harden van de kou.
In het voorste ruim. onder het dek. in
de punt van de boot dus. is het ijs ge
borgen, daarachter is het ruim gebouwd
om de vis in te laten. Alles is helder wit
het midden loopt een
weerszijden ziet
Ik ze ook komen. Jan heeft een bruin-
gabardine en met zijn vilthoed, zou alles
kunnen zijn. maar een scheepskok maak
je er niet van. De oudere matrozen zijn
te herkennen; die dragen blauwe pakken,
schipperstrui en een schipperspet en
aar. Klaas, onze lichtmatroos heeft
zich ook in een trui gestoken en het
of kayen (keeën)
In iedere bak gaan 150
vis en een mand is 35 kilo. Als
1 vol is zitten er 3300 man-
i vis in. Nu, in vijf dagen en nachten
zijn we voor driekwart gevuld.
De trek die we hebben op te bergen,
bestaat in 'hoofdzaak uit makreel. Er wordt
dus een geleide-goot van het luik tot de
bak aangebracht en daardoor rolt de vis
naar binnen. Gelijk met de vis scheppen
de stuurman en Leen het ijs er tussen,
dat hen door twee matrozen uit het ijs-
ruim wordt toegeschept. Als de bak op
één derde is gevuld, komt er een laag
planken over om de druk niet te zwaar
te maken en dat gebeurt nog eens als hij
voor tweederde gévuld is. Als je over de
bovenste schotten naar binnenkijkt. zie je
een ijsmassa waaruit honderden
ogen je aankijken.
De makreel heb je hoor, roept Gerrit,
die boven de zaak regelt.
Dan komen de schoongemaakte vissen
aan de beurt de grote kanjers, kool'
kabeljouwen en een enkele vleet of
De haaien gaan onder een luik in de vloer
en ook die opbergplaats is vol. Als alles
gestouwd is. klimmen wij verkleumd naar
boven en gaan ..een bakkie doen" om weer
op verhaal te komen. Dit was onze laatste
trek en nu stomen we huistoe.
Allereerst gaan de mannen slapen. Wij
hebben nog twee dagen en
wij IJmuiden zullen binnenstomen. Er is
nog genoeg te doen aan boord, want men
stelt er prijs op. dat alles blinkt en schoon
is als we binnenkomen, maar eerst uit
slapen.
Als ik de mannen aanzie, nu we acht
dagen varen, bewonder ik de kwaliteit
van de scheermessen, die door deze baar
den van een week heen moeten komen.
Maar ik weet nu al hoe ze er uit zullen
zien als we van boord stappen, zo zag
Antwoorden bij:
EVEN PIEKEREN
•aeppusT asreeauoH op uea swuj S
-jaSOH toq sb* iojB}-uoteuSvw sq f
guBAuio aSuijaS u®a a;a(8[Agooq uag g
uotipBJat ojioisAqdBtoui
jo atjnaoo "jSoz uoui Jeeu aoop jojei
uoo uba uaguajq SurSaAvaq ui tan Z
JUIJOA U03UIT
-ia-jraA uo uages ayoA uba lundiap
-piui toq 'nfiz ajspuaqaq ap joiaoueg
UO fBAraJOd UBAJBBM *uoMnojjo3 uftz
tooi oip 'uatiaji as^ug zap zaszaaq
op -jnqjjv Sujuox uba wappu oq T
Met een 10-mijlsvaart huiswaarts.
stóat hem. Zo zullen ze allen, opgeknapt,
schoon en uitgeslapen weer aan wal step
pen. Zover is het nog niet. Ook het schip
krijgt een nieuw pakje aan. De matten
van de schippershut worden geklopt, de
zeillinnen hoezen, die over het trijp van
de banken hangen, worden opgevouwen.
In de machinekamer verft men de deu
ren en al het koper wordt gepoetst,
Tien mijl per uur. Het is een hele snel
heid. Nu het vissen achter de rug is, kan
een hele tijd als je ervoor staat. Dinsdag
middag omstreeks 4 uur zal de „Allen
Water" binnenstomen. Donderdag om 4
uur is het dan weer „alle hens aan dek
en ligt de trawler weer klaar voor een
nieuwe reis.
Een reis om haring dan- Voor het zover
is. eerst twee dagen naar moeder de vrouw
en de kinderen weer eens zien.
Stomen meester, stomen; haal uit de
machine wat er in zit. We gaan naar huis.
De t>is wordt in de bakken geladen.
T7"ervang elk paar woorden door één
woord, dat de betekenis van beide
woorden weergeeft. De beginletters van de
nieuwe woorden vormen van boven naar
beneden gelezen een zegswijze.
I. Lichaamsdeel—oude maatstaf.
2. Speelkaarteenheid van het oude
gewicht.
3. Keurigstrikwerk met mazen.
4. Hansworst—strozak.
5. Vis—koemestvocht.
6. Toverwoord: open uEgyptisch
oliezaad.
7. Grap—klein blijspel.
8. Afdeling ener dierklasse—ridder
teken.
9. Zeekwaleen der drie Gorgonen
(Myth.).
10. Verzending—krijgstocht.
II. Zelfkant—Spaans paardje.
Oplossingen van deze puzzle moeter
uiterlijk Donderdag as in ons bezit zijn
Voor goede oplossingen worden eer prijs
van f 5 en twee van 2.50 beschikbaar
gesteld Op het adres vermelde men
Puzzlerubriek. Over deze rubriek wordt
niet gecorrespondeerd-
Oplossing kruiswoord-puzzle
Horizontaal: 1. Stompzinnig. 10. Troep.
11 Moede. 12. Reis. 14. Krop 15. Ant. 16.
Lak. 18. Oor. 19. F.s. 20 Beter. 22. Meester.
24. Snoek. 25. P.s. 26 Ara. 28. Sen. 29. Ree.
30. Aard. 32. Doge. 33. Tanen. 34. Nader.
35. Stoelengeld.
Verticaal: 1. Strafplaats. 2. Trens. 3.
Ooit. 4. Mes. 5. P.p. 6. Nok 7. Nero. 8.
Idool. 9. Gepresseerd. 13. Fatsoen. 16.
Leens. 17. Keten. 20. Bes. 21. Rek. 23.
Graat. 25. Pegel. 27. Arno. 29. Rode. 31
Dee. 32. Dag. 34. N.n.
- J
T)E RIJKE KONING CROESUS, die zijn beeltenis op goud-
XJ stukken van gelijk gewicht en gelijke afmeting liet slaan,
en daarmee, voor het eerst in de geschiedenis, de munt in
voerde, was de laatste heerser over een onafhankelijk Lydië.
Een nieuwe macht op het wereldtoneel, de Perzen, viel zijn
rijk uit het Oosten aan. Croesus' legers werden vernietigd. De
koning zelf zocht de dood in de vlammen, maar Perzische
•oldaten drongen het paleis binnen en doofden het vuur. -
Op de linker afbeelding kan men zien hoe Croesus de wereld
«en lesje in hoffelijkheid heeft nagelaten, door de slaaf, die de
brandstapel op zijn bevel aansteekt, door het uitknijpen van
een spons bovenJzijn hoofd tegen'de hitte te beschermen. De
Perzische overwinnaar, Cyrue, heeft overigens niet minder
hoffelijk gehandeld en Croesus in welstand laten verder leven.
Wie waren deze Perzen Het was een krachtig volk van
landbouwers van Indogermaanse oorsprong. Hun oorspronke
lijke godsdienst, een eenvoudige vorm van het veelgodendom
der Ariërs van Voor-Indië, werd door de grote godsdienst'
hervormer Zarathoestra in een streng en meeslepend een-
godendom herschapen. Ahoera Mazda is de nieuwe Perzische
naam voor de Schepper en Almachtige, de God Van al wat
goed en licht is. Ahriman, „niets dan dood en duisternis" heeft
hij tot tegenhanger. Deze wereld is het strijdperk van goed
en kwaad, van licht en donker. Die worsteling zal doorgaan tot
Ahriman tenslotte geketend zal zijn. „Iedere man bepale zijn
keus" (tussen Ahoera Mazda en Ahriman) zegt Zarathoestra
ergens volgens de heilige boeken, die door zijn aanhangers in
de Avesta zijn verenigd. Zelfs tegenwoordig leven er nog aan
hangers van Zarathoestra. Hun aantal wordt op enkele hon
derdduizenden geschat. Zij wonen voornamelijk in India. De
Avesta jg hun Bijbel.
Cyrus was de grootste der Perzische koningen, uitermate
bekwaam en gloeiend van geestdrift voor Zarathoestra's gods
dienst. Nadat hij Lydië onder zijn macht had gebracht, bev:
de hij de andere landen van het nabije Oosten^van her~gabv-
lonische juk. In welke bronnen der-^ëschïedschrijying men
ook over Cyrus leest, overal besluistert men een ondertoon
van diepe bewondering. Hij behoort tot de grote veroveraars
wier naam voor vele geslachten een legende is geworden.
/~VP de eeuwenoude karavaanweg, die van Peiping
naar het zoutmeer v&n Koko Nor voert, begaven
zich te voet. te paard, in wagens talloze mensen
naar het dorpje Kwan Fei Al die mensen waren
zieken: kreupelen, lammen, blinden, bezetenen,
kortom een stoet, zoals Dante die in zijn Hel
beschrijft. Dag en nacht bewoog die stoet zich als
een reusachtige grijze slang in de richting van
Kwan Fei, een dorp in een eenzaam berggebied,
slechts enkele hutten groot. Met een auto heeft men
langs de met sneeuw bedekte weg, die vol gaten
zit en hier en daar geheel zoek is. die weg, welke
over bergen en door dalen gaat. door steppen,
moerassen en dichte wouden loopt, ruim tachtig
uren nodig om de. afstand van Peiping naar Kwan
Fei af te leggen. Doch deze „snelle" verbinding
is slechts weggelegd voor de beter gesitueerden,
de anderen zijn minstens vier a zes weken onderweg
eer zij het doel bereiken.
Wat drijft dit leger van narigheid midden in de
winter er toe deze mars te maken? Wat doet deze
mensen koude, stormen, honger en ellende trot
seren? Het is de hoop onder de zegenende handen
van Ho Sen weer ziende te worden, zijn krukken te
kunnen wegwerpen, na verlamming weer te kunnen
gaan, van doof horende te worden. Want bliksem
snel heeft zich zelfs in de meest afgelegen gebieden
van de Aziatische wereld de mare verspreid, dat de
heilige Lama Ho Sen uit het eerwaardige Tibetaanse
klooster „Zeven en zeventig treden" van zijn hemel
hoge bergen is afgedaald om de kranke mensheid
genezing te brengen. De zieke, die hij aanraakt,
is zijn pijnen kwijt en binnen enkele dagen is hij
volkomen genezen.
Men vertelde, dat, toen de Lama, die op de
doorreis naar Peiping in Kwan Fei rust hield, hem
in de droom de gestorven Dalai Lama was ver
schenen. die hem had bevolen daar ter plaatse een
tempel op te richten, omdat Boeddha op zijn om
zwervingen daar vele eeuwen geleden ook gerust
had. Hij moest de zieken zegenen en zodoende
genezen om met hetgeen zij hem schonken de gelden
bijeen te brengen nodig voor de bouw van de
tempel. Ho Sen ontwaakte ontsteld, doch bewaarde
het geheim, dat hem in zijn droom was geopenbaard
in zijn ziel. want hij kon niet geloven, dat hij.
nederige kloosterling, zo zeer begenadigd was. De
droom herhaalde zich echter ook in de volgende
nachten en Ho Sen volgde zijn roeping.
Tot zover hetgeen de gelovigen vertelden, die er
nog aan toevoegden, dat de Lama sindsdien honder
den, ja duizenden zieken van hun lijden had bevrijd,
alleen door zijn handen zegenend boven hen te
houden. Zodoende is de roem van Ho Sen tot in
de uiterste hoeken van China doorgedrongen. En
uit alle windstreken stromen lijdenden naar deze
bron van heil. Hen volgden avonturiers en rovers,
die zich nu eenmaal overal bevinden, waar het in
troebel water goed vissen is. maar ook op zaken
doen beluste handelaars, die goedkope artikelen en
levensmiddelen aan de man trachtten te brengen.
Toen wij te Sjanghai voor het eerst iets over
Kwan Fei vernamen, dachten wij eerst met een
grove vorm van bedrog te doen te hebben. De
inlichtingen, di^ wij kregen, waren echter zodanig,
dat ook wij nieuwsgierig werden.
In gezelschap van twee artsen, de doctoren Wings
en Derham. die deze wonderlijke ..collega" wel eens
wilden zien en de als tolk d enende Chinese geleerde
Ma Yoen, startte ik in een met koffers en benzine-
blikken vol geladen auto. Wij reden eerst naar
Peiping en vandaar ging de tocht in een stuk
door naar Kwan Fei.
Tentenstad in het gebergte
Waar een paar maanden geleden nog slechts
een paar armoedige eenzame boerenhuisjes
hadden gestaan, zagen wij nu honderden tenten
en houten loodsen, waarin duizenden mensen
huisden. Handelaars hadden een soort van
bazar ingericht, gaarkeukens werkten op volle
toeren, bedelaars liepen overal rond, aan alle
kanten werd getimmerd aan nieuwe huisjes en
winkels. Wij werkten ons met moeite door de
mensenmassa heen en bereikten een met
hekken afgesloten ruimte, waarin zich zoveel
wachtende zieken bevonden, dat verder gaan
onmogelijk leek. Buiten de hekken lagen
honderden en nog eens Jlonderden zieken op
de grond.
Ma Yoen slaagde er tenslotte in ons in relatie
te brengen met het dorpshoofd, dat met zijn
zonen en verwanten een soort van lijfwacht
voor de Lama vormde. Nadat wij hem enige
zilveren munten hadden gegeven, brachten zij
ons in de enige kamer van het boerenhuis,
welke de Lama tot woon- en ontvangvertrek
diende.
Door het met geolied papier dichtgeplakte
venster drong een schemerig daglicht naar
binnen. Een mager, kaal mannetje, in een lang
geel gewaad zat voor een-houten altaar, waarop
een eeuwige lamp brandde. Zijn gezicht was
edel. echter vol rimpels, zijn spleetogen keken
ons zonder uitdrukking aan. Ma Yoen boog
diep. ratelde in razend snel tempo een aantal
voor ons onverstaanbare woorden tegen de
roerloze Lama. doch deze gaf geen antwoord.
Ma Yoen liet zich niet afschrikken. Hij bleef
maar snel doorpraten tegen de monnik, wiens
dunne vingers onophoudelijk met een rozen
krans speelden.
Opeens bewogen zich de bloedeloze lippen van de
Lama. enige woorden klonken in onze oren. Ma
Yoen werd doodsbleek, keek ons wbedend aan,
hijgde diep en rende naar buiten. Daar de Lama
zijn ogen had gesloten, stond er voor ons niets
anders op. dan het veld te ruimen. Buiten leunde
Ma Yoen tegen de lemen wand van het huis, hij
was helemaal overstuur. Ik gaf hem een slok rum.
Zijn tanden klapperden, zijn pols klopte wild. Wij
namen hem in ons midden en ijlden naar de auto
Na enige minuten stil op de achterbank te hebben
gelegen, voelde Ma Yoen zich in zoverre beter,
dat hij kon praten Hij deed moeite te glimlachen.
Nu. oude jongen, wat scheelt er aan? vroeg
doctor Derham.
Ma Yoen greep nogmaals naar de rumfles, nam
een stevige slok en antwoordde:
U weet. doctor, dat ik in Oxford heb gestudeerd
en jarenlang te New York heb gewoond. Ik ben
een Christen en naar ik meen een modern mens
Toch had ik bijna een beroerte gekregen, toen de
Lama .op mijn vraag of hij ons het een en ander
over zijn roeping wilde mededelen, mij nauwelijks
hoorbaar toefluisterde: „U zult weldra alles weten!"
Dat betekent namelijk in het Chinese spraakgebruik,
dat ik weldra bij de goden zou zijn en dan geen last
meer zou hebben van nieuwsgierigheid
Ma Yoen zweeg even.
Nu kan ik er natuurlijk om lachen, maar ik
moet toegeven, dat ik een ogenblik diep onder de
indruk was, want de monnik had met grote stellig
heid mijn dood aangekondigd.
De terugreis
Om Ma Yoen wat op te vrolijken begonnen wij
maar moppen te tappen. Toen mengden wij ons
onder de zieken om gegevens te verzamelen. Ieder
een wist ons over de wonderlijkste genezingen
allerlei bijzonderheden te geven, doch niemand had
zelf iets dergelijks beleefd. De genezenen moesten
het kamp reeds hebben verlaten en wij hadden
slechts met nieuw aangekomenen te doen gehad
Na twee dagen in het kamp te hebben vertoefd,
kwamen wij in contact met een groep mensen, die
beweerden te zijn genezen van boze zweren en
verlammingen. Het waren sluwe boeren en kinder
lijke koelies aan wier goedgelovigheid niet viel te
twijfelen, of ze echter tot juist oordelen bevoegd
waren viel ten zeerste te betwijfelen.
Wij kwamen tot de conclusie, dat de genezingen,
voor zover zij er inderdaad waren, toe te schrijven
waren aan suggestie.
Daar wij niets wijzer werden, ondernamen wij
op de derde dag de terugreis. Ongeveer honderd
mijlen van Peiping ontmoetten wij een troep ge
wapende ruiters. Zonder van te voren te waar
schuwen begonnen zij te vuren. Kogels floten ons
om de oren, de voorruit van onze auto werd in
splinters geschoten, een voorband sprong met een
luide knal uiteen. Wij trokkefr onze brownings en
beantwoordden het vuur. Toen wij een paar paarden
en drie bandieten hadden aangeschoten, trok de
bende al.
Wij zaten enige seconden van schrik verlamd
In de wagen Toen kwam doctor Derham als eerste
tot zichzelf en riep de achter het stuur zittende
Ma Yoen toe:
Vooruit kerel! Vol gas! Ze kunnen elk ogenblik
terugkomen!
Maar Ma Yoen verroerde zich niet. Een dun
straaltje bloed siepelde uit zijn slaap en zijn
gebroken ogen staarden strak naar de loodgrijze
Chinese hemel, welks oude goden tot zijn dood
hadden besloten
Op de eeuwenoude karavaanweg begaven zich
talloze mensen naar het dorpje Rtnan Fei.
Baas boven baas.'
T^OEN op 27 Juni 1296 bij Mulderberg de
x Hollandse Graaf Floris V door enige
LETTERKUNDIGE KRONIEK
u was nauw
HSs, want
t dochter van
Gijsbrecht
stel. Herman van Woerden en Gerard van
Velzen, was vermoord, werd zijn zoon als
Jan I, Graaf van Holland en Zeeland.
Jan I was opgevoed aan het Engelse Hóf
en reeds in 1285 was besloten tot een
huwelijk van Jan I met Elizabeth, dochter
van Engelands Koning Eduard I.
Na Floris' dood werd op 7 Januari 1297
het huwelijk te Ipswich gesloten en Jan I
keerde daarna terug naar Holland, waar
hij sterk onder de invloed geraakte van
Renesse en Wolfert van Borsele. Na de
moord op laatstgenoemde, bestuurde Jan
van Avesnes, Graaf van Henegouwen, het
land.
Jan I overleed 10 November 1299 kinder
loos en werd te Rijnsburg begraven.
Met hem daalde de laatste Graaf uit het
Hollandse Huis ten grave.
De zoéven genoemde Jan van Avesfnes,
die het bestuur over het land reeds waar
nam. volgde hem op als Jan II van
Avesnes, graaf van Henegouwen, Holland
en Zeeland. Deze Jan II was dus de eer
ste Graaf uit het Huis Henei
onze gewesten regeerde. Hij
verwant aan het Hollandse
Floris IV, Graaf van Holland. Na dé dood
van Floris V kwam hij in ons land en
werd te Geertruidenberg, Dordrecht en
Delft met gejuich begroet. Hij zocht er
de orde te herstellen en verdreef de Vla
mingen uit Zeeland met de bedoeling zich
meester te maken van het bewind. Toen
Jan I echter uit Engeland terugkeerde,
trok hij zich in Henegouwen terug. Na de
gewelddadige dood van Wolfert van Bor
sele. vertrouwensman Van Jan I, ontbood
Jan I Jan van Avesnes en benoemde hem
tot raadsman, terwijl de Graaf zich onder
zijn toezicht stelde. Jan van Avesnes werd
toen zelfs door zijn zwakke neef met de
gehele regering over Holland en Zeeland
belast. Streng trad hij op tegen de moor
denaars van Floris V, maar overigens
trachtte hij de steun te verkrijgen van de
edelen zowel als van de steden.
Na de dood van Jan I werd hij dan ook
algemeen erkend als Graaf van Holland
en Zeeland. Keizer Albrecht van Duits
land betwistte hem evenwel de grafelijk
heid en kwam in oorlog met hem. De Kei
zer zocht o.a. steun bij Vlaanderen. Luik.
alsmede bij de nog steeds ontevreden
edelen in Zeeland, die onder leiding ston
den van de Renesses. Albrecht was ech
ter bang voor Jans leger en schijnt hem
door de bemiddeling van Frankrijk ten
slotte te hebben beleend met het graaf-
De Graaf van Vlaanderen zette
de strijd krachtig voort in Zee-
Namen, gesteund
Vlaanderen streed
t leger van Jan II. dat werd aan-
dopr diens zoon Willem van Qos-
Vooral ging de strijd om het be
zit van Zierikzee. Jan II had geen succes:
wam aan Vlaanderen
Bovendien viel Jan van Brabant Zuid
de Vlamingen deden een
inval in het Noorden. In 1304 keerde ech
tte van Haemstede ver-
bij het Manpad en een
vloot van Jan II vernietigde de Vlaamse
Tu "kon Jan II Zee-
verdronk
van Graaf Jan II
(22 Augustus 1304) werd de rust hersteld.
Tijdens de veldtocht in Italië werden honderden onvervangbare
boeken van het klooster Monte Cassino zwaar beschadigd. M<
heeft deze boeken naar het zogenaamde „boekenhospitaal"
Rome gebracht, waar zij worden hersteld en weer leesbaar ge
maakt. Een van de kostbaarste werken, dat dit instituut onder
banden heeft genomen, was een met de hand geschreven wetboek
van keizer Justinianus uit de zesde eeuw. Dit manuscript, dat vrij
wel onleesbaar was geworden is langs scheikundige weg wi
leesbaar gemaakt.
Wat menigeen niet weet
Een eitje van een bijenkoningin weegt
i. 0,15 mg. In een jaar legt een bijen
koningin ca. 20.000 van dergelijke eitjes.
„"TEN MACHTIGE, diep ontroerende tra-
gedie". schreef de New York Post over
.Castle in the Sand" van Jan Valtrn. die
een paar jaar geleden in de Ver. Staten
debuteerde met een opzienbarende auto
biografie. „Out of Night".
Onder de titel „In de greep der bescha
ving" .Castle in the Sand" klinkt wel véél
suggestiever^) is de roman, een zeer om
vangrijke. in een vertaling van D. van der
Uitgeverij Born te Assen
verschenen.
„Dit epos overtreft elke verwachting",
luidt het oordeel van een andere, in Wash
ington verschijnende krant. En de zeer ge
zaghebbende New York Times, die zich de
weelde permitteert, er vakkundige critici
op na te houden, schreeuwt het weliswaar
niet van de daken, maar vat zijn oordeel
dan toch samen in het loffelijke getuig
schrift. dat „Castle in the
tervolging. een tedere
geschiedenis, een huldebetuiging aan de
moed van twee mensen". En het blad
voegt er aan toe. dat het boek „tegelijk een
uitdaging, een beschuldiging en een aan
sporing" is.
Méér dan reusachtige Amerikaanse op-
lage-cijfers bewijzen zulke critieken. dat
de roman van Jan Valtin een werk van
belang is. En daarom aarzelt een Neder-
ise criticus, er iets anders van te zeg-
En toch moet dat. want het Ameri
kaanse boekwezen is zo gecommerciali
seerd. dat zelfs recensenten van voorname
kranten de neiging hebben, best sellers te
overschatten. Wat niet wegneemt, dat
Castle in the Sand" zeer goede kwalitei
ten heeft, meer als warm pleidooi voor
de statenlozen. de ontwortelden in een
wereld, die van de naties „exclusieve
clubs" heeft gemaakt, de daklozen, de
zwervers, die zich als ratten in schepen
verbergen en nergens toevlucht vinden,
dan als litterair werk. dat de lezer ver
heft. Het boek wekt déérnis. het is ook een
aanklacht tegen rigoureuze ti
als warm-lopen
maatschappelijke overtuiging óók
verheffend, maar niet blijvend, want de
problemen, waarvoor zo'n boek ons
stelt, zijn niet blijvend. Het licht, dat op
die problemen wordt geworpen, is boven-
niet penetrant, terwijl
ventioneel is. Maar het verhaal van
het gevluchte slachtoffer van de nazi's
Daniel Braun en zijn Vlaamse levensge-
INTELLIGENTIE
TEST
deze dagen, nil de Ronde Tafel Con
ferentie ten einde loopt, bekruipt ons
de begeerte te weten, wat een al dan niet
ronde tafel eigenlijk nog meer voor be
tekenissen kan hebben:
1. Wie waren de ridders van de ronde
tafel?
2. Wat is een tafeldans?
3. Wat verstaat men onder een tafel-
land?
4. Waar bestond een Magnaten-tafel?
5. Wat verstaat men in Vlaanderen
onder een tafellier?
„TT"ENTERING" van Truus Gerhardt is een gedicht, dat eigenlijk geen commentaar
behoeft, zozeer kent iedere lezer uit eigen ervaring de neerslachtigheid bij het
naderen van het winterseizoen. Maar juist wanneer het gedicht aan ons vermogen
tot inleven geen moeilijkheden in de weg stelt, doordat de stemming ons zo ver
trouwd is, kan het zijn nut hebben, zich af te vragen op welke wijze de stemming
nu eigenlijk gesuggereerd wordt.
Opmerkelijk is dan in de eerste plaats de schildering door middel van bijvoeglijke
naamwoorden: het beroofde land; een dunne regen; de uitgedoofde lucht. Men zou
deze reeks gemakkelijk kunnen uitbreiden, doch ook zo is^iet voldoende om duide
lijk te maken, dat de bijvoeglijke woorden om hun beeldende kracht
Wie het gedicht echter hardop leest, zal ogenblikkelijk ontdekken, dat
nog weer aanzienlijk versterkt wordt door de klank. Door hun herhaling treden
hier de oo-, ui- en o-klanken op de voorgrond en ze geven aan het algemene klank
beeld de donkere kleur, die door de stemming geëist wordt.
Ook de versbeweging is zwaar, mat, een gevolg, onder meer, van de
neiging om de zwaarste accenten aan het begin van de zin te plaatsen.
Men vergelijke maar eens: „Verloren hoeven dromen droefgééstig onder stervend
„Droelgèéstig
KENTERING
neerd. En iets wat wél van alle tijden is.
en dat daarom de roman toch litterair
cachet geeft en hem boven het rumoer van
deze tijd uit heft. is: de levensmoed d;e
de twee figuren bezielt en die op de lezer
overslaat als hij gespannen de hero«sche
pogingen .van de beide mensen om zich
illegaal W handhaven volgen. Zij lijden
met al hun heldhaftigheid en idealisme,
hun onbedorven moraal en hun magnifiek
uithoudingsvermogen, hun natuurlijk en
sterk instinct tot lijfsbehoud, weliswaar
een smadelijke nederlaag, maar ten ge
volge van een
»r in België va
die domheid i
Die tragische c
gevloeid uit enig!
Katrina begaat n
Amerika een goed bestaan heeft opge
bouwd. de domheid om zich te ir
voor een erfenis, die haar in 1
rechtswege toekomt. Niet
litterair lakenswaardig, maar. de truc,
waarmee de auteur de rechtsgronden heeft
ontwikkeld in een onzinnig romantische
alinea over een weesmeisje (Katrina).
dat door de moeder van het weeshuis uit
geleverd is aan een verdacht huis, teza
men met het restant van wat de ouders
het kind hadden nagelaten. De schrijver
zat hier met de moeilijkheid, dat Katrina
en Daniel beiden helemaal geen familie
meer mochten hebben, dat zij volkomen
„seul au monde" moesten zijn. Vandaar
de romantische truc. die te gek is voor
deze eeuw.
Het zou de moeite niet waard zijn. over
zo'n bijkomstigheid te klagen, maar de ro
man heeft meer van zulke smetten, 't gaat
er wel eens al te bont in toe. Jan Valtin
voortdurend bang. dat hij geen kleur
oeg op z'n palet zou hebben. Vandaar
ook dat hij een geboorte, een heel nor
male geboorte, tot in bijzonderheden
nauwkeurig heeft beschreven. Sensatie-
zuchtig. Volkomen onnodig.
t Is ook jammer, dat hij niets van be
tekenis heeft kunnen doen met de reli
gieuze inslag, die hij Katrina meegaf en
waarvan ook Daniel op Kerstavond iets
meekrijgt. Het thema van deze godvruch
tigheid heeft hij al te gemakkelijk los ge-
onder stervend lover".
In het laatste geval krij
gen we een veel sterker
dalende zinsmelodie, alweer;
uitdrukking van de neer
slachtigheid.
Noteren we bovendien,
dat Jn de laatste regel de
ver*eweging pittiger wordt:
een geslaagde afsluiting,
waardoor tevens het uitzicht
oogst is lang geborgen: op 't beroofde
d ligt grauw de treurnis om vervlogen zomer.
zoen, dat misschien wel bar,
maar in ieder geval heider-
De
Een dunne regen druilt uit d' uitgedoofd
lucht afwezig neer. Droefgeestig dromen
verloren hoeven onder stervend lover
en somber staren in de natte tuinen
de donk're ddhlia's; de laatste kleuren doven.
Eenzelvig momp'lend dwaalt door de olmenkruinen
een moede wind. die langzaam ze ontbladert
Reeds trekken 's nachts de wilde ganzen over:
De zorgeloze dagen zijn voorbij: De winter nadert.
dagen van de kentering. Uit: Laagland
TRUUS GERHARDT
(ge b. 1899).
Maar.
W. WAGENER.
DE natuurlijke straf voor luiheid is ver
veling.
De baby en de moderne
techniek
Dank zij een nieuwe Ameri.
kaanse uitvinding kunnen baby's
in de V.S. automatisch hun ouders
waarschuwen, wanneer zy een
schone luier nodig hebben, en de
melk opzetten als zij midden in de
nacht van honger en dorst gaan
schreejiwen.
In een nieuw soort luier zijn
twee thermosplaatjes aangebracht,
die uiterst gevoelig zijn voor vocht.
Zodra de vochtigheidsgraad stijgt,
wordt een contact tot stand ge
bracht, waardoor een neonlicht
boven de wieg begjnt te branden
Wanneer de baby van honger
gaat schreeuwen, wordt het geluid
in een microfoon opgevangen, die
contact maakt en een electrische
spoel aan het gloeien brengt, waar-
door een flesje melk gewarmd
wordt. Heeft de melk de vereiste
temperatuur bereikt, dan güat
een wekker af, waarvan het geluid
na korte tijd door een microfoon
versterkt wordt. Deze uitmndingen
zijn gedaan in een laboratorium
te Washington, waar verscheidene
jonge vaders werken, die de lasten
van het ouderschap trachten te
verlichten.
Mijn hemel, wat was ik vandaag
ongelukkig bij de rennen, ik verloor
maar eventjes oüftig pop.'
Nu, dat is een heel bedrag!
Ja, en het ergste is, dat nummer één
m\jn paard was!