WMO ADVIESRAAD KIJKT MEE OVER SCHOUDER VAN GEMEENTEN ZUIDPLAS_ Hart van Holland: dé krant voor de Zuidpias 16 april 2008 Vervolg van de voorpagina De heer Arjen de Vries van de ge meente Zevenhuizen-Moerkapel Ie geeft aan dat er nog één proce dure loopt, namelijk over de on derdoorgang van de Knibbelweg. Hij meent dat het een formaliteit is voordat dit bezwaar van tafel is. "Bijzonder aan dit project is dat het zal slagen. Je ziet dat tegen woordig veel projecten stranden, bijvoorbeeld de verbreding van de A 4. De voorbereiding van dit project heeft lang geduurd, maar gaat nu eindelijk lukken. Het zand ligt er inmiddels en de werkzaam heden zijn gestart. De mensen kunnen zien dat het gaat begin nen," aldus De Vries. De afrit Zevenhuizen en de afrit Waddinxveen van de A 12 zullen op termijn komen te vervallen. Daarvoor in de plaats wordt de nieuwe N 219 aangesloten op de A 12, zodat een betere aanslui ting op de snelweg ontstaat. De heer Marcel Schaaij van Rijkswa terstaat vertelt dat begin 2010 spitsstroken op de A 12 zullen worden geopend. In het tweede kwartaal van dat jaar vindt dan be aansluiting plaats van de N 219 °P de snelweg. Eind februari is de aannemer GMB aangesteld om de werkzaamheden aan de N 219 uit te voeren. De heer Christiaan Hak- stege van GMB meent dat het pro ject interessant is omdat het een multidisciplinair karakter heeft. Grondwerk, wegenbouw, duikers, tunnels, het komt allemaal aan de orde. Hakstege kent geen twijfels over het project: "Het enige wat roet in het eten zou kunnen gooi en, is de kwaliteit van de grond, die hier erg zacht is. Dat heb je zelf niet in de hand. De rest kun nen wij zelf sturen." Zevenhuizen-Moerkapelle/Nieuwerkerk aan den IJssel - Het nieuwe beleidsplan voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) werd nog niet zo lange geleden vastgesteld door de respectievelijke raden van de drie fusiegemeenten. Walter Penninga, voorzitter van de WMO adviesraad volgde het proces met argusogen. De raad geeft de colleges namelijk gevraagd en ongevraagd advies over alles wat met de WMO te maken heeft. Door Christine de Vos Sinds 1 januari 2007 is de WMO van kracht. Het doel van de WMO is 'meedoen'. De wet moet er voor zorgen dat mensen zo lang mo gelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, al of niet gehol pen door vrienden, familie of be kenden. Als dat niet kan, is er on dersteuning vanuit de gemeente, bijvoorbeeld voor vrijwilligers en mantelzorgers. De WMO regelt ook de hulp bij het huishouden en zorgt voor informatie over de hulp die mensen kunnen krijgen. De wet vervangt de Wet voor zieningen gehandicapten (Wvg), de Welzijnswet en het deel uit de Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten (AWBZ) dat gaat over hulp in de huishouding. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uit voering van de WMO en zijn te vens verplicht tot het instellen van de WMO adviesraad. In de WMO adviesraad voor Ze- venhuizen-Moerkapelle en Nieu- werkerk zitten onder meer afge vaardigden van de Nederlandse patiëntenvereniging, het Samen werkend Verbond Ouderen, verte genwoordigers van verschillende kerken en mantelzorgersorgani- saties, jongerenwerk, Zorgvragers Organisatie GGZ (ZOG) Midden Holland en de Adviesraad Gehan dicapten Nieuwerkerk. "Wat be treft zorg zijn we goed voorzien", zegt Penninga, "Wat betreft wel zijn en wonen iets minder." Op de twee nog in te vullen plaatsen in de adviesraad ziet hij graag ver tegenwoordigers uit bijvoorbeeld wijk- en buurtbeheer. De raad on derhoudt nauwe banden met de WMO adviesraad van Moordrecht. Ten tijde van de oprichting van de WMO adviesraad voor Zevenhui zen en Nieuwerkerk, had Moor drecht al zijn eigen aanpak, zodat aanhaken niet voor de hand lag. Tot de fusie zullen beide raden naast elkaar bestaan. De WMO leunt zwaar op vrijwilli gers en mantelzorgers. Mensen de hulp nodig hebben worden geacht eerst in de eigen omgeving te kij ken, alvorens een beroep op de ge meente te doen. "Dat wordt door sommigen gezien als afschuiven", zegt Penninga. "Maar feit is dat mensen het liefst thuis verzorgd worden. Daar speelt voor een deel ook de angst voor verpleeghuizen en de negatieve verhalen over het niveau van de verpleeghuiszorg, maar over het algemeen zijn men sen het liefste in hun vertrouwde omgeving. In vind het een goed ding dat er nu eindelijk aandacht is voor de partners en familieleden die de zorg op zich nemen. Dat zij dankzij de zogenaamde respijtzorg eens een avond kunnen gaan spor ten, of op vakantie kunnen gaan, en weten dat in hun afwezigheid de patiënt goed verzorgd wordt." Vrijwilligers werven Penninga erkent dat het gebrek aan vrijwilligers, waarmee veel or ganisaties kampen, een risico kan gaan vormen. "Belangrijk is dat de vrijwilligers die er zijn, goed weten wat ze moeten doen en deskundig begeleid worden. Niet alleen in de zorg, maar ook bij voorbeeld bij sportclubs. Dan denk ik bijvoorbeeld aan hygiënetrainin- gen of zo." Volgens Penninga is er best nog een reservoir potentiële vrijwilligers dat niet benut wordt. "Ik denk dat onder allochtonen nog best mensen te werven zijn. Scholen zijn op het moment goed bezig om de allochtone moeders te betrekken bij hun activiteiten. De mannen blijven nog wat achter. Ook onder jongeren zijn nog wel vrijwilligers te krijgen." Veel mensen zouden naast hun werk graag tijd hebben om iets et doen voor een ander, daarvan is Penninga overtuigd. Om dat mo gelijk te maken is medewerking van bedrijven belangrijk. Daarom vindt hij het jammer dat in het beleidsplan de rol van het bedrijfs leven is onderbelicht. "Bedrijven zouden naar het personeel moe ten uitstralen dat het goed is om zich naast de loopbaan ook maat schappelijk in te zetten, en dat ook ondersteunen door bijvoorbeeld vrij te geven voor het uitvoeren van zorgtaken." Aanpassing werkplek Ook zou Penninga graag zien dat er meer werkplekken geschikt worden gemaakt voor werkne mers met een beperking. "Veel bedrijven denken dat ze niet ge schikt zijn voor medewerkers met een beperking. Op een boot kan ik me dat voortstellen, maar bijna ieder kantoor kan aangepast wor den. Ook zijn werkgevers bang dat mensen met een handicap vaker ziek zijn en verzuimen. Dat wordt echter nergens door gefundeerd." Eind vorig jaar ontstond er even onrust toen de Vierstroom, aan wie in openbare aanbesteding de hulp in de huishouding mede was gegund, erin volhardde met 'free lance' zorgverleners te werken, hoewel het bestek dat nadrukke lijk verbood. Is openbare aanbe steding in de zorg überhaupt een goed idee? Penninga: "De kosten in de zorg zijn groeiende. Als je met een vast budget werkt, loop je kans dat halverwege het jaar de pot leeg is. Het is vooral van be lang dat gemeenten duidelijke cri teria stellen waaraan de zorg dient te voldoen en bereid zijn er geld bij te doen indien nodig. In het be stek kan een gemeente duidelijke voorwaarden stellen over fatsoen lijke zorg en zorgverleners in loon dienst zoals bij ons is gebeurd. Dan is openbaar aanbesteden volgens mij geen bezwaar. Penninga is van mening dat er meer onrust is ontstaan door de herkeuringen dan door de affaire met de aanbesteding. "Een aantal mensen hebben meer zorg gekre gen, een aantal minder, maar per saldo is er niet ingeleverd op uren. Dat valt alweer mee." Minder blij is Penninga met het feit dat de indicatiecriteria niet inzichtelijk zijn. "Dat irriteert me mateloos. Hier gaan we het komend jaar een hartig woordje over spreken. Ik weet dat de raden achteraf in ver trouwen zijn geïnformeerd, maar die informatie moet natuurlijk beschikbaar zijn. In het bijzonder voor de cliënten." De PvdA fractie uitte onlangs kri tiek op het beleidsplan en noemde het vaag en te weinig concreet. "Die mening deel ik niet', zegt Penninga na enig nadenken. De wet is nog te kort van kracht om alles afgeregeld te hebben. Het gedoe rond de huishoudelijke hulp, die drie keer aanbesteed moest worden, heeft niet echt bij gedragen aan een vliegende start van de WMO, dat is waar. De ge meenten zijn nog een beetje zoe kende. En ook de fusie neemt veel menskracht in beslag. Daar mag het bestuur zich niet achter ver schuilen, maar ik heb vooralsnog niet de indruk dat dat het geval is. Als de WMO aan het eind van het jaar nog steeds vaag is, dan is er iets misgelopen en moeten we in derdaad eens een hartig woordje spreken." Dit jaar beschouwen Penninga en de andere leden van de adviesraad als opstartjaar, voor het ambtena renapparaat, maar ook voor zich zelf. "We willen ons sterker profi leren naar de gemeenteraden toe, zodat de leden weten dat we er zijn en dat we meedenken en -kij ken. Ook naar de burgers en orga nisaties toe zullen we zichtbaarder worden. We willen dat mensen ons weten te vinden met bijvoorbeeld vragen die niet dringend genoeg zijn om mee naar het zorgloket te stapen. De WMO adviesraad be handelt geen individuele gevallen, maar het is goed als we via reacties van mensen trends kunnen signa leren en daarop inspelen." Walter Penninga.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland | 2008 | | pagina 3