M
0
Oude thema's weer nieuw
GEDICHT
Het Zilveren Koord
Het verhaal
van
de mensheid
DE GESCHIEDENIS VAN HET
WERELDKAMPIOENSCHAP
Van industrie en landbouw zal
het uiterste worden gevraagd
Frankrijk blijft tegen nieuw
Duits leger gekant
IVOROL: de beste garantie tegen tandbederf
VerteHingen uit de mythologie
Het Joodse Vraagstuk
VOOR ONZE DAMLIEFHEBBERS
Hoe is het ontstaan?
Kru iswoordpuzzle
Als chimpansé's tennissen
Van vissen, een veer en een heer
De roeiboot sloeg om
VERANDERING
Ha Ha
Pinguïns, ze vliegen door het water
zoals andere vogels door de lucht
GUUS
Drie kaarten, ra-ra
In een ballon naar de Noordpool
ZEGENINGEN
Geen klare wijji
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Ab Visser's „erfenis"
van de week
Verrassende luchtlanding
in Indo-China
Inflatie bedreigt
Aziatische landen
Koersdaling op de Stanlsfondsenmarkt
tot staan gekomen
Rustig debat
door I P. VALENTINE
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951
DUIZEND EN EEN
3D>i
De eentauer was dodelijk getroffen. Enkele bloeddruppels vie
len op zijn kleed. „Het spijt me dat Jk u heb laten schrikken,
Deianeira". zei de paard-man. „Mijn bewondering voor u liet me
vergeten dat Heracles over pijlen beschikt, die hun doel nooit
missen. Zoals hij met zijn pijlen de harten van zijn vijanden
doorboort, zo zal hij met zijn heldhaftig uiterlijk steeds weer an
dere vrouwenharten in verwarring brengen. En daar ik u geluk
kig zou willen zien", ging de listige centaur, die een diepe haat
voelde tegen zijn overwinnaar, voort, „schenk ik u dit kleed. Als
ge ooit aan de standvastigheid van Heracles' gevoelens twijfelt,
laat hem dan dit kleed aantrekken en één gevoel zal alle andere
overheersen". Hij reikte met zijn laatste krachten Deianeira het
kleed en sloot zijn ogen.
Heracles ging voort allen te helpen, die zijn bijstand nodig
hadden. Tijdens één van zijn omzwervingen zag hij een jeugd
liefde. Iole, terug. Hij verheugde zich hierover zó, dat hij haar
meebracht om zijn vrouwf te leren kennen. Deianeira echter ont
stak in jaloezie, herinnerde zich de gave van de stervende cen
taur en schonk het kleed van Nessus, waarover zij steeds had
gezwëgen, aan Heracles.
Horizontaal: 1 Vesting, bij een stad ge
legen en deze beheersend. 6 Drinkgerei. 9
Gemeente in Noord-Holland. 10 Kaartspel.
11 Licht bier. 13 Munt in Yoego-Slavië. 14
Afgelegen. 15 Indisch gekleurd weefsel. 18
Inhoudsmaat. 17 Schaakterm. 18 Deel van
een tennispartij. 20 Reeds. 21 Insect. 23
Soort Onderwijs. 24 Nederzetting. 26 Voor
zetsel. 28 Landtong. 29 Wederkerig voor
naamwoord. 30 Mak. 32 Hoofddeksel. 33
Kloosterlinge. 34. Hoeveelheid. 36. Smalle
weg. 37 Sterrenbeeld. 38 Bewerkte dieren
huid. 40 Graaf van Holland. 41 Gelijk van
waarde. 42 Gemeente in Gelderland. 43 In-
b°Verticaal: 1 Microscopisch klein bestand
deel van organismen. 2 Voorzetsel. 3 Bloed-
kant). 6 Viskorf. 7 Vraagbaak. 8 Stoot. 10 Ge
zond, fris. 12 Wisselborgtocht. 13 Aanwij
zend voornaamwoord. 15 Adellijke dame. 16
punt. 30 KiecnngsiuK. oo tuiwu».»™.»
republiek. 37 Lofzang. 38 Dunne, smalle
plank. 39 Register. 41 Bloedverwant.
Oplossingen van deze puzzle moeten
uiterlijk Donderdag a.s. in ons bezit z«n.
I,.,nprl*n ȃn ttrHl
men: rnmeruoi n».
wordt niet gecorrespondeerd.
11
Boekcnkeur
De wereld hééft er eigenlijk nooit goed
raad mee geweten, zolang zij uit onkunde,
wanbegrip of afweer niet in staat was door
te dringen tot het rechte verstand van de
religieuze achtergronden van het bestaan
der Joden als volk, en zij is feitelijk nog
steeds niet goed bekomen van haar verba
zing over de (weder)oprichting van ym
Joodse Staat, nog wel in een tijd als/de
onze. Israël is en blijft een probleem, dat
onoplosbaar is en zelfs stefk irriteert, wan
neer men weigert het van de religieuze
visie uit te naderen, om het even of deze
weigering voortvloeit uit onvermogen of
weerstand.
Niettemin is elke serieuze poging, welke
tracht de omvang en het perspectief van
dit probleem te verstaan tegelijk een po
ging om inzicht te krijgen in de diepte va®
de politieke problematiek van de huidige
wereldsituatie.
Een zodanige poging heeft de Doopsge
zinde Amsterdamse predikant Frits Kuiper
ondernomen met zijn kortgeleden versche
nen boek „Israël en het Gojiem". Gojiem is
het Hebreeuwse woord voor „volkeren". De
schrijver geeft in het eerste deel een duide
lijk beeld van het onderscheid tussen niet-
Jood en Jood, en laat daarbij zien. hoe het
huidige Israël ofschoon niet identiek met
bijbelse, daarmee toch sterk verbonden,
daarvan de erfgenaam is. Erfgenaam van
de geheel enige afzondering door God,
waardoor Israël een apart recht heeft op
zijn stuk aarde. Israël heeft vroeger in
de'bijbelse tijden en nü moeten leren,
dat er naar de vrijheid om op dat stuk
aarde te leven en te wonen moet worden
verlangd en dat het er moeite voor over
moet hebben.
Dit boek geeft van de oud-Israëlietische
godsdienstige problematiek een 'vaak ver
rassend helder beeld, dat ik zou kunnen
aanduiden met de uitdrukking: de logica
van de godsdienst. Het voordeel van dit
boek is, dat het een groot vraagstuk be
spreekt in een kort bestek van zorgvuldig
afgewogen en daardoor gekristalliseerde
volzinnen, die geborduurd zijn op een ver
nuftig grondpatroon van duidelijk getrok
ken lijnen Want nadat de auteur de reli
gieuze betekenis van het oude volk Israël
van dikwijls oorspronkelijke gezichtspunten
uit belicht heeft, gaat hij over tot de be
handeling van het actuele Israël-probleem.
Door zijn verbondenheid met de zaak van
God is Israël geroepen als de grote tegen
spreker te midden der volkeren op te tre
den. De weerstand, welke hierdoor opge
roepen wordt onder de gojiem is een gevolg
van de omstandigheid, dat de niet-Jood
ook al weet hij niets van de Inhoud van het
boek der Joden af toch weet, dat de Jood
iets met God te maken heeft en de niet-
Jood in zijn antisemitisme wil niet aan welk
woord van God ook herinnerd worden.
Daarom, met het aan de orde stellen van
het Joodse vraagstuk moeten alle mense
lijke samenlevingsproblemen onmiddellijk
méé in het geding komen. Want alle vragen,
waarmee de mensheid bezig is, zijn nu in de
nieuwe staat Israël alle samen en gelijktij
dig aan de orde, met ongekende hevigheid.
Op zijn merkwaardige plaats tussen West
en Oost staat het midden tussen ons in. De
schrijver is van mening, dat niet de Ko
reaanse kwestie, maar Israël de toetssteen
zal blijken te zijn voor de ernst van de
staatslieden van onze tijd.
Ontegenzeglijk heeft de auteur een zeer
besliste opvatting, niet alleen van de reli
gieuze zijde van het Joodse vraagstuk, maar
eveneens van de politieke perspectieven
voor heden en toekomst, zoals deze naar
zijn gedachtengang daaruit voortvloeien.
Dit neemt echter niet weg, dat zijn con
clusies tot nadenken stemmen, juist omdat
zij niets minder pretenderen dan het aan
geven van de richting, waarin óók politiek
een oplossing moet worden gezocht voor de
huidige impasse in de wereld. Daarom is
Communistische acties
in de havens
In Londen hebben Vrijdag vakvereni
gingsleiders verklaard, dat communistische
„actie-comité's" in de komende herfst in de
havens van Hamburg, Rotterdam, Ant
werpen, Marseille, Napels en Genua op
nieuw zouden pogen, de aflevering van
goederen voor landen van het Atlantische
Pact te belemmeren.
dit boek uitermate belangrijk en het ver
dient stellig een vertaling, opdpt het voor
groter taalgebied dan het Nederlandse toe
gankelijk wordt.
Het werd goed verzorgd uitgegeven door
H. D. Tjeenk Willink Zoon te Haarlem.
ii
Zoals wij u in onze vorige rubriek reeds
vertelden, bracht het tournooi van 1928 de
wereldtitel wederom naar ons land. Het
was onze landgenoot Ben Springer die zich
onbetwist de sterkste toonde en met ruime
voorsprong als eerste eindigde. De eind
stand werd:
1.
B. Springer
22
9
13
0
:il
2/3.
A. Molimard
22
8
10
4
26
2/3.
H. de Jongh
22
5
16
1
26
4 6.
W. Rustenburg
22
8
9
5
23
4.6.
M. Fabre
22
5
15
2
25
4/6.
M. Bonnard
22
8
9
5
25
7.
S. Bizot
22
5
13
4
23
8.
J. F. Kuyer
22
3
14
5
:»o
9 10.
Bélard
22
4
i)
9
17
10.
J H. Vos
22
3
II
8
17
U.
I. Weiss
22
2
11
9
15
12.
W. C. Polman
22
1
12
9
14
De oud-kampioen Weiss bracht er ditmaal
dus wel zeer weinig van terecht, terwijl ook
Bizot en Fabre teleur stelden.
In de jaren tussen 1928 en 1948 vond geen
tournooi om het wereldkampioenschap meer
plaats, doch wel verschillende titelmatches.
Aangezien Springer zijn titel niet wenste
te verdedigen vond als eerste van deze
matches in 1934 de strijd plaats tussen Mau
rice Raichenbach en R. C. Keiler, resp.
kampioen van Frankrijk en Nederjand.
Raichenbach, de tot Fransman genaturali
seerde Pool. bleek uitgesproken de sterkste
en won met 13—7. Ook in 1936 handhaafde
deze sterke speler zich tegenover de toen
malige Nederlandse kampioen J. H. Vos
met 25—15.
Allerwegen gingen toen stemmen op
Springer tegen Raichenbach in het veld te
brengen, hetgeen in 1937 inderdaad ge
schiedde. Na een geweldig spannende strijd
moest ook Springer het ondebspit delven en
Wel met 2624.
In 1938 probeerde Keiler het nog eens,
doch wederom met negatief succes. De uit
slag werd 1715 voor Raichenbach, waarbij
niet minder dan 15 remisepartijen!
Na de 2e wereldoorlog* blijkt Raichen
bach, na een onderduik-periode van meer
dere jaren, niet meer de kampioen van
voorheen te zijn. In 1945 gelukt het zijn
landgenoot Pierre Ghestem hem met niet
minder dan 146 te verslaan.
Intussen is in ons land de ster van de
in Rotterdam geboren en groot geworden
Piet Roozenburg aan het firmament ver
schenen. Ter gelegenheid van het 45-jarig
bestaan van de damvereniging „Constant"
wordt dan in 1946 te Rotterdam een inter
nationaal tournooi gespeeld. Ghestem zowel
als Roozenburg tonen hun kracht en bezet
ten te zamen de eerste plaats, vóór o.a. Kei
ler en Springer.
In het daarop volgende jaar bevestigt de
Fransman nogmaals zijn grootmeesterschap
en overwint hij Keiler andermaal in een
titelgevecht, thans met 137.
Inmiddels is de Internationale Dambond
opgericht en vindt dan eindelijk in 1948
weer een groot tournooi plaats. De organi
satie was opgedragen aan de Nederlandse
Dambond en er werd in versclyllende
Nederlandse steden gespeeld.
De belangstelling was overweldigend^
evenals het succes van de Nederlandse spe
lers. Oorspronkelijk waren 3 Nederlanders
aangewezen onze kleuren te verdedigen,
n.l. P. Roozenburg envD. v. d. Staaij (Rot
terdam), alsmede H. Laros (IJmuiden). Op
het laatste ogenblik echter werd Ghestem,
die eerst verstek had laten gaan. aan de
Franse spelers toegevoegd, waarna onze
landgenoot R. G. Keiler (Amsterdam), die
een herkamp tegen v. d. Staaij had verloren,
eveneens werd toegelaten.
Niet de wereldkampioen, doch Piet Roo
zenburg nam van meet af aan de leiding om
deze niet meer af te staan, en met een
voorsprong zoals deze in soortgelijke tour-
nooien nog nimmer was voorgekomen werd
Roozenburg wereldkampioen, nauwelijks
24 jaar oud zijnde (geboren 24 October 1924).
Reeds in 1942 behaalde Roozenburg de
meestertitel, terwijl hij in 1943, 1948 en nog
maals in 1950 kampioen van Nederland
werd.
pller beschaamde de verwachtingen
niet en werd tweede, terwijl Ghestem het
niet verder dan tot de derde plaats bracht.
Het resultaat van onze landgenoten Laros
en v. d. Staaij was eveneens zeker bevredi
gend te noemen. De eindstand werd: P. Roo
zenburg (37), R. C. Keiler (28), P. Ghestem
(26). O. Verpoest (23). H. Laros (22), D. v. d.
Staaij en G. Post (21), P. Pérot (20), H. Chi-
land (15), j. Demesmaecker (4) en G.
Rostan (3).
Naast 4 Nederlanders en 4 Fransen namen
voor de eerste maal 2 Belgen en 1 Zwitser
aan het kampioenschap deel.
Volgens de reglementen van de I.D.B. zou
in 1949 een voorwedstrijd plaatsvinden tus
sen de oud-kampioen Ghestem en de diverse
landskampioenen, te spelen in Frankrijk.
Verschillende moeilijkheden waren er ech
ter oorzaak van dat deze wedstrijd eerst in
1951 te Parijs werd gespeeld, waarbij helaas
Ghestem op het appèl ontbrak. Zoals u uit
de jongste geschiedenis nog zult weten be
zette Keller met 4 punten voorsprong (17
uit 20!) de eerste plaats, vóór Malfray
(Frankrijk), Gordijn (Nederland), Saletnik
(Italië), Vaessen (België) en Gédence (Zwit
serland), en verkreeg hij daarmede het recht
Plet Roozertburg voor een titelgevecht uit
te dagen.
Deze match, bestaande uit 18 partijen, be
gint vandaag te Utrecht en geheel dammend
Nederland niet alleen, doch ook ver bulten
onze grenzen wacht men met belangstel
ling het resultaat af van deze strijd tussen
de 26-jarige wereldkampioen P. Roozenburg
en zijn 45-jarige uitdager R. C. Keiler, de
grootmeesters van het dambord.
V. F. TROMER.
Dit woord:
ZWIJNTJESJAGER
Zwijntjesjager betekent fietsendief.
Uit het Bargoens, de dieventaal, is dit
woord, waarschijnlijk via berichtjes
in de couranten, in het gewone Ne
derlands binnengedrongen. Nu is het
niet gemakkelijk te begrijpen waar
om men een fiets een zwijntje zou
noemen. Wij worden echter op weg
geholpen doordat in het Bargoens
veel Plat-Duitse en veel Joodse woor
den voorkomen. Alweer zullen wij
dus het Hebreeuws te hulp moeten
roepen. In die taal bestaat het woord
hashiweinu: voer ons terug. Dit is de
aanhef van het vers waarmee de
ceremonie van het terugbrengen van
de Wetsrol wordt besloten. Dan gaan
de deuren dicht, de wetsrol is aan het
oog onttrokken, is verdwenen. In het
Bargoens gaat nu. maak je hashiwei
nu betekenen: verdwijn en sjeweine:
weg, zoek. Iets sjeweine maken is:
iets ontvreemden, iets stelen. Maar
waarom dat iets nu juist een fiets
moet zijn dat weet ik werkelijk
niet.
O plowing Kruiswoordpuzzle
zonder zwart
Horizontaal: 1 Thee; antenne. 2 Hengel;
ovaal. 3 Ark; agio; Erna. 4 Beet; id.; mr;
bon. 5 Oslo; ra; kleed. 6 Riool; gaarne. 7
Leem, aal; saai. 8 Omver; metaal. 9 Meel;
o.a.; S.A.; dra. 10 Per; Inn; brein. II Era;
sedert; e.d. 12 Remise; Dante. 13 Drie; pre;
tast.
Verticaal: 1 Thabpr; lomperd. 2 Heresie;
meer; er. 3 Enkel; oever; ami. 4 Eg; atoom;
elisie. 5 Aegir; laron; esp. 6 N.I.; Ida; ga
mander. 7 Toom; kales; bede. 8 Everlast;
ar; rat; 9 Nar; beraad; Etna. 10 Nanoen;
aar; iets. 11 Eland; eiland; et.
ÜOBERT zat op zijn knieën op de bank van de roeiboot. Met een
hand steunde hij op de rand. met de andere hoosde hij.
De boot moet nodig eens de kant op, mompelde hij. Misschien
dat ik dan dat lekje kan vinden.
Regelmatig schraapte het. hoosblikje over de bodem. Het water
plonsde. Nog even dweilen, de vlonders goedleggen. Klaar!
Als Thea nu maar gapw kwam, zuchtte Rob. Hij keek over de
rivier. Het was nog een heel eind roeien naar de brug. Gelukkig
stond er niet veel wind.
- Thea Theaahh!
Joe, ik kom al.
Zijn zusje kwam aanrennen, op
blote woeten, zoals gewoonlijk als
ze gingen roeien.
Zijn vader en moeder al weg?
vroeg Rob.
Ja, de boot is net vertrokken.
Met de boot bedoelde Thea haar
vaders veerboot. Hij onderhield
een veerdienst tussen de eilanden.
Moeder was vandaag mee gegaan,
omdat zij boodschappen moest
doen.
Ze vonden "het helemaal niet
erg, Robert en Thea alleen te
moeten laten. Zij konden best op
zichzelf passen. Het was vacantie
en ze zouden de hele dag gaan
roeien en zwemmen, want dat
konden ze als de besten.
Laten wij ook gaan, dan kun
nen we nog een stuk van het tij
profiteren, 't Laatste eind hebben
we het toch al tegen, vond Robert.
Meteen zette hij af en roeide weg.
Thea zat op het achterbankje.
We lijken wel een stelletje
piraten, als we straks de „Meetiw"
gaan enteren, lachte Rob.
Ja, en wat dan verder? vroeg
Thea een beetje benepen.
Nou zeg, daaV gaan we toch
voor, om die rijke meneer Smids
te vragen of hij vader met rust
wil daten en ergens anders zijn
nieuwe veerdienst wil beginnen.
Natuurlijk, antwoordde Thea,
maar toen we er over praatten
leek het allemaal zo vanzelfspre
kend en makkelijk. Nu zie ik er
tegen op.
Och, we zullen wel zien hoe
het loopt. Ik moet harder roeien,
anders zijn we niet op tijd bij de
brug en het is nog een heel eind.
Weet je zeker, dat hij daar is?
Ja, ik heb gehoord, dat hij
buiten zou gaan vissen.
Zwijgend roeide Rob een hele
poos door. Pfff, 't was warm. De
zon brandde. Thea kauwde op een
strootje.
Ik zie hem, riep zij plotseling.
O, hij ligt al vlak voor de brug.
Hoor je, er wordt al geblazen.
Vlug, roei mee, riep Rob.
Thea klauterde naast hem, om
ook een spaan te pakken, maar ze
deed het zo gehaast en zo wild,
dat de boot gevaarlijk begon te
schommelen, water schepte en om
sloeg.
Proestend grepen Thea en Ro
bert zich aan de boot vast.
Nu halen we het niet meer,
zuchtte Thea.
Kijk, kijk, riep Rob, ze
komen hierheen. De „Meeuw"
kijk, zie je, ze zijn gédraaid. Even
later lag het Jacht naast de roei
boot.
Mooie piraten zijn wij, grin
nikte Thea.
Wat doen twee kinderen als
jullie hier in, of nog erger naast
een roeiboot in zulk breed open
water? vroeg een dik heertje met
een vriendelijk gezicht.
We wilden de „Meeuw" in
halen, vertelde Rob, terwijl hij in
de roeifjoot klauterde en ook Thea
naar binnen hielp.
We willen meneer Smids
spreken, vervolgde Thea, die haar
blouse en shorts een beetje uit
wrong.
Dat kan alleen «als je afge
sproken hebt, antwoordde het
heertje.
Laten we het tegen hém zeg
gen, fluisterde Thea, hij is vast
zijn secretaris of zo.
En zo vertelde Robert alles, dat
ze hier al zo lang woonden, en dat
vader nooit tegen een modernere,
snellere veerboot zou kunnen cen-
curreren en
Dat weten wij ook, onder
brak het meneertje. We hebben
een brief aan je vader geschre
ven om hem te vragen met zijn
grote ervaring voor ons te wer
ken, maar hij antwoordde, dat hij
dat niet wilde.
Robert en Thea keken elkaar
verbaasd aan. Dat hadden ze niet
geweten.
Misschien kunnen we met je
vader gaan praten, stelde de
meneer voor.
Natuurlijk kan dat, riep Rob.
De boot komt vanmiddag terug.
Dan gaan we zolang bij
jullie in de buurt vissen. Weet je
een plekje waar veel vis zit?
Nou en of, antwoordde Rob.
Zo gebeurde het. De „Meeuw"
nam de roeiboot op sleeptouw en
zo ging hef terug naar het veer
huis.
Hun nieuwe vriend ging even
mee aan land en toen hij van
boord ging, riep hij: Ik ben zo
weer terug!
Het antwoord was: Goed
meneer Smids!
Bent U7 vroegen Rob en
Thea tegelijk.
Meneer Smids glimlachte.
Oh, en daar heb ik nu zo
tegenop gezien, lachte Thea.
Met een opgelucht hart gingen
ze zich verkleden. Als vader
straks thuiskwam, zou alles heus
wel in orde komen.
Veel belangstelling hebben ze niet
voor de match.
t Valt nog helemaal niet mee. Ik
weet amper, hoe ik dat racket
moet vasthouden
Tante: Frits, wil je nog een
beker' melk.
Frits: Nee.
Tante: Nee, wat?
Frlts: Nee, geen melk.
Jan: Weet je, dat mijn vader
fn een boek staat.'
Piet: Iniwelk boek dan?
Jan: In het telefoonboek!
Als ik nu nog mis
dan leer ik het nooit
HET ZIJN wel de grappigste vogels, de pinguins. Je denkt
misschien, dat ze alleen maar bij de Zuidpool leven, maar
dat is niet waar. Natuurlijk leven de meeste soorten
daar, maar er komen ook pinguins voor in Zuid-Afrika
en in de tropische zone van de Westkust van Zuid-
Amerika.
Nestje bouwen
Als het voorjaar wordt, komen
de pinguins naar de kust om
hun nesten te bouwen. Het man
netje neemt een ateen in zijn bek
en waggelt naar -het vrouwtje,
dat hij het aardigst Vindt. Vindt
zij hem ook aardig, dan pikt ze
de steen weg en legt hem neer.
Het mannetje rent dan weg óm
meer stenen te verzamelen. Hij
legt ze netjes op een hoop. Dan
gaat het vrouwtje er bovenop zit
ten en draait net zo lang rond, tot
er in het midden een kuil is. Hier
in legt zij later twee eieren. Het
mannetje en het vrouwtje broe
den om de beurt en na zes weken
komen de jongen te voorschijn.
Ze worden gevoed met half ver
teerde vis, die de ouders eerst
eten en uitbraken.
Vijanden
T^en rob, luipaard-rob genoemd is
de grootste vijand van de
pinguins. Zij zijn bang van hem
en als ze gaan zwemmen, gaan ze
allëmaal tegelijk en blijven dan
dicht bij elkaar. Lopen er een
paar vlak langs het water, pootje
te baden en naar voedsel te zoe
ken, dan is er altijd wel een pin-
guin, die hen een zetje geeft. Zo
spelen ze en plagen elkaar.
Een rob, die in het water op
de loer ligt, zal de eerste de beste
pinguin, die binnen zijn bereik is,
vangen. Dat is natuurlijk erg naar
voor de arme vogel, maar daar
staat tegenover, dat de anderen
gewaarschuwd zijn.
Koning en Keizer
Op sommige eilanden in de Zuld-
poolzee komen de konings-
plnguins voor, die wel 80 cm hoog
kunnen worden. Zij bouwen geen
nesten. De vrouwtjes leggen een
ei. Zij en het mannetje houden het
om de beurt in hun grote vleugels
acht weken lang. Als het Jonge
vogeltje uit het et is gekomen,
wordt het nog een poosje op de
vleugels. waar ze niet mee
vliegen maar mee roeien mee
gedragen. Dat vinden ze reuze
prettig, want als ze al bijna half
zo groot zijn als de moeder, pro
beren ze nog daar te gaan zitten.
Nog groter dan de konlngspin-
guin is de keizerspinguin. Die
wordt wel een meter lang. De
vrouwtjes leggen in de poolnacht,
als het vriest.
De bij-en vliegen van ma-de-
lief-je naar bo-ter-bloem. Zoem.
Zoem. Zoem. Guus ligt in het
gras. Hij is erg lui.
Het is wel eens pret-tig
om lui te zijn, zegt hij tegen
de koe. De koe antwoordt:
Boe. Zij kijkt naar Guus
en vraagt zich af:
Word ik nog ge-mol-ken
vandaag?
ZO WAS HET.
Horizontaal: 1. oren, 4.
tijger, 6. kolen, 7. vaten, 8
lagn, 9. ra, 11. atlas.
Verticaal: 1. ogen, 2. ren.
3. er, 4. totaal, 5. ijlen, 6. kaart
7. V.L„ 10. as.
Te ziet het. De Rommelpot heeft
een ander uiterlijk gekregen.
En dit is niet de $nige verande
ring. Kijk maar. die strip „In een
ballon naar de Noordpool" is iets
nieuws voor de Rommelpot. Dit
verhaal is speciaal bestemd voor
de groteren. „Guus en Suus"
daarentegen is voor de kleinsten.
En dan is er nog jets.
Ofschoon jullie altijd reusach
tig je best hebt gedaan, zal er
voortaan geen werk van kinderen
meer geplaatst worden (Op en
kele tekeningen na, die al ge
clicheerd zijn). Hoewel de inzen
ding tijdelijk stop was gezet, is er
toch nog zoveel binnengekomen,
dat er bijna niet door te komen is.
Het zou veel te lang duren, voor
er iets geplaatst werd. We zouden
dan wel een hele pagina nodig
hebben en je begrijpt, dat dat
niet gaat. Zend dus geen tekenin
gen. ook al zijn ze nog zo mooi.
geen verhaaltjes, geen puzzles of
wat dan ook. meer in. Er komen
nog wel wedstrijden, dus kun Je
daar dan extra je best op doen.
Probeer eens of Je*kunt raden,
welke drie kaarten hier liggen.
Ja, natuurlijk moet je er iets meer
van weten. Luister maar.
Er is een vrouw van de twee
aan de rechterkant van een boer
van dezelfde kleur. Er is een
schoppen aan de linkerkant van
een harten en er is een schpppen
aan de rechterkant van een andere
schoppen.
T7er ten Noorden van Spitsber-
gen tussen de 79ste en
80ste breedtegraad ligt een
eiland met steile rotsen, bedekt
met sneeuw en ijs.
Op 30 Mei 1897 liep de Zweed
se kanonneerboot „Svensksund".
gevolgd door een vrachtboot de
haven van het eiland binnen.
Vanaf de voorsteven van de
Svensksund keken drie mannen
naar het land. Hun namen waren
Andreé, Strindberg en Frenkel.
Zij zouden van het eiland uit een
tocht maken met een ballon over
de Noordpool. De ballon, de tui
gage en alles wat verder nodig
was, lag in de kanonneerboot.
Proviand en de uitrusting voor
de expeditie was .aan boord van
het vrachtschip.
/~\p de veertiende Juni was de
ballon gereed gebracht en
na enige voorbereidingen begon
nen zij de ballon met waterstof
te vullen. Alles ging uitstekend
en de ballon was al bijna vol,
maar in de nacht van 6 op 7 Juli
kwam er een geweldige storm.
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951
EERSTE BLAD - PAGINA 3
f-ve vacanties lopen ten einde. De tijd di*
JJ de mens wordt gegeven eens uit de be
kommeringen van de dagelijkse arbeid te
IfBooen om zich geestelijk en lichamelijk
t* verfrissen, teneinde zich aan de taak
mip hem is opgelegd, beter te kunnen wij-
li-,, lijkt altijd te kort. korter dan dezelfde
neriode. die met arbeid wordt doorgebracht
Men mag nog zoveel plezier in zijn werk
»!.hhen de tijd van vrijheid zonder de zor
gen die dagelijks de mens bestormen, lijkt
■ïtiid beter. En meermalen zal men met een
oei van spijt de vacantieperiode afslui
ten 's Werelds vreugd is nu eenmaal snel
voorbij.
Spijt en weemoed zijn zuiver menselijk
Beschouw het niet als een karakterfout als
men de eerste dag na de dagen van vrij
heid wat loom en onwennig is. Ernstiger is
het als men een onvoldaan gevoel heeft,
geen goed woord kan vinden voor de gril-
f.n vah de Hollandse zomer, die met koude
«n regen zo dikwijls belette Gods schone
natuur te genieten, zoals deze onder betere
omstandigheden kon worden genoten.
De mens is nu eenmaal geneigd tot ver
gelijken En dan komt men dikwijls tot de
conclusie, dat een ander alles heeft mee
gekregen wat een vacantie maar kan doen
Jagen terwijl hijzelf....
Wij maken meestal de grote fout de vele
slechte ervaringen door een loupe te
bekijken en de enkele goede die altijd en
overal zijn te vinden, geheel te vergeten.
Dan zijn wij onvoldaan en naijverig op de
mons. die meer geluk heeft gehad. Zelf
beklag is.een van onze slechte eigensehap-
oefi Wij hebben te dikwijls het gevoel, dat
*lj' alleen het zwaarste van het leven te
drager* krijsen, dat het bijna spreekwoor
delijk geluk van anderen ons steeds ont
houden wordt. En wij hebben meestal een
s „der rtodig. die ons wijst op het goede dat
I ons deelachtig werd om ons te doen Inzien
dat wij teveel onze blik richtten op wat ons
i jüet'b&schoren werd. terwijl wij maar al te
•/dikwijls vergeten dat er nog zoveel over
blijft om verheugd over te zijn. Want hoe
dikwijls vergeten wij niet het grote bezit
dat een goede gezondheid is. om dat eerst te
dntdekken als aan dat bezit wordt ge
knaagd.
Eenvoudige versregels kunnen soms van
ïo grote waarde zijn. omdat zij zo gemak
kelijk aanspreken Als wij onvoldaan en
ontevreden zijn, herinneren wij ons dan
deze regels:
Tel uw zegeningen één voor één.
Tel ze alle en veïgèet er geen.
Want zij zijn groter in aantal dan wij
oppervlakkig willen tellen.
Op 22 en 23 September zal te Brussel een
„Natiohale vrecfesbijeenkoirist'» worden ge
houden. welke door de communistische par
tij wordt gesteund. Om de onkosten te be
strijden heeft een anonieme wijnhandelaar
een deel van zijn voorraad voor lage prijs
beschikbaar gesteld óm hiervan „vredes-
pakketten" te maken, die in het openbaar
zullen worden verkocht, aldus deelt prof.
Max Cosijns, het hoofd van de kernphysi-
sche faculteit te Brussel en voorzitter van
de „Belgische unie voor de verdediging van
de vrede", in een cii*ulaire mee. Cosijns
is nist Jid van de coiwnunistische partij.
Nieuwe §fad bij Stalingrad
Aan de linkeroever van de Wolga zal in
de nabijheid van Stalingrad een nieuwe stad
vanfflp.000 inwoners gebouwd worden. Op
het Igenbllk wordt op deze plaats een wa
terkracht-station gebouwd, dat jaarlijks
gemiddeld tien milliard kilowattuur zal
kunnen leveren. Dank zij een wijdvertakt
systeem van kanalen het grootste kanaal
zal 600 km lang worden zullen ruim 11'
millioen hectaren in het Noordelijke en
Westelijke deel van de laagvlakte aan de
Kaspische Zee en millioen hectaren aan
de andere kant vair de Wolga worden be
vloeid.
Verscheidene grote Sowjetrussische in
dustrieën hebben orders ontvangen om haar
gehele productie voor de bouw beschikbaar
ie stellen. Men hoopt de nieuwe stad in 1956
gereed te hebben.
A cht vakjes in de lengte, acht in de breedte. Dat is een schaakbord. Men zet op acht
vakjes aan één kant van het bord acht stukken, een ironing, een kopjngin (schakers
zeggen al „die kroniekschrijver is geen schaker, hij praat van een koningin"), twee
raadsheren, twee paarden en twee torens, daarvóór een rijtje pionnen, aan de tegenover
gestelde kant van het bord ziet men de tegenpartij hetzelfde doen, en dan vangt de
strijd aan. De eerste zetten zijn millioen malen gedaan, de tweede honderdduizenden
fnalen, de derde tienduizenden malen, de vierde duizenden malen, de vijfde
honderden malenZo daalt de reeks tot een moment, dat op het bord
een Situatie ontstaan is, die misschien maar tweemaal precies eender in de hele geschie
denis van het schaken is voorgekomen. De daaropvolgende zet is naar alle waarschijn
lijkheid dan een absoluut nipuwe in de geschiedenis van het schaken en het spel voltrekt
zich daarna als iets volmaakt oorspronkelijks. Alle schakers y/eten, dat hun spel, hoe
saai soms ook met een Italiaanse opening op gang gekomen en hoe dor theoretisch ook
soms voortgezet, op een gegeven ogenblik iets unieks heeft. Dat de charme van het
mooiste denkspel ter wereld. En toch is een bord maar acht vakjes'lang en acht vakjes
breed en heeft elk stuk een vaste waarde en een afgeperkte bewegingsmogelijkheid
Zo kan ook een romancier zich op een „doodgespeeld" terrein begeven, met figuren,
die niets oorspronkelijks hebben, om tóch tot iets te komen, waarvan men tenslotte moet
zeggen: „dit had zich nog nooit zo voorgedaan; dit boek is iets nieuws."
T-Tet spel, dat Ab Visser in de roman!
AA „De Erfenis" (uitgaaf NV. De Ar
beiderspers te Amsterdam) met een handje
vol figuren speelt, die eenzelfde vaste waar
de en eenzelfde afgeperkte bewegingsmoge
lijkheid als gewone schaakstukken hebben,
confectiefiguren dus, lijkt volkomen onoor
spronkelijk te zullen verlopen, want de
openingsfiguur, een oude baas, die voor
geeft er warmpjes bij te zitten en die zich
eens lekker laat vertroetelen door zijn
erfgenamen, totdat bij zijn dood blijkt (of
zal blijken) dal hij nooit iets heeft bezeten,
is al ontelbare malen gespeeld. De bekend
ste auteurs, die zich niet ontzagen óm de
slokoude openingsfiguur ter hand te nemen,
waren Ben Jonjon, een tijdgenoot van
Shakespeare, die het spelletje van het melk
koetje dat zijn melkers melkt in „Volpone'
uitbuitte, en Emile Zola, die dat deed in
de klucht „Héritiers de Rabourdin". De
farce van Zola flwordt vrijwel alleen nog
maar door amateurs gespeeld „Volpone"
echter biedt heerlijke mogelijkheden aan
elke regisseur, die het toneel wil vernieu
wen (wat een regisseur die respect voor
zichzelf heeft om de tien jaar doet). „Vol
pone" wordt dan telkens weer wat gemo
derniseerd. door Jules Romains. of door
Anouilh straks...., en dan staat de zaak
weer fris op het bord. 't Blijft een aardige
„Italiaanse" opening in het litteraire
schaakspel, de figuur van de melkkoe die
de melkers melkt.
De opfcët vtan de roman „De Erfenis" van
Ab Visser,is,dus verre van oorspronke
lijk. Bovendien heeft! de auteur de afge
zaagde opfnipg erin Vportgezet met de
voorzichtigheid van een realist. Niet zo n
„erge" realist -als Zola, o neen, de Hol
landse realist, of lgat ons liever zeggen
de Nederlandse realist, want Ab Visser is
van huis uit een Grorjinger (al toeft hij het
grootste deel van het jaar in zuiderlijker
streken), en dan de Nederlandse realist met
het Rijksbotercontrólertierk in de nek, dus
geen Hermans of zo. Briljant-gek of diep-
psychologisch tot in het huiveringwekkende
is „De Erfenis" dus geenszins. Maar toch
wordt, als in eik schaakspel, hoe gering de
bewegingsmogelijkheden van de traditio-
neel-burgerlijke figuren ook zijn, de roman
tooh een roman die maar één keer zo ge
schreven had kunnen worden. Al heeft een
schaakbord ook maar *cht vakjes in de
lengte en acht In de breedte, onbegrensd
blijken op den duur de complicaties te
kunnen worden met de jconfectiefiguurtjes
van de draaibank, die men in de winkel
bij dozen vol kan kopen.
We weten wel, dat het spel, dat Ab Vis
ser tenslotte in z ij n stijl, de bedachtzaam
realistische, tot iets nog niet gespeelds wist
te maken, niet in de litteratuur van het
litteraire schaken zal blijven voortleven als
een „meesterpartij", maar het is een goed
spel geworden, zonder fouten. We praten
dan weliswaar niet goed. dat lantaarnlicht
van buiten een naam op de ruit van een
gesloten winkel in spiegelschrift op de
vloer van die winkel projecteert zo'n
foutje heeft in het litteraire schaakspel nog
niet eens de betekenis van een achteloos
„TNat is maar verbeelding", zeggen we en we bedoelen dan: „Dat is geen werkelijkheid
en is dus van generlei gewicht". Doch de verbeeldingen van de kunstenaar zijn voor
hem del degelijk werkelijkheden, dikwijls^reeds lang voordat hij er toe overgaat zé in
een of andere materie vorm en gestalte te geven.
Zo is het ook met de beeldhouwer, die in onderstaand gedicht van Marja sprekend
wordt ingevoerd. Zo duidelijk staat het beeld dat hij maken wil, hem voor de geest, dat
hij reeds de vormen meent te zien in het stuk zandsteen D..|Ji.n,|Wpr
dat hij voor zich heeft. En opmerkelijk: in zijn verbeel- ue -Deeiaxiüu wex
ding zijn Maria, de moeder van Jezus, en de vorm-in-steen
die hij scheppen wil, volkomen samengevallen. Het is niet
zo maar een dood ding, dat straks onder zijn handen"
vandaan zal komen, het is ook meer dan wat wij gewoon
zijn „een bezield dingte noemen. Het is Maria zelf, met
het kind, voortvluchtig op de ezel. Het is of Maria zish
schuil houdt in de steen, en daarom blijft de kunstenaar
niets anders over. nu het werkelijke moeten bezit van
hem neemt, dan Maria om toestemming te vragen, om
haar uit de steen te bevrijden. En hij vraagt d^t. niet
voor zichzelf alleen ieder kunstwerk is immers een
geschenk aan de mensheid, of het als zodanig aanvaard
wordt of niet.
Een moment van inkeer dus, van bezinning, voor
het werktuig ter hand wordt genomen; een bede om
wijding, die allerminst in plechtstatige volzinnen vorm
krijgt. Er zit iets snels in'dit gedicht daartoe werken
de korte versregels en het verdoezelen van de afschel-
dingen tussen de strophen niet weinig mee. Het gedichtje
heeft ook daardoor iets van een schietgebed: intens
gfemeend, doch snel uitgesproken reeds doet de
onweerstaanbare arbeidsdrang zich gelden.
De zandsteen was zo zacht
dat ik de vormen ried
van haar die had gedacht
dat ik haar rusten liet:
Maria met het kind
voortvluchtig op de ezel;
maar nu, in elke vezel
van deze hand, begint
het overtuigde trillen
dat om de beitel vraagt,
Maria, blijf nu stil en
sta toe dat ik het waag.
niet meer voor mij alleen,
uw vormen te bevrijden,
dat Ik uit deze steen
u wet laat rijden.
A. MARJA.
Uit: „Zon «n Sneeuw"
verspeeld pionnetje maar i
aandacht
prijzen de
cht, waarmee de auteur de situaties,
die hij schiep, uitbuitte binnen de burger
lijk-realistische begrenzing, die hij zichzelf
stelde, en de zorgvuldigheid, waarmee hij
de figuren mobiel hield.
Tiet werk maakt deel uit van de Arbo-
reeks. Zulke boekenreeksen. waar men
op intekent zontjer verder keus te kunnen
maken, mogen uiteraard geen nummers be
vatten. die slechts voor een gering aantal
liefhebbers aantrekkelijk zijn. Ze moeten
algemeen waardeerbaar zijn, althans
algemeen waardeerbaar in de kring, die
ermee bereikt moet worden. Nederlandse
boeken van goed gehalte, die verleden jaar
de Arbo-reeks hun plaats verdienden,
ren o.a. „Een kind te veel" van
A. G o t j dat in schrille kleuren het
lijden in de sloppen schildert en „Er is
«een gerechtigheid" van Joseph
Stoppelman, een roman van een
moeilijke jeugd. De nieuwe jaarreeks van
de Arbo boert met „De Erfenis" van Ab
Visser niet slecht. Maar een zeer leesbare
roman is daarin ook „H arten en Hec
tare s van Abe Brouwer, de bekende
Friese auteur, die „Harten en Hectares"
eerst in zijn moedertaal had geschreven en
zelf voor de Hollandse vertaling zorgde.
Zijn roman behandelt de liefdesgeschiedenis
van een boerenknecht en de dochter van de
vrijboer van Lycklama-state. die zonder
zoons zal sterven. Men voelt al. welke span
ningen er in deze roman zullen heersen.
Abe Brouwer heeft ze weten te wékken en
weten te be-heersen. Als een goed schaker
heeft hij de situaties aangedurfd, die uit
zijn openiogsfiguur voortvloeiden.
W. WAGENER.
Het Franse leger heeft Vrijdag gemeld,
dat parachutisten zijn neergelaten op het
eiland Koe Lao-Re. voor de kust van Annam
(Indo-China) en dat een „bruggehoofd" van
tien vierkante km bézet is. Voorts zijn ma
riniers, infanterie en genietroepen aan lahd
gezet Het garnizoen van vijftig man der
Vietminh gaf zich over en 3000 half verhon
gerde bewoners voegden zich bij de strijd
krachten der Franse Unie, aldus het.leger-
bericht
Het eiland ligt tegenover een kustgehied.
dat door de Vietminh bezet gehouden wordt.
Het neemt een strategische positie in op de
zeeroute tussen Saigon en Haiphong, de
haven in de Tonkinese delta, welke in
Franse handen is.
Vóór 15 November moet Nederland inge
volge een zojuist gesloten overeenkomst aan
Canada 1 millioen Engelse ponden boter leve
ren, die Canada oorspronkelijk uit Nieuw-
Zeeland wilde betrekken, welk land echter
zeer^hoge prijzen wilde rekenen. Denemarken
en Zweden kregen elk een order voor J mil
lioen lbs.
In een door de^ economische commissie
voor Azië en het Verre Oosten van de Ver
enigde Naties uitgebracht rapport over de
economische toestand in Azië en het Verre
Oosten in 1950 wordt verklaard, dat de eco
nomische positie van deze gebieden aanlei
ding geeft tot ernstige bezorgdheid, ondanks
de gestegen uitvoerprijzen en de gunstige
betalingsbalans in vele landen aldaar. De
landen, welke het meest profijt van deze
ontwikkclihg hebben getrokken waren de
grote exporteurs van grondstoffen, waar
naar de meeste vraag bestond. Malakka en
Indonesië hebben hierbij als rubber- en tin-
exporterende landen het megst gewonnen,
terwijl de voordelen vóór India en Birma
het minst hebbën bedragen
In het rapport wordt er op gewezen, dat
een redelijk tempo van economische ont
wikkeling in de betreffende landen niet al
leen het gehele uitvoersurplus zou opïisen,
doch zelfs zou moeten leiden tot een aan
zienlijk invoeroverscbot. Het wordt onwaar
schijnlijk geacht, dat de export op het hui
dige niveau gehandhaafd kan blijven. Deze
landen worden bedreigd met een ernstige
inflatie, welke wederom de economie van
deze landen zou kunnen ondermijnen, tenzij
de inflatie op de juiste wijze wordt be
streden.
In het rapport wordt gewezen op de
voortdurende uitbreiding van de Japanse
handel. De Japanse uitvoer steeg tussen
1948 en de eerste helft van 1950 met 150'
vooral door een stijging in de uitvoer van
textiel. De oorlog op Korea was een grote
stimulans voor de Japanse uitvoer met het
gevolg, dat Japan in 1950 een aanzienlijk uit-
voeroverschot boekte, wanneer de irfvoer
uit hoofde van Amerikaanse steun niet in
aanmerking wordt genomen.
In Jordanië zijn rustige verkiezingen ge
houden Het nieuwe parlement zal de grond
wet In die zin wijzigen, dat de regering
voortaan verantwoording verschuldigd zal zijn
aan de volksvertegenwoordiging in plaats van
aan de koning.
EFFECTEN" EN GELOMARKT
Men kan er zich slechts over verheugen dat de scherpe koersval op de
Nederlandse Staatsfondsenmarkt deze week is tot staan gekomen. Van een
betekenend herstel was weliswaar geen sprake, maar het dringende aan
bod is dan toch blijkbaar opgehouden en schoorvoetend komen er hier en
daar kopers opzetten, nu incl. de koerswinst, welke bij uitloting wordt
verkregen, het rendement tot 4' a pet is gestegen. Bij de oude Indische
leningen is het zelfs tot omstreeks 5 pet opgelopen. Iïet spreekt vanzelf,
dat nu de béstaamle leningen tot 80 en 85 pet zijn gedaald, zij een zware
concurrent zijn voor nieuwe uitgiften van obligaties, ook al worden deze
tegen een rente van 4V* pet uitgegeven.
Want wanneer men zegt, dat (ie staats
obligatiesthans ob een rendements
basis staan van 4' t a 5*dan is dat eep
theoretische stelling: gebaseerd op de ge
middelde looptijd van de lening Men cal
culeert dan de koerswinst, welke bij aflos
sing wordt verkregen, in de jaarlijkse ren
te Als een lening 20 jaar loopt en in gelij
ke delen wordt afgelost, heeft men evenveel
kans dat de obligatie gedurende de eerste
tien jaar, als gedurende de tweede tien jaar,
wordt afgelost en de gemiddelde looptijd
is in dat geval ruim 10 jaar. Maar het is
duidelijk, dat men bij de loting gelukkig en
ongelukkig kan zijn. Komt men vroeg uit
de bus, dan krijgt men het verschil tussen
de koopprijs en de uitkering bij oflossing
(100* eerder in handen dan volgens de
theoretische veronderstelling Komt men er
na de eerste tien jaar uit, dan moet men
(Van onze Parijse correspondent).
Donderdag heeft, als Interim
parlementaire debatten over
zzo van de
de school
kwestie, die thans beëindigd hadden moeten
zjjn. doch waarvan het slot nog lang niet in
zicht is. in de Kamer een gedachtenwisse-
ling plaatsgevonden over de Franse buiten
landse politiek. Zoals w(j reeds beriohtten.
had een incidentele oppositie, bestaande uit
Gaullisten, communisten en socialisten, dit
debat geëist van de regering, die echter zelf
meende, dat het uiterst ongewenst was. vlak
voor een aantal hoogst belangrijke inter
nationale conferenties de sluier op te lichten
of misschien zelfs weg te scheuren, die
uiteraard ook de Franse diplomatie omhult
In hun voorafgaande besprekingen tussen
Schuman en de fractieleiders uit het par
lement wasVnen echter tot een aannemelijk,
compromis gekomen. De minister van bui
tenlandse zaken toonde zich daarbij bereid,
een beknopte uiteenzetting »e geven van de
algemene richtlijnen, die hij in Washington.
San Francisco, Ottawa en Rome volgen zalt
waarop elke partij eveneens in het kort
gelegenheid zou krijgen, het eigen standpunt
te formuleren. Van iedere aanbeveling of
Sfkeuring in de vorm van een motie zom
het parlement zich echter onthouden.
Aan die afspraak heeft men zich weder
zijds gehouden en zo heeft men dan in het
bestek van nauwelijks vier uur in 't Palais
Bourbon een vergadering kunnen bijwonen,
die eer een academische gedachtenwisseling
aan eert politieke discussie bood, doch zo.
biina zonder demagogische bij-oogmerken,
een uitstekend exposé opleverde van de
positie van de regering en van diverse
partijen t a v. de grote internationale pro-
CLOWNTJE RICK OP AVONTUUR
1201'2. Gelukkig bleef oom Tripje niet lang
boos over het geval met de hoed. Ze moes
ten alleen beloven, voortaan niet zulke ge
vaarlijke dingen te verzinnen.
De jongens hadden een nieuwe vriend
ontdekt tijdens hun vacantie op het eiland:
Ouwe Kees.
Die Ouwe Kees was 'n gezellige oude
baas, die in een klein, houten huisje woon
de in de duinen. Hij was vroeger zeeman
geweest en had nog op zeilschepen ge
varen; maar nu was hij te oud daarvoor
Die Ouwe Kees. zoals iedereen op het
eiland hem noemde, was een leuke baas,
die al spoedig de beste maatjes was met de
jongens. Hij had allerlei aardige dingen in
huis: oude platen van viermastschepen,
prachtige schelpen uit vreemde landen, hou
ten scheepjes, die hij had gemaakt, en al
lerlei meer. Die mochten de jongens bekij
ken. en dan vertelde Ouwe Kees er iets.
over.
En vertellendat kon die. ouwe 2
man! Met open monden en ogen zaten de
jongens naar hem te luisteren, als hij aan
het vertellen sloeg. Dan hoorden ze allerlei
wonderlijke geschiedenissen uit de tijd. dat
Kees nog op zee voer.
Alleenze merkten wel, dat hij wel
eens wat overdreef en hen wat op de mou«(
probeerde te spelden!
blemen, die de volgende weken op het
hoogste niveau ter sprajee zullen komen.
De dialoog tussen Schuman en in het
bijzonder de Gaullistische oppositie, waar
voor Palewski als woordvoerder optrad,
werd nogmaals gedomineerd door het
vraagstuk $ter Duitse herbewapening Minis
ter Schumrfh gaf het officiële standpunt in
een pakkende formule weer. toen hij op
merkte, dat Frankrijk zich altijd had ver
zet tegen eifcpnationale Duitse weermacht in
dienst van een Duitse regering en ter on
dersteuning van een Duitse politiek. Doch
ofschoon hij een dankbare toespeling maak
te op de sympathie, die Eisenhower onlangs
had uitgesproken voor het Franse ontwerp
inzake een Europees leger, wagrin Duitse
soldaten moeten yorden opgenomen, er
kende de minister niettemin, dat het ogen
blik voor de verwezenlijking der Franse
verlangens hier nog lang niet rijp voor
geleek-
Palewski noemde Schumans uiteenzetting
een Idylle en verweet de regering een te
grote mate van welwillendheid in het in
ternationale overleg, waardoor tegenover
Amerika concessies waren gedaan de
Gaullistische spreker doelde hier op de mili
taire bases in N.-Afrika die door onvol
doende tegenprestaties werden gehonoreerd.
De socialisten bij monde vtm de oud-minis
ter Daniel Mayer en Jules Moch, drongen
hunnerzijds nogmaals aan op de hoogste
onverzettelijkheid inzake dé oprichting van
een nationaal Duits leger.
De algemene indruk is, dat de Amerikanen
in elk geval dit jaar met de Duitse herbewa
pening in Europees of nationaal verband
willen maken.
een aanvang 1
Vorrink lid van bureau der
socialistische internationale
Te Londen is Vrijdag medegedeeld, da?
Koos Vorrink, voorzitter van de Partij van
de Arbeid, is benoemd tot permanent lid
van het bureau van de Socialistische In
ternationale. Hij vervangt Mart/n Bolle,
die eerst voor deze functie was aange
wezen.
Morgan Phillipps, secretaris van de
Britse Labourpartij is tot voorzitter en
Louis Levy (Frankrijk) en Erich Oilen-
hauer West-Duitsland) zijn tot vice-
voorzitters van het bureau benoemd.
Amsterdam schrapt post
Holland Festiüal
Op de nieuwe Amsterdamse gemeei
begroting, die op een bedrag
258 619.694.— sluit (ruim 32 millioen fneer
dan verleden jaar) is de post van 70.000.
als bijdrage in de kosten van het Holland
Festival geschrapt Mochten het Rijk en de
gemeente Den Haag. die met eenzelfde
garantie het Holland Festival mogelijk
maakten, dezelfde beslissing nemen, dan is
er alle reden om te verwachten, dat er het
volgend jaar geen Holland Festival zal wor
den gehouden.
Boontjes. België zal uit Nederland 700 tori
prinsessenbonen importeren. De oogst, van
grondtomaten en prinsessenbonen is in België
met vertraging gekomen en is tegengevallen
Op verzoek van de Belgische conserventndus-
trie. die het totale contingent toegewezen
krijgt, zal Nederland op deze groenten geen
heffing leggen.
(Advertentie)
langer op die uitbetaling wachten. Jn het
eerste geval heeft men dan een hoger ren
dement gemaakt dan 4' s* 0, in het laatste
geval een lager rendement IrT zoverre
schuilt er dus in de aankoop van de sterk
in koers gedaalde obligaties een speculatief
element, dat velen aantrekt, met andere
woorden men loopt liever de kans dat men
4 of 6" Van zijn geld maakt, dan dat men
telkenjare 4ontvangt.
Regeringsmaatregelen-
TT et is wel opmerkelijk, dat de koersd»-
AA- ling van de staatsfondsen en andere
obligaties niet gepaard gaat met een koers
stijging op de aandelenmarkt, doch dat defcc
ook eerder afbrokkelt, waaruit men. zij hpt
voorzichtig, de conclusie zou kunnen trek
ken dat de koersdaling op de obligatie-
markt mqt de vrees voor nieuwe inflatie
geen verband houdt. Vermoedelijk is dit
ook niet het geval. De regeringsmaatrege
len van de laatste tijd zijn er op gericht het
inflatieproces tegen te gaan. waarbij de da
ling op de grondstoffenmarkt haar te hulp
kwam. Het feit dat de oorlog in Korea on
verminderd wordt voortgezet en de Ame
rikaanse defensie-aankopen op de wereld
markten weer groter worden, heeft echter
reeds weer tot een prijsstijging van katoen,
wol, tin en rubber geleid en ook de voort
durend vaste stemming op de New Yorkse
fondsenmarkt is volgens sommigen een aan
wijzing. dat eerder met een prijsstijging
in niet op inflatie gebaseerd dan met
een verdere prijsdaling moet worden ge
rekend
Treedt een nieuwe prijsstijging in. Jan
zal de Import, wat de omvang betreft, te
sterker moeten worden beperkt om het gat
op de betalingsbalans te kunnen dichten.
Blijkens diverse uitlatingen van de re
gering. o m. in de tweede nota over de
werkgelegenheidspolitiek. heeft de regering
duidelijk te verstaan gegeven dat het haar
met de pogingen om op de betalingsbalans
een evert wicht te .scheppen, grote ernst is.
wat dan wil zeggen, dat zij het peil van
sumptie en investering verder wil te
rugbrengen Deze tendens is vermoedelijk
een der redenen, waarom de aandelenmarkt
zulle een lusteloos verloop heeft. Want ver
mindering van consumptie en van investe
ring betekent vermindering van bedrijfs
winsten. tenzij de defensleopdrachten van
de Nederlandse regering tezamen met die
Van de V.S. daarvoor een voldoend tegen
wicht vormen. Dat de regering hier voor
grote moeilijkheden staat, is uit haar nota
wei duidelijk, immers. 7.0 wordt gezegd, een
en ander betekent dat de werkgelegenheid
niet wordt verruimd. Wij. gewone mensèn.
zouden zeggen: de werkgelegenheid wordt
er door verminderd.
West-DuiIsland en Japan.
Er Is nog e$p ander gevaaf. dat de Neder
landse economie bedreigt en dat de laat
ste tijd sterker naar voren treedt. Het i«
de concurrentie op d© wereldmarkt van
West-Duitsland en Japan, de beide troetel
kinderen van de Amerikaanse regering.
West-Duitsland. dat in 1950 nog een import
overschot had. heeft zijn export in Juni en
Juli reeds belangrijk boven zijn import
kunnen opvoeren Wei ziet men dit ook in
Duitse handelskringen als een tijdelijk ver
schijnsel. een feit is dat West-Duitsland
thans een deviezenoverschot kweekt en in
snel tempo'zijn tijdens en na de oorlog ver
loren plaats op de wereldmarkt herneemt
In dit verband is het opmerkelijk dat op
de Londense beurs reeds enige tijd een vas
te stemming voor Duitse fondsen Dawes
en Younglening. Duitsch Kali Syndicaat
bestaat. Voor het laatstgenoemde fonds als
gevolg van de grote vraag naar Duitse ka'.i
Het heet dat West-Duitsland straks in staat
zal zijn zijn handelsschulden af te doen en
optimisten menen, dat ook voor de beide
genoemde staatsleningen t.z.t. een regeling
zal kunnen worden getroffen.
Wat ons land betreft in de eerste zeven
maanden van 1950 exporteerden we meer
naar Duitsland-dan we importeerden; in net
lopende jaar echter was onze import tot dus
ver reeds 170 millioen groter dan onze
export.
Wat van West-Duitsland geldt, kan ook
van Japan worden gezegd. De export van
dit land ontwikkelt zich ln een ijltempo en
is voor onze export naar Indonesië bijv.
een omstandigheid, waarmee ernstig reke
ning moet worden gehouden, omdat de le
vensstandaard in Japan, evenals trouwens
in West-Duitsland. veel lager is dan ten
onzent.
Dit is de reden, waarom de Nederlandse
regering in haar Tweede Nota over db
werkgelegenheid de Nederlandse industrie
aanspoort tot het aanbieden van sterk con
currerende prijzen, ontlat het alleen dan
mogeijk zal zijn een toenemend aantal van
onze merendeels niet-essentiële producten
in het buitenland af te zetten. Het is daHj--
om voor ons land verblijdend, dat behalve
de industrie, oolj de agrarische séctor zien
zeer bevredigend heeft ontwikkeld en h!?r
in verband met betere arbeidsmethoden cn
landaanwinning goede perspectieven be
staan
Maar zowel in de industrie als in de land
bouw zal van kapitaal en arbeid het uiterste
worden gevraagd.
22)
Zij zag onmiddellijk, dat de jongen zeer
veranderd was. maar het was een veran-
*laar een '3ro'1 1" deed
schieten en haar met een gevoel van trots
vervulde. De kleine, nogal verlegen jon-
gen was verdwenen. In zijn plaats was een
kleine man gekomen, die op een prettige
manier zich bewust was van zijn school
gas. strooien hoed en Eton-pak. Maar toch
niet met genoeg waardigheid, om. toen zij
naar armen uitstak, er niet rechtstreeks ln
te vliegen.
Hè. het is fijn om weer thuis te zijn.
En toen tegen de butler:
Goedenmiddag. meneer Bristow, hoe
gaat het met u?
Fijn. dank u. jongeheer David- Het
prettig u weer thuis te hebben.
Dank u. meneer Bristow. Zeg. tante,
ik ben als hoogste van de klas weggegaan
en in de laatste schoolmatch heb Ik 25
..runs" gemaakt en de ouwe P. zegt...
Gedurende het volgende uur onder de
thee werden de twee vrouwen onthaald op
eindeloze verhalen van wat de oude P
gezegd en gedaan had. Ook duurde het
niet lang, voor zij tot de ontdekking kwa
men. dat diezelfde oude P. Gerald Par-
mltter op één lijn stond met Frank
Wentworth, ofschoon de laatste geenszins
vergetgj^was. En, zoals Anne Williams
juffroéH®arraclough later op de dag ver
telde. vmf één van de eerste vragen van
David geweest: „Nog niet getrouwd, tante
Anne? Fijn. dan bent u deze vacantie nog
hier.
Maar het .«kind" was voor goed verdwe
nen dat zagen de beide vrouwen maar
al te goed. De jonge en nieuwe David
Barraclough was vol zelfvertrouwen, vol
jongensverfhalen en jongensopgewektheid.
Maar de discipline en het respect waren
geenszins afwezig. Want toen juffrouw
Barraclough opstond om de kamer uit te
gaan. vloog hij naar de deur en hield die
met een ernstig gezicht voor haar open.
terwijl zij de kamer verliet. Ook aan het
eten werd hij een beetje rustiger, sprak
alleen als er tegen hem gesproken werd
en bewaarde het stilzwijgen, wanneer dat
niet het geval was. Terwijl later, toen
juffrouw Barraclough zei: ..Ik geloof, dat
het nu wel tijd ia om naar bed te gaan,
David", hij onmiddellijk opsprong.
Welterusten, tante.
Zij hield zijn beide handen ^ast en keek
hem met een zachte uitdrukking ln haar
ogen aan.
Je wordt nu al een groot mens. "David.
Weet je nog hoe ik boven kwam om je
goedennacht te kussen?
Doet u dat vanavond den niet?
Op dat gezegde sloot zij hem in haar
armen. En toen zei Anne lachend:
Maar ik niet.
Hij trok een lelijk gezicht tegen haar.
Wie zegt. dat ik dat wilde, tante
Anne? vroeg hij.
Maar bij de deur gekórrien, keerde hij zich
grinnekend om.
"Maar ik reken er wél op. zei hij.
Het bleef stil, terwijl zij er naar luister
den hoe hij fluitend de gang doorging. Juf
frouw Barraclough knipperde verdacht
met de ogen.
Het is heerlijk om Hem weer hier te
hebben, zei Aone.
Juffrouw Barraclough snoof.
Misschien wel, zei het meisje pein
zend. maar het is toch erg prettig.
Prettig! gaf de oude dame ten ant
woord. Natuurlijk is het prettig. Als het
dat niet was. zou ik het niet doen. Maar
ik had nooit gedacht, dat ik me nog eens
als een dwaas zou aanstellen over een
kleine jongen.
Annes lippen trilden even. De ervaring
had hoar geleerd, dat zij tegen«deze grim
mige oude dame kon zeggen, wat haar op
het hart lag. zonder bevreesd te behoeven
te zijn voor de gevolgen.
Soms. zei zij nadenkend, worden wij
verstandiger naarmate wij ouder worden
ofschoon wij dat zelf niet weten
De oude vrouw keek haar van onder ge
fronste wenkbrauwen aan.
De ogen van het meisje schitterden van
pret.
Wilt u mij soms vertellen, juffrouw.
Barraclough. vroeg zij kalm, dat u niet
gelukkiger benwewee&t dan ooit in uw
leven van het njdstip af. dat David hier
in huis is gekomen?
Er heerste een ogenblik stilte. De ogen
van juffrouw Barraclough schenen «ieh in
die van het meisje te boren, maar deze
doorstond hun blik volkomen rustig. De
mond van de oude vrouw trilde heel even.
toen zij van haar stoel opstond.
Schei uit met het stellen van dwaze
vragen. Anne Williams, zei zij. „en laten
we naar boven gaan om die schobbejak
van een neef van mij goedennacht te gaan
zeggen".
Het was eigenlijk onvermijdelijk, dat
David die eerste vacantiedagen zijn beide
vrouwelijke voogden enige verbazing en
ongerustheid bezorgde. Want ofschoon
^beiden zagen, dat hij in zijn genegenheid
voor haar niet in het minst veranderd was,,
hadden zij toch het gevoel, dat hij haar IrtB'
vele opzfehten voorbijgegroeid was. Hijü
had een zekere nieuwe onafhankelijkheid
over zich gëkregen en hij scheen het niet
prettig te vinden', dat men hem wal ver
troetelde. Anne wilde hem op de voet vol
gen. zoals zij tot nu toe uit volle liefde
voo? hem^ altijd had gedaan en het deed
haar een beetje pijn.-als hij soms in z'n
eentje het bos inging. Bij een zekere ge
legenheid ontdekte zij hem in gezelschap
van een boerenjongen, die veel groter was-
dan hij en twee jaar ouder en die een
slechte reputatie had in het dorp. Samen
speelden zij bij het riviertje, waarover zij
op feen van de ondiepe plaatsen een
brug aan het bouwen waren van rotsblok
ken. Toen Anne op het toneel verscheen,
«tond de oudere jongen met een sigaret ln
zijn mondhoek en zijn handen in zijn zak
ken. David, die probeerde het water over
te steken, uit te lachen.
Kom dan. baby! Of ben je bang om je
mooie kleertjes te bederven? Durft niet te
roken Nou. ik zou niet zo'n baby, willen
zijn als jij.
1 "J?06,"1 geen baby! barstte David
los. Wacht maar even tol ik aan de over
kant ben.
- Je komt nooit aan de overkant. Je
bent bang!
.f-uDavif' rieP Anne onmiddellijk, want
hij had zijp voeten al op de'rotsblokken
en zij was in woede ontstoken bij. de. ge
dachte dat David daar tegen een dorps
lummel stond te schreeuw»*.
Hü keerde zich om. zag haar fln bleef
staan.
Kom onmiddellijk hier, beval zij.
Hi] aarzelde even door de enkele kracht
van haar tegenwoordigheid en. een
durige gewoonte. Maar op dat
begon de andere jongen hem
honen.
Ga maar gauw naar juffie, schat. Ga
blfby! naSr na8r tante' J°U ikIeine
K°m dadelijk hier. David, riep Anne
trachtend de woede in haar stem te be-
heersen Maar nog voor zij haar zin be
ëindigd had. wist zij, dat fhet te laat was.
(Wordt vervolgd).
lang-
moment
/eer te