aUP s S iète Van dood tot dageraad DE DOOD VAN Dr LEIDEKKER Het verhaal van de mensheid PRILLE GBILLEN KNÈTfERPRfT m KNUTSELPUZZLfc DAN NAAR. B&D.' De beurs m betere stemming PANDA EN DE MEESTER-GELEERDE Het o EDICHT TWEE „KORTSLUITINGEN" VAN ONZE SCHAAKREDACTEUR In het kampioenschap van Rotterdam andse-nieuwe Kruiswoordpuzzle Wat een kaartverdeling al niet kan doen Een strop voor een stroper, redding voor een haasje Veren voor Shawani en een appel voor Gert Puzzle-dier Een pauw AS Ha Ha Was je eigen truitje Droog het over een vorm gmtm NIET zuchtende... !Sr Duitse kunstschatten naar Amsterdam Effecten en Geldmarkt Dank zij gunstigèr aspecten in Indonesië Bemoedigende cijfers van de week ZATERDAG 3 JUNI 1950. TAe wedstrijden om de persoonlijke kam- pioenschappen 1950 van de Rotterdam. «e Schaakbond zijn dit jaar dank zij een soepeler en aantrekkelijker wedstrijd- reglementering kwantitatief en kwali tatief sterker bezet dan in de afgelopen jaren het geval was. Vooral in de hoofd groepen is J vallend. zeer goede bezetting op- Deze derde mogelijkheid is eveneens on voldoende. 11. Dg4c4 zwart geeft het op. 3. Wit: C. J. R. Sammelius De strijd in de allerhoogste groep, waar de titel van kampioen R.S.B 1950 de in zet vormt, is na zes ronden zijn hoogte punt genaderd. De stand is mede door het groot aantal nog niet beëindigde partijen vrij onoverzichtelijk, doch laat wel enige ruimte voor een kansenbepaling. Voorlopig hebben sich vier spelers naar voren gewerkt, die een gooi naar de be geerde titel doen. Van deze vier 6pelers heeft de talentvolle Kralingenaar D 'tHart ongetwijfeld de beste kansen. Hij heeft de zeer fraaie score van 5 uit 6 (zijn emge nederlaag leed hij tegen de hekkensluiter!), doch er wacht hem nog een vrij zwaar programma Na hem dient zijn clubgenoot C. J. R. Sammelius te worden genoemd Weliswaar heeft deze .slechts" 2' uit 4 (of laten we liever zeg gen 3' j uit 5. want zijn afgebroken partij staat duidelijk gewonnen) doch hij heeft het voordeel zijn drie ernstigste candida- ten reeds te hebben ontmoet. Dr K. M Bergsma heeft na een ^wak begin zich met drie opeenvolgende over winningen bij de koplopers gevoegd en staat, met 4 uit 6. gereed van het falen der beide Kralingse spelers ogenblikkelijk te profiteren Als vierde candidaat dient zich schrijver dezes aan. die met 3 uit 4 en twee afge broken partijen te schatten op 4 uit 6 De laatste drie ronden zullen nog menig spannend moment te zien geven! Hieronder twee kortsluitingen van uw redacteur. 1. Wit: Chr. Vlagsma. Zwart: W. de Kwant Siciliaans. aan speelruimte: 1. e2e4 c7c5 2. Pgl—f3 e7e6 3. d2d4 c5Xd4 4. Pf3Xd4 Pg8—f0 5 Pbl—c3 Lf8b4 6 e4e5! Dit sterkste antwoord op de door zwart gekozen opbouw is gebaseerd op het feit. dat thans 6Da5 slecht is wegens 7 eXfgi. LXc3f. 8. bXC3. DXC3t 9 Dd2i, DXal. 10. c3. Dbl, 11. Ld3. Db6. 12. La3! en wit heeft voor de kwaliteit een winnende Zwart: Chr. Vlagsma. Spaans. 1. e2—e4 e7—e5 2. Pgl—f3 Pb8c6 3. Lflb5 Pg8f6 4- - 0-0 Lf8c5 5. c2c3 Pf6Xe4? Veel te optimistisch gespeeld. Juist was 5 6. <14. LbB! en wit bereikt geen voordeel. b.v. 7 Tel. d6. enz., of 7. LXC6. dXcfl. 8. PXe5. PXe4. enz. of 7 Lg5. h6!. 8. LXf0. DXfö. 9. LXC0. DXcö' 10. PXe4. enz. 6. d2—d4 e5Xd4 7- «3Xd4 Lc5—e7 8. d4d5! Pc0b8 Ddld4! Pe4f6 Zwart heeft een pion meer doch heeft een gevoelige achterstand in ontwikkeling benevens gebrek aan - staat belangrijk beter. 10. Pbl—c3 o-O 11. Lcl-r-g5 d7—d0 12. Tfl—ell Dreigt o.m. stuk winst met 13. De3 enz. 12h7—h6 Een noodzakelijke verzwakking. Op on middellijk 12C0 is 13. Ld3 zeer sterk, omdat 13PXd5 faalt op 14. Dh4! enz. Met de tekstzet wordt wit ge dwongen dit belangrijke veld met de Loper te bezetten. 13. Lg5-h4 c7c6 Nu is 14. Ld3 niet goed Wegens 14 PXd5! en zwart komt de narigheden te boven. b.v. 15. LXe7. PXe7. 10. De4. Pg6 enz., of 15 PXd5. LXh4. 10. De4 f5! enz. of 15. De4. f5. 16. LXe7, fXe4, enz. WU wit profijt trekken van zijn betere ontwikke ling. dan moet hij een offerspelletje be ginnen en dit gebeurt dan ook prompt! 14 TelXe7! Een zeer kansrijke offercombinatie, die zwart tot de allergrootste voorzichtigheid dwingt. 14. Dd8Xe7 De7d8 Ddl—g4 Lfl—d3! Pf6d5 Ke8f8 In. dwtheoriéboeken wordt aangegeven 8. Ld2.»»Xc3. 9. bXc3. Le7, 10. Ld3. d6. 11. f4 met iets beter spel voor wit. De tekst zet een theoretisch nieuwtje is ster ker en stelt zwart voor problemen. 8Dd8a5 Het voor de hand liggende 8 PXc3? faalt op 9. PXeOj!. dXe6, 10. DXb4t gevolgd door DXC3 met pion winst. Met de tekstzet, die tevens de druk tegen c3 versterkt, denkt zwart deze combinatie afdoende te hebben gepareerd. Beter is echter 8h5. 9. Df3. Pc0, enz. 9. 0—01 Pd5Xc3? Zwart valt in de gespannen valstrik en verliest een stuk. 9Pc6 was 10. Deze geniepige tussenzet heeft zwart over. zien. De aangevallen zwarte Dame moet wijken doch tevens Lb4. wegens de drei ging DXb4t en DXC3. blijven dekken. De beide mogelijkheden hiervoor falen. 10 Da4. 11. bXc3! en Lb4 staat gepend, of 10Db6, ll. Le3i, enz. 10h7h5 Dd8—d7 Tal—el 16. Pc3e4!l De moeilijk te vinden pointe van het kwaliteitsoffer: ook Lb5 wordt als ge schenk aangeboden! 16c0Xb5 Zwart moet het aangeboden geschenk wel accepteren. Anders volgt 17. pXfg-f- be nevens 18. Ld3 en zwart gaat aan de opengescheurde Koningsvleugel ten gronde. 17. Pe4Xtet g7 Xf6?T Ten tweede male speelt zwart te optimis tisch en ditmaal is het zijn ondergang. De enige redding bestond in 17...Kh8! waarna wit niets beters heeft dan met 18. Ph7, f6. 19 PXf8 het geofferde materiaal terug te veroveren en een ongeveer ge lijke stelling te krijgen. Na de tekstzet voltrekt wit het vonnis! 18. Uh4Xf6 19. Pel—e4! Eenvoudig doch ijzersterk! Wit dreigt Te4h4Xh6h8 mat en hiertegen is wei nig te bedenken. Een redding lijkt 19 Te8 om na 20. Th4, Df5! (met matdreiging op bl) 21. h3. Pd7! enz.. Lf6 onschadelijk te maken, doch dit plan faalt op de vol gende duivelse combinatie: 19Te8 20. De3!!!!l TXe4. 21. DXhBl.met mat. 19Dd7—f5 Pent Te4 doch hierin is voorzien! 20. Pf3h4! Kg8h7 De aangevallen Dame mocht niet wijken. b.v. 20Dh7. 21. Tg4t enz., of 20Dd7, 21. Dd3! dreigend Dg3t en mat. 21. Ph4Xf5 Lc8Xf5 22. Te4h4! Zwart geeft op; het mat is onafwendbaar. Een zeer interessante partij. CHR. VLAGSMA. Horizontaal: 1. Kam. om in het haar te dragen. 6. Elk. 11. Op geen plaats. 27. Idem (afk.). 18. Tijdrekening. 19. Beschei den. 21. Water in Zuid Holland. 22. In op richting (afk.). 23. Hakkenei. 26. Erken nen dat iets aan iemand toebehoort. 29. Zekere taaie aardsoort. 30. Spil van een wiel. 31. Bijl met lange steel. 33. Voor naamwoord. 341 Kist van latwerk. 35. Gaaf. 36 Lengtehiaat. 37. Meisjesnaam. 39. Namelijk (afk.). 41. Insectenetend zoog dier 43. Zijtak Donau. 44. De tanden tril lend op elkaar klappen. 45. Dorp in Over- ijsel, gemeente Gramsbergen. 46. Van het teken af te herhalen (afk. muz.). 48. Voor zetsel. 49. Dorp in Groningen. 52. God v. d. dondet (Germ. Myth.). 54. En dergelijke (afk.). 55. Schuurmiddel. 57. Schraal. 58. Telwoord. 59. Gebod. 60. Voorzetsel. 61. Telwoord. 62. Soort onderwijs (afk.). 63. Zeker kaartspel. 65 Langzaam (muz.). 67. 9 Slede. 70. Ais 48 hor. 71. Laagvlakte. 73. Gemalin van een groothertog. 81. Vaar wel 83 Stad in Duitsland. 85. Moeder. 86. Als 52 hor. 87. Voegwoord. 88. Een der twaalf zonen van Jacob. 89. Foto. 91. Wel aan 93. Wandversiering. 94. Lidwoord (Fr.j. 95. Hoek- of wandpijler. 96. Winst verkregen door industrie. 99. Bewoner» van een eiland. 102. Bijwoord. 103. Echt genoot. 104. Doen of iemand er niet 1». 107. Onheilaanbrengende godin (Gr, v Myth.). 108. Afkorting voor nikkèl, 109. Zijtak Donau. 110. Leermeester in de taal. 111. Stadje in België. Verticaal: 1. Klein soort paard. 2. In de adelstahd verheffen. 3. Voorschrift. 4. Metalen haak. 5. Voorzetsel. 6. Euro peaan. 7. Als 54 hor. 8. Iemand, die een huis dekt met riet. pannen, enz. 9. Als 102 hor. 10. Kikkereieren. 12. Ieder. 13. Houten hand-egge. 14. Soort. 15. Omklin ken. 16. Dorp In Noord Brabant bij Eind hoven. 19. Landtong. 20. Kleefmiddel. 24. Dorp in Noord Brabant. 25. Hoffeest. 27. Zwemvogel. 28. Iemand bespieden. 31. Vlaktemaat. 32. Sportterm. 35. Grote vis in de Noordzee. 38. Telwoord. 37. Timbre post (afk.). 38. Als 91 hor. 40. Onderricht. 42. BCTeider van leer. 47. Mond, bek. 48. Schikgodinnen (Germ. Myth.). 50 Ge meente in Noord Holland. 51. Hemelli chaam. 52. Mikpunt. 53. Koemestvocht. 56. Als 67 hor. 57. Lidwoord. 64. Baard van de walyis 66. Evenmens. 68. Lichaamsdeel. 69. Önderste deel van het aangezicht. 72. Stuk bouwland (meerv.). 74. Komvormige laagte in de Sahara. 75. Tot de (afk.). 76. Bijwoord. 77. Ingang. 78. Gezwind. 79. Af korting op telegramformulieren. 80. Kleur. 82. Dienstmeisje. 84. Bijwoord. 88. Dorp in het land van Altena aan de Maas. 90. Wig. 92. Meisjesnaam. 94. Geweven band. 95. Voorvoegsel. 96. Koor van zan gers. 97 Dof. 98. Achting. 99. Bastaarduit gang. 100. Rivier in Zwitserland. 101. Mijn heer (Eng.). 105. Geographische mijl (afk.). 106. Muzieknoot. Bij juiste oplossing leest men op de cij fers: 1. 2 3. 8. 11. 14. 17. 19. 35. 36. 37. 40. 45. 48. 52'. 57. 63. 89. 75. 77. 78. 81. 83. 84. 86. 87. 89. 95. 104. 110 een oud vaderlandse spreuk betrekking hebbende op de Hol landse Nieuwe. Oplossingen van deze puzzle moeten uiterlijk Donderdag aj. in one bezit zijn. Voor goede oplossingen worden een prijs van 5 en twee van ƒ2.50 beschikbaar gesteld. Op het adres vermelde men: Puzzlerubriek. Over deae rubriek wordt niet gecorrespondeerd. S 6 5 H 8 5 4 2 R V 10 5 2 K h 8 6 Qp een avond zat ik bij een tafeltje te kijken, waar een gewoon spelletje robberbridge werd gespeeld. N—Z stonden ver in de meerderheid en. W meende tegen mij zijn bridge-reputatie te moeten op houden met de mededeling, dat hij hele maal geen kaart kreeg en het geluk N—Z steeds mee zat Op een gegeven ogenblik kwam de volgende kaartverdeling voor: S a h 4 3 2 H h b 10 R 6 4 3 K 9 3 S 7 H a v 9 7 R h b 9 8 K v b 10 7 S v b 10 9 8 H 6 3 R a 7 K a 5 4 2 Z opende nogal optimistisch met 1 S. waarop W een doublet gaf (informatie- dubbel). N met zün sterke troefsteun en doubleton in klaveren, gaf ineens 4 S. om daardoor ook het verder bieden van W te voorkomen. W kw^m uit met K v en het contract werd gemaakt, daar N—Z alleen maar 1 K. 1 H en 1 R-slag behoefden af te geven wegens het goed zitten van H a. Onmiddellijk na afloop DDinrv ,van het 6pel kwam w I DtlIlluE M°s met de bemerking: Izie Je nu wel wat een geluk N—Z hebben. Z heeft niet eens een opening en doordat zijn partner maar even S a. h vijfmaal meebrengt en bovendien H a nog goed zit, kunnen zij het contract maken Ik had het spel goed gevolgd en kon mij niet weer houden op te merken, dat W toch ook geen slechte kaart had. wknt wanneer N en W hun kaarten verwisseld hadden. Z toch zijn 4 S zou hebben gemaakt. W be streed dit heftig, waarop ik hem zelf liet DUIZEND EN EEN PP fm* i welke kaart hij wilde uitkomen, daar de uitkomst er niets aan dojr W kwam uit met K 9 in de hoop dat de slag zou kunnen nemen en met K zou te rugkomen. waardoor W dan introefslagen kon maken. Weinig vermoedde hij. dat juist Z hem K zou laten introeven en dat dit de enige manier voor Z was om het contract te maken. Het spel verliep aldus: T^OEN de aanhangers van de Christus zich, na de kruisiging van hun Heilftnd. langzamerhand in Jeruzalem begonnen te verzamelen, werden zij dadelijk door de hoogwaardigheidsbe kleders van hun eigen land vervolgd. De Romeinse overheid echter besteedde aanvankelijk weinig aandacht aan de volge lingen van de „Nazarener". De apostelen van Jezus droegen de leer verder uit. hun leerlingen predikten op hun beurt en lang zamerhand vormden zich in alle gebieden, die onder Romeinse heerschappij stonden, gemeenten van Christenen. Toen de be ruchte keizer Nero de stad Rome in brand had laten steken, gebruikte hij de Christengemeente als zondebok. Vele Christenen werden gestenigd of voor de wilde dieren geworpen Het Romeinse volk was altijd verzot op bloeddorstige taferelen De heldenmoed echter, waarmee de belijders van het nieuwe geloof de verdrukkingen doorstonden of als martelaar stierven wekte bij velen bewondering en de christengemeenten breiddeji HANDELSRECHT VAN SPAANDER Het bekende studieboek over het Han delsrecht van mr dr M. Spaander, dat met andere leerboeken van deze schrijver tot het onverwoestbare deel van onze di dactische economische literatuur behoort, is verschenen in de 19e herziene druk. Zo'n cijfer is. de beste aanbeveling. Mr A. A Bouwman heefk de herziening, die zich tot enkele bijwerkingen beperkt, ver zorgd. Het boek geeft nog altijd in een minimaal bestek een maximum aan in lichtend rendement. P. Noordhoff N.V. te Groningen geeft het boek uit. zich steeds meer uit. Bovendien kwam het over 't algemeen slechts plaatselijk tot gewelddadigheden tegen de Christenen in die eerste tijden. Eerst veel later, toen de Christenen zozeer In aantal toenamen, dat het afzweren van de oude goden voor fle keizer, die zelf ook als god werd vereerd, onrustbarende vormen begon aan te nemen, kon van stelselmatige vervolging der christenen worden gesproken, bijv. onder de keizers Domitianus (81—96 n. Chr.) en Trajanus (98—117). Na lange perioden van betrekkelijke rust bereiken de vervolgingen onder de keizers Decius (249251) en Diocletianus (284305) hun hoogtepunt In Rome en Alexandrië hadden de christenen het bijzonder hard te verantwoorden. Eerst in 313 genoten zij volledige vrijheid in de uitoefening van hun geloof. Links: Een bekeerling van de Aposel Pauius predikt het Chris tendom te Rome. Midden: Christenvervolgingen onder Nero. Rechts: de tjTan Nero. R 8 R 9 R 10 R s S b 1. K 9 K v K h Ka nt of niet. doet niets terzake I i op de vrouw snijdt. S 7 s 5 s v K b K 6 K 2 Speelt W nu S na. dan maakt Z zelfs 5 S. door eerst alle troef er uit te halen en de rest is vrij. Speelt W harten na dan neemt Z in N met H v en speelt daarna K. die door W ingetroefd kan worden. Bij wederom na- speleh van harten neemt W met H a en speelt harten na. dan troeft Z in. haalt de ontbrekende troeven er uit en de rest is voor Z. Het contract van 4 S is dan ge maakt. Speelt W ruiten na. dan is het con tract eveneens gemaakt. JONGENSVERHALEN UIT VERRE LANDEN Verhalen over het leven van andere volken, waarbij de wildernis ter sprake komt. gaan er over het algemeen bij de jongelui als koek in. De wildernis spreekt tot het jeugdige gemoed en de avonturen, die men daar beleeft, zijn altijd de be schrijving waard. Ih de serie De Verrekijker, die uitge geven wordt door de Republiek der bet- teren te Amsterdam, zijn thans twee jon gensboeken verschenen Het ene is getiteld Angkot uit de Wildernis en behelst het verhaal van een jeugdige bewoner van de Philippijnen, die door het binnenland rondtrekt en allerlei spannende avontu ren beleeft. Het verhaal is geschreven door Lysle Carveth en vertaald door J. F. Kliphuls. Het andere boek uit deze serie heet Hosj-Ki de Navaéo-jongen. Het verplaatst de lezer naar de woestijn van Arizona, één der Noord-Amerikaanse Staten, waar een jeugdige Indiaanse Jongen met zijn ouders in een reservaat woont. Om geen analpha- beet te blijven gaat hij naar een kost school. waar hij met de blanken in aan raking komt. Zijn belevenissen daar zijn talrijk en Florence Hayes heeft er een aardig verhaal van gemaakt, dat door J F Sandfort is vertaald Oplossing van de Doorlopende Pinkster-Kruiswoordpuzzle Horizontaal: 1. Wij. Wens. En. Vrolijke 2. Salon. Eer Au Os Ap. 3. Net. Nood. Rood Demi. 4 Els. Arre. Goud El An. 5 Sint. Dal Emden. Sik. 6. Smaragd Niets Tas 7. Em. Aida. Isar. Weert 8 Rek. Ur N.N.O. Ale. Lire 9. Er. Amen.' Wa Lied Nar 10 Zes. Ase. Eren Me. Eed 11 El. Aden Na. Eger. Eva 12. LK Nel DDT Prei. Neg. 13 Naarstig Er. Veine 14 Ea Rap Agenda Poon. 15 Sr. Ezel. Ez. Nol. An. Aa. Verticaal: 1. W. Nes. Se Re Ze. LN Es 2. IJsel. Immer Elkaar 3 Wal Snaak As An Are 4. El. Natrium. Ader Az, 5. Noord. Adres. Els. Pe 6 Snor. Aga. Nn. End Tal 7 Eede. Ld. Inwen dige. 8. Nergens. Oa Rat. Gez 9 Vroom. Ia Ale. Epe Nn M) Ra. Ouderling Rr. Do 11. Oud. De. Tw Eem Ee. Val 12. Loden Selderie Pa 13. IJselstein Een. Ion. 14 Kam. Ai Ar Ra Even Oa. 15. Ep Ink. Ster Dag. Ena. De wens luidt: Wij wensen vrolijke Pinksterdagen aan al onze lezers en lezeressen! Rita Hayworth is voornemens haar huis in Hollywood, waar haar roman met Ali Khan begon te verkopen. De waarde er van wordt op 178 000 gulden geschat TJET is al bijna donker. Tus- is Bram, de stroper. Bram is Het is de jachtopziener nog nooit gelukt, hem te betrappen. Ja. die Bram verstaat zijn vak. Hij is er slim genoeg voor. Hij weet altijd weer nieuwe plaatsen voor zijn strikken. Nu is hij ook bezig. Morgenochtend vroeg zal hij gaan zien hoe groot de vangst Toch is Bram niet de enige, die in dit verboden gedeelte van het bos is. Er is ook een jongen. Gert. Hij woont in de buurt. Eigenlek is het niet Gert, die in het bos is, maar Shawani. Als Gert maar even de kans ziet, speelt hij Indiaantje. Hij heeft een band om zijn hoofd. Daartussen heeft hy veren ge stoken. Ook heeft hy zelf een strydbyltje van hout gemaakt. En zyn Indianennaam is Shawa- De dieren in het bos zyn zyn beste vrienden. Gert weet holen en nestjes. Hy kan ook goed spoorzoeken. Bram de stroper is zyn grootste vyand. Muisstil zit SI zit Shawani achter een boom, diep ineengedoken. Bram luistert. Hoort hy iets? Shawani wacht in spaftning. Als de. stroper he»n ziet.... Gelukkig, hij loopt door. Sha wani volgt hem op een afstand je. Hy onthoudt goed, waar Bram een strik uitzet. Hy merkt de bomen met een krijtje. Ein delijk schynt Bram het genoeg te vinden. Hy slaat tenminste een paadje in. dat naar de weg leidt, die langs het gebied loopt. Voor alle zekerheid wacht Shawani nog vyf minuten. Dan loopt hy terug en haalt één voor één de strikken weg. Zo, dat is een buitenkansje, nu heeft hy die lelijke stroper eens fyn een poets gebakken. Net goedi Shawani dwaalt verder. Hy luistert naar de vogels en be spiedt een eekhoorntje. Dan staat hy met een schok stil. Wat hoort hij daar voor akelig kermend piepgeluid? rider zich te bedenken loopt Shawani erheen. Oei. een haas in een strik. O, wat heeft het diertje het be nauwd. Door het spartelen is de strik al heel diep in zijn peisje gedrongen. Shawani moet vlug zyn, voor het lieest stikt. Het kykt zo smekend. Valt niet mee. Dan een ruk. Gelukkig, het haasje is vry. Met één sprong is het ver dwenen. Het JVal aardig laat geworden. Mer schrik bedenkt de Indiaan, dat hy naar huis moet. Moeder houdt geen reke ning met de omzwervingen van de Indiaan Shawani. Gert moet op tyd naar bed. Op een ren dus maar. Het byitje slin gert in zyn gordel. Hy verliest zyn band met veren, Shawani- Gert bemerkt het niet. Hy holt. Hedaar. klinkt het plotse ling, sta eens even stil. Gert staat stil. De opziener, flitst het door dachten. O, hy weet, dat niet mag komen. Weglopen gaat niet meer. Daar is de Jacht opziener al. Dacht ik het niet, Jongen Gert je weet toch,... Ja meneer, maar het ls hier Juist zo fyn en.... jy beschouwt dit zo'n beatja als jouw jachtgebied, ls het niet zo. Indiaan? Hoe is de naam van de roodhuid ook weer? Shawani, zegt Gert zacht jes. Wel Shawani, ben je op het oorlogspad geweest? Ja, ik heb Bram de stro per gevolgd en al de strikken, die hy zette, weggehaald. In één zat al een haasje. Nou dat is prachtig werk. Zullen wij dan maar de pyp roken? Gert knikt opgelucht. Hy strykt het haar uit gezicht en zegt verschrikt: Mijn veren, ik heb ndjn veren verloren. Nu doet de 'jachtopziener zyn tas open en haalt er twee prach tige fazantveren uit. Alsjeblieft Shawani, zegt hy. Hier zyn vast twee nieuwe veren. En nu als een haas naar huis. Hjpr Gert, ^stop deze appel mEn mef eeifprettig zijn omdat alles zo goed is afgelopen, zet Shawani-Gert het op een lopen. Misschien is hy nog wel op tyd thuis ook. EEN GRAPJE MET EEN KWARTJE. Wie kan van een kwartje een gulden maken? Dit vraagt HENNIE SONNE. VELD. We weten niet, hoe oud zy is, want dat heeft zy niet geschreven. Kan niemand het? Luister, dan zal Hennie vertel len, hoé het moet. Neem een glas en vul het half met water. Gooi er een kwartje in. Plaats een schoteltje over het glas en keer dit voor zichtig om. Kyk nu door de zijkant van het glas, dan zul je we! merken, dat het kwartje op een gulden lijkt. 1 T700R je me op gaat lossen, wil je zeker wel iets meer van me weten. Wel luister dan maar. Ik behoor tot de familie van de hoenders. Als ik helemaal precies wil zyn, tot de onder familie, de fazanten. Ik heb een lange hals dn een kleine kop. met een mooie gewelfde snavel. Myn vleugels zijn niet erg lang. maar een vedprdos dat ik heb! Prachtig! Ik ben werkehjk trots, als ik mijn bovenstaartdekveren opzet. Dan is het net een waaier., een heel grote waaier. Myn sleepstaart is ruim een meter lang. Myn kleu ren zyn ook erg mooi. Ja, daar kun je hier jammer genoeg niets van zien. Daarom zal ik het je vertellen. Myn kop, hals en borst zijn purperblauw met een goudgroene weerschijn. Mijn rug is groen, met koperkleurige randen. Op myn vleugels heb ik ook nog wit met zwarte dwarsstrepen. Maar het mooist van alles zyn toch echt wel pronkveren, groen, met ogei ogen waar ik mee kyk" zyn bruin met er omheen een kale witte kring. Ik heb ook een bruine snavel en poten De meeste pauwen leven op Ceylon in troepen van 30 of 40 bij el kaar. Vliegen vind ik erg moei- lyk. Daarom blyf ik maar op de grond. Dat is helemaal niet erg. Er is eten genoeg te vinden. Wormen en zaden vind ik het lekkerst. Myn vrouwtje en ik hebben ons nest in het kreupel hout gemaakt. Zy legt wel eens 15 eieren. Nu moet je eens raden, hoe oud wy pauwen wel i. We kunnen worden. je het niet? 20 Jaar, Oud hè? Wil Je nog meer raden? Los dan deze puzzle maar op. want daar ben ik voor in de Rommelpot ge komen. Horizontaal: 1 ben ik zelf, 4 meisjesnaam, 6. gravin uit Het Hollandse Huis, 9. stuk bouwland, 10. familielid, 12. vogel. Verticaal: 1. familielid, 2. tel woord, 3. ajuin. 5. tam, 7 woord, 8. behoeftig, 10 persoon lijk voornaamwoord. van een wiel. Dit lammetje komt nog wel eens in een circus terecht. Koppel-Ra-Ra Zoek nu eens tien woorden van de hieronderstaande be tekenis. Het grappige van deze koppelpuzzle is. dat elk volgend woord begint met de laatste lettergreep van het vooraf gaande woord. 1. een lang kussen 2. windvrije plaats 3. voorzetsel 4. soort (Frans) 5. toepraak 6. duivel 7. opgewekt verhoging fyn maken klok ZO WAS HET. Dit is de goede oplossing van de puzzle van Plm Kalkman. Horizontaal: 1. Saaie; 6. Spa; 8. la; 10. er; 11. br; 12 tu; 13. eik: 15. enkel. Verticaal: 2. as; 3. A.P.; 4. la; 5. Elbe; 7. Arum; 9. ar; 10. et; 13. en; 14. ik. Voor de gesloten tolbomen komt een auto aan, een heel oude auto. Vijftig cent, zegt de toL wachter. Verkocht! antwoordt de chauffeur. Tante Je bent een keurig ventje, dat je de toffeepapiertjes niet in de bus op de grond hebt gegooid. Waar heb je ze eigen- lijk gelaten? Jantje —In de zak van de me neer, die naast me zat. Elsje Mijn vader scheert wel vijftig keer per dag. Jansje Hoe kan dat nu? Elsje Hij is kapper. Pas op, dat het niet krimpt BUÏÏO* V ft—i Ali Borsje is 14 jaar. Zij heeft dit tekeningetje voor de Rommelpot gemaakt. Leuk hi. Pr was eens een pop. Die pop J-i was goed af, want zij kreeg op een dag zomaar een truitje. Een week geleden had poppen- moeder het nog zelf gedragen. Maar zij had het gewassen en het was toen zóóóó gekrompen, dat het de pop paste. Prettig voor de pop. Niet zo prettig voor het meisje. Als jij dus eens een keer zelf je truitje wilt wassen (als moe der het goed vindt) pas dan op. dat jouw popwant die heeft toch wel kleertjes genoeg. Bovendien kun je er voor zor gen. dat het truitje goed in de vorm blijft. Maar eerst het wassen. Ge bruik goede zeep en maak het sopje niet te heet. want dat is altijd verkeerd. Wringen moet je ook niet doen. Wel flink uit knijpen en een heleboel keren in lauw water naspoelen, tot het water helemaal helder blijft. Dan rol je het truitje in een droge handdoek. En nu de vorm. Die kun je zelf maken van karton. Knip op de maat van je truitje het fi- \-£TK«jLnA\ guurtje van de tekening na. De kartonnen armen maak je iets langer dan de mouwen. Dan doe je de jumper over de karton nen vorm. De armen steek je door de halsopening in de mou wen. Kijk goed. dat alles precleb recht en netjes zit. Om te voor komen dat de hals uitrekt, riig je er een draadje door. Als ie truitje helemaal droog is. zul ie zien. hoe mooi het gebleven is en je pop. die komt wel dans ee» andere keer asn de beurt. jjiTERDAG 3 JUNI 1950. EERSTE BLAD - PAGINA S Peen rede, waarin hy trachtte een snaïyse te geven van deze tyd, miakte dezer dagen een spreker de rking, dat de mensheid heden ten wel wat te vlug is met zuchten IT klagen. Een ware opmerking, die we ons allen ter harte kunnen -nemen. ajs we eens elke keer, dat we, om een voorbeeld te noemen, zuchtende ons «•rk doen of zuchten over de omstan- die zo somber zyn, een pot- op de muur van de huis- muur spoedig geheel zyn volgestreept. Wy zyn zuchters geworden, wy, de nuch tere mensen, zoals we ons zo graag -«<»nen. Elke dag, die we mogen be- t, maken we ons daaraan schuldig, maar op de tram, in de trein, en denk maar terug aan voe- de gesprekken, die we elke dag ren. Natuurlyk, we hebben onze ontschuldigingen zo by de hand. De tijden zyn duur, het loopt ons zo tegen in het leven, de toekomst is zo donker, er is een dreiging van oorlog, ga maar door. En zyn dat by elkaar niet vol doende redenen om te zuchten? Kan, of zelfs: mag, een mens blymoedig blij ven onder dat alles? De neiging be staat bij velen onder ons en ook by onszelf om de zuchters gelijk te ge ven. Inderdaad, laten we maar eens hartgrondig zuchten om al de scha duwen, die op onze levensweg vallen. Doch dan ook een vraag: wat bereiken wjj met zuchtende en klagende door het leven te gaan? 'OVER het zuchten en het kla gen, dat een groot kwaad dreigt te worden in onze samenleving, staan lis vlammend protest de gulden woor den: Bid en werk. Niet meer en niet minder. Twéé woorden. Niet alleen bidden en niet alleen werken, maar beide. Over zuchten wordt niet gespro. ken. Bidden en werken. Met zuchten is nog nooit wat bereikt, noch in het verleden, noch in het he den. En in de toekomst zal er ook niets mee worden bereikt. David Living stone en Albert Schweitzer zijn niet gaan zuchten, toen de omstandigheden minder rooskleurig werden. Zy had den in hun levensbanier de twee woor den: Bid en werk geschreven en zy handelden daarnaar. En zij overwon nen uiteindelijk. Onze voorvaders uit de 17e eeuw wisten wat het gebed in het leven van de mens betekende; wij, hun nazaten uit de 20ste eeuw weten dat niet meer. Wy zuchten maar. Wy durven de sprong in het duister niet te maken, wij durven niet meer met volle zeggen: „Heer, wij weten het r Gy kunt ons in alles nabij ;lpen. Wy werken door, om- wjj de zekerheid bezitten, dat uit eindelijk alles goed komt, hoe het ook moge gaan." Dit heeft de fnens van fle 20ste eeuw verleerd. Omdat hy bang is, omdat hy in het diepst van zijn hart toch altyd een vrees behoudt, de vrees van: je kan niet weten. En omdat hij die vrees bezit, bidt en werkt hy niet, maar zucht hy. Wy mensen van de 20ste eeuw, houden graag wat achter de hand, wij hebben graag een |k|Éfh ter deurtje voor het geval het on- RPbnks alles fout loopt. Maar dat ach- terdeurtje moet rRrhtppsniike LETTERKUNDIGE KRONIEK T EVENSONLUST is één van de belangrijkste tydperk van cultuurorisis beheersen. Zo wan van Young en de zwaarmoedige pseudo-Keltische thema's, die de kunst in een n de sombere Nachtgedachten zwaatfmoedige pseudo-Keltische zangen van Macpherson (Os- sian) in het middep van de 18de eeuw, toen de cultuur kenterde, zeer karakte ristiek voor die epidemische onlust. En nu de wereld weer in een cultuurcrisis verkeert, nu we de waan kwyt zyn, dat wetenschap en techniek alle kloven in deze wereld zullen overbruggen, ontmoeten we in de dichtkunst de minst „corrupte" kunst, immers de minst traditioneel vakkundige, dus de eerlijkste, de spontaanste, vooral de jongste opnieuw bewyzen van die onlust in Feith-achtig spelen met symbolen van de dood. De sluitsteen van het (overigens nog niet sombere) bundeltje „minimum- poëzie" van J. Meulenbelt, dat ver leden week in deze rubriek werd bespro ken, was. een zerk. De dichter vroeg zelfs, zijn zerk onaangeroerd te laten, op dat de steen rustig boven zijn rif zou Precies eender smeekt een andere dich ter. W. J. van der Molen, In een tweede deeltje van de reeks „De Wind roos" van de Uitgevers Maatschappij Hol land te Amsterdam (die de gehandicapte jongste dichtkunst In ons land een nieu we publicatie-mogelijkheid heeft gegeven) „Sous-Terraln" luidt de titel van het deeltje en die titel zegt eigenlijk al genoeg. De vorige dichter noemde zijn bundeltje tenminste nog „Plattegrond", maar Van der Molen zoekt al ónder de platte grond. Van het eerste tot het laatste gedicht 1» het bundeltje van Van der Molen ver vuld van levensonlust. Weggedoken in zijn souterrain hoort de dichter de dood al komen. De dood doet de buitendeuren hangend aan de draad van een spin valt hij het zwarte trapgat in. Vervallen tot onmacht krast de dichter op puin en steen zijn onlust ln woorden en getallen die de absurditeit van het leven moeten bewijzen. En tóch hunkert ln zijn surrealistische poëzie een verlan gen naar verlossing, dat hy ln de epi loog van zijn bundel aldus formuleert: O, God, die mijn bestaan bodemloos (splijt. geef mijn bewustzijif een verstaan baar teken en doe mijn mond weer uit uw vol heid spreken Maar zolang het teken uitblijft dicht hij hulpeloos, moedeloos, „levende achterste voren", met voeten die in „lïngzame doodsangst" stilstaan: Misschien wacht mij ergens een beter begin. Het graf staat wijdopen. atste stoutmoedige poging om zijn beklemming te bevrijden i met de schepping te vereen- ik 1 Een laatste zich van door zich zelvigen. wordt gestraft met terugwer ping op de eenzaamheid. De dichter durft zich dan alleen nog maar schuchter te vereenzelvigen met een plant, die. als het zacht regent op het broze riet bij het kleurloze water, zijn eigen doodsgeur ruikt, „een plant van droefenis, de na- vrucht van de stenen dingen", en alleen „de stengel doodsvermoeienl s". zegt hij. houdt hem rechtop en doet hem zingen. die gevoelig één van de karakteristiekste the ma's van een cultuurcrisis, de levenson lust, varieert. Is al méér dan schraal korst mos op de vastelanden van een planeet, welke door een steriliserende passaat wordt omwaaid. Trouwens, de stengel van de plant van droefenis zwelt door deemoed, en uit *üe deemoed perst hun- kering-naar-bloesems een tweede impuls, die in het klimaat van een cultuurcrisis bloei teweeg helpt brengen, de impuls nl. van toenemende religiositeit. Van der Molen levert daarvan in het sonnet „Choraal" (zijn meeste gedichten zijn sonnetten) het beste bewijs. EEN bundeltje van Nico Verhoe ven ln „De Windroos", de cyclus „OU z lj t". openbaart een dèrde thema, waarop in een tijdperk van cultuurcrisis toch poëzie van waarde wordt voortge bracht. Het ls één van de reacties op het onlust-thema, n.l. een wilde begeerte om met de verdorrende symbolen van het verleden totaal nieuwe mogelijkheden te beproeven Een overspannen drang drijft Verhoeven tot het scheppen van fantasti sche verbeeldingswerelden om kernen van eenvoudige levensrealiteit als liefde van man tot vrouw, geboorte en simpel „zijn". Uit de nood, die hij met de vorige dichters gemeen heeft, roept hij in een gebed van bèzwerende kracht aan de sponde van Haar. die hem verbeidt, uit: Mijn God, geef mij een stem, waar- [mee ge mij begrijpt en ik u duiden kan hoe zij mijn kern Op een Meidag in het jaar 1945 ontdek ten Amerikaanse troepen een groot aantal, ongeveer 1200. beroemde schilderijen in een zoutmijn. Het was de grote kunstschat, die eens het Berlljnse Kaiser Friedrich Museum befaamd maakte. Zoals alle ook deze schilderijen naar een centraal punt gebracht en uit deze collectie nu zijn ruim 200 van de allerberoemdste ge kozen. die in een zomertentoonstelling in het Amsterdamse Rijksmuseum zullen prijken. Er zullen 12 (hier minder bekende) Renvbrandts. ettelijke stukken van Breu ghel. Tltlaan en Dürer. maar ook oudheid kundige vondsten als het beroemde beeld van de Egyptische koningin Nefertete. op de tentoonstelling te zien zijn. De waarde van de collectie zal die van de vroeger geëxposeerde schatten uit de Pinakotheek verre overtreffen. De ten toonstelling opent over ongeveer 3 weken denkende phenomeen Vestdijk en, tot op zekere hoogte. Goethe, tussen een Han van Meegeren in zijn romantisch verheer lijken en vervalsen van het rijke verleden en de pseudo-Kelt Macpherson, die zich rijk goochelde, tussen Hella iden vai gezelschapsspel van kunnen ma- deze reeks in het oneindige voort hoe zy vervloeit om mij en s (en rijpt. moods heeft de jury, utsprijs voi kennen, verklaard, verkeert niet in periode van bloei. Maar poëzie die ONZE dichtkunst, de staatsprijs voor poëzie had toe te .tgespijkerd wor- die vastigheid-achter-de-hand moet verdwynen. in alle eerbied ge sproken. Elia had ook niets achter de hand. Hy had het geloof en hy ver trouwde alleen op het gebed. Hy bad het vuur van de hemel. Ga na de da den van de groten, die iets hebfcen bereikt in de wereld en zie, dat zy alleen wat tot stand konden brengen door bidden en werken. Deze tijd heeft geen behoefte aan zuchters en klagers, deze tijd snakt naar mensen, die de m®ed hebben zich over te geven aan Hem, in Wiens hand ons aller leven is; mensen, die door de tijden gaan, hoe donker zy ook mogen zyn. opge wekt en vol vertrouwen, omdat zy weten, dat slechts twee dingen ^nodig zijn: bidden en werken. H. J. Wk. In zijn excessieve beeldspraak, die alle mogelijke begrippen werkt, desm aan de wiskunde ontleend (b.v. „priem- getal"), spelen de wonderlijkste versmel tingen-van gedachten een rol. maar ook symboleh uit het onderbewustzijn. Zoiets is weliswaar in het geheel niet nieuw, want de hele cultuurgeschiedenis kaeft-, aan de borst van het onderbewustzijn ge dronken. maar onwillekeurig. Van onwillekeurigheid is bij Verhoeven echter geen sprake meer. Dit naar willekeur aanharen van ir rationele gevoels- en begripsinhouden van het onderbewustzijn zal één van de interessantste kanten kunnen^wor- den van het nieuwe cultuurtifaperk, dat in staat van wording verkeert. Het zou de merkwaardigste facet kunnen zijn van de nieuwe Romantiek, die zich baan breekt, of die zich eigenlijk al sinds het laatste kwart van de 18e eeuw 'voortdurend en vrijwel on onderbroken maar nooit zo duide lijk als nu heeft gemanifesteerd als een verzetsbeweging tegen de leer der zuivere rede, tegen de verheerlijking van wetenschap en techniek en tegen de positieve verwachting van een toe komstige heilstaat op de basis van ver dere ontwikkeling van wetenschap en techniek. De nieuwe Romantiek? Ja. als we de cultuurproblemen van het laatste kwart van de 18de eeuw verge lijken met die van de 20ste, dan bhjkt er weer (of nog altijd) zóveel net zo te zijn, dat alles wat ons nu in het culturele le ven verbaast of onthutst of wanhopig stemt, omdat 'alles zo chaotisch lijkt, vol komen overzichtelijk wordt als we de nieuwe (of vernieuwde) Romantiek als feit aanvaarden Wat let ons dan verge lijkingen te maken tussen het universeel en In hun vers de die balladen van oude cultuurvolken en primitieven opspoort en Percy en Herder, die resp. Engelse en Duitse volksliederen verzamelden, tussen Bertus Aafjes en hele reeksen dichters van idyllen Men zou kunnen ken om te zetten. EN nu de beste van de „Windroos"- jongeren, de te Rotterdam geboren Guillaume van der Graft, die ln zijn bundel ..Mythologisch" mh heel even in de steek schijnt te laten met mijn be wering, dat dichtkunst niet meer „vak kundig" beoefend zou mogen worden, zo als in de tijd van Boileau. de kookboek- yersifex. want zijn sonnet „Amsterdam" vangt aan met: Al ln Amsterdam zijn va n het (vak stad mee laten [dichten.... Maar men proeft er toch wel duidelijk de ironie in. Geestig zegt hij van zijn Amsterdamse collega's: Het is geen zware dienst die zij (verrichten; langs alle grachten dient hun het - [gemak Want, vervolgt hij, wat zij nodig heb ben. zoals een soort lichte verrukking (Aafjes'). of de „smaak van het geluk dat brak" te voet kan men erby: van dak tot dak hangt het gereed om in een vers te [zwichten. Men kan niet langs het „veile" Amster dam lopen, vervólgt Van der Graft, zon der te veelen, dat deze stad.... (let op hoe fraai:) „Zichzelf moet staan be- TNE ontegenzeggelijk betere stemming. •L* welke de laatste twee weken op de Amsterdamse Beurs heerst, levert wel het duidelijke bewijs, hoezeer de Nederlandse economie nog altijd met die van het voor- Nederlands-Indië vervlochten is. was er om zo geen goed te doen. Gunstige bedrijfsberichten uit de Nederlandse industrie, grotere toenadering i tussen de landen van West-Europa en daardoor afnemend oorlogsgevaar, voort- duren van de maatschappelijke welvaart in de V S. en wat er meer voor bemoedi gende aspecten aan het wereldbeeld moch ten worden gesignaleerd, de Beurs bleef onaandoenlijk en de verkopen hadden doorgaans de overhand. Hierin ls opeens verandering gekomen en het waren de Indonesische fondsen, die daartoe dc stoot hebben gegeven. De regeringsverklaring kon alleen in zo verre bemoedigend worden genoemd, dat het kabinet blijkbaar meer oog voor de werkelijkheid heeft gekregen en door het debat in de Tweede Kamer met de wrange feiten werd geconfronteerd. Maar belang rijker was, dat over de economische ont wikkeling van Indonesië betere berichten werden ontvangen en niet het minst ook dat enkele regeringspersonen van Indone sië de noodzaak van samenwerking met Nederlandse energie en Nederlands kapi taal beginnen in te zien. Het spreekt wel vanzelf, dat hoe stiger het Indonesische bedrijfslevei ontwikkelt en hoe ruimer als gevolg gun- het Indonesische bedrijfsleven z(fh Een portret van Maastricht bevat ook unieke regels. Na eerst de ligging, de skyline, de Maasbrug en de huizen aan de rivieroever te hebben beschreven, schrijft hij: Maar streng geschaard 'OOhoo i'uCMcrf iEREEN BEGRIJPT natuurlijk wel, dat de Minister van Export en Verpakkingsaangelegenheden van plan was om 6ie hele prachtige inpakfabriek van Professor Kalker te kopen en daar viel over te praten Voor Panda was er nu niet veel meer tp doen en de Minister zei dan ook: „Jij bent een flink Jongmens! Hier heb je een zakje geld. als beloning omdat je mij zo flink en tijdig hebt gewaarschuwd! Ik zal nu verder de professor wel ond«r myn hoede nemen". Nu was het ogenblik aangebroken, waarop Panda afscheid ging nemen van Professor Kalker. .Je was een flinke assistent. Papma", zei de geleerde ontroerd. ..Ik dank je voorehvooreh nu ja, voor wat je voor me gedaan hebt ik weet/het niet precies meer allemaal. maar het was heel belangrijk!7 Hier heb je als dank dat zakje met geld. dat ik van de politie-inspecteur heb gekregen, want eigenlijk heb JU toch die twee spionnen gevangen. Dag Pinda! „O dank u well" antwoordde Panda. „Maar rflijn naam ls ^Ja!*.8! Ja.... uitstekend, dat herinner ik mU. Pampa!" sprak de professor tevreden. Nu was dus alles geregeld naar Ieders tevredenheid (natuurlijk niet naar de tevredenheid van Chi Fon en Honnepon, of van Nooltgedacht en Fijntjes, maar dat ls dan maar goed ook). Panda had nu niets meer te doen en dus nam hij de beide zakjes met rammelende en rinkelende munten en daarna danste hij de ^jong^Tjonge^" riep hij blij. „Allemaal daalders! Allemaal eerlijk zelf verdiendl Tjonge! Ik ben rijk! Nü kan ik Iets gaan En8'wat^ij toen ging beginnen wat hij met al die daalders ging doen.. wel, dat zal in het volgende verhaal ui||erig verteld worden I M EINDE. W rondom de [basiliek staan and're huizen innig uitgelaten als Jongedames klaar voor gymnastiek, de wangen blozend van fondanten [kléuren. De mergelmoederoverste der stad mag zweren bij ivoren wierookgeuren, de meisjes dromen van een zonnebad. En hoe briljant heeft de dichter door alliteratie het halsrekkende kijken voel baar gemaakt in een andere stadsbe schrijving: Stad Hnrdenberg verhoogt zich in de [toren; het hemelblauw verheugt zich om de [haan. Geen enkel thema van de Romantiek is Van der Graft vreemd. Hij kent zowel de onlust om voort te leven want hij hAL^jn tijd bij wijlen, omdat er nisis in schepping, omdat de dode dingWi, ,,'t onderdanlg-zijn moe", ons met hun (jood hebben ingenomen; „enkel in de diepe liften der dromen dalen wij snel weer naar het leven toe" hij kent dus zowel die onlust als de wilde reactie daar op, en zowel de vlucht in het verleden (oude steden) als de deemoed en het ver langen (laatste zinnen in de bundel): Tinka, wanneer ik lees wat staat [geschreven in 't Boek en hier doet God het [wel gestand? Of zullen wij dromender moeten leven verdrevener, minder met hand en [tand? Maar de „doodsvermoeienis" is hij volkomen te boven. Het prachtige ge dicht waarmee hij zijn hond herdenkt ein digt zelfs cursief in de regel: „de dood ls een belediging van God". God biddend om met ons tot een nieuw begin te willen gaan. schrijf hij het laatste gedicht van de.' bundel, „Dies lila", een groots visioen/ dat toch zeer eenvoudig en algemeen begrijpelijk onder woorden ls gebracht, een stralend getuigenis van het feit. dat onze cultuurcrisis% tenminste één dichter voedt, in wie verzen bloeien, die tot in lengte van tijden sieraden van alle bloemlezingen zullen zijn: Guillaume van der Graft, dichter van de dageraad Op basis van de cyfers voor Maart zou voor het gehele jaar 1950 reeds op een overschot van meer dan 700 millioen mogen worden gerekend. Voorlopig kan Indonesië zijn zeer noodzakelijke import mede financieren uit het overschot van I 40 millioen uit de Marshallhulp, het door Nederland verleende crediet van 200 millioen en de Amerikaanse lening van 100 millioen. zodra deze effectief wordt. Het laat zich aanzien dat ook de toe nemende export allengs een grotere import zal mogelijk maken. Bij belang rijke exportproducten als aardolie, rubber, tabak en tin ls gedurende de eerste drie maanden van 1950, ondanks de politieke en sociale onrust, reeds een vooruitgang zichtbaar en vooral wat rubber betreft, wijzen de gepubliceerde cijfers op de waarschijnlijkheid dat de expobt zal blijven stijgen. Een onverwachte meevaller daarbij is de nog steeds oplopende rubberpr(js. In Londen wordt thans meer dan 25 d. per lb. betaald, d.l. ca 2,50 per kg, of ca 1 meer dan een jaar geleden Alleen de export van rubber kan op deze basis voor Indonesië een bedrag van f 850 millioen in Hollands geld opbrengen en een hoogst belangrijke post op de betalingsbalans vormen. Ook voor tabak worden ongekend hoge prijzen betaald, terwijl voorts de prijs voor tin en tinerts. ook belangrijke exportproducten van Indonesië, weer op lopen. Ten slotte werd deze week bericht, dat dpk de suikercultuur, welke tot dusver g niet tot de export heeft bijgedragen. :h begint te herstellen. Dertig fabrieken, 'meest op Oost-'en West Java. zullen dit jaar gaan malen tegen slechts twintig in 1949 en al staat" het nog allerminst vast, dat Indonesië spoedig weer in betekenen de mate suiker zal kunnen exporteren, de welvaartspositie des lands zal toch ook door het langzaam herstel van de suiker cultuur gunstig worden beïnvloed. De aankondiging van 10 pet dividend over 1941/8 door de N.I.S.U. (Ned Ind. Suiker Unie) was een verrassing, die de koers der aandelen Donderdag 10 punten deed stijgen. Al deze opwekkende berichten over het Indonesische bedrijfsleven hebben voor het Nederlandse kapitaal en dus ook voor de Nederlandse volkshuishouding grotere betekenis gekregen door de mede deling van het D I V I. (Deviezeninstituut voor Indonesië) dat voor uitbetaling van dividend aan „buitenlandse" aandeelhou ders onder zekere voorwaarden deviezen zullen worden beschikbaar gesteld, waar uit ook wel blijkt, dat men het „buiten land" ,(i.c. voornamelijk Nederland) niet van zich wil vervreemden. Gelet op de nog altijd uiterst labiele politieke en sociale verhoudingen in In donesië, zal men goed doen zich niet aan een al te groot optimisme qyer te geven. Maar een gunstige ontwikkeling van het Indonesische bedrijfsleven, gelijk die uit hetgeen we hierboven releveerden blijkt, mag niettemlh ook voor de Nederlandse economie als een hoopvolle aanwijzing worden gezien, omdat zij voor het even wichtsherstel van onze betalingsbalans een krachtige bijdrage kan leveren van de staatsinkomsten vloeien. h©e ter de mogelijkheid en de bereid' wordt om aan de financiële en econo mische verplichtingen uit de Unie-over eenkomst van de R T.C. te voldoen. Dat de in Maart j.l. begonnen geldsanering langzamerhand vruchten gaat dragen, is daarom een bemoedigend verschijnsel. Een paar maanden geleden moest het tekort op de Indonesische begroting voor 1950 nog op 2500 millioen worden ge raamd. dezer dagen heeft de minister van Financiën mr Sjafroeddin medegedeeld dat het tot 500 millioen kon worden teruggebracht. Voor een goed deel is dit het gevolg van de geldsanering, waar- i door, als bekend, de helft van alle ln omloop zijnd bankpapier in een gedwon gen lening van ca 1500 millioen werd omgezet. Maar ook op de uitgaven is drastisch bezuinigd, terwijl ook de staats inkomsten allengs ruimer gaan vloeien. Exporteurs ontvangen, als bekend, 50 pet v-an de opbrengst hunner producten extra ln de vorm van deviezencertificaten, die op een waarde van 200 pet zijn vastge steld, zodat ze dus ln feite 200 pet van de prijs ontvangen, maar importeurs moeten voor hun producten en goederen 100 pet deviezencertificaten kopen 200 pet, wat wil zeggen dat ze 300 pet van de prijs moeten betalen. Naarmate export en Import zich ont wikkelen, worden uit deze transacties in deviezencertificaten door het Deviezen- bureau grotere inkomsten verkregen. CIJFERS zijn daaromtrent nog niet be kend. maar wel zijn de maandcijfers vsn de buitenlandse handel in dit verband belangrijk. De export steeg van 113 mil lioen in Januari en 108 millioen in Februari tot 202 millioen in Maart, de import ging van 60 millioen en 82 millioen tot 144 millioen vooruit en daar de geldsanering midden Maart heeft {flfiats gehad, laat het zich aanzien, dat de maan-v yden April en Mei nog hogere cijfers zullen doen zien. Hoe snel een Und als Indonesië tien draait"M 425 699 7v f 8 54.1 368) Na economisch kan herstellen. blUkt wel sohrtlvmgen enTesirverinien bluft een winst hieruit, dat ln 1949 de handelsbalans een over van f 1 248 549 1 248 067) waaruit een klein overschot aanwees (ca 24 millioen), onveranderd dividend van 6% op de aan- doch het eerste kwartaal van 1950 reeds van 4"* op <»and«len B wwdt eer. voordelig .aide van 136"/. milloen "g^X^ue sl« opleverde. WERKSPOOR Blijkens het verslag over 1949 van Werk- ken reden tot de producten vraag naar de digend doch de tevredenheid is nog zeer bevrediger tie ln binnen- en buiten., scherper.In belde fabric) eerste Nederlandse bestelling van de motor ts ontvangen en de dlrecMevverwaï tijden ,FSCHOON Adriaan Morriën wel nooit als Guido Gezelle een „Rymsnoer om en om het Jaar" zal schrijven, is hy toch niet een dichter, die voor een bepaald seizoen een duidelijke voorkeur heeft. Alle jaargetijden zyn hem even lief, de vreugden van het ene doen hem de andere niet vergeten. Het is echter de vraag of dit niet-kunnen-kiezen geen andere grond heeft dan de kennis van de genietingen en vreugden, die de verschillende jaargetijden ons schenken kunnen. In Morriën is nameiyk het verlangen heel sterk om volkomen ln de natuur op te gaan. Zo schreef hij eens: „En eenzaam, moeheeft elke boom de zelfvergetelheid verricht, waartoe geen dig aangebracht mthullen de zin natuur eén geworden zyn, houdt de voorkeur op. Het Jaar Ik heb mijn hart niet te verliezen Aan één maand o] aan één seizoen, Ik kan niet zoo tevreden kiezen. Zoo zeker als de kindren doen. De eerste leeuwrik in het voorjaar Die met den dag op vleugels stijgt, Is niet zoo zelfvergeten hoorbaar Dat 't lied van herfst of zomer zwijgt. En als de winter op de daken Zijn sneeuw schudt en het grijze ijs De zachte wateren doet kraken. Terwijl de morgen kleumrig rijst; Uit: „Het Vaderland". Dan is het toch dezelfde einder Die huis en hart besloten houdt; f» wereld wordt niet werklijk kleiner ls de avond zich in nevels vouwt. Ik houd van zon en wind en regen, Van sneeuw die op den drempel stuift. Van bloemen langs de stille wegen En van de zee die eeuwig ruischt. In deze landstreek wil ik too*«n Het gansche, lieve lange jaar. Zoo één Het hemel, zee en boomen Als met rnijn eigen wimperpaar. ADRIAAN MORRIëN (geb. 1912). Maar na etn poosje verveelt het Wij mans toch. Nu gaat hij* de gezichten op h«t behang bekyken. 't Is een grote men senmenigte. In de straat klinkt het geluld van een motorfiets. Zou dat de inspecteur zyn? wijmans denkt een ogenblik na. 't Is de inspecteur niet, of de inspecteuycwel. Hij maar het beste even kijkélf el mag w eigenlijk niet van Elizabeth. Nu ja, Elizabeth ia toch beneden. En hij wil het so graag weten. Voorzichtig komt hy overeind. O. wat loet dat hoofd pyni 't Is of er een steen jn ronddraait. Maar hij houdt^vol. Het bed is slechts enkele meters van net raam verwijderd. Hy behoeft slechts een paar Passen te doen. De vitrage schuift hij voorzichtig wat opzy. Dan kykt hij in de Novemberse dag. Het motregent zachtjes, de straat en. de huizen zUn nat. Toch ls het Jamelijk druk op de weg. Aan de over-4 »ant staat de bakker. Daar rijdt een groenteboer en hier voor zUn deur stopt een motorfiets. Over voetgangers en wiel- oorsprunkelijke Nederlandse roman door OLIVIER VAN BRAKEL ryders spreekt hij maar niet eens. Het is de motorfiets die al zijn aandacht vraagt. Een man stapt af. Het is inspecteur Zo- panje! Even kijkt hij naar boven. Vlug doet Wijmans een stap terug. Zou hij mij achter het gordijrttje gezien hebben? Dat zal toch wel niet. Ik zal maar weer in bed gaan liggen. De bel gaat heel even over. Dat heeft Zopanje dar) toch geleerd. Voor de zieke maakt hy zo weinig mogelijk gerucht. De zieke? Zou Wijmans werkelijk $iek zijn? Toen hy naar boven'" keek zag Zopanje met zijn scherpe ogen iemand achter het gordijntje staan .En wie kan dat anders dan de onderdirecteur zijn geweest? Maar als hij op de ziekenkamer komt. ligt Wijmans zo rustig onder de dekens, dat Zopanje aan zijn ogen begint te twij felen. Dag meneer, zfegt hy, ik Zopanje voelt zich altijd wat onzeker in de nabijheid van zieken. Dag inspecteur, ik heb gevraagd of u even wilde komen. wymans spreekt zacht, maar zeer kalm. En hier ben ik, zegt inspecteur Zo panje lakoniek. Hier bent u. Wijmans pauzeert even. Ik heb iets te zeggen, vervolgt hij dan. Gisteravond heb ik u dit niet verteld. Ik begrijp niet goed waarom niet. Nee. Want 't i» toch gebeurdInspecteur, lk hebdr Leidekker vergiftigd. In de deuropening staat mevrouw Wij- mans. In haar handen houdt ze een blaad je, waarop twee koppen staan. In de één is warme melk. in de andere koffie. Hij ijlt, zegj ze kalm, astublieft, inspecteur, drinkt u eens wat om van de schrik te bekomen. Wijmans ligt met gesloten ogen ach terover op het kussen. Zopanje zit op de slaapkamerstoel. Voorlopig drinkt hij koffie. Waarom arresteert u mij niet? vraagt de onderdirecteur zacht Laat me eerst m'n koffie even uit drinken. wil Zopanje aanvankelijk zeg gen, doch hij bedenkt zich en spreekt U bent zie*k. U kunt nu niet meegaan. Boveydien bent u te zwak om te vluchten. Ja, ik ben te zwak om te vluchten. Mevrouw Wijmans gaat by het bed staan. Kom. drink eens wat, Leo. Maar meneer Wijmans wil niet drin ken. Zopanje voelt dat hij hier weg moet gaan, indien hy de zieke nogjniet meer wil opwinden. Hij staat op. Eén vradg houdt hem echrer te zeer bezig om er over te kunnen zwijgen. Was U gisteravond in de H.B.S., meneer? Ja, Zucht Wijmans. ik was in de H.B.S. Hij ijlt, zegt mevrouw Wijmans weer, nadat u bij ons bent geweest, is hij meteen daarop naar bed gegaan. Zopanje verlaat de ziekenkamer. Dag inspecteur. Legt Wijmans, lk zal niet weglopen. Dat is ook beter van niet meneer, antwoordt Zopanje, we weten u fcch wel te vinden. Beneden in de gang zegt mevrouw Wij mans: Ik hoop niet dat u nog terugkomt inspecteur. Uw bezoekjes winden hem la hoge mate op. 't Is funest voor hem. Ze is er zelf zenuwachtig van. Als mijn plicht het ai«t gebiedt, zal lk dit huis vermyden, zegt inspocteur Zopanje, voorlopig fnag uw man het huis niet verlaten. Wat? U wilt toch niet beweren, dat u mijn man verdenkt. Nou nog mooier. Het gepraat van een IJlende neemt u toch niet voor ernstig op? Ik denk alles en niets, mevrouw Bewijzen, dat h4J onschuldig is, zyn er nêg niet en tot zolang Maar Inspecteur, nogmaals: mijn man ls ziek. Eep zieke kan ook een bekentenis afleggen mevrouw. Ondertussen hoop ik dat het verdere verloop van het onder zoek mij ln het ongelijk stelt. Maar ik mèg deze mogelijkheid niet uitsluiten Gisteravond was hij toch immers ook niet in de H B S. Het één sluit het ander niet uit mevrouw. Er behoeft geen verband te bestaan tussen de moord op dr Leidek ker en het nachtel'ik bezoek van e^p persoon aan de H.B.S. Al ts dat natuurlijk niet zeer waarschijniyk. Inspecteur Zopanje ziet het gezicht van mevrouw Wijmans grauw vertrekken. Maar maakt u zich niet bezorgd voor de tijd, stelt hij gerust, misschien vinden we nog een ander. Wie weet hoe spoedig. Doch Elizabeth Wijmans is niet tot vro lijker gedachten te brengen. Als Zophnje door de deur naar buiten is gegaan, moet ze haar ergenls ergens op koelen. Hard handig doet ze de deur achter hem dicht. Wat denkt zo'n inspecteurtje wel! Na veelvuldige pogingen' .wil de mo torfiets het nog niet doen, zodat Zo panje door de regen naar huis moet lopen Als hij niét beter wist, zou hij denken dat mevrouw Wymans hier de hand ln had, bij wijze van wraakneming. Mevrouw'Van Hem loopt bedrljvvlg van de huiskamer naar de keuken. Ze ruimt de koffietafel af Nu en dan spreekt ze 'eldr tot Inspecteur Zopanje. maar weldra moet ze ervaren dat deze elders met zyn ge dachten is. Hij zit in een gemakkelijke in het groene boekje Toen hij aanstalten maak te om naar zijn kamer te gaan, zei me vrouw Van Hem: Gaat u toch hier zitten Het geeft de kamer zoiets huiselijks Aan juf frouw Klaasje Bellen heb lk tussen *de middag niet veel gezelschap Ze biyft namelijk altijd over. Op dit vriendelijk aanbod moest Zopanje wel Ingaan Waarom zou hij ook weigeren? Het boekje kan hy hier evengoed .bestu deren als boven En wat gaat er nift een rust uit van deze stille kamer Dat mevrouw Van Hem praat, stoort hem niet. Haar stem ls zacht en prettig om naar te luisteren. Kwart over één doet Zopanje een m< kwaardige ontdekking Al lezende bespeurt hij op bladzijde 44 een wollen rode draad, van 2 centimeter lengte Eén der lezers van het boekje dr Lei dekker misschien moet hem er by 'oeval Ingelaten hebben 'tls nauwelijks denkbaar, dat het draadle er bij wljzfr van boekenlegger ls ingelegd. (Wordt varvolgdt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1950 | | pagina 4