POLIT G ORDENING rnie^eb OOJi De verkiezingen naderen. Ons blad telt onder zijn lezers mogelijk velen, wien het nog niet duidelijk is, hoe zij hun stem zullen uitbrengen. De komende ver kiezingen zijn van zoo groot belang voor den toekom- stigen gang van zaken in ons land, dat wij gaarne meewerken de onverschilligen tot belangstelling en de twijfelaars tot keuze te brengen. Deze week is het onderwerp: Daarom geven wij de vijf groote partijen telkens in ons Zaterdagavondblad de gelegenheid over één zelfde onderwerp, door ons voorgesteld of in gemeen^ schappelijk overleg vastgesteld, tegelijkertijd een kor artikel te plaatsen. Wij noodigen de leiding te Gouda van elk van deze groepen uit te willen zorgen, dat iemand hunner dit schrijft. Wij plaatsen de begin- letters vai£-d^chrijvers eronder. De inhoud geeft de gedacht^ van de vertegenwoordigde strooming weer de persoonlijke overtuiging van den schrijver. _je artikelen zijn deze week geplaatst in alphabe- tis/he volgorde, daarna volgens rouleersysteem: VAN ANTI-REVOLUTIONAIRE ZIJDE Ordenen is regelen. En indien men deze korte definitie als juist erkent, zal men moeten toegeven, dat elk nor maal mensch tot op zekere hoogte voorstander is vant ordening. De vraag is alleen maar, WAT er geregeld moet worden en WIE dat moet doen. Behoort men tot de aanhangers van de individualistische opvatting van den Staat, of van de organische? De voortzetting van den strijd van de eerste theorie in de praktijk van het staatkundig leven, onder den in vloed van de beginselen van de Fran- sche revolutie, heeft geleid tot een opvatting van den Staat, welke op staatkundig gebied zeer eenzijdig met individuen rekende en het corporatieve leven, zoo niet onmogelijk maakte, dan toch in elk geval niet van staatswege wilde doen erkennen. De organische opvattingen ziet in den Staat niet een verzameling van gelijkberechtigde individuen, maar een organisme. De Overheid is het hoofd en de verschillende staatsrechtelijke instellingen en de onderdanen zijn de leden. Het is zonder uitvoerig betoog wel duidelijk, dat aan de practische door werking van het individualisme, zoo iwei als aan de bovenpersoonlijke staatsidee, ernstige bezwaren verbon den zijn. Het individualisme moest bij con sequente doorvoering tot ontbinding leiden, tot verschrikkelijke sociale toe standen als we uit de vorige eeuw ken nen. De bovenpersoonlijke staatsop vatting bedreigt de rechten en vrij heden' der bevolking, geeft de Over heid niet alleen de meest volstrekte macht, maar ook de meest vèrreikende bevoegdheid t.o.v. ieder onderdeel van 4e menschelijke samenleving. Daarvan leverde de praktijk,' met name in de fasc'stisch geregeerde landen, in de periode die vlak achter ons ligt, het bewijs. Het Anti-Revolutionair beginsel ver werpt beide opvattingen. De A.R. opvatting wil een juiste co ördinatie van de belangrijkste factoren in het Volksleven bij den opbouw en het bestuur van den Staat. Het A.R.-program begint met den eisclj van eerbiediging-' van het cen trale gezag, gelijk dit in het Huis van Oranje is gepersonificeerd. Dit centrale gezag heeft te waken voor de algemeene volksbelangen met inachtneming van de gerechtigheid, welke steunt op de beginselen van Gods Woord. Evenzeer beoogt de A.R. richting 't belang van den enkeling. Daarbij herinner ik slechts aan den strijd voor gewetensvrijheid, de oor sprong van de vrijheid van godsdienst, van onderwijs en opvoeding, van mee ningsuiting in woord en geschrift. Alzoo is de A.R. opvatting, dat niet alleen het individu en de Staat, maar ook de volksgroep, hetzij van natuur lijken aard zooals het gezin, hetzij van socialen-economischen of cultureelen aard, naar Gods bestel een eigen taak en roeping heeft, die met inachtneming van de beginselen van Gods Woord en met de levenswet van iederen kring moet vervuld. En wanneer dan de Overheid haar taak verricht, dient zij ook met het bestaan van die, in bepaald opzicht souvereine-kringen in de samenleving rekening te houden. Eenerzijds door het beperken van eigen taak ten behoeve van de zelf standige werkzaamheid dier kringen. Anderzijds door bij het vervullen van noodzakelijke bestuurswerkzaamheden van Overheidswege ook zoo mogelijk aan deze kringen een taak toe te wij zen en hen bij de beraadslaging over Overheidsmaatregelen, voorzoo ver daartoe aanleiding bestaat, te raadplegen. Geleid door deze grondbeginselen, zijn we uitgerust tot het ondernemen van den zwaren tocht naar een sociaal en economisch geordende maat- schappij. Ordening van de gemeenschapszijde gezien, streven naar sociale gerech tigheid en van de aijde van den enke ling gezien, naar de mogelijkheid tot ontplooiing. In Nederland van vóór 1940 was dit ■ds lang bezig te groeien, in vnj- Dit groeiproces moet bevorderd worden in Nederlandsche lijn. En in Nederland past niet de Staats- overheersching van het maatschappij- 1CVCn- E. A. P. VAN DE ZIJDE DER KATH. VOLKSPARTIJ Van de zijde der Kath. Volkspartij schrijft men: Het is een goed idee van de redactie een reeks artikelen te doen schrijven over tal van gewichtige principiëele vraagstukken, en wij mogen dankbaar zijn voor dit initiatièf, omdat hierdoor, naar wij hopen, medegewerkt zal wor den wat ordening te brengen in de verwarring der geesten. In het kort willen wij onze begrippen over „Or dening" uiteenzetten. De K.V.P. zal er in de allereerste plaats naar streven het Ned. volks bewustzijn te doordringen van de plicht van den Staat GOD openlijk te erkennen. Wat heeft dat nu met ordening te maken, hooren wij U reeds opmerken. Volgens onze beginselen heel veel. Nog veel zal in wetgeving en bestuur moeten worden geordend tot dat ZIJN wet als opperste richtsnoer geldt. En dit niet alleen nationaal gezien. Ook binnen de grenzen van een inter nationale ordening zal er met inacht- name van hetgeen boven werd opge merkt, gestreefd moeten worden naar een zoo krachtig mogelijke ontwikke ling van ons eigen beschavingsgoed, en hiervoor zullen wij als klein land toch groot en fier mo.eten medewerken aan de opbouw van een naar geest en vorm doeltreffend apparaat voor inter nationale orde en rechtvaardigen vrede. En het doet ons goed wanneer groote mannen als Churchill en Attlee openlijk verklaren zich te laten leiden door Gods Voorzienigheid en begrip voor „eeuwige waarden". Om weer wat dichter bij huis te blij ven: de Nederlandsche Staat dient te streven naar een goed-geordend per soonlijk welzijn van al zijn burgers, wier geestelijke en stoffelijke ont plooiing in en door de gemeenschap, zoowel voor het algemeen als het particulier welzijn, van het hoogste gewicht is. In zooverre het nastreven van persoonlijke belangen in strijd komt met het algemeen welzijn (en dus ook met het goed-geordend per soonlijk welzijn) behoort het zoowel door Overheid als door onderdaan, aan het algemeen welzijn onderge schikt te worden gehouden, en daartoe voor zooveel noodig, geremd en be perkt te worden. Ziedaar enkele grondslagen. Hierop voortbouwend is het conse quent, dat de overheid met kracht be vorderen een zoodanige ordening van het maatschappelijk leven, dat een ieder door arbeid in zijn levensonder houd kan voorzien en voor dien ar beid naar aanleg, begaafdheid en ka rakter, een opleiding kan genieten. Een dergelijke maatschappelijke ordening behoort vervolgens mogelijk te maken dat allen, die aan het econo misch leven deelnemen, in rechtvaar dige verhouding in de vruchten deelen en dat in het bijzonder degenen, die door arbeid, hetzij zelfstandig, hetzij in dienstbetrekking, daaraan deel nemen, tot bestaanszekerheid en tot voldoende eigen bezit worden ge bracht. Wanneer aan. deze levensvoorwaar den wordt voldaan, dan worden wij het na korten of langeren tijd zeker eens met onze vrienden in andere par tijen en groepen wier sociale gevoe lens, indien voortkomend uit een zui ver begrip voor de geestelijke waar den, niet zooveel van de onze ver- schilleii. Dan is de vorm, waarin ons cul- tureel-sociale en economisch-sociale leven worden georganiseerd, tenslotte nog bijzaak. Die vorm nader te be lichten zou ons trouwens veel te ver de individueele en SOCIALE natuur van den mensch en daardoor tevens onmisbaar zijn voor een goed ge ordend gemeenschapsleven. Wanneer deze normen practisch worden nageleefd, dan zal de kapita listische maatschappij door onze juist toegepaste ordening verdwijnen. De K.V.P. rekent bij de a.s. verkie zingen minstehs op de steun van ons geheele Ned. Volk te kunnen wijzen op ons radicaal-sociaal programma, waarin de eischen liggen verankerd voor de versterking en de vernieuwing van de grondslagen van ons volks leven. Dat program uit te voeren op de kortst mogelijke termijn m liefdevolle samenwerking met alle goedwillenden dat is ons ideaal HOE ZIET DE PARTIJ VAN DEN ARBEID DE ORDENING? voeren. Hoofdzaak is, dat Katholiek en niet-Katholiek goed dienen te weten, dat de K.V.P. op den bres zal staan voor deze idee: De overheid, als verantwoordelijk instituut voor de geheele volkshuis houding, binnenkort door ons zelf in volle vrijheid te kiezen, zal leiding dienen te geven op basis van die nor men, welke hun grondslag vinden in Voor de P. v. d. A. bestaat geen tegenstelling tusschen ordening en vrijheid. Vrijheid is een schoon, maar een moeilijk hanteerbaar begrip. Hoe tegenstrijdig het ook moge klinken, te veel vrijheid kan tot dwang leiden. De tegenstanders van de ordening zeggen: De beste ordening wordt ver kregen door de menschen vrij te laten. De V.S. van Amerika is het land, waar deze theorie in consequenten vorm in practijk wordt gebracht en in geen land ter wereld is de overheer- sching van het trust- en kartelwezen grooter dan daar. Deze vorm van vrijheid leidt tot dwang, dwang niet van den Staat, maar door de gemo nopoliseerde grootindustrie. Het leidt tot een overheersching van weinigen over velen. De P. v. d. A. gelooft niet in een ordening door vrijheid. Sterker, zij meent, dat de ware vrijheid slechts door ordening verkregen kan worden. De vrijheid voor de verdrukte groe pen in onze samenleving, waarbij het er in principe weinig toe doet of men nu de werknemers of de kleine zelf standigen op het oog heeft, moet vei lig gesteld worden, door het aan ban den leggen van die economische machten, welke deze vrijheid bedrei gen. Dat is de ordening, zooals de P. v. d. A. deze verstaat. De ordening moet uitgroeien tot een publieke zaak. In het bedrijfschap moet men leven als in een glazen huis, waaraan elke par- tic. geheimzinnigheid ontbreekt, in te genstelling tot hetgeen zich bij onder nemersafspraken in het raam van het particuliere bedrijfsleven afspeelt. Daartoe is actieve medewerking van de overheid noodig. Zou dit toezicht van de overheid beter gezegd Uw overheid, lezer, want gij hebt straks de beslissing in handen welke opvattin gen 's lands overheid is toegedaan ontbreken, dan zou het gevaar voor groepsoverheersching en particularis me binnen en buiten deze organen zich in versterkte mate voordoen. Hoe schoon de leuze van het „zelf- doen" ten aanzien van de ordening ook moge klinken, de kleine zelfstan digen kunnen weinig gebaat zijn met een ordening door organen, waarin de gemonopoliseerde bedrijven zooals b.v. de margarinetrust het voor het zeggen zouden hebben en waarin het beschermende element van de over heid ontbreekt. Ook hier heeft de overheid tot taak de maatschappelijk zwakken gelijke rechten toe te ken nen als de sterken. Degenen, die niets te verbergen hebben en wier handelin gen het gemeenschapsbelang ten goede komen, hebben bij deze ont wikkeling van zaken niets te vreezen. Anderen echter, die het eigenbelang of het belang van de groep hooger stellen dan het gemeenschapsbelang, moeten door een krachtig overheids ingrijpen tot de orde geroepen kunnen worden. De vraag is nu: Beteekent dit geen ambtenarij? Is er geen bureaucratie te vreezen? Het tegendeel is het geval. De orde- nihgsorganen treden immers in de plaats van de ambtelijke bureaux. Ordeningsorganen zijn organen van het bedrijfsleven, waarin naast werk gevers en werknemers de overheid zeggenschap heeft. Het voorontwerp van wet op de be drijfschappen heeft de bedoeling, dat deze organen in de plaats komen van de bestaande Rijksbureaux. Dat be teekent niet meer, maar juist minder amben^en. En een van de Ministers, die lid is van de P.\. d. A;, minister Mansholt, vermindercfë^zijn dienst reeds met 3000 ambtenareh^ De P. v. d. A. schaart zich het corps van hen, die eiken ambte naar als een parasiet op onze samen leving beschouwen. Zij weet maar al te goed hoe door de goede elementen in het ambtelijk apparaat flink en stevig wordt aangepakt, maar zij is ook van meening, en daarmede zal élke ambtenaar het eens zijn, dat daar waar de taak van het overheidsappa raat zonder schade voor het algemeen belang aan het bedrijfsleven kan wor den overgelaten, dit niet nagelaten mag worden. En ten slotte de boeman: Ordening leidt tot socialisatie en socialisatie is dwang. De P. v. d. A. staat pal voor de vrijheid, maar vreest de socialisatie niet. Voor haar is de socialisatie geen doel, maar middel om tot betere soci ale toestanden te komen. Het verkie zingsprogram spreekt van socialisatie van de openbare nutsbedrijven, van de mijnen, van dé Nederlandsche Bank en van monopoliebedrijven, welke daarvoor in aanmerking komen. Ik vraag aan het Goudsche publiek: Gevoelt ge U getyranniseerd, wanneer straks het bedrijf der Gemeentelijke Waterleiding Maatschappij i|n gemeen schapshanden zou zijn en ik leg aan het oordeel van eiken Nederlander voor, of hij zich in zijn vrijheid beknot voelt, wanneer hij kolen stookt van het Staatsmijnbedrijf of geld ontvangt, dat uitgegeven wordt door een bank, die in handen van den staat is. Ten--slotte vraag ik U de beteeke nis in te zien van het feit, dat(,de baten van deze belangrijke sleutelposities ten goede komen aan de gebruikers en aan de gemeenschap. In Engeland, het klassieke land van de vrijheid, heeft Churchill zijn poli tieke kansen bij de verkiezingen ver speeld, door de socialisatie en het dwangsysteem van het Duitsche natio naal-socialisme over één kam te sche ren. De nuchtere Engelsman doorzag deze leuze en gaf in meerderheid zijn vertrouwen aan het progressieve pro gram van Labour, waar de socialisatie een belangrijke plaats op inneemt en in geen land ter wereld is de vrijheid van den mensch om zijn persoonlijk heid te ontwikkelen grooter dan juisx daar. Laat dit 'ook voor ons Nederlanders een les zijn. G. M. N. DE PARTIJ VAN DE VRIJHEID EN t>E ORDENING1) Er zullen in ons land wel niet vee menschen te vinden zijn, die terug verlangen naar de jaren 1929 tot 1933. Hoeveel ellende er sinds dien tijd ook over ons land gekomen is, toch zullen de meesten onzer zich dezen tijd nog wel herinneren, een tijd van tallooze werkloozen faillissementen en stilge legde bedrijven, een tijd waarin iedere arbeider met angst in zijn hart naar de fabriek toog en zich afvroeg, wan neer ook hij zou moeten gaan „stem pelen". Een tijd dok, waarin menige middenstander het hoofd met moeite boven water kon houden, en meni industrieel de poorten van zijn bedri moest sluiten. We behoeven er niet lang over te praten, dat zoo'n tijd nooit mag te- rugkeeren. De vraag is alleen, wat voor .middel we moeten gebruiken om dat te voorkomen. De Partij van den Arbeki beveelt als middel aan een zoogenaamde plankhuishouding. Dit houdt in, dat de regeering een productieplan op stelt en uitmaakt wat elke onderne ming moet produceeren, waar de ar beiders moeten werken, wat de prijzen zullen zijn, hoe hoog de loonen moe ten liggen, hoeveel grondstoffen elk bedrijf ter beschikking krijgt, en wat iedere Nederlander moet consumeeren. Het behoeft geen betoog, dat, om zoo iets uit te voeren, een enorm amb tenaren-apparaat noodig is, met alle nadeelen van dien. Bovendien moet de regeering dan het heele economische leven kunnen controleeren. En voor dat doel heeft Minister Vos een ont werp opgesteld voor een „Wet op de Bedrijfsschappen". Het heele bedrijfs leven moet worden „geordend". Wan neer deze wet zou worden aangeno men, zou elke ondernemer niet veel meer zijn dan een* zetbaas in zijn eigen bedrijf. Het bedrijfsschap, waar in een zgn. regeeringscommissaris de overheerschende rol speelt, kan de ge- leele uitoefening van het bedrijf re gelen, het naar believen stilleggen, machines weg laten halen, en zelfs bij den ondernemer thuis de boel laten onderzoeken en in beslag nemen, vast stellen hoeveel er verdiend mag wor den en nog heel wat meer. Bovendien wordt aan het overleg tusschen ondernemers en vakvereni gingen een eind gemaakt. 'Sociale iwesties worden door het betrokken bedrijfsschap geregeld. Het spreekt vanzelf, dat er van alle kanten tegen dit ontwerp geprote steerd is, zoowel door de ondernemers als door de verschillende vakvereni gingen. Voorzoover de leden van deze aatste organisaties op de Partij van den Arbeid zullen stemmen, zal dit protest hun weinig baten, want Mi nister Schermerhorn heeft gezegd „keihard" voor het ontwerp te zullen vechten. De Partij van de Vrijheid verwerpt dit soort ordening, le omdat een der- ;elijk ingrijpen, dat tot volledig Jtaatssocialisme leidt, niet het juiste middel is, om werkloosheid en depres sie te voorkomen en 2e omdat hier door de vrijheid en de zelfverant woordelijkheid van ondernemers en arbeiders worden uitgeroeid. Dat wil niet zeggen, dat de Partij van de Vrijheid elke vorm van be drijfsorganisatie verwerpt. Organisa ties, uit vrijwillige samenwerking ont staan, kunnen voortreffelijk werk doen, bijv. met het oog op samenwerking voor export, wetenschappelijk onder zoek, treffen van sociale voorzienin gen etc. Dwangmaatregelen als die, welke Minister Vos voorstelt, kunnen echter nooit heilzaam zijn en alleen het initia tief en de werklust kapot maken. 'Over het feit, hoe depressie en werkloosheid wel moeten worden uit gebannen een volgende maal. E. G. S. De Partij van de Vrijheid betreurt het, dat de redactie gemeend heeft het onderwerp Ordening het eerst aan de orde te moeten stellen. Bestaans zekerheid en sociale gerechtigheid zijn in de eerste plaats van belang. Deze kunnen niet door ordening worden bereikt. Wij verzochten de Communistische groep gelijktijdig met de anderen een artikel te willen inzenden. Deze verklaarde Zich daartoe bereid. Wij ontvingen het artikel echter niet tijdig, zoodat het niet geplaatst kan worden. BRIEVEN VAN BRAM BRANDTZE T*'è legram „Aan Red. Groot Gouda „Zit in Zeist voor rheumatiek-kuur. Kan voortoopig geen Goudsche bra ven schrijven. Bericht U zoodra "mS"m BRAM BRANDTZE". Open brief aan den heer B. Brandtze Geachte Heer Brandtze, Wij hadden de vorige week al ge vreesd, dat het hierop zou uitloopen, toen wij uit Uw brief begrepen, a Gezina er voor Uw rheumaticky eens mee uitwilde. Wij hopen harteij op Uw spoedige beterschap, terug en hervatting van Uw brieven. Wij keken altijd met een bee j -—-S»

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Groot Gouda | 1946 | | pagina 2