PILNIK G Pjl Het Vrolijk Avontuur De geboren verteller Even piekeren 0 PRILLE GBIIL EN KNE-TTERPRE-T KNUISELPyZZLt DAN NAAR. BÉÏ>! Het EDICHT Financiering voor de overheid steeds moeilijker Churchill opent nieuwe strijd tegen nationalisatie PANDA EN DE MEES een sterk en vindingrijk meester WAAIERPVZZLE Een probleem-Spel Boekenkeur Het verhaal van de mensheid n f e»tnu«j uyrfsv •4UI ifS-K" Hudson Nocturne Aan de wieg van het alphabet 86 De Poesjes van Tini Kees de draaitol Kleurplaatje Elsje's hond Opdat zij allen een zijn LETTERKUNDIGE KRONIEK E™ Het geluk Een „zware" aanwinst Effecten- en geldmarkt Staatsfondsen in de neer Om Labour te wippen WEK DE GAL IN UW LEVER OP door Dorothy Black Vertaald uit het Engels jSATERDAG 27 JANUARI 1951 DUIZEND EN EEN Qp de eerste dag van het Hoogoven- tournooi zei dr Euwe tegen mij: Ik vind het jammer, dat ik hier Biet elke dag kan zijn. maar ik had wel graag de partijen voor mijn artikelen. Kunt u ze mij bezorgen? ..maar hoe „Zeker", antwoordde krijgt u ze 't snelst?" „Geef ze maar aan Pilnik mee. die woont tijdelijk in Amsterdam, recht tegen over me Hij gooit ze wel even in de bus De afspraak was duidelijk en Pilnik had geen bezwaar, alleende Argentijnse meester faalde als verbindingsschakel vol komen. Hij won zo enel zijn partijen, of maakte zo vlug remise, dat zijn partij doorgaans het eerst beëindigd was. waarna hij de speelzaal ontvluchtte met een snel heid of de atmosfeer vergiftigd was om de volgende dag op het nippertje terug te keren. In de rubriek van vandaag geef Ik u een partij van Pilnik uit Beverwijk. U zult hierin een sterk en vindingrijk meester aan het werk zien. maar de snelheid waar mede hij speelt "blijkt er niet uit vandaar de anecdotische inleiding. Wit: F. van Seters Zwart: H. Pilnik Konings-Indisch. 1. c2c4 Pg8—f6 2. Pblc3 g7—g6 3. e2—e4 Ka 3. d4 kan zwart de Grünfeld-Indische verdediging toepassen. Van Seters ver mijdt deze slagvaardige variant liever tegen zijn gevreesde tegenstander 3d7dö 4. d2d4 Lf8g7 5. Pgl—f3 0—0 6. Lfl—e2 Pb8—d7 7. 0—0 e7e5 8. Ddlc2 c7cfl Het sterkste antwoord is 8Pg4. dat wit dwingt tót 9. d5 of 9. dXe5 met klaar heid in het centrum. Op 9. Tdl volgt ml. 9eXd4. 10. pXd4. LXd4, 11. TXd4, Df6 met pionwinst (aanval op f2 en Td4) Pilnik wijkt echter zo snel mogelijk van de platgetreden paden af 9. Tfl—dl Dd8e7 De wederzijdse opstelling der stukken schrijft het plan van voortzetting duidelijk voor: wit zal het op de Damevleugel moe, ten zoeken en zwart op de Koningsvleugel. 10. Tal—bl Tf8e8 11. d4—d5 Door de dreiging eXd4 waarna pion e4 valt had wit de keuze tussen de tekstlet en ruil op e5. Het is verstandig van wit het centrum af te sluiten en open lijnen te vermijden, welke de zwarte aanvalsplan nen ten goede zouden kunnen komen. 1 206—c5 Ook zwart sluit definitief het centrum, om zo dadelijk geen rekening met verwikke lingen als dXcö te moeten houden. 13. Pf3—el Wederom juist. Wit vermijdt Ph5. omdat na LXh5 de zwarte Klpningsstelling ern stig wordt verminkt, en bevordert de eigen plannen (Pel—d3) met ondersteuning van een eventueel a3 en b4. 1 3Pf6h5!? De veelomstreden voortzetting, waarover men in Beverwijk niet uitgepraat raakte. Volgens dr Euwe kan deze onmogelijk goed zijn. volgens Pilnik is hij de beste. De bedoeling is natuurlijk om ten koste van de ruïne op de Koningsvleugel een open g-lijn te verkrijgen voor de aanval tegen de witte Koning. De onderhavige partij 6telt Pilnik in het gelijk, maar zou hij deze zet ook tegen dr Euwe. Najdorf of een andere grootmeester hebben ge speeld 14. Le2Xh5 g6Xh5 14. Pel—f3? Het begin van een positioneel verkeerde opzet. Pel stond uitstekend ter verdedi ging van het vitale veld g2. Juist was 14. ■3. Pf8. 15. b4, f5. 16. f3. enz. 1 4Pd7—f8 15. Tdl—el Min of meer gedwongen, daar de penning van Pf3 door 15Lg4 dreigde. 1 5Pf8g6 16. Lel—g5 Wederom doelloos. Nog altijd was 16. a3 voorgeschreven. 1 6Lg7—f6! 17. Lg5—e3 Van buiten naar binnen woorden invul len die betekenen: 1 Courant, die alle dagen verschijnt. 2 Draad voor een radio toestel. 3 Leer van de gevechtsvoering. 4 Onwaardig (Fr.). 5 Landschap in Pales tina grenzend aan Galilea in het Noorden en aan Judea in het Zuiden. 6 Het anker laten vallen. 7 Ongelukkig lot. dat iemand bedreigt. 8 Logenstraffing (Fr.). 9 Zwart witte vogels 10 Horizontale vaste stok als gymnastiektoestel. 11 In oorlogstijd be slag op schepen, of goederen. 12 Keuren, beproeven. 13 Ongewoon ei, zonder dooisr of met twee dooiers. 14 Rijk aan ondervin ding. 15 Binnenkort. t Bij juiste oplossing vormen de begin- •n eindletters in de buiten- en binnen rand van de waaier twee zegswijzen. Wit kan bezwaarlijk op f6 ruilen, omdat zwart dan te sterk wordt op de zwarte velden en wel speciaal het veld f4. 17Kg8h8 18. a2a 3 Te8—g8 19. Kgl—hl Lc8g4 20. Pf3d2 Pg6f4! Dreigt P g2. Het aarzelende witte tegen spel heeft zwart reeds een krachtige aan val gegeven. 21. Tel—gl Tg8g6 22. f2—13 Lg4d7 23. b2—b4 b7b6 24. b4Xjc5 d6XC5 25. Tbl-jel Wit heeft niet veel beters. Er dreigt Tag8 en vervolgens h4—h3 enz. 25Ta8-g8 26. Le3Xf4 e5Xf4 Ten koste van een nieuwe verminking der pionnensteling is zwart thans meester over de zwarte velden. Er dreigt Ld4 en al6 wit dit pareert met 27. Pe2 volgt 27 Le5. 28. Pfl, h4. 29. h3. f6! en de dreiging Dg7 is onafwendbaar. Wit staat verlo ren 27. e4e5 Een pionoffer om nog verder te kunnen spelen. Thans komt het veld e4 vrij voor een der witte Paarden. 27Lf6Xe5 28. Pc3b5 f7—f 6! Klaar en duidelijk, de Dame streeft naar «7. 29. Pd2e4 Ld7Xb5 30. c4Xb5 Le5—d4i Een beslissing met een bekoorlijke pointe! 31. Pe4d2 Tgl kan niet spelen, wegens 31Dg7!. 32. Te2. f5! en het witte Paard kan ner gens heen: op f2 of d2 volgt n.l. TXg2 en de overige velden zijn het volledig afge nomen! Een originele vangst! 31Tg6Xg2! Tegen het op gl dreigende maf is geen parade en op 32. TXg2 volgt DXelt met mat. Wit gaf het op. CHR. VLAGSMA. T\eze keer geen spel uit de practijk, doch ■*-' een zuiver gecomponeerd spel om het afspelen eens terdege te kunnen toetsen. N—Z moeten met het volgende spel groot slam V spelen, hetgeen m.i. nooit uit te bieden is. Het is zelfs de vraag of men op dit spel een manche- bod* kan doen. Ogen schijnlijk lijkt het heel gemakkelijk om op dit spel 7 ff te maken door maar steeds heen en weer te troeven, doch bij het afspelen zal men heel spoedig merken, dat dan V-heer de downslag wordt. Men moet dus een andere methode zoeken. Zoals reeds meermalen is afgesproken, gaat u eerst zelf de oplossing zoeken. De kaartverdeling is als volgt: ff 8 7 6 5 4 a 8 5 3 h b 7 6 4 A a v 10 6 5 V b 10 9 4. 10 9 8 3 6 h b 9 7 f a v b 10 8 3 2 h 7 A W komt uit met 4 v. Komt W uit met 4 a. dan is 7 ff véei eenvoudiger te maken daar door N dan maar drie 4 afgetroefd behoeven te wor den. omdat 4 h dan vrij geworden is. Nu moet Z een dwangpositie zien te forceren, hetgeen hij op de volgende manier kan doen: W N O Z 1. 4 V 43 42 4 b 2. 4a ¥5 42 4 h 3. A3 Ah Aa ff Z 4. 4 v ff 6 43 4b 5. A 8 A b A v ff 3 6. 4 10 ff 7 4 4 4 9 7. 45 ff 8 ff h Va Of O nu direct V h zet of niet. doet hier niets ter zake. Z moet. wanneer O V h niet zet, snijden en daarna V a spelen, waarop den de h toch moet vallen. 8. 46 A4 V 4 Vv 9. A 10 A 6 A 5 Vb 10. 4 b 4 5 4 4 V 10 Z speelt nu ff 9 en W. die nog A 9 en 4 10 met 4 9 heeft, moet ny kiezen. Gooit W A 9 weg om 4 bezet te houden, dan laat Z In N 4 8 wegwerpen en 4 a en A 7 zijn de nog ontbrekende slagen. Werpt W echter een 4 weg, dan gooit Z in N A 7 af en heeft dan in N nog twee 4- slagen. Oplossingen van deze puzzle moeten uiterlfjk Donderdag eji. in ons bezit zjjn. Voor goede oplossingen worden een prijs van 5 en twee prijzen van 2.5# beschik baar geateld. Op het adrea vermelde men: Pnnlernbriek. Over deze rubriek wordt niet gecorrespondeerd. OPLOSSING VAN DE ÏOOI-KKUISWOORDPUZZLE Horizontaal: 1. Ophef 6. Oehoe. 11. Spook. 12. Das. 14. Salep. 16. Baam. 17. Oeral. 19. Amram. 21. Aba. 22. Dee. 24. Els 26 Dra. 27. Kelk. 29. Ets. 31. Ruk. 32. Rein. 33. El. 34. Is. 36. Atlas. 38. Re. 39. Sé. 40. Veto. 42. Eem. 43. Pose. 45. Calumet. 46. Element. 48. Kina 49. yin. 51 Kerk. 53. Op. 55. N.T. 56 Tikar. 58. R V. 59. G.T. 60. Brug- 62. Don. 63. Sul. 85 Eire. 67. Bel. 88. Lol. 70. PaS. 71 Moe. ■j Eerde. 75. Kubus. 78. Ommen. 80. Ku- SvE82 fer«C SlMf. M. M.rir Stoer. Vertice.I: 1. Opaal. 2. Por. 3. Hond. j. E.k 5. Darm. 7. Es. 8. Haas 9. Olm. 10 Eerde. 11. Sabel. 12. De. 13. 8*. 1 o D.irftn 17 Oeta. 18. Leus. 20. Manen. Ee 25. L.IO 28. Kl.llM 30 Stettin 31. Ramenas, 32. Reserve. 35. Stunt.37. t - 38 Romer. 40. Vak. 41. Oma. 43. Peic. 44 Enk 47. Tobbe. 50. Ik. 51 Steen. 54. Preek 56. Tolk. 57. Rups. 59. Groef. 61. Ulrum. 82. Do. 64. La. 66. Immer.68.Lear. SuK*£ solo 74. Dra. 76. Ui. 77. U* 79. Mee. 81. SI. 83. St. Deze week leggen we u 5 vragen voor. die onderling niet met elkaar verband hou den. Hier geldt dus: men weet het of men weet het niet. Maar de kans althans enke le van de gestelde vragen te kunnen be antwoorden is, dunkt ons. groter dan bij een vragenserie die één enkel gebied be strijkt. In zo'n geval staat de kans meer op alles of niets. Bij de hier volgende vragen wordt voorzichtiger op uw parate kennis gespeculeerd. Ziehier de vijf vragen: 1 Welk land bezit het oudste volkslied? 2 Wanneer wordt de nationale gedenk dag der Ieren. St. Patricksday, ge vierd? 3 Hoeveel genever gaat er in een oks hoofd? En hoeveel in een vat? 4 Wat verstaat men onder Thallium en Thorium? 5 Wat is een chrysophaas? O 0 t? r f J 0 Tf I yt i II nff n 2 1 4» Klaas Smelik, die een aantal goede zeeverhalen op zijn naam heeft staan, heeft met zijn nieuwe roman „Hudson Nocturne" ditmaal wel midden in de roos geschoten. Want dit is een verhaal van vier beachcombers, de mannen die men in elke grote havenplaats kan aan treffen als de scheepvaart weer eens een down meemaakt, als de vrachten laag zijn en de reizen niet meer lonend. Dan worden de schepen opgelegd en wie het ongeluk heeft in den vreemde te worden bedankt, moet maar zien een schip te krijgen dat de kant van huis op gaat. Het geld is spoedig verteerd en vooral in zulk een periode poft geen mens, die van de waterkant moet leven. De vier beachcombers in Smeliks' ver haal «werven in de metropool New York. Zij slapen in een spoorwagon. Zij ver tellen hun verhalen van de walvisvaart om de koude te vergeten. De enkele sigaret wordt broederlijk gedeeld. Tegen de honger valt weinig te doen. Tot zij geronseld worden, tijdens een roes van spijs en drank, voor een wapensmokkel- schip, een aftands drijfsel, waarvan ze deserteren. Maar na een dag hongeren, keren ze terug haar de betrekkelijk royale vleespotter# van de smokkelaar en AN de hand van bovenstaand voorbeeld (links) kunnen we prachtig zien, welke trappen van ontwikkeling het schrift bij de Sumeriers (de bewoners van de laagvlakte tussen Euphraat en Tigris) doormaakte. Het gaat hier om het teken voor „ster aan de hemel", waarmee de godheid AN werd aan geduid. Op de laatste afbeelding is er van een „ster aan de hemel" op de tekening niets meer te vinden. Men moet eenvou dig weten dat de hemelgod AN werd bedoeld In het midden zien we, hoe radicaal het Babylonische schrift is veranderd, doordat men van andere materialen gebruik ging maken. Links: Een oud-Babylonischè obelisk. De tekens werden hier in korte kolommen van rechts naat links ingebeiteld. Elke reeks kolommen werd omlijnd. Later ging men klei gebruiken. Bij de grenssteen van Mardoek-nadin-akhé was men al overge gaan op liggend schrift. Midden-rechts: pet Babylonische spijkerschrift vond interna tionaal toepassing, maar reeds in de zevende eeuw v Chr werd in Babyion ook aiphabetlseh schrift gebruikt. Bovenstaand Assy- risch beeldhouwwerk vertoont n.l. twee schrijvers: die met de baard schrijft Assyrisch spijkerschrift op een kleitaffltje. De ander schrijft Aramees op een papyrusrol. Wat is nu het voornaamste versfhH tusSen de oude en de nieuwere schrijfwijzen? Bij het (oude) begrippen-schrift geeft een tekening niet een bepaald woord weer, maar een begrip. Een man met een bijl kan daarbij zowel „hakken" als „vellen" of „neerslaan" betekenen. De cijfers die wij nog dagelijks gebruiken zijn een goed voorbeeld van begrippen-schrift. Wanneer een Fransman die geen woord Nederlands spreekt het cijfer 8 ziet, weet hij dadelijk welk getal er wordt uitgedrukt. Het cijfer leert hem echter niets over het Nederlandse woord acht. Hoe verder het schrift zich ontwikkelde, hoe meer door een bepaald teken een klank werd weergegeven inplaats van een begrip. Aan de Phoeniciers komt de eer toe, de beslissende stap in de rich ting van ons alphabet te hebben gedaan, n.l door het gebruik maken van afzonderlijke tekens voor medeklinkers ze vertrekken. Behalve een, die aan de wal een beter home heeft gevonden. De schuit, die weggebracht had moeten wor den, keert w&rempel terug en die aan de wal bleef, krijgt gedaan. Er lopen weer vier beachcombers in New York. Smelik kent de zee. het schip en de zeeman als weinig anderen. Daarvoor heeft hij lang genoeg gevaren in de „vetloods". Maar in dit verhaal heeft hij radicaal gebroken met de „kleine" zee man, die vaart en vaart en een enkele keer even uit zijn roer loopt. Hij heeft hier vier grootse zwervers bij elkaar ge bracht. kerels die de wereld en de zeeën kennen en die ook het leven in al zijn phasen hebben geproefd, genoten en op de koop toe genomen. Deze beachcombers zijn geestige vertellers, die breed denken en het niet gauw te kwaad hebben. Maar die ook. in de wetenschap dat vier meer mans zijn dan één, bij elkaar blijven. Een boek dat een geheel nieuwe Smelik toont, een Smelik djle het roer heeft om gegooid en zeker geen slechte koers stuurt. Antwoorden bij Even Pii'keren uapuoAa» ipjoM a/zaps uj ajp •jnapi 3U30J8 uba uaajsppa-jieq uag g ■pinpaSuBB uap -JOM qx ua lx tooquuts jaq jaui ajp 06 ua 18 'ou. uaiuauiap ap ufiz taH '■WW 001 "O 0SS Jfff[art3HaadsaH c ■piBBW LI Z 9291 "BA [B taaaiBp snuiiaquM '.puBiaapaN i Dit is ons nieuwste model ledikant met toebehoren, erg 'gemakkelijk wan neer U naar familieleden op bezoek gaat, die geen logeerkamer hebben! V OLH a LINEKE ZWAAK ia vijf jaar. Zij woont OP een schip. Het schip, dat zij hier getekend heeft. Het heet Volharding. Lineke staat op het schip. Zie je haar? Lineke was jarig. Haar vriendinnetje Alie kwam bij haar spelen. Zij bracht bloemen mee. Lineke heeft een bal gekregen. Die heeft zij in haar hand. Zie je wel Lineke vindt bloemen mooi. Zij heeft geen tuin op het schip, wel bloem potjes met plantjes. Het heeft geregend. Daarom heeft Alie kap laarzen aan. Ze hebben de hele middag fijn gespeeld. ANKIE DE GRAAFF. 6 JAAR. Puzzle van twee zusjes BEPPIE EN 'PAULA VAN DALEN. Bepppie is twaalf jaar en Paula tien, hebben samen een puzzle voor de Rommelpot gemaakt. Begin maar meteen. - Horizontaal: 1 zit in een vrucht; 4 toiletartikel; 7 de eerste mens: 9 meisjesnaam; 10 iets verschrikkelijks; 11 as; 13 slede; 16 schoonmaakartikel; 20 mak; 21 voertuig. Verticaal: 1 deel; 2 Meis jesnaam; 3 zie 20 horz.; 4 deel v. een spijker; 5 algemene radio- industrie (afk.); 6 raar: 8 Mili taire politie (afk.); 9 dominee (afk.); 12 huisdier; 14 deel van een schip; 15 rijksmunt (afk).; 17 maanstand; 18 en andere (afk.); 19 meester (afk.). TpiNl had een poesje. Ze vond -*■ het heel fijn. Weet je wel, wie Tini was? Tlni was een meisje van 9 jaar. Het poesje heette Moortje. Ze gaf het elke dag eten en dat vond Moortje fijn. Op een morgen ging ze het poesje weer eten geven en wat zag ze? Er waren drie poesjes bijgekomen! Ze ging gauw naar haar moeder. Die zei: Als ze zes weken zijn geven we er twee weg. Maar moeder ging even boven kijken. Tin! vond het fijn, dat ze toch nog een klein poesje mocht houden. Toen de twee poesjes zes weken waren. kreqg het vriendinnetje van Tini er één en Tante Ko de andere. Het tweede poesje van Tini heette Mieke, Tlni had een klosje met touwtjes eraan. Daarmee konden de poezen spelen. Op een dag moest Tini naar haar oma. De twee poezen moesten alleen thuis blijven. Dat vond Tini erg Jammer. Maar poesjes kunnen nu een maal niet mee. Ze zette een vol bordje melk en brood neer. Toen Tini thuis kwam waren Moortje en Mieke erg blij. want nu konden ze weer met haar spelen. Ze hadden het brood en de melk al op. Na het eten moest Tlni direct naar bed. RHODIA SCHUIT. 11 jaar Kees had op zijn verjaardag een hele grote zak met piooie glazen knikkers gekregen. Hij liet ze aan iedereen zien die voorbij kwam. Hij was er erg blij mee. Nu wou hij ze op school aan de jongens laten zien Heeeeeriep hij, kijk eens wat een knikkers ik heb gekregen. Oooooo gens. 3 I riepen al de jon- Tingeling, tingeling, daar ging de bel. Ze gingen allemaal in de rij staan en gingen naar x Maar de zak van Kees ging mee. Kees legde zijn knik kers in zijn kastje. Toen begon de rekenles. Maar Kees kon niet van de knikkers afblijven. Hij begon er mee te spelen. En toenJa toen ging het hoor Tikke-tik tikke-tik tikke-tik Achter elkaar door. Wat werd Kees rood. Wie doet dat riep de meester. Kees stak heel klein zijn vinger op. Zo, zei meester, geef maar hier. Kees ging heel langzaam naar meester toe en gaf hem de knikkers. Och. Och. wat had Kees een spijt. LENIE BOSMAN 10 JAAR LANG, heel lang geleden, leefde er een koning, die drie dochters had. Zij woonden in een mooi wit paleis. Het stond op een hoge berg. Rond om het paleis was een grote tuin. In die tuin bloeiden witte, gele en donkerrode rozen. De rozen groeiden zelfs tegen het paleis op. Zij hingen af van het batkon en ze bedekten een gedeelte van de vensters. Daar om noemden de mensen, die beneden in het dal woonden, het paleis ..Roeenpaleis" Een lange witte weg, slingerde naar boven. Aan het einde van de weg was de poort. Die was oolc van witte stenen. Maar dat was bijna niet te zien. omdat hij schuil ging onder de rozen. De poort was nooit gesloten. De boeren uit het dal kwamen dikwijls langs het pad naar bo ven. Zij keken graag' naar de rozen. De koning vond dat erg Jan Plezier Fliere flop Paardje hop We komen hier Jje wagen uit Fliere fluit We dansen nu In de maat Zie hoe dat gaat ULSJE kwam lachend en druk pratend uit school met haar vriendinnen. Bij de weg waar ze moesten scheiden bleven ze nog even kletsen. Toen gingen allen hun eigen weg. Elsje woonde met haar vader, moe der. grote zus en broer een eindje buiten de stad. Het was van school af ongeveer een kwartier naar huis lopen. Els had nog geen fiets. Maar moe der had gezegd, als je over gaat, krijg je op je twaalfde verjaardag een mooie fiets. Elsje stapte flink door. Ze vdlde vroeg thuis zijn, want Jan, haar broer, zou vanavond ko men en als die kwam was het altijd een feest. Jan werkte n.l. in Amsterdam en ze woonden in Rotterdam, dus zagen ze Jan niet zo veel. Lies, haar zus. was verpleeg ster, dus eigenlijk ook nooit thuis. Nog even, dan zou ze thuis zijn. Hè fijn. dacht Els. Eerst mijn huiswerk maken, dan heb ik de hele avond nog. Plotseling stond ze stil. Wat lag daar in het gras. Het leek wel een zwarte wollen lap. Maar hoor, het jankte. Elsje kwam langzaam naderbij. Ach, ineens zag ze het. Het was een hondje, zo zielig. Het had zeker een pootje gebroken. Elsje was sterk en zo nam ze dan het hondje in haar arm, terwijl ze haar tas ln de andere hand droeg. Ze kon nu niet zo vlug lopen. Dicht bij huis zag ze moeder, die aan de deur stond te kijken, of Els nog niet kwam. Toen ze het arme hondje zag, kreeg ze ook mede lijden, net als Els. Met behulp van Els stopte ze de hond eerst ln bad. Daarna verbond ze zijn pootjes.'Ze waren niet gebroken, maar het ene was erg geschaafd en het andere had een diep wondje. Moeder zei tegen Els: Haal eens gauw die oude mand uit het schuurtje en die oude deken van de zolder. Daar kunnen we dan het hondje in leggen. Toen vader thuis kwam, zag hij Els zitten bij de grote mand bij de kachel. Hij vond het hondje lief. Onder het eten vroeg Els aan vader: Pappa, mag ik het Jiondje alsjeblieft houden? Het is zo'n schat! Ja, antwoordde vader, daar moet ik nog eens over naden ken. Eet eerst maar af. keek, gaf vader moeder een Op een ogenblik, dat Els niet knipoogje. Na het eten zei vader: Els, ruim jij de tafel af en zet vast water op. Dan zal Ik eens met moeder over de von- dèling praten. Els had de tafel heel vlug af geruimd. Even later kwam ze weer binnen. Els, je mag het hondje hou den, zei vader, maar je moet hem zelf verzorgen. Uitlaten moet jij doen en moeder mag nooit iets van hem binnen vin den!* Voor zijn eten en drinken 4 moet jij ook zorgen. Nu hij nog ziek is zal moeder je met het verzorgen wel helpen. Als hij beter is Vader kon niets meer zeggen, want zijn mond werd gesnoerd door een stevige omhelzing van prettig. Hij was een vriende lijke en eenvoudige man Htj hield veel van zijn volk. H\j stond in hoog aanzien by zijn onderdanen. Jaren geleden was zijn vrouw gestorven. De koning had haar beloofd, altijd goed voor de drie prinsessen te zullen zorgen. De oudste dochter heette Ro- sali. Ze was negentien jaar Zij was erg mooi. Haar krullen waren zo zwart als de veren van raven. Haar ogen hadden de kleur van eep lichtgrijze regenwolk, waar de zon zich achter schuilhoudt. VOLGENDE WEEK VERDER. Els. Ook moeder kreeg haar beurt. Jan kwam al gauw. Hij moest het hondje ook bewonderen. Daar dacht Els er aart, dat de hond nog geen naam had. Alle maal dachten ze er nu over een na. Eindelijk was hel vader, die de naam vond: Lex. Lex werd de trouwe vriend van allemaal Hij groeide erg hard. Altijd als Els uit school kwam zag ze dicht bij huis iets zwarts wolligs, dat naar haar toe kwam. CORA WEIJER, 14 jaar. Jan Plezier Fliere flop Paardje hop We gaan nu hier De wagen in Fliere flin Komen terug Volgend keer Tot zelns maar weer ZO WAS HET Hier ie de oplossing van de puzzle van N Vuik Horizontaal: l pater; 5 en; 6 pijp: 7 neen; 8 Ineke. 10 el: 12 Aike; 13 vere: 15 sgoen. 16 V G 17 ten; 18 ein; 19 enig; 20 pré. 21 pet; 23 Ko. 24 es: 26 elk; 27 N.S.; 28 eec.; 30 si; 32 opera: 35 top: 38 kt.; 37 erwt: 38 11: 39 ml: 40 bos; 41 ar. Verticaal: 1 pijnigen: 2 apeko. ning; 3 ene; 4 re; 5 energie; 8 Piaster; 9 Kee: 11 LS 14 Evert; 20 perk; 21 pels. 22 do; 23 koe; 25 stipt; 26 en: 29 Caprl: 30 sok; 33 rel; 34 aria; 35 T.T.: 39 ma. Deze tekening is van Karei v. d. Veur, 13 jaar. gATERDAG 27 JANUARI 1951 DE afgelopen week heeft ons land be langrijke en ingrijpende gebeurtenissen te zien gegeven. De kwaal, die zich in onze internationale samenleving op ver scheidene manieren reeds en zeer fel openbaarde, is ook ln ons land, ln onze nationale samenleving, in al zijn ver schrikkingen aan de dag getreden, de kwaal, die kort aangeduid kan worden als: onenigheid. Het ls met deze kwaal als met een vermolmde paal. Zolang jé de paal niet aanraakt gebeurt er niets, maar bij het minste stootje zakt hij ineen. Het bindende element ontbreekt en er blijft niets anders over dan een hoopje stof. De eeuwen door, van de vrpegste tijden af, heeft men kunnen constateren, dat het ontbreken van een bindend ele ment tot moeilijkheden, uiteindelijk tot narigheden leidt. En ook de eeuwen door heeft de mens gezocht naar iets. dat sterk genoeg was, dat genoeg kracht had om te binden. Juist om te .voorkomen, dat narigheden zich zouden voordoen. En het diep-tragische is, dat de mens dat „iets" niet heeft gevonden. De kwaal onenigheid Iis voortgewoekerd, heeft in de samen leving. zowel nationaal ais internationaal, gezwellen doen ontstaan, die bij tijd en wijle opensprongen en groot verdriet over de mensen brachten. Dit zal zo blijven I voortgaan, zolang de mens de aarde be- woont, tenzij het ons gelukt de kwaal te 1 doen verdwijnen, tenzij wij bij machte zijn de onenigheid om te zetten in enigheid, tenzij dus wij datgene vinden wat op» j bindt of kan binden. TNE gedesillusioneerde mens van de ■'-'twintigste eeuw is licht geneigd de hoop daartoe op te geven. De ervaring van twintig eeuwen hebben herti zover gebracht. Zijn pessimisme is de praktijk van bijna 2000 jaar en het resultaat van vele goede voornemens. De gedesillu sioneerde mens zegt: het kan niet, het bestaat niet; er is niets ter wereld, wat ons, mensen, voldoende bindt en wat sterk genoeg blijkt om de enigheid te bewaren. En om dit te bewijzen behoeft hij slechts enkele grepen te doen uit de geschiedenis. Van alles is er geprobeerd, steeds zijn nieuwe middelen aangegrepen, doorlopend met idealisme opnieuw begonnen en het is op niets uitgelopen. Neen, het zal zo wel moeten zijp. Maar diep in zijn hart blijft de mens hunkeren naar dat ene, dat de kwaal, die de wereld verteert en waar aan de wereld ten gronde dreigt te gaan, beter zal maken. TjlN toch hoeft de mens niet pessimistisch -*-i te zijn en te zoeken. Al eeuwenlang ls ons de weg gewezen om tot net doel, dat wij voor ogen hebben, te geraken. De band van de enigheid, de band van de vrede tussen alle mensen, moet er zijn door Christus, de Heer aller heren. Zon der Christus geen enigheid, geen vrede, geen bapd; zonder Hem alleen maar .mloeilijkheden, kabinetscrises, haat. Enig- Beid in Christus. Hem erkennen als de V Leider van alle volken, als de Leider ook van ons ieder persoonlijk. Dan verandert ook onze samenleving, feitelijk is het zo, dat alleen door Hem onze samenleving kan veranderen. Op geen andere manier ls enigheid te verkrijgen dan alleen door Hem. Die ln het Hogepriesterlijk gebed vraagt: „Opdat zij allen één zijn, gelijker- wijs. Gij. Vader, in Mij en Ik in U. dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt". EERSTE BLAD - PAGINA S i^LECHTS EEN KLEIN DEEL van alles wat op belletrlstisch gebied vertaald en ge drukt wordt heeft letterkundige betekenis. Het grootste deel ls ontspanningslectuur, waarvan de waarde alleen maar ls, dat zij de geest rust geeft. Werk van waarde wak kert de geest echter juist aan. maakt de geest actief. We moeten Intussen toegeven, dat de maatstaven In Nederfand een beetje zelfgenoegzaam gehanteerd worden. De Neder landse criticus is gauw geneigd, een goed gecomponeerd verhaal, dat de geeat óntapant en waarin helemaal niet aan taalschoonheid is gedaan, waarin ook geen psychologische complicaties zijn uitgegraven en waarin de schrijver niet om de andere alinea ritó ver haal heeft afgewisseld met een bijkomstige beschrijving, welke alleen maar demonstreert hoe verbazend Intelligent hij waarneemt, tot de ontspanningslectuur te rekenen. En dat la verkeerd, want wat ziet hij dan niet over het hoofdl EN GOED VERHAAL COMPONEREN heus niet zoiets eenvoudigs. Het vereist grote fantasie. En wanneer dat ver haal een dikke roman is met een massa personen, die in allerlei situaties geraken, dan is de verbeeldingskracht waarmee zo iets geschreven is heel wat groter dan die, waarmee de gemiddelde Nederlandse auteur, wiens werk tot de letterkunde wordt gerekend, werkt. Zo'n auteur, die de verbeeldingskracht heeft om massa's figu ren ln boeiende situaties te plaatsen, zou óók wel psychologische vivisectie op zijn gestalten kunnen uitoefenen, maar hij past wel op, want vivisectie verlamt ze. Hij zou óók om de andere alinea wel klin kende bewijzen van zijn Intelligent waar nemingsvermogen kunnen leveren. Maar hij is wel zo voorzichtig om zijn lezers vooral niet moedwillig te kwellen met zijn aanwezigheid. Hij is te vergelijken met een goed regisseur in een toneelstuk. Die cijfert zichzelf weg en is blij, als de fi guren, die hij op de been heeft'geholpen, leven. Hij zal alleen bij een première aan het eind van de voorstelling even tus sen de dankende spelers gaan staan. En zo zal de auteur, die. wat de Engelsen noemen, een geboren „naaractor" is, een verhaler, een verteller, zich «r volledig mee tevreden stellen, dat zijn naam op het titelblad komt te staan. Bescheiden trekt hij zich verder achter het spel van zijn verbeelding terug. In het buitenland, vooral ln Engeland en Amerika, geniet de „narrator" eerder lit terair aanzien dan hier, maar men weet daar dan ook beter dan wij wat hij be reiken kan, zowel in de short story (short stories slagen bij ons hoogst zelden) als ln de lijvige roman. Een auteur van boven omschreven type ls. ten voeten uit, Thomas B. Cos ta 1 n, een Amerikaan. Hij „regisseert" zijn romans met smaak en vernuft in elkaar, maarbeweegt zich bedenkelijk langs het randje van de kitsch. De roman, die de N.V. SUthoffs Uit- geversmij. te Lelden het eerst van hem iff -Nederland introduceerde, „De zwarte Kerstfeest ligt nog kort achter ons. Kerstfeest, de geboorte van het Kind, Die de wereld kwam redden. Het Kind, ge boren om de wereld aaneen te smeden, het Kind de bsnd tussen ons. dwalende en vermoeide mensen, de Enige door Wie de kwaal van onze tijd, ook de kwaal van ons land, kan verdwijnen. H. J. W. Het geluk welk mensenhart heeft er niet van gedroomd, en welke dichter heeft het niet op zijn wijze bezongen? Telkens weer anders werd het ln de loop der tijden geïnterpreteerd, steeds weer door andere beelden voorgesteld, maar zelden toch werd het aanleiding tot zulk een dynamische voorstelling als in onderstaand gedicht van Adama van Scheltema. De dichter ziet het geluk als een wild voorthollend paard, dat gevangen moet worden, dat niet stil blijft staan om zich rustig te laten bestijgen en dat zijn tijdelijke berijder meevoert in een ademloze en betoverende rit. Waarheen? Naar waar het hart geneest en dat is eigenaardig genoeg voor deze dichter, die zo dapper en zo simplistisch kon getuigen van de schoonheid en heerlijkheid dezer wereld weg van de zwarte paden naar de stralende genade „van de wlfte lichte sterren". Hoor daar holt een paard in 't toild, Hoor die doffe paardenhoeven. Hoor de grond die dreunt en trilt Door het klotsen van z(jn kloeven Zoek hem, zoek hem allerwegen! Houd hem tegen, houd hem tegen! Hoela hoela hoela beest Wie is dan je baas geweest! Zie dat schimmelwitte paard Zie die ogen als 't geflonker Van de starren, en die staart Als een witte pluim in 't donker Houd hem. houd hem, ga hem vangen Ga hem aan zijn haren hangen! Hoela hoela hoela beest Wie die witte paarden vreestl Gtffp \hem met je handen, houd Je aan zifn wapperende manen. Zie hij vliegt door 't zwarte woud Als de wilde witte zwanen En de donker boze bomen Varen ruisend uit hun dromenI Hoela hoela hoela beest Zij die wagen winnen 't meest! Houd nu, houd hem bü zjjn kop Om hem op zijn hals te zwaaien Hoela, 'k zit er bovenop! En zijn blanke manen waaien Als een bos van witte slingers Om mijn mond en bleke vingers. Hoela hoela hoela beest Ben je levend of een geestl O die drift, die wilde draf Hoela houd hem aan zijn haren/ Hoela hol ik val er afl ln de zachte zwarte blaren O. ik voel me in 't donker rollen En den schimmel verder hollent Hoela hoela hoela beest 'k Ben er bovenop geweestI Voort weer. voort! het duister wast En ik slinger om hem henen Hoela hol en 'k zit weer vast Op zfjn witte toverbenen. En ik voei zijn toarme schonken En wij draven vreugdedronken! Hoela hoela hoela beest Draag mij waar mijn hart geneest. Draag mij over heg en steg Draag my, draag my. breng rrty verre Van de woeste wereld weg Naar de witte lichte sjerren Draag my van de zwarte paden Nar die stralende genadel Hoela hoela hoela beest Draag mij naar dat zalig feest! Uit: „Van Stilte en Stryd". C. S ADAMA VAN SCHELTEMA 1877—1924 roos", moest een lntègre criticus zelfs aankondigen als „onkruid in de tuin der romantische litteratuur", hoewel zeer aan trekkelijk onkruid. Met de nieuwe roman, die bij Sijthoff is uitgekomen. „Munt meester des Konings" (oorspron kelijke titel „The Moneyman") ls het beter gesteld. Deze roman spelend in de 15e eeuw ln Frankrijk ln een milieu vol heetgebakerde ridders, is wel breed van opzet, maar gesloten van vorm en boven dien is hij niet zo geforceerd als „De zwarte roos", waarin maar eventjes drie hoofdpersonen van groot historisch for maat optraden als de ontdekkingsreiziger Marco Polo. Kublai Khan (een nakome ling van Dzjengis Khan) en koning Eduard van Engeland (die het parlement stichtte), figuren dus die bitter weinig met elkaar te maken hadden, al hebben Marco Polo en Kublai Khan elkaar wel ontmoet. Allerlei kunstgrepen waren er voor no dig geweest om al dat hooi op één vork te nemen en die kunstgrepen waren er dan oole naar! In „Muntmeester des Konings" heeft Costain alle handeling (en er ls wat handeling in zijn boeken!) geconcentreerd om de geschiedenis van Jacques Coeur, de schatkistbewaarder van Karei de Zevende van Frankrijk en door die inperking kreeg Costain ln eens veel meer allure. Men zou hem opmgrond van dit boek eerder een moderne Walter Scott kunnen noemen dan op grond van „De zwarte roos". Zeer knap heeft hij zijn bronnenstudie gemaakt en met behendige verbeeldingskracht heeft hij als verteller de lacunes ln de historie aangevuld. Hij is nu ook geen „metteur en scène" zonder meer geweest, maar zo'n type regisseur dat een eigen stempel op het werk drukt. In het bijzonder daar. waar hij de leeghoofdige vechtersbazen laat contrasteren met de figuur van zijn titelheld, die zónder rapier een briljante carrièr? maakte, en een heel wat eer vollere. Naar Amerikaanse best seller-maatsta- ven behoorde Costain al om „De zwarte roos" bij de litteratuur, naar Nederlandse maatstaven behoort hij daarbij alleen op grond van „Muntmeester des Konings en wel uit hoofde van dat eigen stempel Och ja. de Nederlandse normen zijn wat eenzijdig, wat arrogant. En daarom zou de waarde van „Muntmeester des Konings" licht over het hoofd worden gezien. Ont spanningslectuur kan echter heel goed lit terair gehalte hebben, en dat is ln deze roman het geval. Het boek is in goed lopend Nederlands overgebracht door Anton J. Muller. Een „narrator" van bijzonder formaat is de Engelsman Howard Spring. We weten dat al door zijn uitermate boeiende roman „O, Absalom!" (oorspron kelijke titel „My Son, my Son!"). Dat h IJ bij de litteratuur hoort ls een feit dat boven alle twijfel staat. En tochwat is hij „leesbaar!" Het kost niet de minste inspanning, ook rijn nieuwe roman te ge nieten, in een goede vertaling van Myra Vreeland uitgegeten door dezelfde onder neming, die Costain brengt, n.l. Sythoff ln Leiden. „Ted Pentecost" luidt de titel van het omvangrijke werl> iÉK bijzon der boeit door de situaties, maar dat te gelijkertijd onmiskenbaar litteratuur wordt door de opmerkelijke, zeer persoonlijke karaktertekeningen. Ook deze roman be trekt een stuk kunstenaarsleven in de gezichtskring van de lezer. Ted Pentecost is n.l. een gearriveerde schilder. Ook deze Ifcunstenaar trekt op met een zoon en ook door dit boek raast een oorlog, maar nu niet de oorlog van 1914-1918, al heeft die in het leven van de oudere figurerK«an de roman sporen achtergelaten, maar die van 1939-1845. Eigenaardig van Howard Spring ls, dat hij zich a.h.w. in zijn figuren verlieft. Onuitputtelijk is hij in zijn mededelingen over hen. (Naar strenge litteraire maat staven ls zijn werk dan ook een beetje babbelziek te noemen). Hij komt zelfs als een dief terug op de plaatsen waar hij al eens eerder zijn slag sloeg. In Manchester moeten vader en zoon Pentecost b.v. her haaldelijk bewonderend stilstaan voor een huis, de „Priory", waar een prachtig aan gelegde tuin aan grenst. Aandachtige lezers van Howard Spring zullen zich de „Priory" van vroeger herinneren. Daar woonde in „O, Absalom!" de binnenhuisarchitect Dermot O'Riorden. Spring kón het niet laten, ln zijn nieuwe roman herinneringen op te roepen aan zijn vorige. Hij laat Ted Pentecost ln Londen dan ook in dezelfde buurt wonen waar in „O, Absalom" de schrijver William Essex zijn dopiicllie had. Men zou er William Essex zó weer kun nen ontmoeten, een beetje ouder ge worden Dezelfde straten ziet men weer voor zich. Spring roept ze bij naam op. Hij kan er niet van los komen. En waar Ted Pentecost zijn buitenverblijf heeft, ln Wales, aan de kust bij Truro (In de buurt van Falmouth) daar speelde ook een deel van „O. Absalom!" Het ls grappig. Maar het Is tekenend voor deze auteur, die zijn lezers door zulke dingen nóg meer aan zich bindt. Ja, Howard Spring is één van de sterkste vertegenwoordigers van het vertellers type, dat bij ons, helaas, te zeldzaam ls. W. WAGENER. Naast de locomotiefjes uit een „grys ver leden" zal op de -tentoonstelling ter ge legenheid van het Festival of Britain ook deze machtige machine te bezichtigen zijn. Het'is een locomotief van byna 25 meter lengte met een totaal gewicht van 173 ton, welke in Engeland is gebouwd voor de Spoorwegen in India De spoorbreedte is wyder, dan die, welke in Engeland ge bruikt wordt, zodat het hele vervoer per schip moest geschieden. Hierboven het uitladen van de locomotief uit het stoom schip. dat voor het vervoer zorgde: een speciale kraan was nodig om de gigan tische machine op te hijsen. (Van onze financiële medewerker) TVe Amsterdamse effectenbeurs staat blijkbaar sterk onder de invloed van de financiële moeilijkheden, waarin ons land sich bevindt en die langzamerhand duidelijker aan de dag treden. De min of meer roekeloze financiële politiek van de laatste jaren begint zich te wreken. Door geldsanering cn het blokkeren van bank saldi heeft de regering zichzelf vla de banken lange tjjd aan goedkoop geld ge holpen. maar nu die blokkade langzamer hand aflodpt en het bedrijfsleven voor nieuwe Investering voorraadvorming grote bedragen nodig heeft, wordt de financiering van de staatsuitgaven uiter aard moeilijker. Vooral op twee punten is het de regering tegengelopen. Haar in 1947 eq 1948 uitge- snroken verwachting, dat de goederen- prijzen zouden dalen, is beschaamd En de defensie-uitgaven zullen in het kader van het Atlantic Pact aanmerkelijk moeten worden vierhoogd. Het is wel gemakkelijk de thans bestaande moeilijkheden uitslui tend aan de oorlog ln Korea en zijn ge volgen toe te schrijven, maar ook wan neer deze was uitgebleven, zou zowel de staatsbegroting als de betalingsbalans een tekort hebben opgeleverd. Van een ver sterkte financiële en monetaire positie dan eveneens nauwelijks sprake zijp (Van onze Londense correspondent) De oppositie zal opnieuw een poging doen om de Labourregering ten val te brengen door indiening van een motie, waarin aangedrongen zal worden op uit stel van de datum van overneming door de «taat van de ijzer- en staalindustrie, welke door de regering op 15 Februari a.s. is bepaald. Eën dergelijke motie staat gelijk met een motie van afkeuring, omdat bekend is, dat de regering niets voelt voor een nieuw uitstel van c^e staal- nationalisering, sinds zü kort voor de verkiezingen van het vofig jaar conces sies -deed. De conservatieven gaan echter voort druk uit te oefenen, hetzij om nieuwe verkiezingen uit te lokken, welke, naar zij verwachten, hen aan de macht zullen brengen (gezien de ontevredenheid op schier elk gebied, welke een verlangen naar een andere regering alom heeft aan gewakkerd), hetzij om de weg vrij te maken naar een officiële of onofficiële coalitie, welke ln hoofdzaak versperd wordt door het struikelblok van de staal- nationalisering. Zolang dit er ligt, is er geen kans op een wapenstilstand tussen de partijen, welke toch nooit meer dan een beperkt karakter zou dragen. De Tories, al of niet overtuigd, dat het hen ditmaal zal gelukken de regering een nederlaag toe te brengen, schijnen op dit ogenblik nog te twijfelen, welke koers zij zullen vogen. Het ls dus moge lijk, dat Churchill's voorstel, dat hij Donderdagmiddag in het Lagerhuis aan kondigde, doch dat nog niet is ingediend, slechts, bedoelt de zaak van de conser vatieven warm te houden. De oppositie stelt zich op het standpunt, dat de natio nalisering een rechtstreekse bedreiging vormt voor de herbewapening. Lijnrecht daartegenover staat de mening van de regering, die de natio nalisering van de zware industrie juist een voorwaarde acht voor het welslagen van het defensieprogramma. De regering is voorts van oordeel, dat over deze natio nalisering reeds uit den treure van ge dachten is gewisseld en dat het onder werp werkelijk uitgeput ls. Bovomdien acht zij het onconstitutioneel om te tornen aan een wet. welke door belde Hulzen van het parlement is goedge keurd. De Tories hebben te kennen gegeven, dat zij. wanneer zij aan het bewind komen, zullen trachten de staalnationali- sering ongedaan te maken, hetgeen hun volste recht ls. Thans willen zij er zich toe bepalen gebruik te maken van een clausule in de wet, welke het mogelijk maakt de overname van de industrie door het daarvoor opgerichte bestuurs lichaam uit te stellen. Herbert Morrison, de leider van het Lagerhuis, die de wekelijkse parlemen taire werkzaamheden regelt, verklaarde Donderdag in het Lagerhuis, er weinig voor te voelen een debat over een motie, waarvan de tekst niet bekend is. toe te laten. Deze verklaring leidde tot grote opwinding op de oppositiebanken. Volgens Churchill ls het zonder precedent, dat een regering weigert een motie van af keuring te doen behandelen- Morrison's opinie is. dat de oppositie op deze manier een spervuur op de regering kan openen. door week na week moties van deze aard in te dienen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt intussen zoals de oppositie betoogde duidelijk dat zulks in het verleden inder daad is gebeurd. Constitutioneel is het dan ook volkomen in de haak. Niemand verdenkt Churchill er overigens van, dat hij in een tijd als deze dit spelletje zal willen herhalen. Morrison wilde zijn woorden niet als een weigering opgevat zien. Hij zei de kwestie in overweging te zullen nemen. KERKELIJKE MUTATIES Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Brakel B. Haverkamp te Veen (N -Br Te Woudenberg J T. Doomenbal te Oene (Geld.). Te Nieuw-Lekkerland J. Wijn malen te Oldebroek. Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen te Z»lk en Veecaten C. Stam te Ermelo. Geref. Gemeenten. Tweetal te Hendrik Ido Ambacht A de Blois te Rotterdam (Z.) en A. Verhagen te Kampeer Het is wel zeker, dat door de goed koop-geldpolitiek zowel de investering als de consumptie al te lichtvaardig is aan gemoedigd. Niet alleen bij bedrijven en particulieren, maar ook bij de lagere over heidslichamen die gesteund werden door het lage „rentegamma" van Minister Lief- tinck, dat een camouflage was van de nationale armoede, waarin we als gevolg van de oorlog en het verlies van Neder- landsch-Indië zijn geraakt. Een arm land kan zich nu eenmaal geen lage rente en geen hoge levensstandaard permitteren en nu de omstandigheden, zij het buiten de schuld van de regering, slechter in plaats van beter zijn geworden, wordt de weg terug moeilijker Men kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat de recente credietbeperkingen. waartoe de Nederlandsche Bank. blijkbaar «onder overleg met de banken en de Bankraad ls overgegaan, minder hun oorzaak vonden in een te vlotte credietverlemng bij de banken dan wel in de wens van de rege ring om de kapitaalmarkt zoveel mogelijk voor zich te reserveren. Natuurlijk zullen ook andere óverwegingen hierbij een rol hebben gespeeld, o.a. de noodzaak om de importen te beperken. Maar hoe dit zij. ondanks een tijdelijke ruimte op de kapitaalmarkt, welke de regering in staat stelt weer 100 millioen schatkistpapier bij de Nederlandsche Bank af te lossen en waardoor thans de helft van de onlangs geplaatste /300 millioen is terugbetaald, verkeert de kapitaalmarkt thans in een gespannen toestand. Dit blijkt ook wel hieruit, dat ter verkrijging van 200 millioen geld. 2'W. belastingcertifi caten worden uitgegeven, waardoor de reeering zich in feite een voorschot op na 1 Februari 1952 te betalen belastingen ver zekert. De schatkist wordt er niet veel beter van. Mei een vlottende schuld van f 15 mil liard, waarvan 5'/. milliard ln schatkist- pa er. is thans een normale consolidatie niet mogeli.ik, hetgeen ook geldt van de Gemeenten, welke tot dusver hun uitgaven voor een deel met kasgeldleningen finan cierden en thans door de opvraging van deze gelden reeds in zodanige moeilijk heden verkeren, dat de Bank voor Neder landsche Gemeenten moet bijspringen (tegen een heel wat hogere rente echter dan tot dusver \yerd betaald) en geprofee- teerde werken achterwege moeten blijven. Twee factoren deprimeren thans der halve de obligatie- en met name de staats- fondsenmarkt. In de eerste plaats de ver wachting. dat allengs aan een hogere rentestand niet valt te ontkomen en ten tweede de vrees voor Inflatie en de daarmee verband houdende voorliefde van de belegger voor de aandelenmarkt en de dollarfondsen. In hoeverre de deze week Ingetreden kabinetscrisis op de koersontwikkeling ter beurze van Invloed zal zijn. moet worden afgewacht. Zeker is dat een financieel beleid van jaren niet op eenmaal ongedaan kan worden gemaakt O suit 's morcrBi-..kiplekker' uit bed springen. Elke dag moet uw lever een Ittei gm u. uw Ingewanden doen stromen anders verteert uw voedsel ntet. het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom Neem de plantaardige CARTER S I.EVEKPILLETJES om dte titer gal op te wekken en uw spdsvertertng en stoel gang op natuurlijke wuze te regelen Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om da gal te doen stromen Etst Carter a I<everpllletje«. rtrzr. JA - NU HET TE LAAT WAS begon Panda de hele opzet te doorzien! Jolliepop wilde het Mechanisch Memorandum tot soldaat bombarderen om op die manier te zorgen, dat Panda een titel of een echte medaille kreeg en deftig zou worden en in hoog aanzien zou komen i Maar daar was Panda het helemaal niet-mee eens en dat verzweeg hij niet zelfs niet, toen de minister een hele rij generaals en admiraals aan liét rukken om het apparaat aan te vertonen „Kijk eens hier. mijne heren!" sprak de minister verklarend, „dèt is pas een apparaat! Dat is nu net iets voor ons! Dat loopt hier gewoon-maar door de muren en door de deuren heen alsof het niets is! Schitterend, nietwaar? En het vernielde mijn nele bureau! Is dat niet geweldig?" .Geweldig!" riepen alle generaals en admiraals Maar Panda zei: „Het is helemaal niet geweldig' Memo la alleen maar gemaakt om zich dingen te herinneren en verder niets." „Om zich dingen te herinneren?" vroeg een der generaals teleurgesteld „Maar dèt hebben we in het leger toch niet nodig?" Voordat Panda het verder uit kon leggen, sprak Jolliepop: „De heer ehPanda bedoelt ongetwijfeld te zeggen, dat dit mechaniek alle gegeven bevelen uitvoert' Die onthoudt het zeer wel en dat mag toch naar ik aanneem, een militaire deugd genoemd worden!" En nu ging er een oewonderend gemompel op onder de toehoorders 12.) U kunt niet Alles zelf doen. Het ligt aan de voet van de Downs. In een heel klein plaatsje, dat Flttietord heet. Misschien hebt u er nooit van ge hoord. Maar met die historische omgeving heeft het een eigen sfeerdaar ben ik ■Itijd bijzonder op uit. „Het Vrolijke Avontuur" heet het. Een aardige naam. vindt u niet? Natuurlijk wil de eigenaar het niet verkopen. HU meent, dat hij er zelf wat van kan maken. Nu goed. ik kan wachten. Zoals ik u al zei, wint de man die kan wachten het uiteindelijk altijd. En hoe langer hij me zo maar. als een sul laat wachten, des te lager Wordt mijn prijs. Hm.... humho.... hum Hij keek haar van terzijde aan. Ik vraag me af. waarom lk u dit alles eigen lijk zit te vertellen, jonge dame! Ik weet het werkelUk niet, antwoord de Lynn nederig. Maar het la ontzettend «ardfg van u en u weet niet. hoeveel be lang ik »ted in allies, wat u me vertelt. Lieveling, niets lukt vanavond op de manier, zoals ik het wil, mompelde Kit tn haar o^en, toen ze ten êlotte samen dans ten. Maar lk breng Je thuis. En het was zijn schuld ntet, dat ook dit laatste niet gelukte. Hij deed erg zijn best, maar rAevrouw Leasings verhinder de hem zijn plan uit te voeren. Lynn had te voren al wel geweten, dat ze dat zou doen. Onzin Kit, zei mevrouty Leasings, Je kunt onmogelijk op dit uur van de nacht naar een taxi gaan zoeken. Lyndon kan heel goed met ons samen in J. W.'s wagen meerijden. Je vindt het toch niet erg, even langs haar huls te gaan. J. W.? Het ls nogal een eind uit de buurt. Waar ls het ook weer precies? Regelrecht ln de achterbuurt van Earl's Court, zei Lynn effen. Er viel niet veel andera te doen, dan er een grapje over te maken, om mevrouw Lessings duidelijk te laten voelen, dat ze niet behoefde te trachten haar te ver nederen. Met dat al waa er dus geen ge legenheid voor een woord van vaarwel of een afscheidskus. Het wss een vrese lijke avond geweest, besefte Lynn, maar er waa tóch iète, dat haar opbeurde. En dat was het kaartje ln haar tas met de introductie voor de heer Mercer. Kit hield haar hand een ogenblik stijf vast. toen hij haar goedenacht wenste. Hij had geen kans om Iets anders te doen Mevrouw Lessings' ogen boorden door de duisternis. Het was afschuwelijk, mompelde hij. Ik wilde hen niet mee- vragen, maar Moeder Ze knikte. Ik weet het Kit; trek jt er niets van aan. Maar lk vind het afschuwelijk1 Ik zou me morgen wel voor de lunch vrij kunnen maken, probeerde ze. We gaan pas 's middags weg. Als je dat pret tig zoudt vinden. Ook dit komt helaas niet goed uit, zei Kit met een diepe zucht. Wat ls het leven toch gecompliceerd! Ik zit volko men vut morgenmiddag. Maar zodra ik wéér aan wal ben, bel ik je dadelijk op. Ja moeder, lk kom. De deur van de auto werd dichtgesla gen. Het kleine rode achterlichtje keek haar aan en bleef haar aankijken, tot de wagen om de hoek van de straat ver dween. De avond eindigde teleurstellend en Lynn slikte een prop ln haar keel weg. Boven was alles donker. Ze struikelde over koffers en valiezen. Ze nam het kaartje uit haar tas en las het nog eens over. E$n grote vriendin ven mijl had hij geschreven. Lynn grijnsde even. Wat dwaas, dat ze deze man juist vanavond moest ontmoeten! Ze zou de heer Mercer dadelijk de volgende morgen op gaan zoeken. De strijd was aangebonden! J. W had zoveel hotels en ze was vast besloten voor Peter Landon te vechten die maar één klein hotelletje had. Arme Peter, dié daar ergens alleen ln een bed lag te klap pertanden! Het gaf haar in leder geval veel *>m over na te denken, waardoor ze minder over Kit zou kunnen piekeren, en.... Angel. Wat zei dat liedje ook weer? AU ik alléén maar de liefde had. dan zou lk eenzaam zijn Het was prettig te beseften, dat er naast liefde nog iets' anders was. Het was een kostbare les, die de meeste meisjes niet op 18-jarige leeftijd leren. De kantoren van Tlgherhams N.V. levensmiddelen bedrijven en chocolade fabrieken, leken op een bruidstaart. Een van die Ingewikkelde bruidstaarten met veel groen en zilver De vloeren waren bedekt met chocolade-kleurig linoleum en de muren waren pistache-groen. De deurknoppen waren koffiekleurig en op de schrijftafels waren bellen, die er uit zagen alsof ze van fondant waren. De typistes geleken modellen voor bonbon dozen. Nog nooit had Lynn zóveel rose- fondantachtlge kopjes gezien, zóveel ker senmondjes en zóveel fijn blond haar. Ze meldde zich de volgende morgt vroeg met J. W.'s kaartje, waarop de njfet geheel met de waarheid overeenstem mende mededeling stond. Ze kende de man immers nauwelijks en was dus hele maal geen vriendin! Ze had eigenlijk niet vaak iemand ontmoet, die ze minder sympathiek vond. Ze nam als vanzelf sprekend aan, dat de heer Mercer van hetzelfde soort als J. W. zou zijn, aan gezien hij diens vriend was. In gedach ten zag ze hem al voor zich. Een succes vol zakenman, dik en rose, met een buikje. Een beeldschone juffrouw liet haar bin nen in een kamer, waar een bleke en zwak-ultzienae man achter een schrijf tafel zat, waarop ook zulk een bel-instal- latle, als ze beneden al gezien had, was aangebracht, en waarop twee potjes ston den die op honingjaotten geleken. Dit bleken echter Inktpotten te zijn. aange zien meneer Mercer er zijn pen ln doopte. Alle ramen waren gesloten, alsof meneer Mercer bang was dat er frisse lucht bin nen zou kunnen dringen. Meneer Mercer leed aan een buitengewoon slechte spijs vertering. Voor hem was er nooit enig voordeel aan verbonden geweest, in het delicatessen- en chocoladebedrijf te wer ken! Hij keek van J. W.'s kaartje op naar Lynn. Hij scheen even verbaasd haar te zien ala rij over hem was. Misschien had hij ook wel iets ènders verwacht. Mis schien had J. W. hem wel eens meer „vriendinnen" gestuurd! Gaat u zitten, juffrouw Lee. Om u de waarheid te zeggen, ziet u er niet be paald uit zoals ik verwachtte. Hij lachte verontschuldigend. J. W.'s vriendinnetjes zijn meestal Hij kuchte en zei niet, hoé deze meest al waren. Maar zij kreeg de indruk, dat hij opgei uclft was. Kent u hem goéd? Hij keek haar aan met bleke, weinig hoopvolle ogen. Nee, ik heb hem* gisteravond voor ,het eerst ontmoet. Ik vrees, dat ik hem een beetje voor de gek heb gehouden. Ik wil eerlijk met u spreken, meneer Mercer. Ik liet hem in de waan. dat ik een baantje wilde hebben, maar dat is niet waar, ik wil alleen maar raad. Ik ben bezig iemand te helpen een lande lijk hotelletje te beginnen. J. W.'s? Nee. Wél een, dat hij wil hebben. Maar hij krijgt het niet! Ik ben tn het kamp van de vijand en ik ben hem een stap voor. Ze was er niet zeker van. maar het leek alsof meneer Mercer's gezicht Iets opgewekter werd. Het hotel, vervolgde ze «nèl. behoort aan een man. die Ppter Landon heet. Kapitein Peter Landon. Vtc toria pross. Iemand heeft het bem nage- laten. iWorcu vmi w.aui.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1951 | | pagina 3