f?ycnxttuiU> k pLAMINGO EILAND PAAS-BEST Paasvuur Industrialisatie en werkgelegenheid Toen de stoomtram nog over Hoogstraat reed Hoedenmodiste zorgt voor „met Pasen wat nieuws" door Prof. dr W. C. VAN UNNIK POSTZEGELNIEUW S Nieuwe uitgiften 50ste Lijst slachtoffers watersnood De eerste keukentrein is gereed Adoratie recht door zee EFFECTEN- EN GELDMARKT CLOWNTJE RICK OP AVONTUUR ,u Rond een foto uit de oude doos Arte van Dam kan veel vertellen TOVERENDE VINGERS IN HET ATELIER Stro is dit jaar favoriet SHAG Nieuwste creaties Goudse Spetters Waag Balletschool van Henny van Ir sen won de Goudse harten Rampenfondsavond bracht f450 op Gouda passeert de ƒ250.000 EERSTE BLAD - PAGINA 2 ZATERDAG 4 APRIL 1953 JJET HEERLIJK NIEUWE van Pasen spreekt ons toe uit die oude zegswijze van onze taal, die hier boven staat. Met woorden gaat het soms precies als met geldstukken Ze zijn een tijdlang in omloop, maar verliezen op een bepaald ogénblik hun waarde. Ze zijn niet „gang- k*81" meer. Kennen wij de uitdrukking „op zgn Paas-best" nog? Oudere lezers zullen haar nog wel gehoord hebben, maar bij de jOjïgeren is zij verloren gegaan. Tegenwoordig kopen we nieuwe kleren, wanneer we die nodig hebben en we wijzi gen die met mode en jaargetij. Vroeger was dat een beetje anders. Dan kwam men bij voorkeur met Pasen met zijn nieuwe kleren voor de dag en doste men zich ter gelegen heid van het feëst uit als nooit daarvoor of daarna in het jaar. De kleding werd ver nieuwd en men pronkte met dat nieuwe. En ais men later eens iemand zag, die keurig voor de dag kwam, dan zei men: „die loopt op zijn Paas-best", Kleren maken de man en de vrouw en we kennen allemaal wel een beetje dat trotse gevoel van nieuwe kleren te dragen. Het geeft ons een ander aanzien en een ander gevoel. Waarom is dat zo met Pasen 'Verbonden? Is het een weerspiegeling van de vernieu wing, die zich in het voorjaar van de natuur meester maakt, als ook.de oude bomen zich weer in nieuwe dos tooien en de aafde het feestgewaad van bloemenweelde aantrekt? Och nee; dan had men ook wel een paar weken eerder of later kunnen komen, al naar de lente vroeg of laat daar is. Met de Paastijd deden en doen in allerlei kerken jongeren en ouderen belijdenis van hun geloof. Zij spreken het uit, dat zij zich verbonden weten met de eeuwige en on zichtbare God, Die Zijn kracht en liefde zichtbaar gemaakt heeft in Jezus Christus. Reeds in de oudste tijden van de Chris telijke kerk was het zo, dat men bij die ge legenheid een stralend, nieuw, wit kleed aantrok. Daardoor kwam iets van het inner lijk gevoelen naar buiten. Het nieuwe ge waad toonde, dat er iets veranderd was; dat men bij God behoorde en Jezus als zijn Meester erkende. Pasen is niet zo maar een lentefeest. Het brengt in gedachtenis, dat eens Jezus Chris tus, Die aan het kruis gestorven was, uit de dood is opgewekt en opgestaan! Dat dat onmogelijke gebeurd is, dat dood en verte ring bij Hem niet het laatste woord hebben gehad, maar dat Hij overwinnaar geworden is, een nieuw leven, dat over de dood triomfeert, is begonnen. Pasen is het feest der feesten, omdat Gods plan niet dood-gelopen is door het kruis, maar ondanks de sterkste macht ter aarde doorgaat en volkomen uitgevoerd wordt. Pasen geeft de mensen, omringd door de troosteloosheid van het aardse bestaan, een uitzicht! Hier op aarde veroudert alles, gaat alles kapot; zit men met de brokken. Pasen spreekt van een nimmer ophoudende ver nieuwing, brengt mensen tot een nieuw, ge lukkig leven. En de kleren maken de man! Op zijn Paas-best: daar straalt iets van dat nieuwe en blijde uit. Het roept als het ware uit: „Zie eens, wat een feest het voor mij is". Paas-best, want Pasen is het beste, wat men ontvangen kan. Uitdrukkingen zijn als munten en sommi gen raken uit de circulatie, omdat ze waar deloos geworden zijn. Is ook het woord „op zijn Paas-best" uit de omloop geraakt, om dat het zijn waarde verloren heeft? Och ja, wij hebben nieuwe kleren, wan neer het ons uitkomt. Maar zonder het feestkleed van Pasen is het een dooie boel! Met Jezus, Die verrezen is uit de dood, eindigt het feest nimmer en is het alle da gen „Paas-best". Roemenie heeft ter gelegenheid van de vijfde verjaardag van het uitroepen van de repu bliek een herinneringszegel van M bani uit gegeven. De zegel laat drie aspecten van het socialisme in Roemenie zien. Bovenaan ziet men tussen de jaartallen 1947 en 1952 het nieuwe wapen van de Roemeense Volksrepu bliek. In het midden leest men in rode.letters: Vijfde verjaardag van de proclamatie der Roe meense Volksrepubliek. De zegel is In drie kleuren: rood, geel en blauw gedrukt op wit papier met het watermerk R P R, de grootte ls 33 x 44 mm. Voorts zijn er twee zegels van de serie uitgegeven ter ere van A.S. Puskin van een opdruk voorzien. De zegel van 11 lei. rood, heeft een zwarte opdruk gekregen: 10 bani. De zegel van 30 lel, groen, kreeg een zelfde opdruk in rood. Een opdruk in zwart: 3 bani, heeft men ge plaatst op de zegels, die het oude wapen van de Volksrepubliek vertonen, n.l. op de 1 lei oranje. 2 lel olijf. 4 lei violet, 5 lei bruin. 7.50 lei blauw en 10 lei sepia Post voor militairen op weg naar Korea Post voor de militairen van het 18e aan vullingsdetachement NDVN, dat op 3 April uit Nederland is vertrokken, moet uiterlijk op 4, 10 en 17 April in Nederland ter post worden bezorgd. Het adres dient als volgt te luiden: Rang, naam en legernummer, 18e Aanvullingsdeta chement NDVN, op uitreis naar Korea. Am- sterdam-Schiphol-militair. De naam van het schip en de tussenha vens mogen dus niet worden vermeld. Opgave van het Nederlandse Rode Kruis van Donderdag 2 April. Dreischor KIP-VAN DER MAAS. Cornelia Jaeo- mina, geb. 28.12.14, echtgenote van J. Kip, laatste adres: Papenblok D 107. Fijnaart MACKAV, Georglna Maria, geb. 11.7.22 te Tjimahi, laatste adres: Van Halewijnlaan no. 294, Voorburg. Kortgene DE REGT. Marimis, geb. 18.6.48 te Kort gene, zoon van Johannes de Regt en Lena H. Maas. laatste adres: Noord Langeweg 15, Kats; TIMMERMAN-VAN 8TRIEN, Fran- cina Jasperina, geb. 6.4.21 te Kortgene, echt genote van Marinus Timmerman, laatste adres: Veerweg 5, Kats; WIJS-MAARTEN- SE, Neeltje Catharine, geb. 11.4.12 te Goes, echtgenote van Jan Franciscus Wijs, laatste adres: Veerweg 3. Kats. Kruiningen BALKENENDE. Dirk. geb. 10.10.00 te Zaamalag. echtgenoot van Neeltje H. de Dreu, laatste adres: Wittesteeweg 1: KOS- TEN-PAASSE, Johanna Barbara Jacobs, geb. 18.8.84 te Schore. weduwe van Jan Kosten, laatste adres: 2? Vlietweg 2 'GOET- HEER. Anton, geb 3.8.17 te Wolphaartsdijk, echtgenoot van Willemina J Rottier, laat ste adres: Wittesteeweg 1. GOETHEER, Jan Jacob, geb. 29.4.51 te Kruiningen, laatste adres: Wittesteeweg 1. Middelharnis VAN GELDER. Adrianus Kornells, geb. 28.6 76 te Middelharnis, laatste adres: Wa terweg 97. Nieuw Vossemeer RAAM8DONCK. Franciscus Johannes, geb. 29.9.81 te Nieuw Vossemeer, laatste adres: Kortendijk 79. Nieuwerkerk VAN NIEUWENHUIJZEN, Olivier An- dries Hubrecht. geb. 14.1.88, laatste adres: Krabbenhoekseweg 389: SIES. Dirk, geb. 27.10.82, laatste adres: Molenstraat 138. Ouwerkerk VAN DAMME, Gerrit, geb. 13.9.39, laatste adres: no. 198. (Van een onzer verslag gevers). Bij de Apparatenfabriek der Gebr. Stork te Amster dam is de eerste der drie mobiele reuzen-keukens, die in opdracht van Be scherming Burgerbevolking worden gebouwd, gereed gekomen. De uit acht wa gens bestaande keuken- trein heeft een capaciteit van 1600 liter gekookt voed sel per uur, en kan per et maal 40.000 personen van een warme ijjaaltijd voor zien. De bedoeling ls, dat men in oorlogstijd met be hulp van deze keukens, wanneer door de omstan digheden de energie-voor ziening van bepaalde delen van ons land gestagneerd zou kunnen raken, centraal voor de bevolking gaat koken. De keukentrein omvat o.m. een wagen met een groot dieselaggregaat, ter opwekking van stroom, ter wijl op dezelfde wagen tevens een appgraat is ge monteerd, dat stoom ont wikkelt, welke nodig is ojn de kookketels te verwar men. Een tweede wagen be vat een waterzuiverings installatie, zodat men zelfs veilig uit sloot- of rivier water drinkwater kan ma ken, benevens een gamei- lenspoel-installatie, terwijl de speciale vleeswagen zo is ingericht, dat ook ge slacht kan worden. De twee wagens, waarin de keukens zijn onderge bracht, worden naast elkaar opgesteld, terwijl elk weer wordt geflankeerd door een spoelwagen, waar volkomen automatisch aardappelen worden geschrapt en groen ten gesneden en gewassen. Ter vergroting van het werkoppervlak kunnen de zijwapden worden neerge klapt, en de zijzeilen om- hooggaoracht, zodat één grote ruimte ontstaat. De groente en aardappels worden via een Jacobslad- der aangevoerd. Dwars door de keuken loopt een transportbaan voor de ga mellen. De achtste wagen bevat de administratie, benevens een slaapgedeelte, waar bedden voor vier personen zijn. CJAAK zo heet de kampioen-worstelaar begint een complete obsessie voor me te worden. Ik ben nergens letterlijk meer veilig voor zijn attenties, want hij schijnt zeeën van vrije tijd te bezitten en die volledig te besteden aan het nasporen van mijn gangen. Het ongelukkigste is, dat ik noodgedwongen een buitengewoon punc- ftieel meisje ben. Dat moet ik wel wezen, wil ik, «aast mijn huishoudelijke plichten ter assistentie van Moeder, nog hier en daar «en korreltje in- of ontspanning oppikken. Ik ben vroeger feitelijk een grote uil geweest: ik was op het gymnasium en wie weet zou ik nu geen studente wezen, als lk niet zo oerstom te werk was gegaan en in de tweede met een rapport om op te schieten was blijven zitten. Er stond maar één goeie voldoende op en die was voor gymnastiek, waaraan ze op het gym niet de juiste waarde toekennen. In elk geval was h«t geheel dermate hopeloos, dat Va der me er ijlings afhaalde en bij zich op de MULO nam. Daar heb ik toen uit de aard van de zaak zoet mijn best gedaan, maar doorstuderen stond toen verder niet op het program. En nu zit ik met de gebak ken peren: morgens meisje-voor-de-bel- en-de-akkefietjes; 's middags wat lessen in talen, omdat Vader me niet helemaal van verstand ontbloot heeft .geacht en het nodig vindt, dat ik eventuele Engelse, Franse of Duitse relaties behoorlijk te woord kan staan. Een enkele middag mijn duppie in Vaders wijk, waar ik nog steeds een toe gewijd, hoewel niet altijd succesvol leid ster-assistente ben. En 's avonds variërend thuis of catechisatie, of clubbezoekjes of een praatkring. Werkelijk: mijn tijdschema klopt als een bus. Je kunt me altijd te 3.35 hier en te 4.53 daar verwachten. En Sjaak met zijn over vloed aan vrije tijd laat nauwelijks één ge legenheid ontsnappen om me op te wach ten of gedag te zwaaien of af te halen of te begeleiden of als een hondje achterna te fietsen nevens de tram. Ik weet heus niet wat ik er mee beginnen moet! Ik vind hem doodgriezelig en ik heb hem dat al diverse keren gezegd of laten voelen, maar hij schijnt dat niet te begrijpen. Het is net als of ik hem juist aanmoedig: misschien zijn mijn reacties in zijn kring op te vatten aia uitingen van diepe, wezenlijke liefde. Maar ik word nog liever accountant dan dat ik serieus op zijn bedoelingen inga. Dat zeg gen we altijd thuis, omdat een broer van Vader accountant is en wij geen van allen rekenen kunnen. ■pN bleef het nu nog maar bij stille ado- -Lj ratie op een afstand, maar Sjaak gaat recht door zee en maakt van zijn hart geen moordkuil. Daar komen dan weer nieuwe verwikkelingen van, want we hebben na tuurlijk hoopjes kennissen, die je bij een dergelijke gelegenheid tegenkomt en die me dan verbijsterd aanstaren. De vorige week sprak hij me aan en had weer een invitatie voor één van zijn geliefde films en net sta ik hem uit te leggen, dat ik nooit van mijn levensdagen van plan ben om ook maar één miniatuur-bioscoop samen met hem te betreden, of daar komt mevrouw Poot" aanzeilen, die berucht is om haar scherpe blik en nog veel scherpere tong. Ik zag dat haar ogen vierkant uit haar hoofd rolden, want Sjaak is altijd in volle tooi als hij me op zijn jachtvelden achterna zit «n die praal is lichtelijk opzichtig. Je weet wel: met zo'n Amerikaanse das, waar alle mogelijke en onmogelijke vrouwsper sonen op rondwaren zonder al te veel aan en de rest navenant. Mevrouw Poot groette minzaam en sa menzweerderig, waarop ik niet anders kon doen dan haar kennen, maar Sjaak had enkel oog voor mij en de rest kon ik toen wel vermoeden. Ze 6toomde natuurlijk rechtstreeks door naar Moeder, want me vrouw Poots man is klasse-onderwijzer aan Vaders school en dus bestaat er een bepaalde omgang tussen onze families. Je kunt me geloven of niet, maar toen ik van die les thuiskwam, zat ze èr al en ze was vast besloten om het naadje van de kous te horen. Ik huppelde zo onbevangen moge lijk binnen, en voor ze iets had kunnen zeggen, vertelde ik Moeder, dat die broer van Jennie, weet u wel, dat clubkind, me had gevraagd of ik aan wilde komen, om dat ze ziek was en of ik nog maar niet gauw even voor het eten er heen kon gaan. De reacties waren verrassend: de Pote- vrouw keek beslist teleurgesteld, en Moe der een beetje beteuterd, want ze is niet gewend, dat we met achttien jaar nog zo volgzaam uit de hoek komen. Ik voelde wel een soort steel* door m'n hart gaan, maar de zaak was nu tenminste voorlopig opgelost en ik spurtte meteen weer weg, terwijl ik nog net hoorde, dat mevrouw Poot opmerkte hoe die tegenwoordige jeugd toch zo anders was als destijds toen zij jong was. Ze zei het zo'n beetje prijzend en misprijzend tegelhk: ze kon er alle kanten mee uit. De rest kon ik toen wel aan Moe der overladen, want het is één van haar stokpaardjes, dat je nooit je eigen jeugd aan je nageslacht ten voorbeeld mag stel len, omdat dat zo grenzenloos egoïstisch is. En het raakt kant noch wal bovendien, want je kunt tegenwoordig niet vergelijken met een halve eeuw terug. Enfin, 's avonds heb ik haar maar verteld hoe de vork in de steel zat. Het naarste was, dat Moeder zich deze hele geschiede nis zo erg aantrekt en lk kan er toch wer kelijk niets aan doen! Hetgeen Moeder ove rigens ook wel weer van me gelooft, maar ze schijnt te denken, dat ik niet doortastend genoeg ben. Ik vraag me af wat ze zelf in zo'n geval zou gedaan hebben, maar ik heb net gezegd, dat je dat toch niet vergelijken kunt, maar nou ja, enfin, lk raak er niet meer uit wijs. Maar ik wens alle Sjaken met Amerikaanse dassen met of zonder I love You er op, naar de maan! Een Hongaarse boerin beschildert de Paas eieren met de grillige arabesken, die men in Midden-Europa voor dit doel zo gaarne gebruikt. (Van onze financiële medewerker) T~\e statistische wetenschap heeft ook in ons land een grote vlucht genomen. Ook het financieel en economisch beleid van de regering wordt gedragen door het resultaat van wetenschappelijke onderzoe kingen, dat in cijfers en feiten wordt vast gelegd, bij de kennisneming waarvan het de gewone sterveling wel eerts duizelt. Het Centraal Planbureau werkt op volle toeren en er is in onze tijd nog nauwelijks een verschijnsel dit niet met statistieken wordt toegelicht. Ook de Vierde Industrialisatie- nota. thans door minister Zijlstra bjj de Kamer ingediend en waarin een schema wordt gegeven van wat nodig is om het welvaartspeil van onze bevolking te hand- TVTanneer aan het einde van de eerste Paasdag het duister zijn mantel spreidt, als de lijnen en kleuren in de langzaam dalende avond vervagen en vervloeien, zul len we wederom de vuren zoeken en de donkere paden gaan. Want aantrekkelijker dan het kijken naar een stadspaasvuur met fanfare en feestelijk rumoer is het dwalen in de donkerte en het zoeken naar een vuur, dat bij een boerenerf of op het open wijde veld wordt ontstoken. Groter bekoring ook ligt er in de verrassing van een plotselinge oplichtend schijnsel, daar, waar men het niet verwaohtte, een nog schuchter, wankelend licht, dat de plek verraadt, waar een Paasvuur gaat branden. Daar wordt dan de vonk gewekt in het donkere hart van de takken- en stobben- stapeling, die, naar oud gebruik, dagen lang is bijeengegaard en opgetast. De vonk, die ontgloeit aan het dorre hout en wordt tot een vlam, eerst aarzelend en zoekend naar steun, dan schijnbaar zich terugtrekkend, de omtrek dompelend in duisternis, die zwarter is dan de nacht. lyfaar weer vlamt het licht. Het klimt langs de hemel, het veegt tastend over bomen en verspreide huizen en kronkelt omhoog met vurige sidderende tongen, die zich slingeren door het bouwsel van takken en stokken. Daar vliegt het al omhoog, het laaiende vuur en baant zich een weg door de belem merende takkenwarreling die het gevangen wil houden, maar waaruit het zich met wilde vurige armen gaat bevrijden. Nu mengt zich de avondwind in het ge vaarlijke spel. Hij jaagt een rookwolk om hoog, die wild uiteenbarst in een regen van vonken. Vurige vonken, die door de tak ken van de omringende bomen schieten cn ver er boven uit, al verder en verder, tot ze over de velden worden uiteengedreven, I Wilder wqrdt het vuur, want vaardige handen weten het te voeden en aan ie wakkeren. Woester en ontembaardei wordt het en hoger worden vlammen en vonken opgestuwd. Het is als een boze gee^t, die, eenmaal opgeroepen door de mens en van zijn boeien bevrijd, aan zijn macht ontglipt en onweerstaanbaar, onverbiddelijk voort raast tot he<t hoogtepunt is bereikt: een helse baaierd van loeiend en brullend geweld! T\e toeschouwers, naderend of terugtre- dend, naarmate de hellebrand afneemt of aanwakkert, zien zwijgend toe, hoe zij, die het toezicht houden, met rustige bewegingen hun gereedschap hanteren. Vreemd en on werkelijk zijn hun helverlichte gezichten, groot hun flakkerende schaduwen haven en te verhogen, berust op een eerie feiten en cijfers 'uit het verleden, die voor de ambtsvoorganger van de minister. Prof. Van den Brink in zoverre vleiend z(jn, dat minister Zjjlstra thans tot de conclusie komt dat wat eerstgenoemde voor het beoogde doel noodzakelijk achtte, nagenoeg kon wor den bereikt. Hij constateerdê n.l. dat het totale in 4 jaar gerealiseerde investeringsbedrag 5530 millioen heeft bedragen, zijnde 90'/» /an de raming en voorts dat dit investeringsvolume ook inderdaad voldoende is geweest voor de vergroting van het aantal arbeidsplaatsen, dat in verband met de ontwikkeling van de beroepsbevolking en van de arbeidspro ductiviteit noodzakelijk was. Want in de zelfde periode is het aantal arbeidsplaatsen met ca. 135.000 toegenomen, een cijfer dat te meer bevredigend is, wanneer daarbij in aanmerking wordt genomen dat de ar beidsproductiviteit in die tijd aanmerkelijk is gestegen. Op basis van 1938 (100), be droeg deze n.l. medio 1948 (82), in 1952 (98) en in het vierde kwartaal van dit jaar zelfs 105. Het is duidelijk dat door een dergelijke opvoering van de arbeidsproductiviteit vele arbeiders op hun oorspronkelijke plaats overbodig worden en zonder meer een aan zienlijke vermindering van personeelssterkte gewoed en de laatste vlammen zien met Ook wij staan geboeid. Ook wij laten ons tegenzin hebben gelegd laten we de ameu- doortrekken van warmte en rook en de lende reaten van het vuurfestljn achter ons geuren van brandend harsig hout, en weten en keren terug langs de stille padsn er de van tijd noch heengaan slapende erven. Als dan ten slotte de wilde brand ia uit- S. VAN DEK ZEE. 2093/94. Nog een hele tijd bleef oom Tripje stil in het hol zitten; dat duurde wel 'n paar uren. En oefwat had hij 'n ver schrikkelijke dorst! Maar toen het al die tijd atil en rustig was gebleven, wou hij toch wel eens kijken, of de Bimaboemoe's nog op het eiland rond liepen. Zou hij het wagen? Eindelijk waagde oom Tripje het, voor zichtig uit het hol te komen. Naar alle kan ten keek hij uit, of hij niets verdachts zag, en toen sloop hij over het amalle paadje. Zo kon hij, een eindje verder, een plaats be reiken die wat hoger lag. Hier kroop hij voorzichtig op z'n buik over de rota, en toen keek hij naar beneden. Hij kon van hier uit het strand zien. Ja, daar lagen de kano's van de Bimaboemoe's; hij zag ze duidelijk. Maar wat hij ook zag, was, dat de Bimaboemoe's daar allemaal weer bij elkaar waren, en dat ze bezig waren, aan boord te gaan. Oom Tripje was daar dolblij om. Zouden ze eindelijk weer gaan vertrekken? Als dat eens waar was! Dan was het gevaar ten minste weer voorbij en ze hadden hem niet gevonden; ze hadden het zoeken dan zeker maar opgegeven! Ja. het was zo. Terwijl oom Tripje heel voorzichtig toekeek, zag hij de kano's van wal steken en de zee opvaren. Ze gingen weg! I ontstaat. En wanneer niettemin de perso- neelsbezetting niet is gedaald, doch met I 135.000 is gestegen, moet dus het aantal nieuwe arbeidsplaatsen nog belangrijk hoger zijn dan 130.000. ]yTen krijgt wel de indruk dat de minister i* hier wat al te optimistisch oordeelt, want in het ook dezer dagen verschenen verslag van de Herstelbank wordt geconsta teerd dat het maandgemiddelde van de werk loosheid. dat in 1951 93.400 bedroe», in 1952 tot 137.000 steeg en op 31 Dec. 1952 met in begrip van de D.U.W.-arb. 175.800 bedroeg. En het is dus vermoedelijk zo, dat wel het aantal arbeidsplaatsen door de industriali satie van de laatste jaren aanmerkelijk is vergroot, maar dat deze plaatsen thans niet alle ziin bezet, hetgeen trouwens ook weer I door de minister wordt toegegeven Hij is van mening dat er thans in de industrie een additioneel aantal werkkrachten van ca. 30.000 zou kunnen worden geniaats 'n aantal dat voldoende zou zijn om de huidige werk loosheid tot een meer bevredigend niveau terug te brengen. Minister Zijlstra geeft zich er echter wel rekenschap van dat in de achter ons lig gende jaren tal van bijzondere, voor de in dustrialisatie en de uitbreiding vande nro- ductie ongunstige factoren hebben gegolden en dat 't voor de komende laren veel moei lijker zal zijn het thans opgestelde schema te realiseren. Reeds in 1952 was er een teruggang. In 1951 beliepen de totale investeringen ƒ1870 millioen. in 1952 1.835 millioen. maar in het tweede halfjaar minder dan de helft daarvan, n.l. 785 millioen, of oo iaarbasis 1.570 millioen, terwijl, volgens de minister, in de komende vijf jaar gemiddeld per jaar f 1.800 millioen zal moeten worden geïnves teerd om de werkgelegenheid op oeil te houden. Op grond van de natuurlijke be volkingsaanwas moeten er jaarlijks 105.000 plaatsen in de industrie beschikbaar komen, terwijl door de noodzakelHke opvoering van de arbeidsproductiviteit 75.000 100 000 ar beiders overbodig worden, zodat in totaal gedurende de eerste vijf jaar 180.000 205 000 nieuwe arbeiders in de industr'e plaats moeten vinden. Aangenomen dat 30.000 in de bestaande bedrijven kunnen worden opgenomen, moet het aantal werk plaatsen door nieuwe investeringen met 150 000 180.000 worden vergroot. De minister is in zijn slotbeschouwing van mening dat ons volk over de kracht beschikt om deze moeilijke taak tot een goed einde te brengen, maar hij verheelt zich niet, dat er vele onzekerheden en ongunstige om standigheden zijn. Ook in het verslag van de Herstelbank wordt gewezen op de ver traagde activiteit inzake de nieuwe inves teringen bij het bedrijfsleven, niet het minst als gevolg van de dubieuze perspectieven van de export. De ervaring heeft geleerd, dat naarmate die export toeneemt, daaraan door het buitenland soms plotseling belem meringen in de weg worden gelegd, wat wil zeggen dat die export onze volkshuishouding kwetsbaarder maakt. Wij hebben er vroeger op gewezen dat met het oog hierop bijv. de directie van de Heemaf haar export be perkt tot 20van de productie en zelfs dit percentage nog als een bijzonder risico beschouwt. Uier komt nu nog een omstandigheid bij. n.l. de vredesactle van Rusland, die er toe zou kunnen leiden dat de opdrachten voor de defensie worden verminderd, het geen er reed» toe heelt geleid dat New York deze week een vrij scherpe koersda ling heeft doen zien. Het is wel een para doxaal verschijnsel, dat een grotere kans op voortduur van de vrede en de beëin diging van de „generale repetitie" ln Korea een ongunstige uitwerking heeft op de ver wachtingen inzake de toekomstige econo mische ontwikkeling. Men mag hopen, dat een eventuele inzinking tijdelijk zal zijn en de bespaarde overheidsgelden zullen worden aangewend tot de ontwikkeling van nieuwe gebieden, welke er nog ruimschoots zijn. Maar een feit is, dat de onzekerheid ten aanzien van de exportmogelijkheden voor ons land door een verminderde bedrij vigheid én de V.S. zou worden vergroot en de werkgelegenheid door inkrimping van de defensie-opdrachten ongetwijfeld aiou wor den beïnvloed. Niét alleen hierom' ls het te hopen dat men in de V.S. en Europa niet al te zwaar onder de indruk komt van de Russische vredesinitiatieven, want deze kunnen ook 't doel hebben de weerbaarheid van de tegenpartij te verzwakken. Intussen la het gelukkig dat de nieuwe minister van Economische Zaken de over tuiging heeft dat de grote meerderheid van ons volk de noodzakelijke Industriële groei voor een overwegend deel slechts door mid del van particuliere initiatieven wenst te bevorderen en ook self die mening Is toe gedaan. Dit houdt ook voor hem in. dat de onder nemer een zodanige netto-rendement moet kunnen verwachten, dat "hij, rekening hou dende met alle kwade kansen, die hij ook bij voldoende inspanning en bekwaamheid loopt, op zijn minst niet in een slechtere positie komt te verkeren, dan wanneer hij de veiligste weg had gekozen en z(jn kapi taal op een risico-mijdende wijze had be legd. Vandaar dat de minister voorstander is van fiscale faciliteiten, ai mag daardoor het evenwicht op monetair en sociaal ge bied niet in gevaar worden gebracht. Wan neer men leest wat de heren Hofstra en Oosterhuis ten aanzien van de belasting verlaging voor het bedrijfsleven als hun mening ten beste geven, is het duidelijk, dat zich op dit gebied in het kabinet wel sterke spanningen zullen voordoen. Maar hier begeven wij ons op politiek terreinen dat moet voor ons taboe zijn- door DOROTHY QUENTIN Je bent altijd een veretandi* melije geweest en soms wel eens tè verstan dig, naar onze mening. Omdat we zelf zo'n gelukkig huwelijk hebben, kwam bij ons de wens wel eens boven, dat ook Jij iemand zou vinden, die je gelukkig kon maken en met wie je een eigen leven zoudt kunnen beginnen. Denk ni<et. dat we aanmerkingen willen maken, als ik zeg en daarbij druk ik ook de gedachten van je vader uit dat wij beiden die geheimhouding niet prettig vin den, ook al is het dan tot de dag van me vrouw Burdens verjaardag. Vader zegt, dat een man, die van een vrouw houdt, élk risico moet durven nemen! Natuurlijk vinden we 't ook niet prettig, dat je zo ver van huis zult komen te leven, zodat je ons maar heel zelden zult kunnen opzoeken, maar dat is natuurlijk heel egoïstisch Al deze dingen zijn van minder belang dan een ding in je eigen brief: je schijnt niet helemaal zeker van jezelf te zijn. Ben je ervan overtuigd dat je werkelijk van Carlos houdt, of is hef de sfeer van het eiland en al het vreemde, dat invloed op je heeft gehad? Als je helemaal zeker van jezelf bent, dan stemmen wij er natuurlijk mee in, maar in ieder geval hoop ik dan, dat je Carlos zult overhalen om in Londen te trouwen, ook al kunnen jullie maar een paar dagen blijven. Laat ons spoedig verder van je horen, lie veling. Het allerbeste van Vader en Moeder". Het was wonderlijk, dat zij deze brief van haar moeder kreeg een dag, nadat Mark die brief van zijn vader ontving. Misschien waren ze zelfs wel met dezelfde vliegpost meegekomen en werden alleen de brieven in de stad vlugger besteldZe dacht na over het probleem van oudera en onzelf zuchtigheid. Marks vader had kennelijk slechts één dietbare wens. n.l. dat zijn zoon zijn praktijk zou overnemen, maar hij wei gerde een offer en liet Mark volkomen vrij om zélf te kiezen. Héér oudera waren ken nelijk ongerust over haar plannen met Car los (ze moest de brief wel heel slecht ge steld hebben, dat ze zó haar twijfel tuasen de regels door hadden kunnen lezen), maar toch lieten ook zij hun dochter vrij om zelf haar keuze te doen... Ouders hadden geen eenvoudige taak. Als hun kind eenentwintig werd, begon een eigen zelfstandig leven voor dat kind, dat hun dierbaar wasVoor ouders hield ech ter de zorg niet op, als hun kind meerder jarig was geworden. Ze bleven zich zorgen maken of je nu 21 of 41 was.... Toni keek even naar Molly, die zich altijd druk maakte over Phoebe's ontbijt, omdat ze vond dat haar dochter niet voldoende atZe wenste, dat ze niets naar huis had geschre ven over Carlos, en ze was opeens vastbe sloten vanavond Carlos te zeggen, dat het uit moést zijn. Daarna zou ze een brief naar huis schrijven, dat ze zich vergist had, dat ze dwaas was geweest, maar dat ze gelukkig bijtijds haar fout had ingezien. Ze zou maar niet schrijven, dat ze van Iemand anders, die al een meisje had, was gaan houden Er kwam even een droefgeestige trek op haar gezicht en Nigel, die haar gadtsloeg, vroeg belangstellend: Toch geen slecht nieuws van hula, Toni? Nee, dank je, zei ze anel, en tot de werkelijkheid terugkerend, begon ze haar andere brieven open te maken. Er wat een briefje bij vsn Joy, haar zusje, om te vra gen, of ze bruidsmeisje mocht zijn. Er waren enige brieven van verpleegsters-vriendin nen. aan wie ze over Floriana, maar niet over Carloa, had geschreven. Een van haar schreef: we benijden je allemaal. Jij boft wel enorm om met dergelijke million- nairs naar verre landen te reizen- Ik zelf heb alleen maar een nare suikerpatiënt te behandelen, en Wilton zit met tweelingen. Later op de morgen, toen ze Olivia in haar rolstoel op de galerij had geïnstalleerd en met Fisk en Nigel naar de suikerfabriek reed, viel het haar ln, dat vele verpleegsters haar altijd verweten hadden, dat juffrouw Cripps van het plaatsingbureau altijd de beste baantjes voor héér bewaarde Terwijl ze naar het proces van het suiker maken keek, dacht ze met enige bitterheid, dat geen van haar vriendinnen haar behoef de te benijden. Alles wat ze ven Floriana mee terug naar huls zou nemen, was het verlangen naar een man, die niet haar toe behoorde, maar iemand anderaEn zo iets had haar ook heel goed in Londen kun nen overkomenZe zou misschien wel nooit trouwen. Ze zou door de Jaren heen een uitstekende verpleegster zijn, die zorgde voor andermans kinderen en in vreemde huizen een onderdak vond Toni luisterde nauwelijks naar de uitleg, die Nigel en Fisk haar gaven betreffende de fabricage van suiker. HOOFDSTUK 24. Toni bezat drie avondjurken en ze koos de eenvoudigste uit voor haar avond met Carlos. Het was een witte jurk met een strak lijfje en een zeer wijde rok. Er was geen enkele versiering op aangebracht, be halve een smal tulen ruche langs het be scheiden décolleté. Je ziet er uit als een engel, zó uit de hemel, zei Olivia goedkeurend, toen Toni bij haar binnenkwam om zich te laten be kijken. Toni had, voordat ze zich verkleedde, Olivia geholpen bij het kleden voor het diner en ze had met veel zorg het zware witte haar gekapt. Ze was er trotr op, dat ze met deze overdadige massa haar iets wist te bereiken. Ze vroeg zich wel eens af, hoe Juanita, die voorheen altijd Olivia gekapt had, zich als bannelinge in het andere ge deelte van het huis voelde; ze zag het meisje nooit meer in Olivia's afdeling. Te oordelen naar de vooruitgang in Phoebe's kapsel, bleek Juanita echter nog steeds de kunst te verstaan. Toni maakte een buiging bij Olivia's Com pliment en glimlachte, hoewel ze niwc In 't minst in een stemming voor grapjei'was. Vanavond zou ze alleen met Carloa Hjh en met hem moeten praten. Deze man hield van haar en ze zou hen) pijn moeten doen Of zijn liefde wérkelijk diep zat, of alleen maar veroorzaakt werd door zijn zuidelijk temperament en haar jonge aantrekkings kracht, wist ze niet. Misschien zou het voor zijn trots pijnlijker zijn dan voor zijn lief de Maar hoe dan ook, zou hij haar haten voor de manier, waarop ze hem eerst aan gemoedigd had, om hem daarna af te wijzen. Toni had geen enkele wrede trek in haar karakter en ze verafschuwde zichzelf om de ongelukkige situatie, die ze zelf had helpen scheppen. Het was yaar, dat Carlos nooit naar een „nee" van haar had willen luis teren, maar dat was |»g geen reden om zelf in de waan verkeerd te hebben, dat ze iets voor hem voeldeZe behoefde hem thans alleen maar naast Mark te denken om on middellijk te onderscheiden, welk een enorm verschil er bestond tussen louter physieke aantrekkingskracht en werkelijke liefde Mark en zij spraken dezelfde taal, zowel diep in hun hart als lichamelijkZe wist dit zeker, ook al had Mark haar nooit de get-ingste aanwijzing gegeven, dat hij haar physiek aantrekkelijk vond In zekere zin was ze Carlos thans dank- baar voor zijn aandringen op geheimhouding. J Hierdoor was ze aan het denken geraakt en alles was nu gemakkelijker te regelen, zqn- der dat hij openlijk een nederlaag ten Op zichte van haar behoefde te lijden. Olivia lachte goedkeurend, toen Toni haar elegante buiging maakte. Ze was hoe langer hoe meer gehecht geraakt aan dit Engelse meisje, dat een charme en een wellevend heid bezat, welke zeldzaam waren in de tegenwoordige wereld. (Wordt vervolgd). SATERDAG 4 AP*RIL 1953 GDTIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA, f f Lang verwacht maar toch gekomen, kan men zeggen van de verbreding van de Lange Noodgodsleeg. Het is een moeizame f weg geweest, maar juist voor de Paasdagen j is het werk gereed gekomen. De foto's van 'f de oude en de nieuwe toestand laten zien welk een grote verbetering is totstandgeko- f men. Door de afbraak van het pand op de hoek van de Oosthaven kon de straat enkele 'i meters breder worden. De Lange Noodgod- 'f steeg heeft nu een breedte van ruit?» vijf 't meter met aan weerskanten een trottoir f van ruim een meter. De Walebrug bij de Spieringstraat is aan de verwijding aange- t past en zo is het in elk opzicht in deze straat een stjik ruimer geworden. Met dit j werk is de eerste schakel gereed van de r tierbrede verbinding tussen Oosthaven en Burgemeester Martenssingel. Het zal nog 'f tuel vele jaren duren voor ook Walestraat en Doelestraat op breedte zijn, maar tussen Haven en Spieringstraat heeft het muizen- f gat vast plaatsgemaakt voor een flipke f straat. 'f EEN OUDE, VERGEELDE FOTO, een van het atapeltje, dat, met een elastiekje er om, in een laatje suinlg wordt bewaard en op een goede dag te voorschijn wordt gehaald, kan aoma van die goede, gezellige herinneringen oproepen. Een foto van een Goudse straat, xoals deze er tientallen jaren geleden uitzag. Wat ouderwetse zonne- schermen, tramrails midden over de rijweg, aan de einder een groep woningen, die I nu geheel ia verdwenen en waar het stadsbeeld Ia gewiJsigd. De oude Hoogstraat met sUn dagelijks verkeer. Er gaat een paard-en-wagen voorbij, op de bok koestert de voerman zich ln de zon. HU kan. het rustig doen, want het snelverkeer, zoals men het nu kent. is er nog niet. Deze man op de bok Is de beer Arte van Dam, die nu 91 Jaar is en ln de WUdstraat bU *Un dochter woont. De heer Van Dam vertelde over voorbije Joron. Jinn wlirln het leven 10 (eed WM", roei. h(J eed. Het verhaal bègint in 1873. toen Arie van Dam elf jaar was. In Oukoop woonde hij toen, onder de gemeente Hekendorp. „In die jaren had ik mijn eerste baantje. Twee zomers heb ik het gedaan. Des morgens om half drie ging je „inde kousen Jk bij een visser op de Reeuwijkse plassen. Mijn baas haalde de dobbers op en ik moest roeien. Geloof me, soms zat ik er bij te slapen. Maar dan hield de visser je wel wakker. HU had een mooie atem en zong veel. Prachtig klonk hetMled over het stille water in de vroege morgen- Twee uur sla pen, dan wat visjes scheppen en de dobbers voor de volgende dag klaarmaken. Mijn loon? 't Was 1.50 voor mUn moeder die met dit geld wat blij was en een dubbel- "T|E GROOTSTE inzamelingsactie, die Ne- derland ooit heeft gekend, is feitelUk ten einde. Het Rampenfonds heeft zich eerst geconcentreerd op het bUeenbrengen van de millioenen, nu komt het hoofdaccent op de besteding er van. Ruim twee maanden is het geleden, dat de storm Nederland zijn zwakten liet voelen. En nog zUn op geen stukken na de gevolgen overwonnen. De treinverbindingen met het Zuiden zijn nu weer zo ver hersteld, dat we normaal naar Breda en Brussel kunnen reizen, maar de Zeeuwse eilanden bevinden zich nog allijd in een zeker isolement. En wanneer, zoals deze week weer voorkwam, de storm de golven van de watermassa's langs onze dy- ken met wilde schuimkoppen doet voort hollen, zUn we-nog altUd ongerust. Onze zwakten kennen we beter dan vroe ger. Doch gelukkig zijn onze sterke punten meteen naar voren gekomen. Zo is het spel van het leven. Die positieve hoedanigheden kwamen op allerlei plaatsen voor de dag, op dijken en in kamers van kleine gemeente-i huizen, waar burgemeesters doortastende maatregelen wisten te nemen, maar het dui- deiykst hebben ze toch wel gesproken in de zeer hoge bedragen, die voor de slachtoffers van de watersnood zijn bijeengebracht. Het beste punt van vergelUking vorm', wel in dit geval de radio-actie „Beurzen open, dU- ken dicht". Deze heeft ruim 5 millioen opgebracht, .binnen twee maanden. Denk eens aan, dat de tot dusver meest succes- rUke radio-actie, de „Haak-in"-campagne van de N.C.R.V., over het beloop van een heel seizoen ongeveer 2.6 millioen heeft opgebracht, waarvan Nederland dan ook be- hooriyk ondersteboven stond, en ge weet meteen, hoe deze ramp de mensen heeft aangepakt. Een positief punt dus. Met enkele nega tieve doorntjes. De kleinhandel heeft er last van gehad. Het normale zakenleven neeft zelfs enige stagnatie gekend, iets v aarvan bijv. bij „Haak-in" nooit in de verste verte sprake is geweest. Of deze plooien door de practijk niet worden glad gestreken, mis schien voor de middenstand als geheel zelfs heel aardig glad, dient nog te worden afge wacht. Er moeten immers zeer veel dingen opnieuw worden aangeschaft en het Ram penfonds zal in menig opzicht voor een echte koopkracht-injectie kunnen zorgen. Maar misschien heeft men in deze hele iet wat zorglUke materie wel het minst verno men van de mensen met de allergrootste zorgen, omdat het dan handelt om beroe pen. die van nature niet met hun tegen slagen te koop lopen. Hoe staat het bij voorbeeld met de artsen in de nog steeds ontredderde watersnoodgebieden. wier pa tiënten naar alle zijden zijn weggestoyn en die hun handen waarschijnlijk vol neb ben met allerlei extra-werk. waarvoor geen tarieven bestaan? Zo zUn er heel wat din gen, die in de noodgebleden spelen en waar van men daarbuiten eigenlijk geen flauw besef heeft. Het Rampenfonds moet nu trachten de gaten, die in beurzen en levens zijn gesla gen, enigszins te dichten. Met het totale bedrag van omstreeks 98 millioen is wel wat te beginnen. In het begin van de aci'e werd door deskundigen een opbrengst van tussen de vUftlg en zestig millioen geschat. Dat bedrag is ver overtroffen. De vaart was er de laatste weken niet meer zó in. maai dat was menselijkerwijs ook niet mogelUk geweest. Niettemin zal het totaalbedrag door het nadruppelen van allerlei giften in de richting van de honderd millioen vor deren. Er kan naar Kijkers mening, weinig twUfel bestaan, of bU deze ramp is het top punt van binnen- en buitenlandse offervaar digheid betoond, dat de wereld tot dusver in soortgelyke omstandigheden heeft mogen beleven. En nu komt het andere stadium dat van hulp en herstel in de officiële en in de per soonlijke sfeer. Er wordt thans minder aan de getroffen gebieden gedacht, omdat ze wal buiten de felle flitsen van het directe nieuws zUn geraakt. Kijker moet beken nen, dat hU nog niets van de uitwe' k'na van de storm op de geteisterde eilanden heeft gezien, maar van mensen, die er we. waren, weet hij, hoe oneindig triest en troosteloos het er op vele plaatsen nog uitziet en h e juist de mensen er in hun kleine, inti*me Nederlandse leven, met hun huiselijke doe- ning en hun meubels zijn getroffen. Er sl nog ontzaglijk ve -1 :o doen voor eer. Ran- penfonds, ook in organisatorisch opz.cht. Het valt waarlijk niet mee een zo groot be drag over duizenden in allerlei ge! .o.fen ■treken zo uit te smeren, dat er het gur.- ■tigst mogeiyke effect me? wordt bereik'. Volmaakt zal dit werk nimmer kunnen vor- den gedaan. Wel mag worden vei wacnt en moet zelfs worden verlangd, dat het óy re- deiyke wUze zal geschieden. Geld goed uitgeven is misschien nog een grotere kunst dan geld verdienen. Het Ram penfonds heeft bil wijze van spreken veel geld kunnen verdienen, dank zij de goede Wil van allerlei volkeren, de Nederlanders j zelf natuurlijk voorop. Dat geld is heus niet allemaal zo vanzelf voor de dag gekomen. Er zUn offers voor gebracht, ln allerlei op zichten. Nu komt het er op aan. dat wU net zo'n goed figuur slaan bU. het besteden van de millioenen. Dan heeft Nederland tndermaal een slag gewonnen KIJKER. tje voor mezelf. In die jaren was een kind nog blU met 'n dubbeltje. Maar voor 'n cent kon je in die jaren meer kopen, dan nu voor een kwartje". Na die vissersjaren ging Arie van Dam by de boer werken. Van halfvier tot des avonds zeven in touw. Werken met schof fel en riek, spa en melkemmer. Een lange werktijd. Ja, zo was dat vroeger, maar tussen de middag had je wel even vry. 't Boerenvak werd naar verhouding slecht betaald. Een gulden per dag, maar je had braaf de kost. BU verschillende boeren heeft Arie van Dam gewerkt. Niet alleen onder de rook van Hekendorp, maar jaren later, toen hU in Gouda was komen wonen, in Boskoop en Zevenhuizen. Elke morgen liep hU met een man of vier van Gouda naar het werk in Boskoop of Zevenhuizen. Je had er al een paar uur opzitten, voor je begon. En des avonds terug. Maar eerst heeft de heer Van Dam lange tyd in Gouda gewerkt in de bakkery en keuken van meesterkok Breebaart, die zijn zaak op de Markt had. Het was In het eerst vreemd natuuriyk, maar door veel vragen is de landbouwer-bakker wijs geworden. Wat tot zijn werkzaamheden behoorde? Koffie-branden, babbelaars koken volgens een oud (geheim) recept. De beroemde bab belaars van Breebaart. Het „inmaken van eieren", elk jaar zo ongeveer zes tot zeven duizend stuks, die eerst getikt werden voor zU onder de kalk gingen. Hij moest ook bo ter inmaken, wat een heel secuur werk was om sterk worden te voorkomen. In de ijsmijn Tegenwoordig heeft een bakker zich met deze beslommeringen niet te bemoeien, net zomin als hij zicttNhens zorgen maakt om zijn wagr vers te houden. Een electrische ijskast staat hem nu terzijde. Maar vroeger? „Bakker Breebaart, ver telt de heer Van Dam. had op een eigen stuk grond een paar ijsputten, langs de spoorbaan bij de Derde Kade. Des winters hakten we het ijs uit de putten en sloegen het op in kelders, die er by stonden, flinke houten gebouwen, die twee wpnden hadden, waartussen turf en zaagsel was gestopt. Binnenin was het een grote klomp Us. zo groot als een flinke kamer. Wanneer we ijs nodig hadden we verkochten het aan bijna alle Goudse slagers en bakkers dan gingen we door de dubbele deur. maakten licht, sloten de deur en hakten staven weg. uit de „ijsmUn", zoals de mUnwerker ln de schachten de kolen wint. Met paard en wagen zie foto brach ten we het Us rond, duizend kilo voor 12,5ft De slagers legden de staven in een flinke, vierkante kist. spreidden er een schone doek over en bewaarden daarop het vlees. Zelf maakten we er ook consumptie ijs van. voor bruiloften en partUen. 'k Had een goede boterham er mee. hoewel er veel concurrentie was. Maar als collega's het goedkoper gaven, gaf ik een stukkie meer. Als et geen Us voldoende was. haalden we het bU de Rotterdamse brouwerUen voor vijftien cent per kilo. Nu moet je het ijs voor een gulden per kilo verkopen". Varen en lopen Na Boskoop en Zevenhuizen kwam de heer Van Dam op een kwekerU in Bloemen- daal. Toen hij 67 jaar was gaf hU dit werk op, maar bleef niet by de pakken neerzit ten. Het was de tUd van werkloosheid, be trekkingen waren dun gezaaid. „Maar aan de steun wilde ik niet. Brood bakten we zelf. boter maakten we zelf. Ons eten was goed. Boter van de dag. brood van de week en kaas van het jaar". De heer Van Dam ging kalmoes uit het water halen, soms tot onder Den Haag. Da gen ging hij op pad. varend van de ene sloot naar de andere, langs vaarten en ïi- vieren. Des nachts sliep hU bU de boer in een hooiberg. Wanneer je wegging kreeg je een kop koffie en als het een goede boer was een boterham er bij. Kalmoes bracht veel op. 'k had f 40 tot 55 per week. Veel werd naar het buitenland gestuurd. Toen volgde de laatste werkkring van de heer Van Dam. HU begon een handeltje :n eieren, boter en kaas. Met de trein ging hij naar Den Haag. waar hU langzamerhand een grote klantenkring opbouwde. „Eerst verdiende ik net mijn reisgeld terug, maar al spoedig had ik een omzet van driedui zend eieren en honderden ponden kaas. die ik bij de Goudse kaashandelaren kocht. Thuis achter de woning in de Derde Kade had ik veertig kippen en een twintig konli- nen. Daarvoor zorgde mUn vrouw in de uurtjes, dat zU niet voor de twaalf kinderen behoefde te zorgen. Vier dagen per week naar Den Haag. Lopend, met twee manden en een juk. Dan met de tram naar Scheve- ningen en dan lopend naar het station te rug. Tot ik 76 jaar was heb ik het gedaan. Eieren vier cent kostten ze boter cn kaas. En soms ook bout. 't Was een zwaar werk. maar toch ook goed. 'tvWaren goede jaren, waarover ik met ilezier vertel, omdat dan de oude tUd her- op de ReeuwUkse Plas. op het land. in de Usmijn en die klantenkring in Den Haag. 'k Had plezie leeft. Had alles voor geen geld willen missen". Een foto uit de oude doos. Toen de 91- jarige van thans nog voerman was en reed door de straat, waar als toppunt van mo dern vervoer de stoomtram van Gouda (KleiwegHoogstraatMarktTiendeweg— Fluwelensingel) naar Oudewater reed. De heer Van Dam kan er smakelijk over ver tellen. Zijn geest is nog sterk en wat de benen betreft: hij mag nog graag een kuiertje maken. Hoeveel hU in zijn leven gelopen heeft. hU weet het niet. maar 't is een eind. (Van een medewerkster). DE KALENDER VERTELT het. de «wel lende knoppen aan alle takken bevesti gen het en de kwetterende mussen 's mor gens vroeg in de dakgoot overtuigen ook de laatste twyfelaar: de lente is gekomen. De huisvrouwen slepen met dekens en matras sen en laten haar stofdoeken wapperen, haar echtgenoten laten shawl en handschoenen thuis en de kinderen komen uit school met de boodschap, dat ze „stikken" in die dikke trui. Ook de dierenwereld wil goed voor de dag komen na de lange winter en de vo gelpakjes worden glanzend en kleurig, dat wil zeggen, die van de mannetjes. De vrouwtjes houden het winterpak aan, dat biykbaar nog best een seizoen meekan. Dat de dames in de mensenwereld niet ook tot 'n dergelijke conclusie komen, daarvoor zorgen in deze weken de etalages van de modema gazijnen. die elk jaar aantrekkeiyker wor den. „Met Pasen iets nieuws" roepen zU de lezeressen toe. Maar de korte mouwtjes, öe dunne stoffen, ze zUn oog weinig practisch voor de vroege Paasdagen van dit jaar. Toch blijft het idee van „metTasen Iets nieuws" hangen in de hoofden van de vrouwen, die dagen lang een hoofdoek gedragen hebben om beschermd te zUn tegen het stof. dat uit matrassen, dekens, overgordijnen en kleed jes opsteeg. Over die hoofden gesproken, daar heb je het nu net. Als een voorjaarsjaponnetje nog wat te kil, een zomerjas iets te luchtig is, dan een nieuw hoedje om het voorjaarsidee toch zichtbaar te dragen. En de hoeden modiste, die deze gedachtengang verwacht, heeft al lang van te voren, in haar atelier nieuwe modellen gecreëerd. Zij richt een etalage in, zó smakelijk om naar te kijken, zó vol van frisse voorjaarskleuren en luchti ge nietsjes, dat zelfs de vrouw, gepantserd in het vaste voornemen, „niet aan die onzin mee te doen, vóór het echt voorjaar is", toch de pas wat inhoudt. Voor die fleurige dopjes op de standaaro belandden, is er heel wat gebeurd in hei atelier achter de winkel, dat de koopsters niet te zien krijgen. Nog een deur verdei kan men vilthoeden in de allerprilste vorm zien. de z.g. stompen, die in stapels op plan ken liggen en het meest aan een verweerde cowboy-hoed doen <Jenken. In deze ruimte vallen verder grote Uzeren gevaartes op. waarvan het middelpunt wel iets van een puddingvorm heeft, de hoedenpersen. Kijkt men wat beter, dan ontdekt men dat de pud- j dingey onderling verschillen: er zijn er met ribbels, met uitstulpingen aan beide zyden I of maar aan één kant, met diepe knepen rondom en nog vele andere variaties. Ze be- i staan uit twee delen en men behoeft geen i detective te zijn om te begrijpen dat tussen j die delen in. de hoeden in de juiste vorm worden getrokken. Wat er allemaal aan te pas komt, eer een vilten dopje klaar is om de voorbijgangster j toe te lachen, moge blijken uit het aantal bewerkingen, dat de ruwe vorm ondergaat, j Eerst wacht een apprêtbad, waarna het nat- I te geval zonder meer door de wringer wordt gedraaid. Na het drogen volgt het stomen, waardoor het vilt in de gewenste soepele j toestand komt om tussen een stel door gas verwarmde puddingvormen geklemd te wor den het z.g. „trekken". Een roterende bor stel. zoiets als men bij de schoenmaker ziet, staat klaar voor het afwerken: borstelen en slijpen. Na het napersings- en glanzingspro- ces belandt de hoed pas in het eigenlijke atelier. Daar zitten de modistes met haar fijne vingers en een heel arsenaal van bloe men. veertjes, lintjes en dit seizoen vooral veel chiffon. „Eigeniyk is dit vak niet te .leren", zegt de dame die aan het hoofd staat van het Goudse atelier. „Als je er geen gevoel voor hebt. hoef je er niet aan te beginnen. Er zpn nieuwe leerlingen, die als het ware in stinctief aanvoelen in welke richting een strik moet staan om het juiste effect te be reiken en er zijn anderen, die na een lange leertijd nog fouten maken". Intussen is het deze zomer lang niet alle maal vilt. wat de klok zal slaan, integen deel: stro is favoriet. Er komen ook stro- vormen aan in het atelier, d.a. uit Zwitser land. maar een groot deel van de strooien hoeden arriveren als strengen stroband en dit ligt in grote hoeveelheden in vakken langs de wand opgestapeld. (Advertentie) Juist staat een van de meisjes uit te zoe ken. „Wat moet het zijn," vraagt de direc trice, „Rio, Majora of Pedeline?" Het juiste blijkt al gevonden te zijn: met een streng Majora gaat de strostikster naar de tafel terug. Ze legt het band om een eigenaardige kegelvormige klos en zet een klein model naaimachine in beweging, die een vervaar- lyk gesnor laat horen. In de linkerhand heeft zU een ronte van stroband, spiraal vormig opgebouwd en met het nieuwe band zet ze de bewerking voort, waarbij het smal le band op het naastliggende wordt gestikt. Onderwyi weet ze al een bolle vorm aan het steeds groter wordende strooien pannekoek je te geven. Een buitenstaander kijkt er zijn ogen op uit, hoe vlug en handig een strostikster haar werk doet en niemand zal verbaasd zUn te horen dat er maar weinig meisjes zyn, die het vak goed verstaan. Het blUkt trouwens geen specifiek vrouweiyk karweitje te zijn, want achter een van de fel snorrende ma chientjes draait een heer met precies dezelf de handigheid zijn rondjes als de meisjes naast hem. ZUn de strooien dopjes ten slotte groot ge noeg, dan komen ook deze in de ijzeren pud dingvormen terecht. Van deze vormen wor den er elk seizoen een aantal nieuwe aange schaft. In een middelgroot atelier als dit dertig tot vijfendertig. Er zyn modellen, die het een aantal seizoenen uithouden, maar op de duur komt toch de tyd, dat het uit het atelier moet verdwijnen en plaatsmaken voor het snufje, dat zich op dat ogenblik in de gunst van de dames verheugt. Wanneer de strooien en vilten hoeden ten slotte na de louteringen van vuur, water en nog andere beproevingen door de slanke vingers van de modistes tot ware creaties zUn getoverd, komen ze in de winkel terecht waar weer andere meisjeshanden ze behoed zaam op standaarden plaatsen of tegen een harmoniërend shawltje neervlijen. Dan duurt het niet lang meer. of de eerste koopster komt binnen, verlangend om haar verse parmanentje met een passende bekro ning te voltooien. En die koopsters? Daar kunnen de meisjes ook nog wel wat van vertellen. „Er zyn da mes, die precies weten wat ze staat en wat ze willen hebben. Anderen willen geraden zijn en wachten dikwijls het advies van ons af. En dan zyn er ook nog de besluiteloozen, die de hele winkel overhoop laten halen en toch niet kunnen slagen". Het spreekt vanzelf, dat niet iedere dame dezelfde eisen stelt aan een nieuwe hoed. Trouwens, dat zouden de modistes helemaal niet aardig vinden, want dan zouden ze met een enkel model kunnen volstaan. Dames van buiten hebben weer andere verlangens dan die uit de stad en ook met de leeftyd van de cliënten moet rekening worden ge houden. Voor de winkel begint nu een drukke tijd, die duurt van even vóór Pasen tot na Pink steren, terwijl het atelter het langzamerhand wat kalmer aan kan gaan doen. Maar als deze zomer de meisjes in de winkel het rus tig krijgen, dan staan in de ijzeren pudding vormen alweer de nieuwste wintercreaties in dampen. Maar daar wil in de prille lente weken rond Pasen nog niemand aan denken, ook de modiste niet. die met een glimlach om de lippen de vrolijk getinte kwikjes en strikjes rangschikt op de hoedjes, die de be woonsters van de Goud6e streek in staat zul len stellen op haar Paasbest voor de dag te komen. Het feit, dat onze Waag een steen heeft laten vallen en misschien moet worden ge restaureerd, heeft natuurlijk menig stadge noot, die een open oog heeft voor de schoonheid van zgn stad, met enige zorg vervuld. Gelukkig is in onze gemeenteraad I deze zaak onmiddellijk viiddels vragen aan I de orde gesteld. Het geval met die juffrouw, die indertijd door een rioolrooster op de Markt zakte, ligt ons nog vers in het geheu gen. Het mag inderdaad niet voorkomen, dat gemeentelijke gebouwen stenen laten vallen op voorbijgaande gemeentenaren. Het gemeentebestuur, in zaken restauratie betreffende zeer vaardig en ter penne zeer snedig, heeft bereids de eerste stappen on dernomen. Het heeft prof. dr mr ir P. A. N. Latjes verzocht het gebouw aan een gron dig onderzoek te onderwerpen. Deze heeft Maandag eigenhandig de deurposten en raamkozijnen beklopt. Hij is tot de conclu- gekomen, dat het gebouw een voor- ■rtse verzakking vertoont, doch kon de mening, als zou dit een gevolg zijn van het moderne verkeer, dat steeds in zwaarte en intensiteit toeneemt, niet onderschrijven. Nadat hij zich omstandig had laten voor lichten, omtrent het gebruik van het ge bouw. toonde zich zeer geïnteresseerd, toen hij hoorde, dat zich aan de voorzijde meestal een aantal min of meer vergevor derde mannen pleegt op te houden, dat daar zwaar staat te bomen. Op zijn ver zoek heeft de politie de hand op deze man nen gelegd en ze vervoerd naar het labora torium van prof. dr Kouwengront, de lei der van het Bodemduikonderzoek aan de Technische Hogeschbol te Delft. Het resul taat van dit onderzoejf zal binnenkort in blauwdruk verschijnen. Ondertussen zitten de historici niet stil. Overal waar stenen komen vallen uit histo rische gebouwen, worden dergelijke lieden wakker. De ijverige secretaris van de Ste delijke Oudheidminnende Sociëteit (S.O.S.), mr A. Putjes, zal een uitgebreid, diepgaand en langdurig onderzoek instellen naar de bouwmeester van De Waag. Sedert jaren wordt aangenomen, dat dit een zekere Pie- ter Post is, zomaar: Pieter Post, met niks voor zijn naam, een eerzame timmerman en metselaar. Deze veronderstelling nu is bezig een strijdvraag te toorden. Natuurlijk heeft het loslaten van de steen behalve ambtelijke molens ook andere gedachten aan het werk gezet. In de naast De Waag gelegen oude stadsherberg is immers destijds' een in steen gehouwen pro test gemetseld. Deze herberg moest enige voeten lager blijven dan de Waag. Van enige rivaliteit tussen deze gebouwen is echter geen sprake meer, verklaarde de eigenaar „De lijd heelt alle grieven", zei hij. Bij de bewoners van de nieuwgebouwde stadswijken overheerst thans een gevoel van bewondering voor onze vroegere bou wers. „Hoe is het mogelijk zeggen zij, „dat zo'n gebouw nu pas aan het vervallen i$". By het stadhuis was zo iets verklaarbaar; dit xuas immers op het taaie materiaal koe huiden gegrondvest. Een nader onderzoek zal moeten bewijzen of inderdaad waar is. wat vermoed wordt. n.l. dat de f unitrif g uan de Waag uit Paaseieren bestaat. JAN TERGOUW. tAdvertentie Bruckner en het nobele Bede voor 't Va derland. uit Valerius'. Een dergelijk koor is een waardevol bezit voor de stad. Het vocale gedeelte werd verder verzorgd door de sopraan-zangeres Rie van Leeuwen. ZU zon» o.a. drie liederen van Mozart en drie van Schubert en dwong daarmee het publiek tot grote aandacht en gul applaus. Van buiten de stad waren medewerken den aangetrokken. Geheel belangeloos trad Goede gedachten en nobele initiatieven leiden helaas niet altUd tot het verwachte resultaat en daarom was het jammer, dat de promotor van de Goudse Rampenfonds avond genoodzaakt was geweest om te ver- hulzen van de Nieuwe Schouwburg noar de mevr H~nny von IrK„ ult Den Haag met zoal Kunstmin. Om het resultaat maar da- ha baIletschooI op De reiskosten zelts, delijk te vermelden: de avond heelt ruta had men voor dgen „kentag genomen, vierhonderd en vijftig gulden opgebracht. H al ru!m vler Jaar geied<,n, dal Mevrouw M. James-v. d Hoop, die met de Gouda he, balle, Joosz. beloelt krecg burgemeester deze avond bijwoonde deed Donderdagavond heelt mevr. Van Irsen In haar openingswoord de blijde mededeling. tote0 wat me„ eigenlijk al die tijd dat de Goudse bijdrage aan het Banioen- h |s, Het sr00tste sueces van de tonds Bisteren de twee honderd en vtiftis avond kwam op tekenlng van haar en haar duizend gulden was gepasseerd. Daarbij i de opbrengst van gisteravond niet gerekend Mevrouw James was van mening, dit het »oed was bij het uitspreken van erkentelijk heid geen namen te noemen, doch zij maak te één uitzondering: de heer A. van der Werf. de pachter van „Kunstmin" kan blijkbaar het Rampenfonds nooit iets wei geren. Hij gaf niet alleen zijn zaal, doch daarbij nog tien procent van zijn ont vangsten. De samenstelling van een programma van een dergelijke avond is een voortdurende bron van passen, meten en moeilijkheden. Natuurlijk kan men een beroep doen op de goede wil van het publiek, doch de pres taties moeten van een zekere standing zijn Gelukkig beschikt men in Gouda over een aantal krachten op wie nimmer tevergeefs een beroen wordt gedaan. Een deel van het nubliek heeft voor het eerst kennis gemaakt met het mannenkoor Gouda's Liedertafel onder leiding van Moss Wolff. Het opende met Ave Maria van Ar- cadelt en besloot hët tweede optreden met het gevoelig gezongen Am Grabe vanC. de Man jr. leerlingen. Dit spel van gratie en charme (Spitzendans!) was wel het hoogtepunt. De choreografie van de Tango Bolero werd subliem uitgevoerd. Jammer, dat men soms heel even last had van de afmetingen van het toneel. Jan de Winter had het slot-declamatoriam geschreven, de Goudsbloemleden F. J. Kra mer en C. L. Berretty en de T O G.-speler C. de Bruin voërden het op. We misten daarin het massale, het dreigende, de on heilspellende dreiging van een watersnood, hoewel de tekst fors en krachtig werd ge zegd. De balletgroep gaf een uitbeelding van de aanstormende, vernielende golven. Het slot van dit spel Luctor et Emergo" was goed gevonden: de Nederlandse vlag als symbool van onze eenheid en het Wilhelmus dat Gouda's Liedertafel achter het toneel zong Het cabaretgezelschap ..De Speeldoos" heeft ter afwisseling uit zijn gevarieerde re pertoire geput. Het geheel stond onder regie van de heer Voor Rampenfonds Het te dezer stede voor het Nationaal Rampenfonds byeengebrachte bedrag is nu op 250.000 gekomen. Reeds verantwoord 238.355.86. Nieuwe bydragen De Z. 10; J. K. 10: N.V. Aan- nemings My „Gouda-Zuid-Holland" 406.38 collecte Matthöus Passion J 275-50; vervolg- afrekening binnengekomen giften bij de ..Goudsche Courant" 2879.43. J. W. van Kogelenberg, zesde afrekening bedrijven en giften 1304.73; Personeel P.T.T. over Maart 157.56; Personeel Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken 120; J. C. Kuilenburg, Tasmanië ƒ50; mevr A. P. Bellaart—Kers bergen 750.—; door enige bedrUven recht streeks aan Rampenfonds overgemaakt J 6255.41. Totaal tot en met 2 April 250.574.87. Zestiende verantwoording van bij de „Goudsche Courant" ingekomen giften: mevr. D. 10. M-J O. (5 Zwitserse francs) 4.32; v. d. Wal. Amerika 19; mej. v. W. 10, voetbalvereniging „Victoria"' 121.48. In totaal heeft de „Goudsche Courant" voor het Nationaal Rampenfonds ontvangen 19.247.53, welk bedrag aan het Gouds co mité is overgemaakt. De gelegenheid tot storting bij ons blad is nu gesloten. KAASMARKT MEERKERK. I April. Aangevoerd 5 partijen. Eerste kwaliteit 2.17-2.18. Handel kalm. F

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1953 | | pagina 2