de geschiedenis van het
Een nieuw schrijfsters-type
Het GEDICHT
Het Zilveren Koord
WERELDKAMPIOENSCHAP
ara-it-rS
rrsjsïïïï'u,nh?iate
Het verhaal
van
de mensheid
2 1
Afnemend vertrouwen in het
Staatscrediet
yOOR ONZE DAMLIEFHEBBERS
^.SSfjonT W"r,bï dr
SS» to"»S.ffikt "f uiMag to
wd
£KShMKS,£
VeTderSC.«iBWere,d!S'rab=
De Gastvrije
Vertellingen uit de mythologie
Van het Muzikale
Front
Het ondeugende zonnestraaltje
Eén bloem was gastvrij
COMBINA TIE-PUZZLE
Guus en Suus
Sieraden van
schelpen
Vissenin het
stenen tijdperk
Goede springers
PUZZLE-DIER
De Kameel
OqO On O Onx
oo°oooooOo
o°o°o°3o°
o Q° o°oo
o°oo°° O
O 0° O
O Oo 0°O
Ha, Ha
W"
Verdraagzaamheid
LETTERKUNDIGE KRONIEK
De humoriste
van de week
Hoe is het ontstaan?
Dit woord: SPEK
,,'fj
>r- f
Effecten- en geldmarkt
Wat staat ons nog te wachten
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
De antwoord-man
blijft toch
Maandag kort geding Aristo
tegen de Staat
De Koningin bezocht de
Stichting Hoenderloo
I
door R VALENTINE-
]\JU in September a.s. de wereldkampioen
weditriiH ?a^s Behouden voor-
striirf nm' da historie van de
kortwereldkampioenschap in het
tourVoo?wer7^a!a fW*
waarbij I. W,t„ .1. L™1.Pt^J.e.h°U.d_e.ni
sis vóór hpm ni ongekroonde koning, zo-
te?en"nTe me!»l,kfmr J*"1 voor het
«triid door hom Parijs gehouden wed-
«nja, door hem gewonnen vóór Barteline
tó»Ut' R«Pl>aël en Leclerq. ?"h w,j
Weisa toen noi niet de allersterkste meter
Partiien^ehaa Ho *Teh"uden tournooi. Uit 28
moï J. l^perk van weiss begint pas in 1899
SefwL ^e^o1 te ^T.iëns- HU werd daar
eerste met 31 p. uit 20 sevnlvH
<6eidena22)aël <2S' Dussaut en Bartelins
Part' n?i!f,"'ien„t(;urn00' fn 1900 te
«Et (101 n» onnet 01) en dr Dus:
v6drkoï 'SeT^n^S^n?'"5
J We?ss,r°als ^sterke^speler's Z'X
voren dr Dussaut, Louis Raphael EoêS
VoorTq' alsmede Balédent en Barteiing
Xake^v«nnf WU- n,et ver«ete" melding
ie maken van twee zoor cforir» v-
t. maken van tweï'séTr sterke SeneSen®
o.m. bekend^kewtmden ^doór°Ude'naar'^ïem
flcièlè'to.Sïa'i dan eindelijk het eerste ot-
Mhan te Parit. ni°m. et wereldkampioen-
Hoot j plaats- Van dit tijdstip af
Nederlaandiïmoobelangrijke> WedstriJd ™k
«eaerlanders mee, en naar wij zullen zien
w!LZ?nmri,UCC68, De eindstand te Parijs
Ho m Weiss (20), dr A. Molimard (19) J
/unJ S" Bizot nSK Ph L Battefeld
mont (81 m' M' BaIédent 00 O" cu-
Nog heeft de romantische stijl van Weiss
U ^rrd',dnCh reeds heeft met speleS
ak MolimardDe Haas, Bizot en Fabre de
fjede iwda?n PPe methode haar in-
In löio weet Weiss nog een 2e plaats te
Fahro beze*te" na Ottina, doch voor Bizot.
JIJ?t doch in 1912 werd hij in een
tdagen moTo^ol'TT. verp,Ptterend ver-
Molin.rT in f t Pok van De Haas weet
Sr'et a-fS."" te«"n"en. '0 hot
«pel zo belangrijke, tournooi was:
v d IroA ,k amploe°' «('nude Henri J
R-U-G ^e Rotterdam? "d Va"
heinas' Weinig"" vertelfen'9 De" Ie'wereld'
entf, ««21-
opmeuw een wereldtournool werd georganl
Bröotd™o..7.ed.?'rlid werd Hoogland,
groot voorstander van wijziging der snr>i
regelen onttroond en ging hij tevens votr
brachfs Beizotrrt1' Be,.rekkeli-1k onverwacht
Draent S. Bizot de titel weer naar Frankrijk
eStandwïï?" "5 eer8te ,e clndigen' De
1. S. Bizot
2. M. Fabre
3. R. C. Keiler
4. J. H. Vos
5. H. de Jongh
6. H. Hoogland
7. P. J. v. Dartelen
8. Dumont Fs.
9. Causse
10. Sonier
«5LtL^e!ferl,,nder" komen wij voor de
7 e namen van Keiler, Vos en de
:°„n.gfn van spplers die thans
nog in het Amsterdamse G.S. een eerste
iw h£ ifnKi ®Jler was in 1925 slechts 19
iron'fm bleek reeds de kracht van een
grootmeester te bezitten.
r»ri!? 3" aanhomende verkreeg Fabre het
d!«L winnaar uit te dagen, welke uit-
a!uoct" WBr,i bekroond. In 1926
werd Bizot door ïabre met 12—8 verslagen
De kleine Parljzenaar behield rijn titel
Sn l«M ?i?dr ^nt het grote toumool
dïü, "Jdem de Olympiade te Amster-
Sri„.5 ,u wees dB Nederlander B.
Springer als zijn opvolger aan.
.9"f,d( geschiedenis van 1928 tot heden
tei?en 660 volgende keer iets te yer-
18
9
9
0
27
18
8
7
3
23
18
4
14
0
22
18
6
8
4
20
18
5
10
3
20
18
0
1.8
0
18
18
5
6
7
16
18
3
8
7
14
18
3
5
10
11
18
1
7
10
9
HEI! V/at lig je weer te lonken
En te lachen in de zon..'
Het! Wat lig je weer te pronken
k paars-beste japon!
Mei! Wat lig je weer te wenken
- Naar jong, oud en groot en klein!
wilt rust en vrede schenken
En een goede gastvrouw zijn.
f In ie gastvrij ruime woning
I Vindt de mens genot, pietzier;
Daarvoor knjg jij als beloning
Appelschil en krantpapier.
Om de dankbaarheid te tonen
Schenden ze jouw mooi tapijt:
Overal, waar mensen wonen,
Zien we dit soort dankbaarheid.
Maar in 't maanlicht-halve-duister
Lig jij toch weer, als altijd
In je schitterende luister,
In je volle majesteit.
CLINCE DOORENBOS.
aiililttlBlölfinBilllflBSffilHfflllü ItlllAUl IlJtJllöllllillllUlllIfl9BffliJillilJlHllB(lUlLl{lHHllSJil|i{BÖHi^
Paard door zwerm bijen gedood
Te Weverslo bij Venray werd een paard,
dat in een weide graasde, aangevallen door
een zwerm bijen. De insecten nestelden zich
in de manen van het paard en staken het
zodanig, dat het na enige tijd overleed.
Nadat Heracles ten slotte, met bijna bovenmenselijke inspar^
ning, de twaalf werken had verricht, waarmee de Goden zijn
schuld aan de uitroeiing van zijn gezin als gedelgd beschouwden,
was hij weer een vrij man. Lang zou deze vrijheid echter niet
duren. Spoedig was zijn opvliegende aard weer eens sterker dan
hijzelf en daar zijn klappen altijd aankwamen, viel er weer een
slachtoffer. Ditmaal werd Heracles veroordeeld een tijdlang als
slaaf in dienst van de Koningin van Omphale tfe werken.
Geduldig zat de reus maand na maand aan de zijde van de
-mooie koningin. Hij leerde kleedjes borduren en maakte zich
verdienstelijk met louter vredig en vrouwelijk werk (links).
Ook aan deze tijd kwam echter een einde. Toen Heracles, weer
op vrije voeten, Deianeira ontmoette, de schone dochter van
Oenus, werd hij dadelijk verliefd op haar. Zonder dralen vroeg
hij Deianeira ten huwelijk. Maar er was een kaper op de kust: De
god der stromen, Achelous, was door dezelfde wens bezield als
Heracles. Een tweekamp kon niet uitblijven.
Het werd een verschrikkelijk gevecht. Achelous was bijna even
sterk als Heracles en had op zijn tegenstander vóór, dat hij
iedere gedaante kon aannemen die hij wenste. Toen Achelous, na
vele mislukte pogingen, ten slotte in de gedaante van een stier
probeerde Heracles te vellen, maakte de held van de gelegenheid,
de stier bij de horens te vatten, letterlijk gebruik. Langzaam maar
zeker wrong hij Achelous neer. Eén der horens, die daarbij brak,
wordt door de godin van de overvloed, Tyche, sedertdien gebruikt
als „hoorn des overvloeds". Heracles vertrok met zijn bruid (mid
den). Na een fortuinlijke reis bereikten zij de rivier de Evenus.
De stroom ^as zo gezwollen, dat zelfs Heracles machteloos naar de
wateren staarde. Hoe Deianeira over te brengen? Op dat ogenblik
kwam de centaur Nessus voorbij, die aanbood, Deianeira op zijn
(paarden) rug over de rivier te brengen. Heracles stemde toe en
liet zijn vrouw opstijgen (rechts).
V. F. TROMER.
Boekenkeur
1. H. Hoogland is
2. J. de Haas is
3/4. A. Molimard 18
3/4. i. Weiss i8
5- M. Bonnard 18
8- M. Fabre 18
7. Ph. Battefeld i«
8 9. ,A. C. v. Wageningen 18
8'9. J. Garoute 18
H. J. v. d. Broek 18
3 2 13
Men ziet het, Weiss, die kort te voren nog
een match tegen H. Hooglapfl met 11-9 had
gewonnen fs naar het 2e plan verhuisd.
Later zal hij nog verder afzakken, waarbij
uiteraard het klimmen der jaren eveneens
een woordje meespreekt.
t e verdere spelers noemen wij nog
J. ae Haas, meerdere malen kampioen van
OPLOSSING VAN ON7.E
1001KRUISWOORDPVZ7.LE
Horizontaal: 1. Ada: 4 Mirakel; 6.
Enik; 7. Sen; 9. Eel; 11. Vla; 13. Maart; 15.
Oor: 17. Das; 19 Sir; 21. Droes; 23. Lee; 25.
Nevel; 28. Als; 29. Stellen; 30. Are; 31. Lisse;
33. Als 34. Enkel: 36. Ink; 38. Ina; 39. Som:
40. Essen; 43. Rad: 44. Lip; 45. Ent; 47. Aar;
49 Modiste; 50. Ert.
Verticaal: 1. Arena; 2. Dan; 3. Ak
ker; 4. Mis; 5. Lol; 8. Ems; 30 Ets; 11. Ver
lies, 12. Ade; 14. Apelles; 15. Ore; 16. Roe
rend; 18. Assen; 20. Innen; JJ1. Dol; 22. Oss;
23. Lea; 24. Els; 26. Vak; 27. Lel; 32. Sim;
35. Nar; 37. Kei; 38 Inn; 41. Spade; 42.
Eerst; 44. Lam; 46. Toe; 48. Air.
Boelten op muzikaal gebied vragen onze
aandacht. Eerst een algemeen werk, van
Chr J. de Bruin, leraar aan de Volks
muziekschool te Rotterdam, verschenen
onder de suggestieve titel Stil!.... M u-
2 iek!.Het is bedoeld als muziekhisto
risch leesboek voor de rijpere, jeugd en
ouderen. De reeds lijvige reeks na-oorlogse
muziekhistories is alweer uitgebreid met
een beknopt maar serieus werk, dat zich
vooral tot de leek wendt. In grote trekken
vindt men hier dus, wat in allerlei muziek
geschiedenissen staat te lezen. Hier en daar
treft een persoonlijk accent, zoals bijv. in
de inleiding. Het boekje is echter in een
toon geschreven, die gemakkelijk tot de
jeugdige lezers zal spreken en bevat ook
tal van bijzonderheden, die juist jongeren
zullen interesseren. Brusse N.V. te Rotter-
gewoonlijk voor een keurig
Wat gebeurt er aIs 1® loslaat? vroeg een kleine zonnestraal
aan een grote.
Dan val je naar beneden.
Wat is er beneden?
De aarde.
Hoe is het daar?
Dat kun je toch zien, bromde de grote zonnestraal opeens.
n zeur nu niet meer. Ik heb wel iets anders te doen.
Het zonnestraaltje zweeg en tuurde naar beneden.
Ik karj toch maar niet goed begrijpen, hoe het daar is. Ik ben
nog maar zo kort. Ik kan het niet goed zien. O, wat zou ik er
graag heen willen.
De zon, die wist wat het straaltje dacht vroeg:
Vind je het dan niet prettig, dat je mag helpen het op aarde
warm te maken.
Ja, antwoordde het straaltje. Maar als er zo'n dikke regen
wolk net voor ons gaat hangen
Op dat ogenblik had de zon het te druk om nog op het straaltje
te letten.
dam zorgde
uiterlijk.
De pianisten hebben niet te klagen over
gebrek aan belangstelling van schrijvers en
uitgevers voor hun kunst. De pianist Andor
Foldes schreef een boek voor pianisten,
Hoekstenen van het klavier-
spel, dat in Nederland verscheen als no. 1
van De practise he bibliotheek, uitgegeven
bij Born N.V. te Assen. Dit boekje is van
een man der practijk. Foldes geeft raad. Hij
is jong, maar praetisch. Hij geeft wenken
over het studeren, over het uit het hoofd
leren, hij geeft ten slotte een interessant
vragen- en anwoordenspel, over talloze in
derdaad dagelijks voorkomende onderwer
pen. Werkelijk, het boek gaat over een
kunst als pianospelen maar het is zijn plaats
als no. 1 in De practische Bibliotheek
waard!
Nog meer raad krijgen de pianisten nu
van een Engels piano-paedogoog, Victor
Booth, en eveneens verschenen bij Born
N.V. te Assen. Dit is vooral een boek voor
pianoleraren. Een zeer ervaren paedagoog
spreekt tot zijn collega's. De Engelse titel
luidt „We pianoteachers". De Nederlandse
bewerking is evenals die van het boven
genoemde boekje van jhr. dr W. H. Alting
van Geusau. Dit is een systematisch werk,
niet uitgebreid, maar grondig, en menig
probleem, waarmee de jonge pianoleraar
tobt, wordt hier op soms verrassende wijze
verklaard en opgelost. De foto van de spe
lende en oefenende hand Is hier op ruime
schaal in toepassing gebracht. Over pedaal-
gebruik, repertoirestudie, vingerzetting enz.
geeft de schrijver waardevolle beschouwin
gen. Ten slotte behandelt hij een belang
rijke. practische kwestie: het bestaan van
de pianoleraar.
1
2
3
4
3
6
7
8
8
9
10
3
11
8
7
12
8
4-
5
8
8
8
7
8
4
9
3
3
7
5
2
13
7'
8
4
11
3
14
6
Als ik me nu los maak,
dan hoef ik niet te vallen,
dacht het straaltje
Ik laat me langs de grote
stralen naar beneden glijden.
En zo gebeurde. Het ging zo
hard, dat hij bijna in brand
vloog van de warmte. Gelukkig
kwam hij horizontaal neer,
want anders zou het straaltje
heel diep de aarde in geschoten
zijn. Nu nog moest hij zich een
beetje uitgraven. Toen het
straaltje zich afgeslagen had,
kon hij zijn ogen niet geloven.
Was hij dat? Hij schrok. Hij
glinsterde helemaal niet meer.
Do4 was hij, dof en grauw.
O, wat heb ik gedaan,
kreunde hy.
Maar al gauw vergat hij zijn
verdriet, want er was zoveel te
zien op aarde.
Ik kan altijd weer naar
boven klimmen, dacht hij.
Dat wilde hij ook doen, toen
hij de hele dag had rondge
zworven. Maar hoe hij het ook
probeerde, hij kwam niet hoog.
Hij werd te moe en telkens
gleed hij terug.
Pats pats klets klats. Het re
gende! O, o, o wat voelde het
zonnestraaltje zich ongelukkig.
Het probeerde te schuilen on
der een varenblad, maar dat
lekte. Heel zielig en diep in
elkaar gedoken zat het zonne
straaltje te bibberen van kou
en narigheid.
Straks gaan de stralen ergens
anders heen, dan wordt het hier
nacht, wist het straaltje. Ik
moet zien, dat ik een huisje
krijg, dan kan ik daar slapen.
Gelukkig werd het gauw
droog Het straaltje ging op
pad. Hij liep een heel eind.
Ik zal het aan de bloemen
vragen dacht hij.
Klaproos, mag ik van
nacht in je huisje slapen? Ik
zonnestraaltje en ik
heb het zo koud.
De klaproos werd boos.
Houd maar een ander
voor de mal, maar mij niet. Ik
luister niet naar jokkebrokken.
Je dacht zeker, dat ik niet wist
hoe een zonnestraal er uit ziet
hè? Ga maar door hoor. De
klaproos vouwde haar blaadjes
dicht.
Bedroefd ging het straaltje
ik ben weggelopen en nu heb
ik het zo koud.
Natuurlijk mag je hier slapen
Ik ben alleen niet zo erg g!-oot.
Of je nu een zonnestraaltje bent
of niet, maakt voor mij geen
verschil. Kom maar gauw bin
nen. Je zult je alleen een beetje
op moeten rollen.
Zo vlug hij kon, klom het
straaltje naar boven. Hij was
te moe om nog te praten en
meteen viel hij in slaap. Het
bloempje sloot de blaadjes.
De volgende ochtend was er
iets wonderlijks gebeurd. Op
de plaats waar het kleine on
ooglijke bloempje gestaan had,
stond nu een plant met grote
bladeren, aan een stevige sten
gel en bovenop stond een
prachtige bloem, heel groot, met
een bruin hart en grote gele
blaadjes.
Het straaltje werd wakker
Kom Suus, dan gaan we paard-je spe-len. Hier zijn
de teu-gels. Jij bent paard. Pas op, dat je niet stei-gert.
Een poos-je spe-len zij heel pret-tig. Maar het paard
Suus wordt moe. Zij loopt weg.
Het is veel leu-ker, denkt Suus, om touw-tje te
sprin-gen. Daar is de teu-gel ook ge-schikt voor. En
Guus? Hij kan er niets aan doen.
(Niet alleen voor
meisjes)
DEN je pas aan het strand ge-
JJ weest? fcïou, als je dan nog
eens gaat, neem dan een tasje
zak of mandje mee en ga schel
pen en slakkenhuisjes zoeken
Neem ze mee naar huis en maak
er kettingen en armbanden van
Behalve de schelpen heb j(
van een reuzenlawaai. Dat was
de bloem, die juichte
Kijk eens, kijk eens hoe
ik gegroeid ben. Kijk toch eens!
Kijk toch eensHet straaltje
keek over de rand naar be
neden. Hij was wel meer dan
een meter van de grond.
Dat heeft de zon gedaan,
dacht hij. Omdat het kleine
bloempje zo goed is geweest mij
binnen te laten.
Het straaltje had ook plezier,
toen hij zag, hoe blij de bloem
was. Hij begreep wel, dat hij
niet meer terug zou kunnen
naar boven. Maar hij vond het
helemaal niet erg. Hij bekeek
zich eens en het was net alsof
hij al een beetje meer begon
te glanzen. Hij zou fijn in de
bloem blijven wonen.
En omdat de bloem zoveel
op de zon leek, hebben de men
sen hem de naam zonnebloem
gegeven.
JE zou het misschien niet ge
loven, maar de mensen in
het stenen tijdperk hadden
een reuze handige manier om
vissen te vangen, bijna zp han
dig als tegenwoordig.
Twee mannen vonden een
paar stokken. Ze bonden deze
aan elkaar met boombast. Zo
kregen ze aalkorven, die zo
goed bewaard zijn gebleven,
dat je duidelyk kan zien hoe ze
gemaakt zijn.
De mensen uit die tijd ge
bruikten dunne takken. De
korven waren ongeveer 1'/,
meter lang. De achterkant liep
in een punt uit en was, net als
nu, vastgemaakt aan een paal in
het water. De nauwe opening
sloot met een houten blok, aan
de opening bevestigd met buig
zame wilgentenen, Door deze
opening werd de vis er uitge
haald.
Men wist gebruik te maken
van de elasticiteit van het wil
genhout, zodat iedere keer als
een aal de korf binnen zwom
deze automatisch werd gesloten
nodig een beetje gips, wat raffia
en lijm. Knip nu van de raffia
zoveel stukjes van twee cm, als
je schelpen wilt gebruiken(fig. 1)
Leg de schelpen op tafel in de
zelfde volgorde als je ze voor de
ketting of armband wilt hebben
Maak nu eerst het gips klaar
Je kunt het als poeder kopen
Meng het met water in een
schoon kommetje. Goed roeren
en zorgen, dat er geen klontjes
blijven. Het moet een glad papje
worden. Maak niet te veel, wanl
als het gips eenmaal hard is
kun je het niet meer zacht
maken.
Vul nu de schelpen met gips.
gebruik er een lepeltje voor.
Duw dan in het gips van de
schelp, die je het eerst vulde, de
raffia, dubbel, zo dat er een
kleine lus uitsteekt (fig. 2). Doe
dit ook bij de andere scheipen en
laat ze drogen tot de volgende
dag.
Probeer dan voorzichtig of
het gips droog is. Bedek het dan
met een dup laagje lijm en als
dat ook droog is, zijn je schel
pen klaar om aangeregen te
worden. Hiervoor kan je ook
yel raffia gebruiken. Je kunt
de schelpen nog vernissen Op
fig. 3 en 4 zie je enkele voor
beelden.
Jongens zullen het ook wel
leuk vinden met de scheipen te
werken. Zij kunnen er cadeau
tjes van maken of voor zichzelf
een dasspeld. Inplaats van de
raffia-lus moet je dan een speld
gebruiken.
Mag ik even je rijbewijs zien
In de hokjes, waarin de cijfers staan, woorden in te vullen, die betekenen: a. Rang.
b. Handvatsel. c. Deel van een huls. d. Troep. e. Iemand de achting geven, welke hem
toekomt (oude spelling), f. Bekend eenhoevig zoogdier, g. Hoog bouwwerk, h. Een rede
lijke maat niet te boven gaande.
Dezelfde cijfers duiden dezelfde letters aan.
In de vrij gebleven hokjes woorden in te vullen, die in onderstaande letterparen zijn
verborgen: ac, bo, ci, dd, el, en, er, er, er, er, fo, ht, In, it, le, mi, rc, rm, ru, tk, tt,
ui, us, ijk.
Bij, juiste invulling ontstaan in de horizontale rijen samengestelde woorden, terwijl
men in de eerste verticale rij de naam van een gemeente in Het Gooi leest.
gesteld. Op het adres vermelde men: Puzsle-
rubriek. Over deze rubriek wordt niet
Oplossingen van deze puzzle moeten uiter
lijk Donderdag a.f. in ons bezit zijn. Voor
goede oplossingen worden een prjjs van 5
en twee prjjzen van 2.50 beschikbaar
gecorrespondeerd.
i Korenbloem, mag ik van
nacht in je huisje slapen?
Ik heb geen plaats, ant
woordde de korenbloem en
draaide zich af. Het straaltje
vroeg het nog aan een hele
boel andere bloemen, maar zij
weigerden allemaal.
Het huilen stond het straal
tje nader dan het lachen.
Daar stond een heel klein
bloempje. Het had gele blaad
jes en een bruin hartje. Daar
zal wel'geen plaats zijn, dacht
het straaltje maar hij vroeg het
toch.
Bloempje mag ik in je
huisje overnachten Je zou het
misschien niet geloven, maar ik
ben een zonnestraaltje. Weet je,
Wereldkampioen hoogspringen!
Weet je wie dat is. Lach niet!
De vlo. Hij kan 200 maal zijn
eigen lengte springen, In één
sprong. De sprinkhaan springt
maar dertig keer zijn lengte en
de springende mtfis haalt het
vijftien keer, ook nog best de
moeite. Het is maar goed, dat
er een overeenstemming bestaat
Dit is een scheepje, daar kun
je mee varen, Over de baren,
zonder gevaren.
JAAP KWIST, 9 JAAR.
Gescheiden madeliefjes
Vie je, een veld vol madeliefjes.
*-* Er speelt een meisje. Zij
heeft vier stokken. Opeens
krijgt zij een idee. Als zij nu
tussen de grootte van de dieren
en hun spnngcapaciteiten. Stel
je voor, dat een leeuw of een
tijger evenveel keer zijn lengte
zou kunnen springen als een
vlo. Ze zouden dan maar drie
of vier sprongen nodig hebben,
om een kilometer af te leggen.
eens probeerde de vier stokken
zo te leggen dat het veld in tien
stukken was verdeeld en wel zo,
dat in ieder deel een verschil
lend aantal madeliefjes stond.
Eén madeliefje in één stuk. twee
in een ander, drie in nog een
ander, dan vier enz. tot tien
Het lukte haar. Probeer jij het
ook eens!
JettieWat is de verleden
tijd van komkommersla
BettieWeet Ik niet.
JettieKwamkwammersloeg
Los eerst de puzzle maar op.
Eerder sta ik niet op
Horizontaal: 1. voorzetsel, 2.
voorvoegsel, 3. vervoeging van
het werkwoord gaan, 5. effen
wollen weefsel, 9. heeft een
schip4 10. voorzetsel, 12. vernis,
14. muzieknoot, 15. kaasworm,
18. de voeten verzetten, 20. ver
driet.
Verticaal: 1. voegwoord, 2.
telwoord, 3. voornaamwoord, 4.
voorvoegsel, 6. slede, 7. dier van
de tekening, 8. dijkje, 11. lengte
maat, 13. huisdier, 16. dokter
(afkorting), 17. meisjesnaam,
19. lidwoord.
ZO WAS HET
Oplossing; horizontaal1. om,
2. af, 3. ga, 5, laken, 9. ra, 10.
te, 12. lak, 14. mi,«.15. made, 18.
treden, 20. leed.
Verticaal1. of, 2. al, 3. ge,
4. ant, 6. ar, 7. kameel, 8. dam,
11. el, 13. kat, 16. dr, 17 Kee,
19. de.
Horizontaal: 1. ijsbeer. 6.
sla, 7. Klaas, 10. lt., 12. stap. 13.
dra, 15. ra, 16. troep, 17. Dr
Verticaal: 1. ijlt, 2. sa. 3.
e.k., 4. "els, 5. rat. 6. slot, 8.
aard, 9. spar, 11. are, 13, do.
14. A.P.
ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1951
EERSTE BLAD - PAGINA 3
f/at zou de wereld er anders uitzien als
de mensen wat verdraagzamer wa
ren, hoort men wel eens verzuchten. Wie
geen vreemdeling in Jeruzalem is en met
beide benen in het volle leven staat,
ervaart bijna dagelijks dat deze verzuch
ting niet misplaatst is, want telkens weer
wordt men geconfronteerd met talrijke
gevallen, waarbij de ene mens de andere
niet welgezind is, ook al ziet hij hem voor
het eerst in zijn leven en heeft deze hem
nooit een strobx-eed in de weg gelegd. Er
is voor velen weinig aanleiding nodig de
medemens verwijten te maken voor een al
0f niet vermeende onvoorzichtigheid
wgarvan men het „slachtoffer" is gewor
den. Er is weinig voor nodig een ander
iets te verwijten dat de moeite van het
verspillen van woorden en het samenstel
len van een verwijt niet waard is. En hoe
snel licht ontvlambare gemoederen een
kleine oorzaak tot een groot gevolg op-*
blazen, is kort geleden weer eens gebleken
bij de incidenten met Ambonnezen in
Middelburg Er is niet eens „een smartend
woord dat de toorn doet oprijzen" zoals
ln de Spreuken geschreven staat voor
nodig om mensen en zelfs volken tegen
elkaar in het harnas te jagen. Onverdraag-
zttmheid is het grootste euvel van onze
samenleving.
Nu is het erg moeilijk en vergt het veel
zelfbeheersing een opvliegend karak
ter in toom te houden, zich in te denken
dat de hinder, die men van een ander
ondervindt een gevolg is van een kleine
slordigheid of onbedachtzaamheid, zeker
niet zo gemeend als het zich voordoet. Dat
inzicht kan veel narigheid voorkomen en
de verdraagzaamheid bevorderen.
Een zacht woord keert de grimmigheid
af. Dit is een waardevolle uitspraak al
wórdt er soms veel van ons gevergd dat
zachte woord voort te brengen als het
harde woord reeds rond onze lippen
zweeft.
Want achteraf moeten wij dikwijls, als
wij eerlijk met onszelf te rade gaan, tot de
erkenning komen, dat wij ver gebleven
zijn van het Christelijk ideaal, het beoefe
nen van de naastenliefde.
Dat houdt ook in het beoefenen van de
verdraagzaamheid, de zelfbeheersing, het
geduld ten opzichte van hen die, al, of niet
met opzet, dat geduld op zo zware proef
stellen. Wij eisen veel te dikwijls iels van
anderen voor wij genegen zijn in te bin
den. Te weinig geven wij zelf het goede
voorbeeld.. En wij vergeten dat naast alle
goedbedoelde middelen, die worden aange
geven om de verhouding tussen de volke
ren te verbeteren, wij dat ene grote
middel, de verdraagzaamheid, voor het
grijpen hebben en cr achteloos aan voor-
bijgaan.
TTET letterkundige leven van een volk is niet een zaak, die alleen maar van een
aantal begaafde personen afhangt. Met andere woorden: een volk is niet duidelijk
te verdelen in litteraire producten en consumenten (plus onverschilligen). De consu
menten spelen zonder het te weten in het productieproces mee. Zij maken samen met
de talenten een „klimaat". En als dat klimaat op een bepaalde manier gunstig uitvalt
voor dit of voor dat, dan wekt dat in het kamp van de consumenten creatieve krachten,
die de gunstige wind in de rug krijgen en onder hoerah-geroep overzeilen naar het
kamp van de producenten. Daar vertegenwoordigen zij dan een nieuw verschijnsel,
waar ledereen verheugd mee is. Zo'n nieuw verschijnsel In de Nederlandse letteren is
de humorist e. Grappig ls het, dat wij er ineens verscheidenen hebben, die mogen
meetellen. Humoristische vrouwen bezaten we sinds mensenheugenis in onze litteratuur
niet, en we bezitten er nu drie van onbetwiste kwaliteit! Het zijn Henriëtte van
E y k (die de oudste rechten op erkenning heeft), A n n 1 e M. G. Schmidt (de jongste)
enlnavandenBeugel, die wel niet zo begaafd is als de anderen, maar er toch ook
bij hoort.
T\e moderne humoriste ls niet te verge-
J lijken met haar zuster-schrljfster van
vroeger, die óók gevoel voor humor mocht
hebben, maar er uiterst bescheiden mee
moest zijn. Dat was een ongeschreven wet.
een klimatologisch feit. Een vrouw, die zich
te buiten wilde gaan aan grappigheid, mocht
niet aan de officiële litteratuur
In 24 uur per bromfiets
naar Parijs
Vier bromfiets-rijders uit Zeist, die Don
derdagmorgen elf uur uit hun woonplaats
vertrokken zijn om een non-stoprit Zeist—
Parijs te rijden, zijn Vrijdagmorgen om
elf uur in Parijs aangekomen. Met een
motor met een maximum snelheid van 22
km per uur hebben ze het gepresteerd bin
nen 24 uur een afstand van vijfhonderd km
af te leggen. De equipe bestond uit de he
ren Kruis, Hamers, Schimmel en Koster.
't Werd niet genomen. Ze moest dan maar
kinderboeken schrijven en zich Cissy van
Marxveldt noemen.
Wie zal zeggen hoeveel penetrant gevoel
voor humor vroeger jaren in de vrouwen
wereld onderdrukt werd
Maar de vrouw deed aan die onderdrtxk-
king zelf mee Zij voelde intuïtief, dat zij
haar geheimen zou prijsgeven, als zij
creatief in de humoristische litteratuur
zou stappen, want dan zou zij onthu.llen,
hoe het mechanisme binnen in haar jfeest
functionneBrt, dan zou zij het mysterie
verraden van haar gevoelsassociaties, dan
zou zij letterlijk een open boek worden, iets
wat niet zo gauw het geval is als men kop
jes thee-romans schrijft, of historische ro
mans, of hooggestemde gedicfiten. Want
niets ontmaskert een mens -meer dan de
wijze, waarop hij of zij de humor hanteert.
Dus de vrouw bleef graag een mysterie,
't Was haar kracht, een mysterie te zijn.
Op het toneel waren vrouwen met gevoel
voor humor echter al een eind op weg om
het mysterie Vrouw transparant te maken.
Maar zij volgden daarbij mannelijke ziens
wijzen want de goede toneelschrijvers wa
ren altijd mannen.
Thans evenwel is de emancipatie zo ver
voortgeschreden, dat voor de vrouw het
gunstige klimaat is ontstaan niet alleen
hier. maar ook elders in de wereld) om zélf
met de onthulling van haar eigen mysterie
voort te gaan. De vrouw heeft op zoveel
gebieden, die eens des mans waren, gezag
verworven, dat zij het zonder schade kan
doen. Trouwens, al geeft nu de vrouw in de
litteratuur onbewimpeld het geheim van
haar vi6ie op alles wat haar interesseert
prijs (dat is vooral zo bij Annie M. G.
Schmidt en bij Ina van den Beugel), en al
onthult zij vrijelijk en uitbundig (zoals Hen
riëtte van Eyk dat kan) haar denk-mecha-
nisme, ze weet met feilloze intuïtie allang
weer, dat zij desgewenst een mysterie
b 1 ij f twant er bestaat nog altijd zo iets
als een onderbewustzijn en dat hoedt zij
zorgvuldig voor inkijk, daar geeft zij niet
meer van te raden dan knappe mannen in
dikke studieboeken ontdekt hebben.
TVTATUURLIJK is bovenstaande gang
zaken met betrekking tot het nieu
„In het meer der kunst spiegelen zich de wolken van den tijd", schreef Just Havelaar
eens. Het zou eigenlijk vreemd zijn, als het anders was, als we de kunst moesten beschou
wen als een hermetisch gesloten gebied, waarin geen enkel levensverschijnsel, op welke
manier dan ook, toegang zou vinden. Doch het kan van belang zijn te constateren, dat
de kunst in bepaalde gevallen op het leyen vooruit kan zijn en omgekeerd. Soms blijkt
de oppervlakte van het meer verduisterd te worden door wolken waarvan binnen de
gezichtskring van de tijd overigens nog maar weinig te bespeuren valt, soms zijn er
duizenden wolken van dezelfde formatie over het meer getrokken, vóór het te spiegelen
begint.
Neem een eenvoudig verschijnsel als het trekken per fiets, waaraan de jeugd zich
laten we zeggen: sinds 1920 in stijgende mate overgegeven heeft. Het is niet aan te
nemen dat er onder al die trekkers van de eerste jaren geen enkele aankomend dichter
geweest is, maar het heeft toch tot 1940 geduurd voordat de belevenissen en ervaringen
van een trektocht in de poëzie hun neerslag kregen. Toen verschenen namelijk de eerste
bundels van L. Th. Lehmann, voor wie de fiets werkelijk een onafscheidelijk attribuut
„Rijdt u maar aangenaam door mijn geschriften,
mijn fiets is de getuige van mijn driften."
Een dang niet onbelangrijk gedeelte van zijn werk wordt ingenomen door gedichten,
die de herinnering bevatten aan een trektocht door Denemarken en daarmee deed dan
de wereld van de sportieve jongeman, met attributen als training, jeugdherberg, rugzak
en tietsvla g, zijn intrede in de SKIVE
Wat Lehmann kenmerkt, is zijn Hier kent men heel het jaar peen zomerdagen,
buitengewone kijkhonger, bepaalde geen wind rekt nog tot hier zijn zwakke vlagen.
aspecten van een landschap blijken
hem met meer dan gewone scherpte In 't open fjord gaan land en water onder
bij te blijven. Doch achter die ogen- in Thule'sgrauwe nevelwolken, zonder
lust is een critische geest werkzaam,
die hem voor het gemakkelijke dat een avonturier de einder vindt.
enthousiasme der trekkers behoedt. Verroeste spoorrails lopen dood in 't grint;
Hij kijkt met aandacht, doch zijn
overgave is nooit zo groot of er blijft Zij komen van de teruggetrokken stad.
ruimte voor een afstandnemen, iro- Een fordtruck staat, alsof men hem vergat,
nisch, cynisch soms.
Een gedicht als Skive" b v„ waarin «oor een lood. tussen Mee smalle bomen:
een vissershaventje onder de trooste- P>"" 'ew"d '"IstietV en dromen.
lose regens van het Noorden geschil- mier tantaarns, uit tater
JetorTn DttVedS U MW"t goel
de school van SJauerhoff, doch terwijl Twee jonge mannen meren 't vast en vluchten
deze een dergelijk beeld van ver- jncI ÜQOr hun eigen ttemDe koude lucht en
latenheid zou gebruiken als uitdruk
king van de eigen grondstemming, is de nevel nemen ook bezit der kade.
dat bij Lehmann niet gebeurd. Het haven is tot winterslaap verlaten.
is een momentopname, als zodanig
.cherp en Indringend, ma» meer dan Thnle - d« oudheid: naam voor w.t men dacht
een voorbijgaande stemming van de het woordelliltste eiland te- aUn: waarschijnlijk
dichter spiegelt het niet. IJsland. Hier: het Noorden.
Uit: „Verzamelde Gedichten". L. TH. LEHMANN.
van
met betrekking tot het nieuwe
verschijnsel ln onze litteratuur, de pur sang
humoriste, schematisch, mannelijk schema
tisch. Maar in een letterkundige kroniek
moet dat zo. We zijn er niet mee klaar als
we de „Impressies van een sim
pele ziel" van Annie M. G. Schmidt,
waarvan de N.V. Em. Querido's Uitgevers
mij te Amsterdam na korte tijd ai een
tweede druk moest laten verschijnen, ln de
boekenkeur af doen met een paar opge
togen woorden. We vieren met zo'n boekje
min of meer een cultuurhistorisch feest
Er is een mijlpaal mee bereikt. Het is het
uur van het grote démasqué, het uur van
het verscheuren van de voile, 't Hopdt he
lemaal verband met het klimaat, dat ook
mannelijke auteurs als Caldwell, Miller,
Williams, Van 't Reve, Hermans en Mala
parte toestaat, „het nu maar eens even te
zeggen". De vrouw geniet daarvan mee en
doet het elegant en fris, vooral fris, omdat
zij voor 't eerst eigenlijk pas goed haal
kans krijgt en grijpt. Maar weinig schets
jes over de meest uiteenlopende onderwer
pen verraden in Annie Schmidts bundel,
onder hoge druk van periodieke publicatie
te zijn geschreven. Verreweg de meeste
lijken met overleg te zijn uitgewerkt. Over
leg is iets waar een litterair scheppend
kunstenares toch nooit buiten zal kunnen.
Het sprankelendste proza ls geboren uit een
huwelijk tussen spontaneïteit en vlijt.
In elk geval ls de verschijning van de
„Impressies van een simpele ziel" in onze
litteratuur een gebeurtenis.
TJENRIëTTE VAN EYK heeft, zoals ge-
zegd, oudere papieren dan Annie M. G.
Schmidt. Met haar briljante proza-werken
verrijkte zij onze litteratuur al ver voor
de oorlog. We herinneren aan „De kleine
parade" (I en II) en aan „Gabriël, de ge
schiedenis van een mager mannetje" Met
dit laatste won zij in 1937 al de C. W. van
der Hoogtprijs van de Ned. Mij der Letter
kunde.
In 1938 verscheen van haar hand een bun
deltje St. Nicolaas- en Kerstverhalen ,A 1 s
de wereld donker is Dat bun
deltje, uitgebreid met andere verhalen die
in de maand van de intieme feesten vallen
is herdrukt in de Salamander-reeks van de
N.V. Em. Querido's Uitgeversmij, te Amster
dam.
De techniek, waarin Henriëtte van Ev1
haar verhalen schrijft, lijkt vlot. Maar die
techniek fs integendeel zeer overwogen
want Henriëtte Van Eyks geest is kristal
helder. In de grilligste gedachten-verbin
dingen tintelt haar briljant Intellect, 't Is
alleen jammej, dat aan de verhalen te wei
nig plan ten grondslag ligt. Ze schijnen
pas onder het schrijven hun richting
hebben gekregen. Dat maakt ze over het
algemeen wat rommelig. In die rommelig
heid heeft de schrijfster echter voortdurend
humor van de verfijndste soort uitgezaaid.
Elk verhaal is daardoor een rotstuin vol
fascinerend gewas geworden. Het verhaa'
van „De Donkerte", dat deel van de bun
del uitmaakt, gaat het diepst. Dit schittert
niet alleen van de vondsten, het hee-'t ook
een verticale veerkracht, die aan het mooi
ste werk van de sprookjessem ijver Ander
sen doet denken, 't Is alleen moderner,
vernuftiger, surrealistischer, en vooral zin
rijker in situaties, die oppervlakkig bezien
volkomen absurd lijken.
Nu is Henriëtte van Eyk met haar eru-
ditg humor niet altijd typisch vrouwelijk.
Doch haar werk openbaart wel de feilloos
functionnerende denk-machlnerie van een
intelligente aanvoerster der vrouwelijk*)
avant-garde.
Zij past geheel in het geestelijke klimaat,
dat producenten èn consumenten in ons
litteraire levtn hebben geschapen een kli
maat. dat kwade kanten heeft, maar ook
goede. En een goede kant is: de geboorte
van de humoriste.
W. WAGENER
(Advertentie)
HUn1ErTÖ75
HUNTER DE LUXI
Prettig*
sn,
Bijzonder ondoorzichtig is de Uit
drukking. met spek schieten. De be-
tekenis kent iedereen: opscheppen,
overdreven. Maar de oorsprong is
niet alleen voor de gewone taalge
bruiker, maar ook voor de taalvor
ser duister. Een sprankje licht brengt
een 17e eeuwse verzameling van ter- s
men aan het zeewezen ontleend, i
Daarin wordf medegedeeld dat men J
vijandelijke schepen beschoot met
van spek voorziene brandkogels. In
de houten schepen van die tijd kon
door het brandende spek natuurlijk
gemakkelijk brand worden veroor
zaakt. De ontwikkeling tot de bete
kenis, die de uitdrukking nu heeft, zou
men zich dan ongeveer ais volgt
moeten denken: in brand schieten
met grof geschut schieten gewel
dig aanvallen een „uitbrander" ge
ven grote woorden gebruikqn
overdrijven, bluffen. Het kan best J
waar zijn, maar enige zekerheid heb- J
ben uiy daaromtrent niet, Teksten W
waarin de uitdrukking voorkomt in
een der „tussen-betekenissen", zijn
ons niet overgeleverd.
Prof. Soepomo door ministers
ontvangen
Prof. Soepomo en zijn adviseur, mr Zain,
die Donderdag in Nederland zijn aangeko
men om informele besprekingen te voeren
over de omzetting der Unie in een gewoon
internationaal verdrag, zijn Vrijdag achter
eenvolgens ontvangen door de minister
president, dr W. Drees, en door de minister
van Buitenlandse Zaken, mr D. U. Stikker.
De besprekingen met de Nederlandse rege
ring zullen Dinsdag a.s. beginnen.
(Advertentie)
V zult raércens „kiplekker"
olt bed sprlageii.
Elke aag moet uw lever een liter gal in
uw Ingewanden doen stromen, anders ver
teert uw voedsel niet. het bederft. U raakt
verstopt, wordt humeurig en loom. Neem
de plantaardige CARTER'S LEVBRPIL-
LETJES om die liter gal op te wekken en
uw spijsvertering en stoelgang op natuur-
Een plantaardig
)n om de gal te
Carter s LeverpiUetjes.
De E.C.A., die medewerking heeft ver
leend aan het programma van de Antwoord
man, zal deze beëindigen, omdat gebleken
is, dat er bezwaren bestaan tegen de ma
nier, waarop voorlichting werd gegeven. De
E.C.A. had verwacht, dat dit populaire en
onderhoudende programma een waarde
volle bijdrage zou vormen tot het
kweken van een beter begrip voor
belangrijke kwesties, die betrekking hebben
op de gemeenschap van vrije volkeren,
waartoe zowel Nederland als de Verenigde
Staten behoren. Om zelfs de geringste vorm
van misverstand over de bedoelingen van
de E.C.A. welke organisatie de Neder
landse luisteraars alleen maar een informa
tief programma wilde aanbieden uit de
weg (e ruimen, heeft de E.C.A.-missie be
sloten, haar medewerking aan het Neder
landse Antwoord-man-programma te be
ëindigen.
De E.C.A. verklaart met nadruk, dat de
A.V.R.O., die het programma in kwestie
heeft uitgezonden, niet verantwoordelijk is
voor het besluit tot staking er van. Deze
omroepvereniging is eveneens van mening,
dat de serie uitzendingen van grote waarde
is geweest.
Zij heeft daarom besloten, aldus deelde de
heer Vogt desgevraagd aan het A.N.P.
mede, de uitzendingen voort te zetten onder
dezelfde naam, tenzij dit als gevolg van be
paalde auteursrechten niet mogelijk zou
zijn. Of het programma door dezelfde per
sonen als tot dusverre zal worden verzorgd,
is nog niet bekend.
Voor de president van de Haagse recht
bank zal Maandag a.s. een kort geding die
nen, dat door vier bestviursleden van de
vereniging „Aristo" te 's-Gravenhage tegen
de Staat der Nederlanden aanhangig ls ge
maakt.
In de dagvaarding stellen eisers o.m., dat
het optreden van justitie en politie ten aan
zien van de bovengenoemde club onrecht
matig is geweest en dat de Staat der Neder
landen zich zal onthouden van elk ingrijpen
in het bestaan der vereniging. Voorts dat al
hetgeen in beslag is genomen aan eisers zal
wórden teruggegeven en alles in de oude
toestand zal worden hersteld tot de rechter
in deze een beslissing zal hebben genomen.
Aristo eist een dwangsom van 10.000 gul
den voor iedere dag, dat gedaagde in ge
breke blijft te voldoen aan of in strijd han
delt met een door de rechter te nemen
beslissing.
Nederlandse landbouwattaché's
eijn in Den Haag te spreken
De Nederlandse landbouwattaché's uit
België, Brazilië, Denemarken, Noorwegen,
Duitsland, Engeland, Frankrijk, Hongarije,
Italië, de Verenigde Staten van Noord-
Amerika, Zweden en Zwitserland zullen
voor de jaarlijkse vergadering van de
buitenlandse dienst in de eerste helft van
September in ons land aanwezig zijn, ten
einde over gemeenschappelijke en speci
fieke problemen van gedachten te wisse
len. Daarbij bestaat ook gelegenheid voor
nader contact met het bedrijfsleven.
Belanghebbenden, die met een of meer
der attaché's agrarische aangelegenheden
wensen te bespreken, wordt daartoe gele
genheid geboden op Dinsdag, 11 Septem
ber 1951. Daartoe strekkende schriftelijke
verzoeken, onder opgaaf van het te be
spreken onderwerp, dienen uiterlijk 1
September a.s. aan de afdeling Algemene
Zaken van de Directie van de Landbouw,
Boorlaan 4, 's Gfavenhage te zijn inge
zonden.
A/finister Lieftinck heeft zich in de
A Eerste Kamer vrij optimistisch over
de financiële toestand van Nederland
uitgelaten, maar de Amsterdamse beurs
heeft er niet in het minst op gereageerd.
Integendeel, de staatsfondsenmarkt, die
reeds lange tijd slecht ligt, heeft ook
deze week weer een hoogst ongeani
meerd verloop gehad $n de toch reeds
zo gehavende koersen zijn opnieuw ge
daald. Het meest sprekende voorbeeld
levert de 3V»% Lening 1951, welke ruim
vier maanden geleden werd uitgegeven
a 100% en waarop, zoals men zich her
innert, toen slechts een zeer gering be
drag werd ingeschreven. Half Juli no
teerde deze lening nog bijna 96%, thans
is de koers tot 92'/.% gedaald. Voorts
zijn de 3% Investeringscertificaten
sinds genoemd tijdstip van 91 tot 87'/i%
teruggegaan. Nog een daling va» 1%
en ze staan op een rendementsbasis van
4'/«%, een percentage dat de laatste tijd
trouwens reeds voor hypotheken wordt
betaald en waarmee naar sommiger
mening de top nog niet is bereikt.
Wij wagen ons niet aan voorspellingen,
doch constateren slechts dat van beleg
gingsaankopen op de beurs nog weinig
sprake is en de koersen vermoedelijk nog
'lager zouden zijn, als de kynstmatige weer
stand in de vorm van aankopen voor be
lastingdoeleinden en inkoop door de Staat
niet bestond. De particuliere belegger heeft
zich meer en meer van obligaties en met
name van staatsobligaties afgewend, niet
alleen omdat een stijging van de rentestand
werd verwacht, maar ook omdat het ver
trouwen in het staatscrediet door de finan
ciële politiek van de regering ernstig is ge
schokt. Ook in de Eerste Kamer is wel ge
bleken dat men daarop allerminst gerust
is, ook al heeft de Minister van Financiën
zijn f245 millioen belastingen er door ge
kregen. Want deze belastingverzwaring,
welke met een versnelde inning gepaard
gaat. betekent een nieuwe aanslag op de
bedrijfswinsten, zowel als op de liquiditeit
van de Nederlandse bedrijven, welke ln
De Koningin heeft Vrijdagmiddag een
bezoek aan de Stichting Hoenderloo ge
bracht, waar voogdijpupillen, regeringapu-
pillen jongens, die ter beschikking van
de regering zijn gesteld kinderrechtcr-
pupillen worden verzorgd.
In de studeerkamer van de directeur gaf
mr M. B. van de Werk, voorzitter van de
Stichting, een korte uiteenzetting van de
arbeid, die op de Stichting wordt verricht,
waarna met de rondgang werd begonnen.
De Koningin bezocht allereerst de tuin,
de bloemisterij en een der kassen, vervol
gens de werkplaatsen en tenslotte de boer
derij.
In de directeurswoning De Heibuit terug
gekeerd werden de bestuursleden van de
Stichting Hoenderloo, onder wie de ere
voorzitter, mr H. de Bie sr, aan Hare Ma
jesteit voorgesteld. De Koningin onderhield
■ich o.m. met de leden van het personeel,
uie haar inlichtingen gaven over hun werk
zaamheden op de Stichting.
Bij het vertrek van De Heibuit werden
de Koningin een door de bloemisterij ver
vaardigd bloemstukje aangeboden en een
op de smederij-bankwerkerij door jongens
gemaakt koperen wandlampje. Toen de
vorstin h?t terrein der Stichting verliet
stonden langs de weg de gehele stichtings
bevolking en de leden van het personeel
met hun kinderen.
Het honderdjarig bestaan van Hoenderloo
wordt 6 September herdacht; 7 September
is de dag voor de jongens en 8 September
wordt een reünie gehouden voor oud-leer
lingen en oud-leden van het personeel. He»
aantal pupillen bedraagt op het ogenblik
260. Bovendien worden er onder hoede
der Stichting nog 50 jongens in gezinnen
verpleegd.
Meer emigjrantenvluchten
naar Canada
Gezien de stijgende belangstelling voor
emigratie naar Canada en de toenemende
vraag naar luchtvervoer door emigranten
zal de K.L.M. deze maand in totaal negen-
atien emigranten vluchten naar Canada
uitvoeren. Tot nog toe werden gemiddeld
vier k vijf van deze vluchten per maand
gemaakt. Verwacht mag worden dat ook
in de maand September de K.L.M. in staat
zal zijn een groot aantal vluchten ten be-
hoeve van de Canada-emigranten te ma
ken.
vele gevallen op dit punt reeds met grote
moeilijkheden hebben te kampen.
TJet Econ. Instituut voor de Middenstand
heeft er dezer dagen op gewezen dat
de jongste „prijzenslag" voor een goed deel
het gevolg was van gedwongen liquidatie
van voorraden beneden de inkoopsprijzen,
teneinde het bedrijf in stand te houden. Het
is echter duidelijk, dat op deze wijze het
bedrijfskapitaal vermindert en derhalve
ook de bedrijfsomvang inkrimpt, hetgeen
ook op de grote bedrijven zijn invloed niet
kan missen. Uit de jaarverslagen, welke
over 1950 zijn verschenen, blijkt trouwens
dat oo(c tal van grote ondernemingen, welke
in het afgelopen jaar nog zeer bevredigen
de winsten hebben behaald, moeite hebben,
met de liquiditeit en dat op een moment,
waarop nieuw geld niet of nauwelijks is te
krijgen. Hier en daar heeft men dan ook
reeds zijn toevlucht moeten nemen tot het
sluiten van onderhandse hypothecaire lenin
gen en vooral de sinds de laatste jaren op
gerichte ondernemingen en die, welke grote
bedragen voor vernieuwing en uitbreiding
hebben uitgegeven, zitten vandaag alles
behalve gemakkelijk.
W/anneer Minister Lieftinck thans klaagt
*7 over te grote investeringen bij het be
drijfsleven in 1950 f 1250 millioen tegen
f 1029 millioen in 1949 is dat zeker niet in
elk opzicht billjjk, omdat de drang tot be~
drijfsexpansie steeds van de regering is uit
gegaan en de goedkoop-geldpolitiek daartoe
een der sterkste stimulansen is geweest.
Niet alle bedrijven hebben, zoals bijvoor
beeld de Heemaf e.a., 0e gevaren van die
goedkoop-geldpolitiek ingezien en hun be-
drijfsexpansie beperkt tot de bedragen,
welke door het bedrijf zelf werden opge
bracht.
Bij nieuwe ondernemingen was deze zelf
financiering uiteraard uitgesloten en het is
daarom geen wonder, dat met name de tex
tielindustrie thans grote moeilijkheden on
dervindt, want in deze sector is door oude
en nieuwe bedrijven in 1950 f 139 millioen
geïnvesteerd tegen f 94 millioen jn 1949. Ter-
Wijl met het Econ. Instituut voor de Mid
denstand mag worden aangenomen, dat de
„kopersstaking" van de laatste maanden
en de als gevolg daarvan ontstane prijsda
ling een tijdelijk verschijnsel is, blijft het
vooreerst de vraag of het mogelijk zal blij
ken de export op peil te houden en te ver
groten, nu West-Duitsland en Japan door
de V.S. weer op de been worden gebracht
en reeds bezig zijn de verloren afzetgebie
den in het buitenland te heroveren. West-
Duitsiand heeft reeds een creditsaldo op
zijn handelsbalans, maar niettemin is zijn
quotum bij de EBU (Eur. Betalings Unie)
met een paar honderd millioen dollars ver
hoogd, terwijl Nederland met een verhoging
van 4 25 millioen is afgescheept. Doordien
het tekort bij de EBU over Juli 26.3 mill.
bedroeg (tegen $15.5 millioen ln Juni), ls
het effect van het verhoogde quotum na
genoeg geheel verdwenen en ook in rege
ringskringen wordt verwacht dat lang voor
het einde van de looptijd van de EBU (eind
Juni 1952) het Nederlandse quotum uitge
put zal zijn.
Als het waar is dat de regering, teneinde
het tekort op de betalingsbalans, voor 1951
thans reeds tot f725 millioen gestegen, te
verminderen, het bankcrediet drastisch wil
verminderen, betekent dat niet alleen nieu
we liquiditeitsmoeilijkheden, maar zal ook
de import in belangrijke mate moeten wor
den beperkt, hetgeen ook de exportmoge
lijkheden zal doen afnemen en de Neder
landse handelsbeweging op een lager niveau
zal brengen. De Minister heeft dan ook in
de Eerste Kamer volmondig toegegeven,
dat de uitvoering van het defensieplan en
derhalve het uitgeven van de defensie-op
drachten niet mogelijk zal zijn, wanneer de
financiële hulp van de V.S. minder zal be
dragen dan gevraagd is. Het ie mogelijk,
dat de Minister over andere gegevens be
schikt, maar met cijfers als de bovehstaan-
de, lijkt het ons toch wel wat optimistisch
om optimistisch te zijn.
Dat onze goud- en deviezenvoorraad thans
ca. fl'/t milliard bedraagt, ofwel het dub
bele van de voorraad in 1945, cchijnt welis
waar een geruststellende factor, men ver-
gete niet dat tegelijkertUd ons bezit aan
Amerikanen aanmerkelijk is verminderd
en de schulden aan het buitenland zijn ge
stegen. Terwijl voorts de veel grotere om
vang van de Nederlandse handelsbeweging
ook een grotere reserve noodzakelijk maakt,
zoals destijds ook door de Engelse regering
is betoogd, toen men in de stijging van de
goud- en deviezenreserve, aanleiding meen
de te vinden tot de revalorisatie (een hogere
waardering) van het Pond.
Deze stand van zaken schept thans op en
buiten de beurs een grote mate van onze
kerheid, te groter, nu Minister Lieftinck .in
de Eerste Kamer geen mededelingen heeft
willen doen over de wijze, waarop het te
kort op de betalingsbalans moet worden
gedekt, omdat de eventueel nodige verder
gaande maatregelen „niet voor aankondi
ging vooraf geschikt zijn."
Moeten we ons nu maar blindelings aan
.Vadertje Lieftinck" overgeven?
10)
Onzin, men. Ik weet zeer goed, wat u
bedoelt. U heeft mijn aanbod eenvoudig
aanvaard, omdat er anders niemand was
in een storm loopt men nu eenmaal elke
haven binnen. U denkt, dat Grim^ton Gran
ge niet de meeat geëigende plaats is voor
«en kind om op te groeien en u meent dat
«en oude vrouw, als ik, niet de meest ge
schikte persoon is om hem groot te brengen.
En van uw standpunt gezien, ben ik het
volkomen met u eens, ofschoon het me
nooit duidelijk is. waarom jullie advocaten
nooit eens een rechtstreeks antwoord kun
nen geven.
Hij speelde nerveus met zijn bril.
M'n, waarde jaffrouw Barraclough, ala
Tlw rechtsliund'g adviseur en daarvoor als
rechtskundig adviseur van uw vader, kan
ik deze door u genomen stap, hoezeer ik uw
«delmoedigheid ook bewonder, toch niet
geheel verstandig noemen Zoals ik u ook
trouwens In mijn eerste brief over dit on
derwerp reeds uiteen zette. En al» ik dat
zeg, neem ik niet alleen in aanmerking de
eventuele gepastheid of ongepastheid van
een omgeving als Grimston Grange voor
dit kind De plicht van een zaakwaarnemer
tegenover zijn cliënt is
Laat u dat maar rusten, zei de „oude"
dame droogjes. Waar wilt u eigenlijk heen?
Er kwam een trek van bezorgdheid over
zijn gelaat.
De vader vaft de kleine David.... be
gon hij langzaam, maar zij viel hem on
middellijk in de rede.
Denkt u daar maar niet aan. Die is
dood en begraven. Of zal dat tenminste bin
nenkort zijn.
En toen hij een protesterende beweging
maakte, ging zij door, hem strak aanziend:
Ik weet heel goed, wat u zeggen wilt.
James Prestcrleigh. U wilt mij vertellen,
dat ik een gevaarlijk experiment begonnen
ben, en dat mij dat misschien in de komen
de jaren bitter zal berouwen
U bent mijn cliënte, juffrouw Barra
clough, zei hij met een licht schouderopha
len. en ik herinner mü nu eenmaal, dat er
felijkheid zich maar al te vaak manifesteert.
Het klinkt misschien hard om dat te zeg
gen, maar....
Hier viel zij hem wrevelig in de rede
—Hoor eens even, riep zij uit, kom mij
niet met die quasi geleerde redeneringen
aanzetten. Ik weet niets van kinderen af en
ik heb nooit iets met kinderen te doen ge
had of verwacht, dat ik er nog eens rnee
zou worden opgezadeld. Zij komen in con
flict met mijn zin voor orde en regelmaat en
dat verontrust mij. Maar dat verontrust mij
nog niet half zoveel als het gezeur van een
stel gewichtig doende oude sokkfen, die
met sombere gezichten het hoofd schudden
en mij willen wijsmaken, dat dat arme
kind tot op zekere hoogte verantwoordelijk
moet gesteld, of de gevolgen moet onder
vinden van wat zijn vader misdaan heeft.
En u noemt uzelf een advocaat! U moest u
schamen!
Zfl zag er werkelijk vorstelijk uit, zoals
zij zich daar in haar stoel oprichtte en in
het vuur zat te staren.
Maar juffrouw Barraclough, protesteer
de hij. u kunt mij geloven, als ik zeg, dat ik,
hetgeen u doen wlit, zeer mooi en belange
loos vind....
Maar zij was niet gemakkelijk tot beda
ren te brengen.
Laat het daar dan bij blijven, snauwde
zij. Als ik met dit kind een zeker risico wil
lopen, is dat mijn zaak en van nii
anders Het enige, wat ik weten wilde, Is,
of hij hier veilig is voor slechte en kwaad
aardige tongen. Kunt u mij die verzekering
geven?
—Dat kan ik zeker Ik heb de politie ge
zegd, dat u hem wilde adopteren en er aan
toegevoegd dat u de juiste en geschikte
persoon bent om hem groot te brengen....
Nou, daar zou nog wel eens enige twij
fel aan kunnen bestaan. Maar ga door.
Dat hij alle voordelen zou genieten, die
geld, zorg en genegenheid hem maar konden
verschaffen, dat hij voortaan de naam zou
dragen van uw neef, David Barraclough, en
dat niemand hier ook maar het geringste
idee zou hebben van zijn afkomst. Tegen
hen. die hem in zijn eigen dorp gekend heb
ben, heb ik zelfs nog veel minder gezegd. Ik
heb ze de naam niet gezegd, die hij dragen
zou. ik heb niet gezegd, wie er voor hem
zorgen zou en ik heb niet verteld of hij
naar New York. Tokio of Timboektoe zou
gaan. En ik kan tot mijn genoegen zeggen,
dat zij het allen met mij eens waren dat
het ook maar veel beter was, dat zij het
niet wisten.
—Zo! Voor het eerst van uw leven heeft
u blijken gegeven van enig gezond ver
stand. Ik veronderstel echter, dat er wel
eens een tijd in het leven van het arme
kind zal komen, dat een van jullie wets-
idioten er op staan zal om zijn geboortebe
wijs voor de dag te halen voor de een of
lachelijke reden, die geen gezond
en normaal denkend mens iets schelen kan.
De wet eist nu eenmaalbegon hij
een beetje stijfjes, maar zü viel hem nijdig
in de rede
Praat me er niet van wat de wet ver
eist. De helft van de dingen, die de wet
eist, hebben alleen maar ten doel hun geld
in het laatje te brengen en gezonde mensen
in het gekkenhuis te jagen Maar daar het
geen zin heeft om je zorgen voor de tijd te
maken, zullen we dat onderwerp laten rus
ten. En nu wat die jongedame betreft i-.if-
frouw Williams? Ik moet toegeven, dnt zij
mij oppervakkig gezien wel aanstaat, maar
waar het mijn neef betreft, accepteer ik
niemand <op zijn goede gezicht. Laat mij
eens wat over haar horen.
Hij leunde achterover in zijn stoel en zet
te zijn vingertoppen tegen elkaar. Hij
scheen nu heel wat meer op zijn gemak
Volgens uw instructies heb ik haar met
de uiterste zorg uitgekozen antwoordde hij.
Ik heb een advertentie geplaatst en daarop
heel wat antwoorden gekregen. Met behulp
van mijn zuster, op wier oordeel ik mij ver
laat, heb ik een dozijn sollicitanten u'tge-
zocht Ik kan daaraan toevoegen, dan mijn
zuster deze uitverkorenen tezamen met rnij
persoonlijk ondervraagd heeft. Anne Wil
liams wae haar zeer definitieve kex«
Voor het eerste knikte zij instemmend.
Daarmee ben ik het eens. Er is een
vrouw voor nodig om een vrouw te beoer-
Hij gine verder:
Juffgrouw Williams is negen en twintig
aar oud en een wees. Haar vader was ko-
onel in het leger. Toen hij stierf, studeerde
zij medicijnen. Dat is nu .acht jaar geleden
en daar zij onverzorgd achterbleef, was zij
genoodzaakt dit op te geven. Gedurende de
laatste zeven jaren heeft zij verschillende
betrekkingen gehad en volgens haar getuig
schriften, die ik natuurlijk opgevraagd heb,
schijnt zij ze alle tot de volledige voldoening
van haar werkgevers te hebben vervuld. Zij
zegt dat zij veel van kinderen houdt en ik
moet toegeven, dat verschillende van haar
getuigschriften dit 6chijnen te bevestigen.
Het enige, wat zij van David weet, is, dat
hij een wees is. Mijn zuster op wier oordeel
zoals ik u reeds zei, ik mij verlaat, drong er
sterk op aan, dat ik haar nemen zou, het
geen ik dan ook gedaan heb, hoewel ik haar
,heb medegedeeld, dat dit nog aan uw uit
eindelijke toestemming onderworpen was.
Ik zou hieraan nog willen toevoegen, dat ik
haar en uw neef op de reis hierheen zorg
vuldig gadegeslagen heb en dat ik geloof,
dat zij wederzijds zich tot elkaar aangetrok
ken gevoelen
Goed. Ik zal vanavond verder met haar
praten.
Hij stond van zijn stoel op.
En nu moet ik weg. zei hij. Ik wens u
veel geluk, juffrouw Barraclough.
(Wordt vervolgd).