2,5 MILJOEN KINDEREN GAAN WEER NAAR SCHOOL Een groene en verkeersveilige school Brom-en snorfiets-project heeft effect VVN-THUIS Verkeersop voeding Risicogedrag van 12- tot W-jarigen Remweg in meters J t Wij gaan weer naar school Brugklassers Eigen verantwoordelijkheid 99 99 Lidmaatschap I I I I Veilig Verkeer Nederland pagina 14 Hart van Holland/28 juli 1993 Acties om voor de schoolgaande jeugd de verkeersveiligheid te bevorderen hebben succes. Gelukkig maar, want dit bete kent dat er minder kinderen in het verkeer gewond raken of verongelukken. Alle reden dus om ook dit jaar na de zomer vakantie weer de actie „Wij gaan weer naar school" te voeren. Zo'n 2,5 miljoen schoolkinderen van 4 tot 17 jaar zijn dan minstens twee keer per dag onderweg tussen huis en school. Ook nu weer worden alle verkeersdeelnemers, ouders, school besturen, politie, gemeenten en WN-afdelingen verzocht om er met elkaar voor te zorgen dat de schoolroutes zo veilig mogelijk worden. i* «*ci\tr si hooldug niet de I 2,5 miljoen schooMnd^n_ Uit cijfers vari het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat er vorig jaar 2496 kinderen door verkeerson gelukken in ziekenhuizen belandden tegenover 2572 in 1991. Dat zijn 76 kinderen minder. Voorts raakten 8651 kinderen gewond in het ver keer tegenover 8838 in 1991 (187 minder) en er vielen 150 verkeersdo den onder de verkeersdeelnemers in de leeftijdsgroep van 4 tot 17 jaar tegenover nog 178 in 1991. Deze afname met 28 slachtoffers (ofwel ruim 15 procent) betekent een groot succes, dat mede te danken is aan acties als „Wij gaan weer naar school". In de eerste weken na de school vakantie ligt het aantal ongevallen met schoolgaande kinderen hoger dan in andere perioden. De jeugd moet weer wennen aan de dagelijk se gang van zaken. Brugklassers, de groep 12- tot 14-jarigen, hebben het extra zwaar omdat zij vaak te maken krijgt met nieuwe schoolrou tes. Automobilisten moeten, evenals an dere verkeersdeelnemers, weer wennen aan een druk verkeersbeeld met onverwachte situaties. Tijdens de actieperiode, die dit jaar loopt van 16 augustus tot en met 4 oktober, houdt de politie extra toe zicht op de schoolroutes. Er wordt dan zowel aandacht besteed aan schoolgaande kinderen op fietsen en brommers, als aan automobilis ten, bus- en vrachtwagenchauffeurs. U kunt rekenen op fiets- en brom fietscontroles, snelheidscontroles en gericht toezicht op het verkeersge drag van alle partijen op de school routes. In Amsterdam heeft de Dienst Verkeerspolitie in anderhalf jaar tijd het roekeloze, gevaarlijke gedrag van veel brom- en snorfietsers weten om te buigen tot een meer verantwoorde verkeersdeelname. Een speciaal voor dit doel samengestelde projectgroep analyseerde de problemen en stelde een effectie ve, creatieve aanpak op. Deze gerichte brom- en snorfietscon- Minder OfigCVdllCII troles pakken zo positief uit dat het project ook in de campagne „Wij gaan weer naar school" is opgenomen. delijkheid. We leggen de nadruk op de gevolgen: wat kunnen de conse quenties zijn van roekeloos ge drag?" Projectleider brigadier Peter ter Meulen en zijn collega's hebben niets te klagen over gebrek aan belangstelling. Talrijke media heb ben aandacht besteed aan het 'brom-snor' project. Namens het mi nisterie van Verkeer en Waterstaat is er al een onderscheiding plus geld bedrag aan hen overhandigd. Brigadier Ter Meulen: „In 1990 steeg in Amsterdam het aantal on gevallen met brom- en snorfietsen ineens explosief met maar liefst 365 procent. Oorzaak was onder andere de opkomst van de bromfietskoe riers en de bezorgdiensten van piz zeria's en andere eethuizen. Door ongedisciplineerd verkeersgedrag veroorzaakten zij veel overlast en veel verkeersongelukken. Ze reden veelal op opgevoerde bromfietsen, reden frequent door rood licht, met hoge snelheid over kruisingen, in 'verboden richting', over trottoirs, voetgangersgebieden enzovoort. Ze lapten de verkeersregels aan hun De verkeerspolitie Amsterdam voert gerichte brom- en snorfiets controles uit laars en hadden door hun gedrag weer een negatieve uitstraling op andere jongeren". Er werd een actieprogramma opge steld. Brigadier Ter Meulen om schrijft dit als de „geïntegreerde aanpak". Alle disciplines van de po litie als van daarbuiten (scholen, Vei lig Verkeer Nederland, de gemeente Amsterdam voor het bevorderen van veilige fiets- en bromfietsroutes) zijn hierbij ingeschakeld. In overleg met de Amsterdamse scholen werd een intensieve voor lichtingscampagne gestart onder de 15- en 16- jarige scholieren. Dit is immers de jeugd die binnen één tot twee jaar zelf een snor- of bromfiets gaat besturen. Ook werd op scholen en bij andere gelegenheden waar veel jeugd samenkomt een speciaal opgenomen, realistische film ver toond over de gevolgen van ver- keersonveilig gedrag. Deze film is, met bijbehorend educatiepakket, bestemd voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en is verkrijgbaar bij Veilig Verkeer Neder land. Van deze film zijn inmiddels verkorte versies gemaakt, waaron der een spot van één minuut, die dit najaar tijdens de landelijke brom- en snorfietscampagne op de TV wordt vertoond. Ter Meulen: „Bij verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs hoef je niet meer aan te komen met de mede deling dat het verboden is om door rood licht te rijden. Dat weet ieder een wel. Je moet deze jeugd aan spreken op hun eigen verantwoor- „Uit een enquête onder de leerlin gen, die wij op de scholen hebben voorgelicht omtrent hun gedrag als toekomstige gebruikers van een brom- of snorfiets, bleek de bood schap positief te zijn ontvangen. Tijdens de nog steeds voortgaande controle van brom- en snorfietsers blijkt een aanzienlijke gedragsveran dering te zijn opgetreden, die resul teert in een verbeterd helmgedrag, een betere verkeersdiscipline en mede hierdoor minder ongevallen. Onze ervaringen met dit project hebben er inmiddels toe geleid dat we in samenwerking met Veilig Ver keer Nederland tot de samenstelling van een „Handhavingsdraaiboek voor de opzet van een gerichte snor- en bromfietscontrole" zijn ge komen, dat ook beschikbaar komt voor andere politiekorpsen in ons land", aldus brigadier Ter Meulen van de Amsterdamse Verkeerspoli tie. Scholieren zijn speels en onervaren in het verkeer. De overige weggebruikers wordt gevraagd hiermee rekening te houden. WN wil samen met de scholen voor basis-, speciaal-, voortge zet- en middelbaar beroepsonderwijs werken aan groene en verkeersveilige scholen. Als scholen meer aandacht besteden aan een verkeers- en vervoersbeleid verbetert dit de bereik baarheid van de schoolgebouwen per fiets en openbaar ver voer, wordt tevens de schoolomgeving leefbaarder, verbetert de verkeersveiligheid op weg van en naar school, terwijl met een verkeers- en vervoersbeleid ook uitwerking kan worden gegeven aan milieuzorg op school, daar waar het verkeer en vervoer in het geding is. Deze punten staan centraal in het project „Een groene en verkeersveilige school" van Veilig Verkeer Nederland en de Stichting Milieu Educatie. Met een actief verkeers- en ver voersbeleid heeft de school hand vatten voor de communicatie met ouders van (nieuwe) leerlingen. Uit onderzoek is bekend dat ouders de schoolkeuze voor hun kind voor een groot deel laten afhangen van de bereikbaarheid van de school en de veiligheid op de weg van en naar school. Aan de hand van een verkeers- en vervoersbeleid kan de school ge makkelijker duidelijk maken welke activiteiten zij onderneemt om de veiligheid van de schoolroute te ver hogen en de bereikbaarheid te ver groten. Bovendien wordt het kiezen van les materiaal dat aan de eisen van de school voldoet, gemakkelijker. Het beleidsplan helpt selecteren uit de enorme hoeveelheid lespakketten, lesbrieven en hulpmiddelen en geeft criteria waaraan deze moeten vol doen. Komend schooljaar speelt de nieuwe basisvorming in het voortge zet onderwijs. Dit krijgt in het pro ject extra aandacht, zodat verkeer en vervoer goed ingepast kan wor den in de vakken aardrijkskunde, economie, biologie, natuur- en scheikunde, techniek, verzorging en eventueel geschiedenis. Fietsende kinderen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar zijn speels en minder ervaren. Hierdoor kan het gebeuren dat zij zich in het verkeer onvoorspelbaar gedragen en te weinig rekening houden met de overige verkeersdeelnemers. Automobilisten, maar ook andere weggebruikers worden daarom gevraagd hierop attent te zijn en hun gedrag aan te passen. De voornaamste risicogedragingen van de fietsende schoolgaande jeugd zijn: - Ze verlenen geen voorrang en ne geren rood verkeerslicht. - Ze veranderen van koers (bijvoor beeld links afslaan) zonder te kij ken of richting aan te geven. - Ze slingeren, houden geen koers, bijvoorbeeld tijdens spelletjes als 'slalom rijden' en met 'losse han den rijden' of als gevolg van ge brekkige fietsbeheersing. - Ze rijden 'economisch' om het tra ject zo snel mogelijk te kunnen afleggen: bochten afsnijden, links rijden, zo min mogelijk stoppen. - Ze laten zich soms trekken door een bromfietser. - Ze hanteren krappe veiligheids marges, bijvoorbeeld net nog even voor een auto langsschieten. Automobilisten, die veel school gaande kinderen op hun weg ontmoeten, kunnen het beste hun rijgedrag en -snelheid aan passen, zeker wanneer je ziet hoeveel meters er nodig zijn om bij een noodstop met een auto stil te staan. Die afstand vanaf het moment van remmen is, in clusief de beruchte schriksecon- de, veel langer dan menigeen denkt. Bovendien is de remweg niet evenredig met de snelheid, maar neemt sterker toe. Kijkt u maar: Snelheid: Remweg in meters: 30 km/h 15 meter 50 km/h 33 meter 80 km/h 60 meter 100 km/h 90 meter 120 km/h 120 meter Kinderen leren elke dag. Door wat juf of meester hen vertelt, maar uiteraard beïnvloeden ook de ouders de ontwikke ling van hun kind. Voorheen richtte Veilig Verkeer Neder land (WN) zich vooral op de scholen, maar met het project 'WN-thuis' wil zij juist de ver keersveiligheid en het milieu bespreekbaar maken in de huiselijke omgeving. Ouders oefenen immers ook met hun kind in het verkeer. Als de verkeersopvoeding thuis aan sluit bij wat het kind leert op school, zullen de resultaten des te beter zijn. Bovendien valt er over verkeer en vervoer veel meer te vertellen dan er op school aan tijd beschikbaar is. Bij dit project spelen de plaatselijke WN-afdelingen een grote rol. Zij staan namelijk dicht bij de burgers en weten aan welke activiteiten in hun gemeente de meeste behoefte is. Momenteel staat het project nog in de steigers. Vanaf 1994 hoopt WN dat er steeds meer afdelingen met het project aan de slag kunnen gaan. Mocht u dus vragen of problemen hebben op het gebied van verkeer en vervoer, neemt u dan contact op met uw plaatselijke WN-afdeling. Het telefoonnummer staat in het te lefoonboek of de gemeentegids. In dien de afdeling hierin niet vermeld staat, kunt u het algemene nummer van WN bellen: 035 - 211441. U kunt deze en andere activiteiten van WN ondersteunen. Voor 25,- per jaar bent u lid en ontvangt u 6x per jaar het verkeersmagazine „Wegwijs". Voor 35,- per jaar ont vangt u tevens de WN-voordeelpas waarmee u van diverse aanbiedin gen kunt profiteren. Uw keuze kunt u op de aanmel dingsbon kenbaar maken. I Naam: i Adres: M/V Postcode/Plaats Geboortedatum: I Lidmaatschap/Lidmaatschap plus pas (keuze omcirkelen) I Datum: Handtekening: Voor betaling van de contributie wacht ik op bericht van WN I Deze bon kunt u verzenden in een envelop naar. Antwoordnummer 38 1200 VB HILVERSUM (Een postzegel is niet nodig) WN

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland | 1993 | | pagina 14