POLITIEKE VOORLICHTING Staatsssivereioiteit en Internationale samenwerking Deze week wordt aan de otde gesteld GROOT GOUDA ABONNEERT U OP Van de zijde van de Partij v. d. Vrijheid ontvingen wij over dit onder werp het volgende: In de toelichting, die de redactie van „Groot Gouda" bij het verzoek om in dit nummer bovengenoemd onderwerp te behandelen gaf, schreef zij: „Gaarne zagen wij de vraag be ter handhaving van den vrede, ta.v. Indië". Het verwondert mij ten zeerste, dat genoemde redactie deze vraag aldus stelt. Want noch in de beroemd ge worden rede van H. M. de koningin, van 7 Dec. '42, noch in de diverse verklaringen die de huidige regeering met betrekking tot Ned.-lndië heeft af gelegd, is er ooit sprake geweest van een prijs geven van de souvereiniteit van het Koninkrijk der Nederlanden over eenig gebiedsdeel. De eenige vraag, die aan de orde jcan zijn, is, in hoeverre het gewenscht of noodzakelijk is, binnen het geheel van het Koninkrijk aan bepaalde ge- biedsdeelen een al of niet beperkte mate van zelfbestuur toe te kennen. Het beknopte program van de P. v. d. V. geeft daar een duidelijk ant woord op: Eenheid van het Koninkrijk der Nederlanden en b'innen dit Ko ninkrijk eigen meesterschap der deelen. Om hiertoe te geraken, zijn consti tutioneel hervormingen noodig, die langs strikt legalen weg tot stand behooren te komen.- De onderhande lingen die tot dusverre, zoowel in Indië als hier te lande gevoerd zijn, moesten ten doel hebben deze con stitutioneel hervormingen voor te be reiden, en ik neem vooralsnog aan, dat van dit doel niet is afgeweken De geheele situatie in Ned.-lndië is van den aanvang af vertroebeld door het feit, dat de drang om tot zelfbe stuur te geraken vergezeld ging van gewelddaden van fascistisch getinte groepen, die kennelijk Jap. invloeden hadden ondergaan. Het blijft de eeuwige schande van de huidige regeering dat zij., loopende aan de leiband van de Britsche La- bourregeering, die om begrijpelijke redenen niet de minste maatregel wilde nemen die haar in Britsch-lndië had kunnen worden verweten, geen pogingen heeft ondernomen om duide lijk de bokken van de schapen te on derscheiden, zoodat een collaborateur ^ls Soekarno nog heden ten dage een vorstelijke staat kan voeren. Dit alles heeft geleid tot een uiterst weifelend optreden, dat onnoemelijk leed heeft gebracht, zoowel over land- genooten als Javanen, en dat boven dien de huidige onderhandelingen in gevaar had kunnen brengen. Er is over de Indische quaestie reeds genoeg geschreven, in het hui- jdige stadium heeft het weinig zin, "iar nog veel aan toe te voegen. Wij 'wachten af, tot de Staten-ueneraal zullen zijn geraadpleegd. Dan is het tijd om een definitief oordeel te vellen. Slechts één punt wil ik nog naar voren brengen. Toen Churchill naar Potsdam ging, nam hij Attlee mee. Als Roosevelt naar een belangrijke con ferentie toog, waar groote belangen, die het geheele land aangingen, op het spel stonden, liet hij zich vergezellen door politieke tegenstanders. Dat de huidige socialistische regee ring, die in feite demissionnair is, dit voor de conferentie op de Hooge Ve- luwe blijkbaar niet noodig oordeelde en reeds eerder het zenden van een parlementaire commissie naar Indië op alle mogelijke manieren tegenwerkte, pleit, op zijn zachtst gésproken, niet voor haar verantwoordelijkheidsbesef. Over de rest van het vraagstuk, de internationale samenwerking, geeft het program van de P. v. d. V. in het kort uitsluitsel: Volledige medewerking aan de organisatie van de Vereenigde Na ties en in het kader hiervan een zooi nauw mogetijk samengaan op alle ge bieden met die landen, met welke wij aardrijkskundig, historisch, cultureel en commercieel het nauwst verbonden zijn. In hoeverre in de toekomst de vrede zal kunnen worden gediend, door het ovedragen van gedeelten der Staats- souvereiniteit aan de U.N.O., zal de ontwikkeling van deze organisatie moeten leeren. Voorloopig blijft elke uitspraak Qp dit gebied zuiVer speculatief. v S, De meening van de Anti-Revolutw- naire Partij is: In iederen. Statenbond zal men on gelijkheid der leden aantreffen; groote Mogendheden en kleine landen. Ieder zal er op uit zijn eigen souvereiniteit of zelfstandigheid te handhaven. Voor- /er deze betrekking heeft op inter- aangelegenheden, levert dit geen bezwaar op. Anders is het wanneer dit zich uitstrekt tot de zaken, welke handeld, in hoeverre de Staatssouve*" t^e gemeenschap aangaan. Vooral de reiniteit moet worden prijs gegeven /machtigen zijn weinig geneigd zich HiSHM dit) *e voegen naar de meerderheid der minder beteekenënde leden. Zoowel voor de afzonderlijke staten, als voor de gemeenschap der leden zal een af bakening voor ieders eigen werking» sfeer moeten worden vastgesteld. Voor het verkrijgen van werkelijke resultaten zal beperking van de sou vereiniteit der deelen noodig zijn. De Rep. der Vr. Nederlanden had ruim tw^e eeuwen noodig, en eenige zware Schokken als de Napoleonti sche tijd, om tot een eenheid met een centraal gezag te komen. En zoo zal het door oorlogen steeds opnieuw ge teisterde complex der moderne staten, Og zijn beurt langen tijd noodig heb ben om saam te groeien tot een deug delijk verband. Als dat eenmaal zoover is, en dit geldt voor verre nage&lachten, dan zal deze ontwikkelingsgang ook van in vloed zijn ,op de koloniale politiek Voor den tijd waarin wij leven Jioude men wel in het oog dat Indië geen „natie" is. Op het ongeveer twee millioen vierkante kilometer groote landgebied van Ned.-lndië, een opper vlakte overeenkomende met dat van Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Duitschland en Engeland met Ierland te samen, woont een verscheidenheid van stammen, volksdeelen, volken en volksgroepen, die vaak evenver van elkander verwijderd staan als de Ne derlander van den Turk of den Rus. Elk nationalisme dat zich heden aan dient als een Indische Natie te pre- bedrog, senteeren, maakt zich schuldig aan Onder de Ned. souvereiniteit was de internationale situatie van Indië, ge zond. Na 1870 werd «feed* consequenter de open-deur-politiek toegepast. Cul tuur,en handel, mijnbouw en scheep vaart werden vrijgegeven voor ieder, onverschillig van welken landaard of nationaliteit. Hoofddoel van de kolo niale politiek werd met steeds grooter bewustheid en steels algemeener in stemming, de bevordering van de wel vaart en de ontwikkeling der inheem- sche bevolking. Daarbij werd Indië welbewust opengesteld voor vreemd kapitaal, vreemden arbeid en vreemde energie, zoowel ten bate van het eigen land en volk, als ter verrijking van de wereldmarkt met de bodemschat ten dezer gewesten. Voor de internationale positie van Ned.-lndië heeft deze open-deur-poli tiek zeer gunstige resultaten opgele verd. Er ontstond een internationale belangengemeenschap en het Ned. be stuur trad alle ondernemers op wel willende wijze tegemoet. Voor internationale wrijving of af gunst was op dit gebied geen plaats, en daarom is voor inperking van de Nederlandsche souvereiniteit, terwille van de internationale situatie of de we reldvrede, geen noodzaak aanwezig. Integendeel mag zonder zelfverheffing gezegd worden, dat juist de souverei niteit van een kleine staat is te ver kiezen hoven die van groote staten als Amerika, Rusland of eventueel Japan. Het is toch voor ieder duidelijk, dat deze groote staten voor zichzelf de volle honderd procent zouden op- eischen, met uitsluiting van alle an dere landen. Daardoor zou de de we reldvrede onmiddellijk in gevaar ko men. In het licht van deze feiten is het mij altijd onbegrijpelijk, dat er Staat kundige partijen in ons land waren die (Jrijven in de richting van „Indië-los- van-Nederland". En ik heb mij dikwijls afgevraagd of dit nu het volgen van een revolutionair sentiment is of dat ook in de periode van vandaag de bui tenlander terecht mag spreken van die „domme' Hollander. Men behoeft geen groot kenner van onze geschie denis te zijn, om te weten dat meer malen in tijden van verslapping,, dom me streken zijn uitgehaald, met als gevolg verspilling van invloed. Hoe dit zij, voor den Antirevolutio nair is het doel onzer koloniale staat- cunde veeleer gericht op behoud, op oesteodig'mg van den band Nederland- Indië, dan op verbreking er van. Prin cipieel omdat hij gelooft, dat er in de wereldhistorie niets „bijgeval" ge schiedt, doch dat God Zelf alles leidt en dat Hij het was die, naar Zijn Raad, Nederland en Indië samenbracht. Maar ook als men niet op dit prin- cipieele standpunt staat, en dus de zaak zuiver van den menschelijken kant wenscht te bezien, dan zou het toch onlogisch zijn als men als hoog ste belooning voor een arbeid van eeuwen, waaraan door de beste krach ten der Natie van alle tijden deeige nomen is, zou moeten zien naar een uiteengaan van wat eeuwen lang tot elkaar in nauwe betrekking heeft ge staan. - E. A. P. Bezien door de Communistische Partij: Het verloop van de oorlog heeft ons geleerd, dat de vrede alleen afhankelijk is van de samenwerking der grote mogendheden en in 't bizonder van Amerika, Engeland en de Sowjet-Unie. Eenheid der Vereenigde Naties rond om dit bondgenootschap tast onze zelfstandigheid niet aan. Integendeel het is een voorwaarde daartoe. Daar om zijn wij, communisten,' ook tegen blokvorming. Omdat deze niet anders dan tegen een ander blok gericht kan zijn. Zo als de verhoudingen nu lig gen, betekent dit in werkelijkheid een vijandige houding tegenover één der grote drie, welke mede onze huidige vrijheid heeft mogelijk gemaakt. Wij bedoelen-, de Sowjet-TJnie. Het is dan ook qjisdadig en volksvijandig om, zoals ók in ons land gebeurt, een lastercampagne tegen dit zesde deel der wereld te ontketenen. Onvoorwaardelijke deelneming van Nederland is dus nodig voor de uit voering der besluiten van dé confe- rentiès van Potsdam in 1945 en die van de conferentie van San Francisco. Alleen zodoende is de kans op een duurzame vrede mogelijk en kunnen de resten van het fascisme op de we reld worden uitgeroeid. In dit verband eisen wij dan ook de verbreking van de diplömatieke- en handelsbetrekkingen met het Spanje van Franco. Is daarom geen samenwerking op politiek, economisch en cultureel ge bied met landen, waarmede wij door ligging en verbinding ten nauwste mede samenhangen, niet mogelijk? Natuurlijk en in 't bizonder denken wij dan aan België, Frankrijk en Lu xemburg. In hoeverre dit met Scandi navische landen mogelijk is, hangt van de ontwikkeling en handelsbetrekkin gen met deze landen af. Eveneens wensen wij deze zelfde betrekkingen met de Sowjet-Unie en ook met de nieuw-gevormde democra tische landen in Oost- en Zuid-Oost Europa. Wanneer wij voor ons zelf het recht op een onofhankelijk bestaan op eisen binnen het raam der Verenigde Naties, dan behoren wij dit ook an dere volken toe te staan. Daarom eist ons verkiezingspro- gtam volledige afschaffing naar vorm on geert van het koloniale regime in Indonesië, Suriname en Curasao. Bo vendien het terugtrekken van de En gelse en Nederlandse oorlogsstrijd krachten uit Indonesië. Ook voor dit land eisen wij het recht op voor Staatkundige zelfstan digheid. Wij willen streven naar vriJwHHge samenwerking op elk gebied tussen Indonesië en Nederland in een ge menebest, waarin gelijke burgerrech ten zullen moeten zijn voor Indonesiërs en Nederlanders. 1 Zo opgevat, geven wij dus onze Staatssoevereiniteit dus niet op, maar wordt de grondslag gelegd tot een duurzame vrede. Maar daartoe is nodig, dat onze vertegenwoordigers op internationale bijeenkomsten en in de U.N.O., in overeenstemming zijn met het poli tieke beeld van de volksvertegenwoor diging. Dus reorganisatie van de di plomatieke dienst volgens democrati sche beginselen. v Wij Communisten zijn ervan over tuigd, dat strijd voor het behoud van de vrede het alles overheersende is. Zonder dit vooruitzicht op een duur zame vrede kan en er van opbouw en vernieuwing in ons land geen sprake zijn. C. v. P. Een katholiek schrijft: Staatssouvereiniteit en internationale samenwerking zijn begrippen, die, volgens de opvattingen van sommigen elkaar tegenspreken. Internationale samenwerking houdt vanzelf inper king van de souvereiniteit van den Staat in en dit operatief ingrijpen is volkomen in strijd met de idee van souvereiniteit. Dit is echt» theorie. De werkelijk heid leert anders. Na den vorigen wereldoorlog zagen wij de Volkenbont met haar onvolkomenheden ontstaan. Uit den laatsten oorlog werd de Or ganisatie der Ver. Naties geboren. Dit bijeenkomen van elkaar, door verschillende volkeren der aarde, de idee, dat er een natuurlijke gemeen schap der volkeren bestaat, is reeds zeer oud. Bij de Grieken vinden wij reeds toespelingen bij Aristoteles, So crates en Chrysippus. Bij de Romeinen moeten Tacitus, Quintilianus, Seneca en vooral Cicero worden genoemd. Hun uitspraken geven een confuus idee van een natuurlijken Volkenbond. Het Christendom heeft deze leer ge assimileerd. Theologen' en moralisten gingen erove> schrijven. Wij noemen: St. Thomas én De Vitoria, O.P. en Suarez S. J. De laatste twee zijn vooral de stichters van het moderne interna tionale recht. De Vitoria zegt, dat "de internatio nale Statengemeenschap de macht en het recht heeft wetten uit te vaardi gen, welke iedereen verplicht is na te komen. Het ontwerp van richtlijnen voor het Kath. Staatkundig program bevat dan ook den uitdrukkelijken eisch, dat de Ned. Regeering krachtige medewerking verleend aan den opbouw van een doeltreffend apparaat voor internatio nale orde en rechtvaardigen vrede. Het Kath. standpunt is, dat terwijle van het algemeen wereldbelang de af zonderlijke Staten verplicht zijn, een gedeelte van hun souvereiniteit prijs te geven. In hoeverre dit dient te ge schieden, is een kwestie van overleg. De Redactie heeft bij de opgave van dit onderwerp een naderen uitleg gegeven en gevraagd het probleem van Staatssouvereiniteit en internatio nale saq^nwerking te bezien t.a.v. Indië. De kwestie Indië is een aan gelegenheid, die ons allen aangaat en elke inmenging, op dit gebied zien wij ongaarne. De macht van de V,N. ligt hooger dan die van een van haar leden. Dit hebben wij te aanvaarden. De feiten liggen nu eenmaal daar, dat de Veiligheidsraad de Indonesische kwestie beschouwt als een Nederland sche, binnenlandsche aangelegenheid; die in de wereldvrede niet in gevaar brengt. O.i. heeft de Veiligheidsraad, indien de situatie zich in dat deel van ons Koninkrijk gevaarlijk zou ontwikkelen het recht in te grijpen, hoe pijnlijk dit ook voor ons land is. In dit geval zou duidelijk naar voren komen en gevoeld worden, wat het be- teekent een deel van de souvereiniteit te moeten offeren aan de internatio nale samenwerking. De huidige aanwezigheid van Britr sche trbepen in ons Koninkrijk Over zee moeten wij niet zien in het raam eener toekomstige internationale sa menwerking. Dit is een uitzonderings toestand, die zijn oorzaak vond in het feit, dat Nederland tijdens den oorlog geen leger had en niet snel een nieuw kon opbouwen. De uitspraken van het hoogste we reldlichaam dienen echter niet wille keurig te geschieden. Het feit, dat er ?en Organisatie der V.N. is houdt in, dat er ook een internationaal recht moet zijn, gebaseerd op de natuurwet, die een afstraling van God is. Vanzelfsprekend eischt deze natuur wet de aanvuHing van positieve wet ten, die dienen te beantwoorden aan de redelijke natuur. De macht van de V.N. mag volgens Kath. opvattingen niet een zoodanigen omvang nemen, dat lager gemeen schappen worden opgelost en de Staatssouvereiniteit opzij wordt ge schoven. Het valsche universalisme van de Communisten, dat de grenzen wil wegvagen, het vaderland wil af schaffen, wordt door de Kath. van de hand gewezen. Een nauwe samenwerking van groe pen van bijeenbehoorende staten, of de vorming van een Statenblok met behoud van ieders souvereiniteit (rk denk hier b.v. aan Nederland, België, Frankrijk en Engeland) is een vurige wensQh. Internationale samenwerking betee- kent inperking van de souvereiniteit, doch dit aanvaarden wij, daar wij be seffen, dat het verlies van een klein deel der zelfstandigheid van een Staat, groote winst Oplevert voor het algemeen wereldwelzijn, S. De Partij van den Arbeid beziet het probleem als volgt: De Partij van de Arbeid is zich haar nationale zowel als haar internationale roeping bewust. Deze twee begrippen zijn voor haar geen tegenstellingen. Een internationale rechtsorde kan slechts opgebouwd worden door vol keren bij wie de nationale tradities levende begrippen zijn. De versterking van 'het .bestel der Verenigde Naties op grondslag van het internationale recht vindt in de P. v. d. A. dan ook een krachtige steun. Tezamen met haar zusterpartijen in andere landen hoopt zij de wereld opinie in deze richting te beïnvloeden. Het verkiezingsprogram van de P. v. d. A. eist verder de beoordeling van die ontwikkeling naar een internatio naal orgaan op democratische grond slag. Dit houdt in dat men het huidige statuut van de V.N., met zijn over- heersching van de grote staten niet ideaal acht Ook op dit punt vindt deze opvatting steun bij de Engelse zusterpartij: het is de internationale woordvoerder van de Engelse Arbei derspartij Bevin, die het in de verga deringen van de U N.O. opneemt voor het recht der kleine Naties en 'zich daarmee de haat van het Russische communisme op de hals heeft gehaald. In afwachting van het tot stand ko men van een waarlijk democratisch internationaal orgaan als centrum van internationale samenwerking, bepleit de P. v. d. A. het sluiten van regionale verdragen met landen, die tot de zelfde cultuurkring behoren. In de eerste plaats wordt hierbij gedacht aan sa menwerking met West-Europese sta ten, Wil men tot een vruchtbare inter nationale samenwerking geraken, dan dient daartoe bij de samenwerkende staten de bereidheid aanwezig te zijn, hun staatsouvereiniteit op economisch gebied ondergeschikt te maken aan een internationaal orgaan. Wanneer, om een voorbeeld te noemen, de Ne derlands-Belgische samenwerking ver der" is voortgeschreden en we weten dat de tegenwoordige regering daar een groot voorstander van is dan is het mogelijk ook de moordende concurrentie tussen de Noordzeeha vens in geordende banen te leiden en een Nederlands-Belgische havenschap te vormén, dat de haventarieven voor de Noordzeehavens in onderling over leg vaststelt en tot een verdeling komt van het vervoer, dat over de diverse havens geleid wordt. De nationale staat draagt hier zijn bevoegdheden ten aanzien van bepaalde delen van het economisch apparaat over aan een internationaal orgaan. In principe bestaat binnen het raam van een goede internationale saenwerking deze bereidheid tot overdracht van bevoegdheden aan een internationaal orgaan ook bij de organisatie van het militaire apparaat, dat nodig is om «le internationale rechtsorde te beschermen. In de oorlog bestond deze samen werking reds tussen de Ver. Staten en Engeland: de troepen van beide 'anden streden onder één geallieerd oppercommando. De P. v. d. A. acht ook voor de toekomst in vredestijd, een internationaal samengesteld op percommando als top van een inter nationale land-, lucht- en zeemacht ge wenst. In afwachting daarvan moet een democratiseering van het militaire apparaat, dat bescherming van de na tionale veiligheid en van de interna tionale rechtsorde ten doel heeft, tot stand komen. Het ondergeschikt maken van de staatssouvereiniteit aan een gróter ge- leel, krijgt een bijzondere betekenis rij de nieuwe status van het/Könin- crijk. Indien alle gebiedsdeled, zowel het in Europa gelegen, als ae gebie den overzee op voet van gelijk waardigheid in gecoördineerd Rijks verband worden opgenomen, betekent dit, dat op bepaalde gebieden (bui- enlandse zaken, oorlog, marine) de souvereiniteit van elk der delen aan iet Rijksverband ondergeschikt dient te zijn. De P. v. d. A. aanvaardt deze con sequentie, omdat naar haar mening de ontwikgelink wijst in de richting van dë vorming van grotere economi sche en politieke eenheden dan de huidige nationale staten. Hierin ziet zij het begin van een samenwerking op economisch gebied, dat de noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan van een hechte volkerengemeensuhap, waarbij oorlog zal zijn uitgebannen. G. M. N.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Groot Gouda | 1946 | | pagina 2