DE TOEKOMSTIGE STATUS VAN ONS RIJK. Regeering laakt ten zeerste de houding van Dr. C. H. v. d. Plas. Op 6 December 1942 hield H. de Koningin een radio-rede, waarin zij sprak over de komende verhoudingen in ons Rijk.. j Gezien het belang, dat deze rede heeft gekregen door\ de jongste gebeurtenissen in'Indonesië, en het di|delijke.standpunt vah.de Ned. Regeering dat mede in deze rede tot uitdrukking komt, drukken wij den letterlijken tekst van deze rede hier af. „Het is heden een jaar geleden, dat de Japaneezen zonder voorafgaande oorlogs verklaring hun verraderlijken aanval deden op onze bondgenooten. Wij hebben toen geen oogenblik ge aarzeld ons onmiddellijk in den strijd te werpen en onze bondgenooten, wier zaak ook de onze is, ter hulp te snellen. Japan ,had zich reeds jaren voorbereid op dezen oorlog en op de verovering, van Nederlandsch-Indië'en heeft gepoogd daarbij de gedragslijn te volgen van zijn asgenooten oir het eene land na het andere aan te vallen. Dit laatste hebben wij, dank zij onze on verwijlde oorlogsverklaring kunnen ver ijdelen. Na een jaar van strijd kunnen wij ge tuigen, dat het getij- aan het kenteken is en dat dë aanvaller van toen, die zoozeer in het voordeel was, reeds thans hier en daar in de verdediging wordt gedrongen. Wel werd Ned.-Indië, dat zich zoo held haftig verdedigd heeft, gróotendeels door den vijand bezet, maar dit deel van den strijd bleek slechts een voorspel te zijn. De Japaneezen naderen meer en meer de grenzen van hun kunnen, tegen de steeds groeiende macht, die van alle zijden op hen aanvalt. China's moed en uithoudingsvermogen hebben zij niet kunnen breken, en Japan staat thans vo^ het keeren van denvlog^. van dien zelfgewilden oorlog, wjll^tót zijn volkomen ondergang zal leiden, Meer dan ooit gaan op ditioogenblik mijn gedachten uit naar mijn landf en rijksgenoo- ten in Nederland en Ned.-lrkiië. Na een historische verbondenheid van eeuwen, waarin het tijdperk van koloniale verhouding reeds lang tot het verleden be hoorde, stonden wij aan den vooravond van een samengaan op voet van gelijkheid, toen wij plotseling voor de huidige harde beproe ving werden geplaatst. De verraderlijke overval op Nederland van 1940 was de eerste onderbreking in het ontwikkelingspoces; de heldhaftige gevoerde Strijd van Ned.-Indië, gèvolgd door de be zetting van het overgroote deel van het ge bied in 1942, was de tweede. w Reeds in den tijd, toen Indië nog vrij was en alleen Nederland was bezet, bleek de kracht van deze verbondenheid en leefde aan beide zijden een gevoel op van sterker saamhoorigheid, dan in vredige dagen zoo snel kon zijn gegroeid. Nu echter is dit wederzijdsch begrijpen nog verdiept, doordat dezelfde strijd in vollen omvang is gevoerd en hetzelfde leed in volle zwaarte wordt, ondergaan. Zoowel in Nederland als in Ned.-Indië hebben de vijanden met hun propaganda voor de zgo. nieuwe orde niets onbeproefd gelaten om de geesten te verleiden en hun Vestiging van vreemdelingen. Tot dusverre hebben verschillende instan ties, zooals burgemeesters, repatrieerings- diensten, evacuatiebureaux, schriftelijke ver klaringen afgegeven, waaruit blijkt, dat tegen vestiging van bepaalde vreemdelingen (zich nog bevindende in het buitenland dan wel in een kamp hier te lande) geen be zwaar bestaat. Dit heeft tot moeilijkheden aanleiding ge geven. Blijkens mededeeling van den Minis ter van Justitie, zal voortaan uitsluitend de volgende regeling gelden. Wanneer een vreemdeling in een kamp in Nederland opgenomen, zich in een bepaalde gemeente wil vestigen, kan hij zich wenden tot het hoofd van de plaatselijke politie (in •den zin van de vreemdelingenwet) dat, onder toevoeging van de noodige gegevens, het verzoek ter kennisneming kan brengen van het hoofd van den Rijksvreemdelingen dienst. Een vreemdeling, die zich buiten onze grenzen bevindt, dient zich voor toelating in Nederland te wenden tot de daartoe in Ijet buitenland gevestigde instantie (gezant schap of consulaat). Hij mag ons land alleen binnenkomen na vooraf verleende machti ging van het hoofd van den Rijks vreemde lingendienst, tevens hoofd van den Visa- dienst. Zij, die zonder deze machtiging over onze grenzen kwamen, zullen groote moei lijkheden ondervinden. De burgemeesters dienen legalisatie van handteekeningen op aan vreemdelingen ge^ richte brieven, waarin tot vestiging in of bezoek aan ons land wordt uitgenoodigd, te Weigeren, aangezien zulks herhaaldelijk al of niet opzettelijk, tot misbruik aanleiding heeft gegeven. dwingelandij en onderdrukking met de leu gens hunner toekomstbeloften te omkleeden. Maar deze leugens en dit bedrog hebben niet gebaat, want schier allen hebben het doorzien en begrepen, dat onze vijanden slechts slavernij en uitbuiting beoogen, en dat er, zoolang zij niet verdreven en ver slagen zijn, van vrijheid geën sprake kan wezen. In vroegere radio-reden kondigde ik reeds aan, dat het in mijn bedoeling ligt, na de bevrijding, de gelegehheid te scheppen om gezamenlijk te overleggen over een voor de veranderde omstandigheden passenden bouw van het koninkrijk en zijn deelen. De daartoe bijeen te roepen rijksconferen tie werd in een regeeringsverklaring van 27 Januari 1942 nader omschreven. Deze conferentie, waarin vooraanstaande vertegenwoordigers van' de drie overzeesche deelen van het Koninkrijk met die van Nederland aan een ronde tafel zullen samen komen, werd in de toen nog vrije gebieds- deelen Ned.-Indië, Suriname en Curasao reeds voorbereid. Vooral in Ned.-Indië waren daartoe uit voerige gegevens verzameld, welke' mij nog in December 1941 vanwege den Gouver neur-Generaal hebben bereikt. De strijd in Ned.-Indië heeft deze veel belovende voorbereiding verstoord. Wij kunnen haar eerst weder hervatten, ggedra een ieder zijn overtuiging vrijuit zal kunnen uitspreken. Staat het dus vast, dat vernieuwing noo- dig is in den staatkundigen bouw van het Rijk en in dien van Nederland en de over zeesche gebieden, het zou daarom niet juist en ook niet mogelijk zijn daarvan nu reeds den vorm te willen bepalen. Ik weet, hoeveel groots en goeds in Ne derland, onder den druk der bezetting, aan het groeien is; ik weet, dat zulks ook in Indië het geval is, waar de saamhoorigheid door het ondervonden leed wordt versterkt. Dit kan slechts worden uitgewerkt in vrij overleg, waarbij de beide gebiedsdeelen van elkanders denkbeelden zullen willen kennis nemen. Bovendien heeft de bevolking van Neder land en van Ned.-Indië, door haar lijden en haar verzet, haar recht bevestigd om mede te beslissen over den vorm, die zal worden gegeven aan die verantwoordelijkheid van het geheele volk tegenover de wereld en van de verschillende "bevolkingsgroepen tegenover elkander en tegenover zichzelf. Door daarop nu vooruit te loopen zou dat recht worden miskend en het door bittere ervaring verworVen inzicht van mijn volk worden terzijde geschoven. Ik ben overtuigd, de geschiedenis en de berichten uit de bezette gebieden bevestigen mij daarin, dat het Rijk na den oorlog zal kunnen worden opgebouwd op den hechten grondslag van volledige deelgenootschap, Niet gemachtigd om namens de Regeering te spreken. De Nederlandsche Regeering ondersteund in geenendeele de maatregelen van den Heer C. H. v. d. Plas om Dr. Soekarno tot een bespreking over den toekomstigen politieken status Van Indonesië uit te noodigen, aldus verklaarde Min. Logemann gisteravond in Londen. De Nederlandsche Regeering onder steunt dezen stap van v. d. Plas niet, ver klaarde Logemann. Wij zullen hem onmid dellijk telegrafeeren alle handelingen over deze kwestie te staken en hem adviseeren in den vervolge niet meer van dergelijke be sluiten te nemen, zonder machtiging van de Nederlandsche Regeering. De Heer v. d. Plas was niet gerechtigd om namens de Nederlandsche Regeering te spreken, aldus Min. Logemann, zonder Dr. van Mook te raadplegen, wat hij klaarblijkelijk niet gé- daan heeft, daar van iviook eerst gisteren uit Australië te Batavia werd verwacht. Min. Logemann verklaarde^ verder, dat de Nederlandsche Regeering bereid is met Indonesische Nationalisten te onderhandelen, mits hun werkwijze geen voortzetting van de Japansche politiek is onder het mom van Nationalisme, zooals het geval is met Soe karno en zijn volgelingen. Generaal Christison heeft verklaard, dat de bezettingsstrijdkrachten niet als Britsche, maar als geallieerde troepen gekomen waren, die de voltooiing zal beteekenen van het geen zich in' het verleden reeds heeft ont wikkeld. Ik weet, dat geen politieke eenheid en verbondenheid op den duur kunnen blijven bestaan, die 'niet gedragen worden door de vrijwillige aanvaarding en de trouw van de overgroöte meerderheid der burgerij. Ik Weet, dat Nederland dieper "dan ooit zijn verantwoordelijkheid gevóelt voor den krachtigen groei der overzeesche gewesten, en dat de Indonesiërs in de langzaam ^gegroeide samenwerking den besten waar borg vinden voor het herstel van hun vrede en géluk. De laatste jaren hebben getoond, dat in beide volken de wil en het vermogen tot harmonisch en vrijwillig samengaan aan wezig zijn. Een op dien grondslag gevestigde rijks eenheid stuurt aan op de verwezenlijking van het doel waarvoor- de Vereenigde Naties strijden, zooals' dit onder meer in het Atlantic Charter is belichaamd en waarmede wij aanstonds konden instemmen, omdat het de grondslagen bevat van onze eigen opvat ting van recht en vrijheid, waarvoor wij in den loop der geschiedenis goed en bloed geofferd hebben. Ik -stel mij voor, zonder vooruit te loopen op de adviezen der Rijksconferentie, dat zij zich richten zullen op een Rijksverband, waarin Nederland, Indonesië, Suriname en Curasao tezamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder op zichzelf de eigen, inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steu nend op eigen kracht, doch met den wil elkander bij te staan, zullen behartigen. Ik meen, dat zulk een zelfstandigheid en samenwerking aan het Rijk en zijn deelen de kracht kunnen geven om hun verant woordelijkheid naar binnen en naar buiten ten volle te dragen. Daarbij zal voor verschil van behande ling op grond van ras of landaard geen. plaats zijn, doch zullen slechts de persoon lijke bekwaamheid der burgers en de be hoeften van de verschillende bevolkings groepen den doorslag geven voor het beleid der Regeering. Ook in Indië heerscht thans een verdruk ker, die, in navolging van zijn verfoeilijke bondgenooten en met verwerping van be ginselen, die hij zelf in het verleden heeft erkend, vreedzame burgers ^interneert en vrouwen en kinderen van hun levensonder houd berooft. Hij heeft dat mooie en vredige land ont worteld en uit 'iijn voegen gerukt; zijn nieuwe orde brengt slechts ellende en' armoede. Maar desondanks kunnen wij getuigen, dat hetm niet is gelukt ons te bedwingen, en thans, nu een immer groeiende macht van de verbonden volken alzijds op hem aanrukt, weten wij, dat hij daarin ook niet meer slagen zal. Nederlandsch-Indië en Nederland zullen met hun helden te land, ter zee en in de lucht, met hun wakkere en moedige koop vaarders en door hun taai en nimmer wan kelend verzet in den zwaren strijd, dien zij streden, na de gemeenschappelijke overwin ning hun zelfopoffering en onverschrokken heid bekroond zien met de herwinning van vrede en geluk van land en volk in een nieuwe wereld. Zij zullen dan onverwijld aan den slag kunnen gaan om te bouwen aan een betere en gelukkiger toekomst. met geenerlei politieke bedoelingen. Ik ben er zeker van, zoo zeide hij, dat juist, zooals de Nederlandsche Regeering, zich heeft weten te bevrijden van het juk, Waaronder zij zelf gezucht heeft, zij ook in staat zal zijn een verklaring af te leggen omtrent haar te volgen gedragslijn in Indonesië, die een ieder voldoening zal geven. Tevens zei hij nóg, dat hij natuurlijk slechts de Neder- landsch-Indische Regeering, als wettig be stuur erkende en dat er tusschen zijn staf en de autoriteiten van die Regeering volkomen samenwerking heerschte. Minister Logeman terug uit Londen. De Minister van Overzeesche gebieds deelen, Prof. J. H. A. Logeman is gisteren per vliegtuig uit Londen, waar hij met een vooraanstaande figuur van hetMinisterie van Buitenlandsche Zaken besprekingen heeft gevoerd in verband met de recente ontwikkelingen met betrekking tot Neder landsch-Indië in de residentie teruggekeerd. Admiraal Patterson heeft verklaard, dat de N.I.C.A. onmiddellijk de bestuursfunctie zal vervullen in alle gebieden, die geleidelijk aan door de geallieetjlen bezet zullen wor den. Uitgesloten. De Eere-raad voor de Letterkunde heeft zijn oordeel uitgesproken over de volgënde letterkundigen en uitgesloten; J. F. W. Werumeus Buning, Roel Houwink, K. Smelik en A. F. Mirande. Vooruitzichten van den Indischen export. Naar de Indische Redacteur van A.N.P.- Aneta Verneemt zijn de vooruitzichten voor den export4 uit Nederlandsch-Indië niet on gunstig te noemen. Bevoegde instanties hier te lande hebben/ bericht ontvangen, dat op Java 35.000 ton rubber is aangetroffen op ondernemingen en in goedangs (pakhuizen). Ten aanzien van de rubber is de alge- meene indruk, dat een hoog percentage van het areaal op Java spoedig weer productief zal zijn. Een zeer gunstig aspect vertoont de sui kersituatie. Hubermann wederom in Europa. Voor de eerste maal sedert het uitbreken van den oorlog bevindt zich de bekende violist Bronislaw Hubermann wederom in Europa. Na zijn optreden gedurende het muziekfeest in Luzern vertrok hij naar Enge land. V Bijeenkomst fiasco? De Ministers van Buitenlandsche Zaken der vijf groote mogendheden hebben gisteren hun bijeenkomsten beëindigd zonder over eenstemming te zijn gekomen. DOODSTRAF GEËISCHT. Het Bijzónder Gerechtshof te 's-Graven- hage heeft hedenmorgen tegen R. van Genechten de doodstraf geëischt. STADSNIEUWS. Kappersproblemen. De kappers zitten met de moeilijkheid, dat ze niet precies weten, wat voor prijs voor een permanent-wave genomen mag worden. Een eerste klas zaak mag f5.— berekenen wat door de prijsbeheersching dan ook aan gehouden wordt. De J. uit de Groenendaal berekende echter vier maal de prijs. Hiermede werd begrijpe lijkerwijs niet mede accoord gegaan, zoodat proces-verbaal werd opgemaakt. Aanvragen voor stal- en voertuigverlichting. Op Donderdag 4 en Vrijdag 5 October 1945 kunnen aan loket 1 van den Distributie- dienst formulieren H worden afgehaald, ter verkrijging van petroleum voor stal- en voertuig verlichting. Uitreiking Brandstoffenkaarten T 509 Na-uitreiking van brandstoffenkaarten T 509 aan houders van noodstamkaarten, evacués, nieuwe gezinnen, enz. kan tot uiterlijk 5 October 1945 geschieden. Extra zeep voor vuilen arbeid. Op Donderdag 4 en Vrijdag 5 October 1945 kunnen van 9.30 tot 12 uur en van 2 tot 3.30 uur aan loket 1 van den Distri- butiedienst aanvraagformulieren ter verkrij ging van extra rantsoenen zeep voor vuilen arbeid worden afgehaald' De afgehaalde formulieren moeten na volledige invulling vóór Zaterdag 13 October 1945 weer in den brievenbus van genoemden dienst zijn gedeponeerd. Afwij kingen van het bovengenoemde kunnen niet worden toegestaan. Later afgehaalde öfi ingediende aanvraagformulieren kunnen niet in behandelingen worden genomen. Oproepen tot het afhalen van de extra bonnen zullen den werkgevers worden toe gezonden. Extra zeep voor geneeskundig personeel. Op Donderdag, 4 October 1945, tusschen 9.30 en 12 uur kunnen artsen, medische studenten, vroedvrouwen, verloskundigen, wijkverpleegsters(ers), gediplomeerde bakers, gediplomeerde kraamverzorgsters en veever loskundigen, onder overlegging van hier onder genoemde bescheiden, aan loket 1 van den distributiedienst, rantsoenbonnen voor huishoudzeep afhalen. Praktiseerende artsen, tandartsen en vee artsen, die kunnen aantoonen, dat zij deze beroepen uitoefenen, onder overlegging van hun distributiestamkaart. Medische studenten, werkzaam in de anoto- mie, onder overlegging van hun distributie- stamkaart en een desbetreffende verklaring van den hoogleeraar-directeur der snijkamer. Vroedvrouwen, verloskundigen, wijkver- pleegsters(ers), gediplomeerde bakers,gediplo meerde kraamverzorgsters en veeverloskun- digen, onder overlegging van hun distributie stamkaart en desbetreffende diploma's. DISTRIBUTIE-NIEUWS i i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Groot Gouda | 1945 | | pagina 3