fifejrt
ff
A
L f*11 I I-3
twintig jaar hulp adn Roemenië
Emmy en Brom Noordam
ïém '~*a3$é Hl"
:ÏRï,t^
sps-ap
MB-.-, ■VSRjv^
-
Hart van Holland: dé krant voor de Zuidpias 23 december 2009
pagina 25
iw rj-aisfe- és- -
Moerkapelle - Sinds bijna twintig jaar zet
ten Bram en Emmy Noordam zich belange
loos in voor Roemenië. Bram: "Na de val
van Ceausescu in december 1989 is Roeme
nië vrij geworden. Er was destijds een pro
gramma op RTL waarin Linda de Mol vracht
wagens opriep om met hulpgoederen naar
Roemenië te gaan. Onze overbuurman. Jan
van Kralingen, had zich ook ingeschreven
en vroeg of hij een fotocamera en een vi
deocamera kon lenen. Ik zei dat ik dat niet
kon doen, maar dat ik wel mee kon gaan om
te filmen en te fotograferen."
Wat hij zag in Roemenië raakte hem diep.
"Toen we terugkwamen heb ik gezegd:
hier ga ik iets aan doen. Het was, en is nog
steeds, doffe ellende, alleen maar narig
heid. De mensen leven nog steeds onder
elk menselijk niveau. Het is niets en het zal
niets worden ook."
Door Geertrude Verweij
In januari 1990 begon Noordam met het
verzamelen van hulpgoederen. De Stichting
Kinderhulp Roemenië werd in maart 1991
opgericht. "Ons jaarlijkse doel is in novem
ber met een stuk of vijftien vrachtwagens
naar Roemenië te vertrekken. We voorzien
tussen de 800 en 1000 gezinnen per jaar van
hulpgoederen. Dat gaat vooral om aardap
pelen, uien, groenteconserven en levensmid
delenpakketten. Daar kunnen ze dan weer
een paar maanden mee vooruit. Daarnaast
verdelen we ook kleding, schoenen, bedden
en beddengoed."
Alle hulpgoederen worden rechtstreeks
uitgedeeld en ook de dorpen worden door
Noordam zelf gekozen.
Behalve de rechtstreekse hulp aan gezinnen
worden ook hulpmiddelen verstrekt aan
medische posten en scholen. "In het voor
jaar gaan we meestal op werkbezoek. Dan
gaan we goed rondkijken in zo'n dorp. De
gemeente werkt mee en verstrekt gegevens
over de samenstelling van de gezinnen. We
gaan scholen inventariseren en aan de hand
daarvan gaan we kijken wat we bij elkaar
kunnen krijgen."
Goed terecht
In het magazijn worden bijna het hele jaar
door iedere maandagavond goederen ge
sorteerd en verpakt door zo'n twintig
vrijwilligers. "De leeftijden van
onze vrijwilligers liggen wel vrij
hoog, de oudste is dik in de
tachtig. Het zou fijn zijn als
daar wat jonge mensen
bij kwamen. Het is alle
maal onbetaald, maar
iemand die minstens
een jaar echt meege
werkt heeft, kan wel
zo nu en dan eens
mee naar Roemenië.
Ook onze vracht
wagens en chauffeurs worden vrijwillig ter
beschikking gesteld. De vrachtrijders vertel
len ons dat ze het zo fijn vinden om te zien
dat de spullen echt bij de mensen terecht ko
men. Daarom blijven ze het doen."
Vakantiekampen
Sinds 2004 organiseert de SKR in de zomer
ook vakantiekampen voor de kinderen uit
de dorpen die geholpen worden. Emmy
Noordam: "Die gezinnen wonen in huisjes
van nog geen twintig vierkante meter. De
kinderen wor- den naar bui
ten getrapt, die zijn altijd
te veel. Toen is het
a idee ont
staan om ze een paar dagen te verwennen.
We halen ze bewust niet hierheen. Dat is erg
lastig met verzekeringen en zorgt voor hoge
kosten, maar het is ook een te groot verschil
met wat ze gewend zijn. We halen ze nu een
paar dagen uit hun eigen omgeving weg,
maar ze blijven wel in hun eigen land, waar
iedereen hun eigen taal spreekt. We hebben
een prachtplekje in de bergen gevonden."
Per week komen er vijftig kinderen van acht
tot vijftien jaar naar het vakantiekamp.
"Ze komen van maandag tot vrijdag en spe
len van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Tussendoor komen ze steeds bij je hangen
voor een knuffel of een aai over de bol. We
geven ze ook goede maaltijden. Dat zijn ze
niet gewend. We moeten ze leren om gezel
lig aan tafel te eten, want thuis hebben ze
niet eens een tafel. Het is voor hen al een
hele luxe dat ze een eigen bed hebben. Soms
vinden ze het zo eng om alleen te slapen dat
ze 's nachts toch bij elkaar kruipen."
Het is dankbaar werk.
Haat-liefde
"Ze huilen als ze naar huis moeten en zeg
gen dat het de mooiste week van hun leven
was. Dan schiet je zelf ook wel even vol. Als
je die koppies ziet, dan weet je dat je het
niet voor niets gedaan hebt. Je laat iets bij
ze achter waar ze hun hele leven op kunnen
teren."
Bram heeft een nuchtere kijk op de situatie in
het land. "Ik heb een haat-liefde verhouding
met Roemenië. Het is een prachtig land. Het
heeft alles. De polders van hier, het laagge
bergte van Limburg, het midden-gebergte
van het Sauerland en bergen zo hoog als de
Alpen in Oostenrijk. Er zijn prachtige meren
en bossen waar nog wolven en beren leven.
Maar afspraken kun je er niet maken. Als ze
ja zeggen, doen ze nee. En als ze beloven
aanwezig te zijn, komen ze niet opdagen.
Dat is het resultaat van dertig, veertig jaar
onderdrukking. Het duurt nog wel een ge
neratie voor dat eruit is."
Dat de situatie niet lijkt te verbeteren stemt
de Noordams verdrietig, maar is ook de
drijfveer voor hun werk. "Als alles goed was,
hoefden we niet meer te komen met een
hulpkonvooi. Dan gingen we naar Roeme
nië op vakantie. De mensen die we helpen
hoeven ons niet dankbaar te zijn. We zijn
blij dat wij de middelen hebben om dit te
kunnen doen. Dat is voor ons
voldoende."
i