Het avontuur der uitgewekenen in 1940-1945 Odysseus reizen AR EIGEN Kantklossen: een kunst die herleeft Duizenden vluchtelingen hingen maandenlang tussen wal en schip Klachten over de hulpverlening onderzocht Nederlandse regering heeft er voor moeten vechten TWEE WATERSCHUWE EENDJES HET KLEURENPALLET DER BRITSE MODEHUIZEN De Squaw weeft, de Indiaan speelt hockey KOM, GA SPELEN!' Wie doet er mee? met.... El LOPEN GRONINGEN TRIOMFEERT IN PARIJS Bont, gecreëerd onder de Martini maakt furore bij de Eiffeltoren Zilverblauw zeehond De taal der BLOEMEN De zwemwedstrijd Wasdag! met GLIJTOREN Handige vrouwen leren het uit een boek Aanlokkelijke methode DE ZEVENDE MANIER: JALOERS ZIJN! J DE HULPVERLENING VAN ZWEDEN Churchill: „Ik voer de vijand niet!" Minister Beyen, een man mat een hart Te Londen was men niet doordrongen van de ellende in Duitse kampen Te weinig contact tussen de Regering en Pakketten comité EEN MANDIE VAN WANTEN WIST S.S.-er voelde zich weldoener Buiten de greep van de Duitsers DE VLUCHT NAAR VEILIGHEID Laatste stuk moeilijker Mislukte hulp aan Joodse gevangenen dan het leek oden Odysseug ge- Maar Poseid/n liet zitten. Hij muurde zware regenbuien vlot van OHysseuI tkig kon Cwysseus jpen Mast/en roer in. Hij wag nu aan I overgeleverd Een if uit dk zee. hielp .and Van de Faiaks r weenden vriende- To/n de koning ■Bmii|piii«niu]iiiiin:nm^jm.!iu^iiuimmiinniiiiiiinniiiiiiuiiaiiiiiiiiiiimiiiuiiiiiiiiiiiiiiiimitiiiii^- omdat hij altüd zoveel praats had. Ook Pl(oeter) mocht hem niet erg. En nu liepen ze daar onder de paraplu En Mama Kwahaak en Papa Kwahaak zuchtten nog steeds. Als ze in de sloot terechtko men, zouden ze dan meteen kunnen zwemmen? Ze hebben het immers nooit geleerd. O. eenden zijn per slot van re kening zwemvogels. Ik geloof, dat bet vanzelf gaat. Braniesnavel zwemt snel. Ze mogen hem niet erg. Hij zou stellig een zwemwed strijd winnen. Op dit ogenblik keken de eenden- ouders elkaar aan. Een zwemwedstrijd! Dat was het. Misschien zouden PI. en PI. het niet prettig vinden als Braniesnavel won. Stel je voor. dat ze meededen. natuurlijk zouden ze niet win nen. Maar ze waren dan tenminste in de sloot. Al gauw waren de eenden uit de buurt, die mee zouden doen. aan het oefenen. Braniesnavel niet. Hij vond het niet nodig. De grote dag kwam. De banen werden uitgezet. PI. ep PI. zaten tussen de oudere eendentoeschou wers bij de start. Er waren twee startbanen te veel Op de derde kwaaaak Van de wed strijdleider plonsden de eenden in de sloot. Braniesnavel lag al met een voor. Pl(ons) stootte Pl(oeter) aan. Hij wint natuurlijk. Ik kan het niet goed hebben. Ik ook niet. Als ze een loopwedstrijd orga niseerden. den wonnen wij wel. Overal hoorden zij opmerkingen als hup Braniesnevel! Wat is die Bra nie toch goed! Als wij eens. zeiden PI. en PI. tegelijk. Ze aarzelden niet langer en liepen naar de twee nog lege startbanen. Onder luid gejuich, doken zij het water in. en zwommen, zwommen met een reuze snelheid de baan af. Ze haalden in PI. en PI. gingen ge lijk op. Ze hadden nu al twee een den ingehaald. Daar gingen ze hun zusje Vere ook voorbij. Weldra lie ten zij weer twee eenden achter zich Nu alleen Braniesnavel nog. Hij draaide verbazend snel bij het eind van de baan en PI. en PI. ver loren daar iets. Maar ze hadden nog een hele baan om in te halen. En het gebeurde Braniesnavel zwom wat hij kon zwemmen, maar hij kon de twee Pl."s niet inhalen. Tot grote vreugde van hun ouders wonnen zij de wedstrijd en dit was meteen het eind van hun droge tijd. iwwiim!niiiws'!i|iW'W»iliiiiiiiliiiiiiiiiiiigW'Mii —'11111 m 1 mm JAGEN en vissen, ja dat doen de Indianen graag. Zij hebben er tijd genoeg voor, tuant de squaws knappen veel van het noodzakelijke werk op. Als de vrouwen bijvoor beeld nog ijverig aan het weefge touw zitten, spelen de mannen als zij niets meer te jagen of te vissen hebben hockey, maar dan op hun manier. Luister maart Ze speelden stam tegen stam of dorp tegen dorp. Eerst werden twee captatns geko zen en zij kozen dan ieder een elf tal, bestaande uit jonge mannen. Twee wijze oude mannen waren de scheidsrechtert. Hun eertte wérk was het inzamelen van prijzen. Zij gingen op de grond zitten en al de spelers gooiden een voorwerp voor hen neer. Het waren bijvoorbeeld veren, voor om het hoofd, pijlen, bogen, sieraden mocassins of oor ringen. Al de prijzen waren be stemd voor het winnende elftal. Hi'ema zetten de scheidsrechters aan beide kanten van het veld twee stokken in de grond, voor de goals. Je begrijpt, dat het de be-, doeling was de bal in de goal» van de tegenpartij te krijgen. Wacht, die bal. Denk niet aan een bal van te genwoordig. Nee, de ballen waar mee de Indianen speelden waren van hout, van steen of gemaakt van een met haren en vodden opge vuld stuk leer. Voor het spel begon legde een van de scheidsrechters de bal in het midden van het veld tussen de beide partijen.'Hij liep langzaam en plechtig van het veld af en de andere scheidsrechter gaf het sein om te beginnen. Van dat ogenblik af stoven de spelers op de bal af en sloegen er naar met stokken, die veel êp hockey sticks leken. Zij mochten de bal niet met de handen aanra ken. Als een bal in een van de vele kuilen van het veld lag. was het toegestaan ae oai er uu ie nemen.konden Het gaf niet. als een tegenstander^ rtemen 21 Calypso raadde Odysseus aan. het bos in te gaan en van dikke boom stammen een schip te maken. Zij beloofde hem voedsel en kleding te geven. Het is de wil van de goden,dat je veilig je huis zult bereiken. Odysseus maakte een vlot met een roer en een mast en laadde op. Hij nam afscheid van Galypso. Gedurende 17 dagen voer hij. zonder dat er Iets bijzonders gebeurde. Op de achttiende dag omver gelopen of geduwd werd Al leen met de stokken naar elkaar slaan, dat mocht niet. Als het in de opwinding van het spel toch ge beurde, was de partij van de gesla gen man winnaar. Natuurlijk waren er ook suppor ters die de spelers luid schreeuwend aanvoerden. Als er ten slotte een goal gemaakt werd, was het ge juich geweldig Na een goal was de winnaar bekend, en de spelers toegestaan de bal er uit te lichten-1 konden hun prijzen in ontvangst rj^ Pm/Om. maak je maar niet bezorgd, er gebeurt niets met de eieren. Dagr zijn ze te duur voor. Des noods neem je namaak eieren, maar zorg er dan voor, dat dp anderen niet merken, dat het geen echte eieren zijn. De kinderen, die mee doen staan op de gang. Jij legt nu in de kamer zet hard gekookte eieren op de grond. Zeg liet, dat de eieren hard zijn. Nu komen de kinderen binnen. Eén voor één. Ze worden geblinddoekt Wie nu door de kamer kan lopen zonder op de eieren te trappen wint een prijsje Je kunt de kinderen ook tegelijk geblinddoekt laten lopen. Als ze de blinddoek voor hebben neem Ja ZATERDAG 27 SEPTEMBER DUIZEND EN EEN EEN MOOIE, nazomerse Septembermorgen op de Champs-Elysées te Parijs. De aandacht van de in zalige gemoedsrust fla nerende voorbijgangers wordt plots getrok ken door een klein, beweeglijk groepje men sen, bestaande uit een achttal mannequins, twee heren, enkele met blocnote en ball pointpen gewapende vrouwelijke journalis ten en een vijftal fotografen, die rusteloos om de glimlachende mannequins zwermen als vliegen om een suikertaart. Op alle schilderachtige plekjes en in alle mogelijke (en onmogelijke) standen worden de mannequins door de onverzadigbare foto grafen „onder vuur genomen". Na een half uurtje hebben zich honderden Parijzenaars om het gezelschap verzameld en zij volgen het zelfs op zijn tocht door de omliggende avenues en straten en langs de herfstige Seinekade. Dan stopt er plots een taxi. Er stapt een dame uit, die zich (niet zonder moeite) door het publiek dringt naar het groepje manne quins, journalisten en fotografen. Ziet, zij haalt uit haar tasje een visitekaartje, waarop een kroontje en een lange, adellijke naam gedrukt staan. Plots verstomt het gesnater der mannequinsDe fotografen vergeten te fotograferen, de journalisten fluisteren elkaar fluks iets in het oor. De betreffende dame, een geziene figuur in de grootste Parijse modehuizen en in de Parijse Society. blijkt zó getroffen door de bontmantels, die een zestal mannequins dragen, dat zij zich zowaar verwaardigt om zelf even publieke lijk te informeren van welk Haute Couture- huis deze mantels zijn! Het antwoord, dat de twee heren, die de mannequins vergezellen, haar geven, klinkt in Parijse oren verbijsterend en zeer on waarschijnlijk: „Madamedeze bontmantels zijn geen creaties van een Parijs modehuis, zij komen uitNederland!" Toch is het zo. De bontcreateurs Van Daal en Meyer uit Groningen hebben zojuist de PSrijse Haute Couture veroverd met hun collectie en thans worden de modellen ten behoeve van de Franse pers op Parijse mannequins gefotografeerd. Met een enkel woord hebben we hiervan reeds melding gemaakt onder „Haar eigen Domein" van 13 September. Het z.g. shoal- sealskin kan uitsluitend worden gemaakt van een zeer uitzonderlijk soort zeehonden vel (bepaald door geslacht, leeftijd en her komst van het dier). De totale wereldop brengst van deze vellen is daardoor zó ge- CiBIB BillBIB - Hiel» Hoaint'tiral*. Armotdt. (mot. Due aromatisch» plant groeit in fraaye groene bosje» en draagt witte of roode bloemen Men atell de armpede »om» «oor al» «ene bedekt met lompen, die eene bal sem- of basilicum-plint t>Ü nch heelt In oude tijden *ts df Hagedis. Btuihctm. bet beeld van dep baat die met één blik De plant seire heeft echter mets met dit fabelachtige dier. Uit een honderd Jaar geleden verachenen boekje, getiteld „Bloementaal". Deze lange mantel is vervaardigd van een zeer zeldzame sport zeehondenvellen, een bontsoort, die „blue back" wordt genoemd en die een zilverblauwe kleur heeft. Ont werp van de Groningers Van Daal en Meijer. ring, dat de jaarlijkse productie van „ahoal- sealskin'-mantels over de gehele wereld niet meer dan80 stuks kan bedragen. Vrijwel de totale wereldopbrengst van deze vellen is evenwel in handen van de Gro ningse bontbewerkers. Niet minder dan tien schippers jagen speciaal voor hun firma! Deze herfst wordt nog een nieuwe bont soort, het z.g. „blue back"-bont, in de han del gebracht, een product van eindeloos experimenteren op uitermate geselecteerd zeehondenvel, zo streng geselecteerd zelfs, dat de jaarlijkse wereldproductie nauwelijks toereikend is voor20 mantels! Deze „blue back"-mantels hebben enkele Parijse Modehuizen voor hun eigen collec tie opgeëist. Ruim veertig jaar geleden was er een klein jongetje, dat, toen zijn vader stierf, als oudste van vier kinderen gedwongen werd tezamen met zijn moeder de kost te verdienen voor ztyn broertjes en zusjes. Tien jaar tvas de kleine Wim van Daal toen hij kostwinner werd Het leven was mee dogenloos hard voor hem, honger en armoe de waren zijn meest vertrouwde vrienden en die lieten hem tveinig tijd tot dromen en mijmeren. En toch had hi) één groot ideaal Later zou hij mode-ontwerper willen worden. Thans wordt diezelfde Wim van Daal tezamen met ztfn medefirmant met een overdaad aan ceremoniëel en pluimstrijke rijen in de Parijse salons ontvangen! En in het Victoriahotel in Amsterdam geven de beide Nederlanders dezer dagen een show in samenwerking met Franse collega's. De twee al bijna volwassen een den trokken zich van het gezucht van hun ouders niets aan. Met op getrokken zwemvliezen liepen zij zo statig mogelijk te waggelen, on der hun paraplu. Water vonden zij verschrikkelijk. Met die regen had Je nergens rust In het gras zitten kon niet. want dat was nat. Vliegen ging ook niet, want dat was te moeilijk met een paraplu op Voor de wind ging het wel. maar dan moest je weer terug. De narigheid met Plons en Ploe ter was al begonnen, toen ze nog heel kleine donsballetjes waren. Al gauw zwommen hun broertjes en tusjes achter Mama aan, maar PI. en PI- waren niet te bewegen een poot uit te slaan, tot Mama haar geduld verliezend hen tegelijk in de Sloot gegooid had. Bibberend van kwam Poseidon, Odysseus' grootste vijand terug van zijn reis. Hij ont dekte Odysseus op de oceaan. 22 Poseidon begreep dat de andere goden holpen hadden Maar het er niet bij zitten een storm en zware vielen neer Het vlot van sloeg om Gelukkig kon zich nog vastgrijpen, waren verdwenen, stormen en wind vriendelijke Odysseus het eiland te bereiken. Hier lijke mensen. Todn de koning Odysseus' geschiedenis hoorde, be loofde hij jst- gauw de eieren weg en je legt een paar craekers op de grond. Nou, Je moet die gezichten eens zien, als ze denken op een ei ge trapt te hebben, terwijl het kraak- geluid van de crackers afkomstig ls. Dit is een spel voor twee kinderen. Elk heeft een melkfles en een aantal kleine prikstokjea. Elk kind probeert van deze stok jes een toren op de fles te bouwen. Iedere keer als er een stokje valt, krijgt de ander een punt. Wie het eerat tien punten heeft, wi*t TTEEL KANT zagen - we dr&gen op een j B van de laatste mode- f shows, welke we bij- F, woonden en het spreekt W '».,l vanzelf, dat dit mate- 1, *t M riaal was gebruikt i J I voor zeer geklede mid. Ht'Y| B dag-. cocktail- en avondjaponnen. Kant ft" -M is een kostbare stof Hl Aft |H daarvan zijn we HIb'is.ÏB allemaal doordrongen BI'Mfl en daarom klinkt het ■|V<*|VB lichtelijk zonderling Hf»^ii| dat men een eeuw of ,B B H vijf geleden in Europa ■,'UbII kant verwerkte■IVfVII uit pure zuinigheid. Ze waren bijzonder ^B leep onze voorouders. ^B«VA.* Ogenschijnlijk brach- ■lft|.V,B ten ze kant aan lin- ^B |lst,:fl nen kleden aan bij wij- H I ze va'n versiering.even- m v#Vk»l wel zeer listig verving H *'JlH men delen van linnen kleden, welke qjerk B 'tlBl ^B aan slijtage onderhevig HU*1! waren door kant. zo- dat men ze op de Bili»»llBi duur en zonodig on zichtbaar kon verstel- In les twee maakt len. eenvoudig door de men een tussen- kant te vernieuwen. Langzamerhand werden de versieYingeji ontwikkeld tot prachtige kunstwerken\< e kanten r der en dit gold niet alleen voor de kanten, waarmede de gewaden van kerkelijke groot heden waren versierd maar ook voor die van de kooplieden en gewone burgers. Deze bijzonderheden kan men lezen In „Kantklossen" van J. P. A. Brandt, direc teur van de Kantklosocholen te Amsterdam, die bovendien In verscheidene steden van ons land cursussen geeft ln het edele hand werk van het kantklossen. In dit boek wordt een heel belangwekkend overzicht van de geschiedenis van het kant maken gegeven en o.a. kan men er uit leren, dat kant reeda zo oud is. dat niet eens meer is na te gaan wie of welk volk het eerst op de gedachte gekomen is kant te vervaardigen. Het ver moeden blijkt echter gewettigd, dat de in later tijd zo geliefd geworden kanten in het nabije Oosten zijn geboren. Want de Ar meense vrouwen versierden reeds in de vroegste tijden de voorbanen en halsope ningen ven haar onderkleding. de zomen van haar gewaden en de fraaie sluiers, die zij op het hoofd droegen met een zogenaamd netweefsel. Dit was dan doorweven met goud-, zilver- en zijdedraad. Wellicht, zegt de schrijver, zijn deze geweven stroken de producten geweest ven kantkloekun6t ln haar primitiefste vorm. Hoe lang het ge leden is. dat de Oosterse vrouwen deze ver siering gebruikten, kan niet worden nage gaan. Mear in het Oude Testament, in de beschrijving van de Tabernakel, is al sprake van een versiering, die misschien als voorloopster van de kant kan worden beschouwdlezen wij in Kantklossen". Nu wij met aanhalingen zijn begonnen is het heel verleidelijk nog meer te vertellen uit de kantgeschiedenis, zoals we die in dit werk aantreffen en die feitelijk slechts bedoeld ls als inleiding. Went „Kantklos sen" ie een leerboek inhet kantklos sen. In twintig lessen wordt de leerling ln dez« kunst ingewijd, nadat els voorberei dende les een «n ander is verteld over de benodigdheden, het opwinden van de klos sen. de wijze van winden enz. De uitleggin gen zijn ontgetwijfeld heel duidelijk en wie enig handwerk-talent heeft, zal stellig aan de hand van de gegevens, deze gedrukte lessen en losse patronen, welke met een linnen band tegen de achterkant van het boek zijn bevestigd, het een heel eind stu ren. Wie echter in de gelegenheid is echte lessen te nemen onder ervaren leiding zal allicht gemakkelijker het doel bereiken en Voor haar is het boek dan een uitstekende ondersteuning van de lessen. van de methode wel! is dat men eigenlijk nelijk be- Het aardige heer Brandt t ven de eerste les af. welke voornameli. oogt de leerlinge vaardigheid bij te brengen in de meest voorkomende slagen, reeds iets maakt, dat desnoods zou kunnen worden ge bruikt als tussenzetsel van 6loop. laken, kinderjurkje of Iets dergelijks. Maar zeker in de tweede les wordt een practisch bruik baar entre-deux vervaardigd. Heel snel klimt de leerlinge op. zodat zij. wanneer zij les twintig ac*Her de rug heeft, al heel wat heeft gemaakt aan kleedjes, randjes, pasjes, corsages e.d. Het boek bevat een gróót aantal foto's van werkstukken door de leerlingen van de heer Brandt vervaar digd en deze foto's vervullen degenen, die het doorbladert niet slechts met bewonde ring maar wekken ook de lust deze zo moeilijk lijkende handwerkkunst zelf te gaan beoefenen. Uitgave Van Holkema Si Warendorf. te Amsterdam. Les dertien is gewijd aan deze vlinder, die een aardige corsage of baret-versiering vormt. TA, dat komt er nu van wanneer een man zijn neua, ogen en oren om een hoekje van „Haar Eigen Domein" steektNatuur lijk zijn we hogelijk vereerd wanneer man nenogen zich verwaardigen over deze Vrouwenrubriek te dwalén, maarer zijn gevaren aan verbonden wanneer heren der schepping luisteren naar Vrouwenpraat. Dit hebben we nu weer eena ter dege ge merkt. Drie weken geleden hebben we on ze lezeressen zes manieren aan de hand ge daan om haar man diep ongelukki'- te ma ken enzo haar huwelijk scheef te doen gaan. iets. wat natuurlijk geen enkele vrouw werkelijk wil. En daar krijgen we nu een boos briefje van een lezer omdat wij het durfden bestaan vrouwen op te zetten tot kwaad. Arme kerel! Hij heeft blijkbaar niet 'begrepen, dat het allemaal spottend was bedoeld en ln zijn boosheid heeft hij het artikeltje vermoedelijk niet ten einde gelezen. En dit is jammer. Want de moraal zat in de sjaart, zoals dat heet. We begrijpen zijn boosheid best. Want onze verbolgen lezer vertrouwde ons toe, dat hij gebukt gaat onder de jaloezie van zijn vrouw. En een boos mens verstaat geen spot! En hij heeft het werkelijk moeilijk. We zeiden u immers al. dat er veel meer manieren zijn om een man diep ongelukkig te maken behalve de zes. welke wij noem den. Welnu ongemotiveerde jaloezie koeste ren is er een van. De man kan daaraan heel vaak niets verhelpen. De jaloezie kan haar grond hebben in dingen, die niets met zijn huwelijk uitstaande hebben; maar dat de man er diep onder gebukt gaat ligt voor de hand. Zou hij niet eens een psycholoog raadplegen? Misschien kan die zijn vrouw en hem helpen. SINDS ENIGE jaren leeft in onze grote steden de „wijkgedachte". Want er zijn grgrbtstedellngen, die alle knusheid van het dorp ten zeerste missen en nu wil men trachten verschillende wijken van grote steden een eigen leven te geven, zodat de man en de vrouw, die des ochtends uit trekken naar het stadscentrum om er het dagelijks brood te verdienen en er des na middags moe vandaan komen, niet weer stadwaarts behoeven te gaan om er ont spanning, vermaak of kunstgenot te smaken, maar al deze dingen vlak bij huis vinden. In de grote wereldsteden heeft men al iets dergelijks en de Londenaar, die in de „suburbs", in de voorsteden, woont vindt daar allicht zijn bicscoopje. Nu doet zich het merkwaardige geval voor, dat van de winter dames uit verschillende wijken van Londen verschillend gekleed zullen gaan. Want terwijl de grote zaken, waar dames uit de suburbs haar japonnen, mantels en dergelijke plegen te kopen, bevoorraad zijn met collecties in „kroningskleuren": schar laken, purper en koningsblauw, wijzen alle voortekenen er op, dat de deftige Ladies en Dames (de titel „Dame" komt overeen met ons „Jonkvrouw") Jwt^aanstaand seizoen zich in groen zulken hullen en dat, terwijl groen bij bijgeltyfige lieden aldaar in een zeer kwade reuk staat. De bekende coutu riers, die ook vóór het Hof werken, hebben het evenwel zoI bepaald. Vrolijk smaragd groen wordt gebruikt voor het voeren van zwarte manteltjes, lange jassen en stola's, donker, maar toch levendig bladgroen voor me jurkjes, welke men een gehele dag dragen, donker groen fluweel geniet de voorkeur voor cocktailjaponnen, terwijl diep flesgroen weer is bestemd voor alle uren van de dag. Evenwel ook violet, en bour- gognerood evenals, zoals gezegd purper en diep koningsblauw zijn modekleuren, al zal de „upper ten" zich daarvan verre houden. Marineblauw is volkomen uit het mode schilderij verdwenen, jammer genoeg voor diegenen, die zich alleen daarin „lekker" gevoelen. Trouwens, donkerblauw ls een kleur, die bijna iedereen goed staat en der halve toch wel „heel gewoon". Geen won der. dat ze af en toe onderduikt. Verder zijn ook lichtere tinten rood verdwenen uit het modebeeld, tegelijk met de pastelkleuren, welke reeds verscheidene seizoenen populair zijn geweest. Maar bruin neemt een grote plaats in: effen bruin, bruin in ruitdessins en bruine gewerkte tweeds voor mantels en mantelpakken. Ongewone combinaties heel vaak wordt bruin verwerkt met zwart. HARDY AMIES, een van de couturiers, die al menig tollet voor koningin Eli zabeth heeft geschapen, breekt met alle regels en komt voor de dag met een door hemzelf ontworpen kleur, die hij „blood orange" noemt, bloed-oranje, zouden wij zeggen. Amies, die zijn jurkjes voor over dag, .tussen licht en donker" en avond in deze bijzondere tint maakt, zegt dat „blood orange" eigenlijk rose-achtig oranje of oranjB-achtig rose is. of eigenlijk heel ge woon flamingo. Victor Siehel. die reeds enkele toiletten voor prinses Margaret heeft gemaakt, komt eveneens met een enkele kleur, buiten het front: geel! angst en huilend van narigheid hielden zij zich zo «til mogelijk. Sinds die dag zijn zij niet meer in het water geweest. Wat Mama en Papa ook probeerden het hielp niet. Als PI. en PI- zoals ze kortweg genoemd werden, zich aan de rand van de sloot waagden, om wat kroos te slobberen, deden ze dat heel voorzichtig, want zodra ande ren het merkten begonnen ze PI. en PI. nat te spatten. Op een dag zaten PI. en PI. in het weiland. Daar kwamen de anderen aan. Het bleek al gauw. dat ze niet veel goeds in de zin hadden. Branlesnavel liep voorop. Even later dafisten de e'enden om PI. en PI. heen. luid „Sliep-uit" liedjes kwakend. Maar ze hadden geen succes PI. en PI. staken hun kop pen ln de veren en trokken zich nergena iets van aan. Zo nu en dan keek Pl(ons) boos naar Brsniesna- vel, want hem kon hij nlat uitstaan. A LLE eendjes zwemmen in het waterJa, dat dacht je maar. O, na- tuurlijk zwemmen eendjes wel eens niet Ze liggen ln het gras te sla pen of ze vliegen, maar als het er op aan komt kunnen toch alle eenden heus wel zwemmen. Alle eendjes? Maar waarom zouden Papa Kwahaak en Mama Kwahaak geboren Kwekkie dan wel zo zuchten en niet één keer, maar een heleboel keren? Stil! Luister. Het is nu al bijna herfst. Ja, herfst en nog kunnen ze het niet. Wat we ook geprobeerd hebben, ze doen het niet. Moet Je ze daar nu zien lopén, allebei onder een paraplu. Het is een schande voor de familie. Ik geloof, dat het nog nooit ln de geschiedenis Is voorgekomen, dat eenden niet wilden zwemmen. We hadden ze beter Droog en Stoppel kuijnen noemen, inplaata van Plons en Ploeter. ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952 PAGINA 1 j-\e Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid U 1940 1945 heeft thans haar zesde verslag gepubli ceerd. Dit verslag behandelt de vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland en het beleid ten aanzien van Nederlandersdie tengevolge van de oorlog hulp nodig hadden. Het gaat hier om de vraag of de mogelijkheden tot leniging van de nood van honderdduizenden landgenoten, die uitge weken of weggevoerd waren, wel voldoende zijn gebruikt en in hoeverre de Nederlandse Regering hiervoor verantwoor- delijkheid droef;. Ter beantwoording van die vraag heeft de Commissie een omvangrijk ondersoek ingesteld. Het resultaat heeft veel lof tveinig blaamverspreide critiek en een aantal vraagtekens opgeleverd. Neemt men hiervan het gemiddeldedan kan men het bevredigendnoemen. De Commissie toont begrip voor de moeilijke omstandig- hedenwaaronder onze gesantenconsulaire ambtenaren en tussenpersonen van de Nederlandse Regering te Londen en ook een instelling als hel Condense comité van het Ned. Roode Kruis moesten werken, lij was beter in staat tot het vellen van een objectief oordeel dan de „Pakkettencom missie" van 1945welker conclusies sij niet alle verantwoord en ten dele zelfs onjuist acht. VLUCHTWEGEN TIJDENS DE DUITSE BEZETTING T7ELE HONDERDEN Nederlanders, vooral ook Joodse Nederlanders, zijn in 1940 bij de nadering van de Duitsers uitgeweken naar Frankrijk; vele honderden Nederlanders zijn ook tijdens de Duitse bezetting gevlucht, naar Frankrijk. Zwit serland, Zweden. Zij dachten misschien, dat het een klein kunstje was in Engeland te komen als zij maar eenmaal uit de greep van de Duitsers waren. Maar de landen, waar de vluchtelingen veilig zouden zijn, wilden slechts weinig of geen vreemde lingen toelaten. Daardoor bleek iedere vlucht een avontuur. Duizenden vluchte lingen hingen maandenlang en sommigen zelfs jarenlang tussen wal en schip. Niemand wist eigenlijk goed raad met hen. *l**l 1 1 J I zen en velen hebben vergeefs gewacht. Dat iVloeiI 11 kneden ZOIMler lal lis natuurlijk aanleiding geworden tot onte- J I vredenheid en klachten, over het eten in DE VLUCHTELINGEN hadden veelal geen de vluchtelingencentra. over de steunuft- „m i„ hun onderhoud ie voorzien k«'n«en. over wanbegrip, over onvrlende- zei! een zeereis te betalen. bjke bejegening, over gebrek aan voort usrtpOAu geld om sn ook niet Men kon niet reizen zoals in de normale tijden vóór de oorlog. Men had een vergun ning nodig om in een ander land te worden toegelaten en die visa werden maar mond jesmaat verleend, dikwijls door middel van omkoping en dan ontstonden later weer moeélijkheden. Er waren trouwens ook niet voldoende transportmiddelen. Die waren In de eerste plaats nodig voor de oorlog voering. De vluchtelingen hebben vaak maanden en maanden moeten wachten al vorens zij uit Frankrijk verder konden rei- Een deel van het onderzoek der'Parlementaire Enquête Commissie is gewijd geweest •an da organisatie van de hulpverlening aan het bezette Nederland. Voor hetgeen ten aanzien van de bevordering van de Zweedse hulpverlening is gedaan, wil de Commissie niet nalaten haar waardering uit te spreken. Bovendien is he-t Nederlandse volk veel dank verschuldigd aan Zweden, dat een groot gedeelte van de levensmiddelen heeft geschonken. In'lfi40 heeft de toenmalige minister Steenberghe aan de heer C. van Stolk, die de lei ding had van het Voedselaankoopbureau te New York. verzocht een zekere voorraad te vormen in verband met de voorziening van Nederland na de oorlog. De heer Van Stolk heeft daaraan toen de voorwaarde verbonden dat tevens een relief-regeling in het leven moest worden geroepen, d.w.z. leveranties van levensbehoeften gedurende de oorlog aan Nederland. In gealliëerde kringen had men hier niet veel mee op. Vooral in Amerika had men overwegende bezwaren Bij conferenties met de Geallieerden kreeg men vaak de in druk dat de Amerikanen en de Engelsen zich achter elkoér verscholen ln Amerika zei men: Churchill is er tegen en in Enge land zei men: Als Roosevelt maar wil Het argument was altijd de Duitsera pikken het toch in. Een kernachtige uitspraak van Churchill luidde: „Ik voer de vijand niet!** Volgens de heer Steenberghe is de heer Gerbrandy destijds zeer gekant geweest te gen het verlenen van r,elief: 1ste omdat hij de Duitsers niet vertrouwde en 2de omdat de politieke situatie in 1944 zulks niet raad- zeam maakte. Toen begin B949 de situatie in Nederland erg precair waA geworden, kreeg de Nederlandse redering vin Churchill ten slotte toestemming om reliVfcschepen van Eweden uit naar Nederland trekken Voor het echter zover wi mert. waren langdurige onderhandeNngen met Zweden gevoerd over de grootte er\de financiering van deze zendingen. In de tweede helft van 1943 had Zweedse Rode Kruis plannen ontwikljéld tot hulpverlening na afloop van de ooélog welke plannen in eerste aanleg gericjaf wa ren op de Noordse landen. Daarnaaf* vatte deze organisatie het voornemen op <wn ook aan andere landen hulp te brengen len in het begin van 1944 verklaarde zij zjfch be reid tot medewerking om ook reed* eerder genees- en levensmiddelen naap^ederland te zenden. Nadat op 8 Juni 1944 de invasie in Frank- t was begonnen, werd vajy Zweedse zijde bêsibten J»t-gylenen vajr Jitvoer-vergun- pingen voor le^nsrakLdelen ten behoeve van Nederland voorlopig geen doorgang té doen vinden, waardoor de pogingen om door bemiddeling van het Zweedse Rode Kruis hulp te brengen aan Nederland toen Co'nder succes bleven. In de tweede helft van 1944 zijn wederom onderhandelingen gevoerd, in welke besprekingen ook de Duitaera en de Engelsen moesten worden betrokken. Eindelijk Mag het zo ver Maar eindelijk kwam het toch zover dat )n Januari 1945 de eerste twee schepen uit Zweden konden vertrekken Wij hebben daarvoor moeten vechten, heeft prof. Ger brandy verklaard. Later zijn nog drie schepen gevolgd Bij aankomst in pelfzijl moest alles ln binnen schepen worden overgeladen en door de vorst heeft het toen nog lang geduurd voor t voedsel in het Westen aankwam. De Zweedse regering heeft voor een waarde van 5 millioen kronen i an voedsel geschon ken. terwijl de Ned. reg. voor 7'millioen lioen kronen van het Zweeds-Nederlandse hulpcomité is voor een totale waarde van "Vi millioen kronen bijeengebracht. In totaal zijn 12887 ton voedsel naar Ne derland gebracht. Tussen Nederland en Zweden was voor dit doel een crediet-over- eenkomst gesloten van 75 millioen kronen Dit was in October 1944 en in Januari 1945 gebeurd Op 23 Augustus 1945 volgde nog crediet van 25 millioen kronen. Tenslot te zij nog vermeld, dat een boot van het Internationale Rode Kruis, de Henri Du- nant" die uit Lissabon kwam, bij Gothen burg was vastgelopen. Zij moest langs Ko penhagen en wegens de mijnenvelden dien de zij een klein kanaal te volgen, dat voor de nogal grote boot te ondiep was. Na veel conferenties tüssen het Zweedse en het In ternationale Rode Kruis werd bereikt, dat een gedeelte van de lading werd overgela den in een kleiner schip. Dit was het stoom schip „Hallaren", dat een tweede reis met Zweeds voedsel naar Nederland maakte. De Hallaren" heeft toen enige weken in de buurt van Delfzijl gelegen, omópt door de gevechten dé lossing onmogelijk was ge weest Het schip is toen opgestoomd naar Den Helder, waar het juist bij de bevrijding zijn lading kon lossen. Dit was de laatste zending van de relief-actie. ln de oorlogsjaren gaven de Engel sen geen toestemming voor geld zendingen naar bezet gebied voor hulp aan Nederlandse uitgewekenen. In ,dit verband wordt in het jongste rapport van de Parlementaire-Enqué- te-Commissie ook de naam genoemd van mr J. W. Beyen, de tegen woordige minister van Buitenlandse Zaken. Terloops wordt althmns in een alinea geschreven: „Bovendien toonde op 21 December 1942 een ambtenaar van de Britse Treasury, de heer W. L. Fraser, in een vriendschappelijk briefje aan mr J. W. Beyen. financieel adviseur van de %Nederlandse regering te Londen, zich begaan met de Nederlanders in het voormalige onbezette gebied van Frankrijk, die naar ticee kanten wa ren afgesneden van inkomsten. In die brief opperde de heer Fraser de mo gelijkheid tot geldzendingen aan be paalde personen in Frankrijk en hij verklaarde zich bereid eens te spre ke nover de wijze, waarop dit zou kunnen geschieden." „De minister van Financiën, aan wie de heer Beyen het schrijven van de heer Fraser blijkbaar heeft overhan digd, zonder er afschrift wan aan zijn ambtgenoten van Binnenlandse en van Buitenlandse Zaken enz. De Enquite-Commissie schenkt ver der geen aandacht aan de activiteit van mr Beyen in deze aangelegenheid, maar er blijkt toch uit, dat h(j begaan is geweest met het lot van de vluch telingen in Frankrijk en daarom met de heer Fraser er over heeft gespro ken. waarna hij aan de bevoegde in stantie het resultaat er van heeft mee gedeeld. De Parlementaire Enqnête Commissie heeft zich ook beziggehouden met het onderzoek, hetgeen er van Nederlandse z(Jde is gedaan ten behoeve van de Nederlanders in de Duitse kampen. Het Roode Kruia had voor deze hulpverlening een zogenaamde Pakkettencommissie Ingesteld. Van deze op 2V Noveihber 1945 geïnstalleerde commissie \%as de heer Koos Vorrink voorzitter. Verder maakten deel uit van het dagelRka bestuur mevr. A. M. Boissevain—Van Lennep en de heren W. A. H. C. Bodaard. A J. Theunis- ■en. allen namens de Grote Adviescommissie van de Illegaliteit, en Jhr G. M. Verspyck. namens het Neder!. Roode Kruis. De enquête-commissie concludeert o.m. dat de vraag of de Nederlandse Regering te Londen zich voldoende moeite heeft gege ven ten behoeve van de zich als gevange nen. opgealotenen in concentratiekampen. ïron«„ RM Tezamen met tfc mil- I «ed.po,leerden enden,in, in h.nden v Nederland heeft het ge troffen met de bescherming van de Nederlandse belan- geft ln Duitsland tijdens de oorlog. Officieel was deac taak opgedragen aan het Zweedse gezantschap m Berlijn, maar ln de praetljk waa het oen achtergeblev en, ondergeschikte ambtenaar van het Nederlandse gesant- ■ehap. de heer J- MUIenaar, die de Zweden telkens op porde en er achterheen aal. dat zU hun beat dedeft voor de Nederlanders ln Duits land. die bescherming be hoefden. De Parlementaire Enquête commissie zegt over hem in •en conclusie: de heer MU Ienaar heeft zich op uit nemende wijze en ten keate van veel opofferingen in dikwijls gevaarlijke omstan digheden gekweten van zijn taak Die waa naar de me ning van de commisaie bij hem ln zeer goede handen. Naar aanleiding van de ge tuigenverklaringen heeft zU verder kunnen vaststel len. dat de heer Milienaar. die slechts een onderge schikte ambtenaar wat, van de afdeling ..Bescherming' van het Zweedse gezant schap te Berlijn, door zijn moedig optreden, waarbij hij in vele gevallen persoon lijk risico's liep. zich gelei delijk een zodanige positie wist te scheppen, dat hij de Zweedse autoriteiten meermalen tot activiteit heeft kunnen aansporen en hun belangstelling kon wekken voor gevallen waarin de mogelijkheid be stond om het lot van de Nederlandse gevangenen ln Duitsland te verzachten. 'Alle Gestapo-bureaux te Berlijn waren per circulai re gewaarschuwd voor de heer Milienaar, omdat hij zich persoonlijk en niet via Zweedse autoriteiten, tot de Interne Duitse instan ties wendde. In Januari 1944 dreigde hij deswege te worden gearresteerd Hij heeft toen voor derge lijke bezoeken de steun kunnen krijgen van een jonge Zweedse advocaat, die kwasi namens het Zweedse consulaat zijn taak overnam. Ook alaagdc hij er enkele malen ln dobr te dringen tn de concentratiekampen Dachau (Buchenwalde en Sachsenhausen. Van de be zoeken, die hij ook aan de gevangenissen bracht, wer den rapporten opgesteld, die werden doorgezonden, via Stockholm, naar Lon den. Op die manier la ook getracht bet beslaan van dr Colijn ietwat veraange naamd te krijgen. de vjjand bevindende landgenoten, alsmede voor de overige aan velerlei ontberingen overgeleverde bewoners van Nederland, is, niet zonder meer bevestigend te beant woorden. Ongetwijfeld is (Je Regering zich wel be wust geweest van haar plicht om zich het lot dezer slachtoffers aan te trekken en pogingen te doen tot verzachting daarvan. Daartegenover staat dat de Regering reeds in het bégin van de oorlog de zorg heeft overgedragen aan t London Committee van het Nederlandsche Roode Kruis. Zij onder hield er wel contact mede, doch van een ge regelde regeringscontröle op de détails der uitvoering door dit Comité, van de haar op gedragen taak kon in feite niet worden ge sproken. In enkele op zichzelf staande ge vallen hebben verscheidene ministers ge tracht het pad te effenen. Men kan zich af vragen. of langs deze weg alle mogelijk heden voldoende zijn gebruikt om het lot der ln nood verkerende landgenoten te ver zachten. Het voornaamste bezwaar van de com- missie Is wel. dat z(j uit de verhoren de in druk heeft moeten kr(jgen. dat noch de Regering, noch het London Committee van het Nederlandsche Roode Kruis steeds vol doende doordrongen is geweest van de nameloze ellende, waarin aovele In Duitse varendheid, enz. Heeft de regering ln Londen en hebben haar buitenlandse vertegenwoordigers wel voldoende gedaan om de vluchttlingen hulp te bieden Dat heeft de Parlementaire Enquête-Commissie onderzocht. De con- clusie is. dat er in een enkel opzicht meer gedaan had kunnen worden, dat de steun uitkeringen in Frankrjjk en lange t(jd in Zweden aan de karige kant z(jn geweest, dat er niet altijd een juist begrip heeft ge heerst van de mentaliteit der vluchtelingen, maar dat er ook onder buitengewoon moei lijke. abnormale omstandigheden, lofwaar dig werk is verricht. Chaotische toestand Het rapport van de Enquête-Commissie geeft enig inzicht in de moeilijkheden waar onder hulp moest worden/verleend. Want in het Zuiden van Frankrijk vertoefden niet alleen Nederlandse uitgewekenen, maar ook honderdduizenden vluchtelingen uit België en Noord-Frankrijk. Toen de zomer van 1940 voorbij was, waren de meesten van de enkele tienduizenden Nederlandse uitge wekenen echter naar ons land teruggekeerd, behalve de Joodse Nederlanders en degenen, die om andere redenen gevaar zouden lopen slachtoffer te worden van de Duitse ter-' reur. Voor de hulpverlening aan de ongeveer 500 achtergebleven Nederlandse uitgewe kenen was de positie echter moeilijker ge worden, dbordat op 5 September 1940 het Nederlandse gezantschap op bevel van de Franse regering zijn werkzaamheden had moeten staken. Op 23 November 1940 volgde de sluiting van de Nederlandse consulaten, die werden vervangen door officieuze hulp- bureaux. Deze hadden tot taak de bescher ming van de belangen van Nederlandse onderdanen, maar zij moegten zich onthou den van officiële handelingen zoals bijvoor beeld de afgifte en de verlenging van pas-, poorten. De Fransen verleenden in net ge heim echter nog zoveel mogelijk mede werking en in het begin van 1941 werd in onbezet Frankrijk aan nog ongeveer 1400 Nederlandse uitgewekenen steun verleend. Het voornaamste Nederlandse ceritrum be vond zich in de nabijheid van Toulouse. De agenten van de Vichy-regcring maak ten het de Nederlandse consulaire ambte naren echter steeds moeilijker. Een Frans* 'et maakte het mogelijk vreemdelingen tot werken te verplichten. De moeilijkheid werd Nederlanders uit de werkkampen te houden. In Augustus en September 1942 werden ook in het Zuiden van Frankrijk klopjachten op Joden gehouden. Zij werden opgesloten in 6peeiale Franse Jodenkampen, maar de heer Sevenster, die consul-generaal te Parijs was geweest, wist te bereiken, dat de Joodse Nederlanders in de Neder landse vluchtelingencentra mochten blijven Inmiddels "gingen er via Madrid en Lissabon noodkreten naar de regering in Londen De stemming onder de vluchtelingen in Frankrijk werd door de spanning geprik keld. ZR wilden weg uit FrankrUk. maar Spanje en Portugal wilden hen niet toe laten en de Nederlandse consulaire ambte naren konden niet voldoende helpen. Zo zUn er ook klachten geweest over de heer J. W Kolkman, de directeur van het Neder landse bureau te Perplgnan bU de Spaanse grens. De Enquête-Commissie I* het er echter over eens, dat de heer Kolkman zich In alle opzichten in de moellUüs^e omstan digheden op de voortreffelUkste wUze van zUn taak heeft gekweten. In December 1942 heeft hU zich genoodzaakt gezien zich naar Spanje te begeven, doch in de Pyreneeën is h(j in handen van de Duitsers gevallen. HU ls in Duitse gevangenschap omgekomen. De heer Testers van het Nederlandse bureau te Toulouse is op 15 September 1942 door de Duitsers gevangen genomen en ln gevangenschap overleden. De Joodse kolonel Llsbonne. de Franse commandant van het Nederlandse arbeidscentrum te Chêteauneuf- les-Bains, is door de Duitsers opgepakt, omdat hij zoveel Nederlanders had laten weglopen. Hij is naar de gaskamer gebracht. Toch waren ook over hen klachten ver nomen over slapheid, wanbegrip, enz. Knattond C4VANGEN1 KAMPEN WAA* GE STAANDE VUICMTE LINGEN WENDEN OPGE1LOTEN De heer M. H. C. J a n s e. die kanselier aan het Nederlandse gezantschap te Parijs was geweest en zich heeft bemoeid met de steunuitkeringen, is later ook gevangen ge- omen, evenals mej. Mouwen, die hem op- olgde, maar zij hebben de kampen in Duitsland overleefd. Er zijn in Zuid-Frankrijk onder de Neder landse uitgewekenen nogal eens klachten geweest over de karige steunuitkering, die per dag 20 francs bedroeg voor het gezins hoofd en 13 francs voor de verdere gezins leden, (kinderen beneden 12 jaar 8 francs). Bovendien werden dokters- en apothekers rekeningen betaald en huursteun verleend tot ten hoogste 300 francs per maand (de 'ranc was toen 5 cent). De ontevredenheid over de hoogte van deze steunuitkeringen groeide doordat de uitgewekenen uit Zwitserland en Spanje enthóugiaste brieven ontvingen, volgens welke de Nederlandse vluchtelingen daar in goede hotels en pensions werden onderge bracht en in Zwitserland zelfs ski-lessen konden nemen en tennis-rackets kopen luchtelingen in FrankrUk klaagden dan. maar de heer Sevenster werd te Vichy op het Ministerie van Binnenlandse Zaken ontboden, waar hem werd verteld, dat de steunuitkeringen aan de Nederlanders te hoog waren en meer bedroegen dan de steun aan de vrouwen van Franse krUgsgevan- genen. Het was moeilijk zonder bezwaar van de Vichy-regering over de steunbedragen te kunnen beschikken; het was bovendier moeilijk voldoende geld uit Londen los te krijgen, omdat men daar vreesde dat bij een bezetting van geheel Frankrijk het geld in Duitse handen zou vallen Toen Franknjk inderdaad geheel werd bezet en er nog ongeveer 1200 Nederlandse uitgewekenen moesten worden ondersteund, werden de fjnanciële problemen nog groter Maar In de kringen van de vluchtelingen wist men niets of onvoldoende van de moeilijkheden van de „baas" en zijn medewerkers en men klaagde. De Enquête-Commissie is tot de mening gekomen, dat de heer Sevenster er naar ge streefd heeft een zo groot mogelijke zuinig heid te betrachten ten einde de tekorten, die ontstonden door dw toeneming van r.ieuwe vluchtelingen, zo laag mogelijk te TN HET HUIS van meurouip Le Cosquin^, de Bussy, te Amsterdam, die zich internationale Roode Kruis- zuster noemde, werkten 60 dames aan het samenstellen van pakketten, waar voor de L.O. en de K.P. goederen by- een brachten. Naar aanleiding van haar werk heeft Reuter, de vertegenwoordiger van het Duitse Rode Kruis in Nederland, haar aan een streng verhoor onderworpen, waarbij hij haar gevraagd heeft, van wie zfj vergunning had gekregen om pakketten te zenden aan de Neder landse politieke gevangenen in Duits land. terwijl dit aan het Nederlandsche Roode Kruis door de Duitsers wat verboden. Zij tuist toen slechts één naam van een hoge Duitse autoriteit: deze was rechter en bekleedde in 'Duitsland een hoge functie bij de SS. Die naam Hüsmann heeft zij toen kalmweg ge noemd, voorgevende, dat Hüsmann haar verlof had gegeven pakketten te zenden aan de politieke gevangenen in Duitsland.. Tegen iedereen, die bij haar kwam, ook de heer Offerhaus en de dames, die bij haar thuis werkten, heeft ze voorgegeven, dat Hüsmann haar vergunning had verleend. Ongeveer zes weken na het verhoor door Reuter kreeg mevrouw De Bussy onverwacht bezoek van een Duitser. Het bleek Hüsmann te zijn. Hoewel zij uan dit bezoek erg schrok, heeft zij hem op uitbundige wijze bedankt voor het goede werk, waartoe hij haar in staat steldezy gaf daarbij voor dat iemand van het kantoor van Hüsmann haar de vergunning had ge stuurd. Hüsmann heeft zich alle loftuitingen, die mevrouw De Bussy hem toezwaai de, laten welgevallen: waarschijnlijk, zo zeide zij, vond hij het mooi om uoor weldoener te spelen en het gehele bezoek was eigenlijk een comedie. Nadien is mevrouw De Bussy gewoon doorgegaan met het zenden van haar pakketten, doch de spoorwegstaking heeft dat later gedeeltelijk verhinderd. houden. Hoewel de commissie niet met zekerheid kan vaststellen of de verleende toelagen ontoereikend zijn geweest, heelt zij wel de indruk gekregen, dat zulks het geval is geweest, en zeker is zij van me ning. dat de bedragen karig waren De heer Sevenster had naar haar oordeel met meer nadruk dan hij heeft gedaan, kunnen aan dringen op vermeerdering van de geld zendingen om de steunuitkeringen te kunnen verhogen. Overigens is de Enquête-Com missie van oordeel, dat de heer Sevenster onder ongekend moeilijke omstandigheden zich op verdiens|elijke wijze van ztn taak heeft gekweten. £ijn houding tegenover de vluchtelingen kan misschien wel eens minder toeschiete lijk of kortaf zijn geweest. Indien de com missie echter de moeilijke omstandigheden, wraronder hij werkte, en ae zenuwspan ning waarin hij en de uitgewekenen ver- keerdèh, in aanmerking neemt, acht zij deze tekortkoming geen voldoende reden om daarover in afkeurende zin te spreken. Ongetwijfeld is ook het feit. dat de heer Sevenster door de regering i« Londen steeds kort werd gehouden, van betekenis geweest Ook de heer Sevenster is door de Duitsers gearresteerd. (Elders in het rapport verwijt de Enquê'e- Commissie ook de Nederlandse consulaire cmbtenaar in Zweden, dat hij met de steunuitkeringen te zuinig is geweest). In hoeverre de regering te Londen in ge breke is gebleven met maatregelen ten be hoeve van de evacuatie der Nedetlandse vluchtelingen uit Portugal. Zwitserland, Spanje. Frankrijk en Zweden, is weer een ander hoofdstuk. De meftlng, dat'tot Juni 1944 geen enkele maatregel is genomen om de directe hulp verlening san politieke gevangenen en ge deporteerde Joden te organiseren en dat voordien ook niet is overgegaan tot het registreren van in Engeland bekende namen van politieke gevangenen is onjuist geble- handen zUndc landgenoten veskeerden. Ook ken zegt de Politieke Enquête Commissie. DIJ DË BEZETTING van Zuld-FrankrUk •*-* door de Duitsers op 11 November 1942. vertoefden daar nog 1209 Nederlandse uitge wekenen. meest Joodse Nederlanders. Er kwamen ook voortdurend Jonge Nederlan ders in Zuid-FrankrUk bU. die naar Enge land wilden. Er vertoefden voorts Neder landse vluchtelingen In Zweden. Zwitser land. Spanje en Portugal. ZU wilden vóoral weg uit FrankrUk, weg naar overzeese lan den. Dat lukte als regel echter minder snel dan zU hadden gehoopt. Dat heeft de meeste aanleiding gegeven tot klachten. Over de verzorging tUdens het somz maan denlange oponthoud ia minder geklaagd. Hun aandacht was voornamelijk gericht op het doel. In hoeverre heeft de regering in Londen het bereiken van dat doel bevorderd De Parlementaire Enquête-Commissie erkent de moeilijkheden, waarmee de regering te worstelen heeft gehad, maar zij betreurt toch dat de regering pas tegen het einde van 1942 in Suriname de mogelijkheid tot het op nemen van een enigszins belangrijk aantal vluchtelingen heeft geopend. Aan deze con clusie doet niets af de mededeling dat de 1200 Nederlandse uitgewekenen in Frankrijk op enkele uitzonderingen na niet in Duitse handen zijn gevallen. hebben de hiergenoemde organen, naar het oordeel van de commissie, niet altUd vol doende initiatief en vasthoudendheid be toond. ook al was de kans op succes niet groot. bU hun pogingeq om verlichting te brengen in het lot van deie landgenoten. Het doet naar de mening der commissie niet bevredigend aan. dat qjet de ellende der landgenoten in Duitsland voor de Regering de allesbeheersende factor is geweest bij de bepaling van haar houding. Dit geldt ook ten aanzien van de Joodse landgenoten onder de gedeporteerden. Voor de speciaal voor de Joodse gedeporteerden gedurende de oorlog aanbevolen pogingen tot hulpverlening geldt, dat de Regering, aU ia daarmede laat een begin gemaakt, ge tracht heeft daaraan steun te verlenen Ook op dit gebied echter deden zich bij de prac- tische uitvoering der ontworpen plannen zoveel hinderpalen voor. dat slechts in be perkte mate succes werd verkregen. Pakketten uit Nederland, gezonden aan civiele gevangenen door familieleden en kennissen, hebben steeds een welkome aan- Reeds einde 1943 was de heer Ferwerda hiermee begonnen, en toen het probleem van specifiek Joodse hulpiigrlening in het midden van 1944 aan de orde kwam. be schikte hij over een uitgebreid archief. De heer Dentz, een lid van de staf van de heer Ferwerda. heeft veel critiek uitge oefend op de wijze, waarop het zenden van voedselpakketten uit Zweden naar de Neder landse civiele gevangenen in Duitsland heeft plaats gehad. Blijkena door de heer Ferwerda overgelegde notulen, door ge noemde heer Dentz zelf opgesteld, blijkt echter. d«t hij het is geweest die op 7 Sep tember 1944 van oordeel was. dat verzen ding van voedselpakketten niet meer moge' l(jk was. Hoeveel pakketten hun bestemming heb ben bereikt, kan ihen sléchts gissen, als men weet. dat men wegens gebrek aan goede adressen een groot deel gefingeerde namen moest gebruiken, welke overgenomen waren uit een oud Nederlands telefoonboek. Voor de samenstelling van de eerstè lijst had men bijna één maand nodig en voor een lijk. omdat Portugal slechts een paar hon derd vluchtelingen tegelijk wilde toelaten. In Spanje bevonden zich tegen het einde van 1942 ook nog ongeveer 250 Nederlandse vluchtelingen. Het klinkt natuurlUk zeer vreemd dat men in West-Indië, op Curacao, uiet vlot een 1200 Nederlanders wilde toelaten, die in FrankrUk in voortdurend levensgevaar ver keerden. Maar voor de olievoorziening had Curacao een speciale oorlogstaak. Voedsel kleding, geneesmiddelen, bouwmaterialen, alles voor de vluchtelingen zou van overzee moeten worden aangevoerd. terwUI de mogelUkheid van die aanvoer niet vast stond. De eilandejt produceren zelf niets. Voorts baarde de drinkwatervoorziening grote zorg. want drinkwater kon uitsluitend worden verkregen door destülering van zee- water. Bovendien werden op Curacao aan- vankel(Jk 2000 en later 4600 man vreemde troepen gelegerd. Daar de voornaamste oorlogstaak van Curacao en Aruba er m bestond zoveel mogelijk stookolie en benzine aan de geal lieerden te leveren, diende er voor te wor den gezorgd, dat zowel de ongeveer 24.000 personen, die op de raffinaderijen werkten als de militairen, die de ellénden bescherm den. behoorlijk gevoed werden. Hoe meer personen op beide eilanden er bij zouden komen, hoe groter de kans werd dat aan deze eis niet zou kunnen worden voldaan. Suriname wilde wél vluchtelingen ontvan gen. maar moest bouwmaterialen voor onderdak krijgen uit Amerika. Ten slotte is in Suriname toch een kamp ingericht. ulling gevormd op de door de Duitsers tweede lijst drie maanden, toebedeelde rantsoenen. Tengevolge van de Gebleken is voorts, dat een lijst met 5163 spoorwegstaking in Nederland werden even- i namen van Nederlandse gevangenen nooit wel na September 1Ö44 geen pakketten uit bij de Nederlandse legatie te Stockholm is Nederland meer ontvangen. I aangekomen. Sluisdeur-systeem De Portugese regering wilde slechts een visum verlenen voor toegang in Portugal naarmate de uitgewekenen." die zich reeds in Portugal bevonden, naar elders vertrok ken. De evacuatie van de in Frankrijk. Zwitserland en Spanje vertoevende vluch telingen was dus afhankelijk van de mate waarin vertrek uit Portugal mogelijk was Aanvankelijk bleek het voor de zich in Portugal bevindende vluchtelingen nog mogelijk een visum te krijgen voor de Zuid- Amerikaanse landen. Maar op de duur werd dit steeds moeilijker en ook Zuid- Afrika sloot zijn grenzen. Ook het verkrij gen van visa voor de Verenigde Staten van Noord-Amerika werd steeds moeilijker. Speciaal voor Joodse vluchtelingen was het lastig een visum te krijgen. In December 1940 berden voor het eerst honderd vluchtelingen uit Lissabon naar Ned.-Indië verscheept. Daarna zijn nog on geveer honderd personen gevolgd In December 1941, toen Indië inmiddels in de oorlog was betrokken, was evacuatie in die richting niet meer mogelijk. Gedurende enige maanden wilde toen de Portugese regering geen doorreis-visa meer verlenen De regering in Londen deed toen alle mogelijke moeite Nederlandse vluchtelingen op grote schaal toegelaten te krijgen in de Verenigde Staten en in Engeland, naar die pogingen hadden geen succes Daarom werd weer de mogelijkheid onder zocht van evacuatie naar Suriname Door dat zich weer allerlei moeilijkheden voor deden konden pas in November en Decem ber 1942 tn totaal ongeveer 300 Nederlandse I missie moeilijk kan beantwoorden Het *ou vluchtelingen naar Suriname vertrekken ln ieder geval beperkt moeten zijn gebleven f en groter aantal tegelijk «u niet moge- tut individuele personen of kleine groepam. Tekort geschoten De Enquête-Commissie betreurt het ten zeerste, dat de regeringen van Suriname en Curaqao de eerste aanvankelijk en de laatste bij voortduring een afwijzende houding hebben aangenomen met betrek king tot het toelaten van Nederlandse uit gewekenen en dat de Nederlandse regering in Londen daartegen niet krachtiger if op getreden. Erkend kan inmiddels worden, dat Suriname in 1942. in tegenstelling tot Curacao, over zijn bezwaren is heengestapt Ook Engeland was karig met de toelating sn vluchtelingen Herhaaldelijk is er op aangedrongen Nederlandse vluchtelingen uit Zweden, aspirant-vrijwilligers, op te halen Die pogingen hadden weinig resultaat en lie* gelukte pas tegen het einde van 1941 met behulp van Amerikaanse vliegtuigen Het is aan de Enquête-Commissie geble ken. dat reeds in 1942. vóór de bezetting van Vichy-Frankrijjj. de door de heren Warners en Maas Geesteranus ondernomen pogingen tot het vormen van een weg waarlangs de uitgewekenen op illegale wijze uit Frank- rijk door Spanje naar Portugal zouden rei zen mislukt zijn. Door laatstgenoemde in W4S gedane illegale pogingen hebben niet alleen weinig succes gehad doch rijn boven dien aanleiding geworden tot moeiHi1 beden met de Spaanse en Portueese 4iitnr't-;ten ln hoeverre het mogelijk gewe**t ware de illegale evacuatie eerder en heter te regelen. Is een vraae die de enquê»e.i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1952 | | pagina 4