f?ycnxttuiU>
k
pLAMINGO
EILAND
PAAS-BEST
Paasvuur
Industrialisatie en
werkgelegenheid
Toen de stoomtram nog
over Hoogstraat reed
Hoedenmodiste zorgt voor
„met Pasen wat nieuws"
door Prof. dr
W. C. VAN UNNIK
POSTZEGELNIEUW S
Nieuwe uitgiften
50ste Lijst slachtoffers
watersnood
De eerste keukentrein
is gereed
Adoratie recht door zee
EFFECTEN- EN GELDMARKT
CLOWNTJE RICK OP AVONTUUR
,u
Rond een foto uit de oude doos
Arte van Dam kan
veel vertellen
TOVERENDE VINGERS IN HET ATELIER
Stro is dit jaar favoriet
SHAG
Nieuwste creaties
Goudse Spetters
Waag
Balletschool van Henny van Ir sen
won de Goudse harten
Rampenfondsavond
bracht f450 op
Gouda passeert de
ƒ250.000
EERSTE BLAD - PAGINA 2
ZATERDAG 4 APRIL 1953
JJET HEERLIJK NIEUWE van Pasen
spreekt ons toe uit die oude zegswijze
van onze taal, die hier boven staat.
Met woorden gaat het soms precies als
met geldstukken Ze zijn een tijdlang in
omloop, maar verliezen op een bepaald
ogénblik hun waarde. Ze zijn niet „gang-
k*81" meer. Kennen wij de uitdrukking „op
zgn Paas-best" nog? Oudere lezers zullen
haar nog wel gehoord hebben, maar bij de
jOjïgeren is zij verloren gegaan.
Tegenwoordig kopen we nieuwe kleren,
wanneer we die nodig hebben en we wijzi
gen die met mode en jaargetij. Vroeger was
dat een beetje anders. Dan kwam men bij
voorkeur met Pasen met zijn nieuwe kleren
voor de dag en doste men zich ter gelegen
heid van het feëst uit als nooit daarvoor of
daarna in het jaar. De kleding werd ver
nieuwd en men pronkte met dat nieuwe. En
ais men later eens iemand zag, die keurig
voor de dag kwam, dan zei men: „die loopt
op zijn Paas-best",
Kleren maken de man en de vrouw en we
kennen allemaal wel een beetje dat trotse
gevoel van nieuwe kleren te dragen. Het
geeft ons een ander aanzien en een ander
gevoel.
Waarom is dat zo met Pasen 'Verbonden?
Is het een weerspiegeling van de vernieu
wing, die zich in het voorjaar van de natuur
meester maakt, als ook.de oude bomen zich
weer in nieuwe dos tooien en de aafde het
feestgewaad van bloemenweelde aantrekt?
Och nee; dan had men ook wel een paar
weken eerder of later kunnen komen, al
naar de lente vroeg of laat daar is.
Met de Paastijd deden en doen in allerlei
kerken jongeren en ouderen belijdenis van
hun geloof. Zij spreken het uit, dat zij zich
verbonden weten met de eeuwige en on
zichtbare God, Die Zijn kracht en liefde
zichtbaar gemaakt heeft in Jezus Christus.
Reeds in de oudste tijden van de Chris
telijke kerk was het zo, dat men bij die ge
legenheid een stralend, nieuw, wit kleed
aantrok. Daardoor kwam iets van het inner
lijk gevoelen naar buiten. Het nieuwe ge
waad toonde, dat er iets veranderd was; dat
men bij God behoorde en Jezus als zijn
Meester erkende.
Pasen is niet zo maar een lentefeest. Het
brengt in gedachtenis, dat eens Jezus Chris
tus, Die aan het kruis gestorven was, uit de
dood is opgewekt en opgestaan! Dat dat
onmogelijke gebeurd is, dat dood en verte
ring bij Hem niet het laatste woord hebben
gehad, maar dat Hij overwinnaar geworden
is, een nieuw leven, dat over de dood
triomfeert, is begonnen.
Pasen is het feest der feesten, omdat Gods
plan niet dood-gelopen is door het kruis,
maar ondanks de sterkste macht ter aarde
doorgaat en volkomen uitgevoerd wordt.
Pasen geeft de mensen, omringd door de
troosteloosheid van het aardse bestaan, een
uitzicht!
Hier op aarde veroudert alles, gaat alles
kapot; zit men met de brokken. Pasen
spreekt van een nimmer ophoudende ver
nieuwing, brengt mensen tot een nieuw, ge
lukkig leven. En de kleren maken de man!
Op zijn Paas-best: daar straalt iets van dat
nieuwe en blijde uit. Het roept als het ware
uit: „Zie eens, wat een feest het voor mij
is". Paas-best, want Pasen is het beste, wat
men ontvangen kan.
Uitdrukkingen zijn als munten en sommi
gen raken uit de circulatie, omdat ze waar
deloos geworden zijn. Is ook het woord „op
zijn Paas-best" uit de omloop geraakt, om
dat het zijn waarde verloren heeft?
Och ja, wij hebben nieuwe kleren, wan
neer het ons uitkomt. Maar zonder het
feestkleed van Pasen is het een dooie boel!
Met Jezus, Die verrezen is uit de dood,
eindigt het feest nimmer en is het alle da
gen „Paas-best".
Roemenie heeft ter gelegenheid van de vijfde
verjaardag van het uitroepen van de repu
bliek een herinneringszegel van M bani uit
gegeven. De zegel laat drie aspecten van het
socialisme in Roemenie zien. Bovenaan ziet
men tussen de jaartallen 1947 en 1952 het
nieuwe wapen van de Roemeense Volksrepu
bliek. In het midden leest men in rode.letters:
Vijfde verjaardag van de proclamatie der Roe
meense Volksrepubliek. De zegel is In drie
kleuren: rood, geel en blauw gedrukt op wit
papier met het watermerk R P R, de grootte
ls 33 x 44 mm. Voorts zijn er twee zegels van
de serie uitgegeven ter ere van A.S. Puskin
van een opdruk voorzien. De zegel van 11 lei.
rood, heeft een zwarte opdruk gekregen: 10
bani. De zegel van 30 lel, groen, kreeg een
zelfde opdruk in rood.
Een opdruk in zwart: 3 bani, heeft men ge
plaatst op de zegels, die het oude wapen van
de Volksrepubliek vertonen, n.l. op de 1 lei
oranje. 2 lel olijf. 4 lei violet, 5 lei bruin. 7.50
lei blauw en 10 lei sepia
Post voor militairen op weg
naar Korea
Post voor de militairen van het 18e aan
vullingsdetachement NDVN, dat op 3 April
uit Nederland is vertrokken, moet uiterlijk
op 4, 10 en 17 April in Nederland ter post
worden bezorgd.
Het adres dient als volgt te luiden: Rang,
naam en legernummer, 18e Aanvullingsdeta
chement NDVN, op uitreis naar Korea. Am-
sterdam-Schiphol-militair.
De naam van het schip en de tussenha
vens mogen dus niet worden vermeld.
Opgave van het Nederlandse Rode Kruis
van Donderdag 2 April.
Dreischor
KIP-VAN DER MAAS. Cornelia Jaeo-
mina, geb. 28.12.14, echtgenote van J. Kip,
laatste adres: Papenblok D 107.
Fijnaart
MACKAV, Georglna Maria, geb. 11.7.22 te
Tjimahi, laatste adres: Van Halewijnlaan
no. 294, Voorburg.
Kortgene
DE REGT. Marimis, geb. 18.6.48 te Kort
gene, zoon van Johannes de Regt en Lena
H. Maas. laatste adres: Noord Langeweg 15,
Kats; TIMMERMAN-VAN 8TRIEN, Fran-
cina Jasperina, geb. 6.4.21 te Kortgene, echt
genote van Marinus Timmerman, laatste
adres: Veerweg 5, Kats; WIJS-MAARTEN-
SE, Neeltje Catharine, geb. 11.4.12 te Goes,
echtgenote van Jan Franciscus Wijs, laatste
adres: Veerweg 3. Kats.
Kruiningen
BALKENENDE. Dirk. geb. 10.10.00 te
Zaamalag. echtgenoot van Neeltje H. de
Dreu, laatste adres: Wittesteeweg 1: KOS-
TEN-PAASSE, Johanna Barbara Jacobs,
geb. 18.8.84 te Schore. weduwe van Jan
Kosten, laatste adres: 2? Vlietweg 2 'GOET-
HEER. Anton, geb 3.8.17 te Wolphaartsdijk,
echtgenoot van Willemina J Rottier, laat
ste adres: Wittesteeweg 1. GOETHEER, Jan
Jacob, geb. 29.4.51 te Kruiningen, laatste
adres: Wittesteeweg 1.
Middelharnis
VAN GELDER. Adrianus Kornells, geb.
28.6 76 te Middelharnis, laatste adres: Wa
terweg 97.
Nieuw Vossemeer
RAAM8DONCK. Franciscus Johannes,
geb. 29.9.81 te Nieuw Vossemeer, laatste
adres: Kortendijk 79.
Nieuwerkerk
VAN NIEUWENHUIJZEN, Olivier An-
dries Hubrecht. geb. 14.1.88, laatste adres:
Krabbenhoekseweg 389: SIES. Dirk, geb.
27.10.82, laatste adres: Molenstraat 138.
Ouwerkerk
VAN DAMME, Gerrit, geb. 13.9.39, laatste
adres: no. 198.
(Van een onzer verslag
gevers).
Bij de Apparatenfabriek
der Gebr. Stork te Amster
dam is de eerste der drie
mobiele reuzen-keukens,
die in opdracht van Be
scherming Burgerbevolking
worden gebouwd, gereed
gekomen. De uit acht wa
gens bestaande keuken-
trein heeft een capaciteit
van 1600 liter gekookt voed
sel per uur, en kan per et
maal 40.000 personen van
een warme ijjaaltijd voor
zien. De bedoeling ls, dat
men in oorlogstijd met be
hulp van deze keukens,
wanneer door de omstan
digheden de energie-voor
ziening van bepaalde delen
van ons land gestagneerd
zou kunnen raken, centraal
voor de bevolking gaat
koken.
De keukentrein omvat
o.m. een wagen met een
groot dieselaggregaat, ter
opwekking van stroom, ter
wijl op dezelfde wagen
tevens een appgraat is ge
monteerd, dat stoom ont
wikkelt, welke nodig is ojn
de kookketels te verwar
men. Een tweede wagen be
vat een waterzuiverings
installatie, zodat men zelfs
veilig uit sloot- of rivier
water drinkwater kan ma
ken, benevens een gamei-
lenspoel-installatie, terwijl
de speciale vleeswagen zo
is ingericht, dat ook ge
slacht kan worden.
De twee wagens, waarin
de keukens zijn onderge
bracht, worden naast elkaar
opgesteld, terwijl elk weer
wordt geflankeerd door een
spoelwagen, waar volkomen
automatisch aardappelen
worden geschrapt en groen
ten gesneden en gewassen.
Ter vergroting van het
werkoppervlak kunnen de
zijwapden worden neerge
klapt, en de zijzeilen om-
hooggaoracht, zodat één
grote ruimte ontstaat.
De groente en aardappels
worden via een Jacobslad-
der aangevoerd. Dwars
door de keuken loopt een
transportbaan voor de ga
mellen.
De achtste wagen bevat
de administratie, benevens
een slaapgedeelte, waar
bedden voor vier personen
zijn.
CJAAK zo heet de kampioen-worstelaar
begint een complete obsessie voor
me te worden. Ik ben nergens letterlijk
meer veilig voor zijn attenties, want hij
schijnt zeeën van vrije tijd te bezitten en
die volledig te besteden aan het nasporen
van mijn gangen. Het ongelukkigste is, dat
ik noodgedwongen een buitengewoon punc-
ftieel meisje ben. Dat moet ik wel wezen, wil
ik, «aast mijn huishoudelijke plichten ter
assistentie van Moeder, nog hier en daar
«en korreltje in- of ontspanning oppikken.
Ik ben vroeger feitelijk een grote uil
geweest: ik was op het gymnasium en wie
weet zou ik nu geen studente wezen, als
lk niet zo oerstom te werk was gegaan en
in de tweede met een rapport om op te
schieten was blijven zitten. Er stond maar
één goeie voldoende op en die was voor
gymnastiek, waaraan ze op het gym niet
de juiste waarde toekennen. In elk geval
was h«t geheel dermate hopeloos, dat Va
der me er ijlings afhaalde en bij zich op
de MULO nam. Daar heb ik toen uit de
aard van de zaak zoet mijn best gedaan,
maar doorstuderen stond toen verder niet
op het program. En nu zit ik met de gebak
ken peren: morgens meisje-voor-de-bel-
en-de-akkefietjes; 's middags wat lessen in
talen, omdat Vader me niet helemaal van
verstand ontbloot heeft .geacht en het nodig
vindt, dat ik eventuele Engelse, Franse of
Duitse relaties behoorlijk te woord kan
staan. Een enkele middag mijn duppie in
Vaders wijk, waar ik nog steeds een toe
gewijd, hoewel niet altijd succesvol leid
ster-assistente ben. En 's avonds variërend
thuis of catechisatie, of clubbezoekjes of
een praatkring.
Werkelijk: mijn tijdschema klopt als een
bus. Je kunt me altijd te 3.35 hier en te 4.53
daar verwachten. En Sjaak met zijn over
vloed aan vrije tijd laat nauwelijks één ge
legenheid ontsnappen om me op te wach
ten of gedag te zwaaien of af te halen of
te begeleiden of als een hondje achterna te
fietsen nevens de tram. Ik weet heus niet
wat ik er mee beginnen moet! Ik vind hem
doodgriezelig en ik heb hem dat al diverse
keren gezegd of laten voelen, maar hij
schijnt dat niet te begrijpen. Het is net als
of ik hem juist aanmoedig: misschien zijn
mijn reacties in zijn kring op te vatten aia
uitingen van diepe, wezenlijke liefde. Maar
ik word nog liever accountant dan dat ik
serieus op zijn bedoelingen inga. Dat zeg
gen we altijd thuis, omdat een broer van
Vader accountant is en wij geen van allen
rekenen kunnen.
■pN bleef het nu nog maar bij stille ado-
-Lj ratie op een afstand, maar Sjaak gaat
recht door zee en maakt van zijn hart geen
moordkuil. Daar komen dan weer nieuwe
verwikkelingen van, want we hebben na
tuurlijk hoopjes kennissen, die je bij een
dergelijke gelegenheid tegenkomt en die
me dan verbijsterd aanstaren. De vorige
week sprak hij me aan en had weer een
invitatie voor één van zijn geliefde films
en net sta ik hem uit te leggen, dat ik nooit
van mijn levensdagen van plan ben om ook
maar één miniatuur-bioscoop samen met
hem te betreden, of daar komt mevrouw
Poot" aanzeilen, die berucht is om haar
scherpe blik en nog veel scherpere tong.
Ik zag dat haar ogen vierkant uit haar
hoofd rolden, want Sjaak is altijd in volle
tooi als hij me op zijn jachtvelden achterna
zit «n die praal is lichtelijk opzichtig. Je
weet wel: met zo'n Amerikaanse das, waar
alle mogelijke en onmogelijke vrouwsper
sonen op rondwaren zonder al te veel aan
en de rest navenant.
Mevrouw Poot groette minzaam en sa
menzweerderig, waarop ik niet anders kon
doen dan haar kennen, maar Sjaak had
enkel oog voor mij en de rest kon ik toen
wel vermoeden. Ze 6toomde natuurlijk
rechtstreeks door naar Moeder, want me
vrouw Poots man is klasse-onderwijzer
aan Vaders school en dus bestaat er een
bepaalde omgang tussen onze families. Je
kunt me geloven of niet, maar toen ik van
die les thuiskwam, zat ze èr al en ze was
vast besloten om het naadje van de kous
te horen. Ik huppelde zo onbevangen moge
lijk binnen, en voor ze iets had kunnen
zeggen, vertelde ik Moeder, dat die broer
van Jennie, weet u wel, dat clubkind, me
had gevraagd of ik aan wilde komen, om
dat ze ziek was en of ik nog maar niet
gauw even voor het eten er heen kon gaan.
De reacties waren verrassend: de Pote-
vrouw keek beslist teleurgesteld, en Moe
der een beetje beteuterd, want ze is niet
gewend, dat we met achttien jaar nog zo
volgzaam uit de hoek komen. Ik voelde
wel een soort steel* door m'n hart gaan,
maar de zaak was nu tenminste voorlopig
opgelost en ik spurtte meteen weer weg,
terwijl ik nog net hoorde, dat mevrouw
Poot opmerkte hoe die tegenwoordige jeugd
toch zo anders was als destijds toen zij
jong was. Ze zei het zo'n beetje prijzend en
misprijzend tegelhk: ze kon er alle kanten
mee uit. De rest kon ik toen wel aan Moe
der overladen, want het is één van haar
stokpaardjes, dat je nooit je eigen jeugd
aan je nageslacht ten voorbeeld mag stel
len, omdat dat zo grenzenloos egoïstisch is.
En het raakt kant noch wal bovendien,
want je kunt tegenwoordig niet vergelijken
met een halve eeuw terug.
Enfin, 's avonds heb ik haar maar verteld
hoe de vork in de steel zat. Het naarste
was, dat Moeder zich deze hele geschiede
nis zo erg aantrekt en lk kan er toch wer
kelijk niets aan doen! Hetgeen Moeder ove
rigens ook wel weer van me gelooft, maar
ze schijnt te denken, dat ik niet doortastend
genoeg ben. Ik vraag me af wat ze zelf in
zo'n geval zou gedaan hebben, maar ik heb
net gezegd, dat je dat toch niet vergelijken
kunt, maar nou ja, enfin, lk raak er niet
meer uit wijs. Maar ik wens alle Sjaken
met Amerikaanse dassen met of zonder I
love You er op, naar de maan!
Een Hongaarse boerin beschildert de Paas
eieren met de grillige arabesken, die men
in Midden-Europa voor dit doel zo gaarne
gebruikt.
(Van onze financiële medewerker)
T~\e statistische wetenschap heeft ook in
ons land een grote vlucht genomen.
Ook het financieel en economisch beleid
van de regering wordt gedragen door het
resultaat van wetenschappelijke onderzoe
kingen, dat in cijfers en feiten wordt vast
gelegd, bij de kennisneming waarvan het
de gewone sterveling wel eerts duizelt. Het
Centraal Planbureau werkt op volle toeren
en er is in onze tijd nog nauwelijks een
verschijnsel dit niet met statistieken wordt
toegelicht. Ook de Vierde Industrialisatie-
nota. thans door minister Zijlstra bjj de
Kamer ingediend en waarin een schema
wordt gegeven van wat nodig is om het
welvaartspeil van onze bevolking te hand-
TVTanneer aan het einde van de eerste
Paasdag het duister zijn mantel spreidt,
als de lijnen en kleuren in de langzaam
dalende avond vervagen en vervloeien, zul
len we wederom de vuren zoeken en de
donkere paden gaan.
Want aantrekkelijker dan het kijken naar
een stadspaasvuur met fanfare en feestelijk
rumoer is het dwalen in de donkerte en het
zoeken naar een vuur, dat bij een boerenerf
of op het open wijde veld wordt ontstoken.
Groter bekoring ook ligt er in de verrassing
van een plotselinge oplichtend schijnsel,
daar, waar men het niet verwaohtte, een
nog schuchter, wankelend licht, dat de
plek verraadt, waar een Paasvuur gaat
branden.
Daar wordt dan de vonk gewekt in het
donkere hart van de takken- en stobben-
stapeling, die, naar oud gebruik, dagen lang
is bijeengegaard en opgetast. De vonk, die
ontgloeit aan het dorre hout en wordt tot
een vlam, eerst aarzelend en zoekend naar
steun, dan schijnbaar zich terugtrekkend,
de omtrek dompelend in duisternis, die
zwarter is dan de nacht.
lyfaar weer vlamt het licht. Het klimt
langs de hemel, het veegt tastend over
bomen en verspreide huizen en kronkelt
omhoog met vurige sidderende tongen, die
zich slingeren door het bouwsel van takken
en stokken.
Daar vliegt het al omhoog, het laaiende
vuur en baant zich een weg door de belem
merende takkenwarreling die het gevangen
wil houden, maar waaruit het zich met
wilde vurige armen gaat bevrijden.
Nu mengt zich de avondwind in het ge
vaarlijke spel. Hij jaagt een rookwolk om
hoog, die wild uiteenbarst in een regen van
vonken. Vurige vonken, die door de tak
ken van de omringende bomen schieten cn
ver er boven uit, al verder en verder, tot
ze over de velden worden uiteengedreven, I
Wilder wqrdt het vuur, want vaardige
handen weten het te voeden en aan ie
wakkeren. Woester en ontembaardei wordt
het en hoger worden vlammen en vonken
opgestuwd. Het is als een boze gee^t, die,
eenmaal opgeroepen door de mens en van
zijn boeien bevrijd, aan zijn macht ontglipt
en onweerstaanbaar, onverbiddelijk voort
raast tot he<t hoogtepunt is bereikt: een helse
baaierd van loeiend en brullend geweld!
T\e toeschouwers, naderend of terugtre-
dend, naarmate de hellebrand afneemt
of aanwakkert, zien zwijgend toe, hoe zij, die
het toezicht houden, met rustige bewegingen
hun gereedschap hanteren. Vreemd en on
werkelijk zijn hun helverlichte gezichten,
groot hun flakkerende schaduwen
haven en te verhogen, berust op een eerie
feiten en cijfers 'uit het verleden, die voor
de ambtsvoorganger van de minister. Prof.
Van den Brink in zoverre vleiend z(jn, dat
minister Zjjlstra thans tot de conclusie komt
dat wat eerstgenoemde voor het beoogde
doel noodzakelijk achtte, nagenoeg kon wor
den bereikt.
Hij constateerdê n.l. dat het totale in 4
jaar gerealiseerde investeringsbedrag 5530
millioen heeft bedragen, zijnde 90'/» /an de
raming en voorts dat dit investeringsvolume
ook inderdaad voldoende is geweest voor
de vergroting van het aantal arbeidsplaatsen,
dat in verband met de ontwikkeling van
de beroepsbevolking en van de arbeidspro
ductiviteit noodzakelijk was. Want in de
zelfde periode is het aantal arbeidsplaatsen
met ca. 135.000 toegenomen, een cijfer dat
te meer bevredigend is, wanneer daarbij
in aanmerking wordt genomen dat de ar
beidsproductiviteit in die tijd aanmerkelijk
is gestegen. Op basis van 1938 (100), be
droeg deze n.l. medio 1948 (82), in 1952 (98)
en in het vierde kwartaal van dit jaar zelfs
105. Het is duidelijk dat door een dergelijke
opvoering van de arbeidsproductiviteit vele
arbeiders op hun oorspronkelijke plaats
overbodig worden en zonder meer een aan
zienlijke vermindering van personeelssterkte
gewoed en de laatste vlammen zien met
Ook wij staan geboeid. Ook wij laten ons tegenzin hebben gelegd laten we de ameu-
doortrekken van warmte en rook en de lende reaten van het vuurfestljn achter ons
geuren van brandend harsig hout, en weten en keren terug langs de stille padsn er de
van tijd noch heengaan slapende erven.
Als dan ten slotte de wilde brand ia uit- S. VAN DEK ZEE.
2093/94. Nog een hele tijd bleef oom Tripje
stil in het hol zitten; dat duurde wel 'n
paar uren. En oefwat had hij 'n ver
schrikkelijke dorst!
Maar toen het al die tijd atil en rustig was
gebleven, wou hij toch wel eens kijken, of
de Bimaboemoe's nog op het eiland rond
liepen. Zou hij het wagen?
Eindelijk waagde oom Tripje het, voor
zichtig uit het hol te komen. Naar alle kan
ten keek hij uit, of hij niets verdachts zag,
en toen sloop hij over het amalle paadje. Zo
kon hij, een eindje verder, een plaats be
reiken die wat hoger lag.
Hier kroop hij voorzichtig op z'n buik
over de rota, en toen keek hij naar beneden.
Hij kon van hier uit het strand zien. Ja, daar
lagen de kano's van de Bimaboemoe's; hij
zag ze duidelijk. Maar wat hij ook zag, was,
dat de Bimaboemoe's daar allemaal weer bij
elkaar waren, en dat ze bezig waren, aan
boord te gaan.
Oom Tripje was daar dolblij om. Zouden
ze eindelijk weer gaan vertrekken? Als dat
eens waar was! Dan was het gevaar ten
minste weer voorbij en ze hadden hem niet
gevonden; ze hadden het zoeken dan zeker
maar opgegeven!
Ja. het was zo. Terwijl oom Tripje heel
voorzichtig toekeek, zag hij de kano's van
wal steken en de zee opvaren. Ze gingen
weg!
I ontstaat. En wanneer niettemin de perso-
neelsbezetting niet is gedaald, doch met
I 135.000 is gestegen, moet dus het aantal
nieuwe arbeidsplaatsen nog belangrijk hoger
zijn dan 130.000.
]yTen krijgt wel de indruk dat de minister
i* hier wat al te optimistisch oordeelt,
want in het ook dezer dagen verschenen
verslag van de Herstelbank wordt geconsta
teerd dat het maandgemiddelde van de werk
loosheid. dat in 1951 93.400 bedroe», in 1952
tot 137.000 steeg en op 31 Dec. 1952 met in
begrip van de D.U.W.-arb. 175.800 bedroeg.
En het is dus vermoedelijk zo, dat wel het
aantal arbeidsplaatsen door de industriali
satie van de laatste jaren aanmerkelijk is
vergroot, maar dat deze plaatsen thans niet
alle ziin bezet, hetgeen trouwens ook weer
I door de minister wordt toegegeven Hij is
van mening dat er thans in de industrie een
additioneel aantal werkkrachten van ca.
30.000 zou kunnen worden geniaats 'n aantal
dat voldoende zou zijn om de huidige werk
loosheid tot een meer bevredigend niveau
terug te brengen.
Minister Zijlstra geeft zich er echter wel
rekenschap van dat in de achter ons lig
gende jaren tal van bijzondere, voor de in
dustrialisatie en de uitbreiding vande nro-
ductie ongunstige factoren hebben gegolden
en dat 't voor de komende laren veel moei
lijker zal zijn het thans opgestelde schema
te realiseren.
Reeds in 1952 was er een teruggang. In
1951 beliepen de totale investeringen ƒ1870
millioen. in 1952 1.835 millioen. maar in
het tweede halfjaar minder dan de helft
daarvan, n.l. 785 millioen, of oo iaarbasis
1.570 millioen, terwijl, volgens de minister,
in de komende vijf jaar gemiddeld per jaar
f 1.800 millioen zal moeten worden geïnves
teerd om de werkgelegenheid op oeil te
houden. Op grond van de natuurlijke be
volkingsaanwas moeten er jaarlijks 105.000
plaatsen in de industrie beschikbaar komen,
terwijl door de noodzakelHke opvoering van
de arbeidsproductiviteit 75.000 100 000 ar
beiders overbodig worden, zodat in totaal
gedurende de eerste vijf jaar 180.000
205 000 nieuwe arbeiders in de industr'e
plaats moeten vinden. Aangenomen dat
30.000 in de bestaande bedrijven kunnen
worden opgenomen, moet het aantal werk
plaatsen door nieuwe investeringen met
150 000 180.000 worden vergroot.
De minister is in zijn slotbeschouwing van
mening dat ons volk over de kracht beschikt
om deze moeilijke taak tot een goed einde
te brengen, maar hij verheelt zich niet, dat
er vele onzekerheden en ongunstige om
standigheden zijn. Ook in het verslag van
de Herstelbank wordt gewezen op de ver
traagde activiteit inzake de nieuwe inves
teringen bij het bedrijfsleven, niet het minst
als gevolg van de dubieuze perspectieven
van de export. De ervaring heeft geleerd,
dat naarmate die export toeneemt, daaraan
door het buitenland soms plotseling belem
meringen in de weg worden gelegd, wat wil
zeggen dat die export onze volkshuishouding
kwetsbaarder maakt. Wij hebben er vroeger
op gewezen dat met het oog hierop bijv.
de directie van de Heemaf haar export be
perkt tot 20van de productie en zelfs
dit percentage nog als een bijzonder risico
beschouwt.
Uier komt nu nog een omstandigheid bij.
n.l. de vredesactle van Rusland, die er
toe zou kunnen leiden dat de opdrachten
voor de defensie worden verminderd, het
geen er reed» toe heelt geleid dat New
York deze week een vrij scherpe koersda
ling heeft doen zien. Het is wel een para
doxaal verschijnsel, dat een grotere kans
op voortduur van de vrede en de beëin
diging van de „generale repetitie" ln Korea
een ongunstige uitwerking heeft op de ver
wachtingen inzake de toekomstige econo
mische ontwikkeling. Men mag hopen, dat
een eventuele inzinking tijdelijk zal zijn
en de bespaarde overheidsgelden zullen
worden aangewend tot de ontwikkeling van
nieuwe gebieden, welke er nog ruimschoots
zijn. Maar een feit is, dat de onzekerheid
ten aanzien van de exportmogelijkheden
voor ons land door een verminderde bedrij
vigheid én de V.S. zou worden vergroot en
de werkgelegenheid door inkrimping van de
defensie-opdrachten ongetwijfeld aiou wor
den beïnvloed. Niét alleen hierom' ls het te
hopen dat men in de V.S. en Europa niet
al te zwaar onder de indruk komt van de
Russische vredesinitiatieven, want deze
kunnen ook 't doel hebben de weerbaarheid
van de tegenpartij te verzwakken.
Intussen la het gelukkig dat de nieuwe
minister van Economische Zaken de over
tuiging heeft dat de grote meerderheid van
ons volk de noodzakelijke Industriële groei
voor een overwegend deel slechts door mid
del van particuliere initiatieven wenst te
bevorderen en ook self die mening Is toe
gedaan.
Dit houdt ook voor hem in. dat de onder
nemer een zodanige netto-rendement moet
kunnen verwachten, dat "hij, rekening hou
dende met alle kwade kansen, die hij ook
bij voldoende inspanning en bekwaamheid
loopt, op zijn minst niet in een slechtere
positie komt te verkeren, dan wanneer hij
de veiligste weg had gekozen en z(jn kapi
taal op een risico-mijdende wijze had be
legd.
Vandaar dat de minister voorstander is
van fiscale faciliteiten, ai mag daardoor
het evenwicht op monetair en sociaal ge
bied niet in gevaar worden gebracht. Wan
neer men leest wat de heren Hofstra en
Oosterhuis ten aanzien van de belasting
verlaging voor het bedrijfsleven als hun
mening ten beste geven, is het duidelijk,
dat zich op dit gebied in het kabinet wel
sterke spanningen zullen voordoen.
Maar hier begeven wij ons op politiek
terreinen dat moet voor ons taboe zijn-
door DOROTHY QUENTIN
Je bent altijd een veretandi* melije
geweest en soms wel eens tè verstan
dig, naar onze mening. Omdat we zelf
zo'n gelukkig huwelijk hebben, kwam
bij ons de wens wel eens boven, dat ook
Jij iemand zou vinden, die je gelukkig kon
maken en met wie je een eigen leven zoudt
kunnen beginnen.
Denk ni<et. dat we aanmerkingen willen
maken, als ik zeg en daarbij druk ik ook
de gedachten van je vader uit dat wij
beiden die geheimhouding niet prettig vin
den, ook al is het dan tot de dag van me
vrouw Burdens verjaardag. Vader zegt, dat
een man, die van een vrouw houdt, élk
risico moet durven nemen!
Natuurlijk vinden we 't ook niet prettig,
dat je zo ver van huis zult komen te leven,
zodat je ons maar heel zelden zult kunnen
opzoeken, maar dat is natuurlijk heel
egoïstisch
Al deze dingen zijn van minder belang dan
een ding in je eigen brief: je schijnt niet
helemaal zeker van jezelf te zijn. Ben je
ervan overtuigd dat je werkelijk van Carlos
houdt, of is hef de sfeer van het eiland en al
het vreemde, dat invloed op je heeft gehad?
Als je helemaal zeker van jezelf bent, dan
stemmen wij er natuurlijk mee in, maar in
ieder geval hoop ik dan, dat je Carlos zult
overhalen om in Londen te trouwen, ook al
kunnen jullie maar een paar dagen blijven.
Laat ons spoedig verder van je horen, lie
veling. Het allerbeste van Vader en Moeder".
Het was wonderlijk, dat zij deze brief van
haar moeder kreeg een dag, nadat Mark die
brief van zijn vader ontving. Misschien
waren ze zelfs wel met dezelfde vliegpost
meegekomen en werden alleen de brieven in
de stad vlugger besteldZe dacht na
over het probleem van oudera en onzelf
zuchtigheid. Marks vader had kennelijk
slechts één dietbare wens. n.l. dat zijn zoon
zijn praktijk zou overnemen, maar hij wei
gerde een offer en liet Mark volkomen vrij
om zélf te kiezen. Héér oudera waren ken
nelijk ongerust over haar plannen met Car
los (ze moest de brief wel heel slecht ge
steld hebben, dat ze zó haar twijfel tuasen
de regels door hadden kunnen lezen), maar
toch lieten ook zij hun dochter vrij om zelf
haar keuze te doen...
Ouders hadden geen eenvoudige taak. Als
hun kind eenentwintig werd, begon een
eigen zelfstandig leven voor dat kind, dat
hun dierbaar wasVoor ouders hield ech
ter de zorg niet op, als hun kind meerder
jarig was geworden. Ze bleven zich zorgen
maken of je nu 21 of 41 was.... Toni keek
even naar Molly, die zich altijd druk maakte
over Phoebe's ontbijt, omdat ze vond dat
haar dochter niet voldoende atZe
wenste, dat ze niets naar huis had geschre
ven over Carlos, en ze was opeens vastbe
sloten vanavond Carlos te zeggen, dat het
uit moést zijn. Daarna zou ze een brief naar
huis schrijven, dat ze zich vergist had, dat
ze dwaas was geweest, maar dat ze gelukkig
bijtijds haar fout had ingezien. Ze zou maar
niet schrijven, dat ze van Iemand anders,
die al een meisje had, was gaan houden
Er kwam even een droefgeestige trek op
haar gezicht en Nigel, die haar gadtsloeg,
vroeg belangstellend:
Toch geen slecht nieuws van hula,
Toni?
Nee, dank je, zei ze anel, en tot de
werkelijkheid terugkerend, begon ze haar
andere brieven open te maken. Er wat een
briefje bij vsn Joy, haar zusje, om te vra
gen, of ze bruidsmeisje mocht zijn. Er waren
enige brieven van verpleegsters-vriendin
nen. aan wie ze over Floriana, maar niet
over Carloa, had geschreven. Een van haar
schreef: we benijden je allemaal. Jij
boft wel enorm om met dergelijke million-
nairs naar verre landen te reizen- Ik zelf
heb alleen maar een nare suikerpatiënt te
behandelen, en Wilton zit met tweelingen.
Later op de morgen, toen ze Olivia in haar
rolstoel op de galerij had geïnstalleerd en
met Fisk en Nigel naar de suikerfabriek
reed, viel het haar ln, dat vele verpleegsters
haar altijd verweten hadden, dat juffrouw
Cripps van het plaatsingbureau altijd de
beste baantjes voor héér bewaarde
Terwijl ze naar het proces van het suiker
maken keek, dacht ze met enige bitterheid,
dat geen van haar vriendinnen haar behoef
de te benijden. Alles wat ze ven Floriana
mee terug naar huls zou nemen, was het
verlangen naar een man, die niet haar toe
behoorde, maar iemand anderaEn zo
iets had haar ook heel goed in Londen kun
nen overkomenZe zou misschien wel
nooit trouwen. Ze zou door de Jaren heen
een uitstekende verpleegster zijn, die zorgde
voor andermans kinderen en in vreemde
huizen een onderdak vond
Toni luisterde nauwelijks naar de uitleg,
die Nigel en Fisk haar gaven betreffende de
fabricage van suiker.
HOOFDSTUK 24.
Toni bezat drie avondjurken en ze koos
de eenvoudigste uit voor haar avond met
Carlos. Het was een witte jurk met een
strak lijfje en een zeer wijde rok. Er was
geen enkele versiering op aangebracht, be
halve een smal tulen ruche langs het be
scheiden décolleté.
Je ziet er uit als een engel, zó uit de
hemel, zei Olivia goedkeurend, toen Toni
bij haar binnenkwam om zich te laten be
kijken. Toni had, voordat ze zich verkleedde,
Olivia geholpen bij het kleden voor het
diner en ze had met veel zorg het zware
witte haar gekapt. Ze was er trotr op, dat
ze met deze overdadige massa haar iets wist
te bereiken. Ze vroeg zich wel eens af, hoe
Juanita, die voorheen altijd Olivia gekapt
had, zich als bannelinge in het andere ge
deelte van het huis voelde; ze zag het meisje
nooit meer in Olivia's afdeling. Te oordelen
naar de vooruitgang in Phoebe's kapsel,
bleek Juanita echter nog steeds de kunst
te verstaan.
Toni maakte een buiging bij Olivia's Com
pliment en glimlachte, hoewel ze niwc In 't
minst in een stemming voor grapjei'was.
Vanavond zou ze alleen met Carloa Hjh en
met hem moeten praten. Deze man hield van
haar en ze zou hen) pijn moeten doen
Of zijn liefde wérkelijk diep zat, of alleen
maar veroorzaakt werd door zijn zuidelijk
temperament en haar jonge aantrekkings
kracht, wist ze niet. Misschien zou het voor
zijn trots pijnlijker zijn dan voor zijn lief
de Maar hoe dan ook, zou hij haar haten
voor de manier, waarop ze hem eerst aan
gemoedigd had, om hem daarna af te wijzen.
Toni had geen enkele wrede trek in haar
karakter en ze verafschuwde zichzelf om de
ongelukkige situatie, die ze zelf had helpen
scheppen. Het was yaar, dat Carlos nooit
naar een „nee" van haar had willen luis
teren, maar dat was |»g geen reden om zelf
in de waan verkeerd te hebben, dat ze iets
voor hem voeldeZe behoefde hem thans
alleen maar naast Mark te denken om on
middellijk te onderscheiden, welk een enorm
verschil er bestond tussen louter physieke
aantrekkingskracht en werkelijke liefde
Mark en zij spraken dezelfde taal, zowel
diep in hun hart als lichamelijkZe wist
dit zeker, ook al had Mark haar nooit de
get-ingste aanwijzing gegeven, dat hij haar
physiek aantrekkelijk vond
In zekere zin was ze Carlos thans dank-
baar voor zijn aandringen op geheimhouding. J
Hierdoor was ze aan het denken geraakt en
alles was nu gemakkelijker te regelen, zqn-
der dat hij openlijk een nederlaag ten Op
zichte van haar behoefde te lijden.
Olivia lachte goedkeurend, toen Toni haar
elegante buiging maakte. Ze was hoe langer
hoe meer gehecht geraakt aan dit Engelse
meisje, dat een charme en een wellevend
heid bezat, welke zeldzaam waren in de
tegenwoordige wereld.
(Wordt vervolgd).
SATERDAG 4 AP*RIL 1953 GDTIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA, f
f Lang verwacht maar toch gekomen, kan
men zeggen van de verbreding van de
Lange Noodgodsleeg. Het is een moeizame
f weg geweest, maar juist voor de Paasdagen j
is het werk gereed gekomen. De foto's van
'f de oude en de nieuwe toestand laten zien
welk een grote verbetering is totstandgeko- f
men. Door de afbraak van het pand op de
hoek van de Oosthaven kon de straat enkele 'i
meters breder worden. De Lange Noodgod-
'f steeg heeft nu een breedte van ruit?» vijf
't meter met aan weerskanten een trottoir f
van ruim een meter. De Walebrug bij de
Spieringstraat is aan de verwijding aange-
t past en zo is het in elk opzicht in deze
straat een stjik ruimer geworden. Met dit
j werk is de eerste schakel gereed van de r
tierbrede verbinding tussen Oosthaven en
Burgemeester Martenssingel. Het zal nog 'f
tuel vele jaren duren voor ook Walestraat
en Doelestraat op breedte zijn, maar tussen
Haven en Spieringstraat heeft het muizen- f
gat vast plaatsgemaakt voor een flipke f
straat. 'f
EEN OUDE, VERGEELDE FOTO, een van het atapeltje, dat, met een elastiekje er
om, in een laatje suinlg wordt bewaard en op een goede dag te voorschijn wordt
gehaald, kan aoma van die goede, gezellige herinneringen oproepen. Een foto van een
Goudse straat, xoals deze er tientallen jaren geleden uitzag. Wat ouderwetse zonne-
schermen, tramrails midden over de rijweg, aan de einder een groep woningen, die I
nu geheel ia verdwenen en waar het stadsbeeld Ia gewiJsigd. De oude Hoogstraat met
sUn dagelijks verkeer. Er gaat een paard-en-wagen voorbij, op de bok koestert de
voerman zich ln de zon. HU kan. het rustig doen, want het snelverkeer, zoals men
het nu kent. is er nog niet. Deze man op de bok Is de beer Arte van Dam, die nu 91
Jaar is en ln de WUdstraat bU *Un dochter woont. De heer Van Dam vertelde over
voorbije Joron. Jinn wlirln het leven 10 (eed WM", roei. h(J eed.
Het verhaal bègint in 1873. toen Arie van
Dam elf jaar was. In Oukoop woonde hij
toen, onder de gemeente Hekendorp. „In
die jaren had ik mijn eerste baantje. Twee
zomers heb ik het gedaan. Des morgens om
half drie ging je „inde kousen Jk
bij een visser op de Reeuwijkse plassen.
Mijn baas haalde de dobbers op en ik moest
roeien. Geloof me, soms zat ik er bij te
slapen. Maar dan hield de visser je wel
wakker. HU had een mooie atem en zong
veel. Prachtig klonk hetMled over het stille
water in de vroege morgen- Twee uur sla
pen, dan wat visjes scheppen en de dobbers
voor de volgende dag klaarmaken. Mijn
loon? 't Was 1.50 voor mUn moeder die
met dit geld wat blij was en een dubbel-
"T|E GROOTSTE inzamelingsactie, die Ne-
derland ooit heeft gekend, is feitelUk
ten einde. Het Rampenfonds heeft zich eerst
geconcentreerd op het bUeenbrengen van
de millioenen, nu komt het hoofdaccent op
de besteding er van. Ruim twee maanden
is het geleden, dat de storm Nederland zijn
zwakten liet voelen. En nog zUn op geen
stukken na de gevolgen overwonnen. De
treinverbindingen met het Zuiden zijn nu
weer zo ver hersteld, dat we normaal naar
Breda en Brussel kunnen reizen, maar de
Zeeuwse eilanden bevinden zich nog allijd
in een zeker isolement. En wanneer, zoals
deze week weer voorkwam, de storm de
golven van de watermassa's langs onze dy-
ken met wilde schuimkoppen doet voort
hollen, zUn we-nog altUd ongerust.
Onze zwakten kennen we beter dan vroe
ger. Doch gelukkig zijn onze sterke punten
meteen naar voren gekomen. Zo is het spel
van het leven. Die positieve hoedanigheden
kwamen op allerlei plaatsen voor de dag, op
dijken en in kamers van kleine gemeente-i
huizen, waar burgemeesters doortastende
maatregelen wisten te nemen, maar het dui-
deiykst hebben ze toch wel gesproken in de
zeer hoge bedragen, die voor de slachtoffers
van de watersnood zijn bijeengebracht. Het
beste punt van vergelUking vorm', wel in
dit geval de radio-actie „Beurzen open, dU-
ken dicht". Deze heeft ruim 5 millioen
opgebracht, .binnen twee maanden. Denk
eens aan, dat de tot dusver meest succes-
rUke radio-actie, de „Haak-in"-campagne
van de N.C.R.V., over het beloop van een
heel seizoen ongeveer 2.6 millioen heeft
opgebracht, waarvan Nederland dan ook be-
hooriyk ondersteboven stond, en ge weet
meteen, hoe deze ramp de mensen heeft
aangepakt.
Een positief punt dus. Met enkele nega
tieve doorntjes. De kleinhandel heeft er last
van gehad. Het normale zakenleven neeft
zelfs enige stagnatie gekend, iets v aarvan
bijv. bij „Haak-in" nooit in de verste verte
sprake is geweest. Of deze plooien door de
practijk niet worden glad gestreken, mis
schien voor de middenstand als geheel zelfs
heel aardig glad, dient nog te worden afge
wacht. Er moeten immers zeer veel dingen
opnieuw worden aangeschaft en het Ram
penfonds zal in menig opzicht voor een
echte koopkracht-injectie kunnen zorgen.
Maar misschien heeft men in deze hele iet
wat zorglUke materie wel het minst verno
men van de mensen met de allergrootste
zorgen, omdat het dan handelt om beroe
pen. die van nature niet met hun tegen
slagen te koop lopen. Hoe staat het bij
voorbeeld met de artsen in de nog steeds
ontredderde watersnoodgebieden. wier pa
tiënten naar alle zijden zijn weggestoyn
en die hun handen waarschijnlijk vol neb
ben met allerlei extra-werk. waarvoor geen
tarieven bestaan? Zo zUn er heel wat din
gen, die in de noodgebleden spelen en waar
van men daarbuiten eigenlijk geen flauw
besef heeft.
Het Rampenfonds moet nu trachten de
gaten, die in beurzen en levens zijn gesla
gen, enigszins te dichten. Met het totale
bedrag van omstreeks 98 millioen is wel
wat te beginnen. In het begin van de aci'e
werd door deskundigen een opbrengst van
tussen de vUftlg en zestig millioen geschat.
Dat bedrag is ver overtroffen. De vaart was
er de laatste weken niet meer zó in. maai
dat was menselijkerwijs ook niet mogelUk
geweest. Niettemin zal het totaalbedrag
door het nadruppelen van allerlei giften in
de richting van de honderd millioen vor
deren. Er kan naar Kijkers mening, weinig
twUfel bestaan, of bU deze ramp is het top
punt van binnen- en buitenlandse offervaar
digheid betoond, dat de wereld tot dusver
in soortgelyke omstandigheden heeft mogen
beleven.
En nu komt het andere stadium dat van
hulp en herstel in de officiële en in de per
soonlijke sfeer. Er wordt thans minder aan
de getroffen gebieden gedacht, omdat ze wal
buiten de felle flitsen van het directe
nieuws zUn geraakt. Kijker moet beken
nen, dat hU nog niets van de uitwe' k'na van
de storm op de geteisterde eilanden heeft
gezien, maar van mensen, die er we. waren,
weet hij, hoe oneindig triest en troosteloos
het er op vele plaatsen nog uitziet en h e
juist de mensen er in hun kleine, inti*me
Nederlandse leven, met hun huiselijke doe-
ning en hun meubels zijn getroffen. Er sl
nog ontzaglijk ve -1 :o doen voor eer. Ran-
penfonds, ook in organisatorisch opz.cht.
Het valt waarlijk niet mee een zo groot be
drag over duizenden in allerlei ge! .o.fen
■treken zo uit te smeren, dat er het gur.-
■tigst mogeiyke effect me? wordt bereik'.
Volmaakt zal dit werk nimmer kunnen vor-
den gedaan. Wel mag worden vei wacnt en
moet zelfs worden verlangd, dat het óy re-
deiyke wUze zal geschieden.
Geld goed uitgeven is misschien nog een
grotere kunst dan geld verdienen. Het Ram
penfonds heeft bil wijze van spreken veel
geld kunnen verdienen, dank zij de goede
Wil van allerlei volkeren, de Nederlanders j
zelf natuurlijk voorop. Dat geld is heus niet
allemaal zo vanzelf voor de dag gekomen.
Er zUn offers voor gebracht, ln allerlei op
zichten. Nu komt het er op aan. dat wU
net zo'n goed figuur slaan bU. het besteden
van de millioenen. Dan heeft Nederland
tndermaal een slag gewonnen
KIJKER.
tje voor mezelf. In die jaren was een kind
nog blU met 'n dubbeltje. Maar voor 'n cent
kon je in die jaren meer kopen, dan nu
voor een kwartje".
Na die vissersjaren ging Arie van Dam
by de boer werken. Van halfvier tot des
avonds zeven in touw. Werken met schof
fel en riek, spa en melkemmer. Een lange
werktijd. Ja, zo was dat vroeger, maar
tussen de middag had je wel even vry.
't Boerenvak werd naar verhouding slecht
betaald. Een gulden per dag, maar je had
braaf de kost. BU verschillende boeren heeft
Arie van Dam gewerkt. Niet alleen onder
de rook van Hekendorp, maar jaren later,
toen hU in Gouda was komen wonen, in
Boskoop en Zevenhuizen. Elke morgen liep
hU met een man of vier van Gouda naar
het werk in Boskoop of Zevenhuizen. Je
had er al een paar uur opzitten, voor je
begon. En des avonds terug.
Maar eerst heeft de heer Van Dam lange
tyd in Gouda gewerkt in de bakkery en
keuken van meesterkok Breebaart, die zijn
zaak op de Markt had. Het was In het eerst
vreemd natuuriyk, maar door veel vragen
is de landbouwer-bakker wijs geworden.
Wat tot zijn werkzaamheden behoorde?
Koffie-branden, babbelaars koken volgens
een oud (geheim) recept. De beroemde bab
belaars van Breebaart. Het „inmaken van
eieren", elk jaar zo ongeveer zes tot zeven
duizend stuks, die eerst getikt werden voor
zU onder de kalk gingen. Hij moest ook bo
ter inmaken, wat een heel secuur werk was
om sterk worden te voorkomen.
In de ijsmijn
Tegenwoordig heeft een bakker zich met
deze beslommeringen niet te bemoeien, net
zomin als hij zicttNhens zorgen maakt om
zijn wagr vers te houden. Een electrische
ijskast staat hem nu terzijde.
Maar vroeger? „Bakker Breebaart, ver
telt de heer Van Dam. had op een eigen
stuk grond een paar ijsputten, langs de
spoorbaan bij de Derde Kade. Des winters
hakten we het ijs uit de putten en sloegen
het op in kelders, die er by stonden, flinke
houten gebouwen, die twee wpnden hadden,
waartussen turf en zaagsel was gestopt.
Binnenin was het een grote klomp Us. zo
groot als een flinke kamer. Wanneer we ijs
nodig hadden we verkochten het aan
bijna alle Goudse slagers en bakkers dan
gingen we door de dubbele deur. maakten
licht, sloten de deur en hakten staven weg.
uit de „ijsmUn", zoals de mUnwerker ln de
schachten de kolen wint.
Met paard en wagen zie foto brach
ten we het Us rond, duizend kilo voor
12,5ft De slagers legden de staven in een
flinke, vierkante kist. spreidden er een
schone doek over en bewaarden daarop het
vlees. Zelf maakten we er ook consumptie
ijs van. voor bruiloften en partUen. 'k Had
een goede boterham er mee. hoewel er veel
concurrentie was. Maar als collega's het
goedkoper gaven, gaf ik een stukkie meer.
Als et geen Us voldoende was. haalden we
het bU de Rotterdamse brouwerUen voor
vijftien cent per kilo. Nu moet je het ijs
voor een gulden per kilo verkopen".
Varen en lopen
Na Boskoop en Zevenhuizen kwam de
heer Van Dam op een kwekerU in Bloemen-
daal. Toen hij 67 jaar was gaf hU dit werk
op, maar bleef niet by de pakken neerzit
ten. Het was de tUd van werkloosheid, be
trekkingen waren dun gezaaid. „Maar aan
de steun wilde ik niet. Brood bakten we
zelf. boter maakten we zelf. Ons eten was
goed. Boter van de dag. brood van de week
en kaas van het jaar".
De heer Van Dam ging kalmoes uit het
water halen, soms tot onder Den Haag. Da
gen ging hij op pad. varend van de ene
sloot naar de andere, langs vaarten en ïi-
vieren. Des nachts sliep hU bU de boer in
een hooiberg. Wanneer je wegging kreeg je
een kop koffie en als het een goede boer
was een boterham er bij. Kalmoes bracht
veel op. 'k had f 40 tot 55 per week. Veel
werd naar het buitenland gestuurd.
Toen volgde de laatste werkkring van de
heer Van Dam. HU begon een handeltje :n
eieren, boter en kaas. Met de trein ging hij
naar Den Haag. waar hU langzamerhand
een grote klantenkring opbouwde. „Eerst
verdiende ik net mijn reisgeld terug, maar
al spoedig had ik een omzet van driedui
zend eieren en honderden ponden kaas. die
ik bij de Goudse kaashandelaren kocht.
Thuis achter de woning in de Derde Kade
had ik veertig kippen en een twintig konli-
nen. Daarvoor zorgde mUn vrouw in de
uurtjes, dat zU niet voor de twaalf kinderen
behoefde te zorgen. Vier dagen per week
naar Den Haag. Lopend, met twee manden
en een juk. Dan met de tram naar Scheve-
ningen en dan lopend naar het station te
rug. Tot ik 76 jaar was heb ik het gedaan.
Eieren vier cent kostten ze boter cn
kaas. En soms ook bout. 't Was een zwaar
werk. maar toch ook goed.
'tvWaren goede jaren, waarover ik met
ilezier vertel, omdat dan de oude tUd her-
op de ReeuwUkse Plas. op het land.
in de Usmijn en die klantenkring in Den
Haag. 'k Had
plezie
leeft.
Had alles voor geen geld willen
missen".
Een foto uit de oude doos. Toen de 91-
jarige van thans nog voerman was en reed
door de straat, waar als toppunt van mo
dern vervoer de stoomtram van Gouda
(KleiwegHoogstraatMarktTiendeweg—
Fluwelensingel) naar Oudewater reed. De
heer Van Dam kan er smakelijk over ver
tellen. Zijn geest is nog sterk en wat de
benen betreft: hij mag nog graag een
kuiertje maken. Hoeveel hU in zijn leven
gelopen heeft. hU weet het niet. maar 't is
een eind.
(Van een medewerkster).
DE KALENDER VERTELT het. de «wel
lende knoppen aan alle takken bevesti
gen het en de kwetterende mussen 's mor
gens vroeg in de dakgoot overtuigen ook de
laatste twyfelaar: de lente is gekomen. De
huisvrouwen slepen met dekens en matras
sen en laten haar stofdoeken wapperen, haar
echtgenoten laten shawl en handschoenen
thuis en de kinderen komen uit school met
de boodschap, dat ze „stikken" in die dikke
trui. Ook de dierenwereld wil goed voor de
dag komen na de lange winter en de vo
gelpakjes worden glanzend en kleurig, dat
wil zeggen, die van de mannetjes. De
vrouwtjes houden het winterpak aan, dat
biykbaar nog best een seizoen meekan. Dat
de dames in de mensenwereld niet ook tot 'n
dergelijke conclusie komen, daarvoor zorgen
in deze weken de etalages van de modema
gazijnen. die elk jaar aantrekkeiyker wor
den. „Met Pasen iets nieuws" roepen zU de
lezeressen toe. Maar de korte mouwtjes, öe
dunne stoffen, ze zUn oog weinig practisch
voor de vroege Paasdagen van dit jaar. Toch
blijft het idee van „metTasen Iets nieuws"
hangen in de hoofden van de vrouwen, die
dagen lang een hoofdoek gedragen hebben
om beschermd te zUn tegen het stof. dat uit
matrassen, dekens, overgordijnen en kleed
jes opsteeg.
Over die hoofden gesproken, daar heb je
het nu net. Als een voorjaarsjaponnetje nog
wat te kil, een zomerjas iets te luchtig is,
dan een nieuw hoedje om het voorjaarsidee
toch zichtbaar te dragen. En de hoeden
modiste, die deze gedachtengang verwacht,
heeft al lang van te voren, in haar atelier
nieuwe modellen gecreëerd. Zij richt een
etalage in, zó smakelijk om naar te kijken,
zó vol van frisse voorjaarskleuren en luchti
ge nietsjes, dat zelfs de vrouw, gepantserd
in het vaste voornemen, „niet aan die onzin
mee te doen, vóór het echt voorjaar is", toch
de pas wat inhoudt.
Voor die fleurige dopjes op de standaaro
belandden, is er heel wat gebeurd in hei
atelier achter de winkel, dat de koopsters
niet te zien krijgen. Nog een deur verdei
kan men vilthoeden in de allerprilste vorm
zien. de z.g. stompen, die in stapels op plan
ken liggen en het meest aan een verweerde
cowboy-hoed doen <Jenken. In deze ruimte
vallen verder grote Uzeren gevaartes op.
waarvan het middelpunt wel iets van een
puddingvorm heeft, de hoedenpersen. Kijkt
men wat beter, dan ontdekt men dat de pud- j
dingey onderling verschillen: er zijn er met
ribbels, met uitstulpingen aan beide zyden I
of maar aan één kant, met diepe knepen
rondom en nog vele andere variaties. Ze be- i
staan uit twee delen en men behoeft geen i
detective te zijn om te begrijpen dat tussen j
die delen in. de hoeden in de juiste vorm
worden getrokken.
Wat er allemaal aan te pas komt, eer een
vilten dopje klaar is om de voorbijgangster j
toe te lachen, moge blijken uit het aantal
bewerkingen, dat de ruwe vorm ondergaat, j
Eerst wacht een apprêtbad, waarna het nat- I
te geval zonder meer door de wringer wordt
gedraaid. Na het drogen volgt het stomen,
waardoor het vilt in de gewenste soepele j
toestand komt om tussen een stel door gas
verwarmde puddingvormen geklemd te wor
den het z.g. „trekken". Een roterende bor
stel. zoiets als men bij de schoenmaker ziet,
staat klaar voor het afwerken: borstelen en
slijpen. Na het napersings- en glanzingspro-
ces belandt de hoed pas in het eigenlijke
atelier. Daar zitten de modistes met haar
fijne vingers en een heel arsenaal van bloe
men. veertjes, lintjes en dit seizoen vooral
veel chiffon.
„Eigeniyk is dit vak niet te .leren", zegt
de dame die aan het hoofd staat van het
Goudse atelier. „Als je er geen gevoel voor
hebt. hoef je er niet aan te beginnen. Er
zpn nieuwe leerlingen, die als het ware in
stinctief aanvoelen in welke richting een
strik moet staan om het juiste effect te be
reiken en er zijn anderen, die na een lange
leertijd nog fouten maken".
Intussen is het deze zomer lang niet alle
maal vilt. wat de klok zal slaan, integen
deel: stro is favoriet. Er komen ook stro-
vormen aan in het atelier, d.a. uit Zwitser
land. maar een groot deel van de strooien
hoeden arriveren als strengen stroband en
dit ligt in grote hoeveelheden in vakken
langs de wand opgestapeld.
(Advertentie)
Juist staat een van de meisjes uit te zoe
ken. „Wat moet het zijn," vraagt de direc
trice, „Rio, Majora of Pedeline?" Het juiste
blijkt al gevonden te zijn: met een streng
Majora gaat de strostikster naar de tafel
terug. Ze legt het band om een eigenaardige
kegelvormige klos en zet een klein model
naaimachine in beweging, die een vervaar-
lyk gesnor laat horen. In de linkerhand
heeft zU een ronte van stroband, spiraal
vormig opgebouwd en met het nieuwe band
zet ze de bewerking voort, waarbij het smal
le band op het naastliggende wordt gestikt.
Onderwyi weet ze al een bolle vorm aan het
steeds groter wordende strooien pannekoek
je te geven.
Een buitenstaander kijkt er zijn ogen op
uit, hoe vlug en handig een strostikster haar
werk doet en niemand zal verbaasd zUn te
horen dat er maar weinig meisjes zyn, die
het vak goed verstaan. Het blUkt trouwens
geen specifiek vrouweiyk karweitje te zijn,
want achter een van de fel snorrende ma
chientjes draait een heer met precies dezelf
de handigheid zijn rondjes als de meisjes
naast hem.
ZUn de strooien dopjes ten slotte groot ge
noeg, dan komen ook deze in de ijzeren pud
dingvormen terecht. Van deze vormen wor
den er elk seizoen een aantal nieuwe aange
schaft. In een middelgroot atelier als dit
dertig tot vijfendertig. Er zyn modellen, die
het een aantal seizoenen uithouden, maar op
de duur komt toch de tyd, dat het uit het
atelier moet verdwijnen en plaatsmaken
voor het snufje, dat zich op dat ogenblik in
de gunst van de dames verheugt.
Wanneer de strooien en vilten hoeden ten
slotte na de louteringen van vuur, water en
nog andere beproevingen door de slanke
vingers van de modistes tot ware creaties
zUn getoverd, komen ze in de winkel terecht
waar weer andere meisjeshanden ze behoed
zaam op standaarden plaatsen of tegen een
harmoniërend shawltje neervlijen.
Dan duurt het niet lang meer. of de eerste
koopster komt binnen, verlangend om haar
verse parmanentje met een passende bekro
ning te voltooien.
En die koopsters? Daar kunnen de meisjes
ook nog wel wat van vertellen. „Er zyn da
mes, die precies weten wat ze staat en wat
ze willen hebben. Anderen willen geraden
zijn en wachten dikwijls het advies van ons
af. En dan zyn er ook nog de besluiteloozen,
die de hele winkel overhoop laten halen en
toch niet kunnen slagen".
Het spreekt vanzelf, dat niet iedere dame
dezelfde eisen stelt aan een nieuwe hoed.
Trouwens, dat zouden de modistes helemaal
niet aardig vinden, want dan zouden ze met
een enkel model kunnen volstaan. Dames
van buiten hebben weer andere verlangens
dan die uit de stad en ook met de leeftyd
van de cliënten moet rekening worden ge
houden.
Voor de winkel begint nu een drukke tijd,
die duurt van even vóór Pasen tot na Pink
steren, terwijl het atelter het langzamerhand
wat kalmer aan kan gaan doen. Maar als
deze zomer de meisjes in de winkel het rus
tig krijgen, dan staan in de ijzeren pudding
vormen alweer de nieuwste wintercreaties in
dampen. Maar daar wil in de prille lente
weken rond Pasen nog niemand aan denken,
ook de modiste niet. die met een glimlach
om de lippen de vrolijk getinte kwikjes en
strikjes rangschikt op de hoedjes, die de be
woonsters van de Goud6e streek in staat zul
len stellen op haar Paasbest voor de dag te
komen.
Het feit, dat onze Waag een steen heeft
laten vallen en misschien moet worden ge
restaureerd, heeft natuurlijk menig stadge
noot, die een open oog heeft voor de
schoonheid van zgn stad, met enige zorg
vervuld. Gelukkig is in onze gemeenteraad
I deze zaak onmiddellijk viiddels vragen aan
I de orde gesteld. Het geval met die juffrouw,
die indertijd door een rioolrooster op de
Markt zakte, ligt ons nog vers in het geheu
gen. Het mag inderdaad niet voorkomen,
dat gemeentelijke gebouwen stenen laten
vallen op voorbijgaande gemeentenaren.
Het gemeentebestuur, in zaken restauratie
betreffende zeer vaardig en ter penne zeer
snedig, heeft bereids de eerste stappen on
dernomen. Het heeft prof. dr mr ir P. A. N.
Latjes verzocht het gebouw aan een gron
dig onderzoek te onderwerpen. Deze heeft
Maandag eigenhandig de deurposten en
raamkozijnen beklopt. Hij is tot de conclu-
gekomen, dat het gebouw een voor-
■rtse verzakking vertoont, doch kon de
mening, als zou dit een gevolg zijn van
het moderne verkeer, dat steeds in zwaarte
en intensiteit toeneemt, niet onderschrijven.
Nadat hij zich omstandig had laten voor
lichten, omtrent het gebruik van het ge
bouw. toonde zich zeer geïnteresseerd,
toen hij hoorde, dat zich aan de voorzijde
meestal een aantal min of meer vergevor
derde mannen pleegt op te houden, dat
daar zwaar staat te bomen. Op zijn ver
zoek heeft de politie de hand op deze man
nen gelegd en ze vervoerd naar het labora
torium van prof. dr Kouwengront, de lei
der van het Bodemduikonderzoek aan de
Technische Hogeschbol te Delft. Het resul
taat van dit onderzoejf zal binnenkort in
blauwdruk verschijnen.
Ondertussen zitten de historici niet stil.
Overal waar stenen komen vallen uit histo
rische gebouwen, worden dergelijke lieden
wakker. De ijverige secretaris van de Ste
delijke Oudheidminnende Sociëteit (S.O.S.),
mr A. Putjes, zal een uitgebreid, diepgaand
en langdurig onderzoek instellen naar de
bouwmeester van De Waag. Sedert jaren
wordt aangenomen, dat dit een zekere Pie-
ter Post is, zomaar: Pieter Post, met niks
voor zijn naam, een eerzame timmerman
en metselaar. Deze veronderstelling nu is
bezig een strijdvraag te toorden.
Natuurlijk heeft het loslaten van de
steen behalve ambtelijke molens ook andere
gedachten aan het werk gezet. In de naast
De Waag gelegen oude stadsherberg is
immers destijds' een in steen gehouwen pro
test gemetseld. Deze herberg moest enige
voeten lager blijven dan de Waag. Van
enige rivaliteit tussen deze gebouwen is
echter geen sprake meer, verklaarde de
eigenaar „De lijd heelt alle grieven", zei
hij.
Bij de bewoners van de nieuwgebouwde
stadswijken overheerst thans een gevoel
van bewondering voor onze vroegere bou
wers.
„Hoe is het mogelijk zeggen zij, „dat
zo'n gebouw nu pas aan het vervallen i$".
By het stadhuis was zo iets verklaarbaar;
dit xuas immers op het taaie materiaal koe
huiden gegrondvest. Een nader onderzoek
zal moeten bewijzen of inderdaad waar is.
wat vermoed wordt. n.l. dat de f unitrif g
uan de Waag uit Paaseieren bestaat.
JAN TERGOUW.
tAdvertentie
Bruckner en het nobele Bede voor 't Va
derland. uit Valerius'. Een dergelijk koor is
een waardevol bezit voor de stad.
Het vocale gedeelte werd verder verzorgd
door de sopraan-zangeres Rie van Leeuwen.
ZU zon» o.a. drie liederen van Mozart en
drie van Schubert en dwong daarmee het
publiek tot grote aandacht en gul applaus.
Van buiten de stad waren medewerken
den aangetrokken. Geheel belangeloos trad
Goede gedachten en nobele initiatieven
leiden helaas niet altUd tot het verwachte
resultaat en daarom was het jammer, dat de
promotor van de Goudse Rampenfonds
avond genoodzaakt was geweest om te ver-
hulzen van de Nieuwe Schouwburg noar de mevr H~nny von IrK„ ult Den Haag met
zoal Kunstmin. Om het resultaat maar da- ha baIletschooI op De reiskosten zelts,
delijk te vermelden: de avond heelt ruta had men voor dgen „kentag genomen,
vierhonderd en vijftig gulden opgebracht. H al ru!m vler Jaar geied<,n, dal
Mevrouw M. James-v. d Hoop, die met de Gouda he, balle, Joosz. beloelt krecg
burgemeester deze avond bijwoonde deed Donderdagavond heelt mevr. Van Irsen
In haar openingswoord de blijde mededeling. tote0 wat me„ eigenlijk al die tijd
dat de Goudse bijdrage aan het Banioen- h |s, Het sr00tste sueces van de
tonds Bisteren de twee honderd en vtiftis avond kwam op tekenlng van haar en haar
duizend gulden was gepasseerd. Daarbij i
de opbrengst van gisteravond niet gerekend
Mevrouw James was van mening, dit het
»oed was bij het uitspreken van erkentelijk
heid geen namen te noemen, doch zij maak
te één uitzondering: de heer A. van der
Werf. de pachter van „Kunstmin" kan
blijkbaar het Rampenfonds nooit iets wei
geren. Hij gaf niet alleen zijn zaal, doch
daarbij nog tien procent van zijn ont
vangsten.
De samenstelling van een programma van
een dergelijke avond is een voortdurende
bron van passen, meten en moeilijkheden.
Natuurlijk kan men een beroep doen op de
goede wil van het publiek, doch de pres
taties moeten van een zekere standing zijn
Gelukkig beschikt men in Gouda over een
aantal krachten op wie nimmer tevergeefs
een beroen wordt gedaan.
Een deel van het nubliek heeft voor het
eerst kennis gemaakt met het mannenkoor
Gouda's Liedertafel onder leiding van Moss
Wolff. Het opende met Ave Maria van Ar-
cadelt en besloot hët tweede optreden met
het gevoelig gezongen Am Grabe vanC. de Man jr.
leerlingen. Dit spel van gratie en charme
(Spitzendans!) was wel het hoogtepunt. De
choreografie van de Tango Bolero werd
subliem uitgevoerd. Jammer, dat men soms
heel even last had van de afmetingen van
het toneel.
Jan de Winter had het slot-declamatoriam
geschreven, de Goudsbloemleden F. J. Kra
mer en C. L. Berretty en de T O G.-speler
C. de Bruin voërden het op. We misten
daarin het massale, het dreigende, de on
heilspellende dreiging van een watersnood,
hoewel de tekst fors en krachtig werd ge
zegd. De balletgroep gaf een uitbeelding van
de aanstormende, vernielende golven.
Het slot van dit spel Luctor et Emergo"
was goed gevonden: de Nederlandse vlag als
symbool van onze eenheid en het Wilhelmus
dat Gouda's Liedertafel achter het toneel
zong
Het cabaretgezelschap ..De Speeldoos"
heeft ter afwisseling uit zijn gevarieerde re
pertoire geput.
Het geheel stond onder regie van de heer
Voor Rampenfonds
Het te dezer stede voor het Nationaal
Rampenfonds byeengebrachte bedrag is nu
op 250.000 gekomen.
Reeds verantwoord 238.355.86. Nieuwe
bydragen De Z. 10; J. K. 10: N.V. Aan-
nemings My „Gouda-Zuid-Holland" 406.38
collecte Matthöus Passion J 275-50; vervolg-
afrekening binnengekomen giften bij de
..Goudsche Courant" 2879.43. J. W. van
Kogelenberg, zesde afrekening bedrijven en
giften 1304.73; Personeel P.T.T. over Maart
157.56; Personeel Gemeentelijke Dienst
voor Sociale Zaken 120; J. C. Kuilenburg,
Tasmanië ƒ50; mevr A. P. Bellaart—Kers
bergen 750.—; door enige bedrUven recht
streeks aan Rampenfonds overgemaakt
J 6255.41. Totaal tot en met 2 April
250.574.87.
Zestiende verantwoording van bij de
„Goudsche Courant" ingekomen giften:
mevr. D. 10. M-J O. (5 Zwitserse francs)
4.32; v. d. Wal. Amerika 19; mej. v. W.
10, voetbalvereniging „Victoria"' 121.48.
In totaal heeft de „Goudsche Courant"
voor het Nationaal Rampenfonds ontvangen
19.247.53, welk bedrag aan het Gouds co
mité is overgemaakt. De gelegenheid tot
storting bij ons blad is nu gesloten.
KAASMARKT MEERKERK.
I April. Aangevoerd 5 partijen. Eerste
kwaliteit 2.17-2.18. Handel kalm.
F