de geschiedenis van het Een nieuw schrijfsters-type Het GEDICHT Het Zilveren Koord WERELDKAMPIOENSCHAP ara-it-rS rrsjsïïïï'u,nh?iate Het verhaal van de mensheid 2 1 Afnemend vertrouwen in het Staatscrediet yOOR ONZE DAMLIEFHEBBERS ^.SSfjonT W"r,bï dr SS» to"»S.ffikt "f uiMag to wd £KShMKS,£ VeTderSC.«iBWere,d!S'rab= De Gastvrije Vertellingen uit de mythologie Van het Muzikale Front Het ondeugende zonnestraaltje Eén bloem was gastvrij COMBINA TIE-PUZZLE Guus en Suus Sieraden van schelpen Vissenin het stenen tijdperk Goede springers PUZZLE-DIER De Kameel OqO On O Onx oo°oooooOo o°o°o°3o° o Q° o°oo o°oo°° O O 0° O O Oo 0°O Ha, Ha W" Verdraagzaamheid LETTERKUNDIGE KRONIEK De humoriste van de week Hoe is het ontstaan? Dit woord: SPEK ,,'fj >r- f Effecten- en geldmarkt Wat staat ons nog te wachten WEK DE GAL IN UW LEVER OP De antwoord-man blijft toch Maandag kort geding Aristo tegen de Staat De Koningin bezocht de Stichting Hoenderloo I door R VALENTINE- ]\JU in September a.s. de wereldkampioen weditriiH ?a^s Behouden voor- striirf nm' da historie van de kortwereldkampioenschap in het tourVoo?wer7^a!a fW* waarbij I. W,t„ .1. L™1.Pt^J.e.h°U.d_e.ni sis vóór hpm ni ongekroonde koning, zo- te?en"nTe me!»l,kfmr J*"1 voor het «triid door hom Parijs gehouden wed- «nja, door hem gewonnen vóór Barteline tó»Ut' R«Pl>aël en Leclerq. ?"h w,j Weisa toen noi niet de allersterkste meter Partiien^ehaa Ho *Teh"uden tournooi. Uit 28 moï J. l^perk van weiss begint pas in 1899 SefwL ^e^o1 te ^T.iëns- HU werd daar eerste met 31 p. uit 20 sevnlvH <6eidena22)aël <2S' Dussaut en Bartelins Part' n?i!f,"'ien„t(;urn00' fn 1900 te «Et (101 n» onnet 01) en dr Dus: v6drkoï 'SeT^n^S^n?'"5 J We?ss,r°als ^sterke^speler's Z'X voren dr Dussaut, Louis Raphael EoêS VoorTq' alsmede Balédent en Barteiing Xake^v«nnf WU- n,et ver«ete" melding ie maken van twee zoor cforir» v- t. maken van tweï'séTr sterke SeneSen® o.m. bekend^kewtmden ^doór°Ude'naar'^ïem flcièlè'to.Sïa'i dan eindelijk het eerste ot- Mhan te Parit. ni°m. et wereldkampioen- Hoot j plaats- Van dit tijdstip af Nederlaandiïmoobelangrijke> WedstriJd ™k «eaerlanders mee, en naar wij zullen zien w!LZ?nmri,UCC68, De eindstand te Parijs Ho m Weiss (20), dr A. Molimard (19) J /unJ S" Bizot nSK Ph L Battefeld mont (81 m' M' BaIédent 00 O" cu- Nog heeft de romantische stijl van Weiss U ^rrd',dnCh reeds heeft met speleS ak MolimardDe Haas, Bizot en Fabre de fjede iwda?n PPe methode haar in- In löio weet Weiss nog een 2e plaats te Fahro beze*te" na Ottina, doch voor Bizot. JIJ?t doch in 1912 werd hij in een tdagen moTo^ol'TT. verp,Ptterend ver- Molin.rT in f t Pok van De Haas weet Sr'et a-fS."" te«"n"en. '0 hot «pel zo belangrijke, tournooi was: v d IroA ,k amploe°' «('nude Henri J R-U-G ^e Rotterdam? "d Va" heinas' Weinig"" vertelfen'9 De" Ie'wereld' entf, ««21- opmeuw een wereldtournool werd georganl Bröotd™o..7.ed.?'rlid werd Hoogland, groot voorstander van wijziging der snr>i regelen onttroond en ging hij tevens votr brachfs Beizotrrt1' Be,.rekkeli-1k onverwacht Draent S. Bizot de titel weer naar Frankrijk eStandwïï?" "5 eer8te ,e clndigen' De 1. S. Bizot 2. M. Fabre 3. R. C. Keiler 4. J. H. Vos 5. H. de Jongh 6. H. Hoogland 7. P. J. v. Dartelen 8. Dumont Fs. 9. Causse 10. Sonier «5LtL^e!ferl,,nder" komen wij voor de 7 e namen van Keiler, Vos en de :°„n.gfn van spplers die thans nog in het Amsterdamse G.S. een eerste iw h£ ifnKi ®Jler was in 1925 slechts 19 iron'fm bleek reeds de kracht van een grootmeester te bezitten. r»ri!? 3" aanhomende verkreeg Fabre het d!«L winnaar uit te dagen, welke uit- a!uoct" WBr,i bekroond. In 1926 werd Bizot door ïabre met 12—8 verslagen De kleine Parljzenaar behield rijn titel Sn l«M ?i?dr ^nt het grote toumool dïü, "Jdem de Olympiade te Amster- Sri„.5 ,u wees dB Nederlander B. Springer als zijn opvolger aan. .9"f,d( geschiedenis van 1928 tot heden tei?en 660 volgende keer iets te yer- 18 9 9 0 27 18 8 7 3 23 18 4 14 0 22 18 6 8 4 20 18 5 10 3 20 18 0 1.8 0 18 18 5 6 7 16 18 3 8 7 14 18 3 5 10 11 18 1 7 10 9 HEI! V/at lig je weer te lonken En te lachen in de zon..' Het! Wat lig je weer te pronken k paars-beste japon! Mei! Wat lig je weer te wenken - Naar jong, oud en groot en klein! wilt rust en vrede schenken En een goede gastvrouw zijn. f In ie gastvrij ruime woning I Vindt de mens genot, pietzier; Daarvoor knjg jij als beloning Appelschil en krantpapier. Om de dankbaarheid te tonen Schenden ze jouw mooi tapijt: Overal, waar mensen wonen, Zien we dit soort dankbaarheid. Maar in 't maanlicht-halve-duister Lig jij toch weer, als altijd In je schitterende luister, In je volle majesteit. CLINCE DOORENBOS. aiililttlBlölfinBilllflBSffilHfflllü ItlllAUl IlJtJllöllllillllUlllIfl9BffliJillilJlHllB(lUlLl{lHHllSJil|i{BÖHi^ Paard door zwerm bijen gedood Te Weverslo bij Venray werd een paard, dat in een weide graasde, aangevallen door een zwerm bijen. De insecten nestelden zich in de manen van het paard en staken het zodanig, dat het na enige tijd overleed. Nadat Heracles ten slotte, met bijna bovenmenselijke inspar^ ning, de twaalf werken had verricht, waarmee de Goden zijn schuld aan de uitroeiing van zijn gezin als gedelgd beschouwden, was hij weer een vrij man. Lang zou deze vrijheid echter niet duren. Spoedig was zijn opvliegende aard weer eens sterker dan hijzelf en daar zijn klappen altijd aankwamen, viel er weer een slachtoffer. Ditmaal werd Heracles veroordeeld een tijdlang als slaaf in dienst van de Koningin van Omphale tfe werken. Geduldig zat de reus maand na maand aan de zijde van de -mooie koningin. Hij leerde kleedjes borduren en maakte zich verdienstelijk met louter vredig en vrouwelijk werk (links). Ook aan deze tijd kwam echter een einde. Toen Heracles, weer op vrije voeten, Deianeira ontmoette, de schone dochter van Oenus, werd hij dadelijk verliefd op haar. Zonder dralen vroeg hij Deianeira ten huwelijk. Maar er was een kaper op de kust: De god der stromen, Achelous, was door dezelfde wens bezield als Heracles. Een tweekamp kon niet uitblijven. Het werd een verschrikkelijk gevecht. Achelous was bijna even sterk als Heracles en had op zijn tegenstander vóór, dat hij iedere gedaante kon aannemen die hij wenste. Toen Achelous, na vele mislukte pogingen, ten slotte in de gedaante van een stier probeerde Heracles te vellen, maakte de held van de gelegenheid, de stier bij de horens te vatten, letterlijk gebruik. Langzaam maar zeker wrong hij Achelous neer. Eén der horens, die daarbij brak, wordt door de godin van de overvloed, Tyche, sedertdien gebruikt als „hoorn des overvloeds". Heracles vertrok met zijn bruid (mid den). Na een fortuinlijke reis bereikten zij de rivier de Evenus. De stroom ^as zo gezwollen, dat zelfs Heracles machteloos naar de wateren staarde. Hoe Deianeira over te brengen? Op dat ogenblik kwam de centaur Nessus voorbij, die aanbood, Deianeira op zijn (paarden) rug over de rivier te brengen. Heracles stemde toe en liet zijn vrouw opstijgen (rechts). V. F. TROMER. Boekenkeur 1. H. Hoogland is 2. J. de Haas is 3/4. A. Molimard 18 3/4. i. Weiss i8 5- M. Bonnard 18 8- M. Fabre 18 7. Ph. Battefeld i« 8 9. ,A. C. v. Wageningen 18 8'9. J. Garoute 18 H. J. v. d. Broek 18 3 2 13 Men ziet het, Weiss, die kort te voren nog een match tegen H. Hooglapfl met 11-9 had gewonnen fs naar het 2e plan verhuisd. Later zal hij nog verder afzakken, waarbij uiteraard het klimmen der jaren eveneens een woordje meespreekt. t e verdere spelers noemen wij nog J. ae Haas, meerdere malen kampioen van OPLOSSING VAN ON7.E 1001KRUISWOORDPVZ7.LE Horizontaal: 1. Ada: 4 Mirakel; 6. Enik; 7. Sen; 9. Eel; 11. Vla; 13. Maart; 15. Oor: 17. Das; 19 Sir; 21. Droes; 23. Lee; 25. Nevel; 28. Als; 29. Stellen; 30. Are; 31. Lisse; 33. Als 34. Enkel: 36. Ink; 38. Ina; 39. Som: 40. Essen; 43. Rad: 44. Lip; 45. Ent; 47. Aar; 49 Modiste; 50. Ert. Verticaal: 1. Arena; 2. Dan; 3. Ak ker; 4. Mis; 5. Lol; 8. Ems; 30 Ets; 11. Ver lies, 12. Ade; 14. Apelles; 15. Ore; 16. Roe rend; 18. Assen; 20. Innen; JJ1. Dol; 22. Oss; 23. Lea; 24. Els; 26. Vak; 27. Lel; 32. Sim; 35. Nar; 37. Kei; 38 Inn; 41. Spade; 42. Eerst; 44. Lam; 46. Toe; 48. Air. Boelten op muzikaal gebied vragen onze aandacht. Eerst een algemeen werk, van Chr J. de Bruin, leraar aan de Volks muziekschool te Rotterdam, verschenen onder de suggestieve titel Stil!.... M u- 2 iek!.Het is bedoeld als muziekhisto risch leesboek voor de rijpere, jeugd en ouderen. De reeds lijvige reeks na-oorlogse muziekhistories is alweer uitgebreid met een beknopt maar serieus werk, dat zich vooral tot de leek wendt. In grote trekken vindt men hier dus, wat in allerlei muziek geschiedenissen staat te lezen. Hier en daar treft een persoonlijk accent, zoals bijv. in de inleiding. Het boekje is echter in een toon geschreven, die gemakkelijk tot de jeugdige lezers zal spreken en bevat ook tal van bijzonderheden, die juist jongeren zullen interesseren. Brusse N.V. te Rotter- gewoonlijk voor een keurig Wat gebeurt er aIs 1® loslaat? vroeg een kleine zonnestraal aan een grote. Dan val je naar beneden. Wat is er beneden? De aarde. Hoe is het daar? Dat kun je toch zien, bromde de grote zonnestraal opeens. n zeur nu niet meer. Ik heb wel iets anders te doen. Het zonnestraaltje zweeg en tuurde naar beneden. Ik karj toch maar niet goed begrijpen, hoe het daar is. Ik ben nog maar zo kort. Ik kan het niet goed zien. O, wat zou ik er graag heen willen. De zon, die wist wat het straaltje dacht vroeg: Vind je het dan niet prettig, dat je mag helpen het op aarde warm te maken. Ja, antwoordde het straaltje. Maar als er zo'n dikke regen wolk net voor ons gaat hangen Op dat ogenblik had de zon het te druk om nog op het straaltje te letten. dam zorgde uiterlijk. De pianisten hebben niet te klagen over gebrek aan belangstelling van schrijvers en uitgevers voor hun kunst. De pianist Andor Foldes schreef een boek voor pianisten, Hoekstenen van het klavier- spel, dat in Nederland verscheen als no. 1 van De practise he bibliotheek, uitgegeven bij Born N.V. te Assen. Dit boekje is van een man der practijk. Foldes geeft raad. Hij is jong, maar praetisch. Hij geeft wenken over het studeren, over het uit het hoofd leren, hij geeft ten slotte een interessant vragen- en anwoordenspel, over talloze in derdaad dagelijks voorkomende onderwer pen. Werkelijk, het boek gaat over een kunst als pianospelen maar het is zijn plaats als no. 1 in De practische Bibliotheek waard! Nog meer raad krijgen de pianisten nu van een Engels piano-paedogoog, Victor Booth, en eveneens verschenen bij Born N.V. te Assen. Dit is vooral een boek voor pianoleraren. Een zeer ervaren paedagoog spreekt tot zijn collega's. De Engelse titel luidt „We pianoteachers". De Nederlandse bewerking is evenals die van het boven genoemde boekje van jhr. dr W. H. Alting van Geusau. Dit is een systematisch werk, niet uitgebreid, maar grondig, en menig probleem, waarmee de jonge pianoleraar tobt, wordt hier op soms verrassende wijze verklaard en opgelost. De foto van de spe lende en oefenende hand Is hier op ruime schaal in toepassing gebracht. Over pedaal- gebruik, repertoirestudie, vingerzetting enz. geeft de schrijver waardevolle beschouwin gen. Ten slotte behandelt hij een belang rijke. practische kwestie: het bestaan van de pianoleraar. 1 2 3 4 3 6 7 8 8 9 10 3 11 8 7 12 8 4- 5 8 8 8 7 8 4 9 3 3 7 5 2 13 7' 8 4 11 3 14 6 Als ik me nu los maak, dan hoef ik niet te vallen, dacht het straaltje Ik laat me langs de grote stralen naar beneden glijden. En zo gebeurde. Het ging zo hard, dat hij bijna in brand vloog van de warmte. Gelukkig kwam hij horizontaal neer, want anders zou het straaltje heel diep de aarde in geschoten zijn. Nu nog moest hij zich een beetje uitgraven. Toen het straaltje zich afgeslagen had, kon hij zijn ogen niet geloven. Was hij dat? Hij schrok. Hij glinsterde helemaal niet meer. Do4 was hij, dof en grauw. O, wat heb ik gedaan, kreunde hy. Maar al gauw vergat hij zijn verdriet, want er was zoveel te zien op aarde. Ik kan altijd weer naar boven klimmen, dacht hij. Dat wilde hij ook doen, toen hij de hele dag had rondge zworven. Maar hoe hij het ook probeerde, hij kwam niet hoog. Hij werd te moe en telkens gleed hij terug. Pats pats klets klats. Het re gende! O, o, o wat voelde het zonnestraaltje zich ongelukkig. Het probeerde te schuilen on der een varenblad, maar dat lekte. Heel zielig en diep in elkaar gedoken zat het zonne straaltje te bibberen van kou en narigheid. Straks gaan de stralen ergens anders heen, dan wordt het hier nacht, wist het straaltje. Ik moet zien, dat ik een huisje krijg, dan kan ik daar slapen. Gelukkig werd het gauw droog Het straaltje ging op pad. Hij liep een heel eind. Ik zal het aan de bloemen vragen dacht hij. Klaproos, mag ik van nacht in je huisje slapen? Ik zonnestraaltje en ik heb het zo koud. De klaproos werd boos. Houd maar een ander voor de mal, maar mij niet. Ik luister niet naar jokkebrokken. Je dacht zeker, dat ik niet wist hoe een zonnestraal er uit ziet hè? Ga maar door hoor. De klaproos vouwde haar blaadjes dicht. Bedroefd ging het straaltje ik ben weggelopen en nu heb ik het zo koud. Natuurlijk mag je hier slapen Ik ben alleen niet zo erg g!-oot. Of je nu een zonnestraaltje bent of niet, maakt voor mij geen verschil. Kom maar gauw bin nen. Je zult je alleen een beetje op moeten rollen. Zo vlug hij kon, klom het straaltje naar boven. Hij was te moe om nog te praten en meteen viel hij in slaap. Het bloempje sloot de blaadjes. De volgende ochtend was er iets wonderlijks gebeurd. Op de plaats waar het kleine on ooglijke bloempje gestaan had, stond nu een plant met grote bladeren, aan een stevige sten gel en bovenop stond een prachtige bloem, heel groot, met een bruin hart en grote gele blaadjes. Het straaltje werd wakker Kom Suus, dan gaan we paard-je spe-len. Hier zijn de teu-gels. Jij bent paard. Pas op, dat je niet stei-gert. Een poos-je spe-len zij heel pret-tig. Maar het paard Suus wordt moe. Zij loopt weg. Het is veel leu-ker, denkt Suus, om touw-tje te sprin-gen. Daar is de teu-gel ook ge-schikt voor. En Guus? Hij kan er niets aan doen. (Niet alleen voor meisjes) DEN je pas aan het strand ge- JJ weest? fcïou, als je dan nog eens gaat, neem dan een tasje zak of mandje mee en ga schel pen en slakkenhuisjes zoeken Neem ze mee naar huis en maak er kettingen en armbanden van Behalve de schelpen heb j( van een reuzenlawaai. Dat was de bloem, die juichte Kijk eens, kijk eens hoe ik gegroeid ben. Kijk toch eens! Kijk toch eensHet straaltje keek over de rand naar be neden. Hij was wel meer dan een meter van de grond. Dat heeft de zon gedaan, dacht hij. Omdat het kleine bloempje zo goed is geweest mij binnen te laten. Het straaltje had ook plezier, toen hij zag, hoe blij de bloem was. Hij begreep wel, dat hij niet meer terug zou kunnen naar boven. Maar hij vond het helemaal niet erg. Hij bekeek zich eens en het was net alsof hij al een beetje meer begon te glanzen. Hij zou fijn in de bloem blijven wonen. En omdat de bloem zoveel op de zon leek, hebben de men sen hem de naam zonnebloem gegeven. JE zou het misschien niet ge loven, maar de mensen in het stenen tijdperk hadden een reuze handige manier om vissen te vangen, bijna zp han dig als tegenwoordig. Twee mannen vonden een paar stokken. Ze bonden deze aan elkaar met boombast. Zo kregen ze aalkorven, die zo goed bewaard zijn gebleven, dat je duidelyk kan zien hoe ze gemaakt zijn. De mensen uit die tijd ge bruikten dunne takken. De korven waren ongeveer 1'/, meter lang. De achterkant liep in een punt uit en was, net als nu, vastgemaakt aan een paal in het water. De nauwe opening sloot met een houten blok, aan de opening bevestigd met buig zame wilgentenen, Door deze opening werd de vis er uitge haald. Men wist gebruik te maken van de elasticiteit van het wil genhout, zodat iedere keer als een aal de korf binnen zwom deze automatisch werd gesloten nodig een beetje gips, wat raffia en lijm. Knip nu van de raffia zoveel stukjes van twee cm, als je schelpen wilt gebruiken(fig. 1) Leg de schelpen op tafel in de zelfde volgorde als je ze voor de ketting of armband wilt hebben Maak nu eerst het gips klaar Je kunt het als poeder kopen Meng het met water in een schoon kommetje. Goed roeren en zorgen, dat er geen klontjes blijven. Het moet een glad papje worden. Maak niet te veel, wanl als het gips eenmaal hard is kun je het niet meer zacht maken. Vul nu de schelpen met gips. gebruik er een lepeltje voor. Duw dan in het gips van de schelp, die je het eerst vulde, de raffia, dubbel, zo dat er een kleine lus uitsteekt (fig. 2). Doe dit ook bij de andere scheipen en laat ze drogen tot de volgende dag. Probeer dan voorzichtig of het gips droog is. Bedek het dan met een dup laagje lijm en als dat ook droog is, zijn je schel pen klaar om aangeregen te worden. Hiervoor kan je ook yel raffia gebruiken. Je kunt de schelpen nog vernissen Op fig. 3 en 4 zie je enkele voor beelden. Jongens zullen het ook wel leuk vinden met de scheipen te werken. Zij kunnen er cadeau tjes van maken of voor zichzelf een dasspeld. Inplaats van de raffia-lus moet je dan een speld gebruiken. Mag ik even je rijbewijs zien In de hokjes, waarin de cijfers staan, woorden in te vullen, die betekenen: a. Rang. b. Handvatsel. c. Deel van een huls. d. Troep. e. Iemand de achting geven, welke hem toekomt (oude spelling), f. Bekend eenhoevig zoogdier, g. Hoog bouwwerk, h. Een rede lijke maat niet te boven gaande. Dezelfde cijfers duiden dezelfde letters aan. In de vrij gebleven hokjes woorden in te vullen, die in onderstaande letterparen zijn verborgen: ac, bo, ci, dd, el, en, er, er, er, er, fo, ht, In, it, le, mi, rc, rm, ru, tk, tt, ui, us, ijk. Bij, juiste invulling ontstaan in de horizontale rijen samengestelde woorden, terwijl men in de eerste verticale rij de naam van een gemeente in Het Gooi leest. gesteld. Op het adres vermelde men: Puzsle- rubriek. Over deze rubriek wordt niet Oplossingen van deze puzzle moeten uiter lijk Donderdag a.f. in ons bezit zijn. Voor goede oplossingen worden een prjjs van 5 en twee prjjzen van 2.50 beschikbaar gecorrespondeerd. i Korenbloem, mag ik van nacht in je huisje slapen? Ik heb geen plaats, ant woordde de korenbloem en draaide zich af. Het straaltje vroeg het nog aan een hele boel andere bloemen, maar zij weigerden allemaal. Het huilen stond het straal tje nader dan het lachen. Daar stond een heel klein bloempje. Het had gele blaad jes en een bruin hartje. Daar zal wel'geen plaats zijn, dacht het straaltje maar hij vroeg het toch. Bloempje mag ik in je huisje overnachten Je zou het misschien niet geloven, maar ik ben een zonnestraaltje. Weet je, Wereldkampioen hoogspringen! Weet je wie dat is. Lach niet! De vlo. Hij kan 200 maal zijn eigen lengte springen, In één sprong. De sprinkhaan springt maar dertig keer zijn lengte en de springende mtfis haalt het vijftien keer, ook nog best de moeite. Het is maar goed, dat er een overeenstemming bestaat Dit is een scheepje, daar kun je mee varen, Over de baren, zonder gevaren. JAAP KWIST, 9 JAAR. Gescheiden madeliefjes Vie je, een veld vol madeliefjes. *-* Er speelt een meisje. Zij heeft vier stokken. Opeens krijgt zij een idee. Als zij nu tussen de grootte van de dieren en hun spnngcapaciteiten. Stel je voor, dat een leeuw of een tijger evenveel keer zijn lengte zou kunnen springen als een vlo. Ze zouden dan maar drie of vier sprongen nodig hebben, om een kilometer af te leggen. eens probeerde de vier stokken zo te leggen dat het veld in tien stukken was verdeeld en wel zo, dat in ieder deel een verschil lend aantal madeliefjes stond. Eén madeliefje in één stuk. twee in een ander, drie in nog een ander, dan vier enz. tot tien Het lukte haar. Probeer jij het ook eens! JettieWat is de verleden tijd van komkommersla BettieWeet Ik niet. JettieKwamkwammersloeg Los eerst de puzzle maar op. Eerder sta ik niet op Horizontaal: 1. voorzetsel, 2. voorvoegsel, 3. vervoeging van het werkwoord gaan, 5. effen wollen weefsel, 9. heeft een schip4 10. voorzetsel, 12. vernis, 14. muzieknoot, 15. kaasworm, 18. de voeten verzetten, 20. ver driet. Verticaal: 1. voegwoord, 2. telwoord, 3. voornaamwoord, 4. voorvoegsel, 6. slede, 7. dier van de tekening, 8. dijkje, 11. lengte maat, 13. huisdier, 16. dokter (afkorting), 17. meisjesnaam, 19. lidwoord. ZO WAS HET Oplossing; horizontaal1. om, 2. af, 3. ga, 5, laken, 9. ra, 10. te, 12. lak, 14. mi,«.15. made, 18. treden, 20. leed. Verticaal1. of, 2. al, 3. ge, 4. ant, 6. ar, 7. kameel, 8. dam, 11. el, 13. kat, 16. dr, 17 Kee, 19. de. Horizontaal: 1. ijsbeer. 6. sla, 7. Klaas, 10. lt., 12. stap. 13. dra, 15. ra, 16. troep, 17. Dr Verticaal: 1. ijlt, 2. sa. 3. e.k., 4. "els, 5. rat. 6. slot, 8. aard, 9. spar, 11. are, 13, do. 14. A.P. ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1951 EERSTE BLAD - PAGINA 3 f/at zou de wereld er anders uitzien als de mensen wat verdraagzamer wa ren, hoort men wel eens verzuchten. Wie geen vreemdeling in Jeruzalem is en met beide benen in het volle leven staat, ervaart bijna dagelijks dat deze verzuch ting niet misplaatst is, want telkens weer wordt men geconfronteerd met talrijke gevallen, waarbij de ene mens de andere niet welgezind is, ook al ziet hij hem voor het eerst in zijn leven en heeft deze hem nooit een strobx-eed in de weg gelegd. Er is voor velen weinig aanleiding nodig de medemens verwijten te maken voor een al 0f niet vermeende onvoorzichtigheid wgarvan men het „slachtoffer" is gewor den. Er is weinig voor nodig een ander iets te verwijten dat de moeite van het verspillen van woorden en het samenstel len van een verwijt niet waard is. En hoe snel licht ontvlambare gemoederen een kleine oorzaak tot een groot gevolg op-* blazen, is kort geleden weer eens gebleken bij de incidenten met Ambonnezen in Middelburg Er is niet eens „een smartend woord dat de toorn doet oprijzen" zoals ln de Spreuken geschreven staat voor nodig om mensen en zelfs volken tegen elkaar in het harnas te jagen. Onverdraag- zttmheid is het grootste euvel van onze samenleving. Nu is het erg moeilijk en vergt het veel zelfbeheersing een opvliegend karak ter in toom te houden, zich in te denken dat de hinder, die men van een ander ondervindt een gevolg is van een kleine slordigheid of onbedachtzaamheid, zeker niet zo gemeend als het zich voordoet. Dat inzicht kan veel narigheid voorkomen en de verdraagzaamheid bevorderen. Een zacht woord keert de grimmigheid af. Dit is een waardevolle uitspraak al wórdt er soms veel van ons gevergd dat zachte woord voort te brengen als het harde woord reeds rond onze lippen zweeft. Want achteraf moeten wij dikwijls, als wij eerlijk met onszelf te rade gaan, tot de erkenning komen, dat wij ver gebleven zijn van het Christelijk ideaal, het beoefe nen van de naastenliefde. Dat houdt ook in het beoefenen van de verdraagzaamheid, de zelfbeheersing, het geduld ten opzichte van hen die, al, of niet met opzet, dat geduld op zo zware proef stellen. Wij eisen veel te dikwijls iels van anderen voor wij genegen zijn in te bin den. Te weinig geven wij zelf het goede voorbeeld.. En wij vergeten dat naast alle goedbedoelde middelen, die worden aange geven om de verhouding tussen de volke ren te verbeteren, wij dat ene grote middel, de verdraagzaamheid, voor het grijpen hebben en cr achteloos aan voor- bijgaan. TTET letterkundige leven van een volk is niet een zaak, die alleen maar van een aantal begaafde personen afhangt. Met andere woorden: een volk is niet duidelijk te verdelen in litteraire producten en consumenten (plus onverschilligen). De consu menten spelen zonder het te weten in het productieproces mee. Zij maken samen met de talenten een „klimaat". En als dat klimaat op een bepaalde manier gunstig uitvalt voor dit of voor dat, dan wekt dat in het kamp van de consumenten creatieve krachten, die de gunstige wind in de rug krijgen en onder hoerah-geroep overzeilen naar het kamp van de producenten. Daar vertegenwoordigen zij dan een nieuw verschijnsel, waar ledereen verheugd mee is. Zo'n nieuw verschijnsel In de Nederlandse letteren is de humorist e. Grappig ls het, dat wij er ineens verscheidenen hebben, die mogen meetellen. Humoristische vrouwen bezaten we sinds mensenheugenis in onze litteratuur niet, en we bezitten er nu drie van onbetwiste kwaliteit! Het zijn Henriëtte van E y k (die de oudste rechten op erkenning heeft), A n n 1 e M. G. Schmidt (de jongste) enlnavandenBeugel, die wel niet zo begaafd is als de anderen, maar er toch ook bij hoort. T\e moderne humoriste ls niet te verge- J lijken met haar zuster-schrljfster van vroeger, die óók gevoel voor humor mocht hebben, maar er uiterst bescheiden mee moest zijn. Dat was een ongeschreven wet. een klimatologisch feit. Een vrouw, die zich te buiten wilde gaan aan grappigheid, mocht niet aan de officiële litteratuur In 24 uur per bromfiets naar Parijs Vier bromfiets-rijders uit Zeist, die Don derdagmorgen elf uur uit hun woonplaats vertrokken zijn om een non-stoprit Zeist— Parijs te rijden, zijn Vrijdagmorgen om elf uur in Parijs aangekomen. Met een motor met een maximum snelheid van 22 km per uur hebben ze het gepresteerd bin nen 24 uur een afstand van vijfhonderd km af te leggen. De equipe bestond uit de he ren Kruis, Hamers, Schimmel en Koster. 't Werd niet genomen. Ze moest dan maar kinderboeken schrijven en zich Cissy van Marxveldt noemen. Wie zal zeggen hoeveel penetrant gevoel voor humor vroeger jaren in de vrouwen wereld onderdrukt werd Maar de vrouw deed aan die onderdrtxk- king zelf mee Zij voelde intuïtief, dat zij haar geheimen zou prijsgeven, als zij creatief in de humoristische litteratuur zou stappen, want dan zou zij onthu.llen, hoe het mechanisme binnen in haar jfeest functionneBrt, dan zou zij het mysterie verraden van haar gevoelsassociaties, dan zou zij letterlijk een open boek worden, iets wat niet zo gauw het geval is als men kop jes thee-romans schrijft, of historische ro mans, of hooggestemde gedicfiten. Want niets ontmaskert een mens -meer dan de wijze, waarop hij of zij de humor hanteert. Dus de vrouw bleef graag een mysterie, 't Was haar kracht, een mysterie te zijn. Op het toneel waren vrouwen met gevoel voor humor echter al een eind op weg om het mysterie Vrouw transparant te maken. Maar zij volgden daarbij mannelijke ziens wijzen want de goede toneelschrijvers wa ren altijd mannen. Thans evenwel is de emancipatie zo ver voortgeschreden, dat voor de vrouw het gunstige klimaat is ontstaan niet alleen hier. maar ook elders in de wereld) om zélf met de onthulling van haar eigen mysterie voort te gaan. De vrouw heeft op zoveel gebieden, die eens des mans waren, gezag verworven, dat zij het zonder schade kan doen. Trouwens, al geeft nu de vrouw in de litteratuur onbewimpeld het geheim van haar vi6ie op alles wat haar interesseert prijs (dat is vooral zo bij Annie M. G. Schmidt en bij Ina van den Beugel), en al onthult zij vrijelijk en uitbundig (zoals Hen riëtte van Eyk dat kan) haar denk-mecha- nisme, ze weet met feilloze intuïtie allang weer, dat zij desgewenst een mysterie b 1 ij f twant er bestaat nog altijd zo iets als een onderbewustzijn en dat hoedt zij zorgvuldig voor inkijk, daar geeft zij niet meer van te raden dan knappe mannen in dikke studieboeken ontdekt hebben. TVTATUURLIJK is bovenstaande gang zaken met betrekking tot het nieu „In het meer der kunst spiegelen zich de wolken van den tijd", schreef Just Havelaar eens. Het zou eigenlijk vreemd zijn, als het anders was, als we de kunst moesten beschou wen als een hermetisch gesloten gebied, waarin geen enkel levensverschijnsel, op welke manier dan ook, toegang zou vinden. Doch het kan van belang zijn te constateren, dat de kunst in bepaalde gevallen op het leyen vooruit kan zijn en omgekeerd. Soms blijkt de oppervlakte van het meer verduisterd te worden door wolken waarvan binnen de gezichtskring van de tijd overigens nog maar weinig te bespeuren valt, soms zijn er duizenden wolken van dezelfde formatie over het meer getrokken, vóór het te spiegelen begint. Neem een eenvoudig verschijnsel als het trekken per fiets, waaraan de jeugd zich laten we zeggen: sinds 1920 in stijgende mate overgegeven heeft. Het is niet aan te nemen dat er onder al die trekkers van de eerste jaren geen enkele aankomend dichter geweest is, maar het heeft toch tot 1940 geduurd voordat de belevenissen en ervaringen van een trektocht in de poëzie hun neerslag kregen. Toen verschenen namelijk de eerste bundels van L. Th. Lehmann, voor wie de fiets werkelijk een onafscheidelijk attribuut „Rijdt u maar aangenaam door mijn geschriften, mijn fiets is de getuige van mijn driften." Een dang niet onbelangrijk gedeelte van zijn werk wordt ingenomen door gedichten, die de herinnering bevatten aan een trektocht door Denemarken en daarmee deed dan de wereld van de sportieve jongeman, met attributen als training, jeugdherberg, rugzak en tietsvla g, zijn intrede in de SKIVE Wat Lehmann kenmerkt, is zijn Hier kent men heel het jaar peen zomerdagen, buitengewone kijkhonger, bepaalde geen wind rekt nog tot hier zijn zwakke vlagen. aspecten van een landschap blijken hem met meer dan gewone scherpte In 't open fjord gaan land en water onder bij te blijven. Doch achter die ogen- in Thule'sgrauwe nevelwolken, zonder lust is een critische geest werkzaam, die hem voor het gemakkelijke dat een avonturier de einder vindt. enthousiasme der trekkers behoedt. Verroeste spoorrails lopen dood in 't grint; Hij kijkt met aandacht, doch zijn overgave is nooit zo groot of er blijft Zij komen van de teruggetrokken stad. ruimte voor een afstandnemen, iro- Een fordtruck staat, alsof men hem vergat, nisch, cynisch soms. Een gedicht als Skive" b v„ waarin «oor een lood. tussen Mee smalle bomen: een vissershaventje onder de trooste- P>"" 'ew"d '"IstietV en dromen. lose regens van het Noorden geschil- mier tantaarns, uit tater JetorTn DttVedS U MW"t goel de school van SJauerhoff, doch terwijl Twee jonge mannen meren 't vast en vluchten deze een dergelijk beeld van ver- jncI ÜQOr hun eigen ttemDe koude lucht en latenheid zou gebruiken als uitdruk king van de eigen grondstemming, is de nevel nemen ook bezit der kade. dat bij Lehmann niet gebeurd. Het haven is tot winterslaap verlaten. is een momentopname, als zodanig .cherp en Indringend, ma» meer dan Thnle - d« oudheid: naam voor w.t men dacht een voorbijgaande stemming van de het woordelliltste eiland te- aUn: waarschijnlijk dichter spiegelt het niet. IJsland. Hier: het Noorden. Uit: „Verzamelde Gedichten". L. TH. LEHMANN. van met betrekking tot het nieuwe verschijnsel ln onze litteratuur, de pur sang humoriste, schematisch, mannelijk schema tisch. Maar in een letterkundige kroniek moet dat zo. We zijn er niet mee klaar als we de „Impressies van een sim pele ziel" van Annie M. G. Schmidt, waarvan de N.V. Em. Querido's Uitgevers mij te Amsterdam na korte tijd ai een tweede druk moest laten verschijnen, ln de boekenkeur af doen met een paar opge togen woorden. We vieren met zo'n boekje min of meer een cultuurhistorisch feest Er is een mijlpaal mee bereikt. Het is het uur van het grote démasqué, het uur van het verscheuren van de voile, 't Hopdt he lemaal verband met het klimaat, dat ook mannelijke auteurs als Caldwell, Miller, Williams, Van 't Reve, Hermans en Mala parte toestaat, „het nu maar eens even te zeggen". De vrouw geniet daarvan mee en doet het elegant en fris, vooral fris, omdat zij voor 't eerst eigenlijk pas goed haal kans krijgt en grijpt. Maar weinig schets jes over de meest uiteenlopende onderwer pen verraden in Annie Schmidts bundel, onder hoge druk van periodieke publicatie te zijn geschreven. Verreweg de meeste lijken met overleg te zijn uitgewerkt. Over leg is iets waar een litterair scheppend kunstenares toch nooit buiten zal kunnen. Het sprankelendste proza ls geboren uit een huwelijk tussen spontaneïteit en vlijt. In elk geval ls de verschijning van de „Impressies van een simpele ziel" in onze litteratuur een gebeurtenis. TJENRIëTTE VAN EYK heeft, zoals ge- zegd, oudere papieren dan Annie M. G. Schmidt. Met haar briljante proza-werken verrijkte zij onze litteratuur al ver voor de oorlog. We herinneren aan „De kleine parade" (I en II) en aan „Gabriël, de ge schiedenis van een mager mannetje" Met dit laatste won zij in 1937 al de C. W. van der Hoogtprijs van de Ned. Mij der Letter kunde. In 1938 verscheen van haar hand een bun deltje St. Nicolaas- en Kerstverhalen ,A 1 s de wereld donker is Dat bun deltje, uitgebreid met andere verhalen die in de maand van de intieme feesten vallen is herdrukt in de Salamander-reeks van de N.V. Em. Querido's Uitgeversmij, te Amster dam. De techniek, waarin Henriëtte van Ev1 haar verhalen schrijft, lijkt vlot. Maar die techniek fs integendeel zeer overwogen want Henriëtte Van Eyks geest is kristal helder. In de grilligste gedachten-verbin dingen tintelt haar briljant Intellect, 't Is alleen jammej, dat aan de verhalen te wei nig plan ten grondslag ligt. Ze schijnen pas onder het schrijven hun richting hebben gekregen. Dat maakt ze over het algemeen wat rommelig. In die rommelig heid heeft de schrijfster echter voortdurend humor van de verfijndste soort uitgezaaid. Elk verhaal is daardoor een rotstuin vol fascinerend gewas geworden. Het verhaa' van „De Donkerte", dat deel van de bun del uitmaakt, gaat het diepst. Dit schittert niet alleen van de vondsten, het hee-'t ook een verticale veerkracht, die aan het mooi ste werk van de sprookjessem ijver Ander sen doet denken, 't Is alleen moderner, vernuftiger, surrealistischer, en vooral zin rijker in situaties, die oppervlakkig bezien volkomen absurd lijken. Nu is Henriëtte van Eyk met haar eru- ditg humor niet altijd typisch vrouwelijk. Doch haar werk openbaart wel de feilloos functionnerende denk-machlnerie van een intelligente aanvoerster der vrouwelijk*) avant-garde. Zij past geheel in het geestelijke klimaat, dat producenten èn consumenten in ons litteraire levtn hebben geschapen een kli maat. dat kwade kanten heeft, maar ook goede. En een goede kant is: de geboorte van de humoriste. W. WAGENER (Advertentie) HUn1ErTÖ75 HUNTER DE LUXI Prettig* sn, Bijzonder ondoorzichtig is de Uit drukking. met spek schieten. De be- tekenis kent iedereen: opscheppen, overdreven. Maar de oorsprong is niet alleen voor de gewone taalge bruiker, maar ook voor de taalvor ser duister. Een sprankje licht brengt een 17e eeuwse verzameling van ter- s men aan het zeewezen ontleend, i Daarin wordf medegedeeld dat men J vijandelijke schepen beschoot met van spek voorziene brandkogels. In de houten schepen van die tijd kon door het brandende spek natuurlijk gemakkelijk brand worden veroor zaakt. De ontwikkeling tot de bete kenis, die de uitdrukking nu heeft, zou men zich dan ongeveer ais volgt moeten denken: in brand schieten met grof geschut schieten gewel dig aanvallen een „uitbrander" ge ven grote woorden gebruikqn overdrijven, bluffen. Het kan best J waar zijn, maar enige zekerheid heb- J ben uiy daaromtrent niet, Teksten W waarin de uitdrukking voorkomt in een der „tussen-betekenissen", zijn ons niet overgeleverd. Prof. Soepomo door ministers ontvangen Prof. Soepomo en zijn adviseur, mr Zain, die Donderdag in Nederland zijn aangeko men om informele besprekingen te voeren over de omzetting der Unie in een gewoon internationaal verdrag, zijn Vrijdag achter eenvolgens ontvangen door de minister president, dr W. Drees, en door de minister van Buitenlandse Zaken, mr D. U. Stikker. De besprekingen met de Nederlandse rege ring zullen Dinsdag a.s. beginnen. (Advertentie) V zult raércens „kiplekker" olt bed sprlageii. Elke aag moet uw lever een liter gal in uw Ingewanden doen stromen, anders ver teert uw voedsel niet. het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVBRPIL- LETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoelgang op natuur- Een plantaardig )n om de gal te Carter s LeverpiUetjes. De E.C.A., die medewerking heeft ver leend aan het programma van de Antwoord man, zal deze beëindigen, omdat gebleken is, dat er bezwaren bestaan tegen de ma nier, waarop voorlichting werd gegeven. De E.C.A. had verwacht, dat dit populaire en onderhoudende programma een waarde volle bijdrage zou vormen tot het kweken van een beter begrip voor belangrijke kwesties, die betrekking hebben op de gemeenschap van vrije volkeren, waartoe zowel Nederland als de Verenigde Staten behoren. Om zelfs de geringste vorm van misverstand over de bedoelingen van de E.C.A. welke organisatie de Neder landse luisteraars alleen maar een informa tief programma wilde aanbieden uit de weg (e ruimen, heeft de E.C.A.-missie be sloten, haar medewerking aan het Neder landse Antwoord-man-programma te be ëindigen. De E.C.A. verklaart met nadruk, dat de A.V.R.O., die het programma in kwestie heeft uitgezonden, niet verantwoordelijk is voor het besluit tot staking er van. Deze omroepvereniging is eveneens van mening, dat de serie uitzendingen van grote waarde is geweest. Zij heeft daarom besloten, aldus deelde de heer Vogt desgevraagd aan het A.N.P. mede, de uitzendingen voort te zetten onder dezelfde naam, tenzij dit als gevolg van be paalde auteursrechten niet mogelijk zou zijn. Of het programma door dezelfde per sonen als tot dusverre zal worden verzorgd, is nog niet bekend. Voor de president van de Haagse recht bank zal Maandag a.s. een kort geding die nen, dat door vier bestviursleden van de vereniging „Aristo" te 's-Gravenhage tegen de Staat der Nederlanden aanhangig ls ge maakt. In de dagvaarding stellen eisers o.m., dat het optreden van justitie en politie ten aan zien van de bovengenoemde club onrecht matig is geweest en dat de Staat der Neder landen zich zal onthouden van elk ingrijpen in het bestaan der vereniging. Voorts dat al hetgeen in beslag is genomen aan eisers zal wórden teruggegeven en alles in de oude toestand zal worden hersteld tot de rechter in deze een beslissing zal hebben genomen. Aristo eist een dwangsom van 10.000 gul den voor iedere dag, dat gedaagde in ge breke blijft te voldoen aan of in strijd han delt met een door de rechter te nemen beslissing. Nederlandse landbouwattaché's eijn in Den Haag te spreken De Nederlandse landbouwattaché's uit België, Brazilië, Denemarken, Noorwegen, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Italië, de Verenigde Staten van Noord- Amerika, Zweden en Zwitserland zullen voor de jaarlijkse vergadering van de buitenlandse dienst in de eerste helft van September in ons land aanwezig zijn, ten einde over gemeenschappelijke en speci fieke problemen van gedachten te wisse len. Daarbij bestaat ook gelegenheid voor nader contact met het bedrijfsleven. Belanghebbenden, die met een of meer der attaché's agrarische aangelegenheden wensen te bespreken, wordt daartoe gele genheid geboden op Dinsdag, 11 Septem ber 1951. Daartoe strekkende schriftelijke verzoeken, onder opgaaf van het te be spreken onderwerp, dienen uiterlijk 1 September a.s. aan de afdeling Algemene Zaken van de Directie van de Landbouw, Boorlaan 4, 's Gfavenhage te zijn inge zonden. A/finister Lieftinck heeft zich in de A Eerste Kamer vrij optimistisch over de financiële toestand van Nederland uitgelaten, maar de Amsterdamse beurs heeft er niet in het minst op gereageerd. Integendeel, de staatsfondsenmarkt, die reeds lange tijd slecht ligt, heeft ook deze week weer een hoogst ongeani meerd verloop gehad $n de toch reeds zo gehavende koersen zijn opnieuw ge daald. Het meest sprekende voorbeeld levert de 3V»% Lening 1951, welke ruim vier maanden geleden werd uitgegeven a 100% en waarop, zoals men zich her innert, toen slechts een zeer gering be drag werd ingeschreven. Half Juli no teerde deze lening nog bijna 96%, thans is de koers tot 92'/.% gedaald. Voorts zijn de 3% Investeringscertificaten sinds genoemd tijdstip van 91 tot 87'/i% teruggegaan. Nog een daling va» 1% en ze staan op een rendementsbasis van 4'/«%, een percentage dat de laatste tijd trouwens reeds voor hypotheken wordt betaald en waarmee naar sommiger mening de top nog niet is bereikt. Wij wagen ons niet aan voorspellingen, doch constateren slechts dat van beleg gingsaankopen op de beurs nog weinig sprake is en de koersen vermoedelijk nog 'lager zouden zijn, als de kynstmatige weer stand in de vorm van aankopen voor be lastingdoeleinden en inkoop door de Staat niet bestond. De particuliere belegger heeft zich meer en meer van obligaties en met name van staatsobligaties afgewend, niet alleen omdat een stijging van de rentestand werd verwacht, maar ook omdat het ver trouwen in het staatscrediet door de finan ciële politiek van de regering ernstig is ge schokt. Ook in de Eerste Kamer is wel ge bleken dat men daarop allerminst gerust is, ook al heeft de Minister van Financiën zijn f245 millioen belastingen er door ge kregen. Want deze belastingverzwaring, welke met een versnelde inning gepaard gaat. betekent een nieuwe aanslag op de bedrijfswinsten, zowel als op de liquiditeit van de Nederlandse bedrijven, welke ln De Koningin heeft Vrijdagmiddag een bezoek aan de Stichting Hoenderloo ge bracht, waar voogdijpupillen, regeringapu- pillen jongens, die ter beschikking van de regering zijn gesteld kinderrechtcr- pupillen worden verzorgd. In de studeerkamer van de directeur gaf mr M. B. van de Werk, voorzitter van de Stichting, een korte uiteenzetting van de arbeid, die op de Stichting wordt verricht, waarna met de rondgang werd begonnen. De Koningin bezocht allereerst de tuin, de bloemisterij en een der kassen, vervol gens de werkplaatsen en tenslotte de boer derij. In de directeurswoning De Heibuit terug gekeerd werden de bestuursleden van de Stichting Hoenderloo, onder wie de ere voorzitter, mr H. de Bie sr, aan Hare Ma jesteit voorgesteld. De Koningin onderhield ■ich o.m. met de leden van het personeel, uie haar inlichtingen gaven over hun werk zaamheden op de Stichting. Bij het vertrek van De Heibuit werden de Koningin een door de bloemisterij ver vaardigd bloemstukje aangeboden en een op de smederij-bankwerkerij door jongens gemaakt koperen wandlampje. Toen de vorstin h?t terrein der Stichting verliet stonden langs de weg de gehele stichtings bevolking en de leden van het personeel met hun kinderen. Het honderdjarig bestaan van Hoenderloo wordt 6 September herdacht; 7 September is de dag voor de jongens en 8 September wordt een reünie gehouden voor oud-leer lingen en oud-leden van het personeel. He» aantal pupillen bedraagt op het ogenblik 260. Bovendien worden er onder hoede der Stichting nog 50 jongens in gezinnen verpleegd. Meer emigjrantenvluchten naar Canada Gezien de stijgende belangstelling voor emigratie naar Canada en de toenemende vraag naar luchtvervoer door emigranten zal de K.L.M. deze maand in totaal negen- atien emigranten vluchten naar Canada uitvoeren. Tot nog toe werden gemiddeld vier k vijf van deze vluchten per maand gemaakt. Verwacht mag worden dat ook in de maand September de K.L.M. in staat zal zijn een groot aantal vluchten ten be- hoeve van de Canada-emigranten te ma ken. vele gevallen op dit punt reeds met grote moeilijkheden hebben te kampen. TJet Econ. Instituut voor de Middenstand heeft er dezer dagen op gewezen dat de jongste „prijzenslag" voor een goed deel het gevolg was van gedwongen liquidatie van voorraden beneden de inkoopsprijzen, teneinde het bedrijf in stand te houden. Het is echter duidelijk, dat op deze wijze het bedrijfskapitaal vermindert en derhalve ook de bedrijfsomvang inkrimpt, hetgeen ook op de grote bedrijven zijn invloed niet kan missen. Uit de jaarverslagen, welke over 1950 zijn verschenen, blijkt trouwens dat oo(c tal van grote ondernemingen, welke in het afgelopen jaar nog zeer bevredigen de winsten hebben behaald, moeite hebben, met de liquiditeit en dat op een moment, waarop nieuw geld niet of nauwelijks is te krijgen. Hier en daar heeft men dan ook reeds zijn toevlucht moeten nemen tot het sluiten van onderhandse hypothecaire lenin gen en vooral de sinds de laatste jaren op gerichte ondernemingen en die, welke grote bedragen voor vernieuwing en uitbreiding hebben uitgegeven, zitten vandaag alles behalve gemakkelijk. W/anneer Minister Lieftinck thans klaagt *7 over te grote investeringen bij het be drijfsleven in 1950 f 1250 millioen tegen f 1029 millioen in 1949 is dat zeker niet in elk opzicht billjjk, omdat de drang tot be~ drijfsexpansie steeds van de regering is uit gegaan en de goedkoop-geldpolitiek daartoe een der sterkste stimulansen is geweest. Niet alle bedrijven hebben, zoals bijvoor beeld de Heemaf e.a., 0e gevaren van die goedkoop-geldpolitiek ingezien en hun be- drijfsexpansie beperkt tot de bedragen, welke door het bedrijf zelf werden opge bracht. Bij nieuwe ondernemingen was deze zelf financiering uiteraard uitgesloten en het is daarom geen wonder, dat met name de tex tielindustrie thans grote moeilijkheden on dervindt, want in deze sector is door oude en nieuwe bedrijven in 1950 f 139 millioen geïnvesteerd tegen f 94 millioen jn 1949. Ter- Wijl met het Econ. Instituut voor de Mid denstand mag worden aangenomen, dat de „kopersstaking" van de laatste maanden en de als gevolg daarvan ontstane prijsda ling een tijdelijk verschijnsel is, blijft het vooreerst de vraag of het mogelijk zal blij ken de export op peil te houden en te ver groten, nu West-Duitsland en Japan door de V.S. weer op de been worden gebracht en reeds bezig zijn de verloren afzetgebie den in het buitenland te heroveren. West- Duitsiand heeft reeds een creditsaldo op zijn handelsbalans, maar niettemin is zijn quotum bij de EBU (Eur. Betalings Unie) met een paar honderd millioen dollars ver hoogd, terwijl Nederland met een verhoging van 4 25 millioen is afgescheept. Doordien het tekort bij de EBU over Juli 26.3 mill. bedroeg (tegen $15.5 millioen ln Juni), ls het effect van het verhoogde quotum na genoeg geheel verdwenen en ook in rege ringskringen wordt verwacht dat lang voor het einde van de looptijd van de EBU (eind Juni 1952) het Nederlandse quotum uitge put zal zijn. Als het waar is dat de regering, teneinde het tekort op de betalingsbalans, voor 1951 thans reeds tot f725 millioen gestegen, te verminderen, het bankcrediet drastisch wil verminderen, betekent dat niet alleen nieu we liquiditeitsmoeilijkheden, maar zal ook de import in belangrijke mate moeten wor den beperkt, hetgeen ook de exportmoge lijkheden zal doen afnemen en de Neder landse handelsbeweging op een lager niveau zal brengen. De Minister heeft dan ook in de Eerste Kamer volmondig toegegeven, dat de uitvoering van het defensieplan en derhalve het uitgeven van de defensie-op drachten niet mogelijk zal zijn, wanneer de financiële hulp van de V.S. minder zal be dragen dan gevraagd is. Het ie mogelijk, dat de Minister over andere gegevens be schikt, maar met cijfers als de bovehstaan- de, lijkt het ons toch wel wat optimistisch om optimistisch te zijn. Dat onze goud- en deviezenvoorraad thans ca. fl'/t milliard bedraagt, ofwel het dub bele van de voorraad in 1945, cchijnt welis waar een geruststellende factor, men ver- gete niet dat tegelijkertUd ons bezit aan Amerikanen aanmerkelijk is verminderd en de schulden aan het buitenland zijn ge stegen. Terwijl voorts de veel grotere om vang van de Nederlandse handelsbeweging ook een grotere reserve noodzakelijk maakt, zoals destijds ook door de Engelse regering is betoogd, toen men in de stijging van de goud- en deviezenreserve, aanleiding meen de te vinden tot de revalorisatie (een hogere waardering) van het Pond. Deze stand van zaken schept thans op en buiten de beurs een grote mate van onze kerheid, te groter, nu Minister Lieftinck .in de Eerste Kamer geen mededelingen heeft willen doen over de wijze, waarop het te kort op de betalingsbalans moet worden gedekt, omdat de eventueel nodige verder gaande maatregelen „niet voor aankondi ging vooraf geschikt zijn." Moeten we ons nu maar blindelings aan .Vadertje Lieftinck" overgeven? 10) Onzin, men. Ik weet zeer goed, wat u bedoelt. U heeft mijn aanbod eenvoudig aanvaard, omdat er anders niemand was in een storm loopt men nu eenmaal elke haven binnen. U denkt, dat Grim^ton Gran ge niet de meeat geëigende plaats is voor «en kind om op te groeien en u meent dat «en oude vrouw, als ik, niet de meest ge schikte persoon is om hem groot te brengen. En van uw standpunt gezien, ben ik het volkomen met u eens, ofschoon het me nooit duidelijk is. waarom jullie advocaten nooit eens een rechtstreeks antwoord kun nen geven. Hij speelde nerveus met zijn bril. M'n, waarde jaffrouw Barraclough, ala Tlw rechtsliund'g adviseur en daarvoor als rechtskundig adviseur van uw vader, kan ik deze door u genomen stap, hoezeer ik uw «delmoedigheid ook bewonder, toch niet geheel verstandig noemen Zoals ik u ook trouwens In mijn eerste brief over dit on derwerp reeds uiteen zette. En al» ik dat zeg, neem ik niet alleen in aanmerking de eventuele gepastheid of ongepastheid van een omgeving als Grimston Grange voor dit kind De plicht van een zaakwaarnemer tegenover zijn cliënt is Laat u dat maar rusten, zei de „oude" dame droogjes. Waar wilt u eigenlijk heen? Er kwam een trek van bezorgdheid over zijn gelaat. De vader vaft de kleine David.... be gon hij langzaam, maar zij viel hem on middellijk in de rede. Denkt u daar maar niet aan. Die is dood en begraven. Of zal dat tenminste bin nenkort zijn. En toen hij een protesterende beweging maakte, ging zij door, hem strak aanziend: Ik weet heel goed, wat u zeggen wilt. James Prestcrleigh. U wilt mij vertellen, dat ik een gevaarlijk experiment begonnen ben, en dat mij dat misschien in de komen de jaren bitter zal berouwen U bent mijn cliënte, juffrouw Barra clough, zei hij met een licht schouderopha len. en ik herinner mü nu eenmaal, dat er felijkheid zich maar al te vaak manifesteert. Het klinkt misschien hard om dat te zeg gen, maar.... Hier viel zij hem wrevelig in de rede —Hoor eens even, riep zij uit, kom mij niet met die quasi geleerde redeneringen aanzetten. Ik weet niets van kinderen af en ik heb nooit iets met kinderen te doen ge had of verwacht, dat ik er nog eens rnee zou worden opgezadeld. Zij komen in con flict met mijn zin voor orde en regelmaat en dat verontrust mij. Maar dat verontrust mij nog niet half zoveel als het gezeur van een stel gewichtig doende oude sokkfen, die met sombere gezichten het hoofd schudden en mij willen wijsmaken, dat dat arme kind tot op zekere hoogte verantwoordelijk moet gesteld, of de gevolgen moet onder vinden van wat zijn vader misdaan heeft. En u noemt uzelf een advocaat! U moest u schamen! Zfl zag er werkelijk vorstelijk uit, zoals zij zich daar in haar stoel oprichtte en in het vuur zat te staren. Maar juffrouw Barraclough, protesteer de hij. u kunt mij geloven, als ik zeg, dat ik, hetgeen u doen wlit, zeer mooi en belange loos vind.... Maar zij was niet gemakkelijk tot beda ren te brengen. Laat het daar dan bij blijven, snauwde zij. Als ik met dit kind een zeker risico wil lopen, is dat mijn zaak en van nii anders Het enige, wat ik weten wilde, Is, of hij hier veilig is voor slechte en kwaad aardige tongen. Kunt u mij die verzekering geven? —Dat kan ik zeker Ik heb de politie ge zegd, dat u hem wilde adopteren en er aan toegevoegd dat u de juiste en geschikte persoon bent om hem groot te brengen.... Nou, daar zou nog wel eens enige twij fel aan kunnen bestaan. Maar ga door. Dat hij alle voordelen zou genieten, die geld, zorg en genegenheid hem maar konden verschaffen, dat hij voortaan de naam zou dragen van uw neef, David Barraclough, en dat niemand hier ook maar het geringste idee zou hebben van zijn afkomst. Tegen hen. die hem in zijn eigen dorp gekend heb ben, heb ik zelfs nog veel minder gezegd. Ik heb ze de naam niet gezegd, die hij dragen zou. ik heb niet gezegd, wie er voor hem zorgen zou en ik heb niet verteld of hij naar New York. Tokio of Timboektoe zou gaan. En ik kan tot mijn genoegen zeggen, dat zij het allen met mij eens waren dat het ook maar veel beter was, dat zij het niet wisten. —Zo! Voor het eerst van uw leven heeft u blijken gegeven van enig gezond ver stand. Ik veronderstel echter, dat er wel eens een tijd in het leven van het arme kind zal komen, dat een van jullie wets- idioten er op staan zal om zijn geboortebe wijs voor de dag te halen voor de een of lachelijke reden, die geen gezond en normaal denkend mens iets schelen kan. De wet eist nu eenmaalbegon hij een beetje stijfjes, maar zü viel hem nijdig in de rede Praat me er niet van wat de wet ver eist. De helft van de dingen, die de wet eist, hebben alleen maar ten doel hun geld in het laatje te brengen en gezonde mensen in het gekkenhuis te jagen Maar daar het geen zin heeft om je zorgen voor de tijd te maken, zullen we dat onderwerp laten rus ten. En nu wat die jongedame betreft i-.if- frouw Williams? Ik moet toegeven, dnt zij mij oppervakkig gezien wel aanstaat, maar waar het mijn neef betreft, accepteer ik niemand <op zijn goede gezicht. Laat mij eens wat over haar horen. Hij leunde achterover in zijn stoel en zet te zijn vingertoppen tegen elkaar. Hij scheen nu heel wat meer op zijn gemak Volgens uw instructies heb ik haar met de uiterste zorg uitgekozen antwoordde hij. Ik heb een advertentie geplaatst en daarop heel wat antwoorden gekregen. Met behulp van mijn zuster, op wier oordeel ik mij ver laat, heb ik een dozijn sollicitanten u'tge- zocht Ik kan daaraan toevoegen, dan mijn zuster deze uitverkorenen tezamen met rnij persoonlijk ondervraagd heeft. Anne Wil liams wae haar zeer definitieve kex« Voor het eerste knikte zij instemmend. Daarmee ben ik het eens. Er is een vrouw voor nodig om een vrouw te beoer- Hij gine verder: Juffgrouw Williams is negen en twintig aar oud en een wees. Haar vader was ko- onel in het leger. Toen hij stierf, studeerde zij medicijnen. Dat is nu .acht jaar geleden en daar zij onverzorgd achterbleef, was zij genoodzaakt dit op te geven. Gedurende de laatste zeven jaren heeft zij verschillende betrekkingen gehad en volgens haar getuig schriften, die ik natuurlijk opgevraagd heb, schijnt zij ze alle tot de volledige voldoening van haar werkgevers te hebben vervuld. Zij zegt dat zij veel van kinderen houdt en ik moet toegeven, dat verschillende van haar getuigschriften dit 6chijnen te bevestigen. Het enige, wat zij van David weet, is, dat hij een wees is. Mijn zuster op wier oordeel zoals ik u reeds zei, ik mij verlaat, drong er sterk op aan, dat ik haar nemen zou, het geen ik dan ook gedaan heb, hoewel ik haar ,heb medegedeeld, dat dit nog aan uw uit eindelijke toestemming onderworpen was. Ik zou hieraan nog willen toevoegen, dat ik haar en uw neef op de reis hierheen zorg vuldig gadegeslagen heb en dat ik geloof, dat zij wederzijds zich tot elkaar aangetrok ken gevoelen Goed. Ik zal vanavond verder met haar praten. Hij stond van zijn stoel op. En nu moet ik weg. zei hij. Ik wens u veel geluk, juffrouw Barraclough. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1951 | | pagina 4