Uitgebreide Regeeringsnota aan de Tweede Kamert
Herstel en Vernieuwing worden aangepakt.
De Regeering ontvouwd haar plannen.
„BUMD HUPT HF.
Gisteren heeft de Regeering een uitgebreide Nota aan de Tweede Kamer over
handigd, betreffende het in de toekomst te voeren beleid. Op schier elk terrein,
waarop de Regeering werkzaam is, is de volle aandacht gevallen.
Indië neemt in de Nota een zeer bijzondere plaats in, doch ook het beleid van
de Regeering ten aanzien van geïnterneerden, de in ons land aangebrachte oor
logsschade, de Ioonen en prijzen, met de daaraan noodzakelijk verbonden arbeids
problemen en tfe voedselpositie wordt uitvoerig uiteengezet.
Wij ontleenen hieruit o.m. het volgende:
Bij de Tweede Kamer is ingediend de
door de Regeering toegezegde nota om-j
trent een aantal punten van Regeerings-
beleid.
Over de ontwikkeling der gebeurtenis
sen in Nederlandsch-lndië zegt de nota
o.m.:
De toestand op Java heeft zich thans
zoo ontwikkeld, dat achter de intellec-l
tueele leiders van de Republiek Indonesia
de door de japanners ideologisch be
werkte en gemilitariseerde Jeugdbewe
ging in handen is gevallen van de meest
extreme groepen en deze een toestand
ven anarchie heeft geschapen, die tot
dusverre telkens aan de controle van het
regime is ontsnapt.
De Japansche wapenvoorraden zijn
vooral in Midden- en Oostjava practisch
volledig aan de Indonesiërs overgedra
gen en voor het meerendee! in handen
van extremisten en rattrpokkers geraakt.
Zeer ernstig is ten slotte, dat de stuur
loosheid der jeugd en de wanhoop der
armoede niet alleen in nationalistische
excessen zich ontlaadt, maar ook in reli
gieuze. In Bantam en Cheribon met name
heeft de revolutie een fel Moslimsch ka
rakter. Christenvervolgingen komen over
het geheele land voor.
De eigenaardige situatie te Batavia
vereischt afzonderlijke bespreking.
De Indische Regeering moet trachten
zich heen te slaan door den arbeid, die
haar op politiek en economisch terrein
toevalt. Behalve enkele gebouwen, welke
door de Nederlandsche en de Britsche
autoriteiten zijn geoccupeerd, bevinden
zich de regeeringskantoren nog steeds
jn handen van personen uit den kring der
„Republiek Indonesia". Hetzelfde geldt
voor de openbare diensten, incl. den
telefoondienst.
Wat de politieke gedragslijn betreft,
is de Regeering niet te schokken in haar
streven om de deur open te houden voor
constructief overleg met die personen uit
de Indische samenleving, die met de In
dische Regeering tezamen een nieuw tijd
perk willen ingaan van politieke, econo
mische en sociale ontwikkeling, waarbij
gerechtvaardigde Indonesische aspiraties
ten volle bevrediging zullen vinden.
De Militaire vooruitzichten
Hieromtrent meent de Rereeging zich op
dit oogenblik niet, te mogen uitlaten. Wel
moge de Kamer zich realiseeren, dat het
militaire probleem zwaar is.
Toen de zaken een geheel onvermoed
verloop namen, zijn onmiddellijk maat-
troepen paraat te hebben voor Indië. Uit
troepen praat te hebben voor Indië. Uit
de gezamenlijk beschikbare mankracht
worden thans naast de mariniersbrigade,
die uit Amerika onderweg is, 27 batal
jons uitgezonden en de noodige hulp
wapens geformeerd. De lichting 1945
wordt met het kader, dat voor de expe-
ditionnaire macht wordt opgeleid, geën-
coaeerd en komt na oefening beschik-
b3Voor de vloot zijn in Ned.-Indië thans
aanwezige 2 kruisers, 3 torpedojagers, 6
onderzeebooten, 1 kanonneerboot, 1 mij-
nenlegger, een viertal mijnenvegers en
eenig verder hulpmateriaal en een aan
tal vliegtuigen van den marine lucht
vaartdienst.
Het evacuatie-vraagstuk groeit snel
in afmetingen en urgentie. De omringende
landen zullen relatief weinigen kunnen
opnemen. Repatrieering naar Nederland
zal in hoofdzaak en zeker voor vrouwen
en kinderen de oplossing zijn, waarvoor
nu alle krachten worden ingespannen.
Omtrent hetgeen te dier zake reeds ge
daan of in voorbereiding is, moge het
volgende worden medegeeld.
Gerekend wordt thans op de thuis-
brenging van 50.000 personen tot einde
Februari 1946. De Regeering ziet de re
patrieering als een regeeringszaak, waar
bij zij uiteraard volgaarne de meest mo
gelijke medewerking van particuliere zijde
aanvaardt.
Verantwoording
Het zittende Kabinet acht zich noch ge
rechtigd noch in staat rekening en ver
antwoording af te leggen omtrent het
beleid, door vorige regeeringen in Lon
den gevoerd. Zij heeft Prof. Dr. P. S.
Gerbrandy, voorzitter van den Raad van
Ministers van de Nederlandsche Regee-
ring te Londen, bereid gevonden een
memorandum samen te stellen, waarin
het beleid der op elkaar volgende Lon-
densche kabinetten zal worden uiteen
gezet.
Dit memorandum zal aan de Staten-
Generaal worden aangeboden.
M. G. Exit
Met ingang van 1 December zijn alle
organen van het Militair Gezag in liqui
datie en 1 Januari 1946 zal het Militair
Gezag tot het verleden behooren.
Het Bureau Nationale Veiligheid, welks
werkzaamheden noodzakelijk waren in
aansluiting op het werk der geallieerde
Fieldsecurity, is een instelling welke
eveneens een afloopende taak heeft. In
den loop van het komende jaar zal deze
dienst worden geliquideerd. De taken
die dan nog vervuld dienep' te worden,
zullen worden toevertrouwd aan de nor
male organen.
Rechtskracht der Wetbesluiten
De Regeering neemt het stanpunt in,
dat de Koninklijke Besluiten, welke on
derwerpen regden, die in normale om
standigheden bik de Wet geregeld zou
den zijn, rechtsgeldig zijn tot stand
gekomen, gezien den noodtoestand,
waarin het Koninkrijk* verkeerde en na
dere' bekrachtiging niet behoeven.
Het beleid der Regeering t.a.v.
politieke delinquenten
De Regeéring heeft gezocht naar een
methode om op snelle en doeltreffende
wij/e een selectie te maken tusschen de
gevallen, die voor een eenvoudige en
sterie bij de Bijzondere Gerechtshoven met
welke een ernstiger onderzoek eischten,
en de eerste categorie zoo spoedig mo
gelijk' af te doen. Zij heeft deze methode
gevonden door aan het Openbaar Mini
sterie bij de bijzondere gerechtshoven met
een zekere uitbreiding eenige ook in het
commune strafprocesrecht niet onbeken
de bevoegdheden te verleenen. Zij heeft
daarom het b^juil, politieke Delinquenten
1945 uitgelokt.
De kinderen van gedetineerden, die
onverzorgd achterbleven, zijn door het
ten deele in daartoe ingerichte tehuizen,
ten deele in gezinnen ondergebracht. Met
ingang van den lsten Nov. 1945 is de
zorg voor deze kinderen opgedragen aan
het Bureau Bijzondere Jeugdzorg, onder
het Min. van Justitie. Het ligt in de be
doeling aan deze zorg een wettelijken
grondslag te geven. De Regeering meent
dat hoezeer de rechtvaardigheid ook het
opleggen van strenge straffen en maat
regelen aan hen, die zich door daad of
gezindheid gedurende de bezetting tegen
over de Nederlandsch gemeenschap heb
ben geplaatst, eischt, anderzijds bij het
bepalen harer houding ten'opzichte dezer
delinquenten nimmer uit het oog mag
worden verloren, dat zij het einde van
hun straftijd weer bp een of andere wijze
in deze gemeenschap zullen moeten wor
den opgenomen.
Financieele voorzieningen met
betrekking tot oorlogsschade
Het algemeene uitgangspunt, van waar
uit in het besluit op de materieele oor
logsschade wordt bezien, is de overtui
ging, die in breede kringen leeft? dat de
schade, welke aan de economische goe
deren van een deel van het Nederland
sche volk door den oorlog is toegebracht,
door de getroffenen ten behoeve van het
geheele volk is geleden.
Dat in het algemeen en in het bijzon
der voor de schade aan onroerend goed
de bijdragenbepaling plaats vindt naar
de waarde per 9 Mei 1940, verdient na
dere motiveering. De reden hiervoor moet
niet alleen worden gezocht in de beslis
sing der Regeering om de bijdragen re
geling van het verleden zooveel mogelijk
te bestendigen. Doorslaggevend voor de
aanvaarding van voornoemd beginsel
voor de; schadevergoedingen was veeleer,
dat verstandig financieel beleid slechts
de verleening eener tegemoetkoming in
de geleden schade gedoogde.
De bedragen in huisraadschade zullen
worden betaalbaar gesteld opzg. huis-
raadsphadeboekjes, die geadministreerd
worden door de Nederlandsche Midden-
standsbank. Ten laste daarvan kunnen
de benoodigde bedragen worden uitge
keerd al naar gelang huisraadgoederen
kunnen worden aangekocht.
Bijdragen in schade aan bedrijfsuitrus-
ting, alsmede aan bedrijfs- en handels
voorraden, zullen worden uitgekeerd door
crediteering van de rechthebbenden bij
de sinds kort opgerichte maatschappij tot
het Nationaal Herstel N.V.
De schadevergoedingseischen van Ne
derland zullen worden voldaan doq^-uill©-
vering van de kapitaalgoederen in de
Westelijk bezette gebieden van Duitsch-
land, voor zoover zij niet strikt noodza
kelijk zijn voor de Duitsche Vredeseco
nomie, alsmede uit de Duitsche buiten-»
landsche bezittingen.
Vooralsnog bestaat er geen uitzicht
dat daarnaast herstelbetalingen kunnen
worden verwacht in'den vorm van jaaf-
lijksche betalingen of leveranties gedu
rende een langere periode.
Inmiddels werd de Regeering uitge-
noodigd den schadevergoedingseisch van
Nederland jegens Duitschland bij de ge
allieerde autoriteiten in te dienen. In de
desbetreffende nota waren de richtlijnen
vervat, volgens welke de eisch moest
worden opgesteld.
Dienovereenkomstig is door de Neder
landsche Regeering bij de regeeringen
van Amerika, Engeland en Frankrijk een
memorandum ingediend inzake de door
Nederland van Duitschland te eischen
schadevergoeding.
Volgens dit memorandum bedraagt de
totale claim op Duitschland naar de prijs
verhoudingen van 1938 (zulks in over
eenstemming met de desbetreffende richt
lijnen) 25,725 milliard.
De Regeering zal niet nalaten de Sta-
ten-Generaal te zijner tijd in te lichten
omtrent de resultaten van de Internatio
nale conferentie inzake de herstelbeta
lingen.
Het is niet aannemelijk, dat in deze
conferentie ook compensatie-mogdijkhe-
den in den vorm van annexatie van
grondgebied ter sprake zullen komen.
Deze aangelegenheid zal dienen te wor
den behandeld in rechtstreeksch overleg
met de groote mogendheden.
Loon- en Prijspolitiek
Bij- zijn beschikking van 15 October
1945 heeft het College als richtlijn vast
gesteld, dat zonder voorafgaande toe
stemming zijnerzijds geen wijzigingen in
rechtens geldende loonen mogen worden
aangebracht, tenzij het loon door de wij
ziging niet verhoogd wordt boven 125%
van het op 10 Mei 1940 of 115% van
het op 31 October 1942 rechtens gelden
de loon.
Uit de handhaving van deze percenta
ges mag niet worden afgeleid dat de re
geering of het college van Rijksbemidde
laars een loonsverhooging overeenko
mende met deze percentages, onder de
huidige omstandigheden in het algemeen
voldoende zou achten. De oplossing is
echter ook niet te zoeken in een percen
tage over de geheele linie, gezien de ont
zettende verarming, die de bezetting en
de oorlogshandelingen op ons grondge
bied ten gevolge hebben gehad en de
nog volkomen onvoldoende productie, is
het voorshands niet mogelijk alles weer
te brengen op het peil van voor den oor
log of daarboven. Daartegenover is het
echter ook onverdedigbaar, indien het
inkomen van de laagst betaalde arbeiders
beneden een zeker bestaansminimum zou
liggen. Zoo wordt niet alleen gedacht aan
een „loonplafond" maar ook aan een
„loonvloer".
Het College van Rijksbemiddelaars
brengt thans met spoed een aantal loon
regelingen tot stand.
Bij de te treffen spaar- en voo&schot-
regeling zal met de belangen der groote
gezinnen rekening worden gehouden,
doordat 'n bedrag p. gezinslid zal worden
toegestaan, terwijl bij de kwestie der af
betaling naast het inkomen ook de ge
zinsgrootte van invloed zal2,ijn.
Voorts zal bij de samenstelling van het
distributieptikket de mogelijkheid worden
geopend voor een keuze tusschen goed-
koopere en duurdere artikelen van gelijke
voedingswaarde. Ook dit zal in de eerste
plaats voor de grootere gezinnen eenige
verlichting kunnen geven.
Bij bespreking van de loon- en prijs
politiek pleegt te worden vooropgesteld,
dat in de eerste plaats "beheersching
van de prijzen noodig is. De regee
ring onderschrijft dit ten volle. Deze
beheersching is echter slechts binnen
zekere grenzen mogelijk. Het tekort aan
grondstoffen, brandstoffen, levensmidde
len, machines, meststoffen en" zooveel
meer dwingen ons op groote schaal in
te voeren, in de eerste plaats uit Enge
land en Amerika. m
De voorwaarde voor het tot stand ko
men van gunstiger verhoudingen en een
verhooging van het levenspeil is, zooals
overigens voor de hand ligt, maar in de
praktijk niet - altijd begrepen schijnt te
worden, toeneming der productie. Naar
mate het Nederlandsche productievermo
gen zich herstelt, worden wij minder af
hankelijk van den invoer.
Spaar- en Voorschotregeling
Hoewel de gebruiksgoederen nog
slechts in geringe mate ter beschikking
staan, doen zich reeds thans moeilijk
heden voor in de gezinnen van hen, die
tot de lagere inkomensgroepen behoo
ren. Met betrekking tot de aanschaffing
van schoeisel, kleeding en huisraad ter
voorziening in de bestaande tekorten.
Een spaarregeling alleen zal hier de
oplossing niet kunnen brengen.
In verband met het vorenstaande is de
Regeering voornemens een regeling te
treffen, welke in het kort op het volgende
neerkomt.
Telkens wanneer iemand een aankoop
vergunning voor duurzame gebruiksgoe
deren voor zich of zijn gezinsleden aan
vraagt, resp. ontvangt, kan hij daarbij
tevens het verzoek doen in het bezit te
worden gesteld $an voorschot waarde
bonnen tot een bedrag, noodig voor den
aankoop van de goederen. Voor het in
totaal te verleenen voorsphot zullen
maxima worden gesteld, verband hou
dende met de gezinsgrootte.
Doordat de waardebonnen alleen gel
dig zullen zijn tezamen met een aankoop
vergunning, wordt bereikt, dat het voor
schot ook inderdaad wordt gebruikt voor
het doel, waarvoor het is gegeven.
Bij de invoering der regeling zullen,
naar het aanvankelijk voorkomt, de ge
meentebesturen een belangrijke taak kun
nen vervullen.
Wachtgeldregeling
Na de stillegging, van het bedrijfsleven
in September 1944 is het aantal wacht
geldregelingen, dat werd aangevraagd,
bijzonder groot geweest. Het kan geschat
worden op pl.m. 8.000. Na de bevrijding
is het aantal gesubsidieerde wachtgeld
regelingen sterk afgenomen in verband
met de toegenomen werkgelegenheid.
Het ligt in de bedoeling om met in
gang van 1 Januari 1946 een nieuwe
wachtgeldregeling te treffen, waardoor
voor het geheele land uniforme bepalin
gen zullen gelden.
De Regeering heeft over de vraag hoe
een verplichte werkloosheidsverzekering
wettelijk ware te regelen,- advies ge
vraagd aan de stichting van den arbeid.
Een bijzondere moeilijkheid bieden de
vrouwelijke arbeidskrachten.
Practisch alle bedrijfstakken, waarin
tot de bezetting in belangrijke mate vrou
wen werkzaam waren, ontmoeten een
ontstellend gebrek aan arbeidskrachten.
Uitermate belangrijke industrieën, als de
textielindustrieën, de confectiefabrieken,
de wasscherijen e.a. kunnen daardoor
niet op vólle capaciteit werken. Doch
niet alleen in de industrie, ook in huise
lijke diensten bestaat een ernstig tekort
aan vrouwelijke arbeidskrachten. Een
enquete wordt ingesteld om een inzicht
te krijgen in de vraag, waar de meisjes,
die voorheen in de genoemde industrieën
werkten, zijn gebleven en wat als juiste
oorzaken van hun wegblijven moet wor
den beschouwd. Terwijl mede het vraag
stuk van het dienstbodentekort in studie
is genomen.
Sociale Hulpverleening
aan werklooze arbeiders
Na de bevrijding werd bij verordening
van het Militair Gezag van 16 Mei 1945
de oude steunregeling vervangen door de
regeling „Overbruggingsuitkeering".
Zooals de naam reeds aanduidt, be
doelde.- d"-"1 nieuwe regeling aanvanke
lijk een pvergangsregeling te zijn ter
voorziening in het onderhoud van de
arbeiders die na de bevrijding werkloos
waren. Dit bracht met zich mede, dat in
bedoelde regeling bepalingen (en ook
leemten) voorkwamen, welke bij een
voortbestaan van de regeling over een
langer tijdperk dan de eerste overgangs
periode tot minder gewenschte gevolgen
moesten leiden, c.q. reeds geleid hebben.