Wie neemt
OM) mij mee?
Oude tijden Üerleuen
ER WERD GEBRIDGED
MOERKAPEIS HUIS TE
ZIEN BIJ SBS6
^ZEVENHUTZFN-MnFpV a DcT.r
cnor@hart-van-holland.nl
www.hartvanholland-online.nl
1 s
-
t I
pagina 18
Moerkapelle - Voor het televisie
programma 'Huis te koop' van
SBS6 zijn afgelopen week opna
mes gemaakt in de woning van
Jeroen en Jet Hertog aan het
Moerhageplantsoen 1. In dit pro
gramma wordt een stel gevolgd
dat op zoek is naar een woning.
De kijkers kunnen hen volgen op
hun tocht langs drie verschillende
woningen. Na hun eerste bezoek
aan de woningen worden deze
alle drie door een styliste aan de
wensen van het stel aangepast,
waarna een tweede kijkronde
volgt. In de 'finale' kiezen de kan
didaat kopers uiteindelijk hun fa
voriete woning. De uitzending is
te zien op woensdag 20 mei om
20.30 uur.
Hart van Holland: dé krant voor de Zuidpias 13 mei 2009
Zevenhuizen - In dorpshuis Swanla werd afgelopen dinsdag de 5e zitting
in de 3e competitieronde gespeeld. In de A-lijn werd gewonnen door het
koppel Virginie Lammerts en Ans Rodenburg met 57.64%, tweede werd
het koppel Didi van Vliet en Guisy Hatenboer met 57.29% en op een
derde plaats eindigde het koppel Gert en Ria Jansen met 56.25%.
In de B-lijn werd gewonnen door
het koppel Tineke en Joop Huur
man met 63.80%, op een tweede
plaats gevolgd door Tjeu en Gerry
op 't Veld met 62.76%; derde wer
den Cecile Lelieveld en Ria van
Wensem met 55.99%
Eerste in de C-lijn eindigden Loes
Bantje en Mathilde de Kroes met
63.10%, op een tweede plaats ge
volgd door Carla de Jong en Dirkje
Vermaat met 59.22%. Derde werd
het koppel Betty Zuiderwijk en
Riet Heemskerk met 59.13%
Tussenstand met nog twee
speelavonden te gaan
In de A-lijn gaan Ruud Bantje en
Mark de Wall aan de leiding met
56.95%, gevolgd op een tweede
plaats door Patricia Niewold en
Marijke Stolker met 56.89%; derde
staat het koppel Janneke Gerrets
en Piet Merbis met 55.36%
Tineke en Joop Huurman gaan met
60.13% aan de leiding in de B-lijn;
gevolgd op een tweede plaats
door Gerard van Boheemen en
Mieke van der Linden met 56.01%;
derde zijn Tjeu en Gerry op 't Veld
met 55.86%. In de C-lijn gaat het
koppel Carla de Jong en Dirkje Ver-
maat aan de leiding met 57.94%.
Tweede staan Gerard van der Horst
en Rob Poorter met 57.13% en
derde staan Anneke de Graaf en
Agaath Oosterling met 56.35%.
Vieze handen?
Bello wilde plots gaan kakken
De baas wilde een zakje pakken
Maar die had een reuze strop
Alle plastic zakjes waren op
Harry de jong
Vun
Door Elly van Gelderen
De heer Pieter de Graaff. geboren 1925, vertelt:
"Mijn kindertijd beleefde ik aan de Bredeweg, als jongste van elf kin
deren. Vader werkte bij boer Van der Torre. Na de Christelijke School
in Moerkapelle werkte ik in de textielwinkel van Van der Linde. Toen
de oorlog uitbrak werkte ik bij een tuinder in Bergschenhoek, onder
weg werd ik steeds geconfronteerd met razzia's, voor dat gevaar ben
ik gestopt. Vervolgens ging ik voor de gemeente bomen omzagen, het
hout werd verdeeld aan burgers in de brandstofschaarste in het laatste
oorlogsjaar. Ik dook onder om de Duitse arbeidsdienst te ontwijken.
Op zondag zaten we eens in de kerk van de Gereformeerde Gemeen
te kerk bij dominee Hofman waar iemand van de ondergrondse een
boodschap bracht dat alle mannen tussen 18 en 45 weg moesten gaan
omdat zij een razzia verwachtten, iedereen zocht een onderduikadres,
wij bij mijn zus die op een gemaal woonde. Uiteindelijk werden de raz
zia's in een andere plaats gehouden.
Hond Bobby
Op een maandagmiddag in maart
gingen ik met broer Gerrit, Hein
Tuitel en Jan Hertog tussen de
rails bij de Moordrechtse spoorlijn
cokes uitgraven. Op de terug weg
kregen we razzia, toen waren we
erbij. Jan Hartog mocht naar huis,
hij had een Ausweis van de voed
selvoorziening. Met zijn drieën en
de hond werden we naar het St.
Jozef ziekenhuis gebracht naar
een bovenverdieping waar veel
opgepakte jongemannen waren.
Twee nachten sliepen we op een
laag stro en werden bewaakt.
Een Duitse ortscommandant riep
ons één voor één binnen en spie
gelde ons mooie dingen voor als
we voor de S.S. zouden tekenen,
zoals: goede voeding, kleding,
huisvesting enzovoort. We de
den dit als goede vaderlander na
tuurlijk niet, waardoor hij kwaad
werd en brulde: Der aus! Al die
tijd heeft onze hond Bobby voor
de deur gelegen en gewacht
op ons, dat was zo aandoenlijk.
Mijn zus bracht kleding, eten en
schoeisel en heeft hem meegeno
men naar huis. Na de bietensoep
op woensdagsavond werden we
in Gouda op de trein gezet naar
Amsterdam, 's Nachts werden
we verzameld in een havenloods
en gingen met de trein naar het
Duitse Gronau, waar we in fa
brieken de arbeiders die aan het
front waren moesten vervangen.
Met een handkar moest ik brood
halen, toen ik terug kwam was er
appèl, er ontbraken acht jongens,
ze waren ontvlucht, de volgende
dag weer zeven, wat waren ze
boos! Hoe kon dit? want aan de
achterzijde bij de deur liepen
twee wachten en wij zaten boven
in een leeg schoolgebouw. Wij
werden nieuwsgierig hoe zij dat
deden. Hein en ik maakten ook
een riskant (je kon de kogel krij
gen) vluchtplan.
Gevlucht
In de paar seconden dat de wach
ten niet langs de ramen liepen
waar de trap was, vlogen we naar
beneden, verschansten ons op de
benedenverdieping totdat we in
een lokaal aan de voorkant ons
door schuiframen wrongen en het
op een lopen zetten het bos in.
Aan de hand van de zonnestand
liepen we naar het westen, daar
was de grens waar we een oude
Duitse vrouw tegenkwamen die
zag dat wij vluchtten. Ze hielp
ons, want ze had genoeg van de
oorlog die haar man een been
had gekost. Bij een stille grens
overgang wees ze naar een Hol
landse wachtpost. Ze vingen ons
op maar we konden niet blijven
en verwezen ons naar een boer
derij 250 meter verderop waar
dertien vluchtelingen waren. De
zoon wees ons een bospad als er
razzia's zouden komen. We pro
beerden nog mee te rijden met
een Rode Kruistrein die te werk
gestelde zieke Hollanders vanuit
Duitsland naar Nederland bracht,
het kon niet, omdat dit vaker ge
beurde was dit ontdekt. De vol
gende dag vertrokken Hein, ik en
nog twee jongens en liepen tot de
Lutte bij Oldenzaal waar we vier
dagen verbleven. De volgende
dag liepen we op de dijk richting
Borne. Hein liep met de jongen uit
Bodegraven 200 meter achter ons
uit veiligheidsoverweging. Toen
we omkeken zagen we Duitse sol
daten van de Sicherheitsdienst,
we schrokken zo, dat wij gingen
rennen en een smederij indoken
en ons verstopten. Ze lieten ons
met rust maar Hein en de jongen
werden meegenomen. (Na de be
vrijding hoorden we pas dat ze
op vliegveld Twente te werk wer
den gesteld, waar veel arbeiders
nodig waren). Gelukkig wisten
de Duitsers niet dat ze ontvlucht
waren anders hadden ze een flin
ke straf gekregen. Ondanks dit,
moesten zij slapen met een stok
in hun broek die aan een riem aan
de grond vast zat zodat vluchten
niet kon. We liepen van het ene
dorp naar de andere, sliepen in
hooibergen en kregen hier en
daar wat melk of een boterham,
's Nachts zijn we met een bootje
de Gelderse IJssel overgestoken
om de streng bewaakte brug te
ontwijken. Door de felle stroom
waren we 150 meter afgedreven.
In Harderwijk sliepen we weer bij
een boer die de volgende dag zei
dat we tot Kamerik mee konden
rijden in zijn kaasbrik. Intussen
waren we al acht dagen onder
weg. De jongen uit Baarn stapte
onderweg uit.
Eindelijk vrij
In Kamerik heb ik nog één nacht
geslapen, daarna vervolgde ik
mijn weg tot Boskoop. Daar was
een tankwal aangelegd waarin
water stond. Ik riep naar mensen
of ze me wilden overzetten en dat
deden ze waardoor ik via de Hoo-
geveense weg naar Moerkapelle
door kon lopen. Een jongen reed
me voorbij, ik vroeg of hij mijn
ouders wou inlichten dat ik eraan
kwam. Onderweg kwam ik Jan
Tuitel, de vader van Hein tegen
die schrok, ik alleen? Ik vertelde
van de razzia en dat ik verder niets
wist, grote ongerustheid in huize
Tuitel, dat begrijp je. Bij mij thuis
grote blijdschap. Maar ik was sta-
tenloos geworden, had geen per
soonsbewijs meer maar de onder
grondse zou er voor zorgen. Een
maand later hoorden we vanuit
een verstopte radio 'Herrijzend
Nederland uit Eindhoven' dat in
hotel 'De Wereld' in Wageningen
de capitulatie plaatsvond tussen
de Canadese generaal Foulkes,
een Duitse generaal en prins Ber
nard, daarmee werd de bevrijding
officieel afgekondigd. In Moerka
pelle maakte men vreugdevuren
met gejoel toen alle Ausweispa-
pieren werden verbrand, eindelijk
vrij!
Nederlands Indië
Een jaar later waren er nieuwe
moeilijkheden, ik werd gekeurd
voor militaire dienst samen met
mijn tweelingbroer Han. We
moesten naar Nederland Indië.
Onze ouders waren zeer bezorgd
of we hen nog ooit terug zouden
zien, en dat werd waarheid want
mijn vader overleed een jaar la
ter. We zouden anderhalf jaar
moeten dienen maar door de situ
atie daar werden het drie jaren.
We hoorden bij de 'garde grena
diers', de elitetroepen, maar des
ondanks verdienden we maar 27
Piet de Graaf f in Indië.
gulden per maand. De eerste tijd
zaten we op de Nederlandse post
in 'Buitenzorg' een parkachtige
plaats met een groot buitenhuis,
vijvers huizen en kazernes, ook
een kerkje waar een legerdomi-
nee preekte. Nadien zaten we op
een soort campings in Bilikhuisjes
van gevlochten bamboe en een
bladerendak in West Java waar
door middel van terreur de rebel
len veel ellende veroorzaakten. In
donesië had geleden onder de Ja
panse bezetting, en eindigde toen
de Amerikanen de Japanners op
hun knieën kregen doordat zij een
atoombom op Hiroshima gooiden
wat veel slachtoffers eiste met
de ellendige nawerking. Daarna
streefde de T.N.O onder leiding
van president Soekarno voor een
onafhankelijk Indonesië wat ge
paard ging met veel onlusten. De
Ambonezen (Molukkers), deze
KNIL militairen kozen de zijde van
de Hollanders, zij waren erg voor
ons koninklijk huis. De Hollanders
wilde men eruit gooien maar dat
ging zo maar niet. Bij verschil
lende gevechten zijn we door het
oog van de naald gekropen, Eén
Thuis
Ik trouwde met Johanna van
Ruitenburg;we kregen vier kinde
ren. De oud Indië strijders hadden
voorrang op een baan als zij weer
thuis waren zodat ik als postbe-
steller kon gaan werken en werd
opgeleid als loketbeambte, dit
heb ik 36 jaar tot mijn pensioen
gedaan, waarvoor ik een speldje
met oorkonde heb gekregen.
Maar gelukkig heb ik van die oor
logen geen trauma's over gehou
den en ik ben ook dankbaar dat
ik het er levend en ongeschonden
heb afgebracht."
De Moordrechtse Elly van Gelderen gaat voor Hart van Holland op pad om oude tij
den te doen herleven. Elly is als vrijwilliger en interviewer actief bij de Moordrecht
se Historische Vereniging. Zij is auteur van de boeken "Herinneringen rondom de
Hollandse IJssel" en "Leven en werken rond IJssel en Lek", waarin zij onder andere
verhaalt over de slechte arbeidsomstandigheden van de steenplaatsen en touwbanen
langs de IJssel, over verdwenen beroepen (rietsnijders en zalmvissers), verdwenen
scheepswerven en andere bedrijven, oorlog, watersnood enzovoort.
Piet de Graaf f - met bren - en Wim Goris,
ding van de vele incidenten zal ik
vertellen: We moesten een trein
bewaken vlakbij Bandoeng en Ga-
roet die steeds werd aangevallen.
We reden in een driekwarttonner
de berg af en werden overvallen
door Indiërs die recht voor onze
wagen hun kogels afvuurden
zodat onze voorruit aan diggels
sloeg. Maar we reden door zodat
ze even hun vizier kwijt waren
zodat ik met mijn 'bren' (lichte
mitrailleur) vanuit onze wagen in
het wilde weg 32 kogels op hen
afvuurde. We reden snel uit zicht
waar we even stil stonden met
onze kapotgeschoten banden,
twee pantserwagens van ons ba
taljon verschenen, die ons veilig
naar de plaats van bestemming
brachten. In zo'n situatie doe je
wel even een schietgebedje en
dank je daarna datje het er levend
heb afgebracht. Tweemaal heb ik
malaria gehad, bij de laatste was
ik 104 dagen heel ziek met hoge
koorts.
Uiteindelijk werd er een manier
gezocht die tot een vreedzaam
einde zou leiden. Een Ameri
kaanse, Engelse, Franse en Neder
landse kolonel vormden een com
missie om vrede te stichten en
kwamen tot overgave. Maar we
lieten wel 6200 Hollandse gesneu
velde soldaten achter op de mili
taire begraafplaatsen in Jakarta,
Cheribon en nog anderen. Weinig
Nederlanders weten dat er zo
veel slachtoffers zijn gevallen, de
aandacht was niet zoals nu, als er
sneuvelen in Agfanistan. Na deze
oorlog kregen de Nederlandse
militairen een zilveren speldje van
de regering en in Roermond staat
een monument voor de gevallen
Indië-strijders. Na de oorlog zijn
de Ambonezen naar Nederland
gekomen en kregen onderdak in
kampen wat voor tijdelijk zou zijn
maar nu nog in ons land zijn, zij
kregen normale huizen en inte
greerden, omdat zij jarenlang niet
terug konden door de politieke
ontwikkelingen daar.