PILNIK
G
Pjl
Het Vrolijk Avontuur
De geboren verteller
Even piekeren
0
PRILLE GBIIL EN
KNE-TTERPRE-T
KNUISELPyZZLt
DAN NAAR. BÉÏ>!
Het
EDICHT
Financiering voor de overheid
steeds moeilijker
Churchill opent nieuwe strijd
tegen nationalisatie
PANDA EN DE MEES
een sterk en vindingrijk meester
WAAIERPVZZLE
Een probleem-Spel
Boekenkeur
Het verhaal
van
de mensheid
n
f
e»tnu«j
uyrfsv
•4UI ifS-K"
Hudson Nocturne
Aan de wieg van het alphabet
86
De Poesjes van Tini
Kees de draaitol
Kleurplaatje
Elsje's hond
Opdat zij allen
een zijn
LETTERKUNDIGE KRONIEK
E™
Het geluk
Een „zware" aanwinst
Effecten- en geldmarkt
Staatsfondsen in
de neer
Om Labour te wippen
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
door Dorothy Black
Vertaald uit het Engels
jSATERDAG 27 JANUARI 1951
DUIZEND EN EEN
Qp de eerste dag van het Hoogoven-
tournooi zei dr Euwe tegen mij:
Ik vind het jammer, dat ik hier
Biet elke dag kan zijn. maar ik had wel
graag de partijen voor mijn artikelen.
Kunt u ze mij bezorgen?
..maar hoe
„Zeker", antwoordde
krijgt u ze 't snelst?"
„Geef ze maar aan Pilnik mee. die
woont tijdelijk in Amsterdam, recht tegen
over me Hij gooit ze wel even in de
bus
De afspraak was duidelijk en Pilnik had
geen bezwaar, alleende Argentijnse
meester faalde als verbindingsschakel vol
komen. Hij won zo enel zijn partijen, of
maakte zo vlug remise, dat zijn partij
doorgaans het eerst beëindigd was. waarna
hij de speelzaal ontvluchtte met een snel
heid of de atmosfeer vergiftigd was
om de volgende dag op het nippertje
terug te keren.
In de rubriek van vandaag geef Ik u een
partij van Pilnik uit Beverwijk. U zult
hierin een sterk en vindingrijk meester
aan het werk zien. maar de snelheid waar
mede hij speelt "blijkt er niet uit
vandaar de anecdotische inleiding.
Wit: F. van Seters Zwart: H. Pilnik
Konings-Indisch.
1. c2c4 Pg8—f6
2. Pblc3 g7—g6
3. e2—e4
Ka 3. d4 kan zwart de Grünfeld-Indische
verdediging toepassen. Van Seters ver
mijdt deze slagvaardige variant liever
tegen zijn gevreesde tegenstander
3d7dö
4. d2d4 Lf8g7
5. Pgl—f3 0—0
6. Lfl—e2 Pb8—d7
7. 0—0 e7e5
8. Ddlc2 c7cfl
Het sterkste antwoord is 8Pg4. dat
wit dwingt tót 9. d5 of 9. dXe5 met klaar
heid in het centrum. Op 9. Tdl volgt ml.
9eXd4. 10. pXd4. LXd4, 11. TXd4,
Df6 met pionwinst (aanval op f2 en Td4)
Pilnik wijkt echter zo snel mogelijk van
de platgetreden paden af
9. Tfl—dl Dd8e7
De wederzijdse opstelling der stukken
schrijft het plan van voortzetting duidelijk
voor: wit zal het op de Damevleugel moe,
ten zoeken en zwart op de Koningsvleugel.
10. Tal—bl Tf8e8
11. d4—d5
Door de dreiging eXd4 waarna pion e4
valt had wit de keuze tussen de tekstlet
en ruil op e5. Het is verstandig van wit
het centrum af te sluiten en open lijnen te
vermijden, welke de zwarte aanvalsplan
nen ten goede zouden kunnen komen.
1 206—c5
Ook zwart sluit definitief het centrum, om
zo dadelijk geen rekening met verwikke
lingen als dXcö te moeten houden.
13. Pf3—el
Wederom juist. Wit vermijdt Ph5. omdat
na LXh5 de zwarte Klpningsstelling ern
stig wordt verminkt, en bevordert de
eigen plannen (Pel—d3) met ondersteuning
van een eventueel a3 en b4.
1 3Pf6h5!?
De veelomstreden voortzetting, waarover
men in Beverwijk niet uitgepraat raakte.
Volgens dr Euwe kan deze onmogelijk
goed zijn. volgens Pilnik is hij de beste. De
bedoeling is natuurlijk om ten koste van
de ruïne op de Koningsvleugel een open
g-lijn te verkrijgen voor de aanval tegen
de witte Koning. De onderhavige partij
6telt Pilnik in het gelijk, maar zou hij
deze zet ook tegen dr Euwe. Najdorf of
een andere grootmeester hebben ge
speeld
14. Le2Xh5 g6Xh5
14. Pel—f3?
Het begin van een positioneel verkeerde
opzet. Pel stond uitstekend ter verdedi
ging van het vitale veld g2. Juist was 14.
■3. Pf8. 15. b4, f5. 16. f3. enz.
1 4Pd7—f8
15. Tdl—el
Min of meer gedwongen, daar de penning
van Pf3 door 15Lg4 dreigde.
1 5Pf8g6
16. Lel—g5
Wederom doelloos. Nog altijd was 16. a3
voorgeschreven.
1 6Lg7—f6!
17. Lg5—e3
Van buiten naar binnen woorden invul
len die betekenen: 1 Courant, die alle
dagen verschijnt. 2 Draad voor een radio
toestel. 3 Leer van de gevechtsvoering.
4 Onwaardig (Fr.). 5 Landschap in Pales
tina grenzend aan Galilea in het Noorden
en aan Judea in het Zuiden. 6 Het anker
laten vallen. 7 Ongelukkig lot. dat iemand
bedreigt. 8 Logenstraffing (Fr.). 9 Zwart
witte vogels 10 Horizontale vaste stok
als gymnastiektoestel. 11 In oorlogstijd be
slag op schepen, of goederen. 12 Keuren,
beproeven. 13 Ongewoon ei, zonder dooisr
of met twee dooiers. 14 Rijk aan ondervin
ding. 15 Binnenkort. t
Bij juiste oplossing vormen de begin-
•n eindletters in de buiten- en binnen
rand van de waaier twee zegswijzen.
Wit kan bezwaarlijk op f6 ruilen, omdat
zwart dan te sterk wordt op de zwarte
velden en wel speciaal het veld f4.
17Kg8h8
18. a2a 3 Te8—g8
19. Kgl—hl Lc8g4
20. Pf3d2 Pg6f4!
Dreigt P g2. Het aarzelende witte tegen
spel heeft zwart reeds een krachtige aan
val gegeven.
21. Tel—gl Tg8g6
22. f2—13 Lg4d7
23. b2—b4 b7b6
24. b4Xjc5 d6XC5
25. Tbl-jel
Wit heeft niet veel beters. Er dreigt Tag8
en vervolgens h4—h3 enz.
25Ta8-g8
26. Le3Xf4 e5Xf4
Ten koste van een nieuwe verminking der
pionnensteling is zwart thans meester over
de zwarte velden. Er dreigt Ld4 en al6
wit dit pareert met 27. Pe2 volgt 27
Le5. 28. Pfl, h4. 29. h3. f6! en de dreiging
Dg7 is onafwendbaar. Wit staat verlo
ren
27. e4e5
Een pionoffer om nog verder te kunnen
spelen. Thans komt het veld e4 vrij voor
een der witte Paarden.
27Lf6Xe5
28. Pc3b5 f7—f 6!
Klaar en duidelijk, de Dame streeft naar
«7.
29. Pd2e4 Ld7Xb5
30. c4Xb5 Le5—d4i
Een beslissing met een bekoorlijke pointe!
31. Pe4d2
Tgl kan niet spelen, wegens 31Dg7!.
32. Te2. f5! en het witte Paard kan ner
gens heen: op f2 of d2 volgt n.l. TXg2 en
de overige velden zijn het volledig afge
nomen! Een originele vangst!
31Tg6Xg2!
Tegen het op gl dreigende maf is geen
parade en op 32. TXg2 volgt DXelt met
mat. Wit gaf het op.
CHR. VLAGSMA.
T\eze keer geen spel uit de practijk, doch
■*-' een zuiver gecomponeerd spel om het
afspelen eens terdege te kunnen toetsen.
N—Z moeten met het volgende spel groot
slam V spelen, hetgeen m.i. nooit uit te
bieden is. Het is zelfs
de vraag of men op
dit spel een manche-
bod* kan doen. Ogen
schijnlijk lijkt het
heel gemakkelijk om op dit spel 7 ff te
maken door maar steeds heen en weer te
troeven, doch bij het afspelen zal men
heel spoedig merken, dat dan V-heer de
downslag wordt. Men moet dus een
andere methode zoeken.
Zoals reeds meermalen is afgesproken,
gaat u eerst zelf de oplossing zoeken.
De kaartverdeling is als volgt:
ff 8 7 6 5
4 a 8 5 3
h b 7 6 4
A a v 10 6 5
V b 10 9
4. 10 9 8 3
6 h b 9 7
f a v b 10 8 3 2
h 7
A
W komt uit met 4 v.
Komt W uit met 4 a. dan is 7 ff véei
eenvoudiger te maken daar door N dan
maar drie 4 afgetroefd behoeven te wor
den. omdat 4 h dan vrij geworden is. Nu
moet Z een dwangpositie zien te forceren,
hetgeen hij op de volgende manier kan
doen:
W N O Z
1. 4 V 43 42 4 b
2. 4a ¥5 42 4 h
3. A3 Ah Aa ff Z
4. 4 v ff 6 43 4b
5. A 8 A b A v ff 3
6. 4 10 ff 7 4 4 4 9
7. 45 ff 8 ff h Va
Of O nu direct V h zet of niet. doet hier
niets ter zake. Z moet. wanneer O V h
niet zet, snijden en daarna V a spelen,
waarop den de h toch moet vallen.
8. 46 A4 V 4 Vv
9. A 10 A 6 A 5 Vb
10. 4 b 4 5 4 4 V 10
Z speelt nu ff 9 en W. die nog A 9 en
4 10 met 4 9 heeft, moet ny kiezen. Gooit
W A 9 weg om 4 bezet te houden, dan
laat Z In N 4 8 wegwerpen en 4 a en
A 7 zijn de nog ontbrekende slagen. Werpt
W echter een 4 weg, dan gooit Z in N
A 7 af en heeft dan in N nog twee 4-
slagen.
Oplossingen van deze puzzle moeten
uiterlfjk Donderdag eji. in ons bezit zjjn.
Voor goede oplossingen worden een prijs
van 5 en twee prijzen van 2.5# beschik
baar geateld. Op het adrea vermelde men:
Pnnlernbriek. Over deze rubriek wordt
niet gecorrespondeerd.
OPLOSSING VAN DE
ÏOOI-KKUISWOORDPUZZLE
Horizontaal: 1. Ophef 6. Oehoe. 11.
Spook. 12. Das. 14. Salep. 16. Baam. 17.
Oeral. 19. Amram. 21. Aba. 22. Dee. 24.
Els 26 Dra. 27. Kelk. 29. Ets. 31. Ruk.
32. Rein. 33. El. 34. Is. 36. Atlas. 38. Re.
39. Sé. 40. Veto. 42. Eem. 43. Pose. 45.
Calumet. 46. Element. 48. Kina 49. yin.
51 Kerk. 53. Op. 55. N.T. 56 Tikar. 58.
R V. 59. G.T. 60. Brug- 62. Don. 63. Sul.
85 Eire. 67. Bel. 88. Lol. 70. PaS. 71 Moe.
■j Eerde. 75. Kubus. 78. Ommen. 80. Ku-
SvE82 fer«C SlMf. M. M.rir Stoer.
Vertice.I: 1. Opaal. 2. Por. 3. Hond. j.
E.k 5. Darm. 7. Es. 8. Haas 9. Olm. 10
Eerde. 11. Sabel. 12. De. 13. 8*. 1
o D.irftn 17 Oeta. 18. Leus. 20. Manen.
Ee 25. L.IO 28. Kl.llM 30 Stettin
31. Ramenas, 32. Reserve. 35. Stunt.37.
t - 38 Romer. 40. Vak. 41. Oma. 43. Peic.
44 Enk 47. Tobbe. 50. Ik. 51 Steen. 54.
Preek 56. Tolk. 57. Rups. 59. Groef. 61.
Ulrum. 82. Do. 64. La. 66. Immer.68.Lear.
SuK*£ solo 74. Dra. 76. Ui. 77. U*
79. Mee. 81. SI. 83. St.
Deze week leggen we u 5 vragen voor. die
onderling niet met elkaar verband hou
den. Hier geldt dus: men weet het of men
weet het niet. Maar de kans althans enke
le van de gestelde vragen te kunnen be
antwoorden is, dunkt ons. groter dan bij
een vragenserie die één enkel gebied be
strijkt. In zo'n geval staat de kans meer
op alles of niets. Bij de hier volgende
vragen wordt voorzichtiger op uw parate
kennis gespeculeerd.
Ziehier de vijf vragen:
1 Welk land bezit het oudste volkslied?
2 Wanneer wordt de nationale gedenk
dag der Ieren. St. Patricksday, ge
vierd?
3 Hoeveel genever gaat er in een oks
hoofd? En hoeveel in een vat?
4 Wat verstaat men onder Thallium en
Thorium?
5 Wat is een chrysophaas?
O
0
t?
r
f
J
0
Tf
I
yt
i
II
nff
n
2
1
4»
Klaas Smelik, die een aantal goede
zeeverhalen op zijn naam heeft staan,
heeft met zijn nieuwe roman „Hudson
Nocturne" ditmaal wel midden in de
roos geschoten. Want dit is een verhaal
van vier beachcombers, de mannen die
men in elke grote havenplaats kan aan
treffen als de scheepvaart weer eens een
down meemaakt, als de vrachten laag
zijn en de reizen niet meer lonend. Dan
worden de schepen opgelegd en wie het
ongeluk heeft in den vreemde te worden
bedankt, moet maar zien een schip te
krijgen dat de kant van huis op gaat. Het
geld is spoedig verteerd en vooral in
zulk een periode poft geen mens, die
van de waterkant moet leven.
De vier beachcombers in Smeliks' ver
haal «werven in de metropool New York.
Zij slapen in een spoorwagon. Zij ver
tellen hun verhalen van de walvisvaart
om de koude te vergeten. De enkele
sigaret wordt broederlijk gedeeld. Tegen
de honger valt weinig te doen. Tot zij
geronseld worden, tijdens een roes van
spijs en drank, voor een wapensmokkel-
schip, een aftands drijfsel, waarvan ze
deserteren. Maar na een dag hongeren,
keren ze terug haar de betrekkelijk
royale vleespotter# van de smokkelaar en
AN de hand van bovenstaand voorbeeld (links) kunnen we
prachtig zien, welke trappen van ontwikkeling het schrift
bij de Sumeriers (de bewoners van de laagvlakte tussen
Euphraat en Tigris) doormaakte. Het gaat hier om het teken
voor „ster aan de hemel", waarmee de godheid AN werd aan
geduid. Op de laatste afbeelding is er van een „ster aan de
hemel" op de tekening niets meer te vinden. Men moet eenvou
dig weten dat de hemelgod AN werd bedoeld
In het midden zien we, hoe radicaal het Babylonische schrift
is veranderd, doordat men van andere materialen gebruik ging
maken. Links: Een oud-Babylonischè obelisk. De tekens werden
hier in korte kolommen van rechts naat links ingebeiteld. Elke
reeks kolommen werd omlijnd. Later ging men klei gebruiken.
Bij de grenssteen van Mardoek-nadin-akhé was men al overge
gaan op liggend schrift.
Midden-rechts: pet Babylonische spijkerschrift vond interna
tionaal toepassing, maar reeds in de zevende eeuw v Chr werd
in Babyion ook aiphabetlseh schrift gebruikt. Bovenstaand Assy-
risch beeldhouwwerk vertoont n.l. twee schrijvers: die met de
baard schrijft Assyrisch spijkerschrift op een kleitaffltje. De
ander schrijft Aramees op een papyrusrol.
Wat is nu het voornaamste versfhH tusSen de oude en de
nieuwere schrijfwijzen? Bij het (oude) begrippen-schrift geeft
een tekening niet een bepaald woord weer, maar een begrip. Een
man met een bijl kan daarbij zowel „hakken" als „vellen" of
„neerslaan" betekenen. De cijfers die wij nog dagelijks gebruiken
zijn een goed voorbeeld van begrippen-schrift. Wanneer een
Fransman die geen woord Nederlands spreekt het cijfer 8 ziet,
weet hij dadelijk welk getal er wordt uitgedrukt. Het cijfer leert
hem echter niets over het Nederlandse woord acht. Hoe verder
het schrift zich ontwikkelde, hoe meer door een bepaald teken
een klank werd weergegeven inplaats van een begrip. Aan
de Phoeniciers komt de eer toe, de beslissende stap in de rich
ting van ons alphabet te hebben gedaan, n.l door het gebruik
maken van afzonderlijke tekens voor medeklinkers
ze vertrekken. Behalve een, die aan de
wal een beter home heeft gevonden. De
schuit, die weggebracht had moeten wor
den, keert w&rempel terug en die aan de
wal bleef, krijgt gedaan. Er lopen weer
vier beachcombers in New York.
Smelik kent de zee. het schip en de
zeeman als weinig anderen. Daarvoor
heeft hij lang genoeg gevaren in de
„vetloods". Maar in dit verhaal heeft hij
radicaal gebroken met de „kleine" zee
man, die vaart en vaart en een enkele
keer even uit zijn roer loopt. Hij heeft
hier vier grootse zwervers bij elkaar ge
bracht. kerels die de wereld en de zeeën
kennen en die ook het leven in al zijn
phasen hebben geproefd, genoten en op
de koop toe genomen. Deze beachcombers
zijn geestige vertellers, die breed denken
en het niet gauw te kwaad hebben. Maar
die ook. in de wetenschap dat vier meer
mans zijn dan één, bij elkaar blijven. Een
boek dat een geheel nieuwe Smelik
toont, een Smelik djle het roer heeft om
gegooid en zeker geen slechte koers
stuurt.
Antwoorden bij Even Pii'keren
uapuoAa» ipjoM a/zaps uj ajp
•jnapi 3U30J8 uba uaajsppa-jieq uag g
■pinpaSuBB uap
-JOM qx ua lx tooquuts jaq jaui ajp
06 ua 18 'ou. uaiuauiap ap ufiz taH
'■WW 001 "O 0SS Jfff[art3HaadsaH c
■piBBW LI Z
9291 "BA
[B taaaiBp snuiiaquM '.puBiaapaN i
Dit is ons nieuwste model ledikant
met toebehoren, erg 'gemakkelijk wan
neer U naar familieleden op bezoek gaat,
die geen logeerkamer hebben!
V OLH a
LINEKE ZWAAK ia vijf jaar. Zij woont OP een schip. Het schip,
dat zij hier getekend heeft. Het heet Volharding. Lineke staat
op het schip. Zie je haar? Lineke was jarig. Haar vriendinnetje
Alie kwam bij haar spelen. Zij bracht bloemen mee. Lineke heeft
een bal gekregen. Die heeft zij in haar hand. Zie je wel Lineke
vindt bloemen mooi. Zij heeft geen tuin op het schip, wel bloem
potjes met plantjes. Het heeft geregend. Daarom heeft Alie kap
laarzen aan. Ze hebben de hele middag fijn gespeeld.
ANKIE DE GRAAFF. 6 JAAR.
Puzzle van twee zusjes
BEPPIE EN 'PAULA VAN
DALEN. Bepppie is twaalf jaar
en Paula tien, hebben samen
een puzzle voor de Rommelpot
gemaakt.
Begin maar meteen.
- Horizontaal: 1 zit in een
vrucht; 4 toiletartikel; 7 de
eerste mens: 9 meisjesnaam; 10
iets verschrikkelijks; 11 as; 13
slede; 16 schoonmaakartikel;
20 mak; 21 voertuig.
Verticaal: 1 deel; 2 Meis
jesnaam; 3 zie 20 horz.; 4 deel v.
een spijker; 5 algemene radio-
industrie (afk.); 6 raar: 8 Mili
taire politie (afk.); 9 dominee
(afk.); 12 huisdier; 14 deel van
een schip; 15 rijksmunt (afk).;
17 maanstand; 18 en andere
(afk.); 19 meester (afk.).
TpiNl had een poesje. Ze vond
-*■ het heel fijn. Weet je wel,
wie Tini was? Tlni was een
meisje van 9 jaar. Het poesje
heette Moortje. Ze gaf het elke
dag eten en dat vond Moortje
fijn. Op een morgen ging ze
het poesje weer eten geven en
wat zag ze? Er waren drie
poesjes bijgekomen!
Ze ging gauw naar haar
moeder. Die zei:
Als ze zes weken zijn geven
we er twee weg. Maar moeder
ging even boven kijken. Tin!
vond het fijn, dat ze toch nog
een klein poesje mocht houden.
Toen de twee poesjes zes weken
waren. kreqg het vriendinnetje
van Tini er één en Tante Ko
de andere. Het tweede poesje
van Tini heette Mieke, Tlni had
een klosje met touwtjes eraan.
Daarmee konden de poezen
spelen. Op een dag moest Tini
naar haar oma. De twee poezen
moesten alleen thuis blijven.
Dat vond Tini erg Jammer.
Maar poesjes kunnen nu een
maal niet mee. Ze zette een vol
bordje melk en brood neer.
Toen Tini thuis kwam waren
Moortje en Mieke erg blij. want
nu konden ze weer met haar
spelen. Ze hadden het brood
en de melk al op. Na het eten
moest Tlni direct naar bed.
RHODIA SCHUIT. 11 jaar
Kees had op zijn verjaardag
een hele grote zak met piooie
glazen knikkers gekregen. Hij
liet ze aan iedereen zien die
voorbij kwam. Hij was er erg
blij mee. Nu wou hij ze op
school aan de jongens laten zien
Heeeeeriep hij, kijk
eens wat een knikkers ik heb
gekregen.
Oooooo
gens.
3 I riepen al de jon-
Tingeling, tingeling, daar
ging de bel. Ze gingen allemaal
in de rij staan en gingen naar
x Maar de zak van Kees
ging mee. Kees legde zijn knik
kers in zijn kastje. Toen begon
de rekenles. Maar Kees kon
niet van de knikkers afblijven.
Hij begon er mee te spelen. En
toenJa toen ging het hoor
Tikke-tik tikke-tik tikke-tik
Achter elkaar door. Wat werd
Kees rood.
Wie doet dat riep de
meester. Kees stak heel klein
zijn vinger op. Zo, zei meester,
geef maar hier. Kees ging heel
langzaam naar meester toe en
gaf hem de knikkers. Och. Och.
wat had Kees een spijt.
LENIE BOSMAN 10 JAAR
LANG, heel lang geleden,
leefde er een koning, die
drie dochters had. Zij woonden
in een mooi wit paleis. Het
stond op een hoge berg. Rond
om het paleis was een grote
tuin. In die tuin bloeiden witte,
gele en donkerrode rozen. De
rozen groeiden zelfs tegen het
paleis op. Zij hingen af van
het batkon en ze bedekten een
gedeelte van de vensters. Daar
om noemden de mensen, die
beneden in het dal woonden,
het paleis ..Roeenpaleis" Een
lange witte weg, slingerde naar
boven. Aan het einde van de
weg was de poort. Die was oolc
van witte stenen. Maar dat was
bijna niet te zien. omdat hij
schuil ging onder de rozen. De
poort was nooit gesloten. De
boeren uit het dal kwamen
dikwijls langs het pad naar bo
ven. Zij keken graag' naar de
rozen. De koning vond dat erg
Jan Plezier
Fliere flop
Paardje hop
We komen hier
Jje wagen uit
Fliere fluit
We dansen nu
In de maat
Zie hoe dat gaat
ULSJE kwam lachend en druk
pratend uit school met haar
vriendinnen. Bij de weg waar
ze moesten scheiden bleven ze
nog even kletsen. Toen gingen
allen hun eigen weg. Elsje
woonde met haar vader, moe
der. grote zus en broer een
eindje buiten de stad. Het was
van school af ongeveer een
kwartier naar huis lopen. Els
had nog geen fiets. Maar moe
der had gezegd, als je over
gaat, krijg je op je twaalfde
verjaardag een mooie fiets.
Elsje stapte flink door. Ze
vdlde vroeg thuis zijn, want Jan,
haar broer, zou vanavond ko
men en als die kwam was het
altijd een feest. Jan werkte n.l.
in Amsterdam en ze woonden in
Rotterdam, dus zagen ze Jan
niet zo veel.
Lies, haar zus. was verpleeg
ster, dus eigenlijk ook nooit
thuis. Nog even, dan zou ze thuis
zijn. Hè fijn. dacht Els. Eerst
mijn huiswerk maken, dan heb
ik de hele avond nog. Plotseling
stond ze stil. Wat lag daar in het
gras. Het leek wel een zwarte
wollen lap. Maar hoor, het
jankte. Elsje kwam langzaam
naderbij. Ach, ineens zag ze
het. Het was een hondje, zo
zielig. Het had zeker een pootje
gebroken. Elsje was sterk en zo
nam ze dan het hondje in haar
arm, terwijl ze haar tas ln de
andere hand droeg. Ze kon nu
niet zo vlug lopen. Dicht bij
huis zag ze moeder, die aan de
deur stond te kijken, of Els nog
niet kwam. Toen ze het arme
hondje zag, kreeg ze ook mede
lijden, net als Els. Met behulp
van Els stopte ze de hond eerst
ln bad. Daarna verbond ze zijn
pootjes.'Ze waren niet gebroken,
maar het ene was erg geschaafd
en het andere had een diep
wondje.
Moeder zei tegen Els:
Haal eens gauw die oude
mand uit het schuurtje en die
oude deken van de zolder. Daar
kunnen we dan het hondje in
leggen.
Toen vader thuis kwam, zag
hij Els zitten bij de grote mand
bij de kachel. Hij vond het
hondje lief. Onder het eten
vroeg Els aan vader:
Pappa, mag ik het Jiondje
alsjeblieft houden? Het is zo'n
schat!
Ja, antwoordde vader, daar
moet ik nog eens over naden
ken. Eet eerst maar af.
keek, gaf vader moeder een
Op een ogenblik, dat Els niet
knipoogje.
Na het eten zei vader:
Els, ruim jij de tafel af en
zet vast water op. Dan zal Ik
eens met moeder over de von-
dèling praten.
Els had de tafel heel vlug af
geruimd. Even later kwam ze
weer binnen.
Els, je mag het hondje hou
den, zei vader, maar je moet
hem zelf verzorgen. Uitlaten
moet jij doen en moeder mag
nooit iets van hem binnen vin
den!* Voor zijn eten en drinken
4 moet jij ook zorgen. Nu hij nog
ziek is zal moeder je met het
verzorgen wel helpen. Als hij
beter is
Vader kon niets meer zeggen,
want zijn mond werd gesnoerd
door een stevige omhelzing van
prettig. Hij was een vriende
lijke en eenvoudige man Htj
hield veel van zijn volk. H\j
stond in hoog aanzien by zijn
onderdanen.
Jaren geleden was zijn vrouw
gestorven. De koning had haar
beloofd, altijd goed voor de
drie prinsessen te zullen zorgen.
De oudste dochter heette Ro-
sali. Ze was negentien jaar Zij
was erg mooi. Haar krullen
waren zo zwart als de veren
van raven. Haar ogen hadden
de kleur van eep lichtgrijze
regenwolk, waar de zon zich
achter schuilhoudt.
VOLGENDE WEEK VERDER.
Els. Ook moeder kreeg haar
beurt.
Jan kwam al gauw. Hij moest
het hondje ook bewonderen.
Daar dacht Els er aart, dat de
hond nog geen naam had. Alle
maal dachten ze er nu over een
na. Eindelijk was hel vader, die
de naam vond: Lex.
Lex werd de trouwe vriend
van allemaal Hij groeide erg
hard. Altijd als Els uit school
kwam zag ze dicht bij huis iets
zwarts wolligs, dat naar haar
toe kwam.
CORA WEIJER, 14 jaar.
Jan Plezier
Fliere flop
Paardje hop
We gaan nu hier
De wagen in
Fliere flin
Komen terug
Volgend keer
Tot zelns maar weer
ZO WAS HET
Hier ie de oplossing van de
puzzle van N Vuik
Horizontaal: l pater; 5 en; 6
pijp: 7 neen; 8 Ineke. 10 el: 12
Aike; 13 vere: 15 sgoen. 16 V G
17 ten; 18 ein; 19 enig; 20 pré. 21
pet; 23 Ko. 24 es: 26 elk; 27 N.S.;
28 eec.; 30 si; 32 opera: 35 top: 38
kt.; 37 erwt: 38 11: 39 ml: 40 bos;
41 ar.
Verticaal: 1 pijnigen: 2 apeko.
ning; 3 ene; 4 re; 5 energie; 8
Piaster; 9 Kee: 11 LS 14 Evert;
20 perk; 21 pels. 22 do; 23 koe;
25 stipt; 26 en: 29 Caprl: 30 sok;
33 rel; 34 aria; 35 T.T.: 39 ma.
Deze tekening is van Karei v. d. Veur, 13 jaar.
gATERDAG 27 JANUARI 1951
DE afgelopen week heeft ons land be
langrijke en ingrijpende gebeurtenissen
te zien gegeven. De kwaal, die zich in
onze internationale samenleving op ver
scheidene manieren reeds en zeer fel
openbaarde, is ook ln ons land, ln onze
nationale samenleving, in al zijn ver
schrikkingen aan de dag getreden, de
kwaal, die kort aangeduid kan worden
als: onenigheid. Het ls met deze kwaal
als met een vermolmde paal. Zolang jé
de paal niet aanraakt gebeurt er niets,
maar bij het minste stootje zakt hij ineen.
Het bindende element ontbreekt en er
blijft niets anders over dan een hoopje
stof. De eeuwen door, van de vrpegste
tijden af, heeft men kunnen constateren,
dat het ontbreken van een bindend ele
ment tot moeilijkheden, uiteindelijk tot
narigheden leidt. En ook de eeuwen door
heeft de mens gezocht naar iets. dat sterk
genoeg was, dat genoeg kracht had om
te binden. Juist om te .voorkomen, dat
narigheden zich zouden voordoen. En het
diep-tragische is, dat de mens dat „iets"
niet heeft gevonden. De kwaal onenigheid
Iis voortgewoekerd, heeft in de samen
leving. zowel nationaal ais internationaal,
gezwellen doen ontstaan, die bij tijd en
wijle opensprongen en groot verdriet over
de mensen brachten. Dit zal zo blijven
I voortgaan, zolang de mens de aarde be-
woont, tenzij het ons gelukt de kwaal te
1 doen verdwijnen, tenzij wij bij machte zijn
de onenigheid om te zetten in enigheid,
tenzij dus wij datgene vinden wat op»
j bindt of kan binden.
TNE gedesillusioneerde mens van de
■'-'twintigste eeuw is licht geneigd de
hoop daartoe op te geven. De ervaring
van twintig eeuwen hebben herti zover
gebracht. Zijn pessimisme is de praktijk
van bijna 2000 jaar en het resultaat van
vele goede voornemens. De gedesillu
sioneerde mens zegt: het kan niet, het
bestaat niet; er is niets ter wereld, wat
ons, mensen, voldoende bindt en wat sterk
genoeg blijkt om de enigheid te bewaren.
En om dit te bewijzen behoeft hij slechts
enkele grepen te doen uit de geschiedenis.
Van alles is er geprobeerd, steeds zijn
nieuwe middelen aangegrepen, doorlopend
met idealisme opnieuw begonnen en het
is op niets uitgelopen. Neen, het zal zo
wel moeten zijp. Maar diep in zijn hart
blijft de mens hunkeren naar dat ene, dat
de kwaal, die de wereld verteert en waar
aan de wereld ten gronde dreigt te gaan,
beter zal maken.
TjlN toch hoeft de mens niet pessimistisch
-*-i te zijn en te zoeken. Al eeuwenlang
ls ons de weg gewezen om tot net doel,
dat wij voor ogen hebben, te geraken. De
band van de enigheid, de band van de
vrede tussen alle mensen, moet er zijn
door Christus, de Heer aller heren. Zon
der Christus geen enigheid, geen vrede,
geen bapd; zonder Hem alleen maar
.mloeilijkheden, kabinetscrises, haat. Enig-
Beid in Christus. Hem erkennen als de
V Leider van alle volken, als de Leider ook
van ons ieder persoonlijk. Dan verandert
ook onze samenleving, feitelijk is het zo,
dat alleen door Hem onze samenleving
kan veranderen. Op geen andere manier
ls enigheid te verkrijgen dan alleen door
Hem. Die ln het Hogepriesterlijk gebed
vraagt: „Opdat zij allen één zijn, gelijker-
wijs. Gij. Vader, in Mij en Ik in U. dat
ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld
gelove, dat Gij Mij gezonden hebt".
EERSTE BLAD - PAGINA S
i^LECHTS EEN KLEIN DEEL van alles wat op belletrlstisch gebied vertaald en ge
drukt wordt heeft letterkundige betekenis. Het grootste deel ls ontspanningslectuur,
waarvan de waarde alleen maar ls, dat zij de geest rust geeft. Werk van waarde wak
kert de geest echter juist aan. maakt de geest actief. We moeten Intussen toegeven, dat
de maatstaven In Nederfand een beetje zelfgenoegzaam gehanteerd worden. De Neder
landse criticus is gauw geneigd, een goed gecomponeerd verhaal, dat de geeat óntapant
en waarin helemaal niet aan taalschoonheid is gedaan, waarin ook geen psychologische
complicaties zijn uitgegraven en waarin de schrijver niet om de andere alinea ritó ver
haal heeft afgewisseld met een bijkomstige beschrijving, welke alleen maar demonstreert
hoe verbazend Intelligent hij waarneemt, tot de ontspanningslectuur te rekenen. En
dat la verkeerd, want wat ziet hij dan niet over het hoofdl
EN GOED VERHAAL COMPONEREN
heus niet zoiets eenvoudigs. Het
vereist grote fantasie. En wanneer dat ver
haal een dikke roman is met een massa
personen, die in allerlei situaties geraken,
dan is de verbeeldingskracht waarmee zo
iets geschreven is heel wat groter dan die,
waarmee de gemiddelde Nederlandse
auteur, wiens werk tot de letterkunde
wordt gerekend, werkt. Zo'n auteur, die de
verbeeldingskracht heeft om massa's figu
ren ln boeiende situaties te plaatsen, zou
óók wel psychologische vivisectie op zijn
gestalten kunnen uitoefenen, maar hij past
wel op, want vivisectie verlamt ze. Hij
zou óók om de andere alinea wel klin
kende bewijzen van zijn Intelligent waar
nemingsvermogen kunnen leveren. Maar
hij is wel zo voorzichtig om zijn lezers
vooral niet moedwillig te kwellen met zijn
aanwezigheid. Hij is te vergelijken met
een goed regisseur in een toneelstuk. Die
cijfert zichzelf weg en is blij, als de fi
guren, die hij op de been heeft'geholpen,
leven. Hij zal alleen bij een première
aan het eind van de voorstelling even tus
sen de dankende spelers gaan staan. En zo
zal de auteur, die. wat de Engelsen
noemen, een geboren „naaractor" is, een
verhaler, een verteller, zich «r volledig
mee tevreden stellen, dat zijn naam op het
titelblad komt te staan. Bescheiden trekt
hij zich verder achter het spel van zijn
verbeelding terug.
In het buitenland, vooral ln Engeland en
Amerika, geniet de „narrator" eerder lit
terair aanzien dan hier, maar men weet
daar dan ook beter dan wij wat hij be
reiken kan, zowel in de short story (short
stories slagen bij ons hoogst zelden) als
ln de lijvige roman.
Een auteur van boven omschreven type
ls. ten voeten uit, Thomas B. Cos
ta 1 n, een Amerikaan.
Hij „regisseert" zijn romans met smaak
en vernuft in elkaar, maarbeweegt
zich bedenkelijk langs het randje van de
kitsch.
De roman, die de N.V. SUthoffs Uit-
geversmij. te Lelden het eerst van hem
iff -Nederland introduceerde, „De zwarte
Kerstfeest ligt nog kort achter ons.
Kerstfeest, de geboorte van het Kind, Die
de wereld kwam redden. Het Kind, ge
boren om de wereld aaneen te smeden,
het Kind de bsnd tussen ons. dwalende
en vermoeide mensen, de Enige door Wie
de kwaal van onze tijd, ook de kwaal
van ons land, kan verdwijnen.
H. J. W.
Het geluk welk mensenhart heeft er niet van gedroomd, en welke dichter heeft
het niet op zijn wijze bezongen? Telkens weer anders werd het ln de loop der tijden
geïnterpreteerd, steeds weer door andere beelden voorgesteld, maar zelden toch werd
het aanleiding tot zulk een dynamische voorstelling als in onderstaand gedicht van
Adama van Scheltema.
De dichter ziet het geluk als een wild voorthollend paard, dat gevangen moet worden,
dat niet stil blijft staan om zich rustig te laten bestijgen en dat zijn tijdelijke berijder
meevoert in een ademloze en betoverende rit. Waarheen? Naar waar het hart geneest
en dat is eigenaardig genoeg voor deze dichter, die zo dapper en zo simplistisch
kon getuigen van de schoonheid en heerlijkheid dezer wereld weg van de zwarte
paden naar de stralende genade „van de wlfte lichte sterren".
Hoor daar holt een paard in 't toild,
Hoor die doffe paardenhoeven.
Hoor de grond die dreunt en trilt
Door het klotsen van z(jn kloeven
Zoek hem, zoek hem allerwegen!
Houd hem tegen, houd hem tegen!
Hoela hoela hoela beest
Wie is dan je baas geweest!
Zie dat schimmelwitte paard
Zie die ogen als 't geflonker
Van de starren, en die staart
Als een witte pluim in 't donker
Houd hem. houd hem, ga hem vangen
Ga hem aan zijn haren hangen!
Hoela hoela hoela beest
Wie die witte paarden vreestl
Gtffp \hem met je handen, houd
Je aan zifn wapperende manen.
Zie hij vliegt door 't zwarte woud
Als de wilde witte zwanen
En de donker boze bomen
Varen ruisend uit hun dromenI
Hoela hoela hoela beest
Zij die wagen winnen 't meest!
Houd nu, houd hem bü zjjn kop
Om hem op zijn hals te zwaaien
Hoela, 'k zit er bovenop!
En zijn blanke manen waaien
Als een bos van witte slingers
Om mijn mond en bleke vingers.
Hoela hoela hoela beest
Ben je levend of een geestl
O die drift, die wilde draf
Hoela houd hem aan zijn haren/
Hoela hol ik val er afl
ln de zachte zwarte blaren
O. ik voel me in 't donker rollen
En den schimmel verder hollent
Hoela hoela hoela beest
'k Ben er bovenop geweestI
Voort weer. voort! het duister wast
En ik slinger om hem henen
Hoela hol en 'k zit weer vast
Op zfjn witte toverbenen.
En ik voei zijn toarme schonken
En wij draven vreugdedronken!
Hoela hoela hoela beest
Draag mij waar mijn hart geneest.
Draag mij over heg en steg
Draag my, draag my. breng rrty verre
Van de woeste wereld weg
Naar de witte lichte sjerren
Draag my van de zwarte paden
Nar die stralende genadel
Hoela hoela hoela beest
Draag mij naar dat zalig feest!
Uit: „Van Stilte en Stryd".
C. S ADAMA VAN SCHELTEMA
1877—1924
roos", moest een lntègre criticus zelfs
aankondigen als „onkruid in de tuin der
romantische litteratuur", hoewel zeer aan
trekkelijk onkruid. Met de nieuwe roman,
die bij Sijthoff is uitgekomen. „Munt
meester des Konings" (oorspron
kelijke titel „The Moneyman") ls het
beter gesteld. Deze roman spelend in de
15e eeuw ln Frankrijk ln een milieu vol
heetgebakerde ridders, is wel breed van
opzet, maar gesloten van vorm en boven
dien is hij niet zo geforceerd als „De
zwarte roos", waarin maar eventjes drie
hoofdpersonen van groot historisch for
maat optraden als de ontdekkingsreiziger
Marco Polo. Kublai Khan (een nakome
ling van Dzjengis Khan) en koning Eduard
van Engeland (die het parlement stichtte),
figuren dus die bitter weinig met elkaar te
maken hadden, al hebben Marco Polo en
Kublai Khan elkaar wel ontmoet.
Allerlei kunstgrepen waren er voor no
dig geweest om al dat hooi op één vork te
nemen en die kunstgrepen waren er dan
oole naar! In „Muntmeester des Konings"
heeft Costain alle handeling (en er ls wat
handeling in zijn boeken!) geconcentreerd
om de geschiedenis van Jacques Coeur, de
schatkistbewaarder van Karei de Zevende
van Frankrijk en door die inperking kreeg
Costain ln eens veel meer allure. Men zou
hem opmgrond van dit boek eerder een
moderne Walter Scott kunnen noemen dan
op grond van „De zwarte roos". Zeer
knap heeft hij zijn bronnenstudie gemaakt
en met behendige verbeeldingskracht heeft
hij als verteller de lacunes ln de historie
aangevuld. Hij is nu ook geen „metteur en
scène" zonder meer geweest, maar zo'n
type regisseur dat een eigen stempel op
het werk drukt. In het bijzonder daar.
waar hij de leeghoofdige vechtersbazen
laat contrasteren met de figuur van zijn
titelheld, die zónder rapier een briljante
carrièr? maakte, en een heel wat eer
vollere.
Naar Amerikaanse best seller-maatsta-
ven behoorde Costain al om „De zwarte
roos" bij de litteratuur, naar Nederlandse
maatstaven behoort hij daarbij alleen op
grond van „Muntmeester des Konings
en wel uit hoofde van dat eigen stempel
Och ja. de Nederlandse normen zijn wat
eenzijdig, wat arrogant. En daarom zou
de waarde van „Muntmeester des Konings"
licht over het hoofd worden gezien. Ont
spanningslectuur kan echter heel goed lit
terair gehalte hebben, en dat is ln deze
roman het geval.
Het boek is in goed lopend Nederlands
overgebracht door Anton J. Muller.
Een „narrator" van bijzonder formaat
is de Engelsman Howard Spring.
We weten dat al door zijn uitermate
boeiende roman „O, Absalom!" (oorspron
kelijke titel „My Son, my Son!"). Dat h IJ
bij de litteratuur hoort ls een feit dat
boven alle twijfel staat. En tochwat
is hij „leesbaar!" Het kost niet de minste
inspanning, ook rijn nieuwe roman te ge
nieten, in een goede vertaling van Myra
Vreeland uitgegeten door dezelfde onder
neming, die Costain brengt, n.l. Sythoff ln
Leiden. „Ted Pentecost" luidt de
titel van het omvangrijke werl> iÉK bijzon
der boeit door de situaties, maar dat te
gelijkertijd onmiskenbaar litteratuur wordt
door de opmerkelijke, zeer persoonlijke
karaktertekeningen. Ook deze roman be
trekt een stuk kunstenaarsleven in de
gezichtskring van de lezer. Ted Pentecost
is n.l. een gearriveerde schilder. Ook deze
Ifcunstenaar trekt op met een zoon en ook
door dit boek raast een oorlog, maar nu
niet de oorlog van 1914-1918, al heeft die
in het leven van de oudere figurerK«an de
roman sporen achtergelaten, maar die van
1939-1845.
Eigenaardig van Howard Spring ls, dat
hij zich a.h.w. in zijn figuren verlieft.
Onuitputtelijk is hij in zijn mededelingen
over hen. (Naar strenge litteraire maat
staven ls zijn werk dan ook een beetje
babbelziek te noemen). Hij komt zelfs als
een dief terug op de plaatsen waar hij al
eens eerder zijn slag sloeg. In Manchester
moeten vader en zoon Pentecost b.v. her
haaldelijk bewonderend stilstaan voor een
huis, de „Priory", waar een prachtig aan
gelegde tuin aan grenst. Aandachtige lezers
van Howard Spring zullen zich de „Priory"
van vroeger herinneren. Daar woonde
in „O, Absalom!" de binnenhuisarchitect
Dermot O'Riorden. Spring kón het niet
laten, ln zijn nieuwe roman herinneringen
op te roepen aan zijn vorige. Hij laat Ted
Pentecost ln Londen dan ook in dezelfde
buurt wonen waar in „O, Absalom" de
schrijver William Essex zijn dopiicllie had.
Men zou er William Essex zó weer kun
nen ontmoeten, een beetje ouder ge
worden Dezelfde straten ziet men weer
voor zich. Spring roept ze bij naam op.
Hij kan er niet van los komen. En waar
Ted Pentecost zijn buitenverblijf heeft, ln
Wales, aan de kust bij Truro (In de buurt
van Falmouth) daar speelde ook een deel
van „O. Absalom!" Het ls grappig. Maar
het Is tekenend voor deze auteur, die zijn
lezers door zulke dingen nóg meer aan zich
bindt.
Ja, Howard Spring is één van de sterkste
vertegenwoordigers van het vertellers
type, dat bij ons, helaas, te zeldzaam ls.
W. WAGENER.
Naast de locomotiefjes uit een „grys ver
leden" zal op de -tentoonstelling ter ge
legenheid van het Festival of Britain ook
deze machtige machine te bezichtigen zijn.
Het'is een locomotief van byna 25 meter
lengte met een totaal gewicht van 173 ton,
welke in Engeland is gebouwd voor de
Spoorwegen in India De spoorbreedte is
wyder, dan die, welke in Engeland ge
bruikt wordt, zodat het hele vervoer per
schip moest geschieden. Hierboven het
uitladen van de locomotief uit het stoom
schip. dat voor het vervoer zorgde: een
speciale kraan was nodig om de gigan
tische machine op te hijsen.
(Van onze financiële medewerker)
TVe Amsterdamse effectenbeurs staat
blijkbaar sterk onder de invloed van
de financiële moeilijkheden, waarin ons
land sich bevindt en die langzamerhand
duidelijker aan de dag treden. De min of
meer roekeloze financiële politiek van de
laatste jaren begint zich te wreken. Door
geldsanering cn het blokkeren van bank
saldi heeft de regering zichzelf vla de
banken lange tjjd aan goedkoop geld ge
holpen. maar nu die blokkade langzamer
hand aflodpt en het bedrijfsleven voor
nieuwe Investering voorraadvorming
grote bedragen nodig heeft, wordt de
financiering van de staatsuitgaven uiter
aard moeilijker.
Vooral op twee punten is het de regering
tegengelopen. Haar in 1947 eq 1948 uitge-
snroken verwachting, dat de goederen-
prijzen zouden dalen, is beschaamd En de
defensie-uitgaven zullen in het kader van
het Atlantic Pact aanmerkelijk moeten
worden vierhoogd. Het is wel gemakkelijk
de thans bestaande moeilijkheden uitslui
tend aan de oorlog ln Korea en zijn ge
volgen toe te schrijven, maar ook wan
neer deze was uitgebleven, zou zowel de
staatsbegroting als de betalingsbalans een
tekort hebben opgeleverd. Van een ver
sterkte financiële en monetaire positie
dan eveneens nauwelijks sprake zijp
(Van onze Londense correspondent)
De oppositie zal opnieuw een poging
doen om de Labourregering ten val te
brengen door indiening van een motie,
waarin aangedrongen zal worden op uit
stel van de datum van overneming door
de «taat van de ijzer- en staalindustrie,
welke door de regering op 15 Februari
a.s. is bepaald. Eën dergelijke motie
staat gelijk met een motie van afkeuring,
omdat bekend is, dat de regering niets
voelt voor een nieuw uitstel van c^e staal-
nationalisering, sinds zü kort voor de
verkiezingen van het vofig jaar conces
sies -deed.
De conservatieven gaan echter voort
druk uit te oefenen, hetzij om nieuwe
verkiezingen uit te lokken, welke, naar
zij verwachten, hen aan de macht zullen
brengen (gezien de ontevredenheid op
schier elk gebied, welke een verlangen
naar een andere regering alom heeft aan
gewakkerd), hetzij om de weg vrij te
maken naar een officiële of onofficiële
coalitie, welke ln hoofdzaak versperd
wordt door het struikelblok van de staal-
nationalisering. Zolang dit er ligt, is er
geen kans op een wapenstilstand tussen
de partijen, welke toch nooit meer dan
een beperkt karakter zou dragen.
De Tories, al of niet overtuigd, dat het
hen ditmaal zal gelukken de regering
een nederlaag toe te brengen, schijnen
op dit ogenblik nog te twijfelen, welke
koers zij zullen vogen. Het ls dus moge
lijk, dat Churchill's voorstel, dat hij
Donderdagmiddag in het Lagerhuis aan
kondigde, doch dat nog niet is ingediend,
slechts, bedoelt de zaak van de conser
vatieven warm te houden. De oppositie
stelt zich op het standpunt, dat de natio
nalisering een rechtstreekse bedreiging
vormt voor de herbewapening.
Lijnrecht daartegenover staat de
mening van de regering, die de natio
nalisering van de zware industrie juist een
voorwaarde acht voor het welslagen van
het defensieprogramma. De regering is
voorts van oordeel, dat over deze natio
nalisering reeds uit den treure van ge
dachten is gewisseld en dat het onder
werp werkelijk uitgeput ls. Bovomdien
acht zij het onconstitutioneel om te
tornen aan een wet. welke door belde
Hulzen van het parlement is goedge
keurd.
De Tories hebben te kennen gegeven,
dat zij. wanneer zij aan het bewind
komen, zullen trachten de staalnationali-
sering ongedaan te maken, hetgeen hun
volste recht ls. Thans willen zij er zich
toe bepalen gebruik te maken van een
clausule in de wet, welke het mogelijk
maakt de overname van de industrie
door het daarvoor opgerichte bestuurs
lichaam uit te stellen.
Herbert Morrison, de leider van het
Lagerhuis, die de wekelijkse parlemen
taire werkzaamheden regelt, verklaarde
Donderdag in het Lagerhuis, er weinig
voor te voelen een debat over een motie,
waarvan de tekst niet bekend is. toe te
laten. Deze verklaring leidde tot grote
opwinding op de oppositiebanken. Volgens
Churchill ls het zonder precedent, dat
een regering weigert een motie van af
keuring te doen behandelen- Morrison's
opinie is. dat de oppositie op deze manier
een spervuur op de regering kan openen.
door week na week moties van deze aard
in te dienen.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt
intussen zoals de oppositie betoogde
duidelijk dat zulks in het verleden inder
daad is gebeurd. Constitutioneel is het
dan ook volkomen in de haak. Niemand
verdenkt Churchill er overigens van, dat
hij in een tijd als deze dit spelletje zal
willen herhalen. Morrison wilde zijn
woorden niet als een weigering opgevat
zien. Hij zei de kwestie in overweging te
zullen nemen.
KERKELIJKE MUTATIES
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Brakel
B. Haverkamp te Veen (N -Br Te
Woudenberg J T. Doomenbal te Oene
(Geld.). Te Nieuw-Lekkerland J. Wijn
malen te Oldebroek.
Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen te
Z»lk en Veecaten C. Stam te Ermelo.
Geref. Gemeenten. Tweetal te Hendrik
Ido Ambacht A de Blois te Rotterdam
(Z.) en A. Verhagen te Kampeer
Het is wel zeker, dat door de goed
koop-geldpolitiek zowel de investering als
de consumptie al te lichtvaardig is aan
gemoedigd. Niet alleen bij bedrijven en
particulieren, maar ook bij de lagere over
heidslichamen die gesteund werden door
het lage „rentegamma" van Minister Lief-
tinck, dat een camouflage was van de
nationale armoede, waarin we als gevolg
van de oorlog en het verlies van Neder-
landsch-Indië zijn geraakt.
Een arm land kan zich nu eenmaal geen
lage rente en geen hoge levensstandaard
permitteren en nu de omstandigheden,
zij het buiten de schuld van de regering,
slechter in plaats van beter zijn geworden,
wordt de weg terug moeilijker Men kan
zich niet aan de indruk onttrekken, dat
de recente credietbeperkingen. waartoe de
Nederlandsche Bank. blijkbaar «onder
overleg met de banken en de Bankraad ls
overgegaan, minder hun oorzaak vonden
in een te vlotte credietverlemng bij de
banken dan wel in de wens van de rege
ring om de kapitaalmarkt zoveel mogelijk
voor zich te reserveren. Natuurlijk zullen
ook andere óverwegingen hierbij een rol
hebben gespeeld, o.a. de noodzaak om de
importen te beperken.
Maar hoe dit zij. ondanks een tijdelijke
ruimte op de kapitaalmarkt, welke de
regering in staat stelt weer 100 millioen
schatkistpapier bij de Nederlandsche Bank
af te lossen en waardoor thans de helft
van de onlangs geplaatste /300 millioen
is terugbetaald, verkeert de kapitaalmarkt
thans in een gespannen toestand. Dit blijkt
ook wel hieruit, dat ter verkrijging van
200 millioen geld. 2'W. belastingcertifi
caten worden uitgegeven, waardoor de
reeering zich in feite een voorschot op na
1 Februari 1952 te betalen belastingen ver
zekert. De schatkist wordt er niet veel
beter van.
Mei een vlottende schuld van f 15 mil
liard, waarvan 5'/. milliard ln schatkist-
pa er. is thans een normale consolidatie
niet mogeli.ik, hetgeen ook geldt van de
Gemeenten, welke tot dusver hun uitgaven
voor een deel met kasgeldleningen finan
cierden en thans door de opvraging van
deze gelden reeds in zodanige moeilijk
heden verkeren, dat de Bank voor Neder
landsche Gemeenten moet bijspringen
(tegen een heel wat hogere rente echter
dan tot dusver \yerd betaald) en geprofee-
teerde werken achterwege moeten blijven.
Twee factoren deprimeren thans der
halve de obligatie- en met name de staats-
fondsenmarkt. In de eerste plaats de ver
wachting. dat allengs aan een hogere
rentestand niet valt te ontkomen en ten
tweede de vrees voor Inflatie en de
daarmee verband houdende voorliefde van
de belegger voor de aandelenmarkt en de
dollarfondsen.
In hoeverre de deze week Ingetreden
kabinetscrisis op de koersontwikkeling ter
beurze van Invloed zal zijn. moet worden
afgewacht. Zeker is dat een financieel
beleid van jaren niet op eenmaal ongedaan
kan worden gemaakt
O suit 's morcrBi-..kiplekker'
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een Ittei gm u. uw
Ingewanden doen stromen anders verteert uw
voedsel ntet. het bederft. U raakt verstopt,
wordt humeurig en loom Neem de plantaardige
CARTER S I.EVEKPILLETJES om dte titer
gal op te wekken en uw spdsvertertng en stoel
gang op natuurlijke wuze te regelen Een
plantaardig zacht middel, onovertroffen om da
gal te doen stromen Etst Carter a I<everpllletje«.
rtrzr.
JA - NU HET TE LAAT WAS begon Panda de hele opzet
te doorzien! Jolliepop wilde het Mechanisch Memorandum tot
soldaat bombarderen om op die manier te zorgen, dat Panda een
titel of een echte medaille kreeg en deftig zou worden en in hoog
aanzien zou komen i Maar daar was Panda het helemaal niet-mee
eens en dat verzweeg hij niet zelfs niet, toen de minister een
hele rij generaals en admiraals aan liét rukken om het apparaat
aan te vertonen
„Kijk eens hier. mijne heren!" sprak de minister verklarend,
„dèt is pas een apparaat! Dat is nu net iets voor ons! Dat loopt
hier gewoon-maar door de muren en door de deuren heen alsof
het niets is! Schitterend, nietwaar? En het vernielde mijn nele
bureau! Is dat niet geweldig?"
.Geweldig!" riepen alle generaals en admiraals
Maar Panda zei: „Het is helemaal niet geweldig' Memo la
alleen maar gemaakt om zich dingen te herinneren en verder
niets."
„Om zich dingen te herinneren?" vroeg een der generaals
teleurgesteld „Maar dèt hebben we in het leger toch niet nodig?"
Voordat Panda het verder uit kon leggen, sprak Jolliepop:
„De heer ehPanda bedoelt ongetwijfeld te zeggen, dat
dit mechaniek alle gegeven bevelen uitvoert' Die onthoudt het
zeer wel en dat mag toch naar ik aanneem, een militaire deugd
genoemd worden!"
En nu ging er een oewonderend gemompel op onder de
toehoorders
12.)
U kunt niet Alles zelf doen.
Het ligt aan de voet van de Downs.
In een heel klein plaatsje, dat Flttietord
heet. Misschien hebt u er nooit van ge
hoord. Maar met die historische omgeving
heeft het een eigen sfeerdaar ben ik
■Itijd bijzonder op uit. „Het Vrolijke
Avontuur" heet het. Een aardige naam.
vindt u niet? Natuurlijk wil de eigenaar
het niet verkopen. HU meent, dat hij er
zelf wat van kan maken. Nu goed. ik kan
wachten. Zoals ik u al zei, wint de man
die kan wachten het uiteindelijk altijd. En
hoe langer hij me zo maar. als een sul
laat wachten, des te lager Wordt mijn
prijs. Hm.... humho.... hum
Hij keek haar van terzijde aan. Ik
vraag me af. waarom lk u dit alles eigen
lijk zit te vertellen, jonge dame!
Ik weet het werkelUk niet, antwoord
de Lynn nederig. Maar het la ontzettend
«ardfg van u en u weet niet. hoeveel be
lang ik »ted in allies, wat u me vertelt.
Lieveling, niets lukt vanavond op de
manier, zoals ik het wil, mompelde Kit tn
haar o^en, toen ze ten êlotte samen dans
ten. Maar lk breng Je thuis.
En het was zijn schuld ntet, dat ook
dit laatste niet gelukte. Hij deed erg zijn
best, maar rAevrouw Leasings verhinder
de hem zijn plan uit te voeren. Lynn had
te voren al wel geweten, dat ze dat zou
doen. Onzin Kit, zei mevrouty Leasings,
Je kunt onmogelijk op dit uur van de
nacht naar een taxi gaan zoeken. Lyndon
kan heel goed met ons samen in J. W.'s
wagen meerijden. Je vindt het toch niet
erg, even langs haar huls te gaan. J. W.?
Het ls nogal een eind uit de buurt. Waar
ls het ook weer precies?
Regelrecht ln de achterbuurt van
Earl's Court, zei Lynn effen.
Er viel niet veel andera te doen, dan er
een grapje over te maken, om mevrouw
Lessings duidelijk te laten voelen, dat
ze niet behoefde te trachten haar te ver
nederen. Met dat al waa er dus geen ge
legenheid voor een woord van vaarwel
of een afscheidskus. Het wss een vrese
lijke avond geweest, besefte Lynn, maar
er waa tóch iète, dat haar opbeurde. En
dat was het kaartje ln haar tas met de
introductie voor de heer Mercer.
Kit hield haar hand een ogenblik stijf
vast. toen hij haar goedenacht wenste.
Hij had geen kans om Iets anders te doen
Mevrouw Lessings' ogen boorden door
de duisternis. Het was afschuwelijk,
mompelde hij. Ik wilde hen niet mee-
vragen, maar Moeder
Ze knikte. Ik weet het Kit; trek jt
er niets van aan.
Maar lk vind het afschuwelijk1
Ik zou me morgen wel voor de lunch
vrij kunnen maken, probeerde ze. We
gaan pas 's middags weg. Als je dat pret
tig zoudt vinden.
Ook dit komt helaas niet goed uit,
zei Kit met een diepe zucht. Wat ls het
leven toch gecompliceerd! Ik zit volko
men vut morgenmiddag. Maar zodra ik
wéér aan wal ben, bel ik je dadelijk op.
Ja moeder, lk kom.
De deur van de auto werd dichtgesla
gen. Het kleine rode achterlichtje keek
haar aan en bleef haar aankijken, tot de
wagen om de hoek van de straat ver
dween. De avond eindigde teleurstellend
en Lynn slikte een prop ln haar keel weg.
Boven was alles donker. Ze struikelde
over koffers en valiezen. Ze nam het
kaartje uit haar tas en las het nog eens
over. E$n grote vriendin ven mijl had
hij geschreven. Lynn grijnsde even. Wat
dwaas, dat ze deze man juist vanavond
moest ontmoeten! Ze zou de heer Mercer
dadelijk de volgende morgen op gaan
zoeken. De strijd was aangebonden! J. W
had zoveel hotels en ze was vast besloten
voor Peter Landon te vechten die maar
één klein hotelletje had. Arme Peter, dié
daar ergens alleen ln een bed lag te klap
pertanden!
Het gaf haar in leder geval veel *>m
over na te denken, waardoor ze minder
over Kit zou kunnen piekeren, en....
Angel. Wat zei dat liedje ook weer?
AU ik alléén maar de liefde had. dan zou
lk eenzaam zijn
Het was prettig te beseften, dat er naast
liefde nog iets' anders was. Het was een
kostbare les, die de meeste meisjes niet
op 18-jarige leeftijd leren.
De kantoren van Tlgherhams N.V.
levensmiddelen bedrijven en chocolade
fabrieken, leken op een bruidstaart. Een
van die Ingewikkelde bruidstaarten met
veel groen en zilver De vloeren waren
bedekt met chocolade-kleurig linoleum
en de muren waren pistache-groen. De
deurknoppen waren koffiekleurig en op
de schrijftafels waren bellen, die er uit
zagen alsof ze van fondant waren. De
typistes geleken modellen voor bonbon
dozen. Nog nooit had Lynn zóveel rose-
fondantachtlge kopjes gezien, zóveel ker
senmondjes en zóveel fijn blond haar.
Ze meldde zich de volgende morgt
vroeg met J. W.'s kaartje, waarop de njfet
geheel met de waarheid overeenstem
mende mededeling stond. Ze kende de
man immers nauwelijks en was dus hele
maal geen vriendin! Ze had eigenlijk niet
vaak iemand ontmoet, die ze minder
sympathiek vond. Ze nam als vanzelf
sprekend aan, dat de heer Mercer van
hetzelfde soort als J. W. zou zijn, aan
gezien hij diens vriend was. In gedach
ten zag ze hem al voor zich. Een succes
vol zakenman, dik en rose, met een buikje.
Een beeldschone juffrouw liet haar bin
nen in een kamer, waar een bleke en
zwak-ultzienae man achter een schrijf
tafel zat, waarop ook zulk een bel-instal-
latle, als ze beneden al gezien had, was
aangebracht, en waarop twee potjes ston
den die op honingjaotten geleken. Dit
bleken echter Inktpotten te zijn. aange
zien meneer Mercer er zijn pen ln doopte.
Alle ramen waren gesloten, alsof meneer
Mercer bang was dat er frisse lucht bin
nen zou kunnen dringen. Meneer Mercer
leed aan een buitengewoon slechte spijs
vertering. Voor hem was er nooit enig
voordeel aan verbonden geweest, in het
delicatessen- en chocoladebedrijf te wer
ken!
Hij keek van J. W.'s kaartje op naar
Lynn. Hij scheen even verbaasd haar te
zien ala rij over hem was. Misschien had
hij ook wel iets ènders verwacht. Mis
schien had J. W. hem wel eens meer
„vriendinnen" gestuurd!
Gaat u zitten, juffrouw Lee. Om u
de waarheid te zeggen, ziet u er niet be
paald uit zoals ik verwachtte. Hij lachte
verontschuldigend. J. W.'s vriendinnetjes
zijn meestal
Hij kuchte en zei niet, hoé deze meest
al waren. Maar zij kreeg de indruk, dat
hij opgei uclft was.
Kent u hem goéd? Hij keek haar aan
met bleke, weinig hoopvolle ogen.
Nee, ik heb hem* gisteravond voor
,het eerst ontmoet. Ik vrees, dat ik hem
een beetje voor de gek heb gehouden.
Ik wil eerlijk met u spreken, meneer
Mercer. Ik liet hem in de waan. dat ik
een baantje wilde hebben, maar dat is
niet waar, ik wil alleen maar raad. Ik
ben bezig iemand te helpen een lande
lijk hotelletje te beginnen.
J. W.'s?
Nee. Wél een, dat hij wil hebben.
Maar hij krijgt het niet! Ik ben tn het
kamp van de vijand en ik ben hem een
stap voor.
Ze was er niet zeker van. maar het
leek alsof meneer Mercer's gezicht Iets
opgewekter werd. Het hotel, vervolgde
ze «nèl. behoort aan een man. die Ppter
Landon heet. Kapitein Peter Landon. Vtc
toria pross. Iemand heeft het bem nage-
laten. iWorcu vmi w.aui.