fS Y> mWAR EIGEN D eïdingmoeiiMheden Zij en keerzij De marskramer en de oude munt ^1 Nasreddin Khodja, De weg welke het borduurwerk ging WORDEN OPGELOST De heren gaan 't anders doen lm pagina 2 BOEKENKEUR Daar was laatst een meisje loos Volkshuizen Het Boek Hosea Teïr.rt"e^Wl,5r. De Wedergeboorte Onze Week-eind Kruiswoordpuzzle SSü Eert dubbele verrassing Cijfers op een rijtje de wonderlijke schoolmeester De sterke man s BELLDHOMANS ZONDER „BEELDEN" Opleving in onze dagen De sterren zeggen.... M VAN HOGE KUNSTUITING TOT KNUTSELWERK KENT U BOUILLABAISSE? I k t DUIZEND £n EEN ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 Tiaar WAS DUS TIM, rel ik de vorige keer. HIJ liep fluitend door de gang en ik hing over de trapleuning en eiste uit «Ue macht om zijn aandacht te trekken. Eindelijk kreeg hij me ln de gaten en vroeg: „Wat doe Je slangachtig? Wat heb Je?" „Kom eens hier I" fluisterde ik terug. Er was fetelijk helemaal geen reden om zo geheimzinnig te doen, want vader ls nu weer zo ver, dat hij overdag op school ls, en 'a avonds zich van tijd tot tijd op een vergadering tracteert. Maar aan de andere kant kun je de situatie met Tom en Tineke ook niet van de grote toren af blazen. Op een of andere manier begreep Tim, daj er iets aan het handje was, en hij sprong met drie treden tegelijk do trap op. „Vooruit, biecht op", zei hU, „wat ia het vandaag, liefdessmart of liefdesgeluk?" Ik zei enkel weer „SSSttt 1en loodste hem mee mijn kamertje binnen om hem vervolgens het hele verhaal te vertellen. Dat ik wist wanneer Tom en Tineke gingen trouwen en waarom Tom het allemaal zo Btiekum had gehouden en dat er geen kerk aan te pas kwam en dat ze toch graag had den. dat wij op het Raadhuis kwamen, en dat ik er geen klap aan vond, maar dat we hen natuurlijk niet in de steek mochten la ten Niet zo leuk, hè vond Tim, toen ik allea gespuid had. „Ik weet ook niet wat "ïvonne er van zal zeggen Dat maakte me razend, want we zijn en blijven broers en zusters en al dat ge doe met die aanhangwagentjes van zwagers en schoonzussen hing me opeens ellen de keel uit. Ik zei dat. maar Tim hakte mijn hele betoog in mootjes door de zeggen, dat Tom daar dan ook eens aan had moeten denken en dat hijzelf, Tim, er in geen ge val over dacht om zich buiten Yvonne om naar stadhuizen te begeven. Daar zat lk dus weer met mijn goeie ge. drag. Zus walt in elk geval af, omdat ze elders woont, Wim gaat juist in militaire dienst, Tim heeft gewetensbezwaren en de rest bestaat uit Mil en Mik plus hoogstens de kleineren, maar dat kan natuurlijk niet zonder dat vader, en moeder er van weten. Ik hpor Pukkie aan tafel na afoop van de plechtigheden al zeggen: „We zijn vanmid dag fijn naar het Raadhuis geweest en Tom ls nu echt getrouwd „Als ik Jouw was, zou ik ër eens met moeder over praten", zei Tim. „Je kunt haar toch bij zoiets gewichtigs niet passeren, vind je wel Ik knikte vaag: „Ja, maar zoiets te be praten Valt ook niet mee „Nou", steldeWim voor, „laten we het dan samendoen En zo wandelden we even later eensge zind de huiskamer binnen, waar we thee kregen en vervolgens tien minuten lang op onze stoel zaten te draalen, zonder dat we wisten hoe we precies moesten beginnen, terwijl Wil en Mik bovendien maar geen aanstalten maakten om naar boven te gaan voor .hun huiswerk. Nu is moeder helemaal niet van ons ge wend dat we plechtig op stoelen zitten en ze voelde meteten, dat er iets aan de hand was. Ze zei tenminste iets over opschieten %n niet te laat naar bed gaan tegen de zus sen en toen die verdwenen waren, begon ze er zelf over. .Jullie komt over Tom* hè Wat jullie moeten doen, nu hij veertien dagen trouwt 4 Haar opmerking verblufte me een beetje, want ik dacht, dat het een diep geheim was, en nu bleek ze alles te weten- Moeder glimlachte eventjes en zei dan: „Nou, da«r gaan we natuurlijk samen heen, „Ik snap er geen klap meer van", bekende Tim. „Eerst la het moord en doodslag.... nou Ja, toch ln elk geval een hele heibel.... (dit als reactie op een frons van moeder), en nou ineens gaan we gezellig feestvieren, net alsof er niets san de hand is geweest. En vindt vader dat nou zo maar alles in orde?" „Ik heb niet gezegd, dat we gaan feest ieren", zei moeder. „Ik heb gezegd, dat we r bij willen zijn als Tom trouwt En met vader is het in orde. Hebben Jullie nu nog jüet in de gaten, dat hij het er heel moei lijk mee heeft gehad Je kunt het enkel maar moeilijk hebben met dingen, die je agn Je hart gaan. Hf) wil niet gewoon doen alsof er niets is gebeurd, maar hij wil ook niet wegblijven. Dat mag je ook niet doen. Ouderfe mogen hun kinderen nooit in de steek wten, zelfs ais ze het helemaal niet met hen eens kunnèp,wortelen. Vader heeft het uitgevochten eif we gaan er heen en daarmee uit...." „Koffiedik", zei Tim. Met dat ene woord duidt hij de laatste weken alles aan, wat zijn verstand te boven gaat. Maar ik snapte het wel: „Och Jóh", zei ik, „begrijp dat nou eens eventjes. Wat moet die Tineke wel van ons denken, als we blijven koppen Gebeurd i« gebeurd, en ze gaat er nou toch ook bij horen Ze zou een rere indruk van de familie krijgen, wat u, moeder „We zijn een rare familiepeinsde moeder. „Maar vader en mij gaat hét om wat anders. „O, om uw naam en zo", viel ik in de réde. maar ik was ditmaal te vlug met een oordeel. „Nee, om nog wat anders", sneed moeder mijn opmerking af. „Vader en ik zijn tekort geschoten. We weten niet precies hoe, maar dat Tom dit verborgen heeft gehouden Weet je, daaruit blijkt, dat we niet goed voor hem hebben gezorgdWe hebben hem misschien te hoog aangeslagen. Of hem teveel vrijheid gelaten, ik weet zelf niet hoe ik het moet zeggen. Maar daar mogen dat meisje en hun kindje niet de dupe van wordenDat kan God .niet goedvinden, weet je „Ik geloof niet. dat Toms meisje veel om God geeft", merkte ik op. Ik dacht aan haar vlotte gebruik van al lerlei woorden. Toen ik het gezegd had, schaamde ik me opeens diep. Nu was het duidelijk, dat ik haar kende en dat ik dat moeder verzwegen had. En het had ook een tikkeltje roddelachtig geklonken en erg farizees. Maar moeder Het dat allemaal pas seren en zei enkel „Ik geloof, dat God wèl veel om Toms meisje geeft daarom gaan we toch naar die plechtigheid toe Ja, zo kun je de dingen ook bekijken. Jammer dat men dat niet vaker doet I De schrijfster Ro van Oven heeft uit het oude zeemansdeuntje „Daar was laatst een meisje loos" inspiratie geput voor een boek, dat dezelfde titel draagt als het liedje. In déze roman wordt het verhaal verteld van twee loze meisjes, die belden, zij het dan ook onder zeer verschillende omstandie- heden, 't ruime sop kiezen. Daar is Brecht- Je, een meisje uit de zeventiende eeuw, aangenomen dochter van een brave timmer man. Zij ia werkdBjk het „meisje loos" uit het liedje, dat haar kapiteintje, op wie ze hevig verliefd is, op slinkse wijze naar zee volgt en met wie net zeer slecht afloopt. Het tweede meisje is de moderne Tine, die eigenlijk allesbehalve „loos" it Zij volgt geen kapitein naar zee, maar wordt tijdens een zeereis verliefd op een gezagvoerder. Ook van deze idylle komt weinig terecht, maar met het moderne meisie loopt het be ter af dan met het werkelijke meisje-loos. De schrijfster heeft haar fantasie de vrije teugel gelaten en heeft daarmee bereikt dat „Daar was laatst een meisje loos" een pret tig leesbaar boek is geworden, dat echter vrij pretentieloos is gebleven en het mis schien dardoor juist in de vacantie wel zal doen. Het is verschenen in de Bibliotheek der Zeven Zeeën bij de uitgeverij C. de Boer Jr te Amsterdam. Het ontstaan van de volkshulzen hier te lande is tegen het einde van de 19de eeuw begonnen. De opkomende industrie, die aan vele handen werk gaf. bracht ook het pro bleem van de vrijetijdsbesteding op het ta pijt en zo werden ln enkele groetende steden de eerste volkshuizen opgericht teneinde aan de behoefte aan cultuur in die kringen, waar men door allerlei omstandigheden daaraan niet kon deelnemen, te voldoen. De volkshulzen hebben langzamerhand een geschiedenis ge kregen en hun ontwikkeling, gezien ln het maatschappelijk verband, ls zeker niet tot stil stand gekomen. Integendeel, men bezint zich nog alferwege hoe het volkshui «werk op de beste wijze kan worden aangevangen en. wat misschien belangrijker ls. kan warden volge houden. Volkshulzen hebben ln radio en blo- scoop een belangrijke concurrent gekregen. Niettemin zijn er volkshulzen, die een bloeiend bestaan lelden en zich ln de waardering van de overheid kunnen verheugen. ïn deel II van de serie ontwikkelingsmoge lijkheden voor dorp. stad en land. heeft Hans Pennants over volks- en dorpahruiswerk. wijk en buurthuizen geschreven, dat ondier de ti tel van Een Idee verovert de wereld bij de uit gever A. voorhoeve te Bussum ls verschenen. Daarin hebben wij een onopgesmukt relaas ge lezen over de vorm van sociale arbeid, die ln Engeland zijn oorsprong heeft gevonden en vla Amsterdam naar Lelden kwam. Ook Rotter dam heeft zijn steentje bijgedragen op het ge bied van Volkshuiswerk. Het Rotterdams „Ons huls" bijv. mag er zijn. Wat daar verricht ls. mag worden gezien als een stukje sociaal-cul tureel werk van de eerste orde. Pennarts. die de ontwikkeling nauwkeu rig gadeslaat, heeft ook de blik naar het bui tenland gericht, met name naar de Ver. Sta ten, waar veel op het gebied van de commu nity organization ls geëxperimenteerd en ge studeerd. Een litteratuuroverzicht, achter in het rijk geïllustreerde boek afgedrukt, kan een vin gerwijzing vormen voor hen, die nog dieper op dit onderwerp willen Ingaan. Niettemin wensen wij dit boek gaarne ln handen van hen, die zich omtrent het volkshuiswerk wil len oriënteren. ZIJ zullen er veel van hun ga ding ln vinden. Hosea. Van ds 24 hoofdstukken van dit oud-testa- mentische profetenboek werden in commentaar ruim 10 vertaald en verklaard door wijlen prof. dr C. van Gelderen, na diens overlijden heeft zijn leerling en op volger, prof. dr W. H. Gispen. hooJ^®"®r aan de Vrije Universiteit, het werk afge maakt, zij het dan ook. dat deze laatste veel minder uitvoerig is dan wijlen dr Van Gel deren. Trouwens, het voornaamste doel van >rof. Gispen was. het werk van zijn over leden voorganger tot uitgifte te brengen, openhartig bekent hij. dat hij eigener be weging zeker niet het boek Hosea ter com- mentariëring zou hebben gekozen vanwege de vele moeilijkheden, waarvoor dit bijbel boek de wetenschappelijke uitlegger stelt. Wie deze moeilijkheden enigermate kent en dan deze omvangrijke commentaar daarop naslaat, vindt daarin uitvoerig uit gewerkte gegevens. Een van de problemen van het Boek Hosea, waarover van oude tij den af zeer verschillend ls gedacht, vormt het verhaal van het huwelijk van de pro feet. Wijlen prof. Van Gelderen geeft hier van een vergaring, welke zeer aanneme lijk is, en die de waardevolle elementen uit de letterlijke en vlsionnatre opvatting har monisch combineert. Door de brede behandeling van de eerste tien hoofdstukken heeft de bewerker van de laatste 4 er van afgezien, bij deze commen taar een uitvoerige inleiding te schrijveiL hetgeen trouwens bij een exegetisch werk van deze opzet overbodig zou zijn geweest. We denken hierbij, om slechte één v.»or- hpeld te noemen, aan de uitgebreide uit eenzettingen van wijlen prof. Van Gelderen bij het opschrift van dit bijbelboek; dit stuk al een inleiding op zichzelf. Een waardevolle commentaar, welke door de minutieuze en verantwoorde behandeling van de stof verdient te worden aanbevolen. Wedergeboorte, in de religieuze zin van het woord, is stellig niet alleen een dogma tisch begrip, doch vooral in onze tijd van steeds verder en rationeler doorgevoerde technisering, welke de mens dwingt tot be zinning op geestelijke waarden, een onder werp. dat aan practische betekenis gaat win nen De Kerk gaat gelukkig steeds meer be seffen, dat het kleinburgerlijk Christendom, zoals dat vooral in de tweede helft van de vorige en in het begin van deze eeuw tot de fatsoenslijkheden van de bourgeoisie be hoorde. voor de vierschaar van de critlsche levenspractijk van het heden zich niet kan handhaven. Daarom is het werk van dr D. J. de Groot over dit onderwerp, dat bij Kok te Kampen ls verschenen ,van grote betekenis. Want het is niet alleen toegankelijk voor theologen, doch voor een veel bredere kring van be langstellenden, doordat de auteur de origi nele citaten, welke htf volledigheidshalve ln noten toevoegt,, in de tekst vertaalde of weergaf. Een karakteristiek van dit boek zou aldus kunnen worden gegeven: de auteur behan delt in de eerste vier hoofdstukken het vraagstuk der wedergeboorte meer ih dog matische zin, terwijl de hoofdstukken vijf tot en met negen daarnaast een sterker ac cent leggen op de practicale zijde ervan. Hij zet daarin uiteen, dat de wedergeboorte een reële verandering van het hart van de mens ls, welke in drie stadia tot voltooiing komt. Deze gedocumenteerde studie over dit on derwerp, dat het hart dér religie aangaat, kunnen wij mede door haar toegankelijkheid voor een brede lezerskring gaarne aanbeve len. Horizontaal: I. Als volgt (atk.). 9. Pers. vnw. 11. Overschot. 14. Verdrietig. 16. Voorzetsel. 17. Bid (Lat.). 18. Reeds. 19. Bekende motorraces. 30. Iedere. 22. Lui; slaperig. 25. Zangnoot. 31. Bijwoord. 32. Als 19 hor. 34. vreemde munt 35. Gewicht. 36. Voorzetsel. 37. Herkauwer. 40. Kunstwerk. 43. Mal. 43. Zeedier. 50. De dato (alk.). 51. Stofmsat. 52. Deel vsn het oor. 54. Lidwoord. 55. Voorzetsel. 57. Verstand. 58. Soort rijtuig. 60. Ierland. 51. Reeds. 82. Walm. 54. Telwoord. 60. De somma van. 67. Anno (afk.). 69. Roem. 70. Inhoudsmaat. 71. Javaans orkest. 74. Europesan. 78. Regerlngsreglemfent (afk.). 79. Niet vast. 80. Groente. 81. Windrichting. Verticaal.' 1. Slede. 3. Straat-verkoperi. 3. Heilige. 4. Wat gesproken wordt. 8. Voegwoord. 8. Stad der oudheid 7. Romeins keizer. 8. Pers. vnw. (Pr.). 9. Hard schreewend. 10. Landbouwwerktuig. 12. Naamloze Vennoot schap (Fr.). 13. Deel van een plano. 14. Deel van een effect. 15. Rondhout. 19. Eng. lidwoord. 20. Tegen. 21. Bergruimte. 33. Niet door twee deelbaar. 34. Bericht. 38. Vogel. 29. Europeaan. 33. Platte steen. 35. Bevel; opdracht. 38. Mak. 39. Deel van een kip penhok. 40. Meevaller. 41. Deel van een vingei;, 44. Roofvogel. 45. Vrucht, a Seconde. Naar beneden. 49. Glanzen. 50. Spoedig. 51 Soort stof. 53. Inwendig orgaan. 56. Gelofte. 58. Sportterm. 59. Zangnoot. 63. Europeae hoofdstad. 65. Nobel. 88. Voorzetsel. 70. Lidwoord. 71. Gewicht. 72. Stofmaat. 73. Spil. 75. Herkauwer. 70. Familielid. 77. Ala BI hor. BIJ een goede oplos sing leest men op de horizontale nummers 3, 8, 37, 28, 30. 44 en 47 een verzoek, waaraan het hele Nederlandse volk dient te i r'Ö«." het door uw frankeren met Kruls-zegels. U een goed werk Oplossingen van deze puzzle uiterlijk Donderdag a.s. In ona bezit iQn. Voor goede oplossingen worden een prtJa van 5.— en twee pr(jzen van Z.M beschikbaar geateld. Op bet adrea vermelde men: Puzzlerubriek. Over deze rubriek wordt niet gecorrespondeerd. Oplossing van onze vorige W eek-eind-puzzle Horizontaal: 1. Rood, 3. Takel. 5. Teen, 7. Egr. 9. Ara, 11. Ee, 13, Elan, 15. Open, 16. El. 17. Rolf, 19. Eden. 21.'Nader, 23. Komma, 27. Der, 38. Breda, 32. Om, 33. Ara. 35. Por. 38. O.L. 87. Ral, 38. Lev, 39. lo. 41. Een. 43. Net. 45. L.O., 47. Dolen. 49. Bun. 51. Netto. 53. Menen, 54. Plet, 57. Obat, 60. L.O. 61. Meer, Node, 85. Er. 87. Ill, 68. Een. 89. Teer, 75. Ieder. 71. Teen. Verticaal: 1. Roe. 2. Deel, 3. Tra, 4. Lap, 5. Tand. 8. Nel. 8. Elf, 10. Ree. 12. Er. 14. Naad, 15. Over. 16. En, 18. Olm. 30. Ede, 23. Dee, 3.1. K.O., 24. Om. 35. Ma, 36. Arren. 38. Boven, 39. R.R., 30. Do. 31. Al. 34. Aan. 35. Pen. 39. Id„ 40. O.o., 41. Ee. 43. Hun. 44. Te. 45. Lt, 48. O.O., 48. Lel. 49. Beer, 50. Neen. sa. Tra, 54. Po, SI. Emir. 56. Tel. 57. Ode. 58. Bent, 59. Te, 60. Lot, 63. Eli. 84. Oer. 68 Reu. rTE, zaten samen op de bank voor het hula, Geerte en Jan. Geerte breide i-i en zuchtte, want breien vond ze niet leuk en de kluwen was nog zo groot. Jan sneed een fluitje. Ze spraken niet veel, maar allebei dach ten ze aan het zelfde, de logeerpartij van Jan. Morgen zou hij een week bij zijn tante gaan logeren. Geerte kon niet Ik wou, zuchtte Jan, dat je ook maar mee kon, want hij had wel gezien dat zijn zusje niet erg vrolijk waa en hij wi«t wel, dat het met sdleen door die breikous kwam. Ach, antwoordde Geerte. Je weet het zelf ook, dat moeder het ts druk heeft, als we allebei weg zijn. Het enige, dat ik jammer vind, is, zei Jan, dat ik de marskramer mis. Ik had zo graag dat horloge weer willen zien. Ja, alleen maar zien MisBchlenatkomt}hijVwil pas als je terug bent, hij komt nooit altijd zo ^He'^Hultj^was8 klaar^en 'jan° probeerde8het^'t^Deed k** 8°®^' .Sïïïj? hreide steek voor steek door, tot moeder haar riep om de tafel te dekken. Terwijl zij dat deed was Jan nog buiten. Ik moet er toch een» iets op bedenken, dat het breiwerk een beetje vlugger afkomt, dacht hij. En opeens kreeg hij een idee. Hij had een oude munt. Jaren ge leden had hij hem gevonden onder een oud muurtje, dat zijn vader afgebroken had, om het te vervan gen door een nieuw. Hij had de munt netjes opgepoetst. Hij moest wel honderden jaren oud zijn, had lijn vader hem verteld. Jan ha,d de munt altijd in zijn "LTier volgen twee rijen cijfer». Probeer of Je kunt ontdekken, welke ervan je kunt optellen om totaal precies 50 te krijgen. 25-27-3-12-5. 15-0-30-21-10. zak en tijj geloofde stellig, dat de munt geluk bracht. Hij nam hem in zijn hand en be keek het oude geldstuk. Hij gooide het een keer op en toen was zijn besluit genomen. Jan glipte naar binnen en haalde zonder dat iemand het merkte het breiwerk van zijn zus. Hij nam het mee naar buiten en begon, 20 voorzichtig mogelijk, om in de war raken te voorkomen, de bol af te winden. Bij het einde van de draad nam hij de munt en wond zo het geld- ituk in de kluwen. Jan was er vast van overtuigd, mee ven, 'Jan wond da kluwen weer op Geerte kon haar oren niet geloven dat het breien nu vlugger zou gaan. Geerte mocht de munt dan als zij hem gevonden had, meteen houden. Diezelfde avond werd zijn kof fertje gepakt en de volgende mor gen reed Jan met de bakker mee naar het station. Jan ging altijd graag naar oom en tante. Ze hadden een boerderij en er was altijd van te beleven. En Bram, de oude mars kramer kwam wel weer een andere keer. Geerte hielp haar moeder, «peel de en breide. Ik kan het toch echt al een beetje beter, dacht zij, want het gaat al veel vlugger. Ze deed ook erg haar best, want ze had zich voorgenomen, klaar te zijn voordat Jan thuis kwam, mor- ^Het bolletje was al erg klein. Ze had precies wol genoeg, want ze was xftet de sok al bij de teen. Het lijkt wel, dacht Geerte die middag, toen zij weer op de bank zat, of er iets in zit, ift het bolletje. Het is een beetje zwaar. Hoewel ze het niet kon begrijpen, wond zij af en daar vond zij de munt. Sprakeloos zat zij met het geld stuk in de hand. Zij begreep meteen alles. Ze wist hoe Jan aan die munt gehecht was, en dat hij geloofde dat hij geluk bracht. Daarom was het werk natuurlijk zo veel vlugger ge- Ze legde de munt op de bank naast zich neer en breide gauw de minderingen van de teen. Ze was zo in gedachten, dat ze niet eens had gehoord, dat er iemand op het pad was gekomen. Zo Geerte, is Je moeder ln huis? hoorde zij plotseling vragen. Dag Bram. Ja, moeder is bin nen. Ik ga mee. Ze legde haar breiwerk neer en nam de munt op. Wat heb ja daar? vroeg da marskramer Geerte liet de munt zien. Nou, dat is een ouwa. Dia heeft nog wel waardel Geerte kneep hem stevig ln baar vuist Ze liepen achterom naar de keu ken en daar stalde Bram uit wat hij te koop had. Geerte stond er met haar neus boven op. Ze zag het hqrloge, waar Jan zo'n belangstelling voor had. Ze hoorde het bijna tikken. Moe der kocht verscheidene dingen. Bram had ook een lapje stof, pre cies genoeg voor §en rokje voor Geerte, maar moeder vond, dat het nog niet nodig was. Bram dronk nog een kopje kofiie en even later vertrok hij weer. Geerte keek hem na. Opeens dacht ze aan de munt. Wat had Bram ook weer ge zegd? Die heeft nog wel waarde! Zou Bram er iets voor willen ge ven, schoot het plotseling door hoofd? Misschien wel Op een holletje liep zij Bram achterna. Bram Bram! De marskramer stond stil en Geertè riep hijgend: Bram, kan ik met die munt Iets kopten? De marskramer bekeek de oude munt nog eens nauwkeurig en zon der iets te zeggen opende hU zijn mars. En, waar is je keus op geval len? vroeg hij even later. Op het horloge. Geerte fluis terde het bijna onhoorbaar. Maar dat is zeker te duur. Helemaal niet, was het antwoord. Het is een goedkoop uurwerk. Je kunt er zelfs nog het lapje stof bij krijgen. Geerte kon haar oren niet gelo ven, maar Bram overhandigde haar het horloge en het lapje al. Op een hol liep Geerte naar huis. Wat zou moeder wel zeggen en Jan, als hij thuiskwam en hij zag hei horloge. Moeder vond het ook fijn. Zij had niet verwacht, dat de munt zoveel waarde zou hebben. Geerte kon die nacht bijna niet slapen van opwinding. En de volgende morgen duurde het haar veel te lang, voor het tijd was om naar het stationnetje te gaan om Jan af te halen. Ze was er nog een half uur te vroeg, dat kon ze zien op het hor loge. Eindelijk kwam de trein. Daar was Jan. De trein ls precies vier minu ten over tijd, was het eerste dat Geerte zei. Hoe weet Je dat zo goed? vroeg Jan verbaasd. Voortaan kun JU het ook we ten, en met deze woorden gat zij Jan het horloge. Die was bijna een minuut sprake loos en toen kwamen de vragen los. En onderweg naar huls vertel de Geerie alles. En bet waren twee vrolijke, blijde kinderen, die even later bij moe der, nog vol verbalen, de kamer binnenstapten. ZO WAS HET MET DE CIJFERS '5I+9+0Z ffjz 'usuuoa 00 pi»l»*do ejp 'u»ne)»S el ju» »a RARA. 4-2-5 't Klinkt fout, maar het kan goed eijn, als Je van een Wierkant «tukje papier, dat vier hoeken heeft, er twee afknipt krijg Je zes hoeken. Oef, als deze schildpad kon zuchten, zou hij het zeker doen. Nooit meer, zo'n wedstrijd, denkt hi). Maar hij is nog niet b\j de finish en de aap legt er voor de laatste meters nog eens even de zweep over. Geerte zuchtte en breide, Jan eneed een /luitje l(M TZhodja had behalve een ezel ook nop een lammetje. Hij hield op zijn manier van het lam in wil de het niet laten slachten. Maar enipe jonpelui in het dorpje trilden een feestje geven en de hoofdschotel zou zijn het lammetje van de schoolmeester. Ze wilden peen s.'echte vrienden met hem worden, dus moesten z(j hun plannen voorzichtig en zorg vuldig uitwerken. Teh slotte had een van hen een goed' Idee. HU stelde voor in het dorp rond te vertellen, dat over een paar weken, naar voorspeld was, de wereld zou vergaan. Het duurde niet lanp, of iedereen in het dorp sprak over niets anders. Een paar dapen voor de vastgestel de datum pinpen enipe jonpelui naar de schoolmeester. Ze vroegen hem of hty mee tril de doen aan het organiseren van een feestje. Iedereen moest dan te eten of te drinken meebrengen. TT hod ja vond het een goed idee, alleen wist hij niet, wat htf moest geven. Toen werd er voorge steld: het lammetje. Daar had hij Immers toch niets meer aan, als de wereld zou vergaan. Ook dit voorstel nam Khodja wonder boven wonder aan. Het was een feest ln de open lucht. Het lam werd geslacht en aan het spit gebraden boven een vuur. Terwijl de anderen zich vermaak ten bleef de schoolmeester bij het vuur zitten. De feestvierders Had den hun jassen uitgetrokken. Die lagen op een hoop. Terwijl z\j ver diept waren in hun spel smeet Nashreddln een voor een de jassen in het vuur. Toen ze terugkwamen waren zij woedend, omdat aile jassen ver brand waren, maar de schoolmees ter vroeg beiaard: Wat heb je nu aan je jassen, als over een paar dapen de wereld vergaatt Hoeveel kg heft deze sterke man op? Tel z'n getallen op en Je weet het! OX Ml :13H SVAV OZ En hij begon smakelijk te eten- Zo zie je, het was niet makke lp* >m deze vreemde, onvriendelijke nan beet te nemen. VOOR DE WEEK VAN 25 OCTOBER-1 NOVEMBER Denkt u aan ons motto: Bevredig uw nieuwsgierigheid, maar neem de voorspellingen niet te ernstig dm WATERMAN (21 Jan.-19 tf) Febr.). Toenemende span- ningen maken het nodig elk woord, dat u zegt of spreekt wel (e overwegen. Pas op voor romantische a vont uien: ze kunnen u geld en tra nen kosten. VISSEN. (30 Febr.—30 Mrt). Beheers uw Impulsen en emoties, anders staan u thuis en ln uw werkomgeving slecht» moeilijkheden te wachten. Een mede- haalt een streep door uw re- dinger h toening. wacht ru RAM. (21 Maart—30 April). Tracht niet het onderste uit de kan te krijgen; weet te vreden met wat u hebt. U bent ln een opstandige bui en anderen kunnen daarvan gebruik maken om u een beentje te lichten. Bewaar uw kalmte! 8TUR. (31 April—33 Mei). Het zit u deze week een beetje tegen wacht u derhalve voor speculatie» en doe geen beloften. Jonge mensen ln uw omgeving zullen wellicht oorzaak zijn, dat u uit uw dagelijkse sleur wordt gehaald. TWEELING. (23 Mei—31 JT-A Juni). Uw geduld en zelfbe- f heersing zullen op de proef worden gesteld. Wees er op bedacht moeilijke mensen of toestanden de baas te blijven. Eenter: er hangen ook verrassingen ln de lucht en al lerlei vraagstukken kunnen tot op lossing komen. - dWtea KREEFT. (22 Juni—22 Juli). Mogelijk zult u door bu- MHöF reaucratie of onvoorziene hindernissen verhinderd worden uw doel zo snel te bereiken als u wenste. Blijf kalm en wacht u voor kwaad sprekerij of Intriges. Misschien een onverwachte reis. Vermijd haastige besluiten of het aanvaarden van fi nanciële verplichtingen. LEEUW. (33 Juil—33 Aug.). Laat niets aan het toeval O Ji over en wees voorzichtig ln geldzaken en op reis. Een vriend zal u misschien in de steek laten. Vertrouw derhalve niet op anderen X MAAGD (23 Aug.—23 Sept.) U zult al uw diplomatie nodig hebben om uit een moeilijke situatie te geraken. Wan neer u ln de eerste helft van de week rAi-. WEEGSCHAAL. (S3 Sept.— A A 22 Oct.). Zorg ln het begin w W van de week et voor ge beurtenissen te vermijden, welke u ln uw beroep of particuliere leven zouden kunnen schaden. Stel reis plannen uit. Voorkom wrijving met medewerkers of verwanten. Doe niets ln het verborgene. Later kunt u ont spanning zoeken met vrienden en op uw gemak plannen verder uitwerken. SCHORPIOEN. (23 Oct.—21 ln omstandigheden, welke u buiten uzelf zullen brengen. Vrouwe Fortuna is u niet gunstig gezind, houdt u dus verre van gokken or specule ren. Na Woensdag kans op een gezel lig samenzijn en prettiger dagen. -J) BOOGSCHUTTER. (22 Nov. Ma —21 Dec.). In het begin van fwl. de week ts voorzichtigheid geboden. Financiële belangen, welke u met anderen deelt, kunnen moeilijk heden veroorzaken en een geldkwestie kan een twist doen oplaaien, waarvan niemand voordeel heeft. Geduld ls geboden! Betere vooruitzichten voor de tweede helft van de week. STEENBOK. (23 Dec—20 Jan.). Besteed uw uiterste aandacht aan uw beroeps- bezigheden en vermijd elk risico, dat ongelukken zou kunnen ultlokl Luister naar anderen en let op bezittingen. Neem ln uw werkkring geen besluiten, welke betrekking heb ben op geki. overpeinzingen digers zijn de kostbaarheden op het spoor, de recherche zoekt vergeefs, maar een paar wakkere knapen slagen onder eindeloze gevaren in de ontmaskering van de bbeven en het vinden van de juwelen. Het is ook mogelijk, dat er een smokke laarsbende moet worden opgerold alweer zijn het de vertegenwoordi gers van de „spes patriae", die een eind maken aan hun wandaden. Het recept is onfeilbaar en gestandaar diseerd. Mislukking volgt op mis lukking, schietpartijen zijn aan de orde van het uur, de vuisten doen hun nobel of duister werk en de handgrepen der Japanners maken ieder verzet van de onderwereld onmogelijk. Alleen het „happy end" leidt tot de eindelijke zucht van verlichting. Mag je dat verhaal lezen van je vader? vraag ik belangstellend. Met tegenzin onderbreekt de knaap zijn lectuur. Weet ik niet, zegt hij ietwat korzelig, lk heb het geleend en niet aan vader gevraagd of die het goed vond. Maar het is reuzespannend. En niet zo stomvefvelend als de meeste boeken uit Ónze bibliotheek. En dan verdiept hij zich weer in het veelgelezen, beduimelde boek van zijn vriendje. Lezeressen en lezers, ik ben het met zijn vader eens, dat de Kitsch, waaraan ook déze knaap verslaafd blijkt, ongewenste lectuur is voor opgeschoten jongens. En voor hen niet alleen: ook velen van hun vaders smullen er van. Maar als totf oud en jong willen overschakelen op werkelijke literatuur, zullen we de jongens en de volwassenen met verlengde puberteit boeken moeten geven, die naast de betere k oali- teiten van artisticiteit en eerlijkheid minstens dezelfde mogelijkheid tot spanning geven als de lorren, die nu bezig zijn ons volk te verknoeien. Wie verschaft ze ons? YlfU KUNNEN de borduurkunst, bij het bestu- deren van haar geschiedenis, in twee grote groepen verdelen: de religieuze borduursels en de z.g. leken-borduursels. Onder religieuze borduursels verstaan we die stukken, die gewerkt werden met een religieus doel: het versieren van kapel, kerk, abdij of kathedraal, of het verfraaien van de bij de ere dienst gebruikte kledingstukken. De leken-borduursels waren bestemd voor privé- of huiselijk gebruik. Van geslacht op geslacht overgeleverd behielden deze vaak een sterk persoonlijk of regionaal karakter. De religieuze borduursels, vaak op bestelling in de kloosters gemaakt en bestemd als geschenk, vormden reeds in de sterk onder Rooms Katho lieke invloed staande Middeleeuwen de basis voor een internationale uitwisseling van patronen en technieken. AI zijn er enkele borduursels bekend, die uit de achtste of negende eeuw zouden stammen (Ka- rel de Grote droeg voor plechtige gelegenheden bij voorkeur geborduurde kledingstukken en het zouden zijn schoenen zijn, die ln de schat van St De- nis gewaard worden, en zijn dalmatlca in de Vati- caanschat. Zowel zijn moe der als zijn zuster Gisela stonden als uitzonderlijk knappe borduursters bekend), toch krijgen we pas meer zekerheid in de loop van de tiende en elfde eeuw. Religieuze en leken-borduursels IN DE MIDDELEEUWEN met hun enorme reli gieuze opleving en de stichting van talloze kloosters, waar alle vormen van handwerkkunst werden bevorderd, traden de religieuze borduur sels uiteraard het meest op de voorgrond. Boven dien werden deze stukken, bestemd voor en be waard in de kerkgemeenschappen, over het al gemeen zorgvuldiger verzorgd, beter beschermd tegen diefstal. Bovendien werden bij dreigend oorlogsgevaar, kostbare stukken in veiligheid gebracht. De leken-borduursels hadden vaak in het dage lijks gebruik veel meer te lijden en werden bo vendien gemakkelijker de prooi van brand, roof of vernieling. Het is heel typisch na te gaan hoe in die landen, waar vaak strijdende legers doortrokken, zo dat ze door de eeuwen heen een veel onrustiger be staan kenden dan andere landen, het borduren over het algemeen minder is beoefend geworden en er ook veel minder borduursels bewaard zijn gebleven dan in de landen, waar de bevolking m vrede en rust kon werken. Om al deze redenen zijn de oudste bewaard ge bleven borduursels bijna steeds van religieuze aard. In het Victoria and Albert Museum te Lon den bevindt zich de z.g. „Syoncope", stammend uit de 14e eeuw en gemaakt in het in de Middel eeuwen zo beroemde „Opus Anglicanum". Het Musée du Cinquantenaire te Brussel bezit een prachtig antependium uit dezelfde eeuw: het antependium van St. Martin. Zo bezitten vrijwel alle West-Europese landen nog kostbare religieu ze borduursels uit de Middeleeuwen. Voor onze eigen rijkdom uit deze tijd leze men: Beatrice Jansen: Laat-Gotisch borduurwerk in Nederland. Er is echter uit de Middeleeuwen ons een uit zonderlijk leken-borduursel bewaard gebleven: de z.g. „Tapisserie de Bayeux". Al meent men, dat ook deze la& oorspronkelijk ter versiering van een kathedraal (die van Bayeux in Normandië) bestemd moet zijn geweest, toch behandelt dit stuk een allerminst religieus onderwerp, n „Hoe Willem de Veroveraar koning van Engeland werd". Naar alle waarschijnlijkheid dateert het uit de 11de eeuw, het meet ongeveer 50 c.m. hoog bij meer dan 70 meter lang, is vrijwel intact en wordt nu nog in Bayeux bewaard. Met de Renaissance en de diepgaande veran deringen, die zij in vrijwel al onze landen te weegbracht, veranderde ook het beeld van de borduurkunst. Met de verfijning van het hele le ven ontstaan ook steeds geraffineerder borduur sels, de kledingstukken werden steeds meer en rijker versierd, uit de ragfijne wit-borduursels ontstaat kant. Van de kloosters naar de hoven TVIET M^ER ZOZEER de kloosters, m^ar de ho ven geven de mode aan, zo komen de leken- borduursels op de voorgrond. In Italië groeit het borduren en kantmaken uit tot een ware in dustrie. Niet alleen de technieken veranderen, maar ook de patronen en deze gaan hun eigen Renaissance-karakter dragen. Van Italië uit ver spreiden zich deze nieuwigheden en weldra komt heel West-Europa onder de Invloed ervan. In En geland wordt de wereldlijke luxe zó groot, zulke enorme bedragen worden betaald voor borduur sels en kanten kragen, dat koningin Elisabeth I decreten uitvaardigt om het gebruik ervan te be perken. In Frankrijk worden naar Italiaans voorbeeld en vaak met oorspronkelijk Italiaanse werkkrach ten borduur- en kantateliers gesticht. Opder in vloed van het eigen volks karakter, eigen nationale behoeften en smaak wor den deze borduursels dan van Italiaans, Frans-Itali aans, al spoedig typisch Frans van karakter. Zo gaat het in andere landen ook! We zien dus steeds in ieder land, in iedere streek een eigen toepas sing van een universele evolutie ln de borduur kunst. In de 17e eeuw met haar steeds groeiende ko lonisatie en zeeverkeer, komen Indische- en Oos terse patronen de Italiaanse vervangen. Men vindt andere technieken en materialen om deze nieuwe patronen zo mooi mogelijk uit te wer ken. Het wordt de tijd van de „Jacobean Em broidery", waarvan we nog vele exemplaren in de musea kunnen bewonderen (een prachtige rok o.a. is in het bezit van het Rijksmuseum te Amsterdam). Met Lodelijk XIV en de vooraanstaande plaats, die Frankrijk dan gaat innemen, treedt de Franse smaak weer op de voorgrond, en de 18e eeuw brengt ons dan de zo typisch-Frahse, sierlijke kledingborduursels. Goud en zijde vervangen langzamerhand de wolborduursels uit de 17e eeuw, steeds ranker en luchtige^ worden de pa tronen, steeds meer gaan we ook van het uitge beelde idee over naar een puur ornament. Een patroon, vergeten we dat niet, was oorspronke lijk steeds de uitbeelding of het symbool van een idee. Dit uitbeeldingsidee gaat steeds meer ver loren, naar gelang de nadruk wordt gelegd op de vorm van het symbool. Zo zien we een langzaam beginnend verval van die artistieke kwaliteiten van de borduursels; er is geen uitbeeldingsidee, geen stimulans meer en de inhoud wordt steeds meer vervangen door de vorm. Ondergang yo BRENGT DE 19e eeuw ons dan technische perfectie, veel charme, maar bitter weinig echte borduurkunst. Van kunstuiting tot knutsel werk, zó is de weg, die geleid heeft van de so bere intens-beleefde Middeleeuwse borduursels naar al wat de Biedermeiertijd ons In overvloed heeft nagelaten. Op leder mogelijk en onmogelijk voorwerp bor duurt men dan, het is de tijd van de Berlijnse pa tronen, van papegaaien en geborduurde teksten. Vaak zijn deze borduurseltjes werkelijk lelijk, vaak hebben zij een grote aantrekkingskracht, maar zelden zijn ze werkelijk artistiek verant woord. Tot dan de 20e eeuw met zijn ingrijpende ver anderingen en herorganisatie van het sociale le ven deze, zo onbelangrijk geworden, kunstuiting vrijwel geheel ziet ten onder gaan. Het ls pas nu in deze na-oorlogse jaren, dat men toeer kan spreken van iiiMiMiinHuwnmittimiitmiiitnntiiiHtm een ware opleving van de borduurkunst, van een herboren liefde en van het zoeken ook naar nieuwe innerlijke waarde ervoor. Waar om en hoe, daarover hebben we het later. CECILE DREESMANN Grootvaderlijke De Parijse couturière Carven heeft haar collectie „Naja" genoemd, naar de slang, het symbool van de verleiding. Over het algemeen rallen haar jurken recht, verbreden zich b\j de schouders en laten de buste goed uitkomen. Het middel zit op zijn natuurlijke plaats en wordt soms afge werkt met een klein, weinig opvallend ceintuurtje. Dit cock tailtoiletje, dat deel uitmaakt van haar collectie is vervaar digd van zwart velours met gemetalliseerde borduursels. (Foto Fred Brommet) IN DE HUISKAMER van mijn derde zoon vind ik zijn oudste verdiept in een boek. Hij zit, zoals karakteristiek (s voor de hele familie, óp zijn rechterbeen, ge vouwen op de stoel, en leest Dat ik de kamer binnenkom, be merkt h(j niet. En als ik ietwat na drukkelijk „Dag Johannes", zeg, bromt hij een groet zonder te weten, "i dat hij werkelijk geluid maakt. Ik loop op hem toe en gluur in zijn lectuur. „Het zal wel iets goeds zijn.^denk ik. Zijn vader is onderwijsman, leraar aan een modem lyceum, een verwoed tegenstander van plat- vloerse kinderboeken, vurig propa gandist van „verheffing door het goede boek" en een gevierd spreker op ouderavonden, waar h\j de vaders en moeders opwekt, streng toe te zien op de lectuur, die hun kroost in handen krijgt. Hü heeft met zijn vrouw een bibliotheek voor zijn kinderen samengesteld, die er ziln mag en waarin alleen de vooraan staanden hun paedagogisch verant woorde producten zullen kunnen ontdekken. En hij is er ran over tuigd. dat nimmer een der „verder felijke" folianten zijn veilig huis binnenkomt. Heimelijk gluur ik over de schou der van de lezende jongen in „het goede boek". Onmiddellijk herken ik het soort. Het is geschreven door iemand, die speculeert op de voor keur ran opgeschoten knapen voor sensationele gebeurtenissen, een beeldroman „zonder beelden". liet kan ran een der schrijvers zijn. die zich niet allereerst afvragen: „maak ik de jongens voor wie ik schrijf, beter of gezonder?" maar: „hoe vang ik ze het gemakkeliikst, waardoor het mogelijk wordt, dat de uitgever en ik er een slordig duitje aan ver dienen?" Natuurlijk is het handig opgezet. Er is een verbofgei) schat, die moet worden ontdekt in een oud kasteel of een halfvergane bImker; misda- ROK IN JACOBEAN BORDUURWERK. (Rijksmuseum te Amsterdam) Nederlandse vissoep is „goede" namaak BENT u wel eens in Zuid- Frankrijk geweest? Dan hebt u allicht de z.g. „bouilla baisse gegeten, vissoep zouden wij zeggen, want in die soep moeten allerlei soort vissen „zwemmen". Natuurlijk ge bruikt men ln Zuid-Frankrijk voor de bereiding van die soep vissoorten, welke in de Mid dellandse Zee worden gevon den en dit betekent, dat u hier ln Nederland, al zoudt u nog zo graag echte bouillabaisse willen maken en al bent u nog zo'n goede keukenprinses, dit toch nooit zoudt kunnen doen. Wel is een goede namaakbouil- labaisse bereikbaar met als voornaamste ingrediënten Ne derlandse vissoorten, bijvoor beeld schelvis, poon, pieterman, kabeljauw, tong e.a. Verder hebt u nodig 1 ui, een paar pit jes knoflook, 1 prei, een paar tomaten, wat tijm, peterselie, saffraan, boter, olie en brood. Om te beginnen smoort u kruiden en groente in boter, waarna u de schoongemaakte vissen toevoegt. Nu doet u er zoveel water met wat zout bij, tot de vis flink onderstaat. Het geheel wordt tien minuten ge kookt. Nu worden de vissen uit de pan genomen en de soep gezeefd. U dient vis en soep afzonderlijk, maar wel tegelijk op. De Fransen eten er brood bij. Sommigen zeven de soep niet, maar dienen de vissoep op met de vis (die dan tevoren in kleine stukjes is verdeeld) er ln. TTALIë, dat de laatste jaren zulke voortreffelijke resultaten boekt in zijn streven naar een eerste plaats in het domein van de haute couture, blijkt ook op het gebied van herenkleding een woordje te willen meespreken. Heeft het dus eerst al Frankrijk tot verbeten tegenstander gemaakt, nu is het de beurt aan het goede, oude, min of meer versleten Albion, om zich boos te maken, want, nietwaar, heren kleding was tot nu toe Engels terrein. De Zuidelijke laars wenst Sich daar echter geen steek van aan te trekken en dicteert zijn mode bevelen op zulk een hoge toon, dat Engeland niet anders overblijft dan haastigiUk in zijn keurigstijve mo dellen ook wat fleur te gaan brengen. Nummer één van de nieuwigheden is de tweede zak, die aan de rech terzijde van het colbertjasje Wordt geplaatst, schuin boven de zak, die daar al jaren heeft gezeten. Een pracht van een bergplaats voor Joa geld. tramkaarten en treinabonne menten. Een ander grapje is de heupzak- ken van de colbertjasjes zo schuin en naar achteren te plaatsen, dat ze bijna de zijnaad raken. Deze soort zakken krijgen een klep, evenals de borstzak. Sommige jasjes hebben sjaalkragen en bijna allemaal hebben ze brede schouders en zoge naamde gemakke- Hjkheidsplooien achter de mouw, waardoor het bewe gen geheel vrij ls. Streng getailleerd ls vrijwel geen en- Een zestienjarige snakt naar een echte dansjurk! Practisch en leuk (8 de combinatie van zwart tinroy (heel fijn ripsflu- weel) rokje en cognackleurig Wje. Het bakvisje, düt nog te jong is voor een mantelpak, kan er keurig uitzien met iete, dat het tailleur nabij komt. Een jasje van helrood velours de laine. dat «r(jioel recht valt, alleen om de heupen zich vernauwt en daaronder een rokje, nauw en recht of wijd het kan allebei! Hebt u nog een lapje van de uitverkoop liggen, waarmede u eigenlijk geen raad weetWel, allicht kunt u er een casaque met korte mouwtjes van maken. Dtaagt u die op een geplii- seerde rok, dan bent u hele maal up to date! Behoort u tot de werkende vrguioen, dis een groot deel varl de dag op een bromfiets zitten, afgewisseld met bezoe ken, die een correct uiterlijk eisen? Dan is dit pakje met ge tailleerd jasje van waterproof ripsfluweel en ruime, vierbaans rok precies wat u nodig heót. Er zo nodig een gabardine regenjas op dragen! kei model, hetgeen de sportieve indruk, welke deze mode toch al maakt, zeer versterkt. Behalve de gewone drieknoopssluiting ziet men éénknoops-, tweeknoops- èn vierknoopssluiting, de laatste uiteraard alleen voor heel lange film helden, want die vier knopen maken het figuur wel erg kort. Everglaze, nylon en orlon gaan nu ook tot de materialen behoren, waarvan de overhemden wor den vervaardigd. Van het everglaze moet gezegd worden, dat het zeker niet zo'n goedkope indruk maakt, als bij de zomerjurken yan de dames. Een nieuw model sporthemd heeft een sluiting onder de kraag opzij en wordt over het hoofd aangetrok- rM ken. Een gekleed over- K hemd heeft nu een inge- l P weven ruitje met een zij- -L» j den stip. Y* De jassen zijn aan de korte kant, wat wel kwiek staat, maar uiterst onprac- f I Cgf tisch is voor regenkleding. U Ii II fhUiaanse regenjas v wNf 1^I heeft *rote zakl*en en heel l\ W lil laa® ^gezette mouwen, waarvan de ronde lijn V/ over de borst en de rug \\- i loopt. Zo breed als de schou ders zijn, zo nauw zijn de pijpen: 23 c.m. breed is de uiterste maat en er wordt ook stof bespaard op de lengte, want de pijpen ko men niet verder dan tot de bovenrand van de schoen. Ziezo, nu weet u het en kunt u zorgen, dat uw echtvriend, als hij een nieuw pak gaat kiezen, zich geen knollen voor ci troenen laat verkopen. Want natuurlijk gaat u mee om een pak te kopen of in de maak te doen en voor uw hoogdeskundig inzicht en grondige kennis zal zelfs de handigste winkelbediende of kleermaker moeten wijken. Wamt past u op, dat uw man en de leveran cier niet één lijn trekken om toch nog tegen de mode in te gaan. Dit laatste schijnt men wel niet te ver wachten van een winkelbediende of kleermaker, maar deze heren ken nen hun Pappenheimers. Ze weten, dat de meeste mannen aarts-conser vatief zijn en maar het liefst het zelfde model zouden nabestellen op de manier, waarop ze een nieuw giroboekje, waarop het adres „on gewijzigd kan worden afgedrukt" aanvragen. En dus gaat u mede, omdat uw buurman onder invloed van zijn vrouw ook de nieuwste mode volgt en uw echtgenoot bij hem niet mag afsteken. Want zo maken wij vrou wen de mode voor de man. MARIANNE KRISTIE Hebt u nog een oude jumper of sweater, die u trilt afdragen Maakt u dan een jurk van het nieuwste princease-model, u weet wel met hoog opgeknipte rok en zonder ceintuur en draagt u daaronder uw tri- cootje! Dit staat hoogst modern! Met een mantelpak kunt tian de vroege ochtend tot de late avond overal heen. U zult er altijd correct mee uitzien. Uw winterjas dient echter ruim genoeg te zijn om over het pak te dragen. Deze jas met raglan- mouwen en twee rijen knopen is „hét van hit" om otier een tailleur te dragen. Kraag en manchetten van bontecht bever ofkonijn!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1953 | | pagina 5