fS
Y>
mWAR EIGEN D
eïdingmoeiiMheden
Zij en keerzij
De marskramer en de
oude munt
^1
Nasreddin Khodja,
De weg welke het borduurwerk ging
WORDEN OPGELOST
De heren gaan 't anders doen
lm
pagina 2
BOEKENKEUR
Daar was laatst een
meisje loos
Volkshuizen
Het Boek Hosea
Teïr.rt"e^Wl,5r.
De Wedergeboorte
Onze Week-eind Kruiswoordpuzzle
SSü
Eert dubbele
verrassing
Cijfers op een rijtje
de wonderlijke schoolmeester
De sterke man
s
BELLDHOMANS ZONDER „BEELDEN"
Opleving in onze dagen
De sterren
zeggen....
M
VAN HOGE KUNSTUITING TOT KNUTSELWERK
KENT U
BOUILLABAISSE?
I
k
t
DUIZEND £n EEN
ZATERDAG 24 OCTOBER 1953
Tiaar WAS DUS TIM, rel ik de vorige
keer. HIJ liep fluitend door de gang en
ik hing over de trapleuning en eiste uit
«Ue macht om zijn aandacht te trekken.
Eindelijk kreeg hij me ln de gaten en
vroeg: „Wat doe Je slangachtig? Wat heb
Je?"
„Kom eens hier I" fluisterde ik terug.
Er was fetelijk helemaal geen reden
om zo geheimzinnig te doen, want vader
ls nu weer zo ver, dat hij overdag op school
ls, en 'a avonds zich van tijd tot tijd op
een vergadering tracteert. Maar aan de
andere kant kun je de situatie met Tom
en Tineke ook niet van de grote toren af
blazen.
Op een of andere manier begreep Tim,
daj er iets aan het handje was, en hij sprong
met drie treden tegelijk do trap op.
„Vooruit, biecht op", zei hU, „wat ia het
vandaag, liefdessmart of liefdesgeluk?"
Ik zei enkel weer „SSSttt 1en loodste
hem mee mijn kamertje binnen om hem
vervolgens het hele verhaal te vertellen.
Dat ik wist wanneer Tom en Tineke gingen
trouwen en waarom Tom het allemaal zo
Btiekum had gehouden en dat er geen kerk
aan te pas kwam en dat ze toch graag had
den. dat wij op het Raadhuis kwamen, en
dat ik er geen klap aan vond, maar dat we
hen natuurlijk niet in de steek mochten la
ten
Niet zo leuk, hè vond Tim, toen ik
allea gespuid had. „Ik weet ook niet wat
"ïvonne er van zal zeggen
Dat maakte me razend, want we zijn
en blijven broers en zusters en al dat ge
doe met die aanhangwagentjes van zwagers
en schoonzussen hing me opeens ellen de
keel uit. Ik zei dat. maar Tim hakte mijn
hele betoog in mootjes door de zeggen, dat
Tom daar dan ook eens aan had moeten
denken en dat hijzelf, Tim, er in geen ge
val over dacht om zich buiten Yvonne om
naar stadhuizen te begeven.
Daar zat lk dus weer met mijn goeie ge.
drag. Zus walt in elk geval af, omdat ze
elders woont, Wim gaat juist in militaire
dienst, Tim heeft gewetensbezwaren en de
rest bestaat uit Mil en Mik plus hoogstens
de kleineren, maar dat kan natuurlijk niet
zonder dat vader, en moeder er van weten.
Ik hpor Pukkie aan tafel na afoop van de
plechtigheden al zeggen: „We zijn vanmid
dag fijn naar het Raadhuis geweest en Tom
ls nu echt getrouwd
„Als ik Jouw was, zou ik ër eens met
moeder over praten", zei Tim. „Je kunt
haar toch bij zoiets gewichtigs niet passeren,
vind je wel
Ik knikte vaag: „Ja, maar zoiets te be
praten Valt ook niet mee
„Nou", steldeWim voor, „laten we het
dan samendoen
En zo wandelden we even later eensge
zind de huiskamer binnen, waar we thee
kregen en vervolgens tien minuten lang
op onze stoel zaten te draalen, zonder dat
we wisten hoe we precies moesten beginnen,
terwijl Wil en Mik bovendien maar geen
aanstalten maakten om naar boven te gaan
voor .hun huiswerk.
Nu is moeder helemaal niet van ons ge
wend dat we plechtig op stoelen zitten en
ze voelde meteten, dat er iets aan de hand
was. Ze zei tenminste iets over opschieten
%n niet te laat naar bed gaan tegen de zus
sen en toen die verdwenen waren, begon
ze er zelf over.
.Jullie komt over Tom* hè Wat jullie
moeten doen, nu hij veertien dagen
trouwt 4
Haar opmerking verblufte me een beetje,
want ik dacht, dat het een diep geheim was,
en nu bleek ze alles te weten-
Moeder glimlachte eventjes en zei dan:
„Nou, da«r gaan we natuurlijk samen heen,
„Ik snap er geen klap meer van", bekende
Tim. „Eerst la het moord en doodslag....
nou Ja, toch ln elk geval een hele heibel....
(dit als reactie op een frons van moeder),
en nou ineens gaan we gezellig feestvieren,
net alsof er niets san de hand is geweest.
En vindt vader dat nou zo maar alles
in orde?"
„Ik heb niet gezegd, dat we gaan feest
ieren", zei moeder. „Ik heb gezegd, dat we
r bij willen zijn als Tom trouwt En met
vader is het in orde. Hebben Jullie nu nog
jüet in de gaten, dat hij het er heel moei
lijk mee heeft gehad Je kunt het enkel
maar moeilijk hebben met dingen, die je
agn Je hart gaan. Hf) wil niet gewoon doen
alsof er niets is gebeurd, maar hij wil ook
niet wegblijven. Dat mag je ook niet doen.
Ouderfe mogen hun kinderen nooit in de
steek wten, zelfs ais ze het helemaal niet
met hen eens kunnèp,wortelen. Vader heeft
het uitgevochten eif we gaan er heen en
daarmee uit...."
„Koffiedik", zei Tim.
Met dat ene woord duidt hij de laatste
weken alles aan, wat zijn verstand te boven
gaat.
Maar ik snapte het wel: „Och Jóh", zei
ik, „begrijp dat nou eens eventjes. Wat
moet die Tineke wel van ons denken, als
we blijven koppen Gebeurd i« gebeurd, en
ze gaat er nou toch ook bij horen Ze zou
een rere indruk van de familie krijgen, wat
u, moeder
„We zijn een rare familiepeinsde
moeder. „Maar vader en mij gaat hét om
wat anders.
„O, om uw naam en zo", viel ik in de
réde. maar ik was ditmaal te vlug met een
oordeel.
„Nee, om nog wat anders", sneed moeder
mijn opmerking af. „Vader en ik zijn tekort
geschoten. We weten niet precies hoe, maar
dat Tom dit verborgen heeft gehouden
Weet je, daaruit blijkt, dat we niet goed
voor hem hebben gezorgdWe hebben
hem misschien te hoog aangeslagen. Of
hem teveel vrijheid gelaten, ik weet zelf
niet hoe ik het moet zeggen. Maar daar
mogen dat meisje en hun kindje niet de
dupe van wordenDat kan God .niet
goedvinden, weet je
„Ik geloof niet. dat Toms meisje veel om
God geeft", merkte ik op.
Ik dacht aan haar vlotte gebruik van al
lerlei woorden. Toen ik het gezegd had,
schaamde ik me opeens diep. Nu was het
duidelijk, dat ik haar kende en dat ik dat
moeder verzwegen had. En het had ook een
tikkeltje roddelachtig geklonken en erg
farizees. Maar moeder Het dat allemaal pas
seren en zei enkel „Ik geloof, dat God wèl
veel om Toms meisje geeft daarom gaan
we toch naar die plechtigheid toe
Ja, zo kun je de dingen ook bekijken.
Jammer dat men dat niet vaker doet I
De schrijfster Ro van Oven heeft uit het
oude zeemansdeuntje „Daar was laatst
een meisje loos" inspiratie geput voor een
boek, dat dezelfde titel draagt als het liedje.
In déze roman wordt het verhaal verteld
van twee loze meisjes, die belden, zij het
dan ook onder zeer verschillende omstandie-
heden, 't ruime sop kiezen. Daar is Brecht-
Je, een meisje uit de zeventiende eeuw,
aangenomen dochter van een brave timmer
man. Zij ia werkdBjk het „meisje loos" uit
het liedje, dat haar kapiteintje, op wie ze
hevig verliefd is, op slinkse wijze naar zee
volgt en met wie net zeer slecht afloopt.
Het tweede meisje is de moderne Tine, die
eigenlijk allesbehalve „loos" it Zij volgt
geen kapitein naar zee, maar wordt tijdens
een zeereis verliefd op een gezagvoerder.
Ook van deze idylle komt weinig terecht,
maar met het moderne meisie loopt het be
ter af dan met het werkelijke meisje-loos.
De schrijfster heeft haar fantasie de vrije
teugel gelaten en heeft daarmee bereikt dat
„Daar was laatst een meisje loos" een pret
tig leesbaar boek is geworden, dat echter
vrij pretentieloos is gebleven en het mis
schien dardoor juist in de vacantie wel zal
doen. Het is verschenen in de Bibliotheek
der Zeven Zeeën bij de uitgeverij C. de Boer
Jr te Amsterdam.
Het ontstaan van de volkshulzen hier te
lande is tegen het einde van de 19de eeuw
begonnen. De opkomende industrie, die aan
vele handen werk gaf. bracht ook het pro
bleem van de vrijetijdsbesteding op het ta
pijt en zo werden ln enkele groetende steden
de eerste volkshuizen opgericht teneinde aan
de behoefte aan cultuur in die kringen, waar
men door allerlei omstandigheden daaraan niet
kon deelnemen, te voldoen. De volkshulzen
hebben langzamerhand een geschiedenis ge
kregen en hun ontwikkeling, gezien ln het
maatschappelijk verband, ls zeker niet tot stil
stand gekomen. Integendeel, men bezint zich
nog alferwege hoe het volkshui «werk op de
beste wijze kan worden aangevangen en. wat
misschien belangrijker ls. kan warden volge
houden. Volkshulzen hebben ln radio en blo-
scoop een belangrijke concurrent gekregen.
Niettemin zijn er volkshulzen, die een bloeiend
bestaan lelden en zich ln de waardering van
de overheid kunnen verheugen.
ïn deel II van de serie ontwikkelingsmoge
lijkheden voor dorp. stad en land. heeft Hans
Pennants over volks- en dorpahruiswerk. wijk
en buurthuizen geschreven, dat ondier de ti
tel van Een Idee verovert de wereld bij de uit
gever A. voorhoeve te Bussum ls verschenen.
Daarin hebben wij een onopgesmukt relaas ge
lezen over de vorm van sociale arbeid, die ln
Engeland zijn oorsprong heeft gevonden en vla
Amsterdam naar Lelden kwam. Ook Rotter
dam heeft zijn steentje bijgedragen op het ge
bied van Volkshuiswerk. Het Rotterdams „Ons
huls" bijv. mag er zijn. Wat daar verricht ls.
mag worden gezien als een stukje sociaal-cul
tureel werk van de eerste orde.
Pennarts. die de ontwikkeling nauwkeu
rig gadeslaat, heeft ook de blik naar het bui
tenland gericht, met name naar de Ver. Sta
ten, waar veel op het gebied van de commu
nity organization ls geëxperimenteerd en ge
studeerd.
Een litteratuuroverzicht, achter in het rijk
geïllustreerde boek afgedrukt, kan een vin
gerwijzing vormen voor hen, die nog dieper
op dit onderwerp willen Ingaan. Niettemin
wensen wij dit boek gaarne ln handen van
hen, die zich omtrent het volkshuiswerk wil
len oriënteren. ZIJ zullen er veel van hun ga
ding ln vinden.
Hosea.
Van ds 24 hoofdstukken van dit oud-testa-
mentische profetenboek werden in
commentaar ruim 10 vertaald en verklaard
door wijlen prof. dr C. van Gelderen, na
diens overlijden heeft zijn leerling en op
volger, prof. dr W. H. Gispen. hooJ^®"®r
aan de Vrije Universiteit, het werk afge
maakt, zij het dan ook. dat deze laatste veel
minder uitvoerig is dan wijlen dr Van Gel
deren. Trouwens, het voornaamste doel van
>rof. Gispen was. het werk van zijn over
leden voorganger tot uitgifte te brengen,
openhartig bekent hij. dat hij eigener be
weging zeker niet het boek Hosea ter com-
mentariëring zou hebben gekozen vanwege
de vele moeilijkheden, waarvoor dit bijbel
boek de wetenschappelijke uitlegger stelt.
Wie deze moeilijkheden enigermate kent
en dan deze omvangrijke commentaar
daarop naslaat, vindt daarin uitvoerig uit
gewerkte gegevens. Een van de problemen
van het Boek Hosea, waarover van oude tij
den af zeer verschillend ls gedacht, vormt
het verhaal van het huwelijk van de pro
feet. Wijlen prof. Van Gelderen geeft hier
van een vergaring, welke zeer aanneme
lijk is, en die de waardevolle elementen uit
de letterlijke en vlsionnatre opvatting har
monisch combineert.
Door de brede behandeling van de eerste
tien hoofdstukken heeft de bewerker van de
laatste 4 er van afgezien, bij deze commen
taar een uitvoerige inleiding te schrijveiL
hetgeen trouwens bij een exegetisch werk
van deze opzet overbodig zou zijn geweest.
We denken hierbij, om slechte één v.»or-
hpeld te noemen, aan de uitgebreide uit
eenzettingen van wijlen prof. Van Gelderen
bij het opschrift van dit bijbelboek; dit stuk
al een inleiding op zichzelf.
Een waardevolle commentaar, welke door
de minutieuze en verantwoorde behandeling
van de stof verdient te worden aanbevolen.
Wedergeboorte, in de religieuze zin van
het woord, is stellig niet alleen een dogma
tisch begrip, doch vooral in onze tijd van
steeds verder en rationeler doorgevoerde
technisering, welke de mens dwingt tot be
zinning op geestelijke waarden, een onder
werp. dat aan practische betekenis gaat win
nen De Kerk gaat gelukkig steeds meer be
seffen, dat het kleinburgerlijk Christendom,
zoals dat vooral in de tweede helft van de
vorige en in het begin van deze eeuw tot
de fatsoenslijkheden van de bourgeoisie be
hoorde. voor de vierschaar van de critlsche
levenspractijk van het heden zich niet kan
handhaven.
Daarom is het werk van dr D. J. de Groot
over dit onderwerp, dat bij Kok te Kampen
ls verschenen ,van grote betekenis. Want het
is niet alleen toegankelijk voor theologen,
doch voor een veel bredere kring van be
langstellenden, doordat de auteur de origi
nele citaten, welke htf volledigheidshalve ln
noten toevoegt,, in de tekst vertaalde of
weergaf.
Een karakteristiek van dit boek zou aldus
kunnen worden gegeven: de auteur behan
delt in de eerste vier hoofdstukken het
vraagstuk der wedergeboorte meer ih dog
matische zin, terwijl de hoofdstukken vijf
tot en met negen daarnaast een sterker ac
cent leggen op de practicale zijde ervan. Hij
zet daarin uiteen, dat de wedergeboorte een
reële verandering van het hart van de mens
ls, welke in drie stadia tot voltooiing komt.
Deze gedocumenteerde studie over dit on
derwerp, dat het hart dér religie aangaat,
kunnen wij mede door haar toegankelijkheid
voor een brede lezerskring gaarne aanbeve
len.
Horizontaal:
I. Als volgt (atk.).
9. Pers. vnw.
11. Overschot.
14. Verdrietig.
16. Voorzetsel.
17. Bid (Lat.).
18. Reeds.
19. Bekende motorraces.
30. Iedere.
22. Lui; slaperig.
25. Zangnoot.
31. Bijwoord.
32. Als 19 hor.
34. vreemde munt
35. Gewicht.
36. Voorzetsel.
37. Herkauwer.
40. Kunstwerk.
43. Mal.
43. Zeedier.
50. De dato (alk.).
51. Stofmsat.
52. Deel vsn het oor.
54. Lidwoord.
55. Voorzetsel.
57. Verstand.
58. Soort rijtuig.
60. Ierland.
51. Reeds.
82. Walm.
54. Telwoord.
60. De somma van.
67. Anno (afk.).
69. Roem.
70. Inhoudsmaat.
71. Javaans orkest.
74. Europesan.
78. Regerlngsreglemfent
(afk.).
79. Niet vast.
80. Groente.
81. Windrichting.
Verticaal.'
1. Slede.
3. Straat-verkoperi.
3. Heilige.
4. Wat gesproken
wordt.
8. Voegwoord.
8. Stad der oudheid
7. Romeins keizer.
8. Pers. vnw. (Pr.).
9. Hard schreewend.
10. Landbouwwerktuig.
12. Naamloze Vennoot
schap (Fr.).
13. Deel van een plano.
14. Deel van een effect.
15. Rondhout.
19. Eng. lidwoord.
20. Tegen.
21. Bergruimte.
33. Niet door twee
deelbaar.
34. Bericht.
38. Vogel.
29. Europeaan.
33. Platte steen.
35. Bevel; opdracht.
38. Mak.
39. Deel van een kip
penhok.
40. Meevaller.
41. Deel van een vingei;,
44. Roofvogel.
45. Vrucht,
a Seconde.
Naar beneden.
49. Glanzen.
50. Spoedig.
51 Soort stof.
53. Inwendig orgaan.
56. Gelofte.
58. Sportterm.
59. Zangnoot.
63. Europeae hoofdstad.
65. Nobel.
88. Voorzetsel.
70. Lidwoord.
71. Gewicht.
72. Stofmaat.
73. Spil.
75. Herkauwer.
70. Familielid.
77. Ala BI hor.
BIJ een goede oplos
sing leest men op de
horizontale nummers 3,
8, 37, 28, 30. 44 en 47 een
verzoek, waaraan het
hele Nederlandse volk
dient te i
r'Ö«."
het
door uw
frankeren met
Kruls-zegels. U
een goed werk
Oplossingen van deze puzzle
uiterlijk Donderdag a.s. In ona bezit iQn.
Voor goede oplossingen worden een prtJa
van 5.— en twee pr(jzen van Z.M
beschikbaar geateld. Op bet adrea vermelde
men: Puzzlerubriek. Over deze rubriek
wordt niet gecorrespondeerd.
Oplossing van onze vorige
W eek-eind-puzzle
Horizontaal: 1. Rood, 3. Takel. 5. Teen, 7.
Egr. 9. Ara, 11. Ee, 13, Elan, 15. Open, 16. El.
17. Rolf, 19. Eden. 21.'Nader, 23. Komma, 27.
Der, 38. Breda, 32. Om, 33. Ara. 35. Por. 38.
O.L. 87. Ral, 38. Lev, 39. lo. 41. Een. 43. Net.
45. L.O., 47. Dolen. 49. Bun. 51. Netto. 53.
Menen, 54. Plet, 57. Obat, 60. L.O. 61. Meer,
Node, 85. Er. 87. Ill, 68. Een. 89. Teer, 75.
Ieder. 71. Teen.
Verticaal: 1. Roe. 2. Deel, 3. Tra, 4. Lap,
5. Tand. 8. Nel. 8. Elf, 10. Ree. 12. Er. 14. Naad,
15. Over. 16. En, 18. Olm. 30. Ede, 23. Dee,
3.1. K.O., 24. Om. 35. Ma, 36. Arren. 38. Boven,
39. R.R., 30. Do. 31. Al. 34. Aan. 35. Pen. 39. Id„
40. O.o., 41. Ee. 43. Hun. 44. Te. 45. Lt, 48. O.O.,
48. Lel. 49. Beer, 50. Neen. sa. Tra, 54. Po, SI.
Emir. 56. Tel. 57. Ode. 58. Bent, 59. Te, 60. Lot,
63. Eli. 84. Oer. 68 Reu.
rTE, zaten samen op de bank voor het hula, Geerte en Jan. Geerte breide
i-i en zuchtte, want breien vond ze niet leuk en de kluwen was nog
zo groot. Jan sneed een fluitje. Ze spraken niet veel, maar allebei dach
ten ze aan het zelfde, de logeerpartij van Jan.
Morgen zou hij een week bij zijn tante gaan logeren. Geerte kon niet
Ik wou, zuchtte Jan, dat je ook maar mee kon, want hij had wel
gezien dat zijn zusje niet erg vrolijk waa en hij wi«t wel, dat het met
sdleen door die breikous kwam.
Ach, antwoordde Geerte. Je weet het zelf ook, dat moeder het ts
druk heeft, als we allebei weg zijn.
Het enige, dat ik jammer vind, is, zei Jan, dat ik de marskramer
mis. Ik had zo graag dat horloge weer willen zien. Ja, alleen maar zien
MisBchlenatkomt}hijVwil pas als je terug bent, hij komt nooit altijd zo
^He'^Hultj^was8 klaar^en 'jan° probeerde8het^'t^Deed k** 8°®^' .Sïïïj?
hreide steek voor steek door, tot moeder haar riep om de tafel te dekken.
Terwijl zij dat deed was Jan nog
buiten.
Ik moet er toch een» iets op
bedenken, dat het breiwerk een
beetje vlugger afkomt, dacht hij.
En opeens kreeg hij een idee.
Hij had een oude munt. Jaren ge
leden had hij hem gevonden onder
een oud muurtje, dat zijn vader
afgebroken had, om het te vervan
gen door een nieuw. Hij had de
munt netjes opgepoetst. Hij moest
wel honderden jaren oud zijn, had
lijn vader hem verteld.
Jan ha,d de munt altijd in zijn
"LTier volgen twee rijen cijfer».
Probeer of Je kunt ontdekken,
welke ervan je kunt optellen om
totaal precies 50 te krijgen.
25-27-3-12-5.
15-0-30-21-10.
zak en tijj geloofde stellig, dat de
munt geluk bracht.
Hij nam hem in zijn hand en be
keek het oude geldstuk. Hij gooide
het een keer op en toen was zijn
besluit genomen. Jan glipte naar
binnen en haalde zonder dat iemand
het merkte het breiwerk van zijn
zus.
Hij nam het mee naar buiten en
begon, 20 voorzichtig mogelijk, om
in de war raken te voorkomen, de
bol af te winden.
Bij het einde van de draad nam
hij de munt en wond zo het geld-
ituk in de kluwen.
Jan was er vast van overtuigd,
mee ven,
'Jan wond da kluwen weer op
Geerte kon haar oren niet
geloven
dat het breien nu vlugger zou gaan.
Geerte mocht de munt dan als zij
hem gevonden had, meteen houden.
Diezelfde avond werd zijn kof
fertje gepakt en de volgende mor
gen reed Jan met de bakker mee
naar het station.
Jan ging altijd graag naar
oom en tante. Ze hadden een
boerderij en er was altijd van
te beleven. En Bram, de oude mars
kramer kwam wel weer een andere
keer.
Geerte hielp haar moeder, «peel
de en breide.
Ik kan het toch echt al een
beetje beter, dacht zij, want het
gaat al veel vlugger.
Ze deed ook erg haar best, want
ze had zich voorgenomen, klaar te
zijn voordat Jan thuis kwam, mor-
^Het bolletje was al erg klein. Ze
had precies wol genoeg, want ze
was xftet de sok al bij de teen.
Het lijkt wel, dacht Geerte die
middag, toen zij weer op de bank
zat, of er iets in zit, ift het bolletje.
Het is een beetje zwaar. Hoewel ze
het niet kon begrijpen, wond zij af
en daar vond zij de munt.
Sprakeloos zat zij met het geld
stuk in de hand. Zij begreep meteen
alles. Ze wist hoe Jan aan die munt
gehecht was, en dat hij geloofde dat
hij geluk bracht. Daarom was het
werk natuurlijk zo veel vlugger ge-
Ze legde de munt op de bank
naast zich neer en breide gauw de
minderingen van de teen. Ze was
zo in gedachten, dat ze niet eens
had gehoord, dat er iemand op het
pad was gekomen.
Zo Geerte, is Je moeder ln
huis? hoorde zij plotseling vragen.
Dag Bram. Ja, moeder is bin
nen. Ik ga mee.
Ze legde haar breiwerk neer en
nam de munt op.
Wat heb ja daar? vroeg da
marskramer
Geerte liet de munt zien.
Nou, dat is een ouwa. Dia
heeft nog wel waardel
Geerte kneep hem stevig ln baar
vuist
Ze liepen achterom naar de keu
ken en daar stalde Bram uit wat
hij te koop had. Geerte stond er
met haar neus boven op.
Ze zag het hqrloge, waar Jan zo'n
belangstelling voor had.
Ze hoorde het bijna tikken. Moe
der kocht verscheidene dingen.
Bram had ook een lapje stof, pre
cies genoeg voor §en rokje voor
Geerte, maar moeder vond, dat het
nog niet nodig was.
Bram dronk nog een kopje kofiie
en even later vertrok hij weer.
Geerte keek hem na. Opeens
dacht ze aan de munt.
Wat had Bram ook weer ge
zegd? Die heeft nog wel waarde!
Zou Bram er iets voor willen ge
ven, schoot het plotseling door
hoofd? Misschien wel
Op een holletje liep zij Bram
achterna.
Bram Bram! De marskramer
stond stil en Geertè riep hijgend:
Bram, kan ik met die munt
Iets kopten?
De marskramer bekeek de oude
munt nog eens nauwkeurig en zon
der iets te zeggen opende hU zijn
mars.
En, waar is je keus op geval
len? vroeg hij even later.
Op het horloge. Geerte fluis
terde het bijna onhoorbaar.
Maar dat is zeker te duur.
Helemaal niet, was het antwoord.
Het is een goedkoop uurwerk. Je
kunt er zelfs nog het lapje stof bij
krijgen.
Geerte kon haar oren niet gelo
ven, maar Bram overhandigde haar
het horloge en het lapje al.
Op een hol liep Geerte naar huis.
Wat zou moeder wel zeggen en Jan,
als hij thuiskwam en hij zag hei
horloge.
Moeder vond het ook fijn. Zij had
niet verwacht, dat de munt zoveel
waarde zou hebben.
Geerte kon die nacht bijna niet
slapen van opwinding.
En de volgende morgen duurde
het haar veel te lang, voor het tijd
was om naar het stationnetje te
gaan om Jan af te halen.
Ze was er nog een half uur te
vroeg, dat kon ze zien op het hor
loge. Eindelijk kwam de trein.
Daar was Jan.
De trein ls precies vier minu
ten over tijd, was het eerste dat
Geerte zei.
Hoe weet Je dat zo goed?
vroeg Jan verbaasd.
Voortaan kun JU het ook we
ten, en met deze woorden gat zij
Jan het horloge.
Die was bijna een minuut sprake
loos en toen kwamen de vragen
los. En onderweg naar huls vertel
de Geerie alles.
En bet waren twee vrolijke, blijde
kinderen, die even later bij moe
der, nog vol verbalen, de kamer
binnenstapten.
ZO WAS HET MET DE CIJFERS
'5I+9+0Z ffjz 'usuuoa 00
pi»l»*do ejp 'u»ne)»S el ju» »a
RARA.
4-2-5
't Klinkt fout, maar het kan goed
eijn, als Je van een Wierkant «tukje
papier, dat vier hoeken heeft, er
twee afknipt krijg Je zes hoeken.
Oef, als deze schildpad kon zuchten, zou hij het zeker doen. Nooit meer,
zo'n wedstrijd, denkt hi). Maar hij is nog niet b\j de finish en de aap legt
er voor de laatste meters nog eens even de zweep over.
Geerte zuchtte en breide, Jan eneed een /luitje l(M
TZhodja had behalve een ezel ook
nop een lammetje. Hij hield
op zijn manier van het lam in wil
de het niet laten slachten.
Maar enipe jonpelui in het dorpje
trilden een feestje geven en de
hoofdschotel zou zijn het lammetje
van de schoolmeester.
Ze wilden peen s.'echte vrienden
met hem worden, dus moesten z(j
hun plannen voorzichtig en zorg
vuldig uitwerken.
Teh slotte had een van hen een
goed' Idee. HU stelde voor in het
dorp rond te vertellen, dat over een
paar weken, naar voorspeld was,
de wereld zou vergaan.
Het duurde niet lanp, of iedereen
in het dorp sprak over niets anders.
Een paar dapen voor de vastgestel
de datum pinpen enipe jonpelui
naar de schoolmeester.
Ze vroegen hem of hty mee tril
de doen aan het organiseren van
een feestje. Iedereen moest dan
te eten of te drinken meebrengen.
TT hod ja vond het een goed idee,
alleen wist hij niet, wat htf
moest geven. Toen werd er voorge
steld: het lammetje. Daar had hij
Immers toch niets meer aan, als de
wereld zou vergaan.
Ook dit voorstel nam Khodja
wonder boven wonder aan.
Het was een feest ln de open
lucht. Het lam werd geslacht en
aan het spit gebraden boven een
vuur.
Terwijl de anderen zich vermaak
ten bleef de schoolmeester bij het
vuur zitten. De feestvierders Had
den hun jassen uitgetrokken. Die
lagen op een hoop. Terwijl z\j ver
diept waren in hun spel smeet
Nashreddln een voor een de jassen
in het vuur.
Toen ze terugkwamen waren zij
woedend, omdat aile jassen ver
brand waren, maar de schoolmees
ter vroeg beiaard: Wat heb je
nu aan je jassen, als over een paar
dapen de wereld vergaatt
Hoeveel kg heft deze sterke man
op? Tel z'n getallen op en Je weet
het!
OX Ml :13H SVAV OZ
En hij begon smakelijk te eten-
Zo zie je, het was niet makke lp*
>m deze vreemde, onvriendelijke
nan beet te nemen.
VOOR DE WEEK VAN
25 OCTOBER-1 NOVEMBER
Denkt u aan ons motto: Bevredig
uw nieuwsgierigheid, maar neem
de voorspellingen niet te ernstig
dm WATERMAN (21 Jan.-19
tf) Febr.). Toenemende span-
ningen maken het nodig elk
woord, dat u zegt of spreekt wel (e
overwegen. Pas op voor romantische
a vont uien: ze kunnen u geld en tra
nen kosten.
VISSEN. (30 Febr.—30 Mrt).
Beheers uw Impulsen en
emoties, anders staan u
thuis en ln uw werkomgeving slecht»
moeilijkheden te wachten. Een mede-
haalt een streep door uw re-
dinger h
toening.
wacht ru
RAM. (21 Maart—30 April).
Tracht niet het onderste uit
de kan te krijgen; weet te
vreden met wat u hebt. U bent ln een
opstandige bui en anderen kunnen
daarvan gebruik maken om u een
beentje te lichten. Bewaar uw kalmte!
8TUR. (31 April—33 Mei).
Het zit u deze week een
beetje tegen wacht u
derhalve voor speculatie» en doe
geen beloften. Jonge mensen ln uw
omgeving zullen wellicht oorzaak zijn,
dat u uit uw dagelijkse sleur wordt
gehaald.
TWEELING. (23 Mei—31
JT-A Juni). Uw geduld en zelfbe-
f heersing zullen op de proef
worden gesteld. Wees er op bedacht
moeilijke mensen of toestanden de
baas te blijven. Eenter: er hangen
ook verrassingen ln de lucht en al
lerlei vraagstukken kunnen tot op
lossing komen.
- dWtea KREEFT. (22 Juni—22 Juli).
Mogelijk zult u door bu-
MHöF reaucratie of onvoorziene
hindernissen verhinderd worden uw
doel zo snel te bereiken als u wenste.
Blijf kalm en wacht u voor kwaad
sprekerij of Intriges. Misschien een
onverwachte reis. Vermijd haastige
besluiten of het aanvaarden van fi
nanciële verplichtingen.
LEEUW. (33 Juil—33 Aug.).
Laat niets aan het toeval
O Ji over en wees voorzichtig
ln geldzaken en op reis. Een vriend
zal u misschien in de steek laten.
Vertrouw derhalve niet op anderen
X MAAGD (23 Aug.—23 Sept.)
U zult al uw diplomatie
nodig hebben om uit een
moeilijke situatie te geraken. Wan
neer u ln de eerste helft van de week
rAi-. WEEGSCHAAL. (S3 Sept.—
A A 22 Oct.). Zorg ln het begin
w W van de week et voor ge
beurtenissen te vermijden, welke u
ln uw beroep of particuliere leven
zouden kunnen schaden. Stel reis
plannen uit. Voorkom wrijving met
medewerkers of verwanten. Doe niets
ln het verborgene. Later kunt u ont
spanning zoeken met vrienden en op
uw gemak plannen verder uitwerken.
SCHORPIOEN. (23 Oct.—21
ln omstandigheden, welke u
buiten uzelf zullen brengen. Vrouwe
Fortuna is u niet gunstig gezind, houdt
u dus verre van gokken or specule
ren. Na Woensdag kans op een gezel
lig samenzijn en prettiger dagen.
-J) BOOGSCHUTTER. (22 Nov.
Ma —21 Dec.). In het begin van
fwl. de week ts voorzichtigheid
geboden. Financiële belangen, welke
u met anderen deelt, kunnen moeilijk
heden veroorzaken en een geldkwestie
kan een twist doen oplaaien, waarvan
niemand voordeel heeft. Geduld ls
geboden! Betere vooruitzichten voor
de tweede helft van de week.
STEENBOK. (23 Dec—20
Jan.). Besteed uw uiterste
aandacht aan uw beroeps-
bezigheden en vermijd elk risico, dat
ongelukken zou kunnen ultlokl
Luister naar anderen en let op
bezittingen. Neem ln uw werkkring
geen besluiten, welke betrekking heb
ben op geki.
overpeinzingen
digers zijn de kostbaarheden op het
spoor, de recherche zoekt vergeefs,
maar een paar wakkere knapen
slagen onder eindeloze gevaren in
de ontmaskering van de bbeven en
het vinden van de juwelen. Het is
ook mogelijk, dat er een smokke
laarsbende moet worden opgerold
alweer zijn het de vertegenwoordi
gers van de „spes patriae", die een
eind maken aan hun wandaden. Het
recept is onfeilbaar en gestandaar
diseerd. Mislukking volgt op mis
lukking, schietpartijen zijn aan de
orde van het uur, de vuisten doen
hun nobel of duister werk en de
handgrepen der Japanners maken
ieder verzet van de onderwereld
onmogelijk. Alleen het „happy end"
leidt tot de eindelijke zucht van
verlichting.
Mag je dat verhaal lezen van
je vader? vraag ik belangstellend.
Met tegenzin onderbreekt de
knaap zijn lectuur.
Weet ik niet, zegt hij ietwat
korzelig, lk heb het geleend en niet
aan vader gevraagd of die het goed
vond. Maar het is reuzespannend.
En niet zo stomvefvelend als de
meeste boeken uit Ónze bibliotheek.
En dan verdiept hij zich weer in
het veelgelezen, beduimelde boek
van zijn vriendje.
Lezeressen en lezers, ik ben het
met zijn vader eens, dat de Kitsch,
waaraan ook déze knaap verslaafd
blijkt, ongewenste lectuur is voor
opgeschoten jongens. En voor hen
niet alleen: ook velen van hun
vaders smullen er van. Maar als totf
oud en jong willen overschakelen
op werkelijke literatuur, zullen we
de jongens en de volwassenen met
verlengde puberteit boeken moeten
geven, die naast de betere k oali-
teiten van artisticiteit en eerlijkheid
minstens dezelfde mogelijkheid tot
spanning geven als de lorren, die nu
bezig zijn ons volk te verknoeien.
Wie verschaft ze ons?
YlfU KUNNEN de borduurkunst, bij het bestu-
deren van haar geschiedenis, in twee grote
groepen verdelen: de religieuze borduursels en
de z.g. leken-borduursels.
Onder religieuze borduursels verstaan we die
stukken, die gewerkt werden met een religieus
doel: het versieren van kapel, kerk, abdij of
kathedraal, of het verfraaien van de bij de ere
dienst gebruikte kledingstukken.
De leken-borduursels waren bestemd voor
privé- of huiselijk gebruik. Van geslacht op
geslacht overgeleverd behielden deze vaak een
sterk persoonlijk of regionaal karakter. De
religieuze borduursels, vaak op bestelling in de
kloosters gemaakt en bestemd als geschenk,
vormden reeds in de sterk onder Rooms Katho
lieke invloed staande Middeleeuwen de basis
voor een internationale uitwisseling van patronen
en technieken.
AI zijn er enkele borduursels bekend, die uit
de achtste of negende eeuw zouden stammen (Ka-
rel de Grote droeg voor plechtige gelegenheden
bij voorkeur geborduurde kledingstukken en het
zouden zijn schoenen zijn,
die ln de schat van St De-
nis gewaard worden, en
zijn dalmatlca in de Vati-
caanschat. Zowel zijn moe
der als zijn zuster Gisela
stonden als uitzonderlijk
knappe borduursters bekend), toch krijgen we
pas meer zekerheid in de loop van de tiende en
elfde eeuw.
Religieuze en leken-borduursels
IN DE MIDDELEEUWEN met hun enorme reli
gieuze opleving en de stichting van talloze
kloosters, waar alle vormen van handwerkkunst
werden bevorderd, traden de religieuze borduur
sels uiteraard het meest op de voorgrond. Boven
dien werden deze stukken, bestemd voor en be
waard in de kerkgemeenschappen, over het al
gemeen zorgvuldiger verzorgd, beter beschermd
tegen diefstal.
Bovendien werden bij dreigend oorlogsgevaar,
kostbare stukken in veiligheid gebracht.
De leken-borduursels hadden vaak in het dage
lijks gebruik veel meer te lijden en werden bo
vendien gemakkelijker de prooi van brand, roof
of vernieling.
Het is heel typisch na te gaan hoe in die landen,
waar vaak strijdende legers doortrokken, zo dat
ze door de eeuwen heen een veel onrustiger be
staan kenden dan andere landen, het borduren
over het algemeen minder is beoefend geworden
en er ook veel minder borduursels bewaard zijn
gebleven dan in de landen, waar de bevolking m
vrede en rust kon werken.
Om al deze redenen zijn de oudste bewaard ge
bleven borduursels bijna steeds van religieuze
aard. In het Victoria and Albert Museum te Lon
den bevindt zich de z.g. „Syoncope", stammend
uit de 14e eeuw en gemaakt in het in de Middel
eeuwen zo beroemde „Opus Anglicanum".
Het Musée du Cinquantenaire te Brussel bezit
een prachtig antependium uit dezelfde eeuw: het
antependium van St. Martin. Zo bezitten vrijwel
alle West-Europese landen nog kostbare religieu
ze borduursels uit de Middeleeuwen. Voor onze
eigen rijkdom uit deze tijd leze men: Beatrice
Jansen: Laat-Gotisch borduurwerk in Nederland.
Er is echter uit de Middeleeuwen ons een uit
zonderlijk leken-borduursel bewaard gebleven: de
z.g. „Tapisserie de Bayeux". Al meent men, dat
ook deze la& oorspronkelijk ter versiering van
een kathedraal (die van Bayeux in Normandië)
bestemd moet zijn geweest, toch behandelt dit
stuk een allerminst religieus onderwerp, n
„Hoe Willem de Veroveraar koning van Engeland
werd". Naar alle waarschijnlijkheid dateert het
uit de 11de eeuw, het meet ongeveer 50 c.m. hoog
bij meer dan 70 meter lang, is vrijwel intact
en wordt nu nog in Bayeux bewaard.
Met de Renaissance en de diepgaande veran
deringen, die zij in vrijwel al onze landen te
weegbracht, veranderde ook het beeld van de
borduurkunst. Met de verfijning van het hele le
ven ontstaan ook steeds geraffineerder borduur
sels, de kledingstukken werden steeds meer en
rijker versierd, uit de ragfijne wit-borduursels
ontstaat kant.
Van de kloosters naar de hoven
TVIET M^ER ZOZEER de kloosters, m^ar de ho
ven geven de mode aan, zo komen de leken-
borduursels op de voorgrond. In Italië groeit het
borduren en kantmaken uit tot een ware in
dustrie. Niet alleen de technieken veranderen,
maar ook de patronen en deze gaan hun eigen
Renaissance-karakter dragen. Van Italië uit ver
spreiden zich deze nieuwigheden en weldra komt
heel West-Europa onder de Invloed ervan. In En
geland wordt de wereldlijke luxe zó groot, zulke
enorme bedragen worden betaald voor borduur
sels en kanten kragen, dat koningin Elisabeth I
decreten uitvaardigt om het gebruik ervan te be
perken.
In Frankrijk worden naar Italiaans voorbeeld
en vaak met oorspronkelijk Italiaanse werkkrach
ten borduur- en kantateliers gesticht. Opder in
vloed van het eigen volks
karakter, eigen nationale
behoeften en smaak wor
den deze borduursels dan
van Italiaans, Frans-Itali
aans, al spoedig typisch
Frans van karakter. Zo
gaat het in andere landen ook! We zien dus steeds
in ieder land, in iedere streek een eigen toepas
sing van een universele evolutie ln de borduur
kunst.
In de 17e eeuw met haar steeds groeiende ko
lonisatie en zeeverkeer, komen Indische- en Oos
terse patronen de Italiaanse vervangen. Men
vindt andere technieken en materialen om deze
nieuwe patronen zo mooi mogelijk uit te wer
ken. Het wordt de tijd van de „Jacobean Em
broidery", waarvan we nog vele exemplaren in
de musea kunnen bewonderen (een prachtige rok
o.a. is in het bezit van het Rijksmuseum te
Amsterdam).
Met Lodelijk XIV en de vooraanstaande plaats,
die Frankrijk dan gaat innemen, treedt de Franse
smaak weer op de voorgrond, en de 18e eeuw
brengt ons dan de zo typisch-Frahse, sierlijke
kledingborduursels. Goud en zijde vervangen
langzamerhand de wolborduursels uit de 17e
eeuw, steeds ranker en luchtige^ worden de pa
tronen, steeds meer gaan we ook van het uitge
beelde idee over naar een puur ornament. Een
patroon, vergeten we dat niet, was oorspronke
lijk steeds de uitbeelding of het symbool van een
idee. Dit uitbeeldingsidee gaat steeds meer ver
loren, naar gelang de nadruk wordt gelegd op de
vorm van het symbool. Zo zien we een langzaam
beginnend verval van die artistieke kwaliteiten
van de borduursels; er is geen uitbeeldingsidee,
geen stimulans meer en de inhoud wordt steeds
meer vervangen door de vorm.
Ondergang
yo BRENGT DE 19e eeuw ons dan technische
perfectie, veel charme, maar bitter weinig
echte borduurkunst. Van kunstuiting tot knutsel
werk, zó is de weg, die geleid heeft van de so
bere intens-beleefde Middeleeuwse borduursels
naar al wat de Biedermeiertijd ons In overvloed
heeft nagelaten.
Op leder mogelijk en onmogelijk voorwerp bor
duurt men dan, het is de tijd van de Berlijnse pa
tronen, van papegaaien en geborduurde teksten.
Vaak zijn deze borduurseltjes werkelijk lelijk,
vaak hebben zij een grote aantrekkingskracht,
maar zelden zijn ze werkelijk artistiek verant
woord.
Tot dan de 20e eeuw met zijn ingrijpende ver
anderingen en herorganisatie van het sociale le
ven deze, zo onbelangrijk geworden, kunstuiting
vrijwel geheel ziet ten onder gaan.
Het ls pas nu in deze na-oorlogse jaren, dat men
toeer kan spreken van
iiiMiMiinHuwnmittimiitmiiitnntiiiHtm een ware opleving van
de borduurkunst, van
een herboren liefde en
van het zoeken ook
naar nieuwe innerlijke
waarde ervoor. Waar
om en hoe, daarover
hebben we het later.
CECILE DREESMANN
Grootvaderlijke
De Parijse couturière Carven heeft haar collectie „Naja"
genoemd, naar de slang, het symbool van de verleiding.
Over het algemeen rallen haar jurken recht, verbreden zich
b\j de schouders en laten de buste goed uitkomen. Het
middel zit op zijn natuurlijke plaats en wordt soms afge
werkt met een klein, weinig opvallend ceintuurtje. Dit cock
tailtoiletje, dat deel uitmaakt van haar collectie is vervaar
digd van zwart velours met gemetalliseerde borduursels.
(Foto Fred Brommet)
IN DE HUISKAMER van mijn
derde zoon vind ik zijn oudste
verdiept in een boek. Hij zit, zoals
karakteristiek (s voor de hele
familie, óp zijn rechterbeen, ge
vouwen op de stoel, en leest
Dat ik de kamer binnenkom, be
merkt h(j niet. En als ik ietwat na
drukkelijk „Dag Johannes", zeg,
bromt hij een groet zonder te weten,
"i dat hij werkelijk geluid maakt. Ik
loop op hem toe en gluur in zijn
lectuur.
„Het zal wel iets goeds zijn.^denk
ik. Zijn vader is onderwijsman,
leraar aan een modem lyceum, een
verwoed tegenstander van plat-
vloerse kinderboeken, vurig propa
gandist van „verheffing door het
goede boek" en een gevierd spreker
op ouderavonden, waar h\j de vaders
en moeders opwekt, streng toe te
zien op de lectuur, die hun kroost
in handen krijgt. Hü heeft met zijn
vrouw een bibliotheek voor zijn
kinderen samengesteld, die er ziln
mag en waarin alleen de vooraan
staanden hun paedagogisch verant
woorde producten zullen kunnen
ontdekken. En hij is er ran over
tuigd. dat nimmer een der „verder
felijke" folianten zijn veilig huis
binnenkomt.
Heimelijk gluur ik over de schou
der van de lezende jongen in „het
goede boek". Onmiddellijk herken
ik het soort. Het is geschreven door
iemand, die speculeert op de voor
keur ran opgeschoten knapen voor
sensationele gebeurtenissen, een
beeldroman „zonder beelden". liet
kan ran een der schrijvers zijn. die
zich niet allereerst afvragen: „maak
ik de jongens voor wie ik schrijf,
beter of gezonder?" maar: „hoe vang
ik ze het gemakkeliikst, waardoor
het mogelijk wordt, dat de uitgever
en ik er een slordig duitje aan ver
dienen?"
Natuurlijk is het handig opgezet.
Er is een verbofgei) schat, die moet
worden ontdekt in een oud kasteel
of een halfvergane bImker; misda-
ROK IN JACOBEAN BORDUURWERK.
(Rijksmuseum te Amsterdam)
Nederlandse vissoep is
„goede" namaak
BENT u wel eens in Zuid-
Frankrijk geweest? Dan
hebt u allicht de z.g. „bouilla
baisse gegeten, vissoep zouden
wij zeggen, want in die soep
moeten allerlei soort vissen
„zwemmen". Natuurlijk ge
bruikt men ln Zuid-Frankrijk
voor de bereiding van die soep
vissoorten, welke in de Mid
dellandse Zee worden gevon
den en dit betekent, dat u hier
ln Nederland, al zoudt u nog
zo graag echte bouillabaisse
willen maken en al bent u nog
zo'n goede keukenprinses, dit
toch nooit zoudt kunnen doen.
Wel is een goede namaakbouil-
labaisse bereikbaar met als
voornaamste ingrediënten Ne
derlandse vissoorten, bijvoor
beeld schelvis, poon, pieterman,
kabeljauw, tong e.a. Verder
hebt u nodig 1 ui, een paar pit
jes knoflook, 1 prei, een paar
tomaten, wat tijm, peterselie,
saffraan, boter, olie en brood.
Om te beginnen smoort u
kruiden en groente in boter,
waarna u de schoongemaakte
vissen toevoegt. Nu doet u er
zoveel water met wat zout bij,
tot de vis flink onderstaat. Het
geheel wordt tien minuten ge
kookt. Nu worden de vissen
uit de pan genomen en de soep
gezeefd. U dient vis en soep
afzonderlijk, maar wel tegelijk
op. De Fransen eten er brood
bij. Sommigen zeven de soep
niet, maar dienen de vissoep op
met de vis (die dan tevoren in
kleine stukjes is verdeeld) er ln.
TTALIë, dat de laatste jaren zulke
voortreffelijke resultaten boekt
in zijn streven naar een eerste
plaats in het domein van de haute
couture, blijkt ook op het gebied
van herenkleding een woordje te
willen meespreken. Heeft het dus
eerst al Frankrijk tot verbeten
tegenstander gemaakt, nu is het de
beurt aan het goede, oude, min of
meer versleten Albion, om zich boos
te maken, want, nietwaar, heren
kleding was tot nu toe Engels
terrein.
De Zuidelijke laars wenst Sich
daar echter geen steek van aan te
trekken en dicteert zijn mode
bevelen op zulk een hoge toon, dat
Engeland niet anders overblijft dan
haastigiUk in zijn keurigstijve mo
dellen ook wat fleur te gaan
brengen.
Nummer één van de nieuwigheden
is de tweede zak, die aan de rech
terzijde van het colbertjasje Wordt
geplaatst, schuin boven de zak, die
daar al jaren heeft gezeten. Een
pracht van een bergplaats voor Joa
geld. tramkaarten en treinabonne
menten.
Een ander grapje is de heupzak-
ken van de colbertjasjes zo schuin
en naar achteren te plaatsen, dat ze
bijna de zijnaad raken. Deze soort
zakken krijgen een klep, evenals de
borstzak.
Sommige jasjes
hebben sjaalkragen
en bijna allemaal
hebben ze brede
schouders en zoge
naamde gemakke-
Hjkheidsplooien
achter de mouw,
waardoor het bewe
gen geheel vrij ls.
Streng getailleerd
ls vrijwel geen en-
Een zestienjarige snakt naar
een echte dansjurk! Practisch
en leuk (8 de combinatie van
zwart tinroy (heel fijn ripsflu-
weel) rokje en cognackleurig
Wje.
Het bakvisje, düt nog te jong
is voor een mantelpak, kan er
keurig uitzien met iete, dat het
tailleur nabij komt. Een jasje
van helrood velours de laine.
dat «r(jioel recht valt, alleen
om de heupen zich vernauwt en
daaronder een rokje, nauw en
recht of wijd het kan allebei!
Hebt u nog een lapje van de
uitverkoop liggen, waarmede u
eigenlijk geen raad weetWel,
allicht kunt u er een casaque
met korte mouwtjes van maken.
Dtaagt u die op een geplii-
seerde rok, dan bent u hele
maal up to date!
Behoort u tot de werkende
vrguioen, dis een groot deel
varl de dag op een bromfiets
zitten, afgewisseld met bezoe
ken, die een correct uiterlijk
eisen? Dan is dit pakje met ge
tailleerd jasje van waterproof
ripsfluweel en ruime, vierbaans
rok precies wat u nodig heót.
Er zo nodig een gabardine
regenjas op dragen!
kei model, hetgeen de sportieve indruk, welke
deze mode toch al maakt, zeer versterkt.
Behalve de gewone drieknoopssluiting ziet men
éénknoops-, tweeknoops- èn vierknoopssluiting,
de laatste uiteraard alleen voor heel lange film
helden, want die vier knopen maken het figuur
wel erg kort.
Everglaze, nylon en orlon gaan nu ook tot de
materialen behoren, waarvan de overhemden wor
den vervaardigd. Van het everglaze moet gezegd
worden, dat het zeker niet zo'n goedkope indruk
maakt, als bij de zomerjurken yan de dames. Een
nieuw model sporthemd heeft een sluiting onder
de kraag opzij en wordt
over het hoofd aangetrok-
rM ken. Een gekleed over-
K hemd heeft nu een inge-
l P weven ruitje met een zij-
-L» j den stip.
Y* De jassen zijn aan de
korte kant, wat wel kwiek
staat, maar uiterst onprac-
f I Cgf tisch is voor regenkleding.
U Ii II fhUiaanse regenjas
v wNf 1^I heeft *rote zakl*en en heel
l\ W lil laa® ^gezette mouwen,
waarvan de ronde lijn
V/ over de borst en de rug
\\- i loopt.
Zo breed als de schou
ders zijn, zo nauw zijn de
pijpen: 23 c.m. breed is de
uiterste maat en er wordt
ook stof bespaard op de
lengte, want de pijpen ko
men niet verder dan tot
de bovenrand van de
schoen.
Ziezo, nu weet u het en
kunt u zorgen, dat uw
echtvriend, als hij een
nieuw pak gaat kiezen,
zich geen knollen voor ci
troenen laat verkopen.
Want natuurlijk gaat u
mee om een pak te kopen
of in de maak te doen en
voor uw hoogdeskundig
inzicht en grondige kennis zal zelfs
de handigste winkelbediende of
kleermaker moeten wijken. Wamt
past u op, dat uw man en de leveran
cier niet één lijn trekken om toch
nog tegen de mode in te gaan. Dit
laatste schijnt men wel niet te ver
wachten van een winkelbediende of
kleermaker, maar deze heren ken
nen hun Pappenheimers. Ze weten,
dat de meeste mannen aarts-conser
vatief zijn en maar het liefst het
zelfde model zouden nabestellen op
de manier, waarop ze een nieuw
giroboekje, waarop het adres „on
gewijzigd kan worden afgedrukt"
aanvragen.
En dus gaat u mede, omdat uw
buurman onder invloed van zijn
vrouw ook de nieuwste mode volgt
en uw echtgenoot bij hem niet mag
afsteken. Want zo maken wij vrou
wen de mode voor de man.
MARIANNE KRISTIE
Hebt u nog een oude jumper
of sweater, die u trilt afdragen
Maakt u dan een jurk van het
nieuwste princease-model, u
weet wel met hoog opgeknipte
rok en zonder ceintuur en
draagt u daaronder uw tri-
cootje! Dit staat hoogst modern!
Met een mantelpak kunt
tian de vroege ochtend tot de
late avond overal heen. U zult
er altijd correct mee uitzien.
Uw winterjas dient echter ruim
genoeg te zijn om over het pak
te dragen. Deze jas met raglan-
mouwen en twee rijen knopen
is „hét van hit" om otier een
tailleur te dragen. Kraag en
manchetten van bontecht
bever ofkonijn!