id
Gi
■Ja™
8
S!
Even piekeren
Het verhaal
van
de mensheid
Steinz in zijn wonderwereld
Het
EDICHT
Nederland moet Indonesië nog
steeds bijspringen
PANDA EN DE MEES TER-EDEL MAN
DE DOOD VAN Dr LEIDEKKER
De „Damtweeling"
Verzint eer ge begint
BRIDGE
L DOORLOPENDE KRUISWOORDPUZZLE
PRILLE GRILLEN
KNETTERPRET
KNUTSELPUZZLE
Het vissertje en zijn vangst
Puzzle-dier
Schildpad
GEFOPT
Buiten pretjes
Ha Ha
11 Bi;
Standvastigheid
e gaaf karakter en een sterke wil, zal
durven ontkennen, dat standvastigheid een
uiterst moeilijk te realiseren eigenschap
tg van de menselijke geest. Ons leven
brengt ln al zijn wisselende phasen ons
■keermalen op een tweesprong. Dan wordt
Tan ons een beslissing gevraagd, krijgt
de verleiding m deze besliwing te nemen
ten voordele van onszelf en dikwijls ten
nadele van het algemeen, de overhand
en alleen standvastigheid kan ons het be-
luit doen nemen: „Neen. zo zal ik dat doen.
omdat mijn geweten en mijn principes
dat voorschrijven. Ik zal het voordeel,
dat een andefe beslissing met zich mee
brengt. voorbijgaan. Ik zal mijn besluit
richten op wat strikt eerlijk ls".
De Kalverstraat
in feesttooi
PUROL geneesten iwöd&d de huid
DIEPVRIESGROENTE BLIJFT
TE DUUR
Effecten- en Geldmarkt
Onze handelsbalans vertoont een
ongunstige ontwikkeling
Conjunctuur vereist
zorgen
-TO
asJttL
De Java-tabaksmarkt
ZATERDAG 10 JUNI 1950.
DUIZEND EN EEN
Th. v. ProoijenJ. J. v. Tol
Zander de Nederlandse dammers telt
men een groot aantal problemlsten,
dwz. componisten van (dikwijls zeer
fraaie) problemen, partijstudies, eindspe
len c.d. Nu doet zich het merkwaardige
verschijnsel voor. dat zich onder deze vele
problemisten naar verhouding slechts
weinig sterke wedstrijdspelers bevinden.
Toch is dit feit niet zo merkwaardig in-,
dien men bedenkt dat het componeren,
d i. het scheppend voortbrengen, minder
een kunst op zichzelf is dan wel een gave.
Hetzelfde doet zich b.v. in de muziek voor.
Een bekwame pianist Ja nog lang geen
componist, een componist daarentegen
kan. poch behoeft volstrekt geen piano
virtuoos te zijn.
De Rotterdamse damclub „C.D.R." ech
ter telt onder haar leden een paar spelers,
die men gevoeglijk een ..damtweeling"
rou kunnen noemen, n.l. Th. v. Prooijen
en J. J. v. Tol. In meer dan één opzicht is
dit damduo merkwaardig te noemen, n.l.
niet alleen omdat zij als sterke wed-
striidspelers uitblinken, waarvan, te meer
omdat zij nog jong zijn, in de toekomst
nog veel kan worden verwacht, maar bo
vendien en vooral omdat zij de componis
ten zijn van vele prachtige problemen en
eindspelen.
Een enkele maal doet zich wel eens het
geval voor dat een probleem ontstaat uit
de samenwerking van twee auteurs, doch
dit blijven uitzonderingen. Des te op
merkelijker is het dat genoemd tweetal
gedurende de laatst jaren. o.m. door pu
blicatie» in „Het Damspel", het maand
blad van de Nederlandse Dambond. een
groot aantal composities heeft doen ver
schijnen. welke uit hun onderlinge sa
menwerking zijn ontstaan en derhalve
dan ook onder beider naam zijn versche
nen.
Tot mijn genoegen kan ik u hieronder
enkele van hun geestesproducten, spe
ciaal voor deze rubriek afgestaan, tonen.
Ook hierin vindt men hun specialiteit
terug, n.l. originaliteit In slagwendfhgen
en eindspelthéma's.
No. 1 Eindspel.
Wit: 6 schijven op 22—27—31—35—37—44.
Zwart. 6 sch. op 9—16—19—20—26—40.
Wit wint door 35—30 (40X49) 30—25
(49a21) en 25X3.
Wit dreigt nu met 22—17 enz. Op 21—40
volgt 31—27, 37—31 en 3X42. Op 21—27
volgt 37—32 (28X17) en 3X5. Op 21—32
volgt 37X28 (26X37) 28—23 (19X17) en
1X26.
No. 2. Eindspel.
Wit: 3 schijven op 29—31—46 dam op 25.
Zwart: 2 schijven op 35 en 42.
De winstgang is hier 4641 (4248). Op
42—47 volgt 29—24. Op 35—40 volgt 25—48.
41—37 (3540) gedwongen, 31—27 en wint
Da 25 X 39—50.
No.*3. Slagzet. Men epele uit de opening:
1.
33—28
19—23
2.
28X19
14X23
3.
31—27
17—22
4.
37—31
11—17
5.
31—26
22X31
6.
26X37
10—14
7.
32—27
5—10
8.
37—32
7—11
9.
41—37
1—7
10.
39—33
17—22
11.
37—31
14—19
12.
31—26
22X31
13.
26X37
10-14
14.
35—30
20—25
15.
32—27
12—17
10.
46—41
17—21
17.
37—32
11—17
18.
36—31
15—20?
19.
33-29
17-22??
Thans is een originele slagwending mo
gelijk. Wit epeelt nJL:
20X29
22X33
19X39
21X43
4X15
21. 32—28
(23X32 verliest eveneens).
22. 30—24
23. 43X34
24. 48X10
25. 34X 1 en wint.
No. 4. Schijf- of partijwinst.
Wit: 15 schijven op 30—34—35—37/43-
45 49.
Zwart: 15 schijven op 2/4-6—8-10—12
—131517/19222428.
Wit speelt 38—32! De vraag Ls nu: mag
«wart met 18—23 antwoorden?
Het antwoord luidt ontkennend, want
wit vervolgt dan met 42—38. dwingende
Jn onze bridge-rubriek van 17 April be
spraken wij een spel. waarbij de eerste
slag direct genomen moest worden door
de leider. Op een bridge-wedatrljd zag ik
een spel. dat wel heel duidelijk demon
streerde dat wanneer men het onderste
uit de kan wil hebben, vaak het lid op de
neus krijgt. Door het niet nemen van de
eerste slag, ging NZ maar liefst vier
down, terwijl het contract gemaakt wordt
bij wel nemen van de eerste «leg. De
kaartverdellng was als volgt:
S v b 10 9 8
H h v b
R a h
K v b 10
R v 10 6 4
Aan alle tafels kwam men tot het juiste
vT, X?" schoppen en kwam O uit met
9-N meende dat hij hoogstens S h. H a
en K h kon verliezen en probeerde door
te snijden op K h een overslag te maken
hetgeen ook zou gelukt zijn als K h maar
bij O had gezeten. Bij
safe spel had hij dit
nooit mogen doen. om
dat men altijd met een
abnormaal verdeelde
kaart rekening moet houden, hetgeen de
meeste spelers dikwijls vergeten. Bij safe
spel moet men direct met het aas nemen
vervolgens troef spelen en snijden op
troefheer. Zitten de troeven verkeerd,
dus de heer bij W. dan kan men bij een
abnormale kaartverdellng wel down gaan,
maar de kans om introefslagen te maken
door O—W is met twee gereduceerd.
Doordat de snit op K h mislukte, maakten
O—W direct al zeven slagen en wel:
O
1. K 9
2. H 6
3. S 2
W had door het spelen van K 8 aan O
gevraagd om terug te komen in H (de
hoogste kleur buiten de troef, volgens de
Lavinthal-conventie). Bovendien had O
dit toch wel gedaan want W moest er een
bedoeling bij hebben om niet direct in
klaveren terug te komen, doch eerst H a
te 6pelen.
Z
W
N
K 2
K h
K 10
H 7
11 a
H b
K 4
K 8
K b
De rest is nu wel voor N—Z. maar zij
zijn inmiddels vier down.
Wanneer N in de eerste slag ineens met
K a neemt en vervolgens ruiten naar zijn
aas toe laat spelen, waarna hij S v speelt,
dan wordt altijd een overslag gemaakt.
Want werpt O S h niet. dan snijdt N en
behoeft dus alleen H a en K h af te geven.
tot 10—14 wegens de dreiging 39—33,
38—33 en 34—29 enz. Op 24—29 speelt wit
30—24 met schijfwinst of damslag. Na
1014 volgt echter:
39—33 28X39
48—42 39X48
34—29 23X25
32—28 22X33
38X7 2X11
40—34 48X30
35X2!
Een bijzonder fraaie winstgang!
Naar aanleiding van enkele door lezers
gestelde vragen nog het volgende. Vra
gen betreffende aansluiting bij een dam-
clbb of van verenigingen bij de bond kunt
u aan mijn adres Bernardus Gewinstraat
no. 10a te Rotterdam zenden, dan wordt
dezerzijds voor doorzending zorg gedra
gen. Beantwoording in deze rubriek zou
te veel plaatsruimte vergen. Ook e.v.t.
bijdragen kunt u rechtstreeks inzenden.
V. F. TROMER.
Ditmaal een lastige doorlopende kruis-
woordpuzzle. Wij zijn benieuwd hoeveel
puzzelaars er in zullen slagen ze op te
lossen. De omschrijvingen luiden als volgt:
HORIZONTAAL. 1 Gemeente in Noord-
Holland. Teken, dat zowel een letter als
een cijfer aanduidt. 2 Dorp In Friesland,
gemeente Menaldumadeel. Droogte op de
Haaks in de Noordzee, voor het gat van
Texel. Spil. 3 Nagras. Rivier bij Dordrecht.
Sprookjesfiguur. 4 Gemeente in Limburg
bij Maastricht. Rivier bij Rotterdam.
Boom. Voorzetsel. 5 Lijsterbes. Tegenval
ler. Afkorting op telegrammen. Muziek
noot. Pantserafweergeschut (afk.) 6. Natio
naal Indonesische leger. Uitgave (afk.)
Muzieknoot. Drank. Muzieknoot. Eerste
vrouw. 7 Kippenproduct. Wild zwijn. Win-
tervoertuig. Zuivelproduct. Uitroep van
droefheid. 8. Bedrogene. Balletjes van kb-
raal. die men als halsketting draagt. Hals
doek voor dames. 9 Boom. Staatsiezetel
van een vorst. Rivier in Noord-Brabant.
Uitroep van verwondering. Chinese maat.
10 Kloosteroverste. Het gewicht bepalen.
Last. Windrichting (afk.) 11 Eetbare plan
tenwortel. Bijwoord. Meisje. Gemeente in
Gelderland. 12 De onbekende. Persoonlijk
voornaamwoord. Hoeveelheid. Hijswerk
tuig. Snelle loop. 13 Vorstelijke titel (afk).
Kunstwerk, Wijnmaat, Aanwijzend voor
naamwoord. 14 Water in Friesland. Vod.
Drank. Ambtshalve (afk). Koor. En soort
gelijke (afk). 15 Stad in Noord-Holland.
Overijsels dorp. gemeente v. A,mbt Om
men.
VERTICAAL: 1 Gemeente ln Noord-
Holland. Hoofdstad van Gelderland. 2
Limburgs gehucht, gemeente Cadier-en-
Keer. Water in Friesland. 3. Rijzing van
het zeewater. Boom. Geheel de uwe (afk.)
Niet mager. Gode zij lof (afk.) 4 Muziek
noot. Muzieknoot. Gemeente ln Noord-
Holland. Op welke wijze? 5 Jongstleden
(afk.) Vreemde munt. Bedekking. Plaat-
kieuwig weekdier. Teken dat de Romeinen
bezigden om 1000 aan te duiden. 6 Klinker
Persoonlijk voornaamwöord. Bijwoord.
Vervangingsmiddel. Laag getij. 7 Lengte
maat (afk.) Boomvrucht. Rivier in Noord-
Brabant. Meisjesnaam. Aanhef van brie
ven. Oude lengtemaat. 8 Berg bij Zeddam.
Meststof. 9 Voegwoord. Roofdier. Vat met
hengel. Lichaamsdeel. 10 Regeringsregle
ment (afk.) Ijzerhoudende grond. Bepaald
soort onderwijs. Nieuw. Meer dan genoem
de (atk). Heks. 11 Italiaans schilder Jon
gensnaam (afk.) Dwarsmast. Roem. 12 Ver
laagde toon. Lidwoord. Water ln Noord-
Frankrijk. Muzieknoot. BIJ tussentijd (afk.)
De onbekende. Onderdeel van een auto.
13 Afstand, die men aflegt tussen twee
rustpunten. Voorzetsel. Aanwijzend voor
naamwoord. 14 Watervogel. Dierengeluid.
Uw rekening (afk.) Inhoudsmaat. Ge
meente in Gelderland. Flets en mager. 15
Gehucht in Friesland, gemeente Wijmbrit-
seradeel. Garnizoensplaats ln Gelderland.
Oplossingen van deze puzzle moeten
uiterlijk Donderdag em. in ons bezit zijn.
Voor goede oplossingen worden een prils
van f 5 en twee van ƒ2.50 beschikbaar
gesteld. Op het adres vermelde men:
Puzzltrubriek. Over deze rubriek wordt
niet gecorrespondeerd.
Kent ge de groten der
wereldgeschiedenis
Ditmaal geven wij u de namén van vijf
beroemde mannen uit de wereldgeschie
denis. Aangezien hun namen niet ver
bonden zijn met de herinnering aan grot*
veldslagen,' zijn ze minder bekend dan
Dzjengis Khan, Tlmoerlenk, Julius Caesar,
Hannibal of Napoleon. Dat neemt echter
niet weg dat zij in betekenis en ook wel
met betrekking tot hun invloed op de
loop van de geschiedenis de geweldenaars
verre overtroffen. Zoals de Duitse dichter
Friedllch Hebbel al zei: „De mensheid is
te vergelijken bij een boom, die vergeet
wie hem plantte en verzorgde, doch die
de namen onthoudt van geweldenaars, die
met het zwaard in zijn schors werden
gegrift!"
Welaan, wie waren:
1. Akbar. Een Perzisch geneeskundige;
een groot Arabisch dichter van filoso
fische fabels; een beroemde Indische
keizer ln wiens rijk vrede heerste.
2. Hamraoerabi. Stichters van het
klooster op de berg Athos; beroemd
Moors geneeskundige uit Cordova in
Spanje; koning van Babyion, 's werelds
eerst bekende wetgever.
3. Aaoka. De befaamde Japanse ont
dekker van de meningitls-bacil; een
groot aardrijkskundige uit Alexandrië
(4e eeuw n. Chr.); vredeskeizer en
monnik in India.
4. Phidias. De beroemdste beeldhouwer
uit het Oude Athene; te Syracuse ge
boren grondlegger der meetkunde;
filosoof uit de Alexandrijnse school.
5. Leif de Fortuinlijke. Kruisvaarder,
die honderd kinderen redde; Noorman,
die vijfhonderd jaar vóór Columbus
Amerika ontdekte; de uitvinder van de
Scandinavische manier om kabeljauw
te conserveren.
VAN de tweede eeuw v. Chr. af wordt in de Romeinse annalen
melding gemaakt van de groepen en stammen, die Noord-
west- en Midden-Europa bewonen, de Germanen. Het woord
Germanen is van keltische oorsprong en betekent vermoedelijk:
aangrenzende volken. Naarmate het Romeinse rijk zich uit
breidde, zijn steeds meer Germaanse landstreken door de
legioenen cjer Romeinse veldheren bezet. Het grootste deel van
het huidige Duitsland echter, is voor de Romeinen onbekend
gebied gebleven. Onder keizer Domitianus werd de grens tussen
he'. gebied, dat onder Romeinse opperheerschappij viel en het
vrije Germanië, nauwkeurig vastgelegd.
Op de linker afbeelding zien we het „houten gordijn", waardoor
West en Oost destijds bijna even afdoende van elkaar waren
gescheiden als dit ook thans weer het geval is. De grens werd
ln het Noordwesten gevormd door wat thans onze Gelderse IJsel
is en liep van het tegenwoordige IJselmeer langs de Rijn naar
hê^utdêiOowiet Taunusgebergte en vandaar langs Stuttgart
De palissade srekte zich uit van de Taunus tot de Donau. over
een afstand van ongeveer 500 kilometer.
Voor het eërst hebben we hier gelegenheid iets te zeggen ov«
de geschiedenis van Nederland. Het land is ongeveer 200.000 jaar
geleden in een van de ijstijden ontstaan. Over die eerste 180.000
jaar zijn we gauw uitgepraat: er is niets van bekend. De oudsta
vondsten, in het Kuinderdal. dateren van ongeveer 20.000 v Chr.
In onze huidige provincies Friesland, Groningen en Drente
moeten toen mensen hebben geleefd, die op rendieren joegen.
Hot landschap aldaar bestond toen grotendeels uit toendra's.
Van 5000 tot 2000 v. Chr heerste in deze streken echter een
tropisch klimaat. Omstreeks 2400 v. Chr. vestigde zich hier een
volk van landbouwers. Omstreeks 1800 v. Chr. kwam een jagers-
volk hierheen, de zogenaamde „koepelgrafbouwers". De mld,
delste afbeelding geeft een reconstructie van zo'n koepelgrat
Ook het aardewerk rechts, urnen met bandversiering, stamt van
de bouwers der koepeigraven.
Oplossing Hollandse-nieuwe
Kruiswoordpuzzle
Horizontaal: 1. Haarkam, 6. Ieder. 11.
Nergens. 17. Id. 18. Era. 19. Nederig. 21.
Lee. 22. l.o. 23. Telganger 26. Toekennen.
29. Leem. 30. As. 31. Aks. 33. Me. 34. Krat
35. Heel. 36. El. 37. Trees. 39. NI. 41. Egel
43. Inn. 44 Klappertanden. 45. Ane. 46
D.S. 48 Na. 49. Leens. 52. Donar. 54. Ed.
55. Ata. 57 Dor. 58. Al. 59. Ga. 60. Ter.
61. Een. 62 L.O. 63. Omber. 65. Lento.
67. Ar. 70. Na. 71. Dal. 73. Groothertogin.
81. Adé. 83. Aken. 85 Ma. 86. Donar. 87.
en 88. Aser 89. Kiek. 91. Sa. 93. Ets. 94.
Le. 95 Ante. 96. Rendement. 99 Eilanders.
102. Er. 103. Ega. 104. Negeren. 107. Ate
108. NI. 109. Isar. 110. Taalmeester. 111.
Lhjr.
Verticaal: 1. Hit. 2. Adelen. 3. Regel. 4.
Kram. 5 Aan. 6. Ier. 7 Ed. 8. Dekker. 9.
Er. 10. Rit 12 Eik. 13. Reek 14. Genre.
15. Nieten. 16. Son. 19 Nes. 20. Gom. 24
Leende. 25. Gala. 27 Eend 28. Nagaan 31
Are. 32. Set 35. Hlllegonda. 36. Elf. 37.
T.P. 38. Sa 40. Les. 42. Leerlooier. 47 Sna
ter 48. Nomen. 50 Edam. 51. Ster. 52.
Doel. 53. Aalt. 56. Ar. 57. De. 64. Balein.
66. Naaste. 68 Arm. 69. Kin. 72. Akkers.
74. Oase. 75. T.d. 76. Hoe. 77. Entree. 78.
Ras. 79. T.R. 80. Geel. 82. Deerne. 84. Ne
der. 88. Andel. 90 Keg. 92. Anna 94. Lint.'
95. Ant. 90 Rei. 97 Mat. 98. Tel. 99. Ees.
100. Aar 101. Sir 105. G.M. 106. Re.
De vaderlandse spreuk luidt: Haring ln
het land, dokter aan de kant.
Antwoorden bij:
EVEN PIEKEREN
apuiaou
(puBfufiAv) ,.PUB[U(M" 13q ua ajjpp
-luo BH1J3UIV UBA puBfatSBA 000 1
JBB( taq snaoJisuio aip 'ubuuoon uaa
•uosoua J?3T jo aqMujnjaoj ap 9
•piaqpno aap aaMnoqpiaaq ajspuiaoaag
jqD a /ttnaa apjfjA 'auaqiy) s«!Pmd
gipjBBAiqaaa ua uiBBZfiBBjpjaA 'ppM
-aSuadBM uba 3u3>j;b 'aipuj-aooA )jn
isaoA puiooaag (aqo a ik—UZ) u|osy g
ajuoiXqeg
uba Sutuoq ua aaAagjaM puiaoaag
(aqo a 9591831.1) lqeaaouiuitH J
B|pui uba pfjuaojq ajsjooaS ap sbav
ïuuaSaa uhz UBjsopuiH uba jogoui
-looa3 (5091ZfrSI) »V>ao ap acqqy
Hij heeft het niet warm!
TJEEL zachtjes, op zijn tenen
sluipt Jantje de trap at 'Hij..
heeft zijn schoenen nog niet
aangetrokken. Die draagt hij in
zyn hand. Pas op, daar kraakt
een tree. Oei, als moeder maar
niet wakker wordt, want het is
nog heel erg vroeg. Gelukkig,
alles blijft stil. Jantje is be
neden. Daar is Joep zijn hond
je. Joep kwispeltmet zijn
staart.
- antje ii
neden. Daar is Joep, zijn hond
met
Sssst Joep, als Je stil bent
mag je mee. Vissen!
Ja, Jantje gaat vissen. Daar
om is hij zo vroeg opgestaan.
Hij heeft pas een nieuwe hen
gel gekregen. Een echte. Nu
gaat hij vissen. Wel honderd
zal hy er vangen. Niet van die
kleintjes, o nee, de grootste, die
er zyn.
Daar gaan ze dan. Jantje
heeft een grote hoed op. Zijn
hengel draagt hij over zijn
schouder. Hij neemt grote stap
pen. Joep dribbelt achter hem
aan. Hij draagt het emmertje.
Daar zyn ze bij de sloot. Gauw
een worm aan het haakje en nu
maar wachten en turen. Jantje
zit al een poosje. Er is nog
piets gebeurd. Joep wordt on
geduldig. Hij blaft. Hij denkt
zeker, dat <?e vissen nog niet
wakker zijn. Maar Jantje wordt
boos.
Stil, moppert hij, je jaagt
de vissen weg.
Dan staat hij op. Maar eens
op een ander plaatsje proberen.
Ook hier blijft de dobber rustig
dobberen. De vissen bijten niet.
Jantje gaat op zijn rug liggen.
Heerlijk in het gras. Zijn hoed
zakt over zijn ogen.
Dan gebeurt er iets raars. Er
komt een kring in hgt water.
Daar verschijnt een kop van
een vis. Een sprong. Hup, daar
zit die vis op het puntje van
de hengel. Op zijn staart schui
felt hij naar voren. Jantje kan
zijn ogen bijna niet geloven. Hij
vindt het *o grappig, die wag
gelende vis daar op zijn hengel,
dat hij er niet aan denkt de
vis te pakken. Kijk, daar is er
weer een ea nog een en nog een.
Steeds meer vissen kijken bo
ven het water uit. springen op
de hengel en komen op de kant.
Nu staan ze ln een kring om
Jantje heen.
Jantje het helemaal niet leuk
mqer. Het is net of de vissen
zeggen:
Je kunt ons toch niet
vang.n. Sliep uit. Ai eb je nog
zo'n mooie hengel met een
echte dobber en een echte
pen en een echt hi
nog veel te klein.
Dan is er opeens een gewel
dig geplons. Het water spat
alle kanten uit. Met een schok
zit Jantje rechtop. Alle vissen
zijn verdwenen. Maar Joep ook.
Joep ligt in het water. Hij
spartelt.
Zwem dan Joep. roept
Jantje. Je kunt toch zo goed
zwe.nmén. Dat is ook zo, maar
niet als hij, zoals nu. verward
zit met zijn pootjes in de vis
lijn.
Wat schrikt Jantje. Stel je
voor. dat Joep zou verdrinken.
Hij bedenkt zich geen ogenblik.
Vlug haalt hij zyn hengel in.
Als het koord nu maar niet
breekt. Gelukkig, het houdt. Ja,
het is gelukt. Daar klautert
Joep op de kant. Hij schudt
zich flink. De spetters vliegen
in het rond.
Jantje bekijkt zijn dobber. De
worm is er af. Gelukkig is er
niets kapot. Hij begrijpt nu. dat
hy in slaap gevallen is en dat
van die dansende vissen, dat is
maar gedroomd. Misschien had
hij toch beter zoals moeder ge
zegd had, iéts later kunnen
gaan.
Dan gaat Jantje naar huis.
Zonder vissen. Maar in ieder ge
val heeft hij zijn hondje gevan
gen. Zyn vangst dribbelt weer
achter hem aan en draagt weer
als op de heenreis het emmer
tje. Morgen zal Jantje het nog
ëens proberen.
"LJè hè, op mijn leeftijd in de
AJ- Rommelpot! Een schildpad
kan toch veel beleven! Dat ge
beurt ook niet iedere dag Maar
nu ik toch hier ben, zal ik iets
van mezelf vertellen. Zeg nu
niet. dat je al alles van schild
padden afweet, want daar ge
loof ik niets van. Zoals je mis
schien wel weet, behoor ik tot
een scherp begrensde orde van
reptielen. Je weet stellig niet,
hoe ik aan dat benige schild
kom. waar ik, als het mij buiten
niet bevalt, zo fijn mijn kop e
poten onder terug kan trekkei
Kijk het zit zo. Ja het is een
beetje moeilyk om het te zeg
gen. Het stijven huidschild is
ontstaan door een vervorming
van gedeelten van de wervel
kolom. Moeilijk hè? Mijn rug
schild heeft vyf rijen platen.
Het is met kraakbeen verbon
den net het buikschild.
Ik zal je nog iets verklappen.
Ik heb geen tanden. Denk nu
niet, dat ik'niet kan bijten, want
dat is ook weer niet waar Mijn
kaken hebben getande hoorn,
pipten. Maar met mijn tong is
wel iets bijzonders Die kan ik
niet uitsteken. Die is in de
mondholte vastgegroeid. Och.
ik weet het wel, wy schildpad
den zijn maar trage dieren. Wij
groeien ook erg langzaam. Geeft
niets. Wij doen het kalm aan
en zo worden we flink oud.
Maar, waar was ik ook weer
voor hier? Ach, die puzzle. Nou,
los maar vlug op dan ga ik
weer weg.
Horizontaal: I. niet scherp. 3.
Limburgs gebak, 6. teugel 8.
ig. 10. lol. 11.
die plaats. 13.
nburgs gebi
beest, 9. hacdhorig, 10. lol] 11.
roodachtig, 12.
jongei
Ver
/erticaal: 1. kinderziekte. 2.
voorzetsel. 3. telwoord, 4. In
woner van Letland, 5. slede. 6.
klank. 7. tegenstelling van West,
8. spoedig, 9. als 8 verticaal, 10.
kookvat, 12 muzieknoot.
Nol v. d. Teen is 12 jaar. Hij
heeft deze tekening voor de
Rommelpot gemaakt.
TVFEEM eens Wat muntjes in Je
1 hand. Stuivers, centen, wat
doet er niet toe. Laat nu je
vriendje er een uithalen. Dan
zal jij hem de datum vertellen
en het jaartal. Nou, je vriendje
kykt natuurlijk erg ongelovig
Maar goed. Hij neemt een
stuiver en jij zegt bijvoorbeeld
10 Juni 1950. Snap je. je hebt
niet gezegd dat je de datum
van het geldstukje zou noemen,
alleen maar de datum.
UIER vliegt je vriendje stel-
AA lig ook in. Luister. Neem
een oude krant en maak er een
gat in ongeveer zo groot als je
vuist. Nu vraag je. of hij zUn
gat kan duwen,
papier scheurt.
Hij kan het niet. Weet je hoe
het gaat? Heel eenvoudig. Leg
de krant op je hoofd. Brene nu
je hand naar je hoofd en duw
Je hebt dan je hoofd door het
gat geduwd (wel met je vinger
maar dat hoefde je er niet bij
te vertellen).
Neem het aliahet mee
UIT is een spelletje voor on-
LJ derweg, bijvoorbeeld op een
wandel- of fietstochtje. De kin
deren kijken rond naar voor
werpen, die met een A begin
nen Als een kind iets ziet, roept
het Hoera en dan bijvoor
beeld Appelboom. Nu kijkt hij
uit naar iets met een B, by-
/oorbeeld Bus, Boot.
Ieder voorwerp mag maar één
keer genoemd worden. Is dus
boot al eerder gebruikt, dan
mag een ander kind dit woord
niet nog eens gebruiken. Zo ga
je het hele alphabet lanj
Wie het eerst alle letters
1 Nou, daar kun je dan iets
leuks mee doen. Verdeel je
ZO WAS HET.
PAUW.
Horizontaal: 1. pauw 4. All,
6. Ada. 9. akker, 10. 'ma, 12.
Verticaal: 1. pa, 2. al, 3. ui, 5.
mak, 7. de. 8. arm. 10. me, 11. as.
DE KOPPELPUZZLE.
Peluw, luwte, tegen, genre,
rede. demon, monter, terras,
raspen, pendule.
Verbaasd kijkt Jantje toe.
Daar is een brasem, en daar een
snoek een stekelbaarsje en een
rietvoorntje en daar een echte
baars. Ze dansen op hun staart
vinnen om Jantje heen.
Het lijkt wel of de vissen
hem uitlachen. Opeens vindt
Oom Zodus e gaat nu op
school.
Wim Ja oom.
Oom Laat eens horen, of je
speelgoedkunt spellen.
Wim Ik ben nu te groot om
speelgoed te spellen. Laat me
maar „boek" spellen.
Onderwijzer Als je zestien
koeien had en twee geiten, wat
zou je dan bi) elkaar hebben?
Jongetje Een heleboel
melk!
Moeder Peter, was je
Peter Ja mam, voor lange
of voor korte mouwen?
Miesje Wat heeft geen tan-
den en geen mond, maar wel
ogen en het leeft onder de
grond.
Wies je Ik weet het niet.
Wat?
Miesje Een aardappel.
Goed nieuws, bader
Wat bedoel je'
Jongen U hoeft dit jaar
nieutoe schoolboekjes te
geen n
kopen.
f wint. Sla de Q, X en Z maar
over.
Vlechtwedstiijd
HEB je een kluwen touw?
leuk-
I vriendjes en vriendinnetje^^H
groepjes van twee. Nu geef je
iedere groep drie stukjes touw.
Ze moeten even lang zijn. Aan
i één kant zijn ze bij elkaar ge-
I knoopt. Een kind houdt deze
knoop vast. En nu komt het.
Het andere kind van de groep
gaat vlechten. Wie het eerst
klaar is met de vlecht heeft
gewonnen. Natuurlijk mag het
niet te los gedaan zijn.
Breng een biggetje
naar de markt
TN dit spelletje speel je niet
A met een echt biggetje,
o nee, denk dat maar niet. Je
gebruikt een lege fles. Je kunt
het beste in een veld spelen.
Ergens is de markt. Dat spreek
je van tevoren met je vriendjes
en vriendinnetjes af. Nu zijn er
steeds twee kinderen, die het
«tegen elkaar moeten opnemen.
Met een stokje rollen zij de
fles vooruit. Slaan mag niet,
alleen maar duwen. Wie de fles
het eerst bij het eindpunt, het
varkentje het eerst op de
markt heeft gebracht. Is win
naar. Als alle kinderen ln
groepjes van twee geweest zijn,
gaan de winnaars tegen elkaar
en z. gaat het door, tot een
kind gewonnen heeft.
Zwevende schijven
rvlT is een leuk spelletje voor
AA aan het strand. Alle kinde
ren staan op een rij. Ze hebben
allemaal ronde kartonnen
schijven. Eén van de kinderen
telt Een, twee drie
Daar suizen en scheren alle
schijven door de lucht. Het kind
dat het verst gooide heeft ge
wonnen. Natuurlijk kent ieder
zijn eigen schijf. Zijn er meer
dan één van hetzelfde karton,
dan schrijf je je naam er op.
Fluittikkertje
Een kind is h'm. Wie? Jij?
Goed. Moet je luisteren. Je
fluit, als je niet fluiten kan
mag je ook zingen, een liedje.
Dan hou je ineens op en ïoept
„Ga". Alle andere kinderen
hollen naar een boom, een lan
taarnpaal of iets anders. Je hebt
dit van tevoren afgesproken.
Nu moet je proberen zoveel
mogelijk kinderen te tikken, op
de schouder. Bij de boom of
paal zijn ze vrij.
Nu begint het weer opnieuw.
Maar de kinderen die af zyn
getikt helpen je nu mee. ZU
fluiten mee en tikken mee, net
zolang, tot ledereen er bij l».
J
ZATERDAG 10 JUNI 1950.
EERSTE BLAD - PAGINA 3
Wij kunnen niet aannemen, dat welk
rechtschapen mens ook zijn sterke wil
altijd in zijn leven heeft doen zegevieren,
dat hij nooit een moment van zwakte
heeft gekend en dientengevolge een be-
alult nam. dat met standvastigheid weinig
te maken had. Het zou teveel gevergd
zijn van de mens hem deze maatstaven ln
hun volle omvang aan te leggen De om-
itandigheden kunnen een grote Invloed
uitoefenen en het „wie zonder zonde is,
werpe de eerste 6teen", gaat wel degelijk
rpoch kennen de historie en gelukkig ook
het nabije verleden en het heden voor
beelden te over van standvastigheid, zelfs
LETTERKUNDIGE KROIlIEK
17EN letterkundigs kroniek-schrijver ls
«oms gedwongen, over boeken te oor
delen, die eigenlijk maar producten van
middelmatige intelligentie» zijn, doch die
niettemin uitermate boeiend werden door
een aangewaaid onderwerp, bijvoorbeeld
iets geweldigs, dat de schrijver of schrijf
ster toevallig beleefde. De lezers, die zich
door zulke boeken laten meeslepen of er
verstrooiing ln vinden, zouden vreemd op
kijken. als een letterkundige kroniek
schrijver zulke romans hooghartig naast
zich neerlegde, omdat er te weinig schep
pende fantasie in ia en omd^l de auteur
niet behoefde te bouwen, steentje voor
steentje, na eerst «en stevig fundament te
hebben gelegd, of omdat de auteur ner
gens ln het boek te maken kreeg met de
noodzakelijkheid om door zeer verfijnd
taalgebruik belangrijke psychologische
complicaties te doorstralen van litterair
licht of uiterst tere schakeringen, wat
sfeer of gedachten betreft, onderscheid
baar te maken. De kroniekschrijver zal
dus gedwee alle aandacht besteden aan
romans, die dan toch wel om een of an
dere reden belangrijk en lezenswaard zijn,
«1 is het litteraire gehalte ervan maar
gering. Hij moet echter een open oog
houden voor de producten van ware ar-
oordelende mens een verzachtend oordeel „..ui»
oordelende
tou uitlokken. Het „alles weten is alles
vergeven" behoefde Zelfs op deze figuren
niet te worden toegepast. Er zijn in het
verzet gedurende de oorlog staaltjes van
itandvastigheid voorgekomen, waarvoor
men niet anders dan grote bewondering
kan koesteren. Maar ook in het lijden
van duizenden werd die standvastigheid
getoond door het nimmer aflatende rots
vaste geloof, dat eens het goede het zou
Arinnen van het kwade Als het de mens
■echt gaat, als alles ln de wereld tegen
hem in het harnas schijnt te zijn ge
komen, als hem alles gaat ontbreken wat
een ander wordt geschonken: welstand,
geluk en de voldoening aan zuiver mense
lijke verlangens, dan getuigt het van
itandvastigheid en kracht als men het
gemis aan dat, waarop men recht meent
te hebben, aanvaardt, als men afziet van
een verkrijgen, dat in strijd is met de
goede moraal en het geweten Het is
moeilijk maar aan de andere kant schoon
te kunnen verklaren: „Standvastig ls ge
bleven. mijn hart in tegenspoed
C. B.
Blijvend Nederlands aandeel in
gezondheidszorg in Indonesië
Het internationale fonds tot leniging
van de nood der kinderen (Unicef) zal aan
de zorg voor moeder en kind ln Indopesië
l'/i millioen dollar besteden'. Het werkpro
gramma zal. evenals de Unicef-plannen
voor de bestrijding van de framboesla en
de verstrekking van melk, worden uitge
voerd door het Indonesische ministerie
van Gezondheid.
Een leidende functionaris van de Unicef
sprak na een bezoek aan Indonesië met
veel lof over het voor de oorlog door het
Nederlandse bestuur op deze gebieden
verrichte werk en betreurde de vernie
lingen. die tijdens en na de oorlog ook in
dat opzicht zoveel schade hebben veroor
zaakt. Hij was echter verheugd te con
stateren, dat de Indonesische regering
een aanzienlijk aantal Nederlanders ln
dienst hield, omdat zij ln staat zullen zijn
de gunstige aspecten van het verleden
«an de toekomst te helpen koppelen op
gebieden als deze. waar hun technische
kennis van grote waarde voor Indonesië
kan zijn.
weldige belevenissen profiteren, maar die
ln de tuin der litteratuur bloemen van
onvergankelijke schoonheid kweken. En
soms moet hij zijn lezers ook attent ma
ken op werk, dat helemaal geen letter
kundig product wil zijn, een geschied
boek of een studie over een onderwerp
van sociale of politieke aard, waarin zulke
scherpe onderscheidingen gemaakt moes
ten worden, dat de schrijver gesneuveld
zou zijn als hij niet iets in zich had ge
had, dat van hem een romancier had kun
nen maken als zijn belangstelling zich in
die richting had ontwikkeld. Zo'n boek,
dat als „boek om zomaar te lezen" al een
verkwikking is, wanneer men de boeken
beu is, waarin „ze" elkaar ten slotte toch
wel min of meer krijgen of waarin een
overbekend thema voor de zoveelste maal
min of meer sensationeel nog eens werd
opgedist, ls „De Wonderwereld
der Beeldende Kunst" van de
Rotterdamse expert op kunstgebied P. W.
J. Steinz.
TYE heer Steinz had de bedoeling, dle-
A-' genen, die van de moderne kunst wei
nig meer begrijpen, omdat de verschijnse
len er zo verwarrend in zijn, voorlichting
te verschaffen. Z'n boek ls dus puur een
paedagogisch boek. maar om de lezer zon
der vakjargon toch zó diep in de moei
lijke materie in te wijden, dat die er de
samenhang in zou kunnen ontdekken, had
de auteur een zeer zuiver geslepen pen
nodig, afgezien nog van de geestdrift. En
die hèd hij! Allebei. Dus alleen al om
die reden is een boek als ,.De Wonder
wereld der Beeldende Kunst" waard om
in deze rubriek te worden gesignaleerd.
Dat de heer Steinz ln zijn enthousiasme
zo ver gaat. dat hij ook bedenkelijk ex
treme richtingen in de beeldende kunst
toejuicht, doet niets af aan de waarde van
zijn werk, want hij Juicht niet voor hij
verklaard heeft waBrèm, en ln die verkla
ringen boeit en bekoort hij ook als hij
niet helemaal overtuigt. Een man die de
gave van het woord heeft en die daarbij
zo vol goede trouw ls, hoort men graag
aan. En daar komt ln het geval van de
heer Steinz nog iets anders bij: hij ls zeer
origineel. Dat wil zeggenhij heeft de
vorm van de samenspraak, die al zo door-
en-door versleten leek, met een onbevan
genheid gehanteerd, die het procédé hele
maal verfriste. Dat is óók nog een litte
raire kant van het geval.
De STILTE VAN EEN ZOMERNACHT, waarin de wind zich nog heel even
roert, het schijnsel van duizenden sterren boven de donkere aarde en de
glinstering van het rimpelend
water ziedaar de stemming, die
P N. van Eyck in een der belang
rijkste gedichten van zijn bundel
„Voorbereiding" oproept. Maar de
Vrede en rust, waarover hij spreekt,
gaan dieper dan het gewone wel
behagen, dat zulk een zomernacht
de mens geven kan.
Terwijl hij daar zo lag te staren
Over het water, was het hem name
lijk of plotseling zijn beperkte ik
met zijn problemen, zijn strijd en
zijn hunkering, vervluchtigde, of
h(j uitstroomde in de rust van het
landschap, terw^l hij tegelijkertijd
de diepste gronden van zijn bestaan
als loutere rust ervoer. Onge
twijfeld een mystieke ervaring, een
flitsend ogenblik, waarin de ver
bondenheid van Mens en Al beleefd
wordt. Het ls als de thuiskomst ln
een vrede, waar de taal geen
woorden voor heeft.
Ook Van Eyck kan slechts door
aanduidingen zijn beleving voel
baar maken: hij werd opgenomen
in het andere en het andere vond
de weg tot hem.
Daarna was het voorbijde
dichter vond zich weer, liggend in
het gras, mijmerend kijkend over
het water. In het gedicht keren
regels van de aanvang terug.
g van de
natuurschildering op hetzelfde
Maar luist deze herhaling van de
lering - op he
het ware doet de
lezer beseffen, dat daartussen dat
ene genblik ligt. waarin de tijd
opgeheven leek en de dichter
mocht schouwen ln „het eeuwige
Toen kwam de Vrede
Toen ktoam de vrede, onverwacht
De sterren van de zomernacht
Flonkerden tvolkeloos hel en wijd
Over de donkere oneindigheid.
Maar schemerend groen was de aarde, en mild,
In een sluimrige /luisterinp, heel verstild.
Enkel de toind voer af en aan,
En ritselde door de hoge laan.
En glinsterde, als hij nederstreek,
In al de rimpels van de beek.
En toeno nietsdie rimpeling,
Die sterrerust in ieder ding,
Waar 'k stil in 't gras te staren lag
En mijmrend over 't water zag
Van niets dan diepe, loutre rust
Werd toen mijn ziel zich zelf bewust.
Ik zag.... o, alles, 't hunkrend ik
Werd gans vervuld, één ogenblik.
Toen 'k door die kleine glinstering
Eindlek by u naar binnen ging,
Toen g(j in die zelfde glinstering vondt,
Dat de ingang tot m(j openstond
Dan tua» 't voorby. Van de andere kant,
Over de scheemrige heuvelrand,
Voerde de wind door de hoge laan
Zoevend de geur van het hooiland aan,
En glinsterde als hij nederstreek,
In iedere rimpeling van de beek,
Die tussen donker en donker zacht
Langs mij vloot door de zomernacht,
Waar 'k roerloos stil aan de oever lag
En mijmrend over 't water zag.
Vit: P. N. VAN ÈYCK
Voorbereiding'K. (geb. 1887).
drukkingsmiddel heeft al herhaalde
lijk in de Europese cultuurgeschiedenis
haar bruikbaarheid bewezen. Plato, de
Griekse philosoof. bediende zich bij voor
keur van die vorm. Beroemde samenspra
ken schreef ook de humanist Erasmus. In
het cultuurtijdperk van de Romantiek
leefde de samenspraak weer op. zelfs ln
aardrijkskur.deboekjes. Hypocriet geze
mel over brave onderwerpen maakte de
samenspraak toen echter tot een verfoei
lijk Btedermeier-thicje om schijn van be
langrijkheid te geven aan iets wat niets
was Toch bezitten wij in „Gesprek op
de Drachenfels" van Jacob Geel uit die
tijd een samenspraak, die niet alleen zeer
hoog niveau had, maar waarin de Roman
tiek zichzélf bovendien zo zuiver bespie
gelde, dat wij er een onschatbaar litterair
document ii^j£zitten.
Het zou rnfj niet verwonderen, als de
samenspraak van de heer Steinz later, als
men eens precies zou willen weten hoe
nu eigenlijk ons huidige cultuurtijdperk,
wat althans de beeldende kunst betreft,
over zichzelf dacht, een even belangrijke
vraagbaak zal zijn als „Gesprek op de
Drachenfels" nu voor ons is. wanneer
wij binnen willen dringen in de geestes
gesteldheid van de Romantiek, die zoveel
trekken gemeen had met het tijdperk
waarin wij nu leven (afkeer van het ra
tionalisme, vlucht ln het excessieve, lyri
sche overgevoeligheid en verheerlijking
van het primitieve, om maar enkele pun
ten van overeenkomst op te sommen).
Want de heer Steinz is juist door zijn
grenzenloze geestdrift voor al wat zich in
de beelden kunst manifesteert een ideale
tolk geworden van wat de meest tegen
gestelde kunstenaars momenteel bezielt.
Interessant is bovendien, dat de samen
spraak uitgedijd ls tot een gesprek van de
schrijver met véle opponenten, soms wel
vijf tegelijk. Hij noemt zijn boek dan ook
„een speurtocht in gezelschap van velerlei
mee- en tegensprekers
Bosch en Keunlng N V. te Baarn heeft
het boek. voorzien van uitstekende Il
lustraties, bijzonder mooi uitgegeven.
W. WAGENER
De dag, waarop de feestelijkheden ter
gelegenheid pan het 500-jarig bestaan van
de Kalverstraat te Amsterdam als winkel
straat beginnen, komt met rasse sqhreden
naderbij. Er komt steeds meer tekening in
„Damstad" op het Damterrein, en de Kal
verstraat zelf staat al gedeeltelijk in hét
teken van het kalf Aan weerskanten van
de grote poorten kijken kalfskoppen me
lancholiek op de winkelende mensen
menigte neer De tableaux op de poorten
verhalen de geschiedenis van de handel in
kalveren en als kroon draagt de poort
ook een kalf.
Erbarmelijk vermaak
Parijs krijgt op 14 Juni een vliegende
nachtclub. Met ingang van die datum stijgt
elke avond om negen uur een vliegtuig
van de luchthaven Orly op voor een
vlucht boven de hoofdstad. Er zal worden
gedanst en champagne geserveerd. Avond
kleding ia vereist. De kosten van de vlucht
bedragen 10.000 francs per persoon.
Terwijl In Amerika de diepvrlfi-indus-
trie van groenten en fruit reeds meer dan
twintig jaar een groot afzetgebwgt heeft
veroverd, blijkt de bestaansbasis voor dit
bedrijf in Europa te smal te zijn. Zowel ln
ons land als elders is de verkoop yeel te
gering, zodat men met vrij grote voorra
den blijft zitten, die ten slotte tegen sterk
verlaagde prijzen moeten worden opge
ruimd. Het product ls niet alleen te duur
voor het grote publiek, maar de verkoop
ervan wordt ook gehinderd door het feit.
dat men in Europa ln het algemeen niet
over een huishoudkoelkast beschikt.
In Amerika ls de populariteit van de be
vroren groenten en vruchten gelijk opge
gaan met de verkoop van koelkasten. Als
men zo'n kast heeft kan men Zaterdags
diepgevroren groenten of vruchten in hul»
nemen om ze eerst Zondags te gebruiken.
Daar komt nog bij, dat wij ln Nederland
ln het algemeen ruim voorzien zijn van
verse groenten, die wij ook aan West-
Europese landen rondom ons ln grote
hoeveelheden kunnen leveren. De over
eenkomst. die de Nederlandse diepvries
industrie had gemaakt met de Engelse
verbruikscoöperaties is dan ook vrijwel
totaal mislukt en met een groot verlies
tot een ontijdig einde gekomen.
Het merkwaardigste van de diepvriesin
dustrie in Nederland is, dat zij tijdens de
oorlog onder Duitse druk is ontstaan. De
Duitsers wensten n.l. ten behoeve van hun
legers steeds te kunnen bescmkken over
eerste klas verse groenten. In hun eigen
land waren zij daarmee reeds in 1939 be
gonnen. Toen zij de rest van Europa onder
de voet liepen, lieten zij ook in de bezette
landen diepvriesinrichtingen bouwen. Hoe
duur de producten kwamen, kwam er na
tuurlijk niet op aan, want voor de kosten
draaiden de overwonnen volken wel op.
Het ls voor de heren maar een vreugde
van korte duur geweest.
Na de bevrijding had de Nederlandse
tuinbouw aanvankelijk grote verwachtin
gen van de installaties, die toen in onze
eigen handen kwamen, maar tot nu toe
hebben deze fabrieken niet gerendeerd Ook
in Duitsland zelf ls het diepvriezen trou
wens vastgelopen, vooral nu er weer verse
zuidvruchten aan de markt komen. De
welvaart schijnt in West-Europa nog lang
niet hoog genoeg te zijn om een rendabele
diepvriesindustrie mogelijk te maken.
De Cheshire komt een
dag vroeger
De^Cheshire, die met 700 burgerpassa-
giefs, ónder wie ruim 500 gezinsleden van
K.N.|.L.-personeel op weg is van Indo
nesië naar Rotterdam wordt niet. zoals
aanvankelijk werd verondersteld op
Woensdag 14. maar reeds op Dinsdag 13
Juni ln de morgenuren aan de kade van
de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd ver
wacht.
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden zal de ontscheping aldaar om 8
uur aanvangen. Militairen, zowel als ge
zinsleden van militairen, kunnen niet
worden afgehaald, maar worden door het
bureau Havenafvoer van de dienst kwar
tiermeester-generaal met autobussen
thuisgebracht.
HET KAN wet niet anders of ln deze.
ook ln economische sin. bewogen
t(jdcn moeten gunstige en ongunstige
verschijnselen elkaar afwisselen. Dat de
Amsterdamse beura nu reeds enkele weken
achtereen een vrolijker aspect biedt, ia
daarom te meer verblijdend en wekt de
indruk, dat men geneigd ia de naaste toe
komst met wat meer vertrouwen tegemoet
te alen.
Dit geldt ln de eerste plaat» wel Indo
nesië. waar de gang van zaken, gelijk we
de vorige week hebben opgemerkt, ook
voor de economische toekomst van Neder
land van groot belang blijft. Dit blijkt wel
hieruit, dat deze week door de Neder
landse regering een nleüw crediet aan
Indonesië is voorgesteld van 2J0 mil
lioen. ter gedeeltelijke overbrugging van
het tekort op de betalingsbalans tussen
beide landen, dat voor 1950 op ca 300
millioen wordt aangenomen. De regering
motiveert dit nieuwe crediet voornamelijk
met een verwijzing naar de grote kapitaal-
belangen, welke Nederland ln Indonesië
bezit en die op 5 6 milliard worden
geraamd. Het te verlenen crediet zal moe
ten strekken om deze investeringen, die
reeds geruime tijd niet meer rendabel
zijn, weer rendabel te maken.
Dat dit mogelijk ls. kan niet in twijfel
worden getrokken. Indonesië is een rijk
land. Destijds is vastgesteld, dat per einde
1948 de activa 0 802 millioen en de pas
siva 6.557 millioen bedroegen en er dus
op de Indonesische vermogenspositie een
overschot was van 245 millioen. dat
thans vermoedelijk veel groter is, temeer
omdat Nederland bij de R T.C. aan Indo
nesië een schuld van 2 milliard heeft
kwijtgescholden.
Of hiertoe reden was, laten wij in het
midden, een feit is. dat het economisch
herstelvermogen van Indonesië veel groter
is dan dat van Nederland, zoals uit de
stijgende uitvoer gedurende de eerste
maanden van 1950 blijkt. Wat de prijzen
der tropische producten betreft, heeft
Indonesië, als bekend, thans de wind mee.
Zo wordt thans voor rubber, waarvan ln
April 60 000 ton werd geëxporteerd, te
Djakarta 5,50 per kg ontvangen, wat dus
een geldbedrag van meer dan 300 mil
lioen betekent.
De Nederlandse regering la van oordeel,
dat tegèn 1953 de Indonesische betalings
balans in evenwicht sal s|jn. hetgeen «eer
wel mogelijk is. Het ls slechts de vraag
hoe men over de integriteit van Indonesië
als debltrlce oordeelt, want onwil om
terug te betalen is niet minder erg dan
onmacht. Intussen komt het verlenen van
bovengenoemd crediet er op neer. dat de
financiële verplichtingen van Indonesië
jegens Nederland voorlopig door ons zelf
worden voldaan, wat financieel en econo-
mizch een risico b!(jft en monetair de
inspuiting van nieuw geld in onze natio
nale economie betekent.
TNAT DE REGERING hierover niet ge-
A-' heel en al zonder zorg is, laat zich
denken. Weliswaar daalt de bankbiljetten-
circulatie sinds enkele maanden en werd
deze week een nieuw laagterecord bereikt,
dit is hoofdzakelijk aan de Marshall-hulp
te danken. In dit verband is het een
lelijke tegenvaller, dat de Nederlandse
buitenlandse handel zich in ongunstige zin
ontwikkelt. Wij wezen hierop reeds naar
aanleiding van de cijfers over het eerste
kwartaal, waarin het importsaldo 607
millioen bedroeg tegen 221.5 millioen in
het vierde kwartaal van 1949 De maand
April heeft het er niet beter op gemaakt.
pas toen hij eenmaal zat. vertelde, dat hij voor niets
mee wilde rijden, aarzelde Panda even maar natuurlijk niet
lang. Hij had een veel te vriendelijk karakter om een oude man
een ritje te weigeren, wanneer die nu eens zijn dochter op wilde
zoeken
„Vooruit dan maar!" zei hij dus, terwijl hij met een zucht weer
op zijn plaats ging zitten. „Zegt u dan maar waar u heen moet".
„Nou dan moet je goed luisteren", zei het mannetje, en het
kwam gezellig door de open voorruit leunen. „Ga nou maar
eerst naar rechts en dan neem je de tweede zijstraat links
Daar gingen ze. Het oude heertje riep maar steeds rechts of
links of rechtdoor en Panda reed zoals hij zei; hij kwam door
het centrum van de stad en door het drukke verkeer en het
oude heertje ging maar door: „En nu naar links en dan de bocht
blijven volgen ja.... en dan de overweg over en dan nog
even rechts...,"
Panda deed het allemaal precies, maar toen kwam hij bulten
de stad! En daar leunde het oude heertje behaaglijk achterover
en zei met een zucht: „En ga nu maar steeds rechtdoor, want
dit is de weg naar Isendal en daar woont mijn dochter, ziet u!"
Panda keek op een wegwijzer en hij schrok, dat kan ik je ver
zekeren. want daar stond: „Isendal 53 kilometer."
Eerst was hij boos. maar toen het er op aankwam had hij toch
het hart niet om dat aardige oude baasje teleur te stellen
Tegenover een stijging van de Import van
612 millioen ln Maart tot 644 millioen,
staat een teruggang van de export van
400 millioen tot 367 millioen, zodat het
nadelig saldo voor April niet minder dan
277 millioen bedraagt, dat ls dus meer
dan van het gehele vierde kwartaal 1949.
De vrijmaking van de internationale
handel, ten aanzien waarvan thans in ons
werelddeel vorderingen worden gemaakt,
doet ons dus nog geen goed. Bij de import
valt een grote stijging van de post ver-
voermateriaal op (aan personenauto's werd
voor 12.9 millioen ingevoerd tegen 5.7
millioen in Maart), bij de uitvoer zien we
een daling voor aardappelen, zaden en
niet het minst van zuivelproducten, waar
bij de moeilijkheden met Engeland een
grote rol spelen. Ondanks de nieuwe han
delsovereenkomst met Engeland zal er.
naar verwacht wordt, ook dit jaar van
export van zuivel naar Engeland weinig
kunnen komen, omdat men de prijzen te
hoog vindt, waarbij het een ongunstige
omstandigheid is, dat Indonesië ten aan
zien van haar export zelfstandig met
Engeland onderhandelt en de Indonesische
exportproducten dus niet meer, gelijk
vroeger, als een tegenwicht van onze
import uit Engeland worden beschouwd.
Er is dan ook sprake van, dat onze import
uit Engeland zal moeten worden vermin
derd en meer op Duitsland zal worden
geöriënteerd, met welk land wij, als be
kend. nog een belangrijk overschot op de
handelsbalans hebben.
TNEZE ONTWIKKELING van de Neder-
AA landse handelsbalans is dubbel ver
drietig. omdat het ln evenwicht brengen
van onze betalingsbalans voor een goed
deel van de handelsbalans afhankelijk ls.
Minister Mansholt heeft er dezer dagen op
gewezen, dat we nog altijd niet ln staat
zijn onze consumptie uit eigen productie
te betalen en dat van de drie middelen,
minder consumeren, minder investeren en
meer produceren, het eerste door de vak
verenigingen niet wordt geaccepteerd en
de Investeringen eer hoger dan lager moe
ten worden. Blijft dus alleen over het
meer produceren en exporteren om het
mogelijk te maken de 40.000 nieuwe arbei
ders, welke er jaarlijks bijkomen, ln dë
Industrie op te nemen. Hiertoe zal de uit
voer met 60*/i moeten toenemen, een
ideaal, waarvan we thans weer verder
verwijderd zijn dan het vorige jaar.
Men late zich niet in slaap sussen door
de nog aanhoudende stijging van de Devie-
zenportefeuille van de Nederlandsche
Bank, die thpns 1 milliard bedraagt tegen
300 millioen een jaar geleden en die
alleen kan worden verklaard door de
Marshall-hulp en de verkregen trekkings
rechten. waaraan eens een eind komt.
Tegenover dit minder gunstige aspect
van de Nederlandse handelsbeweging,
staan ook deze week gelukkig weer de
tamelijk opwekkende bedrijfsberichten ln
de jaarverslagen van vele Nederlandse
ondernemingen, ook al wordt hierin de
nadruk gelegd op de toenemende concur
rentie van het buitenland en de toe
nemende verzadiging van de zgn. Inhaal
vraag, welke bijv. in de schoenindustrie
thans reeds tot inkrimping der productie
en werkloosheid heeft geleid.
Zonder zorg kan men daarom ten aan
zien van de Nederlandse conjunctuur
helaas niet zijn.
Nieuwe haring en oude jenever
voor burgemeesters
De burgemeesters van de plaatsen In
Europa, die in het K.L.M.-net zijn opge
nomen (ongeveer vijf en dertig) zullen
Hollandse nieuwe haring en Nederlandse
oude jenever aangeboden krijgen.
De aanbieding geschiedt door de sa
menwerking van de Nederlandse Bond
van Haringhandelaars een Nederlandse
distilleerderij en de K.L.M. De burge
meesters van o.a. Londen, Dublin. Parijs,
Brussel. Madrid. Rome, Athene. Zürich.
Wenen. Istanboel. Stockholm en Kopen
hagen krijgen een vaatje met twaalf
haringen en een half kruikje oude jene
ver.
Op 13 Juni zullen de haring en de jene
ver aan de K.L.M. ter verzending worden
overgedragen.
De derde veiling ln 1950 voor Java-tabak
te Amsterdam zal op 23 Juni a s worden ge
houden In velling komen dan 83358 pakken
De eerste bezlchtlglngsdag (4227 pakken) ls
Dinsdag 20 Juni Hterbll zijn 2549 pakken
van de Besoekl Tabak Mij en 1678 pakken
van de Landbouw Mij Soekowono. Beide
partijen bestaan uitsluitend uit Besoekl blad
en Besoeki Hangcrossok.
Woensdag bezichtiging van de overige 2129
pakken, waarvan 577 pakken der Besoekl
Tabak MJj. bestaande uit Besoekl Crossok
en Besoekl losblad. voorts 36 pakken Besoekl
losblad van de Landbouw Mij Soekowono.
585 pakken van de Ned. Ind. Handelsbank
(Vorstenlanden. Besoeki blad en Besoekl
Hangcrossok). 571 pakken van Van Eeghen
en Co (Madoera Crossok en Besoeki Cros
sok). 151 pakken Besoekl Crossok van de
NV Import Maatschappij Indië. 144 pakken
Madoera Crossok van Van Heekeren en Co.
en ten slotte 65 pakken van Mtrandolle.
Voöte en Co N Vbestaande uit Besoeki
Hangcrossok. Besoekl Crossok en Besoekl
gruis.
Donderdag 22 Juni ls de algemene kijkdag
oorspronkelijke Nederlandse roman
door OLIVIER VAN BRAKEL
32)
Inspecteur Zopanje weet al genoeg.
U houdt me ten goede dat lk nu
vertrek meneër Slingeberg. zegt Zopanje.
terwijl hij opstaat, ik ben u zeer dank
baar voor uw belangrijke mededelingen.
Mag lk op uw geheimhouding rekenen?
U begrypt natuuriyk wel, dat lk niet
voor niets informaties kwam Inwinnen.
Natuuriyk zwyg lk hierover. Alle
Informaties worden hier gegeven zonder
dat wy ons afvragen met welk doel u
*e inwint, wy hebben min of meer zwyg-
Plicht In de grond van de zaak is 't na
tuuriyk vanzelfsprekend, dat we niet
«preken over informaties, die vertrouwe
lijk ingewonnen worden.
In de hal zitten enige zakenlieden te
wachten. Geen van hen kent Inspecteur
Zopanje. Ze knikken effen, als hy hen
groet. Ze zien in hem slechts een col-
i«ga, een collega, de het minder heeft
Dat blijkt uit zyn eenvoudige kledy.
Bulten is de Novembermorgen met de
vrieskou ln de lucht. Met welbehagen
naait Inspecteur Zopanje enige keren
diep adem. 't Is nauweiyka te geloven.
bedenkt hy ondertussen, dat lk zo spoe
dig al het juiste spoor ln handen gekregen
heb. Vóór vanavond kan ik weten wie
de moord gepleegd heeft. Of beter: ik
weet het nu. maar vóór vanavond kan
lk de dader gearresteerd hebben.
Als Inspecteur Zopanje in het huls op
de Prinsensingel zyn burgerplunje ver
wisseld heeft voor zijn uniform, rep thy
zich naar het politiebureau. Commissaria
Vink is zeer verrast, als hy het nieuws
hoort. Deze gryze, wat vermoeid uit
ziende man. laat nooit merken, wat ln
hem omgaat. Doch vandaag toont hy
oprechte verbazing.
Stroomer dus!
Hy schudt het hoofd.
Ik ben toch al enige tyd commis
saris Zopanje. Maar wil je geloven,
dat dit de grootste verrassing van mijn
loopbaan is. Het zyn meestal dezelfde
mensen, die misdaden plegen, of een
bepaald soort mensen. Ik vind Stroomer
geen misdadig type.
Na deze ontboezeming wordt hy weer
zakeiyk.
Wil Je nog assistentie?
Nee, dank u commissaris. Ik ga
alleen We zullen samen naar het bu
reau lopen. Ik'verwacht niet, d8t de man
tegenstand zal bieden.
Dan wens lk je veel succes. Ik hoop.
dat hy thuis is.
Als hy niet thuis is, weet ik waar
lk hem zoeken moet, zegt Zopanje over
moedig. Doorne is niet groot. Die man
zal hier of daar wel op straat zwerven.
Dan verlaat hy het gebouw, 't ls kwart
voor tien. Als het een beetje wil, heb lk
hem om tien uur, meent Zopanje. Doch
het verloopt niet zo vlot, als hy wel
verwacht had.
In de stille straat, waar Stroomer
woont, spelen wat kinderen. Als de in
specteur naar nummer 15 loopt, kyken
ze op.
Hy ls niet thuis hoor. Hy ls van
morgen al weggegaan, vertellen ze.
Waarheen?
De kleinen zwygen.
Weten jullie niet waar hy naar toe
gegaan ls? herhaalt Zopanje
De kinderen schudden hun bolletjes.
Is er verder niemand thuis?
De kinderen schudden weer hun kleine
bolletjes. Ze beginnen no moed te krij
gen. Ze komen wat naar Zopanje toe en
bekyken hem vol aandacht
Wat mooie knopen, zegt een
klein Jongetje, wat een glimmers.
Hy kijkt met overgave naar de knopen
van^Zopanje's uniform.
Bent u van de politie? vraagt een
blond meisje, wat komt u doen? Hy is
toch niet stout geweest?
Met haar hoofdje gebaart ze ln de
richting van het huls.
Ondertussen heeft Zopanje aangebeld
In spanning wacht hy af. doch niemand
komt opendoen. Teleurgesteld gaat hy het
hekje uit. 't Zou ook al te mooi zyn ge
weest. ala hy hem onmiddellUk thuis had
getroffen.
Maar wat nu? Zal hij hem zoeken ln de
stad? Als hij de motorfiets neemt, kan
hy Doorne binnen een uur doorzocht
hebben. Zopanje aarzelt.
De kinderen staan nog steeds by het
hekje.
Ziet u wel. hy ls niet thuis, zeggen ze.
Maar waar is hy dan? vraagt
Zopanje nogmaals.
Misschien is hll gaan vissen, zegt
het kleine blonde meisje zacht, hy had
laarzen aan toen hy wegging.
Inspecteur Zopanje kan het meisje wel
kussen. Zonder het zelf te weten wyst
ze hem het goede spoor. Wat zei Esman
gisteravond ook al weer? Hy sprak over
fuiken en een hoog woonscheepje. dat
men wel by de aanleg van dyken ge
bruikt om in te bivakkeren. Het ligt ln
het Doornese Vliet, honderd meter voor-
bU het oude sluisje, 't Is zeer goed mo
gelijk, dat Stroomer daar ls.
Door de stemmetjes van de kinderen
schrikt inspecteur Zopanje uit zUn ge
peins op. Ze vragen hem iets:
Wat heeft hij gedaan, meneer?
Zopanje kijkt straks voor zlChult. Wat
heeft hij gedaan? Een moord gepleegd!
Maar dat kan hy niet tegen deze kinderen
zeggen.
HU ls stout geweest, zegt hy ten
slotte. maar nu moet ik weg hoor
De kinderen zeggen hem vriendeiyk ge
dag en blijven hem nakijken tot hy om
de hoek van de straat verdwenen is.
Als Inspecteur Zopanje een motorfiets
van het politiebureau haalt komt hy
commissaris Vink gelukkig niet tegen.
Het zou al te pynUJk zUn. Hy zou Immers
eeriyk moeten bekennen, dat hij niet ge
slaagd was Stroomer te arresteren. Mis
schien heeft zyn tocht naar het Doornese
Vliet meer resultaat.
Als hy op zyn motorfiets door de
straten naar buiten rijdt, is 't hem wer-
kel Ijk of het vriest. De koude wind snijdt
hem pijniyk in het gezicht. Zijn lippen*
worden droog en hard. Na vyf minuten
is 't of zyn oren bloeden.
Er,'la veel verkeer gp de grote weg.
Enige zware auto's schieten rakelings
langs hem. De bomen kan Zopanje nau-
weiyks meer onderscheiden. Hy weet, dat
hy te hard rydt. doch hy kén niet anders.
Spoedig slaat htf links af, een kiekte
zyweg in. De grond is nog zacht door
de aanhoudende motregen van de vorige
dagen, maar de motorfiets ondervindt er
geen merkbare hinder van. Met een snel
heid van 30 kilometer gaat het in de rich
ting van het Doornese vliet. Links van
hem liggen de weilanden, rechts de bouw
landen. Dat staat in verband met bevloei-
Ingsmoeilijkheden.
Aan het einde van de weg slaat Zo
panje rechtsaf. De wee gaat omhoog, de
motorfiets begint te klimmen. Even is 't
alsof hij het niet zal halen, maar als Zo
panje wat gas geeft, schiet hy omhoog.
Dan staat Zopanje op de' rude sluis.
Van hieraf kan hy de gehele omtrek over
zien. Daar liggen de weilanden, gesneden
door de sloten die op het Doornese Vliet
uitmonden. In de verte ziet hij de torens
van de omliggende dorpen. De boerderijen
liggen hier en daar. alsof ze naar wille
keur werden neergeplant. Het Doornese
Vliet is een kleine stroom, 't Is er stil,
want scheepvaart kent men hier niet. Er
wordt wat gevist en 's zomers als 't warm
ls, zoeken de sportieve Doornese Inwoners
hier afkoeling en verfrissing. Velen gaan
echter bij voorkeur naar de grote rivier,
die langs de andere kant van de stad
stroomt. Kenners zeggen echter, dat daar
geen vis zit. Nee. voor de visvangst en
de hengelsport moet men naar het Doorne
se Vliet gaan Dat bewyzen de vele fuiken,
die uitgezet zUn. In één daarvan heeft Es-
man byna zijn einde gevonden Gelukkig
werd hij gered. Honderd meter verder
moet het woonscheepje liggen Het woon
scheepje ligt er 11
(Wordt vervolgd).