M 0 Oude thema's weer nieuw GEDICHT Het Zilveren Koord Het verhaal van de mensheid DE GESCHIEDENIS VAN HET WERELDKAMPIOENSCHAP Van industrie en landbouw zal het uiterste worden gevraagd Frankrijk blijft tegen nieuw Duits leger gekant IVOROL: de beste garantie tegen tandbederf VerteHingen uit de mythologie Het Joodse Vraagstuk VOOR ONZE DAMLIEFHEBBERS Hoe is het ontstaan? Kru iswoordpuzzle Als chimpansé's tennissen Van vissen, een veer en een heer De roeiboot sloeg om VERANDERING Ha Ha Pinguïns, ze vliegen door het water zoals andere vogels door de lucht GUUS Drie kaarten, ra-ra In een ballon naar de Noordpool ZEGENINGEN Geen klare wijji LETTERKUNDIGE KRONIEK Ab Visser's „erfenis" van de week Verrassende luchtlanding in Indo-China Inflatie bedreigt Aziatische landen Koersdaling op de Stanlsfondsenmarkt tot staan gekomen Rustig debat door I P. VALENTINE ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951 DUIZEND EN EEN 3D>i De eentauer was dodelijk getroffen. Enkele bloeddruppels vie len op zijn kleed. „Het spijt me dat Jk u heb laten schrikken, Deianeira". zei de paard-man. „Mijn bewondering voor u liet me vergeten dat Heracles over pijlen beschikt, die hun doel nooit missen. Zoals hij met zijn pijlen de harten van zijn vijanden doorboort, zo zal hij met zijn heldhaftig uiterlijk steeds weer an dere vrouwenharten in verwarring brengen. En daar ik u geluk kig zou willen zien", ging de listige centaur, die een diepe haat voelde tegen zijn overwinnaar, voort, „schenk ik u dit kleed. Als ge ooit aan de standvastigheid van Heracles' gevoelens twijfelt, laat hem dan dit kleed aantrekken en één gevoel zal alle andere overheersen". Hij reikte met zijn laatste krachten Deianeira het kleed en sloot zijn ogen. Heracles ging voort allen te helpen, die zijn bijstand nodig hadden. Tijdens één van zijn omzwervingen zag hij een jeugd liefde. Iole, terug. Hij verheugde zich hierover zó, dat hij haar meebracht om zijn vrouwf te leren kennen. Deianeira echter ont stak in jaloezie, herinnerde zich de gave van de stervende cen taur en schonk het kleed van Nessus, waarover zij steeds had gezwëgen, aan Heracles. Horizontaal: 1 Vesting, bij een stad ge legen en deze beheersend. 6 Drinkgerei. 9 Gemeente in Noord-Holland. 10 Kaartspel. 11 Licht bier. 13 Munt in Yoego-Slavië. 14 Afgelegen. 15 Indisch gekleurd weefsel. 18 Inhoudsmaat. 17 Schaakterm. 18 Deel van een tennispartij. 20 Reeds. 21 Insect. 23 Soort Onderwijs. 24 Nederzetting. 26 Voor zetsel. 28 Landtong. 29 Wederkerig voor naamwoord. 30 Mak. 32 Hoofddeksel. 33 Kloosterlinge. 34. Hoeveelheid. 36. Smalle weg. 37 Sterrenbeeld. 38 Bewerkte dieren huid. 40 Graaf van Holland. 41 Gelijk van waarde. 42 Gemeente in Gelderland. 43 In- b°Verticaal: 1 Microscopisch klein bestand deel van organismen. 2 Voorzetsel. 3 Bloed- kant). 6 Viskorf. 7 Vraagbaak. 8 Stoot. 10 Ge zond, fris. 12 Wisselborgtocht. 13 Aanwij zend voornaamwoord. 15 Adellijke dame. 16 punt. 30 KiecnngsiuK. oo tuiwu».»™.» republiek. 37 Lofzang. 38 Dunne, smalle plank. 39 Register. 41 Bloedverwant. Oplossingen van deze puzzle moeten uiterlijk Donderdag a.s. in ons bezit z«n. I,.,nprl*n »Én ttrHl men: rnmeruoi n». wordt niet gecorrespondeerd. 11 Boekcnkeur De wereld hééft er eigenlijk nooit goed raad mee geweten, zolang zij uit onkunde, wanbegrip of afweer niet in staat was door te dringen tot het rechte verstand van de religieuze achtergronden van het bestaan der Joden als volk, en zij is feitelijk nog steeds niet goed bekomen van haar verba zing over de (weder)oprichting van ym Joodse Staat, nog wel in een tijd als/de onze. Israël is en blijft een probleem, dat onoplosbaar is en zelfs stefk irriteert, wan neer men weigert het van de religieuze visie uit te naderen, om het even of deze weigering voortvloeit uit onvermogen of weerstand. Niettemin is elke serieuze poging, welke tracht de omvang en het perspectief van dit probleem te verstaan tegelijk een po ging om inzicht te krijgen in de diepte va® de politieke problematiek van de huidige wereldsituatie. Een zodanige poging heeft de Doopsge zinde Amsterdamse predikant Frits Kuiper ondernomen met zijn kortgeleden versche nen boek „Israël en het Gojiem". Gojiem is het Hebreeuwse woord voor „volkeren". De schrijver geeft in het eerste deel een duide lijk beeld van het onderscheid tussen niet- Jood en Jood, en laat daarbij zien. hoe het huidige Israël ofschoon niet identiek met bijbelse, daarmee toch sterk verbonden, daarvan de erfgenaam is. Erfgenaam van de geheel enige afzondering door God, waardoor Israël een apart recht heeft op zijn stuk aarde. Israël heeft vroeger in de'bijbelse tijden en nü moeten leren, dat er naar de vrijheid om op dat stuk aarde te leven en te wonen moet worden verlangd en dat het er moeite voor over moet hebben. Dit boek geeft van de oud-Israëlietische godsdienstige problematiek een 'vaak ver rassend helder beeld, dat ik zou kunnen aanduiden met de uitdrukking: de logica van de godsdienst. Het voordeel van dit boek is, dat het een groot vraagstuk be spreekt in een kort bestek van zorgvuldig afgewogen en daardoor gekristalliseerde volzinnen, die geborduurd zijn op een ver nuftig grondpatroon van duidelijk getrok ken lijnen Want nadat de auteur de reli gieuze betekenis van het oude volk Israël van dikwijls oorspronkelijke gezichtspunten uit belicht heeft, gaat hij over tot de be handeling van het actuele Israël-probleem. Door zijn verbondenheid met de zaak van God is Israël geroepen als de grote tegen spreker te midden der volkeren op te tre den. De weerstand, welke hierdoor opge roepen wordt onder de gojiem is een gevolg van de omstandigheid, dat de niet-Jood ook al weet hij niets van de Inhoud van het boek der Joden af toch weet, dat de Jood iets met God te maken heeft en de niet- Jood in zijn antisemitisme wil niet aan welk woord van God ook herinnerd worden. Daarom, met het aan de orde stellen van het Joodse vraagstuk moeten alle mense lijke samenlevingsproblemen onmiddellijk méé in het geding komen. Want alle vragen, waarmee de mensheid bezig is, zijn nu in de nieuwe staat Israël alle samen en gelijktij dig aan de orde, met ongekende hevigheid. Op zijn merkwaardige plaats tussen West en Oost staat het midden tussen ons in. De schrijver is van mening, dat niet de Ko reaanse kwestie, maar Israël de toetssteen zal blijken te zijn voor de ernst van de staatslieden van onze tijd. Ontegenzeglijk heeft de auteur een zeer besliste opvatting, niet alleen van de reli gieuze zijde van het Joodse vraagstuk, maar eveneens van de politieke perspectieven voor heden en toekomst, zoals deze naar zijn gedachtengang daaruit voortvloeien. Dit neemt echter niet weg, dat zijn con clusies tot nadenken stemmen, juist omdat zij niets minder pretenderen dan het aan geven van de richting, waarin óók politiek een oplossing moet worden gezocht voor de huidige impasse in de wereld. Daarom is Communistische acties in de havens In Londen hebben Vrijdag vakvereni gingsleiders verklaard, dat communistische „actie-comité's" in de komende herfst in de havens van Hamburg, Rotterdam, Ant werpen, Marseille, Napels en Genua op nieuw zouden pogen, de aflevering van goederen voor landen van het Atlantische Pact te belemmeren. dit boek uitermate belangrijk en het ver dient stellig een vertaling, opdpt het voor groter taalgebied dan het Nederlandse toe gankelijk wordt. Het werd goed verzorgd uitgegeven door H. D. Tjeenk Willink Zoon te Haarlem. ii Zoals wij u in onze vorige rubriek reeds vertelden, bracht het tournooi van 1928 de wereldtitel wederom naar ons land. Het was onze landgenoot Ben Springer die zich onbetwist de sterkste toonde en met ruime voorsprong als eerste eindigde. De eind stand werd: 1. B. Springer 22 9 13 0 :il 2/3. A. Molimard 22 8 10 4 26 2/3. H. de Jongh 22 5 16 1 26 4 6. W. Rustenburg 22 8 9 5 23 4.6. M. Fabre 22 5 15 2 25 4/6. M. Bonnard 22 8 9 5 25 7. S. Bizot 22 5 13 4 23 8. J. F. Kuyer 22 3 14 5 :»o 9 10. Bélard 22 4 i) 9 17 10. J H. Vos 22 3 II 8 17 U. I. Weiss 22 2 11 9 15 12. W. C. Polman 22 1 12 9 14 De oud-kampioen Weiss bracht er ditmaal dus wel zeer weinig van terecht, terwijl ook Bizot en Fabre teleur stelden. In de jaren tussen 1928 en 1948 vond geen tournooi om het wereldkampioenschap meer plaats, doch wel verschillende titelmatches. Aangezien Springer zijn titel niet wenste te verdedigen vond als eerste van deze matches in 1934 de strijd plaats tussen Mau rice Raichenbach en R. C. Keiler, resp. kampioen van Frankrijk en Nederjand. Raichenbach, de tot Fransman genaturali seerde Pool. bleek uitgesproken de sterkste en won met 13—7. Ook in 1936 handhaafde deze sterke speler zich tegenover de toen malige Nederlandse kampioen J. H. Vos met 25—15. Allerwegen gingen toen stemmen op Springer tegen Raichenbach in het veld te brengen, hetgeen in 1937 inderdaad ge schiedde. Na een geweldig spannende strijd moest ook Springer het ondebspit delven en Wel met 2624. In 1938 probeerde Keiler het nog eens, doch wederom met negatief succes. De uit slag werd 1715 voor Raichenbach, waarbij niet minder dan 15 remisepartijen! Na de 2e wereldoorlog* blijkt Raichen bach, na een onderduik-periode van meer dere jaren, niet meer de kampioen van voorheen te zijn. In 1945 gelukt het zijn landgenoot Pierre Ghestem hem met niet minder dan 146 te verslaan. Intussen is in ons land de ster van de in Rotterdam geboren en groot geworden Piet Roozenburg aan het firmament ver schenen. Ter gelegenheid van het 45-jarig bestaan van de damvereniging „Constant" wordt dan in 1946 te Rotterdam een inter nationaal tournooi gespeeld. Ghestem zowel als Roozenburg tonen hun kracht en bezet ten te zamen de eerste plaats, vóór o.a. Kei ler en Springer. In het daarop volgende jaar bevestigt de Fransman nogmaals zijn grootmeesterschap en overwint hij Keiler andermaal in een titelgevecht, thans met 137. Inmiddels is de Internationale Dambond opgericht en vindt dan eindelijk in 1948 weer een groot tournooi plaats. De organi satie was opgedragen aan de Nederlandse Dambond en er werd in versclyllende Nederlandse steden gespeeld. De belangstelling was overweldigend^ evenals het succes van de Nederlandse spe lers. Oorspronkelijk waren 3 Nederlanders aangewezen onze kleuren te verdedigen, n.l. P. Roozenburg envD. v. d. Staaij (Rot terdam), alsmede H. Laros (IJmuiden). Op het laatste ogenblik echter werd Ghestem, die eerst verstek had laten gaan. aan de Franse spelers toegevoegd, waarna onze landgenoot R. G. Keiler (Amsterdam), die een herkamp tegen v. d. Staaij had verloren, eveneens werd toegelaten. Niet de wereldkampioen, doch Piet Roo zenburg nam van meet af aan de leiding om deze niet meer af te staan, en met een voorsprong zoals deze in soortgelijke tour- nooien nog nimmer was voorgekomen werd Roozenburg wereldkampioen, nauwelijks 24 jaar oud zijnde (geboren 24 October 1924). Reeds in 1942 behaalde Roozenburg de meestertitel, terwijl hij in 1943, 1948 en nog maals in 1950 kampioen van Nederland werd. pller beschaamde de verwachtingen niet en werd tweede, terwijl Ghestem het niet verder dan tot de derde plaats bracht. Het resultaat van onze landgenoten Laros en v. d. Staaij was eveneens zeker bevredi gend te noemen. De eindstand werd: P. Roo zenburg (37), R. C. Keiler (28), P. Ghestem (26). O. Verpoest (23). H. Laros (22), D. v. d. Staaij en G. Post (21), P. Pérot (20), H. Chi- land (15), j. Demesmaecker (4) en G. Rostan (3). Naast 4 Nederlanders en 4 Fransen namen voor de eerste maal 2 Belgen en 1 Zwitser aan het kampioenschap deel. Volgens de reglementen van de I.D.B. zou in 1949 een voorwedstrijd plaatsvinden tus sen de oud-kampioen Ghestem en de diverse landskampioenen, te spelen in Frankrijk. Verschillende moeilijkheden waren er ech ter oorzaak van dat deze wedstrijd eerst in 1951 te Parijs werd gespeeld, waarbij helaas Ghestem op het appèl ontbrak. Zoals u uit de jongste geschiedenis nog zult weten be zette Keller met 4 punten voorsprong (17 uit 20!) de eerste plaats, vóór Malfray (Frankrijk), Gordijn (Nederland), Saletnik (Italië), Vaessen (België) en Gédence (Zwit serland), en verkreeg hij daarmede het recht Plet Roozertburg voor een titelgevecht uit te dagen. Deze match, bestaande uit 18 partijen, be gint vandaag te Utrecht en geheel dammend Nederland niet alleen, doch ook ver bulten onze grenzen wacht men met belangstel ling het resultaat af van deze strijd tussen de 26-jarige wereldkampioen P. Roozenburg en zijn 45-jarige uitdager R. C. Keiler, de grootmeesters van het dambord. V. F. TROMER. Dit woord: ZWIJNTJESJAGER Zwijntjesjager betekent fietsendief. Uit het Bargoens, de dieventaal, is dit woord, waarschijnlijk via berichtjes in de couranten, in het gewone Ne derlands binnengedrongen. Nu is het niet gemakkelijk te begrijpen waar om men een fiets een zwijntje zou noemen. Wij worden echter op weg geholpen doordat in het Bargoens veel Plat-Duitse en veel Joodse woor den voorkomen. Alweer zullen wij dus het Hebreeuws te hulp moeten roepen. In die taal bestaat het woord hashiweinu: voer ons terug. Dit is de aanhef van het vers waarmee de ceremonie van het terugbrengen van de Wetsrol wordt besloten. Dan gaan de deuren dicht, de wetsrol is aan het oog onttrokken, is verdwenen. In het Bargoens gaat nu. maak je hashiwei nu betekenen: verdwijn en sjeweine: weg, zoek. Iets sjeweine maken is: iets ontvreemden, iets stelen. Maar waarom dat iets nu juist een fiets moet zijn dat weet ik werkelijk niet. O plowing Kruiswoordpuzzle zonder zwart Horizontaal: 1 Thee; antenne. 2 Hengel; ovaal. 3 Ark; agio; Erna. 4 Beet; id.; mr; bon. 5 Oslo; ra; kleed. 6 Riool; gaarne. 7 Leem, aal; saai. 8 Omver; metaal. 9 Meel; o.a.; S.A.; dra. 10 Per; Inn; brein. II Era; sedert; e.d. 12 Remise; Dante. 13 Drie; pre; tast. Verticaal: 1 Thabpr; lomperd. 2 Heresie; meer; er. 3 Enkel; oever; ami. 4 Eg; atoom; elisie. 5 Aegir; laron; esp. 6 N.I.; Ida; ga mander. 7 Toom; kales; bede. 8 Everlast; ar; rat; 9 Nar; beraad; Etna. 10 Nanoen; aar; iets. 11 Eland; eiland; et. ÜOBERT zat op zijn knieën op de bank van de roeiboot. Met een hand steunde hij op de rand. met de andere hoosde hij. De boot moet nodig eens de kant op, mompelde hij. Misschien dat ik dan dat lekje kan vinden. Regelmatig schraapte het. hoosblikje over de bodem. Het water plonsde. Nog even dweilen, de vlonders goedleggen. Klaar! Als Thea nu maar gapw kwam, zuchtte Rob. Hij keek over de rivier. Het was nog een heel eind roeien naar de brug. Gelukkig stond er niet veel wind. - Thea Theaahh! Joe, ik kom al. Zijn zusje kwam aanrennen, op blote woeten, zoals gewoonlijk als ze gingen roeien. Zijn vader en moeder al weg? vroeg Rob. Ja, de boot is net vertrokken. Met de boot bedoelde Thea haar vaders veerboot. Hij onderhield een veerdienst tussen de eilanden. Moeder was vandaag mee gegaan, omdat zij boodschappen moest doen. Ze vonden "het helemaal niet erg, Robert en Thea alleen te moeten laten. Zij konden best op zichzelf passen. Het was vacantie en ze zouden de hele dag gaan roeien en zwemmen, want dat konden ze als de besten. Laten wij ook gaan, dan kun nen we nog een stuk van het tij profiteren, 't Laatste eind hebben we het toch al tegen, vond Robert. Meteen zette hij af en roeide weg. Thea zat op het achterbankje. We lijken wel een stelletje piraten, als we straks de „Meetiw" gaan enteren, lachte Rob. Ja, en wat dan verder? vroeg Thea een beetje benepen. Nou zeg, daaV gaan we toch voor, om die rijke meneer Smids te vragen of hij vader met rust wil daten en ergens anders zijn nieuwe veerdienst wil beginnen. Natuurlijk, antwoordde Thea, maar toen we er over praatten leek het allemaal zo vanzelfspre kend en makkelijk. Nu zie ik er tegen op. Och, we zullen wel zien hoe het loopt. Ik moet harder roeien, anders zijn we niet op tijd bij de brug en het is nog een heel eind. Weet je zeker, dat hij daar is? Ja, ik heb gehoord, dat hij buiten zou gaan vissen. Zwijgend roeide Rob een hele poos door. Pfff, 't was warm. De zon brandde. Thea kauwde op een strootje. Ik zie hem, riep zij plotseling. O, hij ligt al vlak voor de brug. Hoor je, er wordt al geblazen. Vlug, roei mee, riep Rob. Thea klauterde naast hem, om ook een spaan te pakken, maar ze deed het zo gehaast en zo wild, dat de boot gevaarlijk begon te schommelen, water schepte en om sloeg. Proestend grepen Thea en Ro bert zich aan de boot vast. Nu halen we het niet meer, zuchtte Thea. Kijk, kijk, riep Rob, ze komen hierheen. De „Meeuw" kijk, zie je, ze zijn gédraaid. Even later lag het Jacht naast de roei boot. Mooie piraten zijn wij, grin nikte Thea. Wat doen twee kinderen als jullie hier in, of nog erger naast een roeiboot in zulk breed open water? vroeg een dik heertje met een vriendelijk gezicht. We wilden de „Meeuw" in halen, vertelde Rob, terwijl hij in de roeifjoot klauterde en ook Thea naar binnen hielp. We willen meneer Smids spreken, vervolgde Thea, die haar blouse en shorts een beetje uit wrong. Dat kan alleen «als je afge sproken hebt, antwoordde het heertje. Laten we het tegen hém zeg gen, fluisterde Thea, hij is vast zijn secretaris of zo. En zo vertelde Robert alles, dat ze hier al zo lang woonden, en dat vader nooit tegen een modernere, snellere veerboot zou kunnen cen- curreren en Dat weten wij ook, onder brak het meneertje. We hebben een brief aan je vader geschre ven om hem te vragen met zijn grote ervaring voor ons te wer ken, maar hij antwoordde, dat hij dat niet wilde. Robert en Thea keken elkaar verbaasd aan. Dat hadden ze niet geweten. Misschien kunnen we met je vader gaan praten, stelde de meneer voor. Natuurlijk kan dat, riep Rob. De boot komt vanmiddag terug. Dan gaan we zolang bij jullie in de buurt vissen. Weet je een plekje waar veel vis zit? Nou en of, antwoordde Rob. Zo gebeurde het. De „Meeuw" nam de roeiboot op sleeptouw en zo ging hef terug naar het veer huis. Hun nieuwe vriend ging even mee aan land en toen hij van boord ging, riep hij: Ik ben zo weer terug! Het antwoord was: Goed meneer Smids! Bent U7 vroegen Rob en Thea tegelijk. Meneer Smids glimlachte. Oh, en daar heb ik nu zo tegenop gezien, lachte Thea. Met een opgelucht hart gingen ze zich verkleden. Als vader straks thuiskwam, zou alles heus wel in orde komen. Veel belangstelling hebben ze niet voor de match. t Valt nog helemaal niet mee. Ik weet amper, hoe ik dat racket moet vasthouden Tante: Frits, wil je nog een beker' melk. Frits: Nee. Tante: Nee, wat? Frlts: Nee, geen melk. Jan: Weet je, dat mijn vader fn een boek staat.' Piet: Iniwelk boek dan? Jan: In het telefoonboek! Als ik nu nog mis dan leer ik het nooit HET ZIJN wel de grappigste vogels, de pinguins. Je denkt misschien, dat ze alleen maar bij de Zuidpool leven, maar dat is niet waar. Natuurlijk leven de meeste soorten daar, maar er komen ook pinguins voor in Zuid-Afrika en in de tropische zone van de Westkust van Zuid- Amerika. Nestje bouwen Als het voorjaar wordt, komen de pinguins naar de kust om hun nesten te bouwen. Het man netje neemt een ateen in zijn bek en waggelt naar -het vrouwtje, dat hij het aardigst Vindt. Vindt zij hem ook aardig, dan pikt ze de steen weg en legt hem neer. Het mannetje rent dan weg óm meer stenen te verzamelen. Hij legt ze netjes op een hoop. Dan gaat het vrouwtje er bovenop zit ten en draait net zo lang rond, tot er in het midden een kuil is. Hier in legt zij later twee eieren. Het mannetje en het vrouwtje broe den om de beurt en na zes weken komen de jongen te voorschijn. Ze worden gevoed met half ver teerde vis, die de ouders eerst eten en uitbraken. Vijanden T^en rob, luipaard-rob genoemd is de grootste vijand van de pinguins. Zij zijn bang van hem en als ze gaan zwemmen, gaan ze allëmaal tegelijk en blijven dan dicht bij elkaar. Lopen er een paar vlak langs het water, pootje te baden en naar voedsel te zoe ken, dan is er altijd wel een pin- guin, die hen een zetje geeft. Zo spelen ze en plagen elkaar. Een rob, die in het water op de loer ligt, zal de eerste de beste pinguin, die binnen zijn bereik is, vangen. Dat is natuurlijk erg naar voor de arme vogel, maar daar staat tegenover, dat de anderen gewaarschuwd zijn. Koning en Keizer Op sommige eilanden in de Zuld- poolzee komen de konings- plnguins voor, die wel 80 cm hoog kunnen worden. Zij bouwen geen nesten. De vrouwtjes leggen een ei. Zij en het mannetje houden het om de beurt in hun grote vleugels acht weken lang. Als het Jonge vogeltje uit het et is gekomen, wordt het nog een poosje op de vleugels. waar ze niet mee vliegen maar mee roeien mee gedragen. Dat vinden ze reuze prettig, want als ze al bijna half zo groot zijn als de moeder, pro beren ze nog daar te gaan zitten. Nog groter dan de konlngspin- guin is de keizerspinguin. Die wordt wel een meter lang. De vrouwtjes leggen in de poolnacht, als het vriest. De bij-en vliegen van ma-de- lief-je naar bo-ter-bloem. Zoem. Zoem. Zoem. Guus ligt in het gras. Hij is erg lui. Het is wel eens pret-tig om lui te zijn, zegt hij tegen de koe. De koe antwoordt: Boe. Zij kijkt naar Guus en vraagt zich af: Word ik nog ge-mol-ken vandaag? ZO WAS HET. Horizontaal: 1. oren, 4. tijger, 6. kolen, 7. vaten, 8 lagn, 9. ra, 11. atlas. Verticaal: 1. ogen, 2. ren. 3. er, 4. totaal, 5. ijlen, 6. kaart 7. V.L„ 10. as. Te ziet het. De Rommelpot heeft een ander uiterlijk gekregen. En dit is niet de $nige verande ring. Kijk maar. die strip „In een ballon naar de Noordpool" is iets nieuws voor de Rommelpot. Dit verhaal is speciaal bestemd voor de groteren. „Guus en Suus" daarentegen is voor de kleinsten. En dan is er nog jets. Ofschoon jullie altijd reusach tig je best hebt gedaan, zal er voortaan geen werk van kinderen meer geplaatst worden (Op en kele tekeningen na, die al ge clicheerd zijn). Hoewel de inzen ding tijdelijk stop was gezet, is er toch nog zoveel binnengekomen, dat er bijna niet door te komen is. Het zou veel te lang duren, voor er iets geplaatst werd. We zouden dan wel een hele pagina nodig hebben en je begrijpt, dat dat niet gaat. Zend dus geen tekenin gen. ook al zijn ze nog zo mooi. geen verhaaltjes, geen puzzles of wat dan ook. meer in. Er komen nog wel wedstrijden, dus kun Je daar dan extra je best op doen. Probeer eens of Je*kunt raden, welke drie kaarten hier liggen. Ja, natuurlijk moet je er iets meer van weten. Luister maar. Er is een vrouw van de twee aan de rechterkant van een boer van dezelfde kleur. Er is een schoppen aan de linkerkant van een harten en er is een schpppen aan de rechterkant van een andere schoppen. T7er ten Noorden van Spitsber- gen tussen de 79ste en 80ste breedtegraad ligt een eiland met steile rotsen, bedekt met sneeuw en ijs. Op 30 Mei 1897 liep de Zweed se kanonneerboot „Svensksund". gevolgd door een vrachtboot de haven van het eiland binnen. Vanaf de voorsteven van de Svensksund keken drie mannen naar het land. Hun namen waren Andreé, Strindberg en Frenkel. Zij zouden van het eiland uit een tocht maken met een ballon over de Noordpool. De ballon, de tui gage en alles wat verder nodig was, lag in de kanonneerboot. Proviand en de uitrusting voor de expeditie was .aan boord van het vrachtschip. /~\p de veertiende Juni was de ballon gereed gebracht en na enige voorbereidingen begon nen zij de ballon met waterstof te vullen. Alles ging uitstekend en de ballon was al bijna vol, maar in de nacht van 6 op 7 Juli kwam er een geweldige storm. ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951 EERSTE BLAD - PAGINA 3 f-ve vacanties lopen ten einde. De tijd di* JJ de mens wordt gegeven eens uit de be kommeringen van de dagelijkse arbeid te IfBooen om zich geestelijk en lichamelijk t* verfrissen, teneinde zich aan de taak mip hem is opgelegd, beter te kunnen wij- li-,, lijkt altijd te kort. korter dan dezelfde neriode. die met arbeid wordt doorgebracht Men mag nog zoveel plezier in zijn werk »!.hhen de tijd van vrijheid zonder de zor gen die dagelijks de mens bestormen, lijkt ■ïtiid beter. En meermalen zal men met een oei van spijt de vacantieperiode afslui ten 's Werelds vreugd is nu eenmaal snel voorbij. Spijt en weemoed zijn zuiver menselijk Beschouw het niet als een karakterfout als men de eerste dag na de dagen van vrij heid wat loom en onwennig is. Ernstiger is het als men een onvoldaan gevoel heeft, geen goed woord kan vinden voor de gril- f.n vah de Hollandse zomer, die met koude «n regen zo dikwijls belette Gods schone natuur te genieten, zoals deze onder betere omstandigheden kon worden genoten. De mens is nu eenmaal geneigd tot ver gelijken En dan komt men dikwijls tot de conclusie, dat een ander alles heeft mee gekregen wat een vacantie maar kan doen Jagen terwijl hijzelf.... Wij maken meestal de grote fout de vele slechte ervaringen door een loupe te bekijken en de enkele goede die altijd en overal zijn te vinden, geheel te vergeten. Dan zijn wij onvoldaan en naijverig op de mons. die meer geluk heeft gehad. Zelf beklag is.een van onze slechte eigensehap- oefi Wij hebben te dikwijls het gevoel, dat *lj' alleen het zwaarste van het leven te drager* krijsen, dat het bijna spreekwoor delijk geluk van anderen ons steeds ont houden wordt. En wij hebben meestal een s „der rtodig. die ons wijst op het goede dat I ons deelachtig werd om ons te doen Inzien dat wij teveel onze blik richtten op wat ons i jüet'b&schoren werd. terwijl wij maar al te •/dikwijls vergeten dat er nog zoveel over blijft om verheugd over te zijn. Want hoe dikwijls vergeten wij niet het grote bezit dat een goede gezondheid is. om dat eerst te dntdekken als aan dat bezit wordt ge knaagd. Eenvoudige versregels kunnen soms van ïo grote waarde zijn. omdat zij zo gemak kelijk aanspreken Als wij onvoldaan en ontevreden zijn, herinneren wij ons dan deze regels: Tel uw zegeningen één voor één. Tel ze alle en veïgèet er geen. Want zij zijn groter in aantal dan wij oppervlakkig willen tellen. Op 22 en 23 September zal te Brussel een „Natiohale vrecfesbijeenkoirist'» worden ge houden. welke door de communistische par tij wordt gesteund. Om de onkosten te be strijden heeft een anonieme wijnhandelaar een deel van zijn voorraad voor lage prijs beschikbaar gesteld óm hiervan „vredes- pakketten" te maken, die in het openbaar zullen worden verkocht, aldus deelt prof. Max Cosijns, het hoofd van de kernphysi- sche faculteit te Brussel en voorzitter van de „Belgische unie voor de verdediging van de vrede", in een cii*ulaire mee. Cosijns is nist Jid van de coiwnunistische partij. Nieuwe §fad bij Stalingrad Aan de linkeroever van de Wolga zal in de nabijheid van Stalingrad een nieuwe stad vanfflp.000 inwoners gebouwd worden. Op het Igenbllk wordt op deze plaats een wa terkracht-station gebouwd, dat jaarlijks gemiddeld tien milliard kilowattuur zal kunnen leveren. Dank zij een wijdvertakt systeem van kanalen het grootste kanaal zal 600 km lang worden zullen ruim 11' millioen hectaren in het Noordelijke en Westelijke deel van de laagvlakte aan de Kaspische Zee en millioen hectaren aan de andere kant vair de Wolga worden be vloeid. Verscheidene grote Sowjetrussische in dustrieën hebben orders ontvangen om haar gehele productie voor de bouw beschikbaar ie stellen. Men hoopt de nieuwe stad in 1956 gereed te hebben. A cht vakjes in de lengte, acht in de breedte. Dat is een schaakbord. Men zet op acht vakjes aan één kant van het bord acht stukken, een ironing, een kopjngin (schakers zeggen al „die kroniekschrijver is geen schaker, hij praat van een koningin"), twee raadsheren, twee paarden en twee torens, daarvóór een rijtje pionnen, aan de tegenover gestelde kant van het bord ziet men de tegenpartij hetzelfde doen, en dan vangt de strijd aan. De eerste zetten zijn millioen malen gedaan, de tweede honderdduizenden fnalen, de derde tienduizenden malen, de vierde duizenden malen, de vijfde honderden malenZo daalt de reeks tot een moment, dat op het bord een Situatie ontstaan is, die misschien maar tweemaal precies eender in de hele geschie denis van het schaken is voorgekomen. De daaropvolgende zet is naar alle waarschijn lijkheid dan een absoluut nipuwe in de geschiedenis van het schaken en het spel voltrekt zich daarna als iets volmaakt oorspronkelijks. Alle schakers y/eten, dat hun spel, hoe saai soms ook met een Italiaanse opening op gang gekomen en hoe dor theoretisch ook soms voortgezet, op een gegeven ogenblik iets unieks heeft. Dat de charme van het mooiste denkspel ter wereld. En toch is een bord maar acht vakjes'lang en acht vakjes breed en heeft elk stuk een vaste waarde en een afgeperkte bewegingsmogelijkheid Zo kan ook een romancier zich op een „doodgespeeld" terrein begeven, met figuren, die niets oorspronkelijks hebben, om tóch tot iets te komen, waarvan men tenslotte moet zeggen: „dit had zich nog nooit zo voorgedaan; dit boek is iets nieuws." T-Tet spel, dat Ab Visser in de roman! AA „De Erfenis" (uitgaaf NV. De Ar beiderspers te Amsterdam) met een handje vol figuren speelt, die eenzelfde vaste waar de en eenzelfde afgeperkte bewegingsmoge lijkheid als gewone schaakstukken hebben, confectiefiguren dus, lijkt volkomen onoor spronkelijk te zullen verlopen, want de openingsfiguur, een oude baas, die voor geeft er warmpjes bij te zitten en die zich eens lekker laat vertroetelen door zijn erfgenamen, totdat bij zijn dood blijkt (of zal blijken) dal hij nooit iets heeft bezeten, is al ontelbare malen gespeeld. De bekend ste auteurs, die zich niet ontzagen óm de slokoude openingsfiguur ter hand te nemen, waren Ben Jonjon, een tijdgenoot van Shakespeare, die het spelletje van het melk koetje dat zijn melkers melkt in „Volpone' uitbuitte, en Emile Zola, die dat deed in de klucht „Héritiers de Rabourdin". De farce van Zola flwordt vrijwel alleen nog maar door amateurs gespeeld „Volpone" echter biedt heerlijke mogelijkheden aan elke regisseur, die het toneel wil vernieu wen (wat een regisseur die respect voor zichzelf heeft om de tien jaar doet). „Vol pone" wordt dan telkens weer wat gemo derniseerd. door Jules Romains. of door Anouilh straks...., en dan staat de zaak weer fris op het bord. 't Blijft een aardige „Italiaanse" opening in het litteraire schaakspel, de figuur van de melkkoe die de melkers melkt. De opfcët vtan de roman „De Erfenis" van Ab Visser,is,dus verre van oorspronke lijk. Bovendien heeft! de auteur de afge zaagde opfnipg erin Vportgezet met de voorzichtigheid van een realist. Niet zo n „erge" realist -als Zola, o neen, de Hol landse realist, of lgat ons liever zeggen de Nederlandse realist, want Ab Visser is van huis uit een Grorjinger (al toeft hij het grootste deel van het jaar in zuiderlijker streken), en dan de Nederlandse realist met het Rijksbotercontrólertierk in de nek, dus geen Hermans of zo. Briljant-gek of diep- psychologisch tot in het huiveringwekkende is „De Erfenis" dus geenszins. Maar toch wordt, als in eik schaakspel, hoe gering de bewegingsmogelijkheden van de traditio- neel-burgerlijke figuren ook zijn, de roman tooh een roman die maar één keer zo ge schreven had kunnen worden. Al heeft een schaakbord ook maar *cht vakjes in de lengte en acht In de breedte, onbegrensd blijken op den duur de complicaties te kunnen worden met de jconfectiefiguurtjes van de draaibank, die men in de winkel bij dozen vol kan kopen. We weten wel, dat het spel, dat Ab Vis ser tenslotte in z ij n stijl, de bedachtzaam realistische, tot iets nog niet gespeelds wist te maken, niet in de litteratuur van het litteraire schaken zal blijven voortleven als een „meesterpartij", maar het is een goed spel geworden, zonder fouten. We praten dan weliswaar niet goed. dat lantaarnlicht van buiten een naam op de ruit van een gesloten winkel in spiegelschrift op de vloer van die winkel projecteert zo'n foutje heeft in het litteraire schaakspel nog niet eens de betekenis van een achteloos „TNat is maar verbeelding", zeggen we en we bedoelen dan: „Dat is geen werkelijkheid en is dus van generlei gewicht". Doch de verbeeldingen van de kunstenaar zijn voor hem del degelijk werkelijkheden, dikwijls^reeds lang voordat hij er toe overgaat zé in een of andere materie vorm en gestalte te geven. Zo is het ook met de beeldhouwer, die in onderstaand gedicht van Marja sprekend wordt ingevoerd. Zo duidelijk staat het beeld dat hij maken wil, hem voor de geest, dat hij reeds de vormen meent te zien in het stuk zandsteen D..|Ji.n,|Wpr dat hij voor zich heeft. En opmerkelijk: in zijn verbeel- ue -Deeiaxiüu wex ding zijn Maria, de moeder van Jezus, en de vorm-in-steen die hij scheppen wil, volkomen samengevallen. Het is niet zo maar een dood ding, dat straks onder zijn handen" vandaan zal komen, het is ook meer dan wat wij gewoon zijn „een bezield dingte noemen. Het is Maria zelf, met het kind, voortvluchtig op de ezel. Het is of Maria zish schuil houdt in de steen, en daarom blijft de kunstenaar niets anders over. nu het werkelijke moeten bezit van hem neemt, dan Maria om toestemming te vragen, om haar uit de steen te bevrijden. En hij vraagt d^t. niet voor zichzelf alleen ieder kunstwerk is immers een geschenk aan de mensheid, of het als zodanig aanvaard wordt of niet. Een moment van inkeer dus, van bezinning, voor het werktuig ter hand wordt genomen; een bede om wijding, die allerminst in plechtstatige volzinnen vorm krijgt. Er zit iets snels in'dit gedicht daartoe werken de korte versregels en het verdoezelen van de afschel- dingen tussen de strophen niet weinig mee. Het gedichtje heeft ook daardoor iets van een schietgebed: intens gfemeend, doch snel uitgesproken reeds doet de onweerstaanbare arbeidsdrang zich gelden. De zandsteen was zo zacht dat ik de vormen ried van haar die had gedacht dat ik haar rusten liet: Maria met het kind voortvluchtig op de ezel; maar nu, in elke vezel van deze hand, begint het overtuigde trillen dat om de beitel vraagt, Maria, blijf nu stil en sta toe dat ik het waag. niet meer voor mij alleen, uw vormen te bevrijden, dat Ik uit deze steen u wet laat rijden. A. MARJA. Uit: „Zon «n Sneeuw" verspeeld pionnetje maar i aandacht prijzen de cht, waarmee de auteur de situaties, die hij schiep, uitbuitte binnen de burger lijk-realistische begrenzing, die hij zichzelf stelde, en de zorgvuldigheid, waarmee hij de figuren mobiel hield. Tiet werk maakt deel uit van de Arbo- reeks. Zulke boekenreeksen. waar men op intekent zontjer verder keus te kunnen maken, mogen uiteraard geen nummers be vatten. die slechts voor een gering aantal liefhebbers aantrekkelijk zijn. Ze moeten algemeen waardeerbaar zijn, althans algemeen waardeerbaar in de kring, die ermee bereikt moet worden. Nederlandse boeken van goed gehalte, die verleden jaar de Arbo-reeks hun plaats verdienden, ren o.a. „Een kind te veel" van A. G o t j dat in schrille kleuren het lijden in de sloppen schildert en „Er is «een gerechtigheid" van Joseph Stoppelman, een roman van een moeilijke jeugd. De nieuwe jaarreeks van de Arbo boert met „De Erfenis" van Ab Visser niet slecht. Maar een zeer leesbare roman is daarin ook „H arten en Hec tare s van Abe Brouwer, de bekende Friese auteur, die „Harten en Hectares" eerst in zijn moedertaal had geschreven en zelf voor de Hollandse vertaling zorgde. Zijn roman behandelt de liefdesgeschiedenis van een boerenknecht en de dochter van de vrijboer van Lycklama-state. die zonder zoons zal sterven. Men voelt al. welke span ningen er in deze roman zullen heersen. Abe Brouwer heeft ze weten te wékken en weten te be-heersen. Als een goed schaker heeft hij de situaties aangedurfd, die uit zijn openiogsfiguur voortvloeiden. W. WAGENER. Het Franse leger heeft Vrijdag gemeld, dat parachutisten zijn neergelaten op het eiland Koe Lao-Re. voor de kust van Annam (Indo-China) en dat een „bruggehoofd" van tien vierkante km bézet is. Voorts zijn ma riniers, infanterie en genietroepen aan lahd gezet Het garnizoen van vijftig man der Vietminh gaf zich over en 3000 half verhon gerde bewoners voegden zich bij de strijd krachten der Franse Unie, aldus het.leger- bericht Het eiland ligt tegenover een kustgehied. dat door de Vietminh bezet gehouden wordt. Het neemt een strategische positie in op de zeeroute tussen Saigon en Haiphong, de haven in de Tonkinese delta, welke in Franse handen is. Vóór 15 November moet Nederland inge volge een zojuist gesloten overeenkomst aan Canada 1 millioen Engelse ponden boter leve ren, die Canada oorspronkelijk uit Nieuw- Zeeland wilde betrekken, welk land echter zeer^hoge prijzen wilde rekenen. Denemarken en Zweden kregen elk een order voor J mil lioen lbs. In een door de^ economische commissie voor Azië en het Verre Oosten van de Ver enigde Naties uitgebracht rapport over de economische toestand in Azië en het Verre Oosten in 1950 wordt verklaard, dat de eco nomische positie van deze gebieden aanlei ding geeft tot ernstige bezorgdheid, ondanks de gestegen uitvoerprijzen en de gunstige betalingsbalans in vele landen aldaar. De landen, welke het meest profijt van deze ontwikkclihg hebben getrokken waren de grote exporteurs van grondstoffen, waar naar de meeste vraag bestond. Malakka en Indonesië hebben hierbij als rubber- en tin- exporterende landen het megst gewonnen, terwijl de voordelen vóór India en Birma het minst hebbën bedragen In het rapport wordt er op gewezen, dat een redelijk tempo van economische ont wikkeling in de betreffende landen niet al leen het gehele uitvoersurplus zou opïisen, doch zelfs zou moeten leiden tot een aan zienlijk invoeroverscbot. Het wordt onwaar schijnlijk geacht, dat de export op het hui dige niveau gehandhaafd kan blijven. Deze landen worden bedreigd met een ernstige inflatie, welke wederom de economie van deze landen zou kunnen ondermijnen, tenzij de inflatie op de juiste wijze wordt be streden. In het rapport wordt gewezen op de voortdurende uitbreiding van de Japanse handel. De Japanse uitvoer steeg tussen 1948 en de eerste helft van 1950 met 150' vooral door een stijging in de uitvoer van textiel. De oorlog op Korea was een grote stimulans voor de Japanse uitvoer met het gevolg, dat Japan in 1950 een aanzienlijk uit- voeroverschot boekte, wanneer de irfvoer uit hoofde van Amerikaanse steun niet in aanmerking wordt genomen. In Jordanië zijn rustige verkiezingen ge houden Het nieuwe parlement zal de grond wet In die zin wijzigen, dat de regering voortaan verantwoording verschuldigd zal zijn aan de volksvertegenwoordiging in plaats van aan de koning. EFFECTEN" EN GELOMARKT Men kan er zich slechts over verheugen dat de scherpe koersval op de Nederlandse Staatsfondsenmarkt deze week is tot staan gekomen. Van een betekenend herstel was weliswaar geen sprake, maar het dringende aan bod is dan toch blijkbaar opgehouden en schoorvoetend komen er hier en daar kopers opzetten, nu incl. de koerswinst, welke bij uitloting wordt verkregen, het rendement tot 4' a pet is gestegen. Bij de oude Indische leningen is het zelfs tot omstreeks 5 pet opgelopen. Iïet spreekt vanzelf, dat nu de béstaamle leningen tot 80 en 85 pet zijn gedaald, zij een zware concurrent zijn voor nieuwe uitgiften van obligaties, ook al worden deze tegen een rente van 4V* pet uitgegeven. Want wanneer men zegt, dat (ie staats obligatiesthans ob een rendements basis staan van 4' t a 5*dan is dat eep theoretische stelling: gebaseerd op de ge middelde looptijd van de lening Men cal culeert dan de koerswinst, welke bij aflos sing wordt verkregen, in de jaarlijkse ren te Als een lening 20 jaar loopt en in gelij ke delen wordt afgelost, heeft men evenveel kans dat de obligatie gedurende de eerste tien jaar, als gedurende de tweede tien jaar, wordt afgelost en de gemiddelde looptijd is in dat geval ruim 10 jaar. Maar het is duidelijk, dat men bij de loting gelukkig en ongelukkig kan zijn. Komt men vroeg uit de bus, dan krijgt men het verschil tussen de koopprijs en de uitkering bij oflossing (100* eerder in handen dan volgens de theoretische veronderstelling Komt men er na de eerste tien jaar uit, dan moet men (Van onze Parijse correspondent). Donderdag heeft, als Interim parlementaire debatten over zzo van de de school kwestie, die thans beëindigd hadden moeten zjjn. doch waarvan het slot nog lang niet in zicht is. in de Kamer een gedachtenwisse- ling plaatsgevonden over de Franse buiten landse politiek. Zoals w(j reeds beriohtten. had een incidentele oppositie, bestaande uit Gaullisten, communisten en socialisten, dit debat geëist van de regering, die echter zelf meende, dat het uiterst ongewenst was. vlak voor een aantal hoogst belangrijke inter nationale conferenties de sluier op te lichten of misschien zelfs weg te scheuren, die uiteraard ook de Franse diplomatie omhult In hun voorafgaande besprekingen tussen Schuman en de fractieleiders uit het par lement wasVnen echter tot een aannemelijk, compromis gekomen. De minister van bui tenlandse zaken toonde zich daarbij bereid, een beknopte uiteenzetting »e geven van de algemene richtlijnen, die hij in Washington. San Francisco, Ottawa en Rome volgen zalt waarop elke partij eveneens in het kort gelegenheid zou krijgen, het eigen standpunt te formuleren. Van iedere aanbeveling of Sfkeuring in de vorm van een motie zom het parlement zich echter onthouden. Aan die afspraak heeft men zich weder zijds gehouden en zo heeft men dan in het bestek van nauwelijks vier uur in 't Palais Bourbon een vergadering kunnen bijwonen, die eer een academische gedachtenwisseling aan eert politieke discussie bood, doch zo. biina zonder demagogische bij-oogmerken, een uitstekend exposé opleverde van de positie van de regering en van diverse partijen t a v. de grote internationale pro- CLOWNTJE RICK OP AVONTUUR 1201'2. Gelukkig bleef oom Tripje niet lang boos over het geval met de hoed. Ze moes ten alleen beloven, voortaan niet zulke ge vaarlijke dingen te verzinnen. De jongens hadden een nieuwe vriend ontdekt tijdens hun vacantie op het eiland: Ouwe Kees. Die Ouwe Kees was 'n gezellige oude baas, die in een klein, houten huisje woon de in de duinen. Hij was vroeger zeeman geweest en had nog op zeilschepen ge varen; maar nu was hij te oud daarvoor Die Ouwe Kees. zoals iedereen op het eiland hem noemde, was een leuke baas, die al spoedig de beste maatjes was met de jongens. Hij had allerlei aardige dingen in huis: oude platen van viermastschepen, prachtige schelpen uit vreemde landen, hou ten scheepjes, die hij had gemaakt, en al lerlei meer. Die mochten de jongens bekij ken. en dan vertelde Ouwe Kees er iets. over. En vertellendat kon die. ouwe 2 man! Met open monden en ogen zaten de jongens naar hem te luisteren, als hij aan het vertellen sloeg. Dan hoorden ze allerlei wonderlijke geschiedenissen uit de tijd. dat Kees nog op zee voer. Alleenze merkten wel, dat hij wel eens wat overdreef en hen wat op de mou«( probeerde te spelden! blemen, die de volgende weken op het hoogste niveau ter sprajee zullen komen. De dialoog tussen Schuman en in het bijzonder de Gaullistische oppositie, waar voor Palewski als woordvoerder optrad, werd nogmaals gedomineerd door het vraagstuk $ter Duitse herbewapening Minis ter Schumrfh gaf het officiële standpunt in een pakkende formule weer. toen hij op merkte, dat Frankrijk zich altijd had ver zet tegen eifcpnationale Duitse weermacht in dienst van een Duitse regering en ter on dersteuning van een Duitse politiek. Doch ofschoon hij een dankbare toespeling maak te op de sympathie, die Eisenhower onlangs had uitgesproken voor het Franse ontwerp inzake een Europees leger, wagrin Duitse soldaten moeten yorden opgenomen, er kende de minister niettemin, dat het ogen blik voor de verwezenlijking der Franse verlangens hier nog lang niet rijp voor geleek- Palewski noemde Schumans uiteenzetting een Idylle en verweet de regering een te grote mate van welwillendheid in het in ternationale overleg, waardoor tegenover Amerika concessies waren gedaan de Gaullistische spreker doelde hier op de mili taire bases in N.-Afrika die door onvol doende tegenprestaties werden gehonoreerd. De socialisten bij monde vtm de oud-minis ter Daniel Mayer en Jules Moch, drongen hunnerzijds nogmaals aan op de hoogste onverzettelijkheid inzake dé oprichting van een nationaal Duits leger. De algemene indruk is, dat de Amerikanen in elk geval dit jaar met de Duitse herbewa pening in Europees of nationaal verband willen maken. een aanvang 1 Vorrink lid van bureau der socialistische internationale Te Londen is Vrijdag medegedeeld, da? Koos Vorrink, voorzitter van de Partij van de Arbeid, is benoemd tot permanent lid van het bureau van de Socialistische In ternationale. Hij vervangt Mart/n Bolle, die eerst voor deze functie was aange wezen. Morgan Phillipps, secretaris van de Britse Labourpartij is tot voorzitter en Louis Levy (Frankrijk) en Erich Oilen- hauer West-Duitsland) zijn tot vice- voorzitters van het bureau benoemd. Amsterdam schrapt post Holland Festiüal Op de nieuwe Amsterdamse gemeei begroting, die op een bedrag 258 619.694.— sluit (ruim 32 millioen fneer dan verleden jaar) is de post van 70.000. als bijdrage in de kosten van het Holland Festival geschrapt Mochten het Rijk en de gemeente Den Haag. die met eenzelfde garantie het Holland Festival mogelijk maakten, dezelfde beslissing nemen, dan is er alle reden om te verwachten, dat er het volgend jaar geen Holland Festival zal wor den gehouden. Boontjes. België zal uit Nederland 700 tori prinsessenbonen importeren. De oogst, van grondtomaten en prinsessenbonen is in België met vertraging gekomen en is tegengevallen Op verzoek van de Belgische conserventndus- trie. die het totale contingent toegewezen krijgt, zal Nederland op deze groenten geen heffing leggen. (Advertentie) langer op die uitbetaling wachten. Jn het eerste geval heeft men dan een hoger ren dement gemaakt dan 4' s* 0, in het laatste geval een lager rendement IrT zoverre schuilt er dus in de aankoop van de sterk in koers gedaalde obligaties een speculatief element, dat velen aantrekt, met andere woorden men loopt liever de kans dat men 4 of 6" Van zijn geld maakt, dan dat men telkenjare 4ontvangt. Regeringsmaatregelen- TT et is wel opmerkelijk, dat de koersd»- AA- ling van de staatsfondsen en andere obligaties niet gepaard gaat met een koers stijging op de aandelenmarkt, doch dat defcc ook eerder afbrokkelt, waaruit men. zij hpt voorzichtig, de conclusie zou kunnen trek ken dat de koersdaling op de obligatie- markt mqt de vrees voor nieuwe inflatie geen verband houdt. Vermoedelijk is dit ook niet het geval. De regeringsmaatrege len van de laatste tijd zijn er op gericht het inflatieproces tegen te gaan. waarbij de da ling op de grondstoffenmarkt haar te hulp kwam. Het feit dat de oorlog in Korea on verminderd wordt voortgezet en de Ame rikaanse defensie-aankopen op de wereld markten weer groter worden, heeft echter reeds weer tot een prijsstijging van katoen, wol, tin en rubber geleid en ook de voort durend vaste stemming op de New Yorkse fondsenmarkt is volgens sommigen een aan wijzing. dat eerder met een prijsstijging in niet op inflatie gebaseerd dan met een verdere prijsdaling moet worden ge rekend Treedt een nieuwe prijsstijging in. Jan zal de Import, wat de omvang betreft, te sterker moeten worden beperkt om het gat op de betalingsbalans te kunnen dichten. Blijkens diverse uitlatingen van de re gering. o m. in de tweede nota over de werkgelegenheidspolitiek. heeft de regering duidelijk te verstaan gegeven dat het haar met de pogingen om op de betalingsbalans een evert wicht te .scheppen, grote ernst is. wat dan wil zeggen, dat zij het peil van sumptie en investering verder wil te rugbrengen Deze tendens is vermoedelijk een der redenen, waarom de aandelenmarkt zulle een lusteloos verloop heeft. Want ver mindering van consumptie en van investe ring betekent vermindering van bedrijfs winsten. tenzij de defensleopdrachten van de Nederlandse regering tezamen met die Van de V.S. daarvoor een voldoend tegen wicht vormen. Dat de regering hier voor grote moeilijkheden staat, is uit haar nota wei duidelijk, immers. 7.0 wordt gezegd, een en ander betekent dat de werkgelegenheid niet wordt verruimd. Wij. gewone mensèn. zouden zeggen: de werkgelegenheid wordt er door verminderd. West-DuiIsland en Japan. Er Is nog e$p ander gevaaf. dat de Neder landse economie bedreigt en dat de laat ste tijd sterker naar voren treedt. Het i« de concurrentie op d© wereldmarkt van West-Duitsland en Japan, de beide troetel kinderen van de Amerikaanse regering. West-Duitsland. dat in 1950 nog een import overschot had. heeft zijn export in Juni en Juli reeds belangrijk boven zijn import kunnen opvoeren Wei ziet men dit ook in Duitse handelskringen als een tijdelijk ver schijnsel. een feit is dat West-Duitsland thans een deviezenoverschot kweekt en in snel tempo'zijn tijdens en na de oorlog ver loren plaats op de wereldmarkt herneemt In dit verband is het opmerkelijk dat op de Londense beurs reeds enige tijd een vas te stemming voor Duitse fondsen Dawes en Younglening. Duitsch Kali Syndicaat bestaat. Voor het laatstgenoemde fonds als gevolg van de grote vraag naar Duitse ka'.i Het heet dat West-Duitsland straks in staat zal zijn zijn handelsschulden af te doen en optimisten menen, dat ook voor de beide genoemde staatsleningen t.z.t. een regeling zal kunnen worden getroffen. Wat ons land betreft in de eerste zeven maanden van 1950 exporteerden we meer naar Duitsland-dan we importeerden; in net lopende jaar echter was onze import tot dus ver reeds 170 millioen groter dan onze export. Wat van West-Duitsland geldt, kan ook van Japan worden gezegd. De export van dit land ontwikkelt zich ln een ijltempo en is voor onze export naar Indonesië bijv. een omstandigheid, waarmee ernstig reke ning moet worden gehouden, omdat de le vensstandaard in Japan, evenals trouwens in West-Duitsland. veel lager is dan ten onzent. Dit is de reden, waarom de Nederlandse regering in haar Tweede Nota over db werkgelegenheid de Nederlandse industrie aanspoort tot het aanbieden van sterk con currerende prijzen, ontlat het alleen dan mogeijk zal zijn een toenemend aantal van onze merendeels niet-essentiële producten in het buitenland af te zetten. Het is daHj-- om voor ons land verblijdend, dat behalve de industrie, oolj de agrarische séctor zien zeer bevredigend heeft ontwikkeld en h!?r in verband met betere arbeidsmethoden cn landaanwinning goede perspectieven be staan Maar zowel in de industrie als in de land bouw zal van kapitaal en arbeid het uiterste worden gevraagd. 22) Zij zag onmiddellijk, dat de jongen zeer veranderd was. maar het was een veran- *laar een '3ro'1 1" deed schieten en haar met een gevoel van trots vervulde. De kleine, nogal verlegen jon- gen was verdwenen. In zijn plaats was een kleine man gekomen, die op een prettige manier zich bewust was van zijn school gas. strooien hoed en Eton-pak. Maar toch niet met genoeg waardigheid, om. toen zij naar armen uitstak, er niet rechtstreeks ln te vliegen. Hè. het is fijn om weer thuis te zijn. En toen tegen de butler: Goedenmiddag. meneer Bristow, hoe gaat het met u? Fijn. dank u. jongeheer David- Het prettig u weer thuis te hebben. Dank u. meneer Bristow. Zeg. tante, ik ben als hoogste van de klas weggegaan en in de laatste schoolmatch heb Ik 25 ..runs" gemaakt en de ouwe P. zegt... Gedurende het volgende uur onder de thee werden de twee vrouwen onthaald op eindeloze verhalen van wat de oude P gezegd en gedaan had. Ook duurde het niet lang, voor zij tot de ontdekking kwa men. dat diezelfde oude P. Gerald Par- mltter op één lijn stond met Frank Wentworth, ofschoon de laatste geenszins vergetgj^was. En, zoals Anne Williams juffroéH®arraclough later op de dag ver telde. vmf één van de eerste vragen van David geweest: „Nog niet getrouwd, tante Anne? Fijn. dan bent u deze vacantie nog hier. Maar het .«kind" was voor goed verdwe nen dat zagen de beide vrouwen maar al te goed. De jonge en nieuwe David Barraclough was vol zelfvertrouwen, vol jongensverfhalen en jongensopgewektheid. Maar de discipline en het respect waren geenszins afwezig. Want toen juffrouw Barraclough opstond om de kamer uit te gaan. vloog hij naar de deur en hield die met een ernstig gezicht voor haar open. terwijl zij de kamer verliet. Ook aan het eten werd hij een beetje rustiger, sprak alleen als er tegen hem gesproken werd en bewaarde het stilzwijgen, wanneer dat niet het geval was. Terwijl later, toen juffrouw Barraclough zei: ..Ik geloof, dat het nu wel tijd ia om naar bed te gaan, David", hij onmiddellijk opsprong. Welterusten, tante. Zij hield zijn beide handen ^ast en keek hem met een zachte uitdrukking ln haar ogen aan. Je wordt nu al een groot mens. "David. Weet je nog hoe ik boven kwam om je goedennacht te kussen? Doet u dat vanavond den niet? Op dat gezegde sloot zij hem in haar armen. En toen zei Anne lachend: Maar ik niet. Hij trok een lelijk gezicht tegen haar. Wie zegt. dat ik dat wilde, tante Anne? vroeg hij. Maar bij de deur gekórrien, keerde hij zich grinnekend om. "Maar ik reken er wél op. zei hij. Het bleef stil, terwijl zij er naar luister den hoe hij fluitend de gang doorging. Juf frouw Barraclough knipperde verdacht met de ogen. Het is heerlijk om Hem weer hier te hebben, zei Aone. Juffrouw Barraclough snoof. Misschien wel, zei het meisje pein zend. maar het is toch erg prettig. Prettig! gaf de oude dame ten ant woord. Natuurlijk is het prettig. Als het dat niet was. zou ik het niet doen. Maar ik had nooit gedacht, dat ik me nog eens als een dwaas zou aanstellen over een kleine jongen. Annes lippen trilden even. De ervaring had hoar geleerd, dat zij tegen«deze grim mige oude dame kon zeggen, wat haar op het hart lag. zonder bevreesd te behoeven te zijn voor de gevolgen. Soms. zei zij nadenkend, worden wij verstandiger naarmate wij ouder worden ofschoon wij dat zelf niet weten De oude vrouw keek haar van onder ge fronste wenkbrauwen aan. De ogen van het meisje schitterden van pret. Wilt u mij soms vertellen, juffrouw. Barraclough. vroeg zij kalm, dat u niet gelukkiger benwewee&t dan ooit in uw leven van het njdstip af. dat David hier in huis is gekomen? Er heerste een ogenblik stilte. De ogen van juffrouw Barraclough schenen «ieh in die van het meisje te boren, maar deze doorstond hun blik volkomen rustig. De mond van de oude vrouw trilde heel even. toen zij van haar stoel opstond. Schei uit met het stellen van dwaze vragen. Anne Williams, zei zij. „en laten we naar boven gaan om die schobbejak van een neef van mij goedennacht te gaan zeggen". Het was eigenlijk onvermijdelijk, dat David die eerste vacantiedagen zijn beide vrouwelijke voogden enige verbazing en ongerustheid bezorgde. Want ofschoon ^beiden zagen, dat hij in zijn genegenheid voor haar niet in het minst veranderd was,, hadden zij toch het gevoel, dat hij haar IrtB' vele opzfehten voorbijgegroeid was. Hijü had een zekere nieuwe onafhankelijkheid over zich gëkregen en hij scheen het niet prettig te vinden', dat men hem wal ver troetelde. Anne wilde hem op de voet vol gen. zoals zij tot nu toe uit volle liefde voo? hem^ altijd had gedaan en het deed haar een beetje pijn.-als hij soms in z'n eentje het bos inging. Bij een zekere ge legenheid ontdekte zij hem in gezelschap van een boerenjongen, die veel groter was- dan hij en twee jaar ouder en die een slechte reputatie had in het dorp. Samen speelden zij bij het riviertje, waarover zij op feen van de ondiepe plaatsen een brug aan het bouwen waren van rotsblok ken. Toen Anne op het toneel verscheen, «tond de oudere jongen met een sigaret ln zijn mondhoek en zijn handen in zijn zak ken. David, die probeerde het water over te steken, uit te lachen. Kom dan. baby! Of ben je bang om je mooie kleertjes te bederven? Durft niet te roken Nou. ik zou niet zo'n baby, willen zijn als jij. 1 "J?06,"1 geen baby! barstte David los. Wacht maar even tol ik aan de over kant ben. - Je komt nooit aan de overkant. Je bent bang! .f-uDavif' rieP Anne onmiddellijk, want hij had zijp voeten al op de'rotsblokken en zij was in woede ontstoken bij. de. ge dachte dat David daar tegen een dorps lummel stond te schreeuw»*. Hü keerde zich om. zag haar fln bleef staan. Kom onmiddellijk hier, beval zij. Hi] aarzelde even door de enkele kracht van haar tegenwoordigheid en. een durige gewoonte. Maar op dat begon de andere jongen hem honen. Ga maar gauw naar juffie, schat. Ga blfby! naSr na8r tante' J°U ikIeine K°m dadelijk hier. David, riep Anne trachtend de woede in haar stem te be- heersen Maar nog voor zij haar zin be ëindigd had. wist zij, dat fhet te laat was. (Wordt vervolgd). lang- moment /eer te

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1951 | | pagina 4