2200 Kerstmannetjes wandelen rond in Sydney r Qjmdkui6 I n KM In Kersttijd ontvouwt zich fantastisch sprookjesland op het Engelse toneel Ons Kerstkryptogram Hoe je zieken moet aanpakken Het Kerstfeest ,v< weeskinderen1 Het Kerstezeltje mm A'1 mm Kersttijd duurt van October tot begin Februari NA earn l vo" S"' vr'ig Toch een hondje en.... een muziekdoos E Meer een feest can de natuur dan van Christus vindt dit z'n oorzaak in het feit, dat deze Santa's bij het sluiten van de winkels om 5 uur 's namiddags spoorloos verdwijnen en er niet aan denken langer dan 40 uur per week te werken. Santa houdt zich aan de wet en het Hof van Arbitrage heeft afwijzend beslist op het verzoek van de werkgevers om de werk week tot 44 uur te verlengen, ter opvoering van de productie. In de .Kersttijd", die hier minstens tot begin Februari duurt (zo van October af) als ik tenminste naar de etalages kijk, die hun versieringen van slingers en sneeuw dikwijls tot begin Maart behouden wordt trouwens meer aandacht besteed aan con sumptie dan aan productie. Die consumptie strekt zich niet alleen uit tot zo groot mogelijke hammen, plumpuddin gen in blik en zoveel mogelijk bier (er is een tekort en er wordt bij voorbaat al in de „pubs" onder de toon bank verkocht op be stelling), maar ook tot alles wat onverteer baar is. De Australiërs beschouwen het Kerstfeest namelijk als een welkome ge legenheid om elkaar zoveel mogelijk en zo duur mogelijke cadeaux te geven: ijskasten, wasmachines, grasmaaiers (de „Aussie" ls even. dol op z'n grasveldje als de Engelsman), parelsnoeren, opalen, encyclopaedieën (de drang naar weten en kunnen is groot), golf- 6ticks (sinds de oorlog heüs geen sport meer voor de rijkelui alléén) en ameublementen. De Australiër maakt van de Kerstweek ge bruik om zijn woninginlerieur te vernieuwen en al die dingen aan te schaffen (over en weer elkaar cadeau te doen), die wij, nuch tere Nederlanders, eigenlijk niet als pre sentjes beschouwen, omdat wij er, nuchter als we zijn, merkwaardig genoeg te weinig romantiek in vinden. T~\E Aussie, hoe eenvoudig zijn levenswijze ook is, houdt van een tikkeltje roman tiek, vooral de vrouwen, en wie een ander (familielid, vriend, kennis, arbeidsmakker) met Kerst iets cadeau geeft, doet dat met gratie en fleur), hoe groot en hoe klein het presentje ook is. Een electrische ijskast of een warmachine b v. wordt nfet zo maar af geleverd. doch netjes in cellophaan gewik keld. zo keurig mogelijk en met gekleurde linten. De winkels maken een omzet van millioenen ponden, de bankbiljettencirculatie stijgt tot het meervoudige, spaarbankboekjes worden geplunderd. In dit land van over vloed. waar de teruggang van 1952 al lang ls vergeten, puilen de etalages uit van de goedkoopste en duurste uit Europa ingevoer de artikelen. Porcelein en kristal, uit Duits land (en Nederland!) prijken er in'de schit terendste bewerkingen en trekken drommen kijkers en kopers. Op de kantoren worden in de Kerstweek Kerstmaaltijden gearrangeerd, waar ontzet tend veel cake wordt verorberd en bier en limonade gedronken. De reisbureaux worden overstroomd met vacantiegangers en de luchtvaartmaatschappijen arrangeren hon derden extra vluchten. T A A. (de overheids- luchtvaartonderneming) vervoert in die ene week al 20 000 passagiers meer dan gewoon lijk en serveert op 7000 voet hoogte gebraden kalkoen en kip. 1ITEN ontvliedt de huizen en wijkt raar de bergen, de bossen en stranden, want in de Kerstweek ligt de temperatuur dichter bij de 100 dan bij de 80 graden en wie onder de 45 000 Nederlanders (en de 13.000 Duitsers) chocoladekransjes aan de pijnboom hangt (zoals een Nederlandse immigrante deed) vindt ze de volgende ochtend gesmolten en in bruine plasjes op de grond. Daarom gaan de gedachten van de vele Nederlandse immigranten in de Kerstweek sterker uit naar Nederland dan ooit. Het Australische Kerstfeest is veel meer een feest van de natuur dan van Christus. In zijn uiterlijkheid is het een groot Sint Nicollas- feest, met een onvolprezen liefdadigheid, waarin alle charitabele verenigingen delen ten öehoeve van oorlogsslachtoffers, wedu wen en wezen, zieken en behoeftigen. Er wordt met gulle hand gegeven. De kerken zijn misschien iets drukker be zocht dan gewoonlijk, maar veel méér is het niet. De Australiër is daarom overigens niet onchristelijk. Hij beoefent het practische Christendom door zijn gulheid. Hij is al zo vele maanden achtereen herinnerd aan Kerstmis („Betaal nu wekelijks uw bijdrage voor de Kerstgans", en andere dergelijke aankondigingen) en hij heeft in October al zovele Kerstkaarten naar Europa gezonden (nu eindelijk ook eens kaarten, waarop een kangoeroe of koala-beer staat afgebeeld), dat hij de Kerstweek dringend nodig heeft om uit te rusten tijdens een pic-nic. Het ia bovendien zó warm, dat hij zijn biertje belangrijker acht dan de Kerk. Daar om behoeft u zich niet te verbazen, dat hij zijn bier meeneemt in de auto op weg naar de kerk. De „pubs" (café's) zijn gesloten en als men de Australische bierdrinker wil ver oordelen. dan dient men toch te bedenken, dat in Nederland het cafébezoek na kerktijd een normaal verschijnsel is. Innerlijk voelt de Aussie wel iets van een gemis van wijding in de Kerstweek, want de sinds slechts enkele jaren geleden ge arrangeerde bijeenkomsten in openbare par ken om bij kaarslicht in de avond Kerst liederen te zingen, trekken steeds meer deel nemers. Duizenden mannen, vrouwen, jon gens en meisjes dragen een brandende kaars bij zich en zingen vol overgave het „Stille Nacht, Heilige Nacht". De rerzorgsfers t<on de Kinder- diergaarde in Regents Park te Londen, vieren Kerstfeest. Het gaat er gezellig toe en een aantal dieren, die anders de jeugd amu seren. zyn nis gasten op het festijn genodigd. Rudolf, het ren dier, kijkt met begerige ogen naar de verleidelijke Kersttaart. Crusoë en Gulliver's Reizen. Voor de Londenaars is er natuurlijk al tijd de beroemde legende van het arme knaapje met zijn kat, dat burgemeester van de City werd, Dick Whittington, die in werkelijk heid helemaal geen arm knaapje is geweest. Alle sprookjes zijn ten dele gemoderniseerd. Het beminnelijke verhaal van Peter Pan behoeft geen pantomime franje. omdat de ijzingwekkende avonturen- met land- en zeerovers van de uit hun slaap gewekte en heuselijk uit het raam naar fanr tastische oorden wegvliegende kin deren een onvergetelijke scène reeds aan alle eisen van het droomspel voldoet. De transfor matie-scènes in de meeste panto mimes, waarbij op de vernuftigste manier decors, de ene schitteren der dan de andere, verwisseld wor den, zou niemand in zijn jeugd wil len missen. Pantomimebezoek heeft indirect heel wat gedaan om bij de jongeren liefde voor het toneel te wekken. Vooral panto's met dierenfiguren trekken sterk. De krokodil of het doeken-pantomime-paard doen het altijd weer opnieuw! Maar wat er ook allemaal door de pantomime wordt heengeweven, het sprookje mag er als voor de kinderen herkenbaar element nooit uit verdwijnen. Pantomimes behoren b(j de En gelse Kerstmis zoals de Kerstkous over het voeteinde van het kinder bedje. de Kerstpudding met het zilveren geldstuk erin verborgen en de aandoenlijk schone Kerstliede ren. die in de avondlijke stilte klinken. TJE grootste traditie is het: om op Boxing Day, zoals Tweede Kerstdag hier heet herinnerende aan de collectebussen (boxes) van weleer naar een pantomime te gaan. Maar als je daarbij wilt zijn, moet je vorige Kerstmis al plaatsen besproken hebben! Het mooie van de pantomimes is, dat men er met het hele gezin naar toe gaat en dat het een vorm van vermaak is, wel ke niets twijfelachtigs bevat. Grootvaders, die als knaapjes naar de panto gingen, slaan deze ook nu nooit over. Ze dragen trouwens ook nog das sen in hun schoolkleuren! Engelsen, die overal over de wereld ver spreid zijn, bestellen pantopiaatsen voor hun familieleden in het moe derland. Ja, met Kerstmis is Engeland meer dan ooit zichzelf. En de Brit ten gaan er prat op, dat zij zeker in de pantomimes iets bezitten, dat anderen niet kennen....! (Van onze correspondent in Australië) USTRALIë is het enige land ter wereld, waar géén Witte Kerstmis wordt ge vierd, zo heeft een fabrikant van Kerstkaarten beweerd. Omdat er zovele men sen wonen, die ouders en grootouders hebben uit Europa, met herinneringen aan sneeuw- bcdekte velden, koopt echter elke Australiër minstens tien Kerstkaarten met een sneeuw- tafereel, het liefst geflankeerd door figuren uit de verhalen van Dickens of door een dikke Kerstman. Er worden in Australië méér Kerstkaarten verzonden, gerekend per hoofd der bevolking, dan in Amerika. De Australiër is verzot op deze plaatjes, die h(j in alle mogelijke afmetingen kan kopen in winkels en warenhuizen, waarvan de eta lages maandenlang in kleurrijke paletten zijn omgetoverd. Wanneer onze Sinterklaas een kijkje zou nemen aan de rand der wereld, dan zou hij raar opzien als hij daar zijn naamgenoot Santa.Claus ontmoet. Want de Santa Claus van Australië heeft Spanje nooit gezien. De Sint van het vijfde werelddeel is namelijk het Kerstmannetje van de rendiervejden uit Lapland, die er niet tegenop heeft gezien om. gekleed in z'n warm-rode winterse costuum, afgezet met wit bont, 20.000 kilometer op zijn rendierslee door de lucht naar het warme Zuiden te reizen en onder een gloeiend 'hete zon de kinderen verrassingen te bereiden. Onder de emigrantjes van de lauwe Wes- ttfrstranden aan de Noordzee, die hier met hun vaders en moeders zijn neergestreken, heeft deze Santa al veel verwarring veroor zaakt. Er zijn er onder hen, die nog nooit eerder het Kerstmannetje in werkelijkheid hebben gezien, toen zij nog in Nederland vertoefden, en die nu moeilijk kunnen wen nen aan de gedachte, dat Sinterklaas van costuum is verwisseld. Bovendien wandelt deze Kerst-Sinterklaas bijna drie maanden lang rond, paradeert in en voor de grote warenhuizen en loopt even gemakkelijk met z'n handen op de rug naar de tabakskiosk om z'n shag te kopen en gemoedelijk een sigaretje te rollen. Fantasie hoort er niet bij, romantiek evenmin, maar wel is deze Santa Claus heel bereidwillig: hij deelt keurige en kleurige formulieren uit aan de met stra lende ogen kijkende jeugd, die ze maar heeft in te vullen met naam en adres en hun ge schenkkeuze. Dan gaat het formulier in een gpote brievenbus en even later neemt Santa ze van een „postbode" in ontvangst en leest ze gewichtig en attent door. Het cadeau komt dus beslist in orde (en pa en ma betalen inmiddels aan de kassa het deposit met de verplichtingen van een verdere wekelijkse afbetaling JAAR ik uit betrouwbare bron verneem, wandelen er in Sydney 2200 Kerst mannetjes rond. Het heeft me verwonderd, dat er in dit land met z'n grote ontwikkeling van de' vakbonden nog steeds geen Bond van Kerstmannen is opgericht om te strijden voor betere arbeidsvoorwaarden. Vermoedelijk Unieke Pantomimes zijn een Brits nationaal instituut (Van onze Londense correspondent) ZODRA Kerstmis in zicht komt, ondergaat het Engelse schouw burgleven een metamorfose. Dan wijken Shakespeare, Graham Greene en T. S. Eliot voor de Gelaarsde Kat, Roodkapje en Humpty Dumpty. Het pantomimeseizoen is dan begonnen en duurt tot Februari of Maart toe. Want de Kerstvacantie voor de jongens en fl^eisjes op de kostscholen is werkelijk een tweede groté vacantie van zëa weken. Soms wel nog langer. Een bezoek aan de pantomime behoort sinds generaties tot de Kersttradities. Een pantomime is thans in Engeland niet meer een gebarenspel, zoals het dit oorspron kelijk geweest is. Het is een mengsel van sprookje, zangspel, ballet en revue! En zoals zoveel in Engeland met zijn ordenende levensstijl, is ook de pantomime een nationaal instituut, zoals cricket, de Boat Race en de Derby, het thee-uur. de bolhoed en de vrije Zaterdag. van de Italiaanse spelen werden hier geïmporteerd, maar wel Pun- chello of Policenello, die nog steeds voortleeft als Puck, <le Engelse Jan Klaassen! Pat Kirkwood, pantomime-jon gen" no. 1. bij de kapper, waar zij haar prachtige donkere krullen opoffert voor De pantomime, op het toneel en op het ijs, trekt steeds weer mfl- lioenen aan, niet alleen de jeugd, maar mensen van iedere leeftijd, in wie ten slotte het kind nooit ondergaat. Radio, film en televisie zijn slechts een pover surrogaat, "vergeleken met de wereld van bonte fantasie en onvervalste vro lijkheid, welke de pantomime ont vouwt. Mensen, die het weten kunnen, verzekeren met iets van wanhoop in hun stem, dat. de pantomime niet meer is wat het eens geweest is. Maar dat beweerden hun gropt- ouders ook al en hun overgroot ouders evenzeer. De pantomime verandert met de tijden, maar de A geest ervan leeft- ontegenzeggelijk voort. Het is de geest van de har lekinade, welke zo oud is als de geschiedenis van de mensheid. Vla de oude Grieken en Romeinen waaide het harlekijnsspel over naar Engeland. Het bevatte oorspronke lijk vele elementen van de Com media dell 'Arte. Niet alle figuren T"\E klassieke figuren van de acht- tiende-eeuwse pantomime zijn echter zo goed als verdwenen Toen waren de hoofdpersonen Harlekijn, de minnaar, die in een serie ko mische en opwindende avonturen zijn geliefde Columbine het hof maakte. Zij werd beschermd door Pantaleon, haar bewaker en gids. die steevast in het ootje werd ge nomen en de dupe werd van al lerlei grappen en listen. Dan was er Pantaleons bediende Clown, wel ke rol omstreeks het jaar 1800 on sterfelijk werd gemaakt door de grote Joseph Grimaldi in het be roemde Drury Lane Theatre. In het midden van de negentiende eeuw was er in de Harlekinades nog wei nig veranderd, behalve dat ze min der uitbundig waren en dat er geen toespelingen meer gemaakt werden op de dwaasheden van de tijd. Zo als in de Italiaanse vertoningen werd er in de dialoog vrijwel uit sluitend geïmproviseerd, doch later veranderde dit. Er werden allerlei spelen opgevoerd, maar de eigen lijke intrige was meestal dezelfde. Pantaloon is een jaloerse, oude man met een mooie dochter of pleegdochter Columbine, die hij angstvallig beschermt tegen de lis tige streken van Harlekijn, die hij veracht, omdat hij roekeloos en vrolijk is en zo arm als een rat. Pantaloon weigert toestemming te geven tot "het huwelijk van Co lumbine en Harlekijn, waarop deze besluit haar te schaken. Daartoe koopt hij Clown om, die. als Co lumbine het venster uitstapt, zich voor de voeten van de toesnellende Pantaloon werpt. Deze begint dan een eindeloze jacht op het tweetal, waarbij hij steeds door Clown om de tuin geleid wordt, hoewel deze voorwendt hem te helpen. Tijdens de regering van Karei II schijnt Harlekijn zijn intrede in Engeland gedaan te hebben. De Harlekinade, als het populairste gedeelte van de pantomime, verdween geleidelijk, om plaats te maken voor de uitge breide* verwikkelingen van de sprookjes, of van een intrige, ge baseerd op de aloude Engelse kin derrijmpjes, die werkelijk tot de volkspoëzie behoren en vaak te herleiden zijn tot critiek op sociale toestanden uit de dagen, dat zij ontstonden. TAE hoofdfiguren van elke pan- tomim? zijn de jonge held en de heldin, herinnerende aan Har lekijn en Columbine en een ma trone, meestal potsierlijk uitgedost en Dame genaamd. Vaak is zij de moeder van de held, welke laatste altijd door een meisje of jonge- vrouw wordt gespeeld, herinneren de aan oude travesti's. Pat Kirk wood is de gevierde pantomime- „jongen" dezer dagen, die acteert, zingt en danst. Inderdaad is het bezwaar, dat men tegen vele pan tomimes kan hebben, dat zij te veel revue-techniek toepassen met tap- dansende en benenzwaaiende girls en een sfeer scheppen, welke zeker voor argeloze kinderen te kunst matig is. Zij hunkeren naar enkele komische, karakteristieke figuren, welke nu vaak in geraffineerde massa-scenes ondergaan. Maar des ondanks brengen vooral in de klei nere plaatsen de pantomimes al de sprookjes uit onze jeugd tot leven. Assepoester is elk jaar het popu lairst en ook Moeder de Gans en Aladdin ontbreken nooit. Alle klas sieke sprookjes leveren overigens onuitputtelijk materiaal voor pan tomimes. Dat doen ook Robinson een artistieke jongenskop. die voor de rol van Peter Pan een onontbeerlijke voorwaarde ts r DONDERDAG 24\PECEMBER 1953 HORIZONTAAL DERDE BLAD - PAGINA 3 berg pWwJ ff" 24 n. «i i het 8*ucJentenlied compléét. De oorlogsgod op stap. Is Va" de" puzïle moeten qiter- «oe«i?n-1 rfl."g a s' ln ons b"'4 "Un. Voor ■en hoS,ïïï!nMn worden de volgende pr(j- *«n beschikbaar gesteld: 1 i 25.- 2 i 10— 5 a 5— 10 2.50 togram®* verme,de men: Ker«tkryp- HOR1ZONTAAL 1 is het de bedoeling er de tafel mee in t>rand te steken? 9 Het begin van Likkepot» toespraak 10 Het onvermijdelijk gevolg van Oudejiar. Met Jo i, he," U Mutlok in de rekenkundige opgaven De oorlogsgod m n.n tot aanmaningen van de politie. P' 12 Als zijn aanwezigheid toegelaten P'ossingcn van do»* komt de volharding vanzelf. 14 „Toe. roep 'r" de boog is gereed. 18 En de heg weten we óók niet. 17 Een cadeautje, dat dodelijk kan zijn. 18 De vrouw van Odysseus wandelt in Rotterdam met worteltjes. 21 Wanneer men zo vriendelijk verzoekt te vallen, is het toen onvoorzien. 22 Na de ljchtje# draagt da Kerstboom de sporen. 25 Moetenalleen de bevelhebbers de weg .weten? 28 Er .-kan geen kip meer bij. 27 Orri rorad 25 December uw vingers niet if te likken. I VERTICAAL 1 De beproeving van het klavier. 2 Ook bij het bevoegde gerecht eindigt het met drank. 3 De schone vormen, fle beste lectuur. 4 Op de eerste levensdag meegekregen. 5 De rest staat door elkaar aan het uit spansel. 8 De wet houdt geschokt het middten in de peulvruchten. 7 De eerste vrouw staat vooraan bij de ontruiming. 8 Een neger, die op Zaterdag geweest ie. 13 Driemaal een Engelse gezagvoerder op één schip? j 14 „Geef bij de armen." nu er geld ig na gelaten. 18 Ter inleiding gezegd het roer moet halverwege om. 17 De vuurpoti beëindigt de genomen proef. Oplossitfg van onze vorige I? cc ken a Kruiswoord puzzle Kerstnummer „De Open Deur" „Voor wie daarvan vervreemd zijn" vooral, is de Kerstboodschap bestemd welke thans in een oplage van 250.OOO exemplaren door Open Deur" te Driebergen wordt verspreid. In hot Kerstnummer van dit orgaan van de Ned. Hervormde Kerk. dat op de omslag- pagina een zeer suggestieve reproductie ver toont naar een schilderij vak Wllly Fries, uit zijn „Christ 1st geboren", zijn ook de andere Illustraties met zorg gekozen bij de teksten, die uiteraard de Religie en de zin van het Kerstfeest ten nauwste verbinden. iilzontaal: 1 Ongelig .1. IS. Ar 16. Vlo. H 33. Moe. M A 33 {bid. 35 i 'Uit. 41. Nora 42 SR En< Zee. 6 Naarden. 12. EJer. Re. 18. Propeller. |22. Non. 27. Ore. 29. Nis. Jet. 37 Natie. 39. Knie. J 43 R I 44 St. 45. 'flne. 53 Delta. 56. 67. Erf. 69. Lat 77. L.O. 78. Oh. fatroon. J Verticaal: l. Oerwoui ftn. 5. U.LO. 7. Aai 14. Noorden. 14. Eed. K R O. 13. Meetkunde! M, ihtrede 32. Mentaal 39. Kraag. 46 Steil; m. Un. 54. Eelt. 55. jaeeiVt. 64 Ds 66 Een 13 Boa. 74. At R O. 76 j 4 i len to JET IS gemakkelijker om ziek te worde: L1dan om te herstellen. Dat bewijst Tineke ons nu al ruim een week aaneen, en lk kan niet zeggen dat we hard vooruit gaan Eén ding is me wel duidelijk geworden: je kunt beter even met trouwen' wachten als je totale inkomen nog geen twintig gulden per week bedraagt. Je raakt er maar tob- berig en slap door en de wittebroodsweken krijgen drommels gauw schimmelrandjes. Vooral wanneer je een man hebt Uitge zocht zoals Tineke deed. want die lieve broer Tom van me mag dan een kei in zijn vak wezen en regelrecht aansturen op een cum laude doctoraal, maar hij schiet verder hopeloos tekort. Ik kan er eigenlijk nog niet over uit dat hij daar haar zo'n dag of wat aan de rand van de afgrond liet rondtob- ben zonder zelfs maar een koortsthermo meter op te duikelen. yc kan trouwens over een hele ms dingen niet uit. Waarom gaf hij niet eerder een slgnaaltje naar Rotterdam? Enkel maa ezelachtigheid? Of koppigheid omdat wi niat allemaal gejubeld hebben toen hij zo onverwachte met zijn bruiloft op dè prop pen kwam? Maar koppigheid hoort ook bij ezels' En dan waarom is Tineke's eigen familie niet van de toestand in kennis ge steld? Ik kan me indenken dat ze torn niet bepaald liggen, maar het lijkt me toch wat erg incdhsequent om met opbellen te wach- •tdat de hele familie dood en bezra- is. Dat lijkt me zo'n beetje rposterd na maaltijd. Maar ik moet toegeven dat Tineke zelf ook niet naar haar verwanten taalt, voorzover ze nu ten minste in staat is om Zich voor wat ook te interesseren. Van- is het voor het eerst wat beter, maar ..eeft dagen en nachten aaneen liggen te «voelen en te men. Dat laatste is het engjle geweest. Als1 Tom bij haar zat. ging nog, want die Anapte volledig waar ze Leve de Bureaucratie! Een even ^scherpe als vermakelijke persi flage op een ook in deze tijd blijkbaar onvermijdelijk kwaad: de bureaucratie. De Deense auteur Finn Soeborg laat zich er niet het allemaal over had, maar als ik wacht hield wist ik er zo nu en dan geen raad mee. Dan lag Tineke honderduit te beweren, en vaak dingen waarvan ik zeker wist dat ze die nooit zou verteld hebben als ze goed hij haar positieven was geweest Geheimen, die heel diep in haar hart ver borgen zaten, en die ik nu maar moest aan horen. Geheimen waar je van schrikt en waar je je doodmoe van voelt worden. Ik zou ze maar het allerliefst opschrijven, dan is het net of je ze kwijt bent, maar dat kan ik ook weer niet doen omdat ze enkel Ti" nekè zelf betreffen en soms haar ouders en vaker Tom. In elk geval: vandaag is tem] eindelijk een behoorlijk stuk gezakt, d koortskleurtjes zijn afgenomen, maar n merk je pas iweer dat er niet veel over is van dat hele Tineke. "LTet ergste vind ik nog dat het met hun A A babytje niet door is gegaan. O natuur lijk weet ik wel dat zoiets heel wat vaker voorkomt, maar het is wat anders als je een stuk van de narigheid zelf meemaakt bij iemand waarvan je ondertussen een hele boel bent gaan houdent, Het is net als of je een natld dweil in jé gezicht krijgt. De hele geschiedens is er 'zo zinloos door geworden. Ik kan het niet goed krijgen, dat zoiets gebeurt. Tom en Tineke houden op him re re verstrooide en lawaaienge manier toch dol van elkaar, ze waren zo trots op die hummel, die komen zou, en waarom gaat daar nu opeens een streep doorheen? Weet je, ik wou dat Vader dat nooit had gezegd van kruis en ellende vanwege de zonde, waarvan ik verleden keer vertelde*. Dat zit me toch zo dwars. Ik wil best tdef :even, dat ze stommiteit op stommiteit reëert kostejijk# types, die men ziöh zó voor ogen kan stellen en wij zouden h«t bertalvsr bij allen, die v*h een amusaijt ten goed' fl schreven boek houden, in handen, willen sen vain de vele bureaucraten, die,look land .ryk Is. In de behoorlijkefyerti van MenrlMtte, J. Mattes verspheen i.Lev- Bureaucratie" bij Moussault Ie Am iben gestapeld, maar er zit in allebei n naar slechtigheid. En ze hebben zeker eze beroerderigheid niet verdiend! Maar aan de andtere kant: wat heeft alles nog voor zin, a's er maar zo in het wilde weg de verschrikkelijkste dingen boven je hoofd hangen? te piekeren over dat alles, toen Tom \veér naar college moest en ik dus weer póst moest vatten bij Tineke. Die knapt werke- spiegeltje hebben om te kijken of er nog wat van haar was overgebleven. Dat vond lijk wat op. Ze wou tenminste e het ir en goed teken: het is altijd hoopvol als patiënt weer ergens in geïnteresseerd raakt. Maar Tineke zelf was niet zo met haar staat ingenomen.' ..Aboe. Ik lijk wel een aap op een stokje" zei ze. „Of liever een aap, die van z'n stokje gevallen is!...." Ze trok een lelijke grimas tegen haar spiegel beeld en ging vervolgens ongegeneerd een flinke deun liggen huilen. ..Ja," zei ik. „dat moet je vooral doen. Dan krijg je nog rooie ogen ook en ik geloof niet dat dpt je bijzonder zal staan" Ik dacht dat* je ziexen. die aan het beteren zijn, het best een beetje fleurig kunt, aanpakken, maar ik bleek alle planken misgeslagen te hebben, want ze jammerde ineens, dat ze een oude vrouw was geworden en dat ze maar beter dood had kunnen gaan. Zij wist van geen ophouden meer. en ik wiet me gewoon gèen raad. k heb alles gedaan wat maar mogelijk was om haar weer tot bedaren te krijgen. Ik heb haar toegesproken dat het nog best ging en dat ze zo weer fit iou wezen, als die koorts maar weg was. Ik heb gepro beerd om haar water te laten drinken, maar dat glas kwam voor de ene helft op le grond en voor de rest op haar pyama te and. En net toen ik naar de hospita wilde rennen om een dokter, kwam moeder bin nenstappen. Zo maar. op haar eentje, als een verdwaalde engel. Die wist natuurlijk meteen wat je in zo'n geval doen kunt. Ze ging, nog met haar mantel aan bij Tineke's bed zitten, en zei enkel maar: „Goed zo, kind, huil jij nou maar eens eventjes hele maal uitWaaïop Tineke zich met een ruk naar haar toe draaide en warempel op hetzelfde moment helemaal niets meer te huilen had, maar integendeel lachte. Wat bleekjes en wat na-snikkend, maar toch lachte! Nou vraag ik je! Enfin, ik had in de gaten dat ik op dat (ogenblik beter weg kon wezen en ik ging weer terug naar mijn miniatuur-alcoof. Door het dunne teschot hoorde ik moeder en Tinekq heel zlachtjes praten, en het is me alsof ik jaren «n jaren geleden moeders net zo gehoord heb. Wacht eens, dst was toen ik dertien was en diphteritis had gehad en eerst maar niet kon beteren. Gek, moeders zijn net zoiets als organisten: ze kunnen één melodie op tien verschillende manieren spelen! En zoals ze nu praat, voel je Tineke gewoon opknappen! TTET was al Kerstvacantie en bijna alle kinderen uit hét weeshui! waren 11 al weg, of naar een oom of tante, of naar'vrienden of naar een ander familielid. Alleen de weesjes, die helemaal niemand meer hadden op de wereld waren nog in het huis. Zij zouden daar het Kerstfeest vieren. Na tuurlijk hadden ze ook een boom. maar het was toch anders. Nu warén ze bezig Kerstkaarten te maken. Wllsie had de hare klaar. Het was oen moöiè kaart. Er etond een Kerstboom op en er onder een hondje, dat op zijn i achterpootjes zat. Wilaie had hem uitgeknipt. Het hondje hield *Un kopje CHriStmCLS IS Land 5 scheef alsof het wilde zeggen Ik ben een mooi Kerstcadeautje! Wilsie zou best een hondje willen hebben. Ze deed de kaart in een ertveloppe en vroeg zich af. aan wie zij de kaart zou zenden. Ze keek naar de andere kinderen om de tafel. De meesten hadden hun enveloppe al geadresseerd. Gelukkig vroeg niemand, aan wie zij de kaart zou sturen, want Wilsie zou het antwoord niet geweten hebben O. als zij toch ook eens een kaart met Vrolijk Kerstmis terug zou krijgen. Wilsie zuchtte. Het was immers nog nooit gebeurd. Ik stuur hem naar Jantje, wist ïij plotseling. Jan was een klein weesjongetje en hij voelde zich dik wijls erg eenzaam Daarom vertelde Wilsie hem iedere dag een ver haaltje. Maar Wilsie veranderde van ge dachte Ze zou de kaart sturen, zo maar. naar iemand in de stad. Mis schien zou zij dan wel een-kaart terugkrijgen. Dan had zij ook een kaart, net als de anderen. Wilsie keek door het raam naar buiten. Zij zag het park. De bomen waren wit van de sneeuw Achter het park was een mooie brede laan. Daar wandelden zij dikwijls. Er was een heel groot huis. Zij had de naam op de deur zien staan. Mr H. Granters. advocaat. Die nacht droomde Wilsie van een mooie Kerstkaart De volgende morgen postte zij de kaart. En Wilsie wachtte in spanning op dt post. De dag daarop kwam de moeder van het kinderhuis in de speelzaal. Meisjes en jongens, riep zij. ik heb een verrassing voor jullie. Op tweede Kerstavond gaan we met ons allen kijken naar de boom. je weet we], die grote denneboom, die in dè tuin staat bij de advocaat mr Granters. Wé hebben die boom al zo dikwUls gezien, sprak Els teleur- Ja, vond ook Wimmie, we ko- tnen er zo dikwijls langs Maar deze keer ls het anders. We gaan ook naar de boom binnen kijken en we krijgen lekkers en zo. Het wordt een extra Kerstfeestje. Nu waren de kinderen opgetogen. Alleen Wilsie niet. Ze mopperde: Hij heeft niet eens de moeite genomen, mij een kaart terug te tenden. Ze voelde zich even eenzaam als kleine Jantje en die avond ver- lelde zij hem twee verhaaltjes in Plaats van één Toen ze uit waren, begon Jantje te hullen. Och. snikte hij vertel ze nog *en keer Maar Jantje moest naar bed. Het laatste nachtje slapen vóór het feestje bij mr Granters. Terwijl ze de volgende avond met "un zevenen, vergezeld van de moeder voor hét hek stó Jantje Willie's hand stevig vaat. Maar toen ze eenmaal binnen waren, was hij over zijn verlegen heid heen en hij bewonderde de Kerstboom, net als de anderen. Wilsie kreeg een kleur. Was het verbeelding, of leek die boom op die van haar kaart of kwam het alleen door dat zwarte hondje, dat net als op haar kaart onder de boom zat. Wilsie liep naar het hondje toe. Zij zag, dat er iets aan zijn hals band hing. Haar eigen kaart! Juist op dat ogenblik kwam me neer Granters naar haar toe. Wilsie. ik was erg blij met je kaart en nu wil ik je op mijn beurt dat zwarte hondje geven. Wilsie kreeg weer een kleur, van blijdschap Zij keek naar het hondje en zag. hoe Jantje allebei zijn armpjes om zijn hals had geslagen. Arme Jantje, hij had helemaal niets, zelfs geen kaart, dacht zij. Meneer Granters. fluisterde Wilsie Jantje ls nog meer alleen dan ik. Hij houdt zoveel van hond jes. Ik vertel hem iedere avond een verhaal en hij wil altijd, dat het over een hondje gaat. Zullen we het hondje aan hem geven? Ik denk. dat het hondje hem dan wel blij zal maken, antwoordde de advocaat. Oh. dank u meijeer. Wllsie klapte opgetogen in haar handen. Nu. Jantje was blij met zijn hond je en ook de andere kinderen kregen een klein pakje uit de boom. De avond vloog om. Ze kregen lekkers en chocolade melk en veel te gauw was het tijd om naar huis te gaan en ze namen netjes afscheid. Ook Wilsie bedankte de advocaat en toen vertelde hij haar. dat de Kerstkaart, die zij gestuurd had hem op het idee gebracht had Hij keek naar de boom en zag. dat er nog een pakje onder lag. Het was een muziekdoosje. Als je het op wond, klonken er liedjes. Hij nam het op en gaf het Wilsie. Dit is dan nu voor jou. sprak TJE beroemde Engelse .ontdek- J-y kingsreiziger James Cook stond op de brug van zijn schip en keek uit over de Oceaan. Het was op de Kerstmorgen van het jaar 1777. Het schip voer dicht bij de evenaar. Het was Cooks derde tocht en hij vrees de dat het de laatste zou zijn. De reis had al te lang geduurd. De voorraden waren zo goed als op. Het drinkwater was gerantsoeneerd en het weer was ruw. De beman ning was erg ontevreden en stak dat niet onder stoelen of banken TerVijl Cook zo de horizon af zocht, dacht hij aan Magellan, die door de muiters van zijn schip was vermoord. De omstandigheden op zijn schip waren bijna even slecht Die middag, terwijl Cook in zijn hut zat, hoorde hij plotseling een luide schreeuw van de man uit het kraaiennest Land in ziiiiiichtü Cook sprong op. Het kon bijna niet. Ze moesten volgens de berekenin gen nog vier dagen varen van het dichtstbijzijnde eiland af zijn. Maar het was de waarheid. Wel dra kon iedereen de koraalrotsen onderscheiden. Iedereen leefde op bij de gedachte aan vers water en misschien wel vlees. Een paar uur later was men aan land. Het eiland bleek niet bewoond. Maar wel erkt dat Batuurlijk niet, dagen bij vlaagjes. Ik zat net schrijf d groeiden er volop vruchten en er was wild in de bossen, dat aan het spit gebraden werd en de mannen hadden een Kerstdiner, zoals ze thuis waarschijnlijk niet gehad zou den hebben. En ondertussen teken de Cook op zijn kaart de eilanden en gaf hen de naam Christmas Islands. De kinderen hadden hem toch niet vergeten IJ ET WAS maar een gewoon ezeltje, grauwig grijs en met heel erg lange oren. Maar ja, dat heb je nu eenmaal als je een ezeltje bent. Het ezeltje vond hpt ook helemaal niet erg. Stel je nu eens een ezel voor met kleine oren. Ja, dat zou raar zijn. Nee. dit ezeltje was tevreden, meer nog, het voelde zich gelukkig, want het hield veel van kinderen En daar om vond het ezeltje het zo fijn, dat hij het eigendom was van de melkboer en zijn vrouw, die vijf kinderen hadden. En als die kinderen en het ezeltje allemaal thuis waren, speelden zij met elkaar. Ze reden om de beurt op zijn rug en hadden het grootste plezier. Maria, het oudste dochtertje, deed, ais zij niet in de winkel hoefde te helpen, ook mee. Jo, haar iets jongere broertje, zorgde er altijd voor, dat het ezeltje er keurig uitzag. Dan waren er nog de tweelingen Jan en Japie, die bijna altijd kibbelden wie vóór mocht zitten. En ten slotte nog Puk, een hummel, die nog maar net kon lopen. Maar op een dag kwam er aan het geluk van het ezeltje een einde De melkboer kocht een pony en het ezeltje was vergeten. Het stond een zaam in de wei. Het hoorde en zag hoe de kinderen lachten als zij op de nieuwe pony reden, en het voeide zich bedroefd. In de stal stond hij suf voor zich uit te staren. Zijn huid werd dof en zijn oren leken nog we; langer. Wei hoefde hij nu niet meer het melkkarretje te trekken, maar hij zou het veel liever wel gedaan hebben, als hij maar niet zo alleen was Niemand keek meer naar hem om, o natuurlijk, hij werd goed verzorgd, maar zelfs Jo roskamde nu de huid van de pony Het ezeltje begreep het niet. Hij was toch altijd goed voor de kindeven geweest. Ze hadden altijd met hem gesold en hij had hen nooit kwaad gedaan. 4 6pelden. Toen zij zelf ook klaar was. nam zij Puk in haar armen en pakte het kindje goed in. In optocht, op hun tenen, gingen zij toen naar de etal. Het was er lek ker warm en toen Jo het lantaarn tje een beetje hoger gedraaid had, was het er ook gezellig licht. De tweeling was helemaal onder de in druk en hield zich rustfg, zonder te kibbelen Maar plotseling keken zij elkaar verbaasd aan. Ze hoor den een stem. Och. ik begrijp het wel. Ril den op een pony zal wel prettiger zijn dan riiden op een ezeltje. Natuurlijk, al ben ik klein. Ik ben tenminste een echt paard En ik ben ook stellig sterker en kan harder lopen. De baas is vroeger klaar met zijn ronde als anders en hij heeft er toch veel klanten bij gekregen. Ja, ik word ook al een daagje ouder Het is dus waar, fluisterde Maria, dat de dieren in de Kerst nacht spreken. Dat arme ezeltje We hebben hem verwaarloosd Daf is niet eerlijk Ja, zuchtte Jo, hij was nooit koppig. Hij liet maar met zich sol len Weet je nog, hoe we gelachen hebben toen we Dik Trom speel de, om jou te doen. t is Kerstnacht en hij. En ik zou het èrg prettig vinden als Jantje en jij me nog eens een bezoekje brengen om te vertellen, hoe het hondje het maakt. Wilsie knikte dankbaar, met de muziekdoos in haar armen. Ondertussen was het al laat ge worden en door de stille avond door het besneeuwde park liepen Jantje, met het hondje in zijn arm. en Wilsie, met de muziekdoos, geluk kig naast elkaar. Het was een Kerstavond geweest om nooit te vergeten. Zo gin gei was December en bijna Kerstmis. Maria en Jo hadden mogen helpen met het versleren van de kerst boom. Die was ook al weer gehaald met de ponywagen. Het ezeltje liet zijn kop hangen En in de hulskamer zaten de kin deren om de kerstboom en zongen: Stille nacht? Heilige nachtals laatste liedje voor zij naar bed moesten. Maar van slepen kwam nog niet veel. Maria keek door het venster naar de twinkelende ster ren en Jo dacht nog aan de kaarsjes. Die ene, die maar niet uit wilde gaan. en die mooie bal, die helemaal onder het kaarsvet kwam. Mooie naam heb jij eigenlijk, Maria. Echt een Kerstmisnaam, fluisterde Jo, om de tweeling niei wakker te maken. Ja, fluisterde het meisje terug, en Jo zcu best een afkorting kun nen zijn van Josef. Met een schok zat Jo rechtop in bed. Weet je wat?" En het was bijna geen fluisteren meer. Laten we gaan spelen! Nu? vroeg Maria verbaasd, midden in de nacht? Juist nu, het is immers Kerst nacht. Jij bent Maria. Ik Josef, de tweeling de Wijzen uit het Oosten en Puk is het Kindeke. Maar dat kan toch niet, we kunnen die hummels toch niet wak ker maken. En bovendien waren er drie Wijzen. Nou, dan nemen we die niet, maar de schaapherders. We hebben geen schapen. Nee, maar we hebben wel een ezeltje. Ik wil Wijze zijn.... En ik herder, klonk het plot seling De tweeling was wakker Ssst, fluisterde Maria. Ga slapen. Nee. wij willen meedoen, was het antwoord. Hè toe nou, Maria. We binden dekens om en gaan naar de stal Nou goed dan, maar laten we geen lawaai maken. En moet Puk dan ook heus mee? Als hij gaat huilen We kunnen dat kindje toen zo niet uit zijn bedje halen. Maar bet kindeke is toch im mers het belangrijkste van alles, vond Jo. en daar kon Maria niets tegen inbrengen. Zij hielp de jongens met hun zij ombonden en vast- pony en het ezeltje spitsten hun oren De kinderen midden in de nacht in de stal, dat was iets ongewoons Het zal wél weer om jou be gonnen zijn. zuchtte het ezeltje hoorbaar, en liet zijn kop zieiif hangen. Nee, het sprak Maria. Het i jij bent het kerstezeltje. De kinderen liepen langs de box van de pony en aaiden het ezeltje en spraken lieve woordjes En het ezeltje was zo gelukkig, dat hete-n brok in zijn keel kreeg en daardoor helemaal niets meer kon zeggen. En Jo hielp Maria met het kindje op de ezel en terwijl hij de ezel leidde, liepen zij door de stal. de twee herdertjes er achter aan. En zij zongen een kerstliedje, zachtjes, maar niet zo zacht of va der en moeder waren er wakker van geworden. Zij stonden in de staldeur te kijken. Gelukkig kregen de kinderen geen standje, maar wel moesten z(j direct terug naar bed. En weer bleef het ezeltje alleen achter, maar nu wist het, dat de kinderen van hem hielden enhem toch niet echt vergeten haddeft.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1953 | | pagina 6