id Gi ■Ja™ 8 S! Even piekeren Het verhaal van de mensheid Steinz in zijn wonderwereld Het EDICHT Nederland moet Indonesië nog steeds bijspringen PANDA EN DE MEES TER-EDEL MAN DE DOOD VAN Dr LEIDEKKER De „Damtweeling" Verzint eer ge begint BRIDGE L DOORLOPENDE KRUISWOORDPUZZLE PRILLE GRILLEN KNETTERPRET KNUTSELPUZZLE Het vissertje en zijn vangst Puzzle-dier Schildpad GEFOPT Buiten pretjes Ha Ha 11 Bi; Standvastigheid e gaaf karakter en een sterke wil, zal durven ontkennen, dat standvastigheid een uiterst moeilijk te realiseren eigenschap tg van de menselijke geest. Ons leven brengt ln al zijn wisselende phasen ons ■keermalen op een tweesprong. Dan wordt Tan ons een beslissing gevraagd, krijgt de verleiding m deze besliwing te nemen ten voordele van onszelf en dikwijls ten nadele van het algemeen, de overhand en alleen standvastigheid kan ons het be- luit doen nemen: „Neen. zo zal ik dat doen. omdat mijn geweten en mijn principes dat voorschrijven. Ik zal het voordeel, dat een andefe beslissing met zich mee brengt. voorbijgaan. Ik zal mijn besluit richten op wat strikt eerlijk ls". De Kalverstraat in feesttooi PUROL geneesten iwöd&d de huid DIEPVRIESGROENTE BLIJFT TE DUUR Effecten- en Geldmarkt Onze handelsbalans vertoont een ongunstige ontwikkeling Conjunctuur vereist zorgen -TO asJttL De Java-tabaksmarkt ZATERDAG 10 JUNI 1950. DUIZEND EN EEN Th. v. ProoijenJ. J. v. Tol Zander de Nederlandse dammers telt men een groot aantal problemlsten, dwz. componisten van (dikwijls zeer fraaie) problemen, partijstudies, eindspe len c.d. Nu doet zich het merkwaardige verschijnsel voor. dat zich onder deze vele problemisten naar verhouding slechts weinig sterke wedstrijdspelers bevinden. Toch is dit feit niet zo merkwaardig in-, dien men bedenkt dat het componeren, d i. het scheppend voortbrengen, minder een kunst op zichzelf is dan wel een gave. Hetzelfde doet zich b.v. in de muziek voor. Een bekwame pianist Ja nog lang geen componist, een componist daarentegen kan. poch behoeft volstrekt geen piano virtuoos te zijn. De Rotterdamse damclub „C.D.R." ech ter telt onder haar leden een paar spelers, die men gevoeglijk een ..damtweeling" rou kunnen noemen, n.l. Th. v. Prooijen en J. J. v. Tol. In meer dan één opzicht is dit damduo merkwaardig te noemen, n.l. niet alleen omdat zij als sterke wed- striidspelers uitblinken, waarvan, te meer omdat zij nog jong zijn, in de toekomst nog veel kan worden verwacht, maar bo vendien en vooral omdat zij de componis ten zijn van vele prachtige problemen en eindspelen. Een enkele maal doet zich wel eens het geval voor dat een probleem ontstaat uit de samenwerking van twee auteurs, doch dit blijven uitzonderingen. Des te op merkelijker is het dat genoemd tweetal gedurende de laatst jaren. o.m. door pu blicatie» in „Het Damspel", het maand blad van de Nederlandse Dambond. een groot aantal composities heeft doen ver schijnen. welke uit hun onderlinge sa menwerking zijn ontstaan en derhalve dan ook onder beider naam zijn versche nen. Tot mijn genoegen kan ik u hieronder enkele van hun geestesproducten, spe ciaal voor deze rubriek afgestaan, tonen. Ook hierin vindt men hun specialiteit terug, n.l. originaliteit In slagwendfhgen en eindspelthéma's. No. 1 Eindspel. Wit: 6 schijven op 22—27—31—35—37—44. Zwart. 6 sch. op 9—16—19—20—26—40. Wit wint door 35—30 (40X49) 30—25 (49a21) en 25X3. Wit dreigt nu met 22—17 enz. Op 21—40 volgt 31—27, 37—31 en 3X42. Op 21—27 volgt 37—32 (28X17) en 3X5. Op 21—32 volgt 37X28 (26X37) 28—23 (19X17) en 1X26. No. 2. Eindspel. Wit: 3 schijven op 29—31—46 dam op 25. Zwart: 2 schijven op 35 en 42. De winstgang is hier 4641 (4248). Op 42—47 volgt 29—24. Op 35—40 volgt 25—48. 41—37 (3540) gedwongen, 31—27 en wint Da 25 X 39—50. No.*3. Slagzet. Men epele uit de opening: 1. 33—28 19—23 2. 28X19 14X23 3. 31—27 17—22 4. 37—31 11—17 5. 31—26 22X31 6. 26X37 10—14 7. 32—27 5—10 8. 37—32 7—11 9. 41—37 1—7 10. 39—33 17—22 11. 37—31 14—19 12. 31—26 22X31 13. 26X37 10-14 14. 35—30 20—25 15. 32—27 12—17 10. 46—41 17—21 17. 37—32 11—17 18. 36—31 15—20? 19. 33-29 17-22?? Thans is een originele slagwending mo gelijk. Wit epeelt nJL: 20X29 22X33 19X39 21X43 4X15 21. 32—28 (23X32 verliest eveneens). 22. 30—24 23. 43X34 24. 48X10 25. 34X 1 en wint. No. 4. Schijf- of partijwinst. Wit: 15 schijven op 30—34—35—37/43- 45 49. Zwart: 15 schijven op 2/4-6—8-10—12 —131517/19222428. Wit speelt 38—32! De vraag Ls nu: mag «wart met 18—23 antwoorden? Het antwoord luidt ontkennend, want wit vervolgt dan met 42—38. dwingende Jn onze bridge-rubriek van 17 April be spraken wij een spel. waarbij de eerste slag direct genomen moest worden door de leider. Op een bridge-wedatrljd zag ik een spel. dat wel heel duidelijk demon streerde dat wanneer men het onderste uit de kan wil hebben, vaak het lid op de neus krijgt. Door het niet nemen van de eerste slag, ging NZ maar liefst vier down, terwijl het contract gemaakt wordt bij wel nemen van de eerste «leg. De kaartverdellng was als volgt: S v b 10 9 8 H h v b R a h K v b 10 R v 10 6 4 Aan alle tafels kwam men tot het juiste vT, X?" schoppen en kwam O uit met 9-N meende dat hij hoogstens S h. H a en K h kon verliezen en probeerde door te snijden op K h een overslag te maken hetgeen ook zou gelukt zijn als K h maar bij O had gezeten. Bij safe spel had hij dit nooit mogen doen. om dat men altijd met een abnormaal verdeelde kaart rekening moet houden, hetgeen de meeste spelers dikwijls vergeten. Bij safe spel moet men direct met het aas nemen vervolgens troef spelen en snijden op troefheer. Zitten de troeven verkeerd, dus de heer bij W. dan kan men bij een abnormale kaartverdellng wel down gaan, maar de kans om introefslagen te maken door O—W is met twee gereduceerd. Doordat de snit op K h mislukte, maakten O—W direct al zeven slagen en wel: O 1. K 9 2. H 6 3. S 2 W had door het spelen van K 8 aan O gevraagd om terug te komen in H (de hoogste kleur buiten de troef, volgens de Lavinthal-conventie). Bovendien had O dit toch wel gedaan want W moest er een bedoeling bij hebben om niet direct in klaveren terug te komen, doch eerst H a te 6pelen. Z W N K 2 K h K 10 H 7 11 a H b K 4 K 8 K b De rest is nu wel voor N—Z. maar zij zijn inmiddels vier down. Wanneer N in de eerste slag ineens met K a neemt en vervolgens ruiten naar zijn aas toe laat spelen, waarna hij S v speelt, dan wordt altijd een overslag gemaakt. Want werpt O S h niet. dan snijdt N en behoeft dus alleen H a en K h af te geven. tot 10—14 wegens de dreiging 39—33, 38—33 en 34—29 enz. Op 24—29 speelt wit 30—24 met schijfwinst of damslag. Na 1014 volgt echter: 39—33 28X39 48—42 39X48 34—29 23X25 32—28 22X33 38X7 2X11 40—34 48X30 35X2! Een bijzonder fraaie winstgang! Naar aanleiding van enkele door lezers gestelde vragen nog het volgende. Vra gen betreffende aansluiting bij een dam- clbb of van verenigingen bij de bond kunt u aan mijn adres Bernardus Gewinstraat no. 10a te Rotterdam zenden, dan wordt dezerzijds voor doorzending zorg gedra gen. Beantwoording in deze rubriek zou te veel plaatsruimte vergen. Ook e.v.t. bijdragen kunt u rechtstreeks inzenden. V. F. TROMER. Ditmaal een lastige doorlopende kruis- woordpuzzle. Wij zijn benieuwd hoeveel puzzelaars er in zullen slagen ze op te lossen. De omschrijvingen luiden als volgt: HORIZONTAAL. 1 Gemeente in Noord- Holland. Teken, dat zowel een letter als een cijfer aanduidt. 2 Dorp In Friesland, gemeente Menaldumadeel. Droogte op de Haaks in de Noordzee, voor het gat van Texel. Spil. 3 Nagras. Rivier bij Dordrecht. Sprookjesfiguur. 4 Gemeente in Limburg bij Maastricht. Rivier bij Rotterdam. Boom. Voorzetsel. 5 Lijsterbes. Tegenval ler. Afkorting op telegrammen. Muziek noot. Pantserafweergeschut (afk.) 6. Natio naal Indonesische leger. Uitgave (afk.) Muzieknoot. Drank. Muzieknoot. Eerste vrouw. 7 Kippenproduct. Wild zwijn. Win- tervoertuig. Zuivelproduct. Uitroep van droefheid. 8. Bedrogene. Balletjes van kb- raal. die men als halsketting draagt. Hals doek voor dames. 9 Boom. Staatsiezetel van een vorst. Rivier in Noord-Brabant. Uitroep van verwondering. Chinese maat. 10 Kloosteroverste. Het gewicht bepalen. Last. Windrichting (afk.) 11 Eetbare plan tenwortel. Bijwoord. Meisje. Gemeente in Gelderland. 12 De onbekende. Persoonlijk voornaamwoord. Hoeveelheid. Hijswerk tuig. Snelle loop. 13 Vorstelijke titel (afk). Kunstwerk, Wijnmaat, Aanwijzend voor naamwoord. 14 Water in Friesland. Vod. Drank. Ambtshalve (afk). Koor. En soort gelijke (afk). 15 Stad in Noord-Holland. Overijsels dorp. gemeente v. A,mbt Om men. VERTICAAL: 1 Gemeente ln Noord- Holland. Hoofdstad van Gelderland. 2 Limburgs gehucht, gemeente Cadier-en- Keer. Water in Friesland. 3. Rijzing van het zeewater. Boom. Geheel de uwe (afk.) Niet mager. Gode zij lof (afk.) 4 Muziek noot. Muzieknoot. Gemeente ln Noord- Holland. Op welke wijze? 5 Jongstleden (afk.) Vreemde munt. Bedekking. Plaat- kieuwig weekdier. Teken dat de Romeinen bezigden om 1000 aan te duiden. 6 Klinker Persoonlijk voornaamwöord. Bijwoord. Vervangingsmiddel. Laag getij. 7 Lengte maat (afk.) Boomvrucht. Rivier in Noord- Brabant. Meisjesnaam. Aanhef van brie ven. Oude lengtemaat. 8 Berg bij Zeddam. Meststof. 9 Voegwoord. Roofdier. Vat met hengel. Lichaamsdeel. 10 Regeringsregle ment (afk.) Ijzerhoudende grond. Bepaald soort onderwijs. Nieuw. Meer dan genoem de (atk). Heks. 11 Italiaans schilder Jon gensnaam (afk.) Dwarsmast. Roem. 12 Ver laagde toon. Lidwoord. Water ln Noord- Frankrijk. Muzieknoot. BIJ tussentijd (afk.) De onbekende. Onderdeel van een auto. 13 Afstand, die men aflegt tussen twee rustpunten. Voorzetsel. Aanwijzend voor naamwoord. 14 Watervogel. Dierengeluid. Uw rekening (afk.) Inhoudsmaat. Ge meente in Gelderland. Flets en mager. 15 Gehucht in Friesland, gemeente Wijmbrit- seradeel. Garnizoensplaats ln Gelderland. Oplossingen van deze puzzle moeten uiterlijk Donderdag em. in ons bezit zijn. Voor goede oplossingen worden een prils van f 5 en twee van ƒ2.50 beschikbaar gesteld. Op het adres vermelde men: Puzzltrubriek. Over deze rubriek wordt niet gecorrespondeerd. Kent ge de groten der wereldgeschiedenis Ditmaal geven wij u de namén van vijf beroemde mannen uit de wereldgeschie denis. Aangezien hun namen niet ver bonden zijn met de herinnering aan grot* veldslagen,' zijn ze minder bekend dan Dzjengis Khan, Tlmoerlenk, Julius Caesar, Hannibal of Napoleon. Dat neemt echter niet weg dat zij in betekenis en ook wel met betrekking tot hun invloed op de loop van de geschiedenis de geweldenaars verre overtroffen. Zoals de Duitse dichter Friedllch Hebbel al zei: „De mensheid is te vergelijken bij een boom, die vergeet wie hem plantte en verzorgde, doch die de namen onthoudt van geweldenaars, die met het zwaard in zijn schors werden gegrift!" Welaan, wie waren: 1. Akbar. Een Perzisch geneeskundige; een groot Arabisch dichter van filoso fische fabels; een beroemde Indische keizer ln wiens rijk vrede heerste. 2. Hamraoerabi. Stichters van het klooster op de berg Athos; beroemd Moors geneeskundige uit Cordova in Spanje; koning van Babyion, 's werelds eerst bekende wetgever. 3. Aaoka. De befaamde Japanse ont dekker van de meningitls-bacil; een groot aardrijkskundige uit Alexandrië (4e eeuw n. Chr.); vredeskeizer en monnik in India. 4. Phidias. De beroemdste beeldhouwer uit het Oude Athene; te Syracuse ge boren grondlegger der meetkunde; filosoof uit de Alexandrijnse school. 5. Leif de Fortuinlijke. Kruisvaarder, die honderd kinderen redde; Noorman, die vijfhonderd jaar vóór Columbus Amerika ontdekte; de uitvinder van de Scandinavische manier om kabeljauw te conserveren. VAN de tweede eeuw v. Chr. af wordt in de Romeinse annalen melding gemaakt van de groepen en stammen, die Noord- west- en Midden-Europa bewonen, de Germanen. Het woord Germanen is van keltische oorsprong en betekent vermoedelijk: aangrenzende volken. Naarmate het Romeinse rijk zich uit breidde, zijn steeds meer Germaanse landstreken door de legioenen cjer Romeinse veldheren bezet. Het grootste deel van het huidige Duitsland echter, is voor de Romeinen onbekend gebied gebleven. Onder keizer Domitianus werd de grens tussen he'. gebied, dat onder Romeinse opperheerschappij viel en het vrije Germanië, nauwkeurig vastgelegd. Op de linker afbeelding zien we het „houten gordijn", waardoor West en Oost destijds bijna even afdoende van elkaar waren gescheiden als dit ook thans weer het geval is. De grens werd ln het Noordwesten gevormd door wat thans onze Gelderse IJsel is en liep van het tegenwoordige IJselmeer langs de Rijn naar hê^utdêiOowiet Taunusgebergte en vandaar langs Stuttgart De palissade srekte zich uit van de Taunus tot de Donau. over een afstand van ongeveer 500 kilometer. Voor het eërst hebben we hier gelegenheid iets te zeggen ov« de geschiedenis van Nederland. Het land is ongeveer 200.000 jaar geleden in een van de ijstijden ontstaan. Over die eerste 180.000 jaar zijn we gauw uitgepraat: er is niets van bekend. De oudsta vondsten, in het Kuinderdal. dateren van ongeveer 20.000 v Chr. In onze huidige provincies Friesland, Groningen en Drente moeten toen mensen hebben geleefd, die op rendieren joegen. Hot landschap aldaar bestond toen grotendeels uit toendra's. Van 5000 tot 2000 v. Chr heerste in deze streken echter een tropisch klimaat. Omstreeks 2400 v. Chr. vestigde zich hier een volk van landbouwers. Omstreeks 1800 v. Chr. kwam een jagers- volk hierheen, de zogenaamde „koepelgrafbouwers". De mld, delste afbeelding geeft een reconstructie van zo'n koepelgrat Ook het aardewerk rechts, urnen met bandversiering, stamt van de bouwers der koepeigraven. Oplossing Hollandse-nieuwe Kruiswoordpuzzle Horizontaal: 1. Haarkam, 6. Ieder. 11. Nergens. 17. Id. 18. Era. 19. Nederig. 21. Lee. 22. l.o. 23. Telganger 26. Toekennen. 29. Leem. 30. As. 31. Aks. 33. Me. 34. Krat 35. Heel. 36. El. 37. Trees. 39. NI. 41. Egel 43. Inn. 44 Klappertanden. 45. Ane. 46 D.S. 48 Na. 49. Leens. 52. Donar. 54. Ed. 55. Ata. 57 Dor. 58. Al. 59. Ga. 60. Ter. 61. Een. 62 L.O. 63. Omber. 65. Lento. 67. Ar. 70. Na. 71. Dal. 73. Groothertogin. 81. Adé. 83. Aken. 85 Ma. 86. Donar. 87. en 88. Aser 89. Kiek. 91. Sa. 93. Ets. 94. Le. 95 Ante. 96. Rendement. 99 Eilanders. 102. Er. 103. Ega. 104. Negeren. 107. Ate 108. NI. 109. Isar. 110. Taalmeester. 111. Lhjr. Verticaal: 1. Hit. 2. Adelen. 3. Regel. 4. Kram. 5 Aan. 6. Ier. 7 Ed. 8. Dekker. 9. Er. 10. Rit 12 Eik. 13. Reek 14. Genre. 15. Nieten. 16. Son. 19 Nes. 20. Gom. 24 Leende. 25. Gala. 27 Eend 28. Nagaan 31 Are. 32. Set 35. Hlllegonda. 36. Elf. 37. T.P. 38. Sa 40. Les. 42. Leerlooier. 47 Sna ter 48. Nomen. 50 Edam. 51. Ster. 52. Doel. 53. Aalt. 56. Ar. 57. De. 64. Balein. 66. Naaste. 68 Arm. 69. Kin. 72. Akkers. 74. Oase. 75. T.d. 76. Hoe. 77. Entree. 78. Ras. 79. T.R. 80. Geel. 82. Deerne. 84. Ne der. 88. Andel. 90 Keg. 92. Anna 94. Lint.' 95. Ant. 90 Rei. 97 Mat. 98. Tel. 99. Ees. 100. Aar 101. Sir 105. G.M. 106. Re. De vaderlandse spreuk luidt: Haring ln het land, dokter aan de kant. Antwoorden bij: EVEN PIEKEREN apuiaou (puBfufiAv) ,.PUB[U(M" 13q ua ajjpp -luo BH1J3UIV UBA puBfatSBA 000 1 JBB( taq snaoJisuio aip 'ubuuoon uaa •uosoua J?3T jo aqMujnjaoj ap 9 •piaqpno aap aaMnoqpiaaq ajspuiaoaag jqD a /ttnaa apjfjA 'auaqiy) s«!Pmd gipjBBAiqaaa ua uiBBZfiBBjpjaA 'ppM -aSuadBM uba 3u3>j;b 'aipuj-aooA )jn isaoA puiooaag (aqo a ik—UZ) u|osy g ajuoiXqeg uba Sutuoq ua aaAagjaM puiaoaag (aqo a 9591831.1) lqeaaouiuitH J B|pui uba pfjuaojq ajsjooaS ap sbav ïuuaSaa uhz UBjsopuiH uba jogoui -looa3 (5091ZfrSI) »V>ao ap acqqy Hij heeft het niet warm! TJEEL zachtjes, op zijn tenen sluipt Jantje de trap at 'Hij.. heeft zijn schoenen nog niet aangetrokken. Die draagt hij in zyn hand. Pas op, daar kraakt een tree. Oei, als moeder maar niet wakker wordt, want het is nog heel erg vroeg. Gelukkig, alles blijft stil. Jantje is be neden. Daar is Joep zijn hond je. Joep kwispeltmet zijn staart. - antje ii neden. Daar is Joep, zijn hond met Sssst Joep, als Je stil bent mag je mee. Vissen! Ja, Jantje gaat vissen. Daar om is hij zo vroeg opgestaan. Hij heeft pas een nieuwe hen gel gekregen. Een echte. Nu gaat hij vissen. Wel honderd zal hy er vangen. Niet van die kleintjes, o nee, de grootste, die er zyn. Daar gaan ze dan. Jantje heeft een grote hoed op. Zijn hengel draagt hij over zijn schouder. Hij neemt grote stap pen. Joep dribbelt achter hem aan. Hij draagt het emmertje. Daar zyn ze bij de sloot. Gauw een worm aan het haakje en nu maar wachten en turen. Jantje zit al een poosje. Er is nog piets gebeurd. Joep wordt on geduldig. Hij blaft. Hij denkt zeker, dat <?e vissen nog niet wakker zijn. Maar Jantje wordt boos. Stil, moppert hij, je jaagt de vissen weg. Dan staat hij op. Maar eens op een ander plaatsje proberen. Ook hier blijft de dobber rustig dobberen. De vissen bijten niet. Jantje gaat op zijn rug liggen. Heerlijk in het gras. Zijn hoed zakt over zijn ogen. Dan gebeurt er iets raars. Er komt een kring in hgt water. Daar verschijnt een kop van een vis. Een sprong. Hup, daar zit die vis op het puntje van de hengel. Op zijn staart schui felt hij naar voren. Jantje kan zijn ogen bijna niet geloven. Hij vindt het *o grappig, die wag gelende vis daar op zijn hengel, dat hij er niet aan denkt de vis te pakken. Kijk, daar is er weer een ea nog een en nog een. Steeds meer vissen kijken bo ven het water uit. springen op de hengel en komen op de kant. Nu staan ze ln een kring om Jantje heen. Jantje het helemaal niet leuk mqer. Het is net of de vissen zeggen: Je kunt ons toch niet vang.n. Sliep uit. Ai eb je nog zo'n mooie hengel met een echte dobber en een echte pen en een echt hi nog veel te klein. Dan is er opeens een gewel dig geplons. Het water spat alle kanten uit. Met een schok zit Jantje rechtop. Alle vissen zijn verdwenen. Maar Joep ook. Joep ligt in het water. Hij spartelt. Zwem dan Joep. roept Jantje. Je kunt toch zo goed zwe.nmén. Dat is ook zo, maar niet als hij, zoals nu. verward zit met zijn pootjes in de vis lijn. Wat schrikt Jantje. Stel je voor. dat Joep zou verdrinken. Hij bedenkt zich geen ogenblik. Vlug haalt hij zyn hengel in. Als het koord nu maar niet breekt. Gelukkig, het houdt. Ja, het is gelukt. Daar klautert Joep op de kant. Hij schudt zich flink. De spetters vliegen in het rond. Jantje bekijkt zijn dobber. De worm is er af. Gelukkig is er niets kapot. Hij begrijpt nu. dat hy in slaap gevallen is en dat van die dansende vissen, dat is maar gedroomd. Misschien had hij toch beter zoals moeder ge zegd had, iéts later kunnen gaan. Dan gaat Jantje naar huis. Zonder vissen. Maar in ieder ge val heeft hij zijn hondje gevan gen. Zyn vangst dribbelt weer achter hem aan en draagt weer als op de heenreis het emmer tje. Morgen zal Jantje het nog ëens proberen. "LJè hè, op mijn leeftijd in de AJ- Rommelpot! Een schildpad kan toch veel beleven! Dat ge beurt ook niet iedere dag Maar nu ik toch hier ben, zal ik iets van mezelf vertellen. Zeg nu niet. dat je al alles van schild padden afweet, want daar ge loof ik niets van. Zoals je mis schien wel weet, behoor ik tot een scherp begrensde orde van reptielen. Je weet stellig niet, hoe ik aan dat benige schild kom. waar ik, als het mij buiten niet bevalt, zo fijn mijn kop e poten onder terug kan trekkei Kijk het zit zo. Ja het is een beetje moeilyk om het te zeg gen. Het stijven huidschild is ontstaan door een vervorming van gedeelten van de wervel kolom. Moeilijk hè? Mijn rug schild heeft vyf rijen platen. Het is met kraakbeen verbon den net het buikschild. Ik zal je nog iets verklappen. Ik heb geen tanden. Denk nu niet, dat ik'niet kan bijten, want dat is ook weer niet waar Mijn kaken hebben getande hoorn, pipten. Maar met mijn tong is wel iets bijzonders Die kan ik niet uitsteken. Die is in de mondholte vastgegroeid. Och. ik weet het wel, wy schildpad den zijn maar trage dieren. Wij groeien ook erg langzaam. Geeft niets. Wij doen het kalm aan en zo worden we flink oud. Maar, waar was ik ook weer voor hier? Ach, die puzzle. Nou, los maar vlug op dan ga ik weer weg. Horizontaal: I. niet scherp. 3. Limburgs gebak, 6. teugel 8. ig. 10. lol. 11. die plaats. 13. nburgs gebi beest, 9. hacdhorig, 10. lol] 11. roodachtig, 12. jongei Ver /erticaal: 1. kinderziekte. 2. voorzetsel. 3. telwoord, 4. In woner van Letland, 5. slede. 6. klank. 7. tegenstelling van West, 8. spoedig, 9. als 8 verticaal, 10. kookvat, 12 muzieknoot. Nol v. d. Teen is 12 jaar. Hij heeft deze tekening voor de Rommelpot gemaakt. TVFEEM eens Wat muntjes in Je 1 hand. Stuivers, centen, wat doet er niet toe. Laat nu je vriendje er een uithalen. Dan zal jij hem de datum vertellen en het jaartal. Nou, je vriendje kykt natuurlijk erg ongelovig Maar goed. Hij neemt een stuiver en jij zegt bijvoorbeeld 10 Juni 1950. Snap je. je hebt niet gezegd dat je de datum van het geldstukje zou noemen, alleen maar de datum. UIER vliegt je vriendje stel- AA lig ook in. Luister. Neem een oude krant en maak er een gat in ongeveer zo groot als je vuist. Nu vraag je. of hij zUn gat kan duwen, papier scheurt. Hij kan het niet. Weet je hoe het gaat? Heel eenvoudig. Leg de krant op je hoofd. Brene nu je hand naar je hoofd en duw Je hebt dan je hoofd door het gat geduwd (wel met je vinger maar dat hoefde je er niet bij te vertellen). Neem het aliahet mee UIT is een spelletje voor on- LJ derweg, bijvoorbeeld op een wandel- of fietstochtje. De kin deren kijken rond naar voor werpen, die met een A begin nen Als een kind iets ziet, roept het Hoera en dan bijvoor beeld Appelboom. Nu kijkt hij uit naar iets met een B, by- /oorbeeld Bus, Boot. Ieder voorwerp mag maar één keer genoemd worden. Is dus boot al eerder gebruikt, dan mag een ander kind dit woord niet nog eens gebruiken. Zo ga je het hele alphabet lanj Wie het eerst alle letters 1 Nou, daar kun je dan iets leuks mee doen. Verdeel je ZO WAS HET. PAUW. Horizontaal: 1. pauw 4. All, 6. Ada. 9. akker, 10. 'ma, 12. Verticaal: 1. pa, 2. al, 3. ui, 5. mak, 7. de. 8. arm. 10. me, 11. as. DE KOPPELPUZZLE. Peluw, luwte, tegen, genre, rede. demon, monter, terras, raspen, pendule. Verbaasd kijkt Jantje toe. Daar is een brasem, en daar een snoek een stekelbaarsje en een rietvoorntje en daar een echte baars. Ze dansen op hun staart vinnen om Jantje heen. Het lijkt wel of de vissen hem uitlachen. Opeens vindt Oom Zodus e gaat nu op school. Wim Ja oom. Oom Laat eens horen, of je speelgoedkunt spellen. Wim Ik ben nu te groot om speelgoed te spellen. Laat me maar „boek" spellen. Onderwijzer Als je zestien koeien had en twee geiten, wat zou je dan bi) elkaar hebben? Jongetje Een heleboel melk! Moeder Peter, was je Peter Ja mam, voor lange of voor korte mouwen? Miesje Wat heeft geen tan- den en geen mond, maar wel ogen en het leeft onder de grond. Wies je Ik weet het niet. Wat? Miesje Een aardappel. Goed nieuws, bader Wat bedoel je' Jongen U hoeft dit jaar nieutoe schoolboekjes te geen n kopen. f wint. Sla de Q, X en Z maar over. Vlechtwedstiijd HEB je een kluwen touw? leuk- I vriendjes en vriendinnetje^^H groepjes van twee. Nu geef je iedere groep drie stukjes touw. Ze moeten even lang zijn. Aan i één kant zijn ze bij elkaar ge- I knoopt. Een kind houdt deze knoop vast. En nu komt het. Het andere kind van de groep gaat vlechten. Wie het eerst klaar is met de vlecht heeft gewonnen. Natuurlijk mag het niet te los gedaan zijn. Breng een biggetje naar de markt TN dit spelletje speel je niet A met een echt biggetje, o nee, denk dat maar niet. Je gebruikt een lege fles. Je kunt het beste in een veld spelen. Ergens is de markt. Dat spreek je van tevoren met je vriendjes en vriendinnetjes af. Nu zijn er steeds twee kinderen, die het «tegen elkaar moeten opnemen. Met een stokje rollen zij de fles vooruit. Slaan mag niet, alleen maar duwen. Wie de fles het eerst bij het eindpunt, het varkentje het eerst op de markt heeft gebracht. Is win naar. Als alle kinderen ln groepjes van twee geweest zijn, gaan de winnaars tegen elkaar en z. gaat het door, tot een kind gewonnen heeft. Zwevende schijven rvlT is een leuk spelletje voor AA aan het strand. Alle kinde ren staan op een rij. Ze hebben allemaal ronde kartonnen schijven. Eén van de kinderen telt Een, twee drie Daar suizen en scheren alle schijven door de lucht. Het kind dat het verst gooide heeft ge wonnen. Natuurlijk kent ieder zijn eigen schijf. Zijn er meer dan één van hetzelfde karton, dan schrijf je je naam er op. Fluittikkertje Een kind is h'm. Wie? Jij? Goed. Moet je luisteren. Je fluit, als je niet fluiten kan mag je ook zingen, een liedje. Dan hou je ineens op en ïoept „Ga". Alle andere kinderen hollen naar een boom, een lan taarnpaal of iets anders. Je hebt dit van tevoren afgesproken. Nu moet je proberen zoveel mogelijk kinderen te tikken, op de schouder. Bij de boom of paal zijn ze vrij. Nu begint het weer opnieuw. Maar de kinderen die af zyn getikt helpen je nu mee. ZU fluiten mee en tikken mee, net zolang, tot ledereen er bij l». J ZATERDAG 10 JUNI 1950. EERSTE BLAD - PAGINA 3 Wij kunnen niet aannemen, dat welk rechtschapen mens ook zijn sterke wil altijd in zijn leven heeft doen zegevieren, dat hij nooit een moment van zwakte heeft gekend en dientengevolge een be- alult nam. dat met standvastigheid weinig te maken had. Het zou teveel gevergd zijn van de mens hem deze maatstaven ln hun volle omvang aan te leggen De om- itandigheden kunnen een grote Invloed uitoefenen en het „wie zonder zonde is, werpe de eerste 6teen", gaat wel degelijk rpoch kennen de historie en gelukkig ook het nabije verleden en het heden voor beelden te over van standvastigheid, zelfs LETTERKUNDIGE KROIlIEK 17EN letterkundigs kroniek-schrijver ls «oms gedwongen, over boeken te oor delen, die eigenlijk maar producten van middelmatige intelligentie» zijn, doch die niettemin uitermate boeiend werden door een aangewaaid onderwerp, bijvoorbeeld iets geweldigs, dat de schrijver of schrijf ster toevallig beleefde. De lezers, die zich door zulke boeken laten meeslepen of er verstrooiing ln vinden, zouden vreemd op kijken. als een letterkundige kroniek schrijver zulke romans hooghartig naast zich neerlegde, omdat er te weinig schep pende fantasie in ia en omd^l de auteur niet behoefde te bouwen, steentje voor steentje, na eerst «en stevig fundament te hebben gelegd, of omdat de auteur ner gens ln het boek te maken kreeg met de noodzakelijkheid om door zeer verfijnd taalgebruik belangrijke psychologische complicaties te doorstralen van litterair licht of uiterst tere schakeringen, wat sfeer of gedachten betreft, onderscheid baar te maken. De kroniekschrijver zal dus gedwee alle aandacht besteden aan romans, die dan toch wel om een of an dere reden belangrijk en lezenswaard zijn, «1 is het litteraire gehalte ervan maar gering. Hij moet echter een open oog houden voor de producten van ware ar- oordelende mens een verzachtend oordeel „..ui» oordelende tou uitlokken. Het „alles weten is alles vergeven" behoefde Zelfs op deze figuren niet te worden toegepast. Er zijn in het verzet gedurende de oorlog staaltjes van itandvastigheid voorgekomen, waarvoor men niet anders dan grote bewondering kan koesteren. Maar ook in het lijden van duizenden werd die standvastigheid getoond door het nimmer aflatende rots vaste geloof, dat eens het goede het zou Arinnen van het kwade Als het de mens ■echt gaat, als alles ln de wereld tegen hem in het harnas schijnt te zijn ge komen, als hem alles gaat ontbreken wat een ander wordt geschonken: welstand, geluk en de voldoening aan zuiver mense lijke verlangens, dan getuigt het van itandvastigheid en kracht als men het gemis aan dat, waarop men recht meent te hebben, aanvaardt, als men afziet van een verkrijgen, dat in strijd is met de goede moraal en het geweten Het is moeilijk maar aan de andere kant schoon te kunnen verklaren: „Standvastig ls ge bleven. mijn hart in tegenspoed C. B. Blijvend Nederlands aandeel in gezondheidszorg in Indonesië Het internationale fonds tot leniging van de nood der kinderen (Unicef) zal aan de zorg voor moeder en kind ln Indopesië l'/i millioen dollar besteden'. Het werkpro gramma zal. evenals de Unicef-plannen voor de bestrijding van de framboesla en de verstrekking van melk, worden uitge voerd door het Indonesische ministerie van Gezondheid. Een leidende functionaris van de Unicef sprak na een bezoek aan Indonesië met veel lof over het voor de oorlog door het Nederlandse bestuur op deze gebieden verrichte werk en betreurde de vernie lingen. die tijdens en na de oorlog ook in dat opzicht zoveel schade hebben veroor zaakt. Hij was echter verheugd te con stateren, dat de Indonesische regering een aanzienlijk aantal Nederlanders ln dienst hield, omdat zij ln staat zullen zijn de gunstige aspecten van het verleden «an de toekomst te helpen koppelen op gebieden als deze. waar hun technische kennis van grote waarde voor Indonesië kan zijn. weldige belevenissen profiteren, maar die ln de tuin der litteratuur bloemen van onvergankelijke schoonheid kweken. En soms moet hij zijn lezers ook attent ma ken op werk, dat helemaal geen letter kundig product wil zijn, een geschied boek of een studie over een onderwerp van sociale of politieke aard, waarin zulke scherpe onderscheidingen gemaakt moes ten worden, dat de schrijver gesneuveld zou zijn als hij niet iets in zich had ge had, dat van hem een romancier had kun nen maken als zijn belangstelling zich in die richting had ontwikkeld. Zo'n boek, dat als „boek om zomaar te lezen" al een verkwikking is, wanneer men de boeken beu is, waarin „ze" elkaar ten slotte toch wel min of meer krijgen of waarin een overbekend thema voor de zoveelste maal min of meer sensationeel nog eens werd opgedist, ls „De Wonderwereld der Beeldende Kunst" van de Rotterdamse expert op kunstgebied P. W. J. Steinz. TYE heer Steinz had de bedoeling, dle- A-' genen, die van de moderne kunst wei nig meer begrijpen, omdat de verschijnse len er zo verwarrend in zijn, voorlichting te verschaffen. Z'n boek ls dus puur een paedagogisch boek. maar om de lezer zon der vakjargon toch zó diep in de moei lijke materie in te wijden, dat die er de samenhang in zou kunnen ontdekken, had de auteur een zeer zuiver geslepen pen nodig, afgezien nog van de geestdrift. En die hèd hij! Allebei. Dus alleen al om die reden is een boek als ,.De Wonder wereld der Beeldende Kunst" waard om in deze rubriek te worden gesignaleerd. Dat de heer Steinz ln zijn enthousiasme zo ver gaat. dat hij ook bedenkelijk ex treme richtingen in de beeldende kunst toejuicht, doet niets af aan de waarde van zijn werk, want hij Juicht niet voor hij verklaard heeft waBrèm, en ln die verkla ringen boeit en bekoort hij ook als hij niet helemaal overtuigt. Een man die de gave van het woord heeft en die daarbij zo vol goede trouw ls, hoort men graag aan. En daar komt ln het geval van de heer Steinz nog iets anders bij: hij ls zeer origineel. Dat wil zeggenhij heeft de vorm van de samenspraak, die al zo door- en-door versleten leek, met een onbevan genheid gehanteerd, die het procédé hele maal verfriste. Dat is óók nog een litte raire kant van het geval. De STILTE VAN EEN ZOMERNACHT, waarin de wind zich nog heel even roert, het schijnsel van duizenden sterren boven de donkere aarde en de glinstering van het rimpelend water ziedaar de stemming, die P N. van Eyck in een der belang rijkste gedichten van zijn bundel „Voorbereiding" oproept. Maar de Vrede en rust, waarover hij spreekt, gaan dieper dan het gewone wel behagen, dat zulk een zomernacht de mens geven kan. Terwijl hij daar zo lag te staren Over het water, was het hem name lijk of plotseling zijn beperkte ik met zijn problemen, zijn strijd en zijn hunkering, vervluchtigde, of h(j uitstroomde in de rust van het landschap, terw^l hij tegelijkertijd de diepste gronden van zijn bestaan als loutere rust ervoer. Onge twijfeld een mystieke ervaring, een flitsend ogenblik, waarin de ver bondenheid van Mens en Al beleefd wordt. Het ls als de thuiskomst ln een vrede, waar de taal geen woorden voor heeft. Ook Van Eyck kan slechts door aanduidingen zijn beleving voel baar maken: hij werd opgenomen in het andere en het andere vond de weg tot hem. Daarna was het voorbijde dichter vond zich weer, liggend in het gras, mijmerend kijkend over het water. In het gedicht keren regels van de aanvang terug. g van de natuurschildering op hetzelfde Maar luist deze herhaling van de lering - op he het ware doet de lezer beseffen, dat daartussen dat ene genblik ligt. waarin de tijd opgeheven leek en de dichter mocht schouwen ln „het eeuwige Toen kwam de Vrede Toen ktoam de vrede, onverwacht De sterren van de zomernacht Flonkerden tvolkeloos hel en wijd Over de donkere oneindigheid. Maar schemerend groen was de aarde, en mild, In een sluimrige /luisterinp, heel verstild. Enkel de toind voer af en aan, En ritselde door de hoge laan. En glinsterde, als hij nederstreek, In al de rimpels van de beek. En toeno nietsdie rimpeling, Die sterrerust in ieder ding, Waar 'k stil in 't gras te staren lag En mijmrend over 't water zag Van niets dan diepe, loutre rust Werd toen mijn ziel zich zelf bewust. Ik zag.... o, alles, 't hunkrend ik Werd gans vervuld, één ogenblik. Toen 'k door die kleine glinstering Eindlek by u naar binnen ging, Toen g(j in die zelfde glinstering vondt, Dat de ingang tot m(j openstond Dan tua» 't voorby. Van de andere kant, Over de scheemrige heuvelrand, Voerde de wind door de hoge laan Zoevend de geur van het hooiland aan, En glinsterde als hij nederstreek, In iedere rimpeling van de beek, Die tussen donker en donker zacht Langs mij vloot door de zomernacht, Waar 'k roerloos stil aan de oever lag En mijmrend over 't water zag. Vit: P. N. VAN ÈYCK Voorbereiding'K. (geb. 1887). drukkingsmiddel heeft al herhaalde lijk in de Europese cultuurgeschiedenis haar bruikbaarheid bewezen. Plato, de Griekse philosoof. bediende zich bij voor keur van die vorm. Beroemde samenspra ken schreef ook de humanist Erasmus. In het cultuurtijdperk van de Romantiek leefde de samenspraak weer op. zelfs ln aardrijkskur.deboekjes. Hypocriet geze mel over brave onderwerpen maakte de samenspraak toen echter tot een verfoei lijk Btedermeier-thicje om schijn van be langrijkheid te geven aan iets wat niets was Toch bezitten wij in „Gesprek op de Drachenfels" van Jacob Geel uit die tijd een samenspraak, die niet alleen zeer hoog niveau had, maar waarin de Roman tiek zichzélf bovendien zo zuiver bespie gelde, dat wij er een onschatbaar litterair document ii^j£zitten. Het zou rnfj niet verwonderen, als de samenspraak van de heer Steinz later, als men eens precies zou willen weten hoe nu eigenlijk ons huidige cultuurtijdperk, wat althans de beeldende kunst betreft, over zichzelf dacht, een even belangrijke vraagbaak zal zijn als „Gesprek op de Drachenfels" nu voor ons is. wanneer wij binnen willen dringen in de geestes gesteldheid van de Romantiek, die zoveel trekken gemeen had met het tijdperk waarin wij nu leven (afkeer van het ra tionalisme, vlucht ln het excessieve, lyri sche overgevoeligheid en verheerlijking van het primitieve, om maar enkele pun ten van overeenkomst op te sommen). Want de heer Steinz is juist door zijn grenzenloze geestdrift voor al wat zich in de beelden kunst manifesteert een ideale tolk geworden van wat de meest tegen gestelde kunstenaars momenteel bezielt. Interessant is bovendien, dat de samen spraak uitgedijd ls tot een gesprek van de schrijver met véle opponenten, soms wel vijf tegelijk. Hij noemt zijn boek dan ook „een speurtocht in gezelschap van velerlei mee- en tegensprekers Bosch en Keunlng N V. te Baarn heeft het boek. voorzien van uitstekende Il lustraties, bijzonder mooi uitgegeven. W. WAGENER De dag, waarop de feestelijkheden ter gelegenheid pan het 500-jarig bestaan van de Kalverstraat te Amsterdam als winkel straat beginnen, komt met rasse sqhreden naderbij. Er komt steeds meer tekening in „Damstad" op het Damterrein, en de Kal verstraat zelf staat al gedeeltelijk in hét teken van het kalf Aan weerskanten van de grote poorten kijken kalfskoppen me lancholiek op de winkelende mensen menigte neer De tableaux op de poorten verhalen de geschiedenis van de handel in kalveren en als kroon draagt de poort ook een kalf. Erbarmelijk vermaak Parijs krijgt op 14 Juni een vliegende nachtclub. Met ingang van die datum stijgt elke avond om negen uur een vliegtuig van de luchthaven Orly op voor een vlucht boven de hoofdstad. Er zal worden gedanst en champagne geserveerd. Avond kleding ia vereist. De kosten van de vlucht bedragen 10.000 francs per persoon. Terwijl In Amerika de diepvrlfi-indus- trie van groenten en fruit reeds meer dan twintig jaar een groot afzetgebwgt heeft veroverd, blijkt de bestaansbasis voor dit bedrijf in Europa te smal te zijn. Zowel ln ons land als elders is de verkoop yeel te gering, zodat men met vrij grote voorra den blijft zitten, die ten slotte tegen sterk verlaagde prijzen moeten worden opge ruimd. Het product ls niet alleen te duur voor het grote publiek, maar de verkoop ervan wordt ook gehinderd door het feit. dat men in Europa ln het algemeen niet over een huishoudkoelkast beschikt. In Amerika ls de populariteit van de be vroren groenten en vruchten gelijk opge gaan met de verkoop van koelkasten. Als men zo'n kast heeft kan men Zaterdags diepgevroren groenten of vruchten in hul» nemen om ze eerst Zondags te gebruiken. Daar komt nog bij, dat wij ln Nederland ln het algemeen ruim voorzien zijn van verse groenten, die wij ook aan West- Europese landen rondom ons ln grote hoeveelheden kunnen leveren. De over eenkomst. die de Nederlandse diepvries industrie had gemaakt met de Engelse verbruikscoöperaties is dan ook vrijwel totaal mislukt en met een groot verlies tot een ontijdig einde gekomen. Het merkwaardigste van de diepvriesin dustrie in Nederland is, dat zij tijdens de oorlog onder Duitse druk is ontstaan. De Duitsers wensten n.l. ten behoeve van hun legers steeds te kunnen bescmkken over eerste klas verse groenten. In hun eigen land waren zij daarmee reeds in 1939 be gonnen. Toen zij de rest van Europa onder de voet liepen, lieten zij ook in de bezette landen diepvriesinrichtingen bouwen. Hoe duur de producten kwamen, kwam er na tuurlijk niet op aan, want voor de kosten draaiden de overwonnen volken wel op. Het ls voor de heren maar een vreugde van korte duur geweest. Na de bevrijding had de Nederlandse tuinbouw aanvankelijk grote verwachtin gen van de installaties, die toen in onze eigen handen kwamen, maar tot nu toe hebben deze fabrieken niet gerendeerd Ook in Duitsland zelf ls het diepvriezen trou wens vastgelopen, vooral nu er weer verse zuidvruchten aan de markt komen. De welvaart schijnt in West-Europa nog lang niet hoog genoeg te zijn om een rendabele diepvriesindustrie mogelijk te maken. De Cheshire komt een dag vroeger De^Cheshire, die met 700 burgerpassa- giefs, ónder wie ruim 500 gezinsleden van K.N.|.L.-personeel op weg is van Indo nesië naar Rotterdam wordt niet. zoals aanvankelijk werd verondersteld op Woensdag 14. maar reeds op Dinsdag 13 Juni ln de morgenuren aan de kade van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd ver wacht. Onvoorziene omstandigheden voorbe houden zal de ontscheping aldaar om 8 uur aanvangen. Militairen, zowel als ge zinsleden van militairen, kunnen niet worden afgehaald, maar worden door het bureau Havenafvoer van de dienst kwar tiermeester-generaal met autobussen thuisgebracht. HET KAN wet niet anders of ln deze. ook ln economische sin. bewogen t(jdcn moeten gunstige en ongunstige verschijnselen elkaar afwisselen. Dat de Amsterdamse beura nu reeds enkele weken achtereen een vrolijker aspect biedt, ia daarom te meer verblijdend en wekt de indruk, dat men geneigd ia de naaste toe komst met wat meer vertrouwen tegemoet te alen. Dit geldt ln de eerste plaat» wel Indo nesië. waar de gang van zaken, gelijk we de vorige week hebben opgemerkt, ook voor de economische toekomst van Neder land van groot belang blijft. Dit blijkt wel hieruit, dat deze week door de Neder landse regering een nleüw crediet aan Indonesië is voorgesteld van 2J0 mil lioen. ter gedeeltelijke overbrugging van het tekort op de betalingsbalans tussen beide landen, dat voor 1950 op ca 300 millioen wordt aangenomen. De regering motiveert dit nieuwe crediet voornamelijk met een verwijzing naar de grote kapitaal- belangen, welke Nederland ln Indonesië bezit en die op 5 6 milliard worden geraamd. Het te verlenen crediet zal moe ten strekken om deze investeringen, die reeds geruime tijd niet meer rendabel zijn, weer rendabel te maken. Dat dit mogelijk ls. kan niet in twijfel worden getrokken. Indonesië is een rijk land. Destijds is vastgesteld, dat per einde 1948 de activa 0 802 millioen en de pas siva 6.557 millioen bedroegen en er dus op de Indonesische vermogenspositie een overschot was van 245 millioen. dat thans vermoedelijk veel groter is, temeer omdat Nederland bij de R T.C. aan Indo nesië een schuld van 2 milliard heeft kwijtgescholden. Of hiertoe reden was, laten wij in het midden, een feit is. dat het economisch herstelvermogen van Indonesië veel groter is dan dat van Nederland, zoals uit de stijgende uitvoer gedurende de eerste maanden van 1950 blijkt. Wat de prijzen der tropische producten betreft, heeft Indonesië, als bekend, thans de wind mee. Zo wordt thans voor rubber, waarvan ln April 60 000 ton werd geëxporteerd, te Djakarta 5,50 per kg ontvangen, wat dus een geldbedrag van meer dan 300 mil lioen betekent. De Nederlandse regering la van oordeel, dat tegèn 1953 de Indonesische betalings balans in evenwicht sal s|jn. hetgeen «eer wel mogelijk is. Het ls slechts de vraag hoe men over de integriteit van Indonesië als debltrlce oordeelt, want onwil om terug te betalen is niet minder erg dan onmacht. Intussen komt het verlenen van bovengenoemd crediet er op neer. dat de financiële verplichtingen van Indonesië jegens Nederland voorlopig door ons zelf worden voldaan, wat financieel en econo- mizch een risico b!(jft en monetair de inspuiting van nieuw geld in onze natio nale economie betekent. TNAT DE REGERING hierover niet ge- A-' heel en al zonder zorg is, laat zich denken. Weliswaar daalt de bankbiljetten- circulatie sinds enkele maanden en werd deze week een nieuw laagterecord bereikt, dit is hoofdzakelijk aan de Marshall-hulp te danken. In dit verband is het een lelijke tegenvaller, dat de Nederlandse buitenlandse handel zich in ongunstige zin ontwikkelt. Wij wezen hierop reeds naar aanleiding van de cijfers over het eerste kwartaal, waarin het importsaldo 607 millioen bedroeg tegen 221.5 millioen in het vierde kwartaal van 1949 De maand April heeft het er niet beter op gemaakt. pas toen hij eenmaal zat. vertelde, dat hij voor niets mee wilde rijden, aarzelde Panda even maar natuurlijk niet lang. Hij had een veel te vriendelijk karakter om een oude man een ritje te weigeren, wanneer die nu eens zijn dochter op wilde zoeken „Vooruit dan maar!" zei hij dus, terwijl hij met een zucht weer op zijn plaats ging zitten. „Zegt u dan maar waar u heen moet". „Nou dan moet je goed luisteren", zei het mannetje, en het kwam gezellig door de open voorruit leunen. „Ga nou maar eerst naar rechts en dan neem je de tweede zijstraat links Daar gingen ze. Het oude heertje riep maar steeds rechts of links of rechtdoor en Panda reed zoals hij zei; hij kwam door het centrum van de stad en door het drukke verkeer en het oude heertje ging maar door: „En nu naar links en dan de bocht blijven volgen ja.... en dan de overweg over en dan nog even rechts...," Panda deed het allemaal precies, maar toen kwam hij bulten de stad! En daar leunde het oude heertje behaaglijk achterover en zei met een zucht: „En ga nu maar steeds rechtdoor, want dit is de weg naar Isendal en daar woont mijn dochter, ziet u!" Panda keek op een wegwijzer en hij schrok, dat kan ik je ver zekeren. want daar stond: „Isendal 53 kilometer." Eerst was hij boos. maar toen het er op aankwam had hij toch het hart niet om dat aardige oude baasje teleur te stellen Tegenover een stijging van de Import van 612 millioen ln Maart tot 644 millioen, staat een teruggang van de export van 400 millioen tot 367 millioen, zodat het nadelig saldo voor April niet minder dan 277 millioen bedraagt, dat ls dus meer dan van het gehele vierde kwartaal 1949. De vrijmaking van de internationale handel, ten aanzien waarvan thans in ons werelddeel vorderingen worden gemaakt, doet ons dus nog geen goed. Bij de import valt een grote stijging van de post ver- voermateriaal op (aan personenauto's werd voor 12.9 millioen ingevoerd tegen 5.7 millioen in Maart), bij de uitvoer zien we een daling voor aardappelen, zaden en niet het minst van zuivelproducten, waar bij de moeilijkheden met Engeland een grote rol spelen. Ondanks de nieuwe han delsovereenkomst met Engeland zal er. naar verwacht wordt, ook dit jaar van export van zuivel naar Engeland weinig kunnen komen, omdat men de prijzen te hoog vindt, waarbij het een ongunstige omstandigheid is, dat Indonesië ten aan zien van haar export zelfstandig met Engeland onderhandelt en de Indonesische exportproducten dus niet meer, gelijk vroeger, als een tegenwicht van onze import uit Engeland worden beschouwd. Er is dan ook sprake van, dat onze import uit Engeland zal moeten worden vermin derd en meer op Duitsland zal worden geöriënteerd, met welk land wij, als be kend. nog een belangrijk overschot op de handelsbalans hebben. TNEZE ONTWIKKELING van de Neder- AA landse handelsbalans is dubbel ver drietig. omdat het ln evenwicht brengen van onze betalingsbalans voor een goed deel van de handelsbalans afhankelijk ls. Minister Mansholt heeft er dezer dagen op gewezen, dat we nog altijd niet ln staat zijn onze consumptie uit eigen productie te betalen en dat van de drie middelen, minder consumeren, minder investeren en meer produceren, het eerste door de vak verenigingen niet wordt geaccepteerd en de Investeringen eer hoger dan lager moe ten worden. Blijft dus alleen over het meer produceren en exporteren om het mogelijk te maken de 40.000 nieuwe arbei ders, welke er jaarlijks bijkomen, ln dë Industrie op te nemen. Hiertoe zal de uit voer met 60*/i moeten toenemen, een ideaal, waarvan we thans weer verder verwijderd zijn dan het vorige jaar. Men late zich niet in slaap sussen door de nog aanhoudende stijging van de Devie- zenportefeuille van de Nederlandsche Bank, die thpns 1 milliard bedraagt tegen 300 millioen een jaar geleden en die alleen kan worden verklaard door de Marshall-hulp en de verkregen trekkings rechten. waaraan eens een eind komt. Tegenover dit minder gunstige aspect van de Nederlandse handelsbeweging, staan ook deze week gelukkig weer de tamelijk opwekkende bedrijfsberichten ln de jaarverslagen van vele Nederlandse ondernemingen, ook al wordt hierin de nadruk gelegd op de toenemende concur rentie van het buitenland en de toe nemende verzadiging van de zgn. Inhaal vraag, welke bijv. in de schoenindustrie thans reeds tot inkrimping der productie en werkloosheid heeft geleid. Zonder zorg kan men daarom ten aan zien van de Nederlandse conjunctuur helaas niet zijn. Nieuwe haring en oude jenever voor burgemeesters De burgemeesters van de plaatsen In Europa, die in het K.L.M.-net zijn opge nomen (ongeveer vijf en dertig) zullen Hollandse nieuwe haring en Nederlandse oude jenever aangeboden krijgen. De aanbieding geschiedt door de sa menwerking van de Nederlandse Bond van Haringhandelaars een Nederlandse distilleerderij en de K.L.M. De burge meesters van o.a. Londen, Dublin. Parijs, Brussel. Madrid. Rome, Athene. Zürich. Wenen. Istanboel. Stockholm en Kopen hagen krijgen een vaatje met twaalf haringen en een half kruikje oude jene ver. Op 13 Juni zullen de haring en de jene ver aan de K.L.M. ter verzending worden overgedragen. De derde veiling ln 1950 voor Java-tabak te Amsterdam zal op 23 Juni a s worden ge houden In velling komen dan 83358 pakken De eerste bezlchtlglngsdag (4227 pakken) ls Dinsdag 20 Juni Hterbll zijn 2549 pakken van de Besoekl Tabak Mij en 1678 pakken van de Landbouw Mij Soekowono. Beide partijen bestaan uitsluitend uit Besoekl blad en Besoeki Hangcrossok. Woensdag bezichtiging van de overige 2129 pakken, waarvan 577 pakken der Besoekl Tabak MJj. bestaande uit Besoekl Crossok en Besoekl losblad. voorts 36 pakken Besoekl losblad van de Landbouw Mij Soekowono. 585 pakken van de Ned. Ind. Handelsbank (Vorstenlanden. Besoeki blad en Besoekl Hangcrossok). 571 pakken van Van Eeghen en Co (Madoera Crossok en Besoeki Cros sok). 151 pakken Besoekl Crossok van de NV Import Maatschappij Indië. 144 pakken Madoera Crossok van Van Heekeren en Co. en ten slotte 65 pakken van Mtrandolle. Voöte en Co N Vbestaande uit Besoeki Hangcrossok. Besoekl Crossok en Besoekl gruis. Donderdag 22 Juni ls de algemene kijkdag oorspronkelijke Nederlandse roman door OLIVIER VAN BRAKEL 32) Inspecteur Zopanje weet al genoeg. U houdt me ten goede dat lk nu vertrek meneër Slingeberg. zegt Zopanje. terwijl hij opstaat, ik ben u zeer dank baar voor uw belangrijke mededelingen. Mag lk op uw geheimhouding rekenen? U begrypt natuuriyk wel, dat lk niet voor niets informaties kwam Inwinnen. Natuuriyk zwyg lk hierover. Alle Informaties worden hier gegeven zonder dat wy ons afvragen met welk doel u *e inwint, wy hebben min of meer zwyg- Plicht In de grond van de zaak is 't na tuuriyk vanzelfsprekend, dat we niet «preken over informaties, die vertrouwe lijk ingewonnen worden. In de hal zitten enige zakenlieden te wachten. Geen van hen kent Inspecteur Zopanje. Ze knikken effen, als hy hen groet. Ze zien in hem slechts een col- i«ga, een collega, de het minder heeft Dat blijkt uit zyn eenvoudige kledy. Bulten is de Novembermorgen met de vrieskou ln de lucht. Met welbehagen naait Inspecteur Zopanje enige keren diep adem. 't Is nauweiyka te geloven. bedenkt hy ondertussen, dat lk zo spoe dig al het juiste spoor ln handen gekregen heb. Vóór vanavond kan ik weten wie de moord gepleegd heeft. Of beter: ik weet het nu. maar vóór vanavond kan lk de dader gearresteerd hebben. Als Inspecteur Zopanje in het huls op de Prinsensingel zyn burgerplunje ver wisseld heeft voor zijn uniform, rep thy zich naar het politiebureau. Commissaria Vink is zeer verrast, als hy het nieuws hoort. Deze gryze, wat vermoeid uit ziende man. laat nooit merken, wat ln hem omgaat. Doch vandaag toont hy oprechte verbazing. Stroomer dus! Hy schudt het hoofd. Ik ben toch al enige tyd commis saris Zopanje. Maar wil je geloven, dat dit de grootste verrassing van mijn loopbaan is. Het zyn meestal dezelfde mensen, die misdaden plegen, of een bepaald soort mensen. Ik vind Stroomer geen misdadig type. Na deze ontboezeming wordt hy weer zakeiyk. Wil Je nog assistentie? Nee, dank u commissaris. Ik ga alleen We zullen samen naar het bu reau lopen. Ik'verwacht niet, d8t de man tegenstand zal bieden. Dan wens lk je veel succes. Ik hoop. dat hy thuis is. Als hy niet thuis is, weet ik waar lk hem zoeken moet, zegt Zopanje over moedig. Doorne is niet groot. Die man zal hier of daar wel op straat zwerven. Dan verlaat hy het gebouw, 't ls kwart voor tien. Als het een beetje wil, heb lk hem om tien uur, meent Zopanje. Doch het verloopt niet zo vlot, als hy wel verwacht had. In de stille straat, waar Stroomer woont, spelen wat kinderen. Als de in specteur naar nummer 15 loopt, kyken ze op. Hy ls niet thuis hoor. Hy ls van morgen al weggegaan, vertellen ze. Waarheen? De kleinen zwygen. Weten jullie niet waar hy naar toe gegaan ls? herhaalt Zopanje De kinderen schudden hun bolletjes. Is er verder niemand thuis? De kinderen schudden weer hun kleine bolletjes. Ze beginnen no moed te krij gen. Ze komen wat naar Zopanje toe en bekyken hem vol aandacht Wat mooie knopen, zegt een klein Jongetje, wat een glimmers. Hy kijkt met overgave naar de knopen van^Zopanje's uniform. Bent u van de politie? vraagt een blond meisje, wat komt u doen? Hy is toch niet stout geweest? Met haar hoofdje gebaart ze ln de richting van het huls. Ondertussen heeft Zopanje aangebeld In spanning wacht hy af. doch niemand komt opendoen. Teleurgesteld gaat hy het hekje uit. 't Zou ook al te mooi zyn ge weest. ala hy hem onmiddellUk thuis had getroffen. Maar wat nu? Zal hij hem zoeken ln de stad? Als hij de motorfiets neemt, kan hy Doorne binnen een uur doorzocht hebben. Zopanje aarzelt. De kinderen staan nog steeds by het hekje. Ziet u wel. hy ls niet thuis, zeggen ze. Maar waar is hy dan? vraagt Zopanje nogmaals. Misschien is hll gaan vissen, zegt het kleine blonde meisje zacht, hy had laarzen aan toen hy wegging. Inspecteur Zopanje kan het meisje wel kussen. Zonder het zelf te weten wyst ze hem het goede spoor. Wat zei Esman gisteravond ook al weer? Hy sprak over fuiken en een hoog woonscheepje. dat men wel by de aanleg van dyken ge bruikt om in te bivakkeren. Het ligt ln het Doornese Vliet, honderd meter voor- bU het oude sluisje, 't Is zeer goed mo gelijk, dat Stroomer daar ls. Door de stemmetjes van de kinderen schrikt inspecteur Zopanje uit zUn ge peins op. Ze vragen hem iets: Wat heeft hij gedaan, meneer? Zopanje kijkt straks voor zlChult. Wat heeft hij gedaan? Een moord gepleegd! Maar dat kan hy niet tegen deze kinderen zeggen. HU ls stout geweest, zegt hy ten slotte. maar nu moet ik weg hoor De kinderen zeggen hem vriendeiyk ge dag en blijven hem nakijken tot hy om de hoek van de straat verdwenen is. Als Inspecteur Zopanje een motorfiets van het politiebureau haalt komt hy commissaris Vink gelukkig niet tegen. Het zou al te pynUJk zUn. Hy zou Immers eeriyk moeten bekennen, dat hij niet ge slaagd was Stroomer te arresteren. Mis schien heeft zyn tocht naar het Doornese Vliet meer resultaat. Als hy op zyn motorfiets door de straten naar buiten rijdt, is 't hem wer- kel Ijk of het vriest. De koude wind snijdt hem pijniyk in het gezicht. Zijn lippen* worden droog en hard. Na vyf minuten is 't of zyn oren bloeden. Er,'la veel verkeer gp de grote weg. Enige zware auto's schieten rakelings langs hem. De bomen kan Zopanje nau- weiyks meer onderscheiden. Hy weet, dat hy te hard rydt. doch hy kén niet anders. Spoedig slaat htf links af, een kiekte zyweg in. De grond is nog zacht door de aanhoudende motregen van de vorige dagen, maar de motorfiets ondervindt er geen merkbare hinder van. Met een snel heid van 30 kilometer gaat het in de rich ting van het Doornese vliet. Links van hem liggen de weilanden, rechts de bouw landen. Dat staat in verband met bevloei- Ingsmoeilijkheden. Aan het einde van de weg slaat Zo panje rechtsaf. De wee gaat omhoog, de motorfiets begint te klimmen. Even is 't alsof hij het niet zal halen, maar als Zo panje wat gas geeft, schiet hy omhoog. Dan staat Zopanje op de' rude sluis. Van hieraf kan hy de gehele omtrek over zien. Daar liggen de weilanden, gesneden door de sloten die op het Doornese Vliet uitmonden. In de verte ziet hij de torens van de omliggende dorpen. De boerderijen liggen hier en daar. alsof ze naar wille keur werden neergeplant. Het Doornese Vliet is een kleine stroom, 't Is er stil, want scheepvaart kent men hier niet. Er wordt wat gevist en 's zomers als 't warm ls, zoeken de sportieve Doornese Inwoners hier afkoeling en verfrissing. Velen gaan echter bij voorkeur naar de grote rivier, die langs de andere kant van de stad stroomt. Kenners zeggen echter, dat daar geen vis zit. Nee. voor de visvangst en de hengelsport moet men naar het Doorne se Vliet gaan Dat bewyzen de vele fuiken, die uitgezet zUn. In één daarvan heeft Es- man byna zijn einde gevonden Gelukkig werd hij gered. Honderd meter verder moet het woonscheepje liggen Het woon scheepje ligt er 11 (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1950 | | pagina 4