"Ik leef, dus mijn ambacht leeft en hoe de honing, met behulp van een ho ningslinger, uit de raten wordt gewonnen. I literaard kunt u de honing ook proeven! pagina 27 Oogstfeestkrant 3 september 2003 Ik leef, dus mijn ambacht leeft", zegt één van de ambachtslieden, die in het boek Ap Ambachten" aan het woord komen. Deze uitspraak zegt alles over het gevoel en a hpleving waarmee deze ambachtslieden hun beroep in vroegere tijden uitoefenden, a rustgevend was niet de werkplaats van zo'n vakman? Iets van deze stressloze sfeer nden wij nog steeds terug in de smederij van de Gebr. Heij aan de zuidkant van de 'traat.Vroeger was het een echte hoefsmederij, waar dagelijks de boeren-werkpaar- ®or^S.erden beslagen.Voor veel oude dorpsgenoten een mooie onvergetelijke herinnering. Het oude ambacht vormde in feite He basis van alle industnële bednj- Jqhetd. maar tegehjkert.jd beto onde het begin van deze industna- fring de teloorgang van het nude ambacht. Gelukkig mogen teqenwoordig constateren dat de interesse en de publieke waar dering voor het oude ambacht Ier aan het toenemen is no reden hiervoor is dat het oude ambacht het vervaardigen van een nroduct van het begin tot het eind Lt zien, iets wat in moderne fa brieken door allerlei deelprocessen Lt meer zichtbaar en begrijpbaar ^eld wordt gebracht. Heel vaak wordt bij het oude ambacht het complete product door één man of vrouw gemaakt. Frappant is ook het gegeven dat in vele ambachten nog steeds gebruik wordt gemaakt van zuiver natuurlij ke, milieuvriendelijke grondstof fen. Heel veel oude ambachten stammen nog steeds regelrecht uit de middeleeuwse gildensfeer. In het genoemde boek "Oude Am bachten" wordt door de schrijvers, oud redacteuren van het televisie programma "Van gewest tot ge west", een twintigtal oude am bachten beschreven. Tijdens het Oogstfeest 2003 wordt speciale aandacht besteed aan de uitoefening van een groot aantal oude ambachten. In de Dorps straat vindt u uit alle vier de wind streken uit Nederland: de glasbla zer, de houtsnijder, de mosterdma ker en de beursen-breidster. De touwslager en de zeilmaker tuigen samen een oud VOC-schip op. Naast genoemde ambachten vindt u ook nog het vlasspinnen, de klompenmaker, de palingroker, de bijenimker en kaarsen rollen. Een aantal oude ambachten vindt u op deze pagina terug met een nadere toelichting. pc bijen-imker Terwijl heel Nederland zich al maanden af- Jad of Maxima een dochter of een zoon Ujjjqt zijn de bijen daar een stuk duidelijker m ££n bijenkoningin bepaalt zelf of zij jochters (werksterbijen) wil of darren (man- Hjtjgsbjjen). Wilt u hier meer over weten? Ga'dan 'langs bij de bijenkraam. Daar kunt u compleet bijenvolk zien en proberen de koningin te vinden tussen de duizenden werkbijen en darren. Er wordt een demon- gratie korfvlechten gegeven en u vindt er allerlei imkersgereedschappen en materia len. Ook kunt diverse bijenwoningen zien Kinderen kunnen tegen een kleine vergoe ding hun eigen kaars maken van echte bij enwas. Verder kan de imker u allerlei infor matie geven over bijen, bijenproducten en alles wat met bijen te maken heeft. Voor geïnteresseerden liggen diverse informatie folders op de bijenstand. Dus op naar de bijenkraam voor: ■het bekijken van een echt bijenvolk; een demonstratie korfvlechten van roggestro; •kaarsen maken voor kinderen; -een potje echte honing uit Zevenhuizen U vindt de bijenkraam naast de Gerefor meerde Kerk (Dorpsstraat-zuid) De imkerij De imkerij, het houden van bijen, kunnen wij ook een oud ambacht noemen. Het is tevens de hobby van Chris van der Veer, wonend in het buitengebied van Zevenhui zen. Hij heeft thuis een bijenstal met 6 bij envolken. Tijdens ons bezoek was het nog winter en dan houden de bijen rust. Maar de imker moet wel goed opletten of ze wel voldoende voedsel hebben en of er vol doende darren (mannetjesbijen) in de kas ten zitten en of er een nieuwe "moer", een koningin komt. Verder moet je de bijen bij de les houden, met speciale darrenkraam- kamertjes waar de koningin de darreneitjes neerlegt. Een bijenvolk moet zich thuis voe len. Als de zomer komt, dan wordt het een spannende tijd voor de bijen. De koningin gaat dan op 'bruidsvlucht'. Zeven kilometer zal zij bevrucht worden door zo'n tien tot achttien darren. Daarna zal zij terugkeren naar de kast en zo'n tweeduizend eitjes per dag gaan leggen. Tijdens het Oogstfeest zal Chris een de- monstratiekast met bijenvolk laten zien, een demonstratie van het bijenkorfvlechten met behulp van roggestro (afkomstig van de Lichtaartse vlegeldorsers). Daarnaast kan men de gereedschappen zien zoals deze door de imkers worden gebruikt. Mevrouw van der Veer biedt de kinderen de gelegen heid om kaarsen te rollen van wasraat. We hopen dat de weersomstandigheden gun stig zijn, want hiervoor moet de tempera tuur niet te laag zijn. De klompenmaker Geschiedenis Sinds het einde van de middeleeuwen (13® eeuw) wordt de klomp gedragen in grote delen van Europa. Nu wordt hij nog voor namelijk gedragen in Nederland, dit terwijl ei al heel veel niet meer op lopen. Bij vele beroepen wordt de klomp nog gebruikt. Ook is het de bekendste souvenir voor bui tenlandse toeristen. Een groot deel van de drie miljoen klompen die jaarlijks worden gemaakt is daar dan ook voor bestemd. Er waren een paar eeuwen geleden duizen den 'klompenmakers' in Nederland. Die klompenmakers waren dan voornamelijk boeren die ze vervaardigden met gereed schappen die ze ook voor andere werk zaamheden gebruikten. De kwaliteit van deze klompen was. in tegenstelling tot wat je zou verwachten, erg goed. Naast deze boeren bestonden er ook be roepsklompenmakers. Deze vond men vooral in de grote steden. Vanaf 1870 groeide het aantal beroeps veel sneller. Dit kwam omdat de boeren geen tijd meer had den en omdat de bevolking explosief groei de. Het hout Het hout dat wordt gebruikt voor het ver vaardigen van klompen komt van le populier. Populierenhout heeft iet voordeel dat het nogal slijtvast is, daardoor gaan de klompen lan ger mee. De klompenmaker be werkt het hout als het nog niet ge droogd is, dan is het minder hard en dus soepeler. Dit verkleint te vens de kans op scheuren van het hout. Als het hout gedroogd is, zijn de klompen hard en zijn ze klaar voor de verkoop. Handgemaakt Een populierenboom wordt eerst in verschillende stukken hout ver deeld. Er kunnen 4 tot 8 blokken uit een stam worden gehaald. Als twee stukken gelijk zijn, is dit het begin van een klompènpaar. Eerst wordt er wat hout afgehaald, zodat een hele ruwe vorm van de klomp overblijft. Daarna snijdt de klom penmaker kleine delen eraf, zodat sommige delen goed gevormd worden: de hak, de bovenkant en de voorkant. Vervolgens boort hij twee gaten in het voorste deel (waar je je voet insteekt) en tussen de twee gaten wordt het hout verwijderd. Zo zijn de twee gaten verbonden en is het een lange 'gang' geworden. Aansluitend hakt de maker nog meer hout weg, zodat de voet in de klomp kan. Om de klomp mooi vlak en egaal te krijgen gebruikt de maker een heel scherp mesje. Als hij daarmee klaar is worden klompen aan elkaar gebonden met een touwtje om bij elkaar de houden en om te voorkomen dat maat 36 niet met maat 40 wordt ver ward. Als laatste moeten de klompen nog even drogen. Voor de beste kwaliteit moet dit in de schaduw gebeuren en het liefst daar waar ook de wind goed waait. En het beschilderen? Dat gebeurt daarna en dan is het paar klompen klaar. Dit hele proces duurt zo'n twee a drie uur. Tijdens het Oogstfeest kunt u dit in de praktijk zien. Even voorstellen Al meer dan 180 jaar maken wij, de familie van Zwienen uit Lekkerkerk, klompen. De negende generatie van onze familie is al weer met dit ambacht bezig. Tot 1930 was het gehele proces van Hompen maken handwerk en dat wordt ook op dit 'Oogst feest' gedemonstreerd. Na die tijd kwamen er steeds meer machi nes die de zware arbeid overnamen. Geluk kig heb ik het ambacht van het klompen maken met de hand nog van mijn vader kunnen leren, want scholen zijn er niet voor. Overal had je klompenmakers (in Lekker kerk wel 9!!) Nu zijn we nog de enige in Zuid-Holland en in Nederland zijn er een stuk of 12 echte bedrijven. Klompen zullen er altijd wel blijven in Holland, maar de tra ditionele gebruikers zoals boeren, bouwvak kers, stratenmakers en buitenlui laten het een beetje afweten. Gelukkig echter verko pen we vrij veel kinderklompen zodat zij de klompendracht in ieder geval mee krijgen. En wie de jeugd heeft, heeft de toekomst! Vergeet vooral niet dat klompen dragen ge zond is. Ja, want de spieren in de voeten worden aan het werk gezet, waardoor het vooral voor kinderen een goed schoeisel is. Mocht u verder nog vragen hebben of wilt u een paar klompen proberen dan kunt u ons vinden, evenals voorgaande jaren tijdens het Oogstfeest in Zevenhuizen op de hoek Dorpsstraat/Gemeentehuis' De klompenmaker Rob uan Zwienen. De zeilmaker In het boek over "Oude Ambachten" be schrijft de heer Tukker heel nauwkeurig hoe een zeil wordt gemaakt. Hiervoor bezocht hij de werkplaats van zeilmakerij De Boer. waar drie generaties zeilmakers zwijgend over hun werk gebogen zitten. Op de foto ziet men de nestor, de toen 81-jarige Siem de Boer sr.. met de bolknak in de mond. Hij is bezig een zeil "in te lijken'Het lijk is een touw dat langs de zijden van het zeil wordt genaaid om het nog meer stevigheid te ge ven en de rek op te vangen als het zeil pal in de wind staat. Een scheepszeil is niet zo maar een in banen aan elkaar genaaide lap zeildoek. Behalve dat het op maat gemaakt moet zijn. en zo sterk dat revige rukwinden het niet doen scheuren, moet het vooral de juiste coupe hebben. Het verkrijgen van die bolling is precisiewerk en vereist niet alleen ervaring en gevoel voor de stof, maar ook de nodige concentra tie van de zeilmaker. Ondanks de aanwezigheid van mo derne kunstvezeldoeken is de werk plaats nog steeds gevuld met de in dringende geur van het henneptouw dat het naar vroeger doet ruiken. "Er wordt nog wel eens naar gevraagd en daarom hebben we het nog steeds op voorraad", aldus Klaas de Boer. Het zeil: van grasmat tot kunstvezeldoek Het tegenwoordige zeildoek is gewe ven van katoen en kunstvezel. Deze kunstvezel geeft de sterkte aan het doek en maakt het minder gevoelig voor slijtage. Bovendien is dit materi aal -net als katoen overigens- nogal licht, waardoor het zeil gemakkelijker hanteer baar wordt. De eerste West-Europese zeilen werden in het algemeen gemaakt van vlas- en hen nepdoek; later werd dit vervangen door lin nen. dat dichter geweven was en langer meeging. In het midden van de 19® eeuw kwam het katoendoek in de plaats van het linnen- of rameedoek. Katoenen zeilen zijn lichter en meer waterafstotend dan die van linnen, maar hebben het nadeel dat ze duur der zijn en minder sterk. Het is niet met ze kerheid te zeggen van welk materiaal de eerste zeilen waren gemaakt. Aangenomen wordt dat de uit papyrusvezel gemaakte zei len van de oude Egyptenaren de voorgan gers zijn geweest van onze vroegere zeilen van hennepdoek. In China is het overigens tot op de dag van vandaag gebruikelijk zei len te vlechten van gras- en rietsoorten. De glasblazer Het blazen van glas mag gerust als een on menselijke bezigheid beschouwd worden: temperaturen van 1300 tot 1500 graden Celsius waren vroeger geen uitzondering. Het lichaam van de glasblazer droogde dan ook snel uit. Ook toen had men al ontdekt dat het drinken van bier uitkomst en red ding kon brengen! Het grote gewicht van de blaaspijp met daaraan het te blazen glas (zo'n 25 kilo) én de grote hitte maakten het glasblazen tot een extreem zwaar beroep. Daar kwam nog bij dat het vermalen van kwarts veel stof veroorzaakte, dan zal het duidelijk zijn dat de glasblazer vroeger geen lang leven beschoren was. Het was niet alleen de gezondheid van de glasblazer die zo op de proef gesteld werd, er was ook nog de sterke, rookontwikkeling van de ovens voor het glassmelten en nog meer de rook die ontstond bij de productie van de potas. Alles bij elkaar waren de ar beidsomstandigheden niet bepaald prettig. Van een fabriek kon men eigenlijk niet spre ken; een potoven en een afdakje" De glas- blazer was echter een zeer hoogwaardig vakman en verdiende dan ook vier- tot zes maal zoveel als een ongeschoolde kracht. Een vakman kon ongeveer 40 glascilinders per acht werkuren blazen. De daglonen wa ren gebaseerd op de m2-prijs van venster glas. Glasblazer werd je niet zomaar; er rustte een geheimhouding op het ambacht. Van daar dat vaders hun zoon het glasvak leer den, om daarmee het geheim veilig te stel len. Je kon beginnen als een soort 'manusje van alles', een 'glaskrullenjongen'. Daarna kon je leerling worden en dan mocht je al de blaaspijp vasthouden en in de oven ste ken om er een klomp vloeibaar glas aan te laten kleven. De gezel of voorblazer mocht de klomp glas al omvormen tot een bol. De glasblazer bracht de definitieve vorm verder tot stand: een glazen cilinder van ongeveer twee meter lengte. De mechanisatie van de glasfabricage, zoals die zich in de negen tiende eeuw ontwikkelde, heeft deze zware arbeid een halt toegeroepen. Het glasblazen is een van de fascinerende oude ambachten die men tijdens het Oogst feest kan bewonderen. Spintol spinnen Alle kleren die wij dragen zijn gemaakt van stof: geweven of gebreid van een heleboel draad. Een draad is gemaakt uit losse vezels die tijdens het spinnen in elkaar gedraaid zijn. Deze vezels kunnen wol van een schaap zijn, maar ook zijde van de zijde rups, vlasvezels van de vlasplant en tegen woordig ook kunststofvezels zoals polyester uit de fabriek. In onze tijd worden de vezels in de fabriek gesponnen met grote machines. De eerste spinmachine dateert uit 1765 en is een van de gangmakers van de industriële revolutie geweest. Daarvoor werd gesponnen op een spinnewiel, dat in West Europa in 1530 werd uitgevonden en tot 1880 op het plat teland in gebruik is geweest. En daarvoor? Hoe zijn de draden voor die gigantische zeilen van de V.O.C. ge sponnen? Hoe kwamen de vikingen aan draad voor hun kleren? En de Ro meinen, en alle mensen die daarvoor geleefd hebben? Met een klein en heel' eenvoudig werktuig: de spintol. De spintol is in verschillende culturen uitge vonden en bestaat uit een houten stokje van 30 cm met onder- of bovenaan een schijfje van hout, steen of glas. Je maakt een lont van vezels aan de tol vast en je laat de tol draaien. Het lont draait in elkaar en je hebt een draad. Als de tol op de grond komt, hijs je hem omhoog, je wikkelt de draad om het stokje, je geeft de tol weer een zwiep en je spint verder. Dat kun je thuis doen, maar ook onderweg naar de markt of terwijl je de schapen hoedt. Er was een zo grote behoefte aan draad en het kostte zoveel tijd om een draad te ma ken, dat iedereen die de handen vrij had aan het spinnen was. Bij het oude ambacht 'spintol spinnen' kun je zien hoe 'eenvoudig' het is. Als je wilt mag je het ook proberen! van uc r\aoL, vp uu n u&i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland | 2003 | | pagina 47