mieJefi
Wat de
i/ctH de week.
Doodelijk ongeval.
UIT DEN OMTREK
OQ/1
MENSCH EN GEMEENSCHAP
e tot gemeenschap niet den drang, verstaat,
en niet voor haar met vreemde ontroering leeft,
zijn leven stolt tot een versteend gelaat,
waardoor geen innerlijke glans meer beeft.
Maar wie het eigene in zichzelf niet hoetft,
en daaruit put als uit een diepe wel,
hij wordt verslonden in gemeenschaps vloed,
hij is een golf in levens ruischend spel.
Het diepst van alle dingen is, dat gij
gemeenschap dient, wijl gij uzelve zijt,
en immer weder uit gemeenschaps rij
aanbiddend treedt ten berg der eeuwigheid.
Uit: D. A. VORSTER, Het nieuwe getijde.
„Op Hoep van Zegen"
Deze week ch*&ait in de Réunie de Hol-
landsche verfilming van het bekende too-
neelstuk van Herman Heijermans: „Op
Hoop van Zegen". Zooals bekend mag
worden: geacht diekelt dit stuk de mistoe
standen in het visschersbedrijf van onge
veer 40 jaar geleden. De tendenz, welke
Heijermans in zijn stuk legde, is in de
film bewaard gebleven.
De bekende overleden tooneelspeelster
mevr. Esther de Boer—van Rijk vertolkt
in deze film evenals in het tooneelstuk,
op verdienstelijke wijze de hoofdrol en
steekt boven haar tegenspelers uit. Deze
film werd geproduceert, toen de Neder-
fandsche filmindustrie in haar begiijsta-
dium stond, ihftëeen het publiek niet vol
doende in aanmerking neemt.
De film vertoont de geschiedenis van
Barend, dje door de handteekening van
zijn moeder (Kniertje) op de wrakke
„Op Hoop van Zegen" wordt geplaatst.
Ook de.tweedel(zoon van Kniertje, Geert,
•komt, na zjjftjpntslag uit de gevangenis,
op dit schip. De wrakke schuit, waarvan
de reeder de toestand, waarin zij verkeer
de, kende, vergaat, waarbij Geert en Ba
rend omkomen. Zoodra men hiervan ze
kerheid heeft, gaan de nabestaanden hun
beklag doen bij reeder Bos, een reeks
scènes, die het bijzonder goed doen.
Dit is de korte inhoud van deze Neder-
landsche rolpren|, die naast minder goede
ook uitstekende scènes bevat»
Aan deze hoofdfilm gaat een vlot tee
kenfilmpje vooraf.
„The tambeth Walk"
De Engelsche operette „Me and my
girl", die Tangen tijd in Londen werd op
gevoerd en er groot succes behaalde is
getransformeerd in de film „The Lambeth
Walk", welke deze week in de Schouw
burgbioscoop vertoond wordt. En of
schoon de film meer mogelijkheden biedt
dan het tooneel kan deze rolprent toch
niet in alle opdichten geslaagd worden
genoemd.
Er is 'n aardig verhaal van den dood-
gewonen man uit de achterbuurt, die blijkt
erfger^am te zijn van een adellijke familie
enoüjgèleid moet worden om Lord te
wo?dS érr beheerder van alle familiebe
zittingen. Hij wil daarbij echter geen af
stand doen van zijn meisje .hetgeen aller
lei verwikkelingen met zich brengt. Een
hao&tépunt wordt dan ook wel bereikt,
wanneer op het bal in het kasteel de vroe
gere vrienden van Bill ook verschijnen en
.er de Lambeth Walk introduceeren. Ten
slotte komt alles natuurlijk nog terecht'
en vindt het huwelijk tussehen Bill en zijn
Sally plaats, die kans heeft gezien om het
hart van de hertogin de vrouwelijke
.familietyran te vermurwen.
Grappige momenten zijn er te over in
deze film. Het gegoochel met 't bolhoed
je, de demonstratie met de hermelijnen
mantel, het getuigt van een vlotte regie.
De periode van de „roomtaartensmijte-
rij" dachten wij echter te boven te zijn.
Maar we hebben ons blijkbaar vergist.
Voor hen die van luchtige kost houden
is dit een film ,die zij moeten gaan zien.
Naast het Nederlandsche Nieuws en 't
Wereldnieuws met opnamen van het
Neurenbergsche proces is er 'n filmpje
met een overzicht van het afgeloopen jaar,
mèt tekst van Willem van lependaal en
muziek van Hugo de Groot, in het voor
programma.
Klaar voor onder water
In de buitengewoon suggestieve film,
„Klaar voor onder water", brengt Thalia
Theater ons deze week een rolprent,
waarin de toeschouwers in nauwer con-
jiact worden gebracht met het leven m
een onderzeeër.
Onder regie van Anthon Asquith is een
rolprent ontstaan, die ons vaak zelfs op
spannende wijze het interessante leven
aan boord laat meemaken.
Met medewerking van de Britsche
Marine en manschappen en officieren van
de! Onderzeedienst wordt ons het reisver
haal verteld van de P 61, „The Sea-
Tiger".
De haven verlatend met geheime op
dracht gaan de toeschouwers feitenlijk
aan boord meel ten einde het Duitsche
slagschip „Brandenburg" in het Kieler-
kanaal tot zinken te brengen. Onderweg
worden 3 Duitsche officieren gered, die
miet een vliegtuig waren neergeschoten en
van deze verneemt de bemanning, dat de
„Brandenburg" inmiddels reeds in de
Oostzee is. Ook daar in dit vijandelijk
gebied weet de P 61 door te dringen en
hier bereikt deze film dan ook zijn hoog
tepunt wat suggestieve opnamen betreft.
Het kapotvaren der versperringsnetten
is werkelijk een staaltje van regie, die ons
ten volle dit spannende oogenblik doet
beleven.
Tenslotte slaagt natuurlijk deze op
dracht, maar nog zijn de moeilijkheden
niet .overwonnen. Na olie en levensmidde
len in een Deensche haven te hebben bij
geladen, iets dat natuurlijk niet zonder
meer kan geschieden, wordt tenslotte de
thuishaven bereikt.
We zien in deze film, met Eric Portman
en John Mills in de hoofdrollen een kleine
tip opgelicht van hetgeen op zee is ge
presteerd, ook voor onze bevrijding.
dat de gelegde banden niet 'met dit afscheid
zouden worden verbroken en dat iaatfn hem
nog eens op de hoogte wilde houden met
den gang van zaken in Wad^tytea, zooa\s
dit ook met andere gemeenten-waar hij
gewerkt heeft, nog het geval is.
Tot slot sprak de burgemeester den wensch
uit dat het gemeente-bestuur en de ambtenaren
ook onder zijn opvolger erin zouden slagen
het gemeente-belang te dienen zooals dit
gedurende zijn ambtsperiode geschiedde.
Hedenmiddag tussehen 2.30 en 4 uur was
er ten gemeeniehuize voor de ingezetenenen
in het bilzonder voor de Raadsleden gelegen
heid, afscheid van den heer Albarda te nemen.
Laatste bericht Stadsnieuws.
Hedennacht is onze stadgenoot,
de Heer H. v. M., als militair
chauffeur dienstdoende op een
ziekenauto, onder Amersfoort met
zijn auto tegen een niet-verlichte
trailer gereden. De heer v.M. werd
doodelijk gewond. Twee inzittende
zusters werdengewond.Hetslacht
offer is 26 jaar oud en laat een
vrouw met drie kinderen achter.
WADDINXVEEN.
Afscheid Burgemeester Albarda
De fgd.-Burgemeester dezer gemeente heeft
Woensdagmorgen in de Raadzaal van het
Gemeentehuis i.v.m. de opheffing van de
staking van burgemee&er Mumsen, officieel
afscheid genomen van Vet geheele gemeente-
personeel.
De burgemeester werd door een hoofd van
dienst, ae politie, den gemeente-secretaris en
tenslotte door den loco-burgemeester, den
heer A. Oudifk, toegesproken.
Duidelijk bleek hieruit dat de burgemeester
in het half jaar dat hij het burgemeesters
ambt waarnam, zkh de sympathie van het
ambtenarencorps en de politie heeftverworven.
Door alle sprekers werd met dankbaarheid
herdacht de prettige wijze waarop zoowel
met de ambtenaren als met de wethouders
in de vergaderingen van B. en W., werd
samengewerkt en zooveel in het belang van
de gemeente kon worden tot stand gebracht.
De burgemeester dankte alle ambtenaren
en in het bijzonder den gemeente-ontvanger
en den gemeente-secretaris voor de hem
verleende medewerking die hij zoo ten volle
had genoten. „Het'valt mij moeilijk zeide
de burgemeester -- thans weer ambteloos
burger te moeten zijn". Hij hoopte echter
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Juweelendiefstal tijdens bezetting
Niemand zal kunnen ontkennen, dat
mede tengevdlge van de verdere aandui
dingen in den kop van het bovenaange
haalde artikel, opgenomen in Uw blad
van 5 December j.l. oppervlakkige lezing
(en het grootste gedeelte der couranten
lezers leest dergelijke artikelen slecfyts
vluchtig) den indrukt nalaat, dat van de
voornaamste ondergrondsche werkers,
werkers, vereenigd in de Goudsche B.S.,
niet veel deugde. Men zal zich later her
inneren, dat deze vergiftigd en moreel
verrot zijn, Mevr. K. beinvloed hebben
om diefstalten eigen bate te plegen en
dat zij profiteurs zijn. Daar bovendien
van een tweetal van hen (zij het dat
slechts hun initialen genoemd worden)
een aan duidelijkheid niets te wenschen
over latende beschrijving gegeven wordt,
zal dezen lezer bijblijven, dat zij bij een
en ander een werkzaam aandeel hadden
Wij weten wel, dat als men het artikel
aandachtig leest, sommige scherpe kan
ten verzacht worden, doch dit neemt niet
weg, dat ieder onbevoordeeld lezer over
tuigd zal zijn, dat de illegale groep hier
ter stede, met name „de B S." in dit ar
tikel een veer moet laten.
Vanzelfsprekend rijst de vraag: „Is er
rede» geweest om dergelijke blaam te
werpen?"
Vit besprekingen met Uw redactie
blijkt, dat U van den stelregel uitgaat:
„Wij hebben slechts opgenomen hetgeen
door Mr. Drost gezegd is en kunnen met
getuigen staven, dat hij dit gezégd heeft".
Mr. Drost heeft ons echter een schrif
telijke verklaring gegeven; -waarin hij
categorisch ontkent een d^;JiefTr'm;;den
mond gelegde woorden of uitdrukkingen
gebezigd te hebben en daaraan toege
voegd, dat hij dit ook niet gedaan kan
hebben, omdat de bedoelde illegale groep
zich niet aan één der feiten heeft schuldig
gemdakt.
Alleen dit laatste is van belang: dus
niet of woorden of uitdrukkingen gebe
zigd zijn, maar of ze waarheid bevatten.
Door den eenigen persoon, die, volgens
U, de zinsneden gebruikt heeft, is schrif
telijk verklaard, dat hij geen recht had
ze te gebruiken, omdat ze niet waar zijn.
Wij kunnen nu dus in het midden laten,
of hij ze gebruikt heeft, daar de hoofd
zaak is: „Kon hii met bewijzen staven,
dat de Top van de 'B.S. of een gedeelte
daarvan zoodanig moreel verrot is, dat
deze een dusdanigen invloed kon uit
oefenen, dat zij, die met hen in aanraking
kwamen, er niet voor terugdeinsden, zich
ten koste van anderen te bevoordeelen".
Nu hij, die deze woorden gezegd heeft
of gezegd zou kunnen hebben, verklaard
heeft, dat er geenerlei redenis, deze groep
een dergelijke houding toe te dichten,
zou het ons voldoende geweest zijn, in
dien Uw redactie een korte rehabilitatie
van de Goudsche B^S. en de met namen
genoemde personen "in Uw blad zou heb
ben opgenomen. Na meerdere besprekin
gen met U, is vast komen te staan, dat
U daartoe niet bereid zijt, ^^a^kvoor
U het criterium is: „Is een en SfcdéN ge
zegd", en niet: „Is het gezegde waar'
Wij mogen U nu verzoeken het boven
staande als „ingezonden stuk" in Uw blad
op te nemen en kunnen daar nog het
volgende aan toevoegen.
„Geen der in den tijd, dat de diefstal ge
pleegd werd, leidende figuren der Goud
sche B.S." -(dus ook niet de in Uw artikel
met initialen genoemde) was op de
hoogte, dat Mevr. K, den diefstal ge
pleegd had.
„Kort na de bevrijding is aan de Justi
tie belangrijk feitenmateriaal ter kennis
gebracht, dat onomstootelijk in de rich
ting van Mevr. K. wees. De B.S. kende
deze gegevens niet. Eerst op 7 Juli 1945
bleek, waar het goud zich moest bevin
den. Dienzelfden dag hébben eenige Staf
leden van de Goudsche B.S. dit goud
verzameld en terstond overgegeven aan
den Officier van Justitie.
Uit deze toevoeging (voor^iwaarheid
waarvan wij met onzen geheelen persoon
instaan) blijkt dus, dat er geen sprake
van geweest is, dat de toenmalige Staf
der B.S. of eenige leden daarvan den
doorMevr. K. gepleegden diefstal heb-
4
-
Wat was ik blij toen ik van de week
door de radio hoorde, dat het met aller
lei artikelen zoo best ging, daj ze vrij te
koop zouden zijn: koek, taartjes, beschuit,
vermicelli en nog veel meer.
Ik zeg tegen jGesina: vrouw, de oude
tijden herleven; we kunnen er nu op aan
dat we 's Zondagsmorgens bij de thee
een beschuit hebben en de koek weer bij
het ontbijt zal staan. Maar Gesina zag het
niet 700 best in. „Ja, zegt ze ,als jij kunt
zorgen dat de winkelier altijd de beste
anthraciet krijgt en liefst nog een beetje
meer. Je zult zien, dat de winkeliers het
nu aan de vrindjes geven."
Ik zeg: „Kom, kom, niet zoo somber."
Daar bleef het bij.
Vandaag bleek Gesina dat gesprek niet
vergeten te zijn. Ze had de buurvrouw
gesproken. Die was vermicelli gaan halen
Daarvoor kon je eerst een half uur in de
kou in de rij staan. Als je aan de beurt
Kwam moest je er pakjes soep bij koopen,
om honderd gram vermicelli te kunnen
krijgen.
En bij de winkelier lagen op 31 Dec.
's avonds nog een heele muur van ontbijt
koeken in de étalage. Toen Marie (m'n
schoondochter) op 2 Januari 's morgens
om koek kwam was het: nee, die hebben
we niet!
Waar waren die zoo gauw gebleven?
Het gaat weer onder de toonbank en het
wordt weer smoezen.
Dat was het verhaal van Gesina.
Ik wil het nog zoo maar niet gelooven.
Misschien is het ook wel goed dat ze maar
niet aan onbekenden gaan verkoopen, die
misschien voorraadjes willen maken door
bij eiken winkelier aan te gaan.
We zullen moeten afwachten of de win
keliers aan een goede verdeeling meehel
pen door eerlijk op normalen voet aan de
vaste klanten te verkoopen.
Het vrouwvolk is soms» zoo zenuw
achtig.
Maar ik vind het toch maar beter dat
onze tabak voorloopig nog op de bon is.
ben goedgekeurd of daarvan hebben ge
weten. Integendeel, zoodra bleek, hoe de,
vork in den steel zat, is oogenblikkelijk
alles in het werk gesteld om het volle
licht op deze zaak te laten schijnen.
U dankend voor de door U verleende
plaatsruimte:
M. A. DE KORTE.
Tj. KOOISTRA.
C. HESS.
P. PETERS.
I C. BENNIS.
J. FEIT ZOET.
J. ZOER.
Naschrift van de redactie:
Wij moeten de juistheid van ons verslag
ten volle handhaven. Dit is geheel over
eenkomstig de ter plaatse gemaakte en
bewaarde aanteekeningen niet alleen van
onzen verslaggever, maar ook van een
jurist (géén redactielid), die de zitting
bijwoonde.
Weliswaar is er op dit punt een onop
losbaar verschil met Mr. Drost. Uit een
brief van deze aan ons blijkt echter, dat
ook hij het verslag van het door hem
gesprokene gedeeltelijk als juist erkent.
Wij zijn niet in staat te onderzoeken
wat er te Gouda gebeurd is. Gaarne
geven wij echter in het bovenstaande de
gelegenheid aan de betrokkenen om zich
te rechtvaardigen tegenover hetgeen ter
zitting werd behandeld.
Wij beschouwen hiermee deze aange
legenheid als beëindigd.
Antwoord op de ingediende aanvragen
kan worden gehaald aan den Distributie-
dienst, loket 11Peperstraat, door hen wier
bewijs van aanvrage het nummer draagt
tussehen 17001 en 17400
op Maandag 7 Januari tussehen 9.30 en
12.— uur en 2.— en 3.30 uur.
Aanvragen
Abonneert U op „Groot Gouda'
-V.
SV
i I