2200 Kerstmannetjes wandelen
rond in Sydney
r
Qjmdkui6
I
n
KM
In Kersttijd ontvouwt zich fantastisch
sprookjesland op het Engelse toneel
Ons Kerstkryptogram
Hoe je zieken moet aanpakken
Het Kerstfeest ,v<
weeskinderen1
Het Kerstezeltje
mm
A'1
mm
Kersttijd
duurt van October
tot begin Februari
NA
earn
l vo" S"' vr'ig
Toch een hondje en.... een muziekdoos
E
Meer een feest can de natuur
dan van Christus
vindt dit z'n oorzaak in het feit, dat deze
Santa's bij het sluiten van de winkels om
5 uur 's namiddags spoorloos verdwijnen en
er niet aan denken langer dan 40 uur per
week te werken.
Santa houdt zich aan de wet en het Hof
van Arbitrage heeft afwijzend beslist op het
verzoek van de werkgevers om de werk
week tot 44 uur te verlengen, ter opvoering
van de productie.
In de .Kersttijd", die hier minstens tot
begin Februari duurt (zo van October af)
als ik tenminste naar de etalages kijk, die
hun versieringen van slingers en sneeuw
dikwijls tot begin Maart behouden wordt
trouwens meer aandacht besteed aan con
sumptie dan aan productie.
Die consumptie strekt zich niet alleen uit
tot zo groot mogelijke
hammen, plumpuddin
gen in blik en zoveel
mogelijk bier (er is een
tekort en er wordt
bij voorbaat al in de
„pubs" onder de toon
bank verkocht op be
stelling), maar ook tot alles wat onverteer
baar is. De Australiërs beschouwen het
Kerstfeest namelijk als een welkome ge
legenheid om elkaar zoveel mogelijk en zo
duur mogelijke cadeaux te geven: ijskasten,
wasmachines, grasmaaiers (de „Aussie" ls
even. dol op z'n grasveldje als de Engelsman),
parelsnoeren, opalen, encyclopaedieën (de
drang naar weten en kunnen is groot), golf-
6ticks (sinds de oorlog heüs geen sport meer
voor de rijkelui alléén) en ameublementen.
De Australiër maakt van de Kerstweek ge
bruik om zijn woninginlerieur te vernieuwen
en al die dingen aan te schaffen (over en
weer elkaar cadeau te doen), die wij, nuch
tere Nederlanders, eigenlijk niet als pre
sentjes beschouwen, omdat wij er, nuchter
als we zijn, merkwaardig genoeg te weinig
romantiek in vinden.
T~\E Aussie, hoe eenvoudig zijn levenswijze
ook is, houdt van een tikkeltje roman
tiek, vooral de vrouwen, en wie een ander
(familielid, vriend, kennis, arbeidsmakker)
met Kerst iets cadeau geeft, doet dat met
gratie en fleur), hoe groot en hoe klein het
presentje ook is. Een electrische ijskast of
een warmachine b v. wordt nfet zo maar af
geleverd. doch netjes in cellophaan gewik
keld. zo keurig mogelijk en met gekleurde
linten. De winkels maken een omzet van
millioenen ponden, de bankbiljettencirculatie
stijgt tot het meervoudige, spaarbankboekjes
worden geplunderd. In dit land van over
vloed. waar de teruggang van 1952 al lang
ls vergeten, puilen de etalages uit van de
goedkoopste en duurste uit Europa ingevoer
de artikelen. Porcelein en kristal, uit Duits
land (en Nederland!) prijken er in'de schit
terendste bewerkingen en trekken drommen
kijkers en kopers.
Op de kantoren worden in de Kerstweek
Kerstmaaltijden gearrangeerd, waar ontzet
tend veel cake wordt verorberd en bier en
limonade gedronken. De reisbureaux worden
overstroomd met vacantiegangers en de
luchtvaartmaatschappijen arrangeren hon
derden extra vluchten. T A A. (de overheids-
luchtvaartonderneming) vervoert in die ene
week al 20 000 passagiers meer dan gewoon
lijk en serveert op 7000 voet hoogte gebraden
kalkoen en kip.
1ITEN ontvliedt de huizen en wijkt raar de
bergen, de bossen en stranden, want in
de Kerstweek ligt de temperatuur dichter bij
de 100 dan bij de 80 graden en wie onder de
45 000 Nederlanders (en de 13.000 Duitsers)
chocoladekransjes aan de pijnboom hangt
(zoals een Nederlandse immigrante deed)
vindt ze de volgende ochtend gesmolten en
in bruine plasjes op de grond.
Daarom gaan de gedachten van de vele
Nederlandse immigranten in de Kerstweek
sterker uit naar Nederland dan ooit. Het
Australische Kerstfeest is veel meer een
feest van de natuur dan van Christus. In zijn
uiterlijkheid is het een groot Sint Nicollas-
feest, met een onvolprezen liefdadigheid,
waarin alle charitabele verenigingen delen
ten öehoeve van oorlogsslachtoffers, wedu
wen en wezen, zieken en behoeftigen. Er
wordt met gulle hand gegeven.
De kerken zijn misschien iets drukker be
zocht dan gewoonlijk, maar veel méér is het
niet. De Australiër is daarom overigens niet
onchristelijk. Hij beoefent het practische
Christendom door zijn gulheid. Hij is al zo
vele maanden achtereen herinnerd aan
Kerstmis („Betaal nu wekelijks uw bijdrage
voor de Kerstgans", en andere dergelijke
aankondigingen) en hij heeft in October al
zovele Kerstkaarten naar Europa gezonden
(nu eindelijk ook eens kaarten, waarop een
kangoeroe of koala-beer staat afgebeeld), dat
hij de Kerstweek dringend nodig heeft om
uit te rusten tijdens een pic-nic.
Het ia bovendien zó warm, dat hij zijn
biertje belangrijker acht dan de Kerk. Daar
om behoeft u zich niet te verbazen, dat hij
zijn bier meeneemt in de auto op weg naar
de kerk. De „pubs" (café's) zijn gesloten en
als men de Australische bierdrinker wil ver
oordelen. dan dient men toch te bedenken,
dat in Nederland het cafébezoek na kerktijd
een normaal verschijnsel is.
Innerlijk voelt de Aussie wel iets van een
gemis van wijding in de Kerstweek, want
de sinds slechts enkele jaren geleden ge
arrangeerde bijeenkomsten in openbare par
ken om bij kaarslicht in de avond Kerst
liederen te zingen, trekken steeds meer deel
nemers. Duizenden mannen, vrouwen, jon
gens en meisjes dragen een brandende kaars
bij zich en zingen vol overgave het „Stille
Nacht, Heilige Nacht".
De rerzorgsfers t<on de Kinder-
diergaarde in Regents Park te
Londen, vieren Kerstfeest. Het
gaat er gezellig toe en een aantal
dieren, die anders de jeugd amu
seren. zyn nis gasten op het
festijn genodigd. Rudolf, het ren
dier, kijkt met begerige ogen
naar de verleidelijke Kersttaart.
Crusoë en Gulliver's Reizen. Voor
de Londenaars is er natuurlijk al
tijd de beroemde legende van het
arme knaapje met zijn kat, dat
burgemeester van de City werd,
Dick Whittington, die in werkelijk
heid helemaal geen arm knaapje is
geweest. Alle sprookjes zijn ten
dele gemoderniseerd.
Het beminnelijke verhaal van
Peter Pan behoeft geen pantomime
franje. omdat de ijzingwekkende
avonturen- met land- en zeerovers
van de uit hun slaap gewekte en
heuselijk uit het raam naar fanr
tastische oorden wegvliegende kin
deren een onvergetelijke scène
reeds aan alle eisen van het
droomspel voldoet. De transfor
matie-scènes in de meeste panto
mimes, waarbij op de vernuftigste
manier decors, de ene schitteren
der dan de andere, verwisseld wor
den, zou niemand in zijn jeugd wil
len missen.
Pantomimebezoek heeft indirect
heel wat gedaan om bij de jongeren
liefde voor het toneel te wekken.
Vooral panto's met dierenfiguren
trekken sterk. De krokodil of het
doeken-pantomime-paard doen het
altijd weer opnieuw!
Maar wat er ook allemaal door
de pantomime wordt heengeweven,
het sprookje mag er als voor de
kinderen herkenbaar element nooit
uit verdwijnen.
Pantomimes behoren b(j de En
gelse Kerstmis zoals de Kerstkous
over het voeteinde van het kinder
bedje. de Kerstpudding met het
zilveren geldstuk erin verborgen en
de aandoenlijk schone Kerstliede
ren. die in de avondlijke stilte
klinken.
TJE grootste traditie is het: om op
Boxing Day, zoals Tweede
Kerstdag hier heet herinnerende
aan de collectebussen (boxes) van
weleer naar een pantomime te
gaan. Maar als je daarbij wilt zijn,
moet je vorige Kerstmis al plaatsen
besproken hebben! Het mooie van
de pantomimes is, dat men er met
het hele gezin naar toe gaat en dat
het een vorm van vermaak is, wel
ke niets twijfelachtigs bevat.
Grootvaders, die als knaapjes naar
de panto gingen, slaan deze ook nu
nooit over.
Ze dragen trouwens ook nog das
sen in hun schoolkleuren! Engelsen,
die overal over de wereld ver
spreid zijn, bestellen pantopiaatsen
voor hun familieleden in het moe
derland.
Ja, met Kerstmis is Engeland
meer dan ooit zichzelf. En de Brit
ten gaan er prat op, dat zij zeker
in de pantomimes iets bezitten, dat
anderen niet kennen....!
(Van onze correspondent in Australië)
USTRALIë is het enige land ter wereld,
waar géén Witte Kerstmis wordt ge
vierd, zo heeft een fabrikant van
Kerstkaarten beweerd. Omdat er zovele men
sen wonen, die ouders en grootouders hebben
uit Europa, met herinneringen aan sneeuw-
bcdekte velden, koopt echter elke Australiër
minstens tien Kerstkaarten met een sneeuw-
tafereel, het liefst geflankeerd door figuren
uit de verhalen van Dickens of door een
dikke Kerstman. Er worden in Australië
méér Kerstkaarten verzonden, gerekend per
hoofd der bevolking, dan in Amerika. De
Australiër is verzot op deze plaatjes, die h(j
in alle mogelijke afmetingen kan kopen in
winkels en warenhuizen, waarvan de eta
lages maandenlang in kleurrijke paletten zijn
omgetoverd.
Wanneer onze Sinterklaas een kijkje zou
nemen aan de rand der wereld, dan zou hij
raar opzien als hij daar zijn naamgenoot
Santa.Claus ontmoet. Want de Santa Claus
van Australië heeft Spanje nooit gezien. De
Sint van het vijfde werelddeel is namelijk
het Kerstmannetje van de rendiervejden uit
Lapland, die er niet tegenop heeft gezien om.
gekleed in z'n warm-rode winterse costuum,
afgezet met wit bont, 20.000 kilometer op zijn
rendierslee door de lucht naar het warme
Zuiden te reizen en onder een gloeiend 'hete
zon de kinderen verrassingen te bereiden.
Onder de emigrantjes van de lauwe Wes-
ttfrstranden aan de Noordzee, die hier met
hun vaders en moeders zijn neergestreken,
heeft deze Santa al veel verwarring veroor
zaakt. Er zijn er onder hen, die nog nooit
eerder het Kerstmannetje in werkelijkheid
hebben gezien, toen zij nog in Nederland
vertoefden, en die nu moeilijk kunnen wen
nen aan de gedachte, dat Sinterklaas van
costuum is verwisseld. Bovendien wandelt
deze Kerst-Sinterklaas bijna drie maanden
lang rond, paradeert in en voor de grote
warenhuizen en loopt even gemakkelijk met
z'n handen op de rug naar de tabakskiosk
om z'n shag te kopen en gemoedelijk een
sigaretje te rollen. Fantasie hoort er niet bij,
romantiek evenmin, maar wel is deze Santa
Claus heel bereidwillig: hij deelt keurige en
kleurige formulieren uit aan de met stra
lende ogen kijkende
jeugd, die ze maar heeft
in te vullen met naam
en adres en hun ge
schenkkeuze. Dan gaat
het formulier in een
gpote brievenbus en
even later neemt Santa
ze van een „postbode" in ontvangst en leest
ze gewichtig en attent door.
Het cadeau komt dus beslist in orde (en
pa en ma betalen inmiddels aan de kassa
het deposit met de verplichtingen van een
verdere wekelijkse afbetaling
JAAR ik uit betrouwbare bron verneem,
wandelen er in Sydney 2200 Kerst
mannetjes rond. Het heeft me verwonderd,
dat er in dit land met z'n grote ontwikkeling
van de' vakbonden nog steeds geen Bond van
Kerstmannen is opgericht om te strijden voor
betere arbeidsvoorwaarden. Vermoedelijk
Unieke Pantomimes zijn een Brits nationaal instituut
(Van onze Londense correspondent)
ZODRA Kerstmis in zicht komt, ondergaat het Engelse schouw
burgleven een metamorfose. Dan wijken Shakespeare, Graham
Greene en T. S. Eliot voor de Gelaarsde Kat, Roodkapje en
Humpty Dumpty. Het pantomimeseizoen is dan begonnen en duurt
tot Februari of Maart toe. Want de Kerstvacantie voor de jongens
en fl^eisjes op de kostscholen is werkelijk een tweede groté vacantie
van zëa weken. Soms wel nog langer. Een bezoek aan de pantomime
behoort sinds generaties tot de Kersttradities. Een pantomime is
thans in Engeland niet meer een gebarenspel, zoals het dit oorspron
kelijk geweest is. Het is een mengsel van sprookje, zangspel, ballet
en revue! En zoals zoveel in Engeland met zijn ordenende levensstijl,
is ook de pantomime een nationaal instituut, zoals cricket, de Boat
Race en de Derby, het thee-uur. de bolhoed en de vrije Zaterdag.
van de Italiaanse spelen werden
hier geïmporteerd, maar wel Pun-
chello of Policenello, die nog steeds
voortleeft als Puck, <le Engelse Jan
Klaassen!
Pat Kirkwood, pantomime-jon
gen" no. 1. bij de kapper, waar
zij haar prachtige donkere
krullen opoffert voor
De pantomime, op het toneel en
op het ijs, trekt steeds weer mfl-
lioenen aan, niet alleen de jeugd,
maar mensen van iedere leeftijd,
in wie ten slotte het kind nooit
ondergaat. Radio, film en televisie
zijn slechts een pover surrogaat,
"vergeleken met de wereld van
bonte fantasie en onvervalste vro
lijkheid, welke de pantomime ont
vouwt.
Mensen, die het weten kunnen,
verzekeren met iets van wanhoop
in hun stem, dat. de pantomime
niet meer is wat het eens geweest
is. Maar dat beweerden hun gropt-
ouders ook al en hun overgroot
ouders evenzeer. De pantomime
verandert met de tijden, maar de
A geest ervan leeft- ontegenzeggelijk
voort. Het is de geest van de har
lekinade, welke zo oud is als de
geschiedenis van de mensheid. Vla
de oude Grieken en Romeinen
waaide het harlekijnsspel over naar
Engeland. Het bevatte oorspronke
lijk vele elementen van de Com
media dell 'Arte. Niet alle figuren
T"\E klassieke figuren van de acht-
tiende-eeuwse pantomime zijn
echter zo goed als verdwenen Toen
waren de hoofdpersonen Harlekijn,
de minnaar, die in een serie ko
mische en opwindende avonturen
zijn geliefde Columbine het hof
maakte. Zij werd beschermd door
Pantaleon, haar bewaker en gids.
die steevast in het ootje werd ge
nomen en de dupe werd van al
lerlei grappen en listen. Dan was
er Pantaleons bediende Clown, wel
ke rol omstreeks het jaar 1800 on
sterfelijk werd gemaakt door de
grote Joseph Grimaldi in het be
roemde Drury Lane Theatre. In het
midden van de negentiende eeuw
was er in de Harlekinades nog wei
nig veranderd, behalve dat ze min
der uitbundig waren en dat er geen
toespelingen meer gemaakt werden
op de dwaasheden van de tijd. Zo
als in de Italiaanse vertoningen
werd er in de dialoog vrijwel uit
sluitend geïmproviseerd, doch later
veranderde dit. Er werden allerlei
spelen opgevoerd, maar de eigen
lijke intrige was meestal dezelfde.
Pantaloon is een jaloerse, oude
man met een mooie dochter of
pleegdochter Columbine, die hij
angstvallig beschermt tegen de lis
tige streken van Harlekijn, die hij
veracht, omdat hij roekeloos en
vrolijk is en zo arm als een rat.
Pantaloon weigert toestemming
te geven tot "het huwelijk van Co
lumbine en Harlekijn, waarop deze
besluit haar te schaken. Daartoe
koopt hij Clown om, die. als Co
lumbine het venster uitstapt, zich
voor de voeten van de toesnellende
Pantaloon werpt. Deze begint dan
een eindeloze jacht op het tweetal,
waarbij hij steeds door Clown om
de tuin geleid wordt, hoewel deze
voorwendt hem te helpen. Tijdens
de regering van Karei II schijnt
Harlekijn zijn intrede in Engeland
gedaan te hebben. De Harlekinade,
als het populairste gedeelte van de
pantomime, verdween geleidelijk,
om plaats te maken voor de uitge
breide* verwikkelingen van de
sprookjes, of van een intrige, ge
baseerd op de aloude Engelse kin
derrijmpjes, die werkelijk tot de
volkspoëzie behoren en vaak te
herleiden zijn tot critiek op sociale
toestanden uit de dagen, dat zij
ontstonden.
TAE hoofdfiguren van elke pan-
tomim? zijn de jonge held en
de heldin, herinnerende aan Har
lekijn en Columbine en een ma
trone, meestal potsierlijk uitgedost
en Dame genaamd. Vaak is zij de
moeder van de held, welke laatste
altijd door een meisje of jonge-
vrouw wordt gespeeld, herinneren
de aan oude travesti's. Pat Kirk
wood is de gevierde pantomime-
„jongen" dezer dagen, die acteert,
zingt en danst. Inderdaad is het
bezwaar, dat men tegen vele pan
tomimes kan hebben, dat zij te veel
revue-techniek toepassen met tap-
dansende en benenzwaaiende girls
en een sfeer scheppen, welke zeker
voor argeloze kinderen te kunst
matig is. Zij hunkeren naar enkele
komische, karakteristieke figuren,
welke nu vaak in geraffineerde
massa-scenes ondergaan. Maar des
ondanks brengen vooral in de klei
nere plaatsen de pantomimes al de
sprookjes uit onze jeugd tot leven.
Assepoester is elk jaar het popu
lairst en ook Moeder de Gans en
Aladdin ontbreken nooit. Alle klas
sieke sprookjes leveren overigens
onuitputtelijk materiaal voor pan
tomimes. Dat doen ook Robinson
een artistieke jongenskop.
die voor de rol van Peter Pan
een onontbeerlijke voorwaarde ts
r DONDERDAG 24\PECEMBER 1953
HORIZONTAAL
DERDE BLAD - PAGINA 3
berg pWwJ ff"
24 n. «i i het 8*ucJentenlied compléét.
De oorlogsgod op stap.
Is Va" de" puzïle moeten qiter-
«oe«i?n-1 rfl."g a s' ln ons b"'4 "Un. Voor
■en hoS,ïïï!nMn worden de volgende pr(j-
*«n beschikbaar gesteld:
1 i 25.-
2 i 10—
5 a 5—
10 2.50
togram®* verme,de men: Ker«tkryp-
HOR1ZONTAAL
1 is het de bedoeling er de tafel mee in
t>rand te steken?
9 Het begin van Likkepot» toespraak
10 Het onvermijdelijk gevolg van Oudejiar. Met Jo i, he,"
U Mutlok in de rekenkundige opgaven De oorlogsgod m n.n
tot aanmaningen van de politie. P'
12 Als zijn aanwezigheid toegelaten P'ossingcn van do»*
komt de volharding vanzelf.
14 „Toe. roep 'r" de boog is gereed.
18 En de heg weten we óók niet.
17 Een cadeautje, dat dodelijk kan zijn.
18 De vrouw van Odysseus wandelt in
Rotterdam met worteltjes.
21 Wanneer men zo vriendelijk verzoekt
te vallen, is het toen onvoorzien.
22 Na de ljchtje# draagt da Kerstboom de
sporen.
25 Moetenalleen de bevelhebbers de weg
.weten?
28 Er .-kan geen kip meer bij.
27 Orri rorad 25 December uw vingers niet
if te likken.
I VERTICAAL
1 De beproeving van het klavier.
2 Ook bij het bevoegde gerecht eindigt
het met drank.
3 De schone vormen, fle beste lectuur.
4 Op de eerste levensdag meegekregen.
5 De rest staat door elkaar aan het uit
spansel.
8 De wet houdt geschokt het middten in
de peulvruchten.
7 De eerste vrouw staat vooraan bij de
ontruiming.
8 Een neger, die op Zaterdag geweest ie.
13 Driemaal een Engelse gezagvoerder op
één schip? j
14 „Geef bij de armen." nu er geld ig na
gelaten.
18 Ter inleiding gezegd het roer moet
halverwege om.
17 De vuurpoti beëindigt de genomen proef.
Oplossitfg van onze vorige
I? cc ken a Kruiswoord puzzle
Kerstnummer
„De Open Deur"
„Voor wie daarvan vervreemd zijn" vooral,
is de Kerstboodschap bestemd welke thans
in een oplage van 250.OOO exemplaren door
Open Deur" te Driebergen wordt verspreid.
In hot Kerstnummer van dit orgaan van de
Ned. Hervormde Kerk. dat op de omslag-
pagina een zeer suggestieve reproductie ver
toont naar een schilderij vak Wllly Fries, uit
zijn „Christ 1st geboren", zijn ook de andere
Illustraties met zorg gekozen bij de teksten,
die uiteraard de Religie en de zin van het
Kerstfeest ten nauwste verbinden.
iilzontaal: 1 Ongelig
.1. IS. Ar 16. Vlo. H
33. Moe.
M A 33 {bid. 35 i
'Uit. 41. Nora 42 SR
En<
Zee.
6 Naarden. 12. EJer.
Re. 18. Propeller. |22.
Non. 27. Ore. 29. Nis.
Jet. 37 Natie. 39. Knie.
J 43 R I 44 St. 45.
'flne. 53 Delta. 56.
67. Erf. 69. Lat
77. L.O. 78. Oh.
fatroon.
J Verticaal: l. Oerwoui
ftn. 5. U.LO. 7. Aai
14. Noorden. 14. Eed.
K R O. 13. Meetkunde!
M, ihtrede 32. Mentaal
39. Kraag. 46 Steil;
m. Un. 54. Eelt. 55.
jaeeiVt. 64 Ds 66 Een
13 Boa. 74. At R O. 76
j 4 i
len to
JET IS gemakkelijker om ziek te worde:
L1dan om te herstellen. Dat bewijst Tineke
ons nu al ruim een week aaneen, en lk kan
niet zeggen dat we hard vooruit gaan
Eén ding is me wel duidelijk geworden: je
kunt beter even met trouwen' wachten als
je totale inkomen nog geen twintig gulden
per week bedraagt. Je raakt er maar tob-
berig en slap door en de wittebroodsweken
krijgen drommels gauw schimmelrandjes.
Vooral wanneer je een man hebt Uitge
zocht zoals Tineke deed. want die lieve
broer Tom van me mag dan een kei in zijn
vak wezen en regelrecht aansturen op een
cum laude doctoraal, maar hij schiet verder
hopeloos tekort. Ik kan er eigenlijk nog niet
over uit dat hij daar haar zo'n dag of wat
aan de rand van de afgrond liet rondtob-
ben zonder zelfs maar een koortsthermo
meter op te duikelen.
yc kan trouwens over een hele ms
dingen niet uit. Waarom gaf hij niet eerder
een slgnaaltje naar Rotterdam? Enkel maa
ezelachtigheid? Of koppigheid omdat wi
niat allemaal gejubeld hebben toen hij zo
onverwachte met zijn bruiloft op dè prop
pen kwam? Maar koppigheid hoort ook bij
ezels' En dan waarom is Tineke's eigen
familie niet van de toestand in kennis ge
steld? Ik kan me indenken dat ze torn niet
bepaald liggen, maar het lijkt me toch wat
erg incdhsequent om met opbellen te wach-
•tdat de hele familie dood en bezra-
is. Dat lijkt me zo'n beetje rposterd na
maaltijd. Maar ik moet toegeven dat
Tineke zelf ook niet naar haar verwanten
taalt, voorzover ze nu ten minste in staat is
om Zich voor wat ook te interesseren. Van-
is het voor het eerst wat beter, maar
..eeft dagen en nachten aaneen liggen
te «voelen en te men. Dat laatste is het
engjle geweest. Als1 Tom bij haar zat. ging
nog, want die Anapte volledig waar ze
Leve de Bureaucratie!
Een even ^scherpe als vermakelijke persi
flage op een ook in deze tijd blijkbaar
onvermijdelijk kwaad: de bureaucratie. De
Deense auteur Finn Soeborg laat zich er niet
het allemaal over had, maar als ik
wacht hield wist ik er zo nu en dan geen
raad mee. Dan lag Tineke honderduit te
beweren, en vaak dingen waarvan ik zeker
wist dat ze die nooit zou verteld hebben als
ze goed hij haar positieven was geweest
Geheimen, die heel diep in haar hart ver
borgen zaten, en die ik nu maar moest aan
horen. Geheimen waar je van schrikt en
waar je je doodmoe van voelt worden. Ik
zou ze maar het allerliefst opschrijven, dan
is het net of je ze kwijt bent, maar dat kan
ik ook weer niet doen omdat ze enkel Ti"
nekè zelf betreffen en soms haar ouders en
vaker Tom. In elk geval: vandaag is tem]
eindelijk een behoorlijk stuk gezakt, d
koortskleurtjes zijn afgenomen, maar n
merk je pas iweer dat er niet veel over is
van dat hele Tineke.
"LTet ergste vind ik nog dat het met hun
A A babytje niet door is gegaan. O natuur
lijk weet ik wel dat zoiets heel wat vaker
voorkomt, maar het is wat anders als je
een stuk van de narigheid zelf meemaakt
bij iemand waarvan je ondertussen een
hele boel bent gaan houdent, Het is net als
of je een natld dweil in jé gezicht krijgt.
De hele geschiedens is er 'zo zinloos door
geworden. Ik kan het niet goed krijgen, dat
zoiets gebeurt. Tom en Tineke houden op
him re re verstrooide en lawaaienge manier
toch dol van elkaar, ze waren zo trots op
die hummel, die komen zou, en waarom
gaat daar nu opeens een streep doorheen?
Weet je, ik wou dat Vader dat nooit had
gezegd van kruis en ellende vanwege de
zonde, waarvan ik verleden keer vertelde*.
Dat zit me toch zo dwars. Ik wil best tdef
:even, dat ze stommiteit op stommiteit
reëert kostejijk# types, die men ziöh zó voor
ogen kan stellen en wij zouden h«t bertalvsr
bij allen, die v*h een amusaijt ten goed' fl
schreven boek houden, in handen, willen
sen vain de vele bureaucraten, die,look
land .ryk Is. In de behoorlijkefyerti
van MenrlMtte, J. Mattes verspheen i.Lev-
Bureaucratie" bij Moussault Ie Am
iben gestapeld, maar er zit in allebei
n naar slechtigheid. En ze hebben zeker
eze beroerderigheid niet verdiend! Maar
aan de andtere kant: wat heeft alles nog
voor zin, a's er maar zo in het wilde weg
de verschrikkelijkste dingen boven je hoofd
hangen?
te piekeren over dat alles, toen Tom \veér
naar college moest en ik dus weer póst
moest vatten bij Tineke. Die knapt werke-
spiegeltje hebben om te kijken of er nog
wat van haar was overgebleven. Dat vond
lijk wat op. Ze wou tenminste
e het
ir
en goed teken: het is altijd hoopvol als
patiënt weer ergens in geïnteresseerd
raakt. Maar Tineke zelf was niet zo met
haar staat ingenomen.' ..Aboe. Ik lijk wel een
aap op een stokje" zei ze. „Of liever een
aap, die van z'n stokje gevallen is!...." Ze
trok een lelijke grimas tegen haar spiegel
beeld en ging vervolgens ongegeneerd een
flinke deun liggen huilen.
..Ja," zei ik. „dat moet je vooral doen.
Dan krijg je nog rooie ogen ook en ik geloof
niet dat dpt je bijzonder zal staan" Ik dacht
dat* je ziexen. die aan het beteren zijn, het
best een beetje fleurig kunt, aanpakken,
maar ik bleek alle planken misgeslagen te
hebben, want ze jammerde ineens, dat ze
een oude vrouw was geworden en dat ze
maar beter dood had kunnen gaan. Zij wist
van geen ophouden meer. en ik wiet me
gewoon gèen raad.
k heb alles gedaan wat maar mogelijk was
om haar weer tot bedaren te krijgen.
Ik heb haar toegesproken dat het nog best
ging en dat ze zo weer fit iou wezen, als
die koorts maar weg was. Ik heb gepro
beerd om haar water te laten drinken,
maar dat glas kwam voor de ene helft op
le grond en voor de rest op haar pyama te
and. En net toen ik naar de hospita wilde
rennen om een dokter, kwam moeder bin
nenstappen. Zo maar. op haar eentje, als
een verdwaalde engel. Die wist natuurlijk
meteen wat je in zo'n geval doen kunt. Ze
ging, nog met haar mantel aan bij Tineke's
bed zitten, en zei enkel maar: „Goed zo,
kind, huil jij nou maar eens eventjes hele
maal uitWaaïop Tineke zich met een
ruk naar haar toe draaide en warempel op
hetzelfde moment helemaal niets meer te
huilen had, maar integendeel lachte. Wat
bleekjes en wat na-snikkend, maar toch
lachte!
Nou vraag ik je!
Enfin, ik had in de gaten dat ik op dat
(ogenblik beter weg kon wezen en ik ging
weer terug naar mijn miniatuur-alcoof.
Door het dunne teschot hoorde ik moeder
en Tinekq heel zlachtjes praten, en het is
me alsof ik jaren «n jaren geleden moeders
net zo gehoord heb. Wacht eens, dst
was toen ik dertien was en diphteritis had
gehad en eerst maar niet kon beteren. Gek,
moeders zijn net zoiets als organisten: ze
kunnen één melodie op tien verschillende
manieren spelen! En zoals ze nu praat, voel
je Tineke gewoon opknappen!
TTET was al Kerstvacantie en bijna alle kinderen uit hét weeshui! waren
11 al weg, of naar een oom of tante, of naar'vrienden of naar een ander
familielid. Alleen de weesjes, die helemaal niemand meer hadden op de
wereld waren nog in het huis. Zij zouden daar het Kerstfeest vieren. Na
tuurlijk hadden ze ook een boom. maar het was toch anders. Nu warén ze
bezig Kerstkaarten te maken. Wllsie had de hare klaar. Het was oen moöiè
kaart. Er etond een Kerstboom op en er onder een hondje, dat op zijn i
achterpootjes zat. Wilaie had hem uitgeknipt. Het hondje hield *Un kopje CHriStmCLS IS Land 5
scheef alsof het wilde zeggen Ik ben een mooi Kerstcadeautje! Wilsie
zou best een hondje willen hebben. Ze deed de kaart in een ertveloppe en
vroeg zich af. aan wie zij de kaart zou zenden. Ze keek naar de andere
kinderen om de tafel. De meesten hadden hun enveloppe al geadresseerd.
Gelukkig vroeg niemand, aan wie zij de kaart zou sturen, want Wilsie zou
het antwoord niet geweten hebben O. als zij toch ook eens een kaart met
Vrolijk Kerstmis terug zou krijgen. Wilsie zuchtte. Het was immers nog
nooit gebeurd.
Ik stuur hem naar Jantje, wist
ïij plotseling. Jan was een klein
weesjongetje en hij voelde zich dik
wijls erg eenzaam Daarom vertelde
Wilsie hem iedere dag een ver
haaltje.
Maar Wilsie veranderde van ge
dachte Ze zou de kaart sturen, zo
maar. naar iemand in de stad. Mis
schien zou zij dan wel een-kaart
terugkrijgen. Dan had zij ook een
kaart, net als de anderen.
Wilsie keek door het raam naar
buiten. Zij zag het park. De bomen
waren wit van de sneeuw Achter
het park was een mooie brede laan.
Daar wandelden zij dikwijls. Er was
een heel groot huis. Zij had de
naam op de deur zien staan. Mr H.
Granters. advocaat.
Die nacht droomde Wilsie van een
mooie Kerstkaart De volgende
morgen postte zij de kaart.
En Wilsie wachtte in spanning op
dt post.
De dag daarop kwam de moeder
van het kinderhuis in de speelzaal.
Meisjes en jongens, riep zij. ik
heb een verrassing voor jullie. Op
tweede Kerstavond gaan we met
ons allen kijken naar de boom. je
weet we], die grote denneboom, die
in dè tuin staat bij de advocaat
mr Granters.
Wé hebben die boom al zo
dikwUls gezien, sprak Els teleur-
Ja, vond ook Wimmie, we ko-
tnen er zo dikwijls langs
Maar deze keer ls het anders.
We gaan ook naar de boom binnen
kijken en we krijgen lekkers en zo.
Het wordt een extra Kerstfeestje.
Nu waren de kinderen opgetogen.
Alleen Wilsie niet. Ze mopperde:
Hij heeft niet eens de moeite
genomen, mij een kaart terug te
tenden.
Ze voelde zich even eenzaam als
kleine Jantje en die avond ver-
lelde zij hem twee verhaaltjes in
Plaats van één
Toen ze uit waren, begon Jantje
te hullen.
Och. snikte hij vertel ze nog
*en keer
Maar Jantje moest naar bed. Het
laatste nachtje slapen vóór het
feestje bij mr Granters.
Terwijl ze de volgende avond met
"un zevenen, vergezeld van de
moeder voor hét hek stó
Jantje Willie's hand stevig vaat.
Maar toen ze eenmaal binnen
waren, was hij over zijn verlegen
heid heen en hij bewonderde de
Kerstboom, net als de anderen.
Wilsie kreeg een kleur. Was het
verbeelding, of leek die boom op
die van haar kaart of kwam het
alleen door dat zwarte hondje, dat
net als op haar kaart onder de boom
zat. Wilsie liep naar het hondje toe.
Zij zag, dat er iets aan zijn hals
band hing. Haar eigen kaart!
Juist op dat ogenblik kwam me
neer Granters naar haar toe.
Wilsie. ik was erg blij met je
kaart en nu wil ik je op mijn beurt
dat zwarte hondje geven.
Wilsie kreeg weer een kleur, van
blijdschap Zij keek naar het hondje
en zag. hoe Jantje allebei zijn
armpjes om zijn hals had geslagen.
Arme Jantje, hij had helemaal
niets, zelfs geen kaart, dacht zij.
Meneer Granters. fluisterde
Wilsie Jantje ls nog meer alleen
dan ik. Hij houdt zoveel van hond
jes. Ik vertel hem iedere avond een
verhaal en hij wil altijd, dat het
over een hondje gaat. Zullen we het
hondje aan hem geven?
Ik denk. dat het hondje hem
dan wel blij zal maken, antwoordde
de advocaat.
Oh. dank u meijeer. Wllsie
klapte opgetogen in haar handen.
Nu. Jantje was blij met zijn hond
je en ook de andere kinderen
kregen een klein pakje uit de boom.
De avond vloog om.
Ze kregen lekkers en chocolade
melk en veel te gauw was het tijd
om naar huis te gaan en ze namen
netjes afscheid.
Ook Wilsie bedankte de advocaat
en toen vertelde hij haar. dat de
Kerstkaart, die zij gestuurd had
hem op het idee gebracht had Hij
keek naar de boom en zag. dat er
nog een pakje onder lag. Het was
een muziekdoosje. Als je het op
wond, klonken er liedjes. Hij nam
het op en gaf het Wilsie.
Dit is dan nu voor jou. sprak
TJE beroemde Engelse .ontdek-
J-y kingsreiziger James Cook stond
op de brug van zijn schip en keek
uit over de Oceaan. Het was op de
Kerstmorgen van het jaar 1777. Het
schip voer dicht bij de evenaar. Het
was Cooks derde tocht en hij vrees
de dat het de laatste zou zijn. De
reis had al te lang geduurd. De
voorraden waren zo goed als op.
Het drinkwater was gerantsoeneerd
en het weer was ruw. De beman
ning was erg ontevreden en stak
dat niet onder stoelen of banken
TerVijl Cook zo de horizon af
zocht, dacht hij aan Magellan, die
door de muiters van zijn schip was
vermoord. De omstandigheden op
zijn schip waren bijna even slecht
Die middag, terwijl Cook in zijn hut
zat, hoorde hij plotseling een luide
schreeuw van de man uit het
kraaiennest Land in ziiiiiichtü
Cook sprong op. Het kon bijna niet.
Ze moesten volgens de berekenin
gen nog vier dagen varen van het
dichtstbijzijnde eiland af zijn.
Maar het was de waarheid. Wel
dra kon iedereen de koraalrotsen
onderscheiden. Iedereen leefde op
bij de gedachte aan vers water en
misschien wel vlees. Een paar uur
later was men aan land. Het eiland
bleek niet bewoond. Maar wel
erkt dat Batuurlijk niet,
dagen bij vlaagjes. Ik zat net
schrijf d
groeiden er volop vruchten en er
was wild in de bossen, dat aan het
spit gebraden werd en de mannen
hadden een Kerstdiner, zoals ze
thuis waarschijnlijk niet gehad zou
den hebben. En ondertussen teken
de Cook op zijn kaart de eilanden
en gaf hen de naam Christmas
Islands.
De kinderen hadden hem toch niet vergeten
IJ ET WAS maar een gewoon ezeltje, grauwig grijs en met heel erg
lange oren. Maar ja, dat heb je nu eenmaal als je een ezeltje bent.
Het ezeltje vond hpt ook helemaal niet erg. Stel je nu eens een ezel voor
met kleine oren. Ja, dat zou raar zijn. Nee. dit ezeltje was tevreden, meer
nog, het voelde zich gelukkig, want het hield veel van kinderen En daar
om vond het ezeltje het zo fijn, dat hij het eigendom was van de melkboer
en zijn vrouw, die vijf kinderen hadden. En als die kinderen en het ezeltje
allemaal thuis waren, speelden zij met elkaar. Ze reden om de beurt
op zijn rug en hadden het grootste plezier. Maria, het oudste dochtertje,
deed, ais zij niet in de winkel hoefde te helpen, ook mee. Jo, haar iets
jongere broertje, zorgde er altijd voor, dat het ezeltje er keurig uitzag.
Dan waren er nog de tweelingen Jan en Japie, die bijna altijd kibbelden
wie vóór mocht zitten. En ten slotte nog Puk, een hummel, die nog maar
net kon lopen.
Maar op een dag kwam er aan het geluk van het ezeltje een einde
De melkboer kocht een pony en het ezeltje was vergeten. Het stond een
zaam in de wei. Het hoorde en zag hoe de kinderen lachten als zij op
de nieuwe pony reden, en het voeide zich bedroefd. In de stal stond hij
suf voor zich uit te staren. Zijn huid werd dof en zijn oren leken nog we;
langer. Wei hoefde hij nu niet meer het melkkarretje te trekken, maar
hij zou het veel liever wel gedaan hebben, als hij maar niet zo alleen was
Niemand keek meer naar hem om, o natuurlijk, hij werd goed verzorgd,
maar zelfs Jo roskamde nu de huid van de pony Het ezeltje begreep het
niet. Hij was toch altijd goed voor de kindeven geweest. Ze hadden altijd
met hem gesold en hij had hen nooit kwaad gedaan.
4
6pelden. Toen zij zelf ook klaar
was. nam zij Puk in haar armen
en pakte het kindje goed in. In
optocht, op hun tenen, gingen zij
toen naar de etal. Het was er lek
ker warm en toen Jo het lantaarn
tje een beetje hoger gedraaid had,
was het er ook gezellig licht. De
tweeling was helemaal onder de in
druk en hield zich rustfg, zonder
te kibbelen Maar plotseling keken
zij elkaar verbaasd aan. Ze hoor
den een stem.
Och. ik begrijp het wel. Ril
den op een pony zal wel prettiger
zijn dan riiden op een ezeltje.
Natuurlijk, al ben ik klein. Ik
ben tenminste een echt paard En
ik ben ook stellig sterker en kan
harder lopen. De baas is vroeger
klaar met zijn ronde als anders en
hij heeft er toch veel klanten bij
gekregen.
Ja, ik word ook al een daagje
ouder
Het is dus waar, fluisterde
Maria, dat de dieren in de Kerst
nacht spreken. Dat arme ezeltje
We hebben hem verwaarloosd Daf
is niet eerlijk
Ja, zuchtte Jo, hij was nooit
koppig. Hij liet maar met zich sol
len Weet je nog, hoe we gelachen
hebben toen we Dik Trom speel
de,
om jou te doen.
t is Kerstnacht en
hij. En ik zou het èrg prettig vinden
als Jantje en jij me nog eens een
bezoekje brengen om te vertellen,
hoe het hondje het maakt.
Wilsie knikte dankbaar, met de
muziekdoos in haar armen.
Ondertussen was het al laat ge
worden en door de stille avond door
het besneeuwde park liepen Jantje,
met het hondje in zijn arm. en
Wilsie, met de muziekdoos, geluk
kig naast elkaar.
Het was een Kerstavond geweest
om nooit te vergeten.
Zo gin gei
was December en bijna Kerstmis.
Maria en Jo hadden mogen helpen
met het versleren van de kerst
boom. Die was ook al weer gehaald
met de ponywagen. Het ezeltje liet
zijn kop hangen
En in de hulskamer zaten de kin
deren om de kerstboom en zongen:
Stille nacht? Heilige nachtals
laatste liedje voor zij naar bed
moesten. Maar van slepen kwam
nog niet veel. Maria keek door het
venster naar de twinkelende ster
ren en Jo dacht nog aan de
kaarsjes. Die ene, die maar niet
uit wilde gaan. en die mooie bal,
die helemaal onder het kaarsvet
kwam.
Mooie naam heb jij eigenlijk,
Maria. Echt een Kerstmisnaam,
fluisterde Jo, om de tweeling niei
wakker te maken.
Ja, fluisterde het meisje terug,
en Jo zcu best een afkorting kun
nen zijn van Josef.
Met een schok zat Jo rechtop in
bed.
Weet je wat?" En het was
bijna geen fluisteren meer. Laten
we gaan spelen!
Nu? vroeg Maria verbaasd,
midden in de nacht?
Juist nu, het is immers Kerst
nacht. Jij bent Maria. Ik Josef, de
tweeling de Wijzen uit het Oosten
en Puk is het Kindeke.
Maar dat kan toch niet, we
kunnen die hummels toch niet wak
ker maken. En bovendien waren er
drie Wijzen.
Nou, dan nemen we die niet,
maar de schaapherders.
We hebben geen schapen.
Nee, maar we hebben wel een
ezeltje.
Ik wil Wijze zijn....
En ik herder, klonk het plot
seling De tweeling was wakker
Ssst, fluisterde Maria. Ga
slapen.
Nee. wij willen meedoen, was
het antwoord.
Hè toe nou, Maria. We binden
dekens om en gaan naar de stal
Nou goed dan, maar laten we
geen lawaai maken. En moet Puk
dan ook heus mee? Als hij gaat
huilen We kunnen dat kindje toen
zo niet uit zijn bedje halen.
Maar bet kindeke is toch im
mers het belangrijkste van alles,
vond Jo. en daar kon Maria niets
tegen inbrengen.
Zij hielp de jongens met hun
zij ombonden en vast-
pony en het ezeltje spitsten
hun oren De kinderen midden in
de nacht in de stal, dat was iets
ongewoons
Het zal wél weer om jou be
gonnen zijn. zuchtte het ezeltje
hoorbaar, en liet zijn kop zieiif
hangen.
Nee, het
sprak Maria. Het i
jij bent het kerstezeltje.
De kinderen liepen langs de box
van de pony en aaiden het ezeltje
en spraken lieve woordjes En het
ezeltje was zo gelukkig, dat hete-n
brok in zijn keel kreeg en daardoor
helemaal niets meer kon zeggen.
En Jo hielp Maria met het kindje
op de ezel en terwijl hij de ezel
leidde, liepen zij door de stal. de
twee herdertjes er achter aan.
En zij zongen een kerstliedje,
zachtjes, maar niet zo zacht of va
der en moeder waren er wakker
van geworden. Zij stonden in de
staldeur te kijken.
Gelukkig kregen de kinderen
geen standje, maar wel moesten z(j
direct terug naar bed. En weer
bleef het ezeltje alleen achter,
maar nu wist het, dat de kinderen
van hem hielden enhem toch niet
echt vergeten haddeft.