DE „LEIDER" STAAT TERECHT.
Het drie-daagsche Proces begonnen.
Mussert draait er niet om heen.
GOUDSCHE STEMMEN
IIII&:p v ,_v v
Gistermorgen om tien uur is dan 'het grootste proces, vermoedelijk ooit in de
geschiedenis van het Nederlandsche Koninkrijk: is gevoerd, begonnen. Ir. Antoon
Mussert, gewezen Hoofd-ïngenieur, zooals op de rol vermeld staat, leider van
de Nat. Soc. Beweging in de Nederlanden, is gistermorgen voor zijn rechters
verschenen om verantwoording af te leggen voor hetgeen hij heeft gedaan in
de jaren tusschen Mei 1940 en Mei 1945.
Na voorlezing van de reeds gepubli
ceerde dagvaarding door den Procureur-
Fiscaal Mr. J. Zaayer toont de President
Mussfcrt eên aantal stukken, waarónder
de befaamde nota bestemd voor Hitier,
waarin hij de idee van een bond van
Germaansche volkeren, waarvan Neder
land ook deel uit zou moeten maken,
onderschrijft. Deze bond zou alle Ger
maansche Sjaten oihvatten. Voorwaarden
waren, dat de regeeringsvorm nationaal-
socialistisch zou zijn en deze staten o.m.
een gemeenschappelijke weermacht en
gemeenschappelijke economie zouden heb
ben. Als absoluut hoofd, met dictatoriale
volmachten van dezen bond, zou optre
den Hitier, führer aller Germanen. Mus
sert noemde deze nota zijn politieke ge
loofsbelijdenis. Na de bespreking van
dez% nota roept de President den getuige
Carp binnen. Deze verklaart, dat de aan
wijzingen, die hij van Mussert had ge
kregen er op neerkwamen, opdat de vrij
heid van Nederland gehandhaafd zou
blijven en bovendien dat het verlies der
nationale vyaarden tegengegaan zou wor
den. Het statuut zegt o.m., dat'de leiding
van den bond in handen zal zijn van den
Führer van het Duitsche Rijk.
'MUSSERT „VERGIST" ZICH.
De President mérkt hierover op, dat
hieruit toch duidelijk blijkt, dat Duitsch-
land alle m^cht zou hebben. Mussert ant
woordt er op, dat dit juist het punt was,
waarom déze, bond nooit is doorgegaan
(Gelach).
Althans een van de redenen verbetert
hij zicfhzélf. iV,oordat een definitieve be
slissing zou worden genomen, zóu toch
eerst overleg zijn gepleegd met 'de an
dere leden van den bond, Noorwégen,
Zweden en Denemarken. Voortdurend
bladeft de President in de talrijke stuk
ken van het dossier, voor, naast en achter
hem op kleine tafels opgestapeld.
Ook nu maakt Mussert den indruk niet
van plan te zijn om om de feiten .heen
te (draaien. Hij is kort en duidelijk in zijn
antwoorden en weifelt dan ook niet te
er-kènnen, dat hij Hitier heeft beschouwd
als Führer aller Germanen. Ook het 'feit
dat hij den 'eed van trouw aan Hitier
heeft afgelegd, geeft Mussert onmiddellijk
toe, al mérkt hij met nadruk op, dat hij
als toevoeging had verlangd, dat hij gooit
een daa4 behoefde te verrichten welke in
strijd zou zijn met de eer, de waardig
heid en de belangen van het Nederland
sche volk. Van deze toevoeging is in
Berlijn echter hitter weinig nota ge-
getuige
Dan is
mentie van Centrale Zuivering belang
rijke inlichtingen kan geven. Hij heeft be
langrijk werk in Londen gedaan. De in
Engeland gearriveerde «Nederlandsche
bladen werden daar geschift en het aldus
verkregen documentiemateriaal werd in
de diverse dossiers ondergebracht.
Hierdoor is het mogelijk geweest, reeds
in Londen een uitvoerig dossier contra
Mussert samen te stellen, waarover de
den President uitvoerig inlicht,
ook het verhoor van dezen ge
tuide ten einde en brengt dé President
Mr. van Berckel den eed van trouw van
Mussert persoonlijk ter sprake. Hierover
wordt weinig gezegd. De bond van Ger
maansche volkeren blijft voortdurend de
basis, waarop de President zijn verhoor
van den verdachte voortzet. Het is ook
vermoedelijk het sterkste punt door Mr.
Zaayer in de ten laste gelegde genoemd,
dat dit het bewijs moet leveren, dat Mus
sert getracht heeft Nederland te brengen
onder vreenïclé hëerschappij. Mussert ver
klaart dan, een sterke N.S.B. was de
eenige mogelijkheid om de inlijving te
ontgaan, daarom heb ik propaganda ge
voerd en alles gedaan, wat mij mogelijk
was om den groei van mijn partij te be
vorderen. De steun, aan den strijd tegen
Rusland was het gevolg van mijn wensch
om den strijd zoo ver mogelijk van onze
landsgrenzen te houden, zegt Mussert, als
antwoord op een vraag van den Presi
dent, inzake hulpverleeing aan den
vijandr
MUSSERT REGENT.
Dan komt de getuige Carp weer voor
om verklaringen af te leggen over het
tweede punt van de ten laste legging,
n.l. het feit, flat Mussert in 1942 heeft
gepoogd, door middel van een wijziging
in de Raad van State, zichzelf als regenr
uit, te laten roepen en dus; de bevoegd
heden van H.M. de Koningin tot zich te
trekken.
Carp was de geestelijke vader van dit
denkbeeld, dat overigens geen effect
heeft gehad, omdat de Duitschers hier
niets vopr voelden. Op een vraag van
Mussert's verdediger Mr. Wijckerheld
Bisdom antwoordde de getuige, dat Mus
sert in deze een totaal gebrek aan kennis
van zake had. Mussert is een volkomen
leek op juridisch gebieW, aldus Carp.
Uit een en ander, dat de President
voorleest blijkt, dat niet minder dan 7
nieuwe leden in de Raad van State nood
zakelijk werden geacht. Carp en Mussert
baseerde hun denkbeeld op de Grondwet,
welke zou voorschrijven, dat bij afwezig
heid van den Koning, de Raad van
State diens 'bevoegdheden overneemt en
kan oyerdragen op een regent.
BTTvendien verzocht Mussert om het
gebruik van de als Feircdvermögen aan
gegeven Koninklijke bezittingen. ,De Pre
sident merkte, naar aanleiding van citaten
uit brieven en geschriften en uit rede
voeringen van Mussert, op, dat Mussert
zeker niet van plan was zijn regentschap
als tijdelijk te zien of van plan was de
Koningin wederom als hoofd der regee
ring te accepteeren.
Mussert noemde de Koningin in een
artikel in „Volk en Vaderland": de laat
ste der regeerende Oranjes. Mussert ver
klaart dan ten slotte met klem, dat hij
het bezit der Krooneigendommen wensch-
te, om deze te behouden voor het Neder
landsche volk. Hierna schorste de Presi
dent de zitting tot vanmorgen. Mr. Zaayer
zal heden zijn requisitoir houden.
nomen.
DE LAATSTE GETUIGE VERSCHIJNT
Als laatste getuige komt Kapitein P.
van Houten voor het Hof, die in zijn
functie als hoofd van het Bureau Docu-
DISTRICTSNIEUWS
BIJBELGENOOTSCHAP
De afdeeliflg» Reeuwijk van het Bijbel
genootschap, hield voor de eerste keer in
Reeuwijk een bijeenkomst, in de Geref.
Kerk a. d. Brug.
Des middags werd eerst voor de kinde
ren een lichtbeelden programma vertoond
en des avonds voor de grooten.
Ds. de Lint opende den avond met ge
bed en z,png. Ds. Warmenhoven hield
daarop een causerie over de Bijbelver
spreiding, waarna aan de hand vdn licht
beelden het gesproken woord nader werd
toegelicht.
VEROORDEELD
Mej. M. Haag uit Reeuwijk heeft voor
het Bijzondere Gerechtshof te 's Graven-
hage terecht gestaan. Ten laste werd ge
legd, dat zij zekeren Esveld alhier bij den'
Ortskommandant te Gouda had verraden
wegens een beleedigend uitlaten over de
Duitschers. De vrouw verklaarde voor
het Hof, dat Esveld haar beleedigd had,
waardoor zij tot deze daad was gekomen.
Acht jaar gevangenisstraf werd ge-
eischf met ontzegging van het kiesrecht
voor het levent
Abonneert II op „Groot Gouda
Hieronder geven wij het woord aan
Ds. van Ewijck, Ned. Herv. predikant te
Stolwijk, geen Gouwenaa'r, dus in den
stricten zin van het woord, maar wel be-
hoorende tot den kring van Gouda, land
en stad die op elkaar aangewezen zijn en
ook met elkaar van-gedachte willen wis
selen. De diepingrijpende vraag van de
doodstraf heeft zijn juridischen, alge-
meen-menschelijkeil en godsdienstigen
kant. Men zal graag hooren wat deze
predikant, die tevoren enkele jaren advo
caat was, hiervan zegt. V
Een andere meening is mogelijk. Ons
blad is bereid ook plaats te geven aan
wie deze zou willen verdedigen.
DE DOODSTRAF
Ons volk'dreigt vertrouwd te worden
met een strafoplegging, waarbij het leven
gemoeid is!,Bij Rëgeeringsbesfuit D 61
•gekondigd op 22 December 1943 is de
doodstraf in ons land.weer ingevoerd.
Een enkel van de vele thans weer ver
schijnende bladen heeft er aan herinnerd
hoe 18 September 1.1. in alle stilte werd
hrdacht, hoe vijf en zeventig jaren te vo
ren dé doodstraf hier te landde was afge
schaft, nadat zij reeds jarenlang niet meer
was ten uitvoer gebracht. In het Militair
Strafrecht bleef de mogelijkheid van op
legging bestaan zelfs in oorlogstijd ook
aan burgers in geval van landverraad en
„wanneer het belang van het land drin
gend haar toepassing vordert". Al te ver
rassend is de wederinvoering in een tijd,
waarin zoo Veel landverraad is gepleegd,
dus eigenlijk niet!Ook al kan over de
vraag, of het landsbelang toepassing zou
vorderen verschillend worden gedacht. In-
tusschen valt op, dat die laatste clausule
in het desbetreffende Regeeringsbesluit
wordt gemist; ook al zou het Landsbe
lang toepassing niet vorderen kan de
doodstsaf worden uitgesproken. En be
kend is, hoe sindsdien niet alleen ver
scheidene malen de doodstraf door een
procureur-fiscaal is gevorderd, maar ook
reeds meerdere malen door een Bijzonder
Gerechtshof die traf is uitgesproken. Dit
doet het probleem van de doodstraf in
alle zwaarte naar voren komen!
Uit èen opnie-peiling welke de Neder-
landsch stichting voor Statistiek blij
kens een mededeeling in Elseviers Week
blad van 3 November 1.1. in de eerste helft
van October heeft verricht zou zijn komen
vast te staan, dat de meerderheid onzer
bevolking voor oplegging der doodstraf
zou gevoelen in de allerzwaarste «revaK
len. Immers 73% der bevraagden zou op-
de vraag: „Moeten de ergste politieke
misdadigers met den dood worden ge
straft" Bevestigend hebben geantwoord.
Ook dat kan niet verrassen. Men kan vei
lig aannemen, dat de doorsnee-Nederlan
der momenteel zeer onder den indruk ver
keert van wat ons uit concentratiekam
pen en gevangenissen wordt medege
deeld, en ongetwijfeld zal die indruk bij
de beantwoording doorslaggevend zijn
geweest. Daarbij komt', dat het probleem
van" de doodstraf voor de huidige gene
ratie van ons'volk geheel nieuw is; vóór
den oorlog waren er ook die aandrongen
op wederinvoering, maar hun propaganda
scheen weinig overtuigend.
De vraag laat zich stellen: is een rus
tige bezinning op de doodstraf als straf
wel mogelijk geweest? Waar de doodstraf
vóór alle andere straffen een bepaald
kenmerk aankleeft, n.l. der ongeroepe-
lijkheid, mag het gebiedende eisch hee-
ten, dat wel degelijk een sterke bezin
ning heeft plaatsgevonden, voordat ook
maar één doodvonnis is voltrokken!
In de eerste plaats moet de "vraag wor
den gesteld, of doodstraf eigenlijk wel is
een straf. Het is in te denken, dat ver-»
scheidene menschen verkeeren in omstan
digheden, die den dood verkieselijk doen
zijn boven het leven. Maar bovendien: is
de doodstraf in haar consequenties te
overzien? Zoo lang het geen mensch hier
op aarde gegund is een tip van den sluier
op te lichten, die daar hangt aan het ein
de van den aardschen levensgang en de
weg generzijds slechts in het geloof be
staat. Kan geen aardsch rechter de draag
wijdte van de doodstraf, en daarmee de
draagwijdte van de door hem opgelegde
straf overzien: dit in verband met het
feit, dat een straf moet beanwoorden aan
de misdaad, waarvoor zij wordt opgelegd
Het schijnt niet onmogelijk, dat de roep
om de doodstraf haar oorzaak vindt in
het oog van velen algeheele ondergang!
In de tweede plaats Dr. Heering
wijst hierop terecht in een artikel „Dood
straf" in het nummer van het Weekblad
„Je Maintfendrai* van 28 September 1.1.
moet worden bedacht, dat straf altijd
rekening zal moeten houden met een vier
tal punten: vergelding, beveiliging (in
clusief afschrikking), boete en opvoeding.
Aan deze 4 punten getoetst zal de dood
straf moeilijk haar bestaansrecht kunnen
verdedigen.
Vergelding? Wij zagen reeds, hoe
moeilijk de correspondentie tusschen mis
daad en doodstraf kan worden bepaald.
Beveiliging inclusief afschrikking? Inder
daad de gemakkelijkste,weg is een mis
dadiger door het hem benemen van het
lerven eenigerlei verdere misdaad onmo
gelijk te maken. Zoo zou de samenleving
tegen hem beveiligd kunnen worden. Ook
tegen andewfc dmWt de &g. afschrikwek
kende werking. Dr. Heering wijs er te
recht op, dat statistieken aantoonen dat
vafi üe doodstraf weinig afschrikwek
kende werking uigaat. Moge intusschen
dé samenleving door de doodstraf tegen
dierf nftisdadiger beveiligd worden, dan
rijst toch de vraag; of niet een andere
vorm van beveiliging mogelijk is, waar
mee ook de samenleving meer zal zijn
gediend. En dan komt het derde element
naar voren: de boetedoening. Kort en
goed gezegd: de doodstraf verhindert ten
eenemale de boetedoening van den mis
dadiger en daarmee de mogelijkheid, dat
hij eens weer de samenleving ten dienste
kan zijn. Natuurlijk mag het oog niet ge
sloten worden voor het feit, dat het hui
dige gevangenisssysteem maar weinig
boeteverwekkend vermag te werken, maar
temeer heeft ,de samenleving aan verbe
tering en vervolmaking van dat systeem
te werken, zoodat, wanneer inderdaad de
misdadiger tot boetedoening is gekomen,
de samenleving niet alleen tegen hem zal
zijn beveiligd erf ook nog zijn diensten
kan benutten. Ook het vierde element: de
opvoeding zotFdan tot haar recht kun
nen komen. En het zou de eer van onze
samenleving te na moeten zijn aantene-
men, dat boetedoening en verbetering
„toch niet mogelijk zijn".
Het probleem van de doodstraf stelle
onze samenleving voor den grooten eisch
te redden wat verloren dreigt te gaan,
naar het voorbeeld van Christus, naar
wien die samenleving zich toch steeds
noemt, maar wiens' geest zoo weinig
schijnt te worden verstaan! Wee een sa
menleving, welke dien eisch zou toonen
voorbij te gaan!
Ds. Mr. H. VAN EWIJCK.
BINNENLAND.
Haarlem herdenkt zijn gevallenen.
Gisteren heeft Haarlem, in tegenwoordig
heid van H. tyl. de Koningin, Prins Bernhard
en Prinses Juliana op indrukwekkende wijze
de 400 slachtoffers van het verzet herdacht.
Zij zullen rusten n een eeregraf te Bloemen-
daal.
Kleine kruideniers protesteeren.
Op een gisteren gehouden conferentie te
Amsterdam hebben kruideniers hun grieven
gemotiveerd tegen de bestaande distributie
regelingen, waardoor het grootwinkelbedrijf
wordt bevoordeeld en kan etaleeren met
.volop verkrijgbaar", terwijl de kleine win
kelier nauwelijks zijn klanten kan bediene
Een oplossing werd gegeven door het voor
inlevering systeem bij een nieuw distributie-
artikel.
H. M. de Koningin vandaag
naar Groningen.
Vandaag zal H. M. de Koningin een niet-
officieel bezoek aan Groningen brengen.
Canadeezen werken aan de
wederopbouw van Doetichem
Canadeesche strijdkrachten zijn thans bezig
hulp te verleenen aan den wederopbouw van
het zwaar getroffen Doetichem. Zij zijn be
gonnen met den aanleg van een villapark
en met het opruimen van puin. Er zijn 380
stuks speelgoed voor St. Nicplaas in fabri
cage, terwijl naar Canada een verzoek is
gezonden om 4C0 padvindersuniformen te
gsftden.
Canadeesche soldaten blijven niet
in Duitschen grond begraven.
De Canadeezen, die in den tweeden wereld
oorlog sneuvelden, zullen niet in Duitschland
begraven blijven. De stoffelijke overschotten
die eerst in Düitschland begraven waren,
zullen naar een van de geallieerde landen
worden overgebracht en begraven worden
in een van de acht permanente begraaf
plaatsen voor Canadeesche militairen.
Op 1 December hoopt men alle gesneu
velde Can adeezen^/verzameld te hebben op
deze acht begraafplaatsen, waarvan er vier
in Frankrijk, een in België en drie in Neder
land zijn ingericht.
In Sicilië en Italië is hetzelfde reeds ge
schiedt. Hier zijn begraaplaatsen ingericht
in Agtra, Ortona en Cassino, benevens in
eén 25-tal andere plaatsen.
De dienst die deze verzamelbegraa/plaat-
sen verzoigd, is tevens belast met den iden
tificatie van de gesneuvelden. In Italië bleven
slechts 40 gesneuvelden nfet-geidentificeerd.
Dit plan van overbrenging komt tegemoet
aan de wensch van vele moeders, die de
autoriteiten verzochten, hun zoon niet in
Duitschen grond achter te laten.
Van Meegeren failliet.
Tegen den man, die zooveel stof heeft doen
opwaaien in de kunstwereld, Henricus Antho-
nius van Meegeren, kortweg bekend als Han
van Meegeren is een faillissement uitge
sproken. Het Gerechtshof, dat deze uitspraak
deed, brengt daardoor deze zaak in een
nieuw stadium.
Naar verluidt zou de Staat der Neder
landen elscher zijn in dit faillissement.