Als Je hobby je lief is Postduiven houden is een sport en hobby voor jong en oud Wei (ld i nxvckckn "Ik heb het met genoegen en naar eer en geweten gedaan" Hart van Holland/29 januari 1992 pagina 17 Waddinxveen/Zevenhuizen - Aan het woord is duivenmelker Cor van der Graaf, van de Plasweg uit Waddinx- veen. Een duif van hem was de 'schoonste' van de onlangs door de Zevenhui- zense postduivenvereniging "De Stormvliegers" gehouden tentoon stelling. Tevens was hij het afgelopen seizoen kampioen van alle vluchten van 1991! Een Waddinxvener die lid is van een Zevenhuizense vereniging "Nou dat is niet zo verwonderlijk hoor. Ik ben een echte Zevenhuize- naar. 'k Ben er geboren en getogen", lacht de heer De Graaf. Hij is intensief betrokken bij het wel en wee van zijn vereniging en bezoekt alle evene menten die in het clubgebouw ge houden worden in het gezelschap van zijn vrouw. Hun enige 21-jarige dochter was jarenlang van de partij en tijdens de afgelopen feestavond waarop verenigingsleven toneel stukjes opvoeren, zong Jeanet, met een muziekband, liedjes van Corrie Konings. "Kijk we hebben als duivenvereni- ging met elkaar het clubgebouw overeind gezet en ontvangen geen subsidie. Wil je zelfstandig en onaf hankelijk van de samenleving zijn dan moet je samen pal staan voor je vereniging en waar nodig ook hand en spandiensten verrichten", vindt De Graaf die een periode tweede voorzitter van "De Stormvliegers" is geweest. "De jaarlijkse kosten van ca. vijfdui zend gulden moet je met leden en donateurs en opbrengst van bijvoor beeld het Rad van Avontuur tijdens de tentoonstelling en de bonnenver koop, bij elkaar zien te brengen". Tijdens de tentoonstelling werd ge vraagd om eens een verhaal over dui ven te publiceren en dat te laten vertellen door de heer Van der Graaf. Toen de afspraak tot standkwam be loofde deze zelfs een serie artikelen over het houden van duiven, hun ge drag en kweek-en leefwijze te willen verzorgen. Dat hij veel kan vertellen over het duivenhouden is niet zo verwonder lijk omdat hij deze liefhebberij al meer dan 40 jaar heeft. Hoe hij ertoe kwam om duiven te gaan houden? "We woonden toen aan de Groene- weg. Van de 35 huizen die daar ston den hadden zeker zo'n 15 mensen postduiven. Er was toen verder niets te beleven, geen televisie en haast niemand reed auto, dus bleef je in je buurt en beoefende je de hobby's met je buurtgenoten. Zo was het ook met voetballen. Voetbalvereniging "Groeneweg" is hier ook ontstaan. Toen waren het vooral de gewone mensen die duiven hiel den. Tegen woordig is het gelukkig een sport en hob- ken van duiven voor het verzenden van berichten, zowel in de Egyptische, Griekse als Romeinse oudheid en er zijn vele verhalen bekend van duiven die berichten overbrachten en daar mee mensenlevens redden. Ook in de middeleeuwen en later b.v. tijdens het beleg van Leiden in 1574 werd van duiven gebruik gemaakt. En toen de Eerste Wereldoorlog aanbrak ging men afgerichte "Als je eenmaal met duiven begint, kun je er niet meer mee stoppen. Wie duiven met zich verdiept in het wezen van de duif, ontdekt dat deze misschien wel een fototoestel intelligenter is dan een mens. Niets ontgaat een duif. Kom ik in het om fwn nek la' duivenhok met andere schoenen aan dan anders, dan wordt dat opge- ten ul'eS^n die by die een veel merkt en nog zoveel meer. Ook je stemming, als je verdrietig bent of °h°un gnaveFop breder maat- zo....En neem de wijze van vliegen van een duif: wat is z'n oriëntatie en (/e pnop schappelijk ga maar door. Er zijn wel vele boeken over duiven en hun gedrag ten en een foto draagvlak geschreven, onderzoeken verricht en wat dies meer zij, maar een feit is maakten. Er heeft. Ook za- het dat het een bijzondere vogel is met een mysterie dat nog niet is ontrafeld. Het is jammer dat duivenhouder weieens problemen hebben met hun buren. Die zijn bang dat hun boeltje ondergepoept wordt. Dat is helemaal niet zo. Elke duif doet z'n behoefte in het eigen duivenhok en kenlieden en academici kunnen intens genieten van hun duiven en zijn schitte rende verha len over be kend hoe b.v. niet tijdens de vlucht of bij de landing. Als mensen weer eens meer oog ee" duif, half de spanning voor de natuur kregen zouden ze beseffen dat ze, in plaats van negatief ^oorafweerge- rond wedstrij- of neerbuigend, eens positief tegen duivenmelkers aan moeten kijken. scflut door de den. En zelfs Zich eens in dit unieke wezen moeten verdiepen, dat een grotere opmer- vijandelijke li- Prins Bern- kingsgave heeft dan een groep mensen bij elkaar. nies, met z'n hard houdt De mens is bezig veel te onderzoeken, maar komt tot de conclusie dat er laatste krach- duwen". dingen in de natuur zijn die men niet kan begrijpen, zoals het vliegge- ten, berichten drag en het intellect van duiven en bijvoorbeeld ook het leven van overbracht insecten en met name bijen.... Hoe het begon De eerste duif van Cor van de Graaf was een sierduif die hij van de toenmalige kassier van de Boerenleenbank, de heer Nobel kreeg en in een konijnenhok deed. Nadat z'n vader een echt duivenhok getimmerd had kwam er nog één bij zodat het een paartje werd. Omdat daar niet mee aan wedstrij den kon worden gedaan kwamen er van lieverlede postduiven in het nieuwe duivenhok, dat alweer snel te klein was. Vliegadvies en kweektips kreeg hij van de geroutineerden uit z'n woonomgeving. Op zondagavond in het vliegseizoen stonden de mees te bewoners van de buurtschap "De Groeneweg" aan de weg om met el kaar de postduiven- en voetbaluitsla gen te verhandelen. Televisie was er nog niet en de belevingswereld be perkte zich vaak tot de woonomge ving. Natuurlijk werd de jonge Cor ook lid van de Zevenhuizense postduiven vereniging "De Stormvliegers" (opge richt in 1935 red.) en nam hij als tienjarige al met zijn duiven deel aan wedstrijden. "Ik had zelf nog geen geld, dus betaal de m'n vader de kosten voor het vrachtvervoer van de duiven, toen heel gering. Het was centenwerk. Op vrijdagavond was het inkorven of op zaterdagmorgen. Omdat iedereen toen nog op zaterdag werkte, vlogen de duiven op zondag. Dan had ieder een tijd om de duiven ook op te van gen. Tegenwoordig is het vliegen op za terdag, want bijna iedereen heeft dan vrij en het inkorven is op donderdag avond. Veel mensen zijn in de veron derstelling dat de duivensport duur is, maar dat is niet zo. Iedereen die een hobby heeft, weet dat zoiets geld kost. Maar arm word je er niet van. Soms heb je hele goede duiven waar mee je prijzen haalt. Nou dan kom je aardig uit de kosten en kun je er ook aardig mee kweken. De jonge Cor leerde al snel de kneep jes van zijn hobby en hield duiven niet vanwege de sport, maar echt als liefhebberij, hetgeen nog het geval is. Bij een bezoek voor dit interview en het maken van een foto worden zo wel de doffers/alsmede de duivinnen getoond die in ruime hokken ge huisvest zijn.... zien we dat de liefde wederzijds is, vooral van de duivin nen, want als hun 'baasje' het hok, waarin iedere duif z'n eigen stekkie heeft, binnenstapt, verdringen ze elkaar op zijn schouders Ze doen net of ze hem pikken willen, maar aan het gekoer merk je dat het liefdesuitingen zijn.... Echter in het bijzijn van anderen, tonen de duivinnen zich bedeesd.... Met diverse van deze duiven heeft Van der Graaf prijzen gewonnen vanwege hun vliegsnelheid. Daarop is hij best trots. Niet alleen was er één die geen naam heeft, maar, zo als al zijn duiven, een nummer, 'de schoonste' van de tentoonstelling. Postduiven Een gesprek over postduiven kan dagen duren. Eigenlijk kun je er beter een paar boeken over lezen, hetgeen dan ook gebeurd is, echter de heer Van der Graaf aan het woord laten is meer directer. Een duif kom je al in de verre oudheid tegen. Uit het bekende verhaal uit de Bijbel weten we dat Noach eerst de raaf liet vliegen om te zien of het water afgenomen was, deze vloog heen en weer totdat het water opgedroogd was van de aarde. Daarop liet hij de duif vliegen om te zien of het water was afgenomen; Verder vermeldt de ge schiedenis veel over het gebruikma- welke honder den mensenle vens redden. Van der Graaf:"Over het vlieggedrag, het oriëntatievermogen of navigatie van de duiven, is veel gestudeerd. \De vragen daarbij gesteld zijn: "Hoe werkt hun oriëntatievermogen. Hoe vinden ze hun weg. Waardoor zijn ze instaat om te vliegen naar dezelfde stad of streek of naar totaal verschil lende bestemmingen? Hoe werkt dat een goede vorm ook invloed op rui, stofwisseling en vlieglust. Behalve verbazing en bewondering van de liefhebber, is het 'thuisko men' in het hok vanuit een verre, onbekende bestemming, ook de nieuwsgierigheid van de weten schapper geprikkeld. Nog steeds is over dat oriëntatievermogen het laatste woord niet gezegd of geschre ven. Algemeen wordt aangenomen dat een duif moeilijk van noord naar zuid vliegt, maar wel van zuid naar noord, maar het is nooit bewezen. Er zijn tal van proeven met duiven genomen om hun oriëntatie- en navi- gatievermogen te testen. Steeds met andere weers-en windomstandighe den, b.v. met magneetjes, omdat on derzoekers sterk vermoeden dat het navigatievermogen alles te maken heeft met een magnetisch veld. En inderdaad blijkt het waar dat de duif als het ware een ingebouwd magne tisch kompas heeft. Verder beschikt hij over een zonne- kompas, zo hebben onderzoeken uit gewezen, maar er kunnen nog andere factoren meespelen tijdens de vlucht. -Duiven zijn gevoelig voor geringe veranderingen in barometerdruk; -Duiven kunnen, in tegenstelling tot mensen, gepolariseerd licht zien. D.w.z. dat de zon als kompas bruik baar blijft ook bij gedeeltelijk bewolk te hemel. -Ook ultraviolet licht kan doordrin gen tot het netvlies van het oog van de duif. Maar het is nog niet bekend of de duif ook echt iets doet met dit ultraviolette licht. -Het gehoor van de duif is in staat om atmosferische geluiden op te vangen als ze op weg gaan bij duizenden tegelijk? Hoe functioneert dat als ze alleen gaan, zonder steun van de groep. (Wordt in postduiventaal 'klad' genoemd). De praktijk heeft geleerd dat een duif die in een groep vliegt van losplaats naar huis, sneller vliegt dan alleen. Ook duiven die niet in vorm zijn, heb ben een moeizamere vlucht. Het kan zijn dat hun oriëntatievermo gen dan minder werkt. Verder heeft met een zeer lage golflengte, afkom stig van aardbevingen en magneti sche stromen, welke geluiden zich voortplanten over grote afstanden. Het is niet uitgesloten dat deze infra- sonore geluiden de vliegende duif navigatie of weerkundige informa ties opleveren. Daarnaast is het de herkenbaarheid van het landschap, kilometers van de woonomgeving, waarheen de duif overdag vliegt". De 89-jarige Jan Ven te van het Jan van Bijnenpad heeft zijn functie als secretaris van de flatraad neergelegd Door Erik-Jan van Pelt Sinds 9 januari mist de flatraad (tegen woordig Bewonerscommissie) van het Jan van Bijnenpad de ruim 89-jarige Jan Vente binnen de gelederen. Aan zestien jaar getrouwe dienst, waarvan veertien jaar als secretaris, kwam een einde. Een gesprek met het oud-flatraadslid over 'het potje', oude kranten en natuurlijk over de flatraad. "Welke kamer zit u?", vraag ik aan het eind van het telefoongesprek, als de afspraak is gemaakt. "Welke kamer? Ik woon niet op een kamer. Ik woon aan het Jan van Bij nenpad, nummer 75, tweede verdieping", klinkt het ietwat gepikeerd aan de andere kant van de lijn. Vlug verontschuldig ik me voor de fout. Woont hij niet in het Anne Frank? Ais ik in zijn nederig flatje binnentreed, is hij de miskleun nog niet vergeten. "Dit is niet het Anne Frank, dat is daar". Zijn vinger wijst naar een gebouwtje aan de flat waar met koeienletters 'Anne- Frankcentrum' op staat. "Ik woon dus hier aan dat pad in een gewone flat. Goed, ik kan wel naar het centrum toe, maar ook mensen uit een andere flat mogen er komen", vervolgt Jan Vente. Hij is klein van stuk, gerimpeld, maar nog zeer kwiek voor z'n leeftijd. In het week einde kookt hij zelf. In de week eet hij van de gaarkeuken van het Anne Frank. "Ik heb geen zin om elke dag anderhalf uur in de keuken te staan. En ik eet met grote tevredenheid van de gaarkeuken". Glun derend erachteraan: "Schrijf het er maar bij". Jan Vente is nog één van de eerste bewoners van de flat. "Nu woon ik er al 21 jaar en ik heb er nog geen dag spijt van. Schrijf dat er maar in", benadrukt hij ter wijl een glimlach om zijn mond speelt. In 1962 kwam hij naar Waddinxveen. Hij was gestopt als tuinder en had z'n hele handeltje verkocht. "Tot 1970 woonde ik aan de Sniepweg in een heel mooi huis. Daarna ben ik, ook vanwege mijn vrouw, hier in de flat gaan wonen". Flatraad Bent u toen meteen in de flatraad geko men? "Nee. Die flatraad bestond hier al wel, maar... Even prakkizeren. Zesenzeventig plus zestien is tweeënnegentig hè. Ik ben in 1976 in de flatraad gekomen. Door me vrouw Van der Torren werd ik toen voorgedragen. Eerst heb ik twee jaar zo meegelopen en toen werd ik secretaris. Ik ben echter nooit officieel benoemd ge weest. "Ik scheid eruit, nu moet jij het maar doen", zei de secretaris die toen wegging". Hoe wordt zo'n raad eigenlijk gevormd "Elke verdieping levert een flatraadslid. Deze flat telt acht verdiepingen dus u kunt zelf wel uitrekenen hoeveel er zijn. Nu is er wel iets veranderd, want het Jan van Bij nenpad is een woonstichting geworden. De voorzitter hiervan is ook bij de raad aanwezig". Hoe kijkt u terug op die zestien jaar dat u in de flatraad heeft gezeten? "Ik heb het met genoegen en naar eer en geweten gedaan. Zo'n flatraad is niet voor jezelf, maar je vertegenwoordigt de be woners. Eigenlijk ben je een tussenper soon tussen verhuurder en huurders. Ik noem maar wat. Het hout bij het raam was bijvoorbeeld niet te best. We hebben toen bezwaren ingediend en er is inder daad werk van gemaakt". Perikelen Wordt er genoeg geluisterd naar de oude ren? "Soms wordt er goed geluisterd. Er is ook veel ingewilligd, maar niet alles. Het kon weieens beter. Er zijn nu weer perikelen rond de vloer bedekking in de hallen bij de liften. Het nieuwe flatraadslid, mevrouw Bottema, is daar nu mee bezig. Enfin, het heeft ook al in de Rijn en Gouwe gestaan. De woon stichting zegt dat het onderhoud is en daar kan een flatraad eigenlijk niets te genin brengen. Over onderhoud hebben we niet veel te vertellen". Staat dit alles in verband met uw afscheid? "Ik zie ertegenop, ja. Al die perikelen die er nu weer op de flatraad afkomen van on derhoud en verbouwen. Dat kan ik alle maal niet meer bolwerken, hoor". Potje U heeft donderdag 9 januari afscheid geno men. Hoe was dat? "Het was een heel gezellig afscheid. Ze hebben me cadeaus gegeven voor het vele werk dat ik gedaan heb. Helemaal los ben ik er nog niet van. De handel in oud papier heb ik nog. Het geld daarvan gaat in een potje. Die oude kran ten-opbrengst is een bron van inkomsten. Het geld uit het potje wordt gebruikt voor bewoners die een jubileum hebben of die opgenomen moeten worden in het zieken huis. Ze krijgen dan een fruitmand of zo. En met Kerstmis en Pasen krijgt iedereen een kerststol of een paasei of iets derge lijks". Haalt u zelf nog de oude kranten op? "Nee, het ophalen wordt door anderen gedaan. Het verkopen doe ik nog wel en mijn garage wordt gebruikt als opslag plaats. Ik geloof dat we de laatste keer zo'n 5500 kilogram hadden. En dit moet blijven bestaan. Als er bij voorbeeld iemand in het ziekenhuis komt, kun je die een bloemetje sturen. Zulk soort dingen hè. Dat is toch mooi". Heeft u ook weieens iets uit het potje ge had? "Ja, met m'n afscheid heb ik er ook iets uit gekregen". Dus u heeft eigenlijk wat van uw eigen werk gehad. "Nou... Ja, eigenlijk is dat van m'n eigen werk geweest". Zes cent Oude kranten leveren nagenoeg niets op. Krijgt u het potje toch een beetje vol? "Alleen oude kranten is niet genoeg, nee. Daarom vragen wij aan de bewoners een tweejaarlijkse bijdrage en dan komen we er wel. Wij krijgen wel meer voor de oude kranten dan normaal omdat we subsidie van de gemeente hebben. Dat is zes cent per kilo. Dat mag je er gerust in schrijven. En ook dat het in Nieuwerkerk aan den IJssel negen cent is geworden! Dat mogen ze hier ook wel doen". Hoe gaat u uw tijd nu invullen? "O, zo af en toe een bezoekje brengen. Maar ja, dat gaat nu nog niet, want ik mag nog niet naar buiten van de dokter. Ik ben al oud". Heeft u dan geen hobby's die u kunt doen? Jawel, ik maak altijd kruiswoordpuzzels, ik heb er een keer eentje van hef Holland Silhouet ingestuurd. Ik had gelijk een prijs. Nu doe ik dat niet meer, want dan moet ik naar Gouda om m'n prijs op te halen. Aan de puzzels van het Reformato risch Dagblad doe ik ook altijd mee. Ik heb er net nog één opgestuurd. Maar ja, zoveel kans maak je niet, want ik ben natuurlijk een uit velen. Ik zit nu in afwachting".

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland | 1992 | | pagina 17