aUP
s S
iète
Van dood tot dageraad
DE DOOD VAN Dr LEIDEKKER
Het verhaal
van
de mensheid
PRILLE GBILLEN
KNÈTfERPRfT
m
KNUTSELPUZZLfc
DAN NAAR. B&D.'
De beurs m betere stemming
PANDA EN DE MEESTER-GELEERDE
Het
o
EDICHT
TWEE „KORTSLUITINGEN" VAN ONZE
SCHAAKREDACTEUR
In het kampioenschap
van Rotterdam
andse-nieuwe Kruiswoordpuzzle
Wat een kaartverdeling
al niet kan doen
Een strop voor een stroper,
redding voor een haasje
Veren voor Shawani en
een appel voor Gert
Puzzle-dier
Een
pauw
AS
Ha Ha
Was je eigen truitje
Droog het over een vorm
gmtm
NIET zuchtende...
!Sr
Duitse kunstschatten
naar Amsterdam
Effecten en Geldmarkt
Dank zij gunstigèr aspecten in Indonesië
Bemoedigende cijfers
van de week
ZATERDAG 3 JUNI 1950.
TAe wedstrijden om de persoonlijke kam-
pioenschappen 1950 van de Rotterdam.
«e Schaakbond zijn dit jaar
dank zij
een soepeler en aantrekkelijker wedstrijd-
reglementering kwantitatief en kwali
tatief sterker bezet dan in de afgelopen
jaren het geval was. Vooral in de hoofd
groepen is J
vallend.
zeer goede bezetting op-
Deze derde mogelijkheid is eveneens on
voldoende.
11. Dg4c4 zwart geeft het op.
3. Wit: C. J. R. Sammelius
De strijd in de allerhoogste groep, waar
de titel van kampioen R.S.B 1950 de in
zet vormt, is na zes ronden zijn hoogte
punt genaderd. De stand is mede door het
groot aantal nog niet beëindigde partijen
vrij onoverzichtelijk, doch laat wel enige
ruimte voor een kansenbepaling.
Voorlopig hebben sich vier spelers naar
voren gewerkt, die een gooi naar de be
geerde titel doen. Van deze vier 6pelers
heeft de talentvolle Kralingenaar D
'tHart ongetwijfeld de beste kansen. Hij
heeft de zeer fraaie score van 5 uit 6
(zijn emge nederlaag leed hij tegen de
hekkensluiter!), doch er wacht hem nog
een vrij zwaar programma Na hem dient
zijn clubgenoot C. J. R. Sammelius te
worden genoemd Weliswaar heeft deze
.slechts" 2' uit 4 (of laten we liever zeg
gen 3' j uit 5. want zijn afgebroken partij
staat duidelijk gewonnen) doch hij heeft
het voordeel zijn drie ernstigste candida-
ten reeds te hebben ontmoet.
Dr K. M Bergsma heeft na een ^wak
begin zich met drie opeenvolgende over
winningen bij de koplopers gevoegd en
staat, met 4 uit 6. gereed van het falen der
beide Kralingse spelers ogenblikkelijk te
profiteren
Als vierde candidaat dient zich schrijver
dezes aan. die met 3 uit 4 en twee afge
broken partijen te schatten op 4 uit 6
De laatste drie ronden zullen nog menig
spannend moment te zien geven!
Hieronder twee kortsluitingen van uw
redacteur.
1. Wit: Chr. Vlagsma. Zwart: W. de Kwant
Siciliaans.
aan speelruimte:
1.
e2e4
c7c5
2.
Pgl—f3
e7e6
3.
d2d4
c5Xd4
4.
Pf3Xd4
Pg8—f0
5
Pbl—c3
Lf8b4
6
e4e5!
Dit sterkste antwoord op de door zwart
gekozen opbouw is gebaseerd op het feit.
dat thans 6Da5 slecht is wegens
7 eXfgi. LXc3f. 8. bXC3. DXC3t 9 Dd2i,
DXal. 10. c3. Dbl, 11. Ld3. Db6. 12. La3! en
wit heeft voor de kwaliteit een winnende
Zwart: Chr. Vlagsma.
Spaans.
1. e2—e4 e7—e5
2. Pgl—f3 Pb8c6
3. Lflb5 Pg8f6
4- - 0-0 Lf8c5
5. c2c3 Pf6Xe4?
Veel te optimistisch gespeeld. Juist was
5 6. <14. LbB! en wit bereikt
geen voordeel. b.v. 7 Tel. d6. enz., of 7.
LXC6. dXcfl. 8. PXe5. PXe4. enz. of 7
Lg5. h6!. 8. LXf0. DXfö. 9. LXC0. DXcö'
10. PXe4. enz.
6. d2—d4 e5Xd4
7- «3Xd4 Lc5—e7
8. d4d5! Pc0b8
Ddld4! Pe4f6
Zwart heeft een pion meer doch heeft een
gevoelige achterstand in ontwikkeling
benevens gebrek aan -
staat belangrijk beter.
10. Pbl—c3 o-O
11. Lcl-r-g5 d7—d0
12. Tfl—ell
Dreigt o.m. stuk winst met 13. De3 enz.
12h7—h6
Een noodzakelijke verzwakking. Op on
middellijk 12C0 is 13. Ld3 zeer
sterk, omdat 13PXd5 faalt op 14.
Dh4! enz. Met de tekstzet wordt wit ge
dwongen dit belangrijke veld met de
Loper te bezetten.
13. Lg5-h4 c7c6
Nu is 14. Ld3 niet goed Wegens 14
PXd5! en zwart komt de narigheden te
boven. b.v. 15. LXe7. PXe7. 10. De4. Pg6
enz., of 15 PXd5. LXh4. 10. De4 f5! enz.
of 15. De4. f5. 16. LXe7, fXe4, enz. WU wit
profijt trekken van zijn betere ontwikke
ling. dan moet hij een offerspelletje be
ginnen en dit gebeurt dan ook prompt!
14 TelXe7!
Een zeer kansrijke offercombinatie, die
zwart tot de allergrootste voorzichtigheid
dwingt.
14.
Dd8Xe7
De7d8
Ddl—g4
Lfl—d3!
Pf6d5
Ke8f8
In. dwtheoriéboeken wordt aangegeven 8.
Ld2.»»Xc3. 9. bXc3. Le7, 10. Ld3. d6. 11.
f4 met iets beter spel voor wit. De tekst
zet een theoretisch nieuwtje is ster
ker en stelt zwart voor problemen.
8Dd8a5
Het voor de hand liggende 8
PXc3? faalt op 9. PXeOj!. dXe6, 10.
DXb4t gevolgd door DXC3 met pion winst.
Met de tekstzet, die tevens de druk tegen
c3 versterkt, denkt zwart deze combinatie
afdoende te hebben gepareerd. Beter is
echter 8h5. 9. Df3. Pc0, enz.
9. 0—01 Pd5Xc3?
Zwart valt in de gespannen valstrik
en verliest een stuk. 9Pc6 was
10.
Deze geniepige tussenzet heeft zwart over.
zien. De aangevallen zwarte Dame moet
wijken doch tevens Lb4. wegens de drei
ging DXb4t en DXC3. blijven dekken. De
beide mogelijkheden hiervoor falen. 10
Da4. 11. bXc3! en Lb4 staat gepend, of
10Db6, ll. Le3i, enz.
10h7h5
Dd8—d7
Tal—el
16. Pc3e4!l
De moeilijk te vinden pointe van het
kwaliteitsoffer: ook Lb5 wordt als ge
schenk aangeboden!
16c0Xb5
Zwart moet het aangeboden geschenk wel
accepteren. Anders volgt 17. pXfg-f- be
nevens 18. Ld3 en zwart gaat aan de
opengescheurde Koningsvleugel ten
gronde.
17. Pe4Xtet g7 Xf6?T
Ten tweede male speelt zwart te optimis
tisch en ditmaal is het zijn ondergang. De
enige redding bestond in 17...Kh8!
waarna wit niets beters heeft dan met 18.
Ph7, f6. 19 PXf8 het geofferde materiaal
terug te veroveren en een ongeveer ge
lijke stelling te krijgen. Na de tekstzet
voltrekt wit het vonnis!
18. Uh4Xf6
19. Pel—e4!
Eenvoudig doch ijzersterk! Wit dreigt
Te4h4Xh6h8 mat en hiertegen is wei
nig te bedenken. Een redding lijkt 19
Te8 om na 20. Th4, Df5! (met matdreiging
op bl) 21. h3. Pd7! enz.. Lf6 onschadelijk
te maken, doch dit plan faalt op de vol
gende duivelse combinatie: 19Te8
20. De3!!!!l TXe4. 21. DXhBl.met mat.
19Dd7—f5
Pent Te4 doch hierin is voorzien!
20. Pf3h4! Kg8h7
De aangevallen Dame mocht niet wijken.
b.v. 20Dh7. 21. Tg4t enz., of
20Dd7, 21. Dd3! dreigend Dg3t en
mat.
21. Ph4Xf5 Lc8Xf5
22. Te4h4! Zwart geeft op; het
mat is onafwendbaar.
Een zeer interessante partij.
CHR. VLAGSMA.
Horizontaal: 1. Kam. om in het haar te
dragen. 6. Elk. 11. Op geen plaats. 27.
Idem (afk.). 18. Tijdrekening. 19. Beschei
den. 21. Water in Zuid Holland. 22. In op
richting (afk.). 23. Hakkenei. 26. Erken
nen dat iets aan iemand toebehoort. 29.
Zekere taaie aardsoort. 30. Spil van een
wiel. 31. Bijl met lange steel. 33. Voor
naamwoord. 341 Kist van latwerk. 35.
Gaaf. 36 Lengtehiaat. 37. Meisjesnaam. 39.
Namelijk (afk.). 41. Insectenetend zoog
dier 43. Zijtak Donau. 44. De tanden tril
lend op elkaar klappen. 45. Dorp in Over-
ijsel, gemeente Gramsbergen. 46. Van het
teken af te herhalen (afk. muz.). 48. Voor
zetsel. 49. Dorp in Groningen. 52. God v.
d. dondet (Germ. Myth.). 54. En dergelijke
(afk.). 55. Schuurmiddel. 57. Schraal. 58.
Telwoord. 59. Gebod. 60. Voorzetsel. 61.
Telwoord. 62. Soort onderwijs (afk.). 63.
Zeker kaartspel. 65 Langzaam (muz.). 67.
9 Slede. 70. Ais 48 hor. 71. Laagvlakte. 73.
Gemalin van een groothertog. 81. Vaar
wel 83 Stad in Duitsland. 85. Moeder.
86. Als 52 hor. 87. Voegwoord. 88. Een der
twaalf zonen van Jacob. 89. Foto. 91. Wel
aan 93. Wandversiering. 94. Lidwoord
(Fr.j. 95. Hoek- of wandpijler. 96. Winst
verkregen door industrie. 99. Bewoner»
van een eiland. 102. Bijwoord. 103. Echt
genoot. 104. Doen of iemand er niet 1».
107. Onheilaanbrengende godin (Gr,
v Myth.). 108. Afkorting voor nikkèl, 109.
Zijtak Donau. 110. Leermeester in de taal.
111. Stadje in België.
Verticaal: 1. Klein soort paard. 2.
In de adelstahd verheffen. 3. Voorschrift.
4. Metalen haak. 5. Voorzetsel. 6. Euro
peaan. 7. Als 54 hor. 8. Iemand, die een
huis dekt met riet. pannen, enz. 9. Als
102 hor. 10. Kikkereieren. 12. Ieder. 13.
Houten hand-egge. 14. Soort. 15. Omklin
ken. 16. Dorp In Noord Brabant bij Eind
hoven. 19. Landtong. 20. Kleefmiddel. 24.
Dorp in Noord Brabant. 25. Hoffeest. 27.
Zwemvogel. 28. Iemand bespieden. 31.
Vlaktemaat. 32. Sportterm. 35. Grote vis in
de Noordzee. 38. Telwoord. 37. Timbre
post (afk.). 38. Als 91 hor. 40. Onderricht.
42. BCTeider van leer. 47. Mond, bek. 48.
Schikgodinnen (Germ. Myth.). 50 Ge
meente in Noord Holland. 51. Hemelli
chaam. 52. Mikpunt. 53. Koemestvocht. 56.
Als 67 hor. 57. Lidwoord. 64. Baard van de
walyis 66. Evenmens. 68. Lichaamsdeel.
69. Önderste deel van het aangezicht. 72.
Stuk bouwland (meerv.). 74. Komvormige
laagte in de Sahara. 75. Tot de (afk.). 76.
Bijwoord. 77. Ingang. 78. Gezwind. 79. Af
korting op telegramformulieren. 80.
Kleur. 82. Dienstmeisje. 84. Bijwoord. 88.
Dorp in het land van Altena aan de Maas.
90. Wig. 92. Meisjesnaam. 94. Geweven
band. 95. Voorvoegsel. 96. Koor van zan
gers. 97 Dof. 98. Achting. 99. Bastaarduit
gang. 100. Rivier in Zwitserland. 101. Mijn
heer (Eng.). 105. Geographische mijl (afk.).
106. Muzieknoot.
Bij juiste oplossing leest men op de cij
fers: 1. 2 3. 8. 11. 14. 17. 19. 35. 36. 37. 40.
45. 48. 52'. 57. 63. 89. 75. 77. 78. 81. 83. 84.
86. 87. 89. 95. 104. 110 een oud vaderlandse
spreuk betrekking hebbende op de Hol
landse Nieuwe.
Oplossingen van deze puzzle moeten
uiterlijk Donderdag aj. in one bezit zijn.
Voor goede oplossingen worden een prijs
van 5 en twee van ƒ2.50 beschikbaar
gesteld. Op het adres vermelde men:
Puzzlerubriek. Over deae rubriek wordt
niet gecorrespondeerd.
S 6 5
H 8 5 4 2
R V 10 5 2
K h 8 6
Qp een avond zat ik bij een tafeltje te
kijken, waar een gewoon spelletje
robberbridge werd gespeeld. N—Z stonden
ver in de meerderheid en. W meende tegen
mij zijn bridge-reputatie te moeten op
houden met de mededeling, dat hij hele
maal geen kaart kreeg en het geluk N—Z
steeds mee zat Op een gegeven ogenblik
kwam de volgende kaartverdeling voor:
S a h 4 3 2
H h b 10
R 6 4 3
K 9 3
S 7
H a v 9 7
R h b 9 8
K v b 10 7
S v b 10 9 8
H 6 3
R a 7
K a 5 4 2
Z opende nogal optimistisch met 1 S.
waarop W een doublet gaf (informatie-
dubbel). N met zün sterke troefsteun en
doubleton in klaveren, gaf ineens 4 S. om
daardoor ook het verder bieden van W te
voorkomen. W kw^m uit met K v en het
contract werd gemaakt, daar N—Z alleen
maar 1 K. 1 H en 1 R-slag behoefden af
te geven wegens het goed zitten van H a.
Onmiddellijk na afloop
DDinrv ,van het 6pel kwam w
I DtlIlluE M°s met de bemerking:
Izie Je nu wel wat een
geluk N—Z hebben. Z
heeft niet eens een opening en doordat
zijn partner maar even S a. h vijfmaal
meebrengt en bovendien H a nog goed zit,
kunnen zij het contract maken Ik had het
spel goed gevolgd en kon mij niet weer
houden op te merken, dat W toch ook
geen slechte kaart had. wknt wanneer N
en W hun kaarten verwisseld hadden. Z
toch zijn 4 S zou hebben gemaakt. W be
streed dit heftig, waarop ik hem zelf liet
DUIZEND EN EEN
PP fm*
i welke kaart hij wilde uitkomen,
daar de uitkomst er niets aan dojr W
kwam uit met K 9 in de hoop dat de
slag zou kunnen nemen en met K zou te
rugkomen. waardoor W dan introefslagen
kon maken. Weinig vermoedde hij. dat
juist Z hem K zou laten introeven en dat
dit de enige manier voor Z was om het
contract te maken. Het spel verliep aldus:
T^OEN de aanhangers van de Christus zich, na de kruisiging
van hun Heilftnd. langzamerhand in Jeruzalem begonnen te
verzamelen, werden zij dadelijk door de hoogwaardigheidsbe
kleders van hun eigen land vervolgd. De Romeinse overheid
echter besteedde aanvankelijk weinig aandacht aan de volge
lingen van de „Nazarener". De apostelen van Jezus droegen de
leer verder uit. hun leerlingen predikten op hun beurt en lang
zamerhand vormden zich in alle gebieden, die onder Romeinse
heerschappij stonden, gemeenten van Christenen. Toen de be
ruchte keizer Nero de stad Rome in brand had laten steken,
gebruikte hij de Christengemeente als zondebok. Vele Christenen
werden gestenigd of voor de wilde dieren geworpen Het
Romeinse volk was altijd verzot op bloeddorstige taferelen
De heldenmoed echter, waarmee de belijders van het nieuwe
geloof de verdrukkingen doorstonden of als martelaar stierven
wekte bij velen bewondering en de christengemeenten breiddeji
HANDELSRECHT VAN
SPAANDER
Het bekende studieboek over het Han
delsrecht van mr dr M. Spaander, dat
met andere leerboeken van deze schrijver
tot het onverwoestbare deel van onze di
dactische economische literatuur behoort,
is verschenen in de 19e herziene druk.
Zo'n cijfer is. de beste aanbeveling. Mr
A. A Bouwman heefk de herziening, die
zich tot enkele bijwerkingen beperkt, ver
zorgd. Het boek geeft nog altijd in een
minimaal bestek een maximum aan in
lichtend rendement. P. Noordhoff N.V. te
Groningen geeft het boek uit.
zich steeds meer uit. Bovendien kwam het over 't algemeen
slechts plaatselijk tot gewelddadigheden tegen de Christenen in
die eerste tijden. Eerst veel later, toen de Christenen zozeer In
aantal toenamen, dat het afzweren van de oude goden voor fle
keizer, die zelf ook als god werd vereerd, onrustbarende vormen
begon aan te nemen, kon van stelselmatige vervolging der
christenen worden gesproken, bijv. onder de keizers Domitianus
(81—96 n. Chr.) en Trajanus (98—117). Na lange perioden van
betrekkelijke rust bereiken de vervolgingen onder de keizers
Decius (249251) en Diocletianus (284305) hun hoogtepunt
In Rome en Alexandrië hadden de christenen het bijzonder hard
te verantwoorden. Eerst in 313 genoten zij volledige vrijheid in
de uitoefening van hun geloof.
Links: Een bekeerling van de Aposel Pauius predikt het Chris
tendom te Rome. Midden: Christenvervolgingen onder Nero.
Rechts: de tjTan Nero.
R 8
R 9
R 10
R s
S b
1. K 9
K v K h Ka
nt of niet. doet niets terzake I
i op de vrouw snijdt.
S 7 s 5 s v
K b
K 6
K 2
Speelt W nu S na. dan maakt Z zelfs 5
S. door eerst alle troef er uit te halen en
de rest is vrij.
Speelt W harten na dan neemt Z in N
met H v en speelt daarna K. die door W
ingetroefd kan worden. Bij wederom na-
speleh van harten neemt W met H a en
speelt harten na. dan troeft Z in. haalt
de ontbrekende troeven er uit en de rest
is voor Z. Het contract van 4 S is dan ge
maakt. Speelt W ruiten na. dan is het con
tract eveneens gemaakt.
JONGENSVERHALEN UIT
VERRE LANDEN
Verhalen over het leven van andere
volken, waarbij de wildernis ter sprake
komt. gaan er over het algemeen bij de
jongelui als koek in. De wildernis spreekt
tot het jeugdige gemoed en de avonturen,
die men daar beleeft, zijn altijd de be
schrijving waard.
Ih de serie De Verrekijker, die uitge
geven wordt door de Republiek der bet-
teren te Amsterdam, zijn thans twee jon
gensboeken verschenen Het ene is getiteld
Angkot uit de Wildernis en behelst het
verhaal van een jeugdige bewoner van de
Philippijnen, die door het binnenland
rondtrekt en allerlei spannende avontu
ren beleeft. Het verhaal is geschreven door
Lysle Carveth en vertaald door J. F.
Kliphuls.
Het andere boek uit deze serie heet
Hosj-Ki de Navaéo-jongen. Het verplaatst
de lezer naar de woestijn van Arizona, één
der Noord-Amerikaanse Staten, waar een
jeugdige Indiaanse Jongen met zijn ouders
in een reservaat woont. Om geen analpha-
beet te blijven gaat hij naar een kost
school. waar hij met de blanken in aan
raking komt. Zijn belevenissen daar zijn
talrijk en Florence Hayes heeft er een
aardig verhaal van gemaakt, dat door J F
Sandfort is vertaald
Oplossing van de Doorlopende
Pinkster-Kruiswoordpuzzle
Horizontaal: 1. Wij. Wens. En. Vrolijke
2. Salon. Eer Au Os Ap. 3. Net. Nood.
Rood Demi. 4 Els. Arre. Goud El An.
5 Sint. Dal Emden. Sik. 6. Smaragd
Niets Tas 7. Em. Aida. Isar. Weert 8
Rek. Ur N.N.O. Ale. Lire 9. Er. Amen.'
Wa Lied Nar 10 Zes. Ase. Eren Me.
Eed 11 El. Aden Na. Eger. Eva 12. LK
Nel DDT Prei. Neg. 13 Naarstig Er.
Veine 14 Ea Rap Agenda Poon. 15 Sr.
Ezel. Ez. Nol. An. Aa.
Verticaal: 1. W. Nes. Se Re Ze.
LN Es 2. IJsel. Immer Elkaar 3 Wal
Snaak As An Are 4. El. Natrium. Ader
Az, 5. Noord. Adres. Els. Pe 6 Snor.
Aga. Nn. End Tal 7 Eede. Ld. Inwen
dige. 8. Nergens. Oa Rat. Gez 9 Vroom.
Ia Ale. Epe Nn M) Ra. Ouderling Rr.
Do 11. Oud. De. Tw Eem Ee. Val 12.
Loden Selderie Pa 13. IJselstein Een.
Ion. 14 Kam. Ai Ar Ra Even Oa. 15.
Ep Ink. Ster Dag. Ena.
De wens luidt: Wij wensen vrolijke
Pinksterdagen aan al onze lezers en
lezeressen!
Rita Hayworth is voornemens haar
huis in Hollywood, waar haar roman met
Ali Khan begon te verkopen. De waarde
er van wordt op 178 000 gulden geschat
TJET is al bijna donker. Tus-
is Bram, de stroper. Bram is
Het is de
jachtopziener nog nooit gelukt,
hem te betrappen. Ja. die Bram
verstaat zijn vak. Hij is er slim
genoeg voor. Hij weet altijd
weer nieuwe plaatsen voor zijn
strikken. Nu is hij ook bezig.
Morgenochtend vroeg zal hij
gaan zien hoe groot de vangst
Toch is Bram niet de enige,
die in dit verboden gedeelte van
het bos is. Er is ook een jongen.
Gert. Hij woont in de buurt.
Eigenlek is het niet Gert, die
in het bos is, maar Shawani.
Als Gert maar even de kans
ziet, speelt hij Indiaantje. Hij
heeft een band om zijn hoofd.
Daartussen heeft hy veren ge
stoken. Ook heeft hy zelf een
strydbyltje van hout gemaakt.
En zyn Indianennaam is Shawa-
De dieren in het bos zyn zyn
beste vrienden. Gert weet holen
en nestjes. Hy kan ook goed
spoorzoeken. Bram de stroper
is zyn grootste vyand.
Muisstil zit SI
zit Shawani achter
een boom, diep ineengedoken.
Bram luistert. Hoort hy iets?
Shawani wacht in spaftning.
Als de. stroper he»n ziet....
Gelukkig, hij loopt door. Sha
wani volgt hem op een afstand
je. Hy onthoudt goed, waar
Bram een strik uitzet. Hy merkt
de bomen met een krijtje. Ein
delijk schynt Bram het genoeg
te vinden. Hy slaat tenminste
een paadje in. dat naar de weg
leidt, die langs het gebied loopt.
Voor alle zekerheid wacht
Shawani nog vyf minuten. Dan
loopt hy terug en haalt één voor
één de strikken weg. Zo, dat is
een buitenkansje, nu heeft hy
die lelijke stroper eens fyn een
poets gebakken. Net goedi
Shawani dwaalt verder. Hy
luistert naar de vogels en be
spiedt een eekhoorntje.
Dan staat hy met een schok
stil. Wat hoort hij daar voor
akelig kermend piepgeluid?
rider zich te bedenken loopt
Shawani erheen.
Oei. een haas in een strik. O,
wat heeft het diertje het be
nauwd. Door het spartelen is de
strik al heel diep in zijn peisje
gedrongen. Shawani moet vlug
zyn, voor het lieest stikt. Het
kykt zo smekend. Valt niet
mee. Dan een ruk.
Gelukkig, het haasje is vry.
Met één sprong is het ver
dwenen. Het JVal aardig laat
geworden. Mer schrik bedenkt
de Indiaan, dat hy naar huis
moet. Moeder houdt geen reke
ning met de omzwervingen van
de Indiaan Shawani. Gert moet
op tyd naar bed. Op een ren
dus maar. Het byitje slin
gert in zyn gordel. Hy verliest
zyn band met veren, Shawani-
Gert bemerkt het niet. Hy holt.
Hedaar. klinkt het plotse
ling, sta eens even stil.
Gert staat stil. De
opziener, flitst het door
dachten. O, hy weet, dat
niet mag komen. Weglopen gaat
niet meer. Daar is de Jacht
opziener al.
Dacht ik het niet, Jongen
Gert je weet toch,...
Ja meneer, maar het ls hier
Juist zo fyn en....
jy beschouwt dit zo'n
beatja als jouw jachtgebied, ls
het niet zo. Indiaan? Hoe is de
naam van de roodhuid ook
weer?
Shawani, zegt Gert zacht
jes.
Wel Shawani, ben je op het
oorlogspad geweest?
Ja, ik heb Bram de stro
per gevolgd en al de strikken,
die hy zette, weggehaald. In één
zat al een haasje.
Nou dat is prachtig werk.
Zullen wij dan maar de
pyp roken?
Gert knikt opgelucht.
Hy strykt het haar uit
gezicht en zegt verschrikt:
Mijn veren, ik heb ndjn
veren verloren.
Nu doet de 'jachtopziener zyn
tas open en haalt er twee prach
tige fazantveren uit.
Alsjeblieft Shawani, zegt
hy. Hier zyn vast twee nieuwe
veren. En nu als een haas naar
huis. Hjpr Gert, ^stop deze appel
mEn mef eeifprettig
zijn
omdat alles zo goed is afgelopen,
zet Shawani-Gert het op een
lopen. Misschien is hy nog wel
op tyd thuis ook.
EEN GRAPJE MET EEN
KWARTJE.
Wie kan van een kwartje een
gulden maken?
Dit vraagt HENNIE SONNE.
VELD. We weten niet, hoe oud
zy is, want dat heeft zy niet
geschreven. Kan niemand het?
Luister, dan zal Hennie vertel
len, hoé het moet.
Neem een glas en vul het half
met water. Gooi er een
kwartje in. Plaats een schoteltje
over het glas en keer dit voor
zichtig om. Kyk nu door de
zijkant van het glas, dan zul je
we! merken, dat het kwartje op
een gulden lijkt. 1
T700R je me op gaat lossen,
wil je zeker wel iets meer
van me weten. Wel luister dan
maar.
Ik behoor tot de familie van
de hoenders. Als ik helemaal
precies wil zyn, tot de onder
familie, de fazanten. Ik heb een
lange hals dn een kleine kop.
met een mooie gewelfde snavel.
Myn vleugels zijn niet erg lang.
maar een vedprdos dat ik heb!
Prachtig! Ik ben werkehjk trots,
als ik mijn bovenstaartdekveren
opzet. Dan is het net een
waaier., een heel grote waaier.
Myn sleepstaart is ruim
een meter lang. Myn kleu
ren zyn ook erg mooi. Ja,
daar kun je hier jammer genoeg
niets van zien. Daarom zal ik
het je vertellen. Myn kop, hals
en borst zijn purperblauw met
een goudgroene weerschijn. Mijn
rug is groen, met koperkleurige
randen. Op myn vleugels heb
ik ook nog wit met zwarte
dwarsstrepen. Maar het mooist
van alles zyn toch echt wel
pronkveren, groen, met ogei
ogen waar ik mee kyk" zyn
bruin met er omheen een kale
witte kring. Ik heb ook een
bruine snavel en poten De
meeste pauwen leven op Ceylon
in troepen van 30 of 40 bij el
kaar. Vliegen vind ik erg moei-
lyk. Daarom blyf ik maar op
de grond. Dat is helemaal niet
erg. Er is eten genoeg te vinden.
Wormen en zaden vind ik het
lekkerst. Myn vrouwtje en ik
hebben ons nest in het kreupel
hout gemaakt. Zy legt wel eens
15 eieren. Nu moet je eens
raden, hoe oud wy pauwen wel
i. We
kunnen worden.
je het
niet? 20 Jaar, Oud hè? Wil Je
nog meer raden? Los dan deze
puzzle maar op. want daar ben
ik voor in de Rommelpot ge
komen.
Horizontaal: 1 ben ik zelf,
4 meisjesnaam, 6. gravin uit
Het Hollandse Huis, 9. stuk
bouwland, 10. familielid, 12.
vogel.
Verticaal: 1. familielid, 2. tel
woord, 3. ajuin. 5. tam, 7
woord, 8. behoeftig, 10 persoon
lijk voornaamwoord.
van een wiel.
Dit lammetje komt nog wel
eens in een circus terecht.
Koppel-Ra-Ra
Zoek nu eens tien woorden
van de hieronderstaande be
tekenis. Het grappige van deze
koppelpuzzle is. dat elk volgend
woord begint met de laatste
lettergreep van het vooraf
gaande woord.
1. een lang kussen
2. windvrije plaats
3. voorzetsel
4. soort (Frans)
5. toepraak
6. duivel
7. opgewekt
verhoging
fyn maken
klok
ZO WAS HET.
Dit is de goede oplossing van
de puzzle van Plm Kalkman.
Horizontaal: 1. Saaie; 6. Spa;
8. la; 10. er; 11. br; 12 tu; 13.
eik: 15. enkel.
Verticaal: 2. as; 3. A.P.; 4. la;
5. Elbe; 7. Arum; 9. ar; 10. et;
13. en; 14. ik.
Voor de gesloten tolbomen
komt een auto aan, een heel
oude auto.
Vijftig cent, zegt de toL
wachter.
Verkocht! antwoordt de
chauffeur.
Tante Je bent een keurig
ventje, dat je de toffeepapiertjes
niet in de bus op de grond hebt
gegooid. Waar heb je ze eigen-
lijk gelaten?
Jantje —In de zak van de me
neer, die naast me zat.
Elsje Mijn vader scheert
wel vijftig keer per dag.
Jansje Hoe kan dat nu?
Elsje Hij is kapper.
Pas op, dat het niet krimpt
BUÏÏO* V ft—i
Ali Borsje is 14 jaar. Zij heeft dit tekeningetje voor de
Rommelpot gemaakt. Leuk hi.
Pr was eens een pop. Die pop
J-i was goed af, want zij kreeg
op een dag zomaar een truitje.
Een week geleden had poppen-
moeder het nog zelf gedragen.
Maar zij had het gewassen en
het was toen zóóóó gekrompen,
dat het de pop paste. Prettig
voor de pop. Niet zo prettig voor
het meisje.
Als jij dus eens een keer zelf
je truitje wilt wassen (als moe
der het goed vindt) pas dan op.
dat jouw popwant die heeft
toch wel kleertjes genoeg.
Bovendien kun je er voor zor
gen. dat het truitje goed in de
vorm blijft.
Maar eerst het wassen. Ge
bruik goede zeep en maak het
sopje niet te heet. want dat is
altijd verkeerd. Wringen moet
je ook niet doen. Wel flink uit
knijpen en een heleboel keren in
lauw water naspoelen, tot het
water helemaal helder blijft.
Dan rol je het truitje in een
droge handdoek.
En nu de vorm. Die kun je
zelf maken van karton. Knip op
de maat van je truitje het fi-
\-£TK«jLnA\
guurtje van de tekening na. De
kartonnen armen maak je iets
langer dan de mouwen. Dan doe
je de jumper over de karton
nen vorm. De armen steek je
door de halsopening in de mou
wen.
Kijk goed. dat alles precleb
recht en netjes zit. Om te voor
komen dat de hals uitrekt, riig
je er een draadje door. Als ie
truitje helemaal droog is. zul ie
zien. hoe mooi het gebleven is
en je pop. die komt wel dans ee»
andere keer asn de beurt.
jjiTERDAG 3 JUNI 1950.
EERSTE BLAD - PAGINA S
Peen rede, waarin hy trachtte een
snaïyse te geven van deze tyd,
miakte dezer dagen een spreker de
rking, dat de mensheid heden ten
wel wat te vlug is met zuchten
IT klagen. Een ware opmerking, die
we ons allen ter harte kunnen -nemen.
ajs we eens elke keer, dat we, om een
voorbeeld te noemen, zuchtende ons
«•rk doen of zuchten over de omstan-
die zo somber zyn, een pot-
op de muur van de huis-
muur
spoedig geheel zyn volgestreept. Wy
zyn zuchters geworden, wy, de nuch
tere mensen, zoals we ons zo graag
-«<»nen. Elke dag, die we mogen be-
t, maken we ons daaraan schuldig,
maar op de tram, in de trein,
en denk maar terug aan
voe-
de gesprekken, die we elke dag
ren. Natuurlyk, we hebben onze
ontschuldigingen zo by de hand. De
tijden zyn duur, het loopt ons zo tegen
in het leven, de toekomst is zo donker,
er is een dreiging van oorlog, ga maar
door. En zyn dat by elkaar niet vol
doende redenen om te zuchten? Kan,
of zelfs: mag, een mens blymoedig blij
ven onder dat alles? De neiging be
staat bij velen onder ons en ook by
onszelf om de zuchters gelijk te ge
ven. Inderdaad, laten we maar eens
hartgrondig zuchten om al de scha
duwen, die op onze levensweg vallen.
Doch dan ook een vraag: wat bereiken
wjj met zuchtende en klagende door
het leven te gaan?
'OVER het zuchten en het kla
gen, dat een groot kwaad dreigt
te worden in onze samenleving, staan
lis vlammend protest de gulden woor
den: Bid en werk. Niet meer en niet
minder. Twéé woorden. Niet alleen
bidden en niet alleen werken, maar
beide. Over zuchten wordt niet gespro.
ken. Bidden en werken.
Met zuchten is nog nooit wat bereikt,
noch in het verleden, noch in het he
den. En in de toekomst zal er ook niets
mee worden bereikt. David Living
stone en Albert Schweitzer zijn niet
gaan zuchten, toen de omstandigheden
minder rooskleurig werden. Zy had
den in hun levensbanier de twee woor
den: Bid en werk geschreven en zy
handelden daarnaar. En zij overwon
nen uiteindelijk. Onze voorvaders uit
de 17e eeuw wisten wat het gebed in
het leven van de mens betekende; wij,
hun nazaten uit de 20ste eeuw weten
dat niet meer. Wy zuchten maar. Wy
durven de sprong in het duister niet te
maken, wij durven niet meer met volle
zeggen: „Heer, wij weten het
r Gy kunt ons in alles nabij
;lpen. Wy werken door, om-
wjj de zekerheid bezitten, dat uit
eindelijk alles goed komt, hoe het ook
moge gaan." Dit heeft de fnens van
fle 20ste eeuw verleerd. Omdat hy
bang is, omdat hy in het diepst van
zijn hart toch altyd een vrees behoudt,
de vrees van: je kan niet weten. En
omdat hij die vrees bezit, bidt en werkt
hy niet, maar zucht hy. Wy mensen
van de 20ste eeuw, houden graag wat
achter de hand, wij hebben graag een
|k|Éfh ter deurtje voor het geval het on-
RPbnks alles fout loopt. Maar dat ach-
terdeurtje moet rRrhtppsniike
LETTERKUNDIGE KRONIEK
T EVENSONLUST is één van de belangrijkste
tydperk van cultuurorisis beheersen. Zo wan
van Young en de zwaarmoedige pseudo-Keltische
thema's, die de kunst in een
n de sombere Nachtgedachten
zwaatfmoedige pseudo-Keltische zangen van Macpherson (Os-
sian) in het middep van de 18de eeuw, toen de cultuur kenterde, zeer karakte
ristiek voor die epidemische onlust. En nu de wereld weer in een cultuurcrisis
verkeert, nu we de waan kwyt zyn, dat wetenschap en techniek alle kloven in
deze wereld zullen overbruggen, ontmoeten we in de dichtkunst de minst
„corrupte" kunst, immers de minst traditioneel vakkundige, dus de eerlijkste, de
spontaanste, vooral de jongste opnieuw bewyzen van die onlust in
Feith-achtig spelen met symbolen van de dood.
De sluitsteen van het (overigens nog
niet sombere) bundeltje „minimum-
poëzie" van J. Meulenbelt, dat ver
leden week in deze rubriek werd bespro
ken, was. een zerk. De dichter vroeg
zelfs, zijn zerk onaangeroerd te laten, op
dat de steen rustig boven zijn rif zou
Precies eender smeekt een andere dich
ter. W. J. van der Molen, In een
tweede deeltje van de reeks „De Wind
roos" van de Uitgevers Maatschappij Hol
land te Amsterdam (die de gehandicapte
jongste dichtkunst In ons land een nieu
we publicatie-mogelijkheid heeft gegeven)
„Sous-Terraln" luidt de titel van
het deeltje en die titel zegt eigenlijk al
genoeg. De vorige dichter noemde zijn
bundeltje tenminste nog „Plattegrond",
maar Van der Molen zoekt al ónder de
platte grond.
Van het eerste tot het laatste gedicht 1»
het bundeltje van Van der Molen ver
vuld van levensonlust. Weggedoken in zijn
souterrain hoort de dichter de dood al
komen. De dood doet de buitendeuren
hangend aan de draad van een spin
valt hij het zwarte trapgat in.
Vervallen tot onmacht krast de dichter
op puin en steen zijn onlust ln woorden
en getallen die de absurditeit van het
leven moeten bewijzen. En tóch hunkert
ln zijn surrealistische poëzie een verlan
gen naar verlossing, dat hy ln de epi
loog van zijn bundel aldus formuleert:
O, God, die mijn bestaan bodemloos
(splijt.
geef mijn bewustzijif een verstaan
baar teken
en doe mijn mond weer uit uw vol
heid spreken
Maar zolang het teken uitblijft dicht hij
hulpeloos, moedeloos, „levende achterste
voren", met voeten die in „lïngzame
doodsangst" stilstaan:
Misschien wacht mij ergens
een beter begin.
Het graf staat wijdopen.
atste stoutmoedige poging om
zijn beklemming te bevrijden
i met de schepping te vereen-
ik 1
Een laatste
zich van
door zich
zelvigen. wordt gestraft met terugwer
ping op de eenzaamheid. De dichter durft
zich dan alleen nog maar schuchter te
vereenzelvigen met een plant, die. als
het zacht regent op het broze riet bij het
kleurloze water, zijn eigen doodsgeur
ruikt, „een plant van droefenis, de na-
vrucht van de stenen dingen", en alleen
„de stengel doodsvermoeienl s".
zegt hij. houdt hem rechtop en doet hem
zingen.
die
gevoelig één van de karakteristiekste the
ma's van een cultuurcrisis, de levenson
lust, varieert. Is al méér dan schraal korst
mos op de vastelanden van een planeet,
welke door een steriliserende passaat
wordt omwaaid. Trouwens, de stengel
van de plant van droefenis zwelt door
deemoed, en uit *üe deemoed perst hun-
kering-naar-bloesems een tweede impuls,
die in het klimaat van een cultuurcrisis
bloei teweeg helpt brengen, de impuls nl.
van toenemende religiositeit.
Van der Molen levert daarvan in het
sonnet „Choraal" (zijn meeste gedichten
zijn sonnetten) het beste bewijs.
EEN bundeltje van Nico Verhoe
ven ln „De Windroos", de cyclus
„OU z lj t". openbaart een dèrde thema,
waarop in een tijdperk van cultuurcrisis
toch poëzie van waarde wordt voortge
bracht. Het ls één van de reacties op het
onlust-thema, n.l. een wilde begeerte om
met de verdorrende symbolen van het
verleden totaal nieuwe mogelijkheden te
beproeven Een overspannen drang drijft
Verhoeven tot het scheppen van fantasti
sche verbeeldingswerelden om kernen van
eenvoudige levensrealiteit als liefde van
man tot vrouw, geboorte en simpel „zijn".
Uit de nood, die hij met de vorige dichters
gemeen heeft, roept hij in een gebed van
bèzwerende kracht aan de sponde van
Haar. die hem verbeidt, uit:
Mijn God, geef mij een stem, waar-
[mee ge mij begrijpt
en ik u duiden kan hoe zij mijn kern
Op een Meidag in het jaar 1945 ontdek
ten Amerikaanse troepen een groot aantal,
ongeveer 1200. beroemde schilderijen in
een zoutmijn. Het was de grote kunstschat,
die eens het Berlljnse Kaiser Friedrich
Museum befaamd maakte.
Zoals alle
ook deze schilderijen naar een centraal
punt gebracht en uit deze collectie nu
zijn ruim 200 van de allerberoemdste ge
kozen. die in een zomertentoonstelling in
het Amsterdamse Rijksmuseum zullen
prijken. Er zullen 12 (hier minder bekende)
Renvbrandts. ettelijke stukken van Breu
ghel. Tltlaan en Dürer. maar ook oudheid
kundige vondsten als het beroemde beeld
van de Egyptische koningin Nefertete.
op de tentoonstelling te zien zijn.
De waarde van de collectie zal die van
de vroeger geëxposeerde schatten uit de
Pinakotheek verre overtreffen. De ten
toonstelling opent over ongeveer 3 weken
denkende phenomeen Vestdijk en, tot op
zekere hoogte. Goethe, tussen een Han
van Meegeren in zijn romantisch verheer
lijken en vervalsen van het rijke verleden
en de pseudo-Kelt Macpherson, die zich
rijk goochelde, tussen Hella
iden vai
gezelschapsspel van kunnen ma-
deze reeks in het oneindige voort
hoe zy vervloeit om mij en s
(en rijpt.
moods
heeft de jury,
utsprijs voi
kennen, verklaard, verkeert niet in
periode van bloei. Maar poëzie die
ONZE dichtkunst,
de staatsprijs voor poëzie had toe te
.tgespijkerd wor-
die vastigheid-achter-de-hand
moet verdwynen. in alle eerbied ge
sproken. Elia had ook niets achter de
hand. Hy had het geloof en hy ver
trouwde alleen op het gebed. Hy bad
het vuur van de hemel. Ga na de da
den van de groten, die iets hebfcen
bereikt in de wereld en zie, dat zy
alleen wat tot stand konden brengen
door bidden en werken. Deze tijd heeft
geen behoefte aan zuchters en klagers,
deze tijd snakt naar mensen, die de
m®ed hebben zich over te geven aan
Hem, in Wiens hand ons aller leven
is; mensen, die door de tijden gaan,
hoe donker zy ook mogen zyn. opge
wekt en vol vertrouwen, omdat zy
weten, dat slechts twee dingen ^nodig
zijn: bidden en werken.
H. J. Wk.
In zijn excessieve beeldspraak, die
alle mogelijke begrippen werkt, desm
aan de wiskunde ontleend (b.v. „priem-
getal"), spelen de wonderlijkste versmel
tingen-van gedachten een rol. maar ook
symboleh uit het onderbewustzijn. Zoiets
is weliswaar in het geheel niet nieuw,
want de hele cultuurgeschiedenis kaeft-,
aan de borst van het onderbewustzijn ge
dronken. maar onwillekeurig. Van
onwillekeurigheid is bij Verhoeven echter
geen sprake meer.
Dit naar willekeur aanharen van ir
rationele gevoels- en begripsinhouden
van het onderbewustzijn zal één van
de interessantste kanten kunnen^wor-
den van het nieuwe cultuurtifaperk,
dat in staat van wording verkeert. Het
zou de merkwaardigste facet kunnen
zijn van de nieuwe Romantiek, die
zich baan breekt, of die zich eigenlijk
al sinds het laatste kwart van de 18e
eeuw 'voortdurend en vrijwel on
onderbroken maar nooit zo duide
lijk als nu heeft gemanifesteerd als
een verzetsbeweging tegen de leer der
zuivere rede, tegen de verheerlijking
van wetenschap en techniek en tegen
de positieve verwachting van een toe
komstige heilstaat op de basis van ver
dere ontwikkeling van wetenschap en
techniek.
De nieuwe Romantiek?
Ja. als we de cultuurproblemen van het
laatste kwart van de 18de eeuw verge
lijken met die van de 20ste, dan bhjkt er
weer (of nog altijd) zóveel net zo te zijn,
dat alles wat ons nu in het culturele le
ven verbaast of onthutst of wanhopig
stemt, omdat 'alles zo chaotisch lijkt, vol
komen overzichtelijk wordt als we de
nieuwe (of vernieuwde) Romantiek als
feit aanvaarden Wat let ons dan verge
lijkingen te maken tussen het universeel
en In hun vers de
die balladen van oude cultuurvolken en
primitieven opspoort en Percy en Herder,
die resp. Engelse en Duitse volksliederen
verzamelden, tussen Bertus Aafjes en hele
reeksen dichters van idyllen Men zou
kunnen
ken om
te zetten.
EN nu de beste van de „Windroos"-
jongeren, de te Rotterdam geboren
Guillaume van der Graft, die ln
zijn bundel ..Mythologisch" mh heel even
in de steek schijnt te laten met mijn be
wering, dat dichtkunst niet meer „vak
kundig" beoefend zou mogen worden, zo
als in de tijd van Boileau. de kookboek-
yersifex. want zijn sonnet „Amsterdam"
vangt aan met:
Al ln Amsterdam zijn va n het
(vak
stad mee laten
[dichten....
Maar men proeft er toch wel duidelijk
de ironie in.
Geestig zegt hij van zijn Amsterdamse
collega's:
Het is geen zware dienst die zij
(verrichten;
langs alle grachten dient hun het
- [gemak
Want, vervolgt hij, wat zij nodig heb
ben. zoals een soort lichte verrukking
(Aafjes'). of de „smaak van het geluk dat
brak"
te voet kan men erby: van dak tot dak
hangt het gereed om in een vers te
[zwichten.
Men kan niet langs het „veile" Amster
dam lopen, vervólgt Van der Graft, zon
der te veelen, dat deze stad.... (let op
hoe fraai:) „Zichzelf moet staan be-
TNE ontegenzeggelijk betere stemming.
•L* welke de laatste twee weken op de
Amsterdamse Beurs heerst, levert wel het
duidelijke bewijs, hoezeer de Nederlandse
economie nog altijd met die van het voor-
Nederlands-Indië vervlochten is.
was er om zo
geen goed te
doen. Gunstige bedrijfsberichten uit de
Nederlandse industrie, grotere toenadering i
tussen de landen van West-Europa en
daardoor afnemend oorlogsgevaar, voort-
duren van de maatschappelijke welvaart
in de V S. en wat er meer voor bemoedi
gende aspecten aan het wereldbeeld moch
ten worden gesignaleerd, de Beurs bleef
onaandoenlijk en de verkopen hadden
doorgaans de overhand.
Hierin ls opeens verandering gekomen
en het waren de Indonesische fondsen, die
daartoe dc stoot hebben gegeven.
De regeringsverklaring kon alleen in zo
verre bemoedigend worden genoemd, dat
het kabinet blijkbaar meer oog voor de
werkelijkheid heeft gekregen en door het
debat in de Tweede Kamer met de wrange
feiten werd geconfronteerd. Maar belang
rijker was, dat over de economische ont
wikkeling van Indonesië betere berichten
werden ontvangen en niet het minst ook
dat enkele regeringspersonen van Indone
sië de noodzaak van samenwerking met
Nederlandse energie en Nederlands kapi
taal beginnen in te zien.
Het spreekt wel vanzelf, dat hoe
stiger het Indonesische bedrijfslevei
ontwikkelt en hoe ruimer als gevolg
gun-
het Indonesische bedrijfsleven z(fh
Een portret van Maastricht bevat ook
unieke regels. Na eerst de ligging, de
skyline, de Maasbrug en de huizen aan
de rivieroever te hebben beschreven,
schrijft hij:
Maar streng geschaard
'OOhoo i'uCMcrf
iEREEN BEGRIJPT natuurlijk wel, dat de Minister van
Export en Verpakkingsaangelegenheden van plan was om
6ie hele prachtige inpakfabriek van Professor Kalker te kopen
en daar viel over te praten Voor Panda was er nu niet veel
meer tp doen en de Minister zei dan ook: „Jij bent een flink
Jongmens! Hier heb je een zakje geld. als beloning omdat je mij
zo flink en tijdig hebt gewaarschuwd! Ik zal nu verder de
professor wel ond«r myn hoede nemen".
Nu was het ogenblik aangebroken, waarop Panda afscheid ging
nemen van Professor Kalker.
.Je was een flinke assistent. Papma", zei de geleerde ontroerd.
..Ik dank je voorehvooreh nu ja, voor wat je
voor me gedaan hebt ik weet/het niet precies meer allemaal.
maar het was heel belangrijk!7 Hier heb je als dank dat zakje
met geld. dat ik van de politie-inspecteur heb gekregen, want
eigenlijk heb JU toch die twee spionnen gevangen. Dag Pinda!
„O dank u well" antwoordde Panda. „Maar rflijn naam ls
^Ja!*.8! Ja.... uitstekend, dat herinner ik mU. Pampa!" sprak
de professor tevreden.
Nu was dus alles geregeld naar Ieders tevredenheid (natuurlijk
niet naar de tevredenheid van Chi Fon en Honnepon, of van
Nooltgedacht en Fijntjes, maar dat ls dan maar goed ook).
Panda had nu niets meer te doen en dus nam hij de beide zakjes
met rammelende en rinkelende munten en daarna danste hij de
^jong^Tjonge^" riep hij blij. „Allemaal daalders! Allemaal
eerlijk zelf verdiendl Tjonge! Ik ben rijk! Nü kan ik Iets gaan
En8'wat^ij toen ging beginnen wat hij met al die daalders
ging doen.. wel, dat zal in het volgende verhaal ui||erig
verteld worden I M
EINDE. W
rondom de
[basiliek
staan and're huizen innig uitgelaten
als Jongedames klaar voor gymnastiek,
de wangen blozend van fondanten
[kléuren.
De mergelmoederoverste der stad
mag zweren bij ivoren wierookgeuren,
de meisjes dromen van een zonnebad.
En hoe briljant heeft de dichter door
alliteratie het halsrekkende kijken voel
baar gemaakt in een andere stadsbe
schrijving:
Stad Hnrdenberg verhoogt zich in de
[toren;
het hemelblauw verheugt zich om de
[haan.
Geen enkel thema van de Romantiek is
Van der Graft vreemd. Hij kent zowel
de onlust om voort te leven want hij
hAL^jn tijd bij wijlen, omdat er nisis
in schepping, omdat de dode dingWi,
,,'t onderdanlg-zijn moe", ons met hun
(jood hebben ingenomen; „enkel in de
diepe liften der dromen dalen wij snel
weer naar het leven toe" hij kent dus
zowel die onlust als de wilde reactie daar
op, en zowel de vlucht in het verleden
(oude steden) als de deemoed en het ver
langen (laatste zinnen in de bundel):
Tinka, wanneer ik lees wat staat
[geschreven
in 't Boek en hier doet God het
[wel gestand?
Of zullen wij dromender moeten leven
verdrevener, minder met hand en
[tand?
Maar de „doodsvermoeienis" is hij
volkomen te boven. Het prachtige ge
dicht waarmee hij zijn hond herdenkt ein
digt zelfs cursief in de regel: „de dood
ls een belediging van God".
God biddend om met ons tot een nieuw
begin te willen gaan. schrijf hij het laatste
gedicht van de.' bundel, „Dies lila", een
groots visioen/ dat toch zeer eenvoudig
en algemeen begrijpelijk onder woorden
ls gebracht, een stralend getuigenis van
het feit. dat onze cultuurcrisis% tenminste
één dichter voedt, in wie verzen bloeien,
die tot in lengte van tijden sieraden van
alle bloemlezingen zullen zijn: Guillaume
van der Graft, dichter van de dageraad
Op basis van de cyfers voor Maart zou
voor het gehele jaar 1950 reeds op een
overschot van meer dan 700 millioen
mogen worden gerekend. Voorlopig kan
Indonesië zijn zeer noodzakelijke import
mede financieren uit het overschot van
I 40 millioen uit de Marshallhulp, het door
Nederland verleende crediet van 200
millioen en de Amerikaanse lening van
100 millioen. zodra deze effectief wordt.
Het laat zich aanzien dat ook de toe
nemende export allengs een grotere
import zal mogelijk maken. Bij belang
rijke exportproducten als aardolie, rubber,
tabak en tin ls gedurende de eerste drie
maanden van 1950, ondanks de politieke
en sociale onrust, reeds een vooruitgang
zichtbaar en vooral wat rubber betreft,
wijzen de gepubliceerde cijfers op de
waarschijnlijkheid dat de expobt zal
blijven stijgen.
Een onverwachte meevaller daarbij is
de nog steeds oplopende rubberpr(js. In
Londen wordt thans meer dan 25 d. per
lb. betaald, d.l. ca 2,50 per kg, of ca
1 meer dan een jaar geleden Alleen de
export van rubber kan op deze basis voor
Indonesië een bedrag van f 850 millioen
in Hollands geld opbrengen en een hoogst
belangrijke post op de betalingsbalans
vormen. Ook voor tabak worden ongekend
hoge prijzen betaald, terwijl voorts de
prijs voor tin en tinerts. ook belangrijke
exportproducten van Indonesië, weer op
lopen.
Ten slotte werd deze week bericht, dat
dpk de suikercultuur, welke tot dusver
g niet tot de export heeft bijgedragen.
:h begint te herstellen. Dertig fabrieken,
'meest op Oost-'en West Java. zullen dit
jaar gaan malen tegen slechts twintig in
1949 en al staat" het nog allerminst vast,
dat Indonesië spoedig weer in betekenen
de mate suiker zal kunnen exporteren,
de welvaartspositie des lands zal toch ook
door het langzaam herstel van de suiker
cultuur gunstig worden beïnvloed.
De aankondiging van 10 pet dividend
over 1941/8 door de N.I.S.U. (Ned Ind.
Suiker Unie) was een verrassing, die de
koers der aandelen Donderdag 10 punten
deed stijgen.
Al deze opwekkende berichten over het
Indonesische bedrijfsleven hebben voor
het Nederlandse kapitaal en dus ook
voor de Nederlandse volkshuishouding
grotere betekenis gekregen door de mede
deling van het D I V I. (Deviezeninstituut
voor Indonesië) dat voor uitbetaling van
dividend aan „buitenlandse" aandeelhou
ders onder zekere voorwaarden deviezen
zullen worden beschikbaar gesteld, waar
uit ook wel blijkt, dat men het „buiten
land" ,(i.c. voornamelijk Nederland) niet
van zich wil vervreemden.
Gelet op de nog altijd uiterst labiele
politieke en sociale verhoudingen in In
donesië, zal men goed doen zich niet aan
een al te groot optimisme qyer te geven.
Maar een gunstige ontwikkeling van het
Indonesische bedrijfsleven, gelijk die uit
hetgeen we hierboven releveerden blijkt,
mag niettemlh ook voor de Nederlandse
economie als een hoopvolle aanwijzing
worden gezien, omdat zij voor het even
wichtsherstel van onze betalingsbalans een
krachtige bijdrage kan leveren
van de staatsinkomsten vloeien. h©e
ter de mogelijkheid en de bereid'
wordt om aan de financiële en econo
mische verplichtingen uit de Unie-over
eenkomst van de R T.C. te voldoen. Dat
de in Maart j.l. begonnen geldsanering
langzamerhand vruchten gaat dragen, is
daarom een bemoedigend verschijnsel.
Een paar maanden geleden moest het
tekort op de Indonesische begroting voor
1950 nog op 2500 millioen worden ge
raamd. dezer dagen heeft de minister van
Financiën mr Sjafroeddin medegedeeld
dat het tot 500 millioen kon worden
teruggebracht. Voor een goed deel is dit
het gevolg van de geldsanering, waar- i
door, als bekend, de helft van alle ln
omloop zijnd bankpapier in een gedwon
gen lening van ca 1500 millioen werd
omgezet. Maar ook op de uitgaven is
drastisch bezuinigd, terwijl ook de staats
inkomsten allengs ruimer gaan vloeien.
Exporteurs ontvangen, als bekend, 50 pet
v-an de opbrengst hunner producten extra
ln de vorm van deviezencertificaten, die
op een waarde van 200 pet zijn vastge
steld, zodat ze dus ln feite 200 pet van de
prijs ontvangen, maar importeurs moeten
voor hun producten en goederen 100 pet
deviezencertificaten kopen 200 pet, wat
wil zeggen dat ze 300 pet van de prijs
moeten betalen.
Naarmate export en Import zich ont
wikkelen, worden uit deze transacties in
deviezencertificaten door het Deviezen-
bureau grotere inkomsten verkregen.
CIJFERS zijn daaromtrent nog niet be
kend. maar wel zijn de maandcijfers
vsn de buitenlandse handel in dit verband
belangrijk. De export steeg van 113 mil
lioen in Januari en 108 millioen in
Februari tot 202 millioen in Maart, de
import ging van 60 millioen en 82
millioen tot 144 millioen vooruit en daar
de geldsanering midden Maart heeft {flfiats
gehad, laat het zich aanzien, dat de maan-v
yden April en Mei nog hogere cijfers zullen
doen zien.
Hoe snel een Und als Indonesië tien draait"M 425 699 7v f 8 54.1 368) Na
economisch kan herstellen. blUkt wel sohrtlvmgen enTesirverinien bluft een winst
hieruit, dat ln 1949 de handelsbalans een over van f 1 248 549 1 248 067) waaruit een
klein overschot aanwees (ca 24 millioen), onveranderd dividend van 6% op de aan-
doch het eerste kwartaal van 1950 reeds van 4"* op <»and«len B wwdt
eer. voordelig .aide van 136"/. milloen "g^X^ue sl«
opleverde.
WERKSPOOR
Blijkens het verslag over 1949 van Werk-
ken reden tot
de producten
vraag naar de
digend doch de
tevredenheid
is nog zeer bevrediger
tie ln binnen- en buiten.,
scherper.In belde fabric)
eerste Nederlandse bestelling van de
motor ts ontvangen en de dlrecMevverwaï
tijden
,FSCHOON Adriaan Morriën wel nooit als Guido Gezelle een „Rymsnoer om en om
het Jaar" zal schrijven, is hy toch niet een dichter, die voor een bepaald seizoen
een duidelijke voorkeur heeft. Alle jaargetijden zyn hem even lief, de vreugden van
het ene doen hem de andere niet vergeten.
Het is echter de vraag of dit niet-kunnen-kiezen geen andere grond heeft dan de
kennis van de genietingen en vreugden, die de verschillende jaargetijden ons schenken
kunnen. In Morriën is nameiyk het verlangen heel sterk om volkomen ln de natuur
op te gaan. Zo schreef hij eens:
„En eenzaam, moeheeft elke boom de zelfvergetelheid verricht, waartoe geen
dig aangebracht
mthullen de zin
natuur eén
geworden zyn, houdt de voorkeur op.
Het Jaar
Ik heb mijn hart niet te verliezen
Aan één maand o] aan één seizoen,
Ik kan niet zoo tevreden kiezen.
Zoo zeker als de kindren doen.
De eerste leeuwrik in het voorjaar
Die met den dag op vleugels stijgt,
Is niet zoo zelfvergeten hoorbaar
Dat 't lied van herfst of zomer zwijgt.
En als de winter op de daken
Zijn sneeuw schudt en het grijze ijs
De zachte wateren doet kraken.
Terwijl de morgen kleumrig rijst;
Uit: „Het Vaderland".
Dan is het toch dezelfde einder
Die huis en hart besloten houdt;
f» wereld wordt niet werklijk kleiner
ls de avond zich in nevels vouwt.
Ik houd van zon en wind en regen,
Van sneeuw die op den drempel stuift.
Van bloemen langs de stille wegen
En van de zee die eeuwig ruischt.
In deze landstreek wil ik too*«n
Het gansche, lieve lange jaar.
Zoo één Het hemel, zee en boomen
Als met rnijn eigen wimperpaar.
ADRIAAN MORRIëN (geb. 1912).
Maar na etn poosje verveelt het Wij
mans toch. Nu gaat hij* de gezichten op
h«t behang bekyken. 't Is een grote men
senmenigte.
In de straat klinkt het geluld van een
motorfiets. Zou dat de inspecteur zyn?
wijmans denkt een ogenblik na. 't Is de
inspecteur niet, of de inspecteuycwel. Hij
maar het beste even kijkélf el mag
w eigenlijk niet van Elizabeth. Nu ja,
Elizabeth ia toch beneden. En hij wil het
so graag weten.
Voorzichtig komt hy overeind. O. wat
loet dat hoofd pyni 't Is of er een steen
jn ronddraait. Maar hij houdt^vol. Het
bed is slechts enkele meters van net raam
verwijderd. Hy behoeft slechts een paar
Passen te doen. De vitrage schuift hij
voorzichtig wat opzy. Dan kykt hij in de
Novemberse dag. Het motregent zachtjes,
de straat en. de huizen zUn nat. Toch ls het
Jamelijk druk op de weg. Aan de over-4
»ant staat de bakker. Daar rijdt een
groenteboer en hier voor zUn deur stopt
een motorfiets. Over voetgangers en wiel-
oorsprunkelijke Nederlandse roman
door OLIVIER VAN BRAKEL
ryders spreekt hij maar niet eens. Het is
de motorfiets die al zijn aandacht vraagt.
Een man stapt af. Het is inspecteur Zo-
panje! Even kijkt hij naar boven. Vlug
doet Wijmans een stap terug. Zou hij
mij achter het gordijrttje gezien hebben?
Dat zal toch wel niet. Ik zal maar weer
in bed gaan liggen.
De bel gaat heel even over. Dat heeft
Zopanje dar) toch geleerd. Voor de zieke
maakt hy zo weinig mogelijk gerucht.
De zieke? Zou Wijmans werkelijk $iek
zijn? Toen hy naar boven'" keek zag
Zopanje met zijn scherpe ogen iemand
achter het gordijntje staan .En wie
kan dat anders dan de onderdirecteur
zijn geweest?
Maar als hij op de ziekenkamer komt.
ligt Wijmans zo rustig onder de dekens,
dat Zopanje aan zijn ogen begint te twij
felen.
Dag meneer, zfegt hy, ik
Zopanje voelt zich altijd wat onzeker
in de nabijheid van zieken.
Dag inspecteur, ik heb gevraagd of
u even wilde komen.
wymans spreekt zacht, maar zeer kalm.
En hier ben ik, zegt inspecteur Zo
panje lakoniek.
Hier bent u.
Wijmans pauzeert even.
Ik heb iets te zeggen, vervolgt hij
dan. Gisteravond heb ik u dit niet verteld.
Ik begrijp niet goed waarom niet. Nee.
Want 't i» toch gebeurdInspecteur,
lk hebdr Leidekker vergiftigd.
In de deuropening staat mevrouw Wij-
mans. In haar handen houdt ze een blaad
je, waarop twee koppen staan. In de één
is warme melk. in de andere koffie.
Hij ijlt, zegj ze kalm, astublieft,
inspecteur, drinkt u eens wat om van de
schrik te bekomen.
Wijmans ligt met gesloten ogen ach
terover op het kussen. Zopanje zit op de
slaapkamerstoel. Voorlopig drinkt hij
koffie.
Waarom arresteert u mij niet? vraagt
de onderdirecteur zacht
Laat me eerst m'n koffie even uit
drinken. wil Zopanje aanvankelijk zeg
gen, doch hij bedenkt zich en spreekt
U bent zie*k. U kunt nu niet meegaan.
Boveydien bent u te zwak om te vluchten.
Ja, ik ben te zwak om te vluchten.
Mevrouw Wijmans gaat by het bed
staan.
Kom. drink eens wat, Leo.
Maar meneer Wijmans wil niet drin
ken. Zopanje voelt dat hij hier weg moet
gaan, indien hy de zieke nogjniet meer
wil opwinden. Hij staat op. Eén vradg
houdt hem echrer te zeer bezig om er
over te kunnen zwijgen.
Was U gisteravond in de H.B.S.,
meneer?
Ja, Zucht Wijmans. ik was in de
H.B.S.
Hij ijlt, zegt mevrouw Wijmans
weer, nadat u bij ons bent geweest, is hij
meteen daarop naar bed gegaan.
Zopanje verlaat de ziekenkamer.
Dag inspecteur. Legt Wijmans, lk
zal niet weglopen.
Dat is ook beter van niet meneer,
antwoordt Zopanje, we weten u fcch wel
te vinden.
Beneden in de gang zegt mevrouw Wij
mans:
Ik hoop niet dat u nog terugkomt
inspecteur. Uw bezoekjes winden hem la
hoge mate op. 't Is funest voor hem.
Ze is er zelf zenuwachtig van.
Als mijn plicht het ai«t gebiedt, zal
lk dit huis vermyden, zegt inspocteur
Zopanje, voorlopig fnag uw man het huis
niet verlaten.
Wat? U wilt toch niet beweren, dat
u mijn man verdenkt. Nou nog mooier.
Het gepraat van een IJlende neemt u
toch niet voor ernstig op?
Ik denk alles en niets, mevrouw
Bewijzen, dat h4J onschuldig is, zyn er
nêg niet en tot zolang
Maar Inspecteur, nogmaals: mijn man
ls ziek.
Eep zieke kan ook een bekentenis
afleggen mevrouw. Ondertussen hoop ik
dat het verdere verloop van het onder
zoek mij ln het ongelijk stelt. Maar ik
mèg deze mogelijkheid niet uitsluiten
Gisteravond was hij toch immers ook
niet in de H B S.
Het één sluit het ander niet uit
mevrouw. Er behoeft geen verband te
bestaan tussen de moord op dr Leidek
ker en het nachtel'ik bezoek van e^p
persoon aan de H.B.S. Al ts dat natuurlijk
niet zeer waarschijniyk.
Inspecteur Zopanje ziet het gezicht van
mevrouw Wijmans grauw vertrekken.
Maar maakt u zich niet bezorgd voor
de tijd, stelt hij gerust, misschien vinden
we nog een ander. Wie weet hoe spoedig.
Doch Elizabeth Wijmans is niet tot vro
lijker gedachten te brengen. Als Zophnje
door de deur naar buiten is gegaan, moet
ze haar ergenls ergens op koelen. Hard
handig doet ze de deur achter hem dicht.
Wat denkt zo'n inspecteurtje wel!
Na veelvuldige pogingen' .wil de mo
torfiets het nog niet doen, zodat Zo
panje door de regen naar huis moet lopen
Als hij niét beter wist, zou hij denken dat
mevrouw Wymans hier de hand ln had,
bij wijze van wraakneming.
Mevrouw'Van Hem loopt bedrljvvlg van
de huiskamer naar de keuken. Ze ruimt
de koffietafel af Nu en dan spreekt ze
'eldr
tot Inspecteur Zopanje. maar weldra moet
ze ervaren dat deze elders met zyn ge
dachten is. Hij zit in een gemakkelijke
in het
groene boekje Toen hij aanstalten maak
te om naar zijn kamer te gaan, zei me
vrouw Van Hem:
Gaat u toch hier zitten Het geeft
de kamer zoiets huiselijks Aan juf
frouw Klaasje Bellen heb lk tussen *de
middag niet veel gezelschap Ze biyft
namelijk altijd over. Op dit vriendelijk
aanbod moest Zopanje wel Ingaan
Waarom zou hij ook weigeren? Het
boekje kan hy hier evengoed .bestu
deren als boven En wat gaat er nift
een rust uit van deze stille kamer Dat
mevrouw Van Hem praat, stoort hem
niet. Haar stem ls zacht en prettig om
naar te luisteren.
Kwart over één doet Zopanje een
m< kwaardige ontdekking Al lezende
bespeurt hij op bladzijde 44 een wollen
rode draad, van 2 centimeter lengte Eén
der lezers van het boekje dr Lei
dekker misschien moet hem er by
'oeval Ingelaten hebben 'tls nauwelijks
denkbaar, dat het draadle er bij wljzfr van
boekenlegger ls ingelegd.
(Wordt varvolgdt