"Mijn moeder m^kte de snert met scfapewkrabbetjes" HART VAN HOLLAND ZUIDPLAS 24 DECEMBER 2014 27 Moordrecht - De geur van erwtensoep vult het huis. Mu ziek klinkt vanuit de keuken, de hal in, de kamer door. Op het fornuis staat een reusachtige pan, een formaat dat je alleen in instellingskeukens tegenkomt. Op de inductie plaat op het aanrecht nog een enorm exemplaar. Ernaast liggen prei, knolselderij, peen, ui. Gerard Spijkerman (75) is in zijn element. "Je moet blijven roeren." DoorAleid Otto "Altijd een dagje laten staan, dan is het het lekkerst. beesten. Die hadden bijvoorbeeld gebroken poten en dan mochten ze niet de circulatie in. Het vlees was goed, ging in de vrijbank en werd goedkoop verkocht. Daar heb ik ook nog voor in de rij ge staan", herinnert hij zich. Koksopleiding Hij werd slager. "Ik was veertien, zat op de ulo in Gouda, maar ik wilde buiten zijn. Dus weinig leren, onvoldoendes, niet over gaan. Geen punt, zei m'n vader, dan ga je aan het werk. Klaar." Hij werd aangenomen als leer- het maken en verkopen van erw tensoep in de winkel." Tot twee jaar geleden, toen zijn zoon het van hem overnam, was Spijkerman voorzitter van muziekvereniging Kunst na de Arbeid. Wat de vereniging voor hem betekent? "Alles, ja echt al les! Ik heb daar lieten leed mee gemaakt", vertelt hij. "Ik doe het al vanaf mijn veertiende, eerst bij Caecilia in Gouda. Mijn vader zat daar ook bij. Die speelde trompet tot hij achttien jaar was en daar na ging hij cello spelen. Hij zat in een strijkje. Die kwamen dan naartoe en dan zat je op de rand van het bed te toeteren. Zo ging dat toen. Later ben ik bariton gaan spelen en nu bastuba." Ge rard Spijkerman kan niet zonder muziek: "Zodra ik thuis kom zet ik muziek aan." Sinds enkele jaren neemt Spij kerman deel aan het WK Snert- koken. Dit jaar werd hij vierde. Zijn tip voor een lekkere erwten soep: "Spliterwten, geen gewone erwten en verder alles vers. goed roeren en altijd een dagje laten staan. Dan is het het lekkerst." Elf jaar geleden is hij ermee begonnen. Toen muziekvereni ging Kunst na de Arbeid, waar hij voorzitter van was, naar een nieuw onderkomen ging, bleek de eenmalige subsidie van de ge meente niet voldoende. Van alle kanten werden de handen uit de mouwen gestoken. "De één regelde goedkoop een keuken, een ander deed het tegelwerk, de aannemer deed het voor een koopje, de architect voor niks, er was iemand die de elektriciteit deed, weer een ander kon spit ten en graven voor de riolering, iedereen hielp mee. En verder: acties, loterijen, noem maar op. Ik dacht: ik kan snert koken, als ik dat ga verkopen, dan kan ik ook mijn steentje bijdragen." Met een grote schuimspaan met extra lange steel roert Spijker man in een van de pannen. Zijn zwager Jan, die smid was, heeft het keukengerei speciaal voor hem gemaakt. De spliterwten mogen niet aan de bodem vast plakken. Elk jaar in oktober begint Spij kerman te koken. Hij gaat door tot maart, honderden liters snert per seizoen. De opbrengst gaat, na aftrek van kosten, naar het instrumentenfonds van de mu ziekvereniging. De kostprijs pro beert hij zo laag mogelijk te hou den, wat tot nu toe lukt doordat hij regelmatig gesponsord wordt met groenten of vlees. En het loopt storm. Om de haverklap gaat de tele foon en zeker vijf keer klinkt de deurbel en komt er iemand een bestelling snert ophalen. Vanuit de wijde omtrek weten ze hem te vinden. Hij geniet ervan: "Dat is toch mooi? Zo gaat dat de hele dag door. Dat is toch prachtig?" Zijn moeder leerde hem snert ko ken. Hij was de op een na jongste in een gezin van zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Ze woonden in Gouda. Zijn vader was ambtenaar bij de sociale dienst. Er was één inkomen en er waren veel monden te voeden. "Mijn moeder maakte de snert "Op de rand van het bed heb ik leren toeteren." met schapenkrabbetjes die ze haalde bij Cornelissen, de scha penslager in de Groenendaal, dat was goedkoop. En ook wel vlees van de 'vrijbank'. Dat was in een halletje in Gouda, dat is er niet meer, waar nu de Nieuwe Markt is ongeveer. Dat waren voorwaardelijk goedgekeurde ling-slager en ging naar de vak school in Utrecht. "Het was veel fietsen als slagersjongen, met de mand voorop, dat was ideaal voor mij." In dienst volgde hij de koksopleiding. In de jaren 60 en 70 had Spijkerman een slagerij in de Moordrechtse Dorpsstaat. "In die tijd ben ik al begonnen met bij ons thuis oefenen. Dat was schitterend, een mooie tijd." Als jongetje van zeven kwam Gerard bij het knapenkoor. "We zongen in de nachtmis", vertelt hij. "Toen ik bij de harmonie kwam, begon ik met trombone. In die tijd leer de je het van een ander lid van de vereniging. Daar moest je dan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland - Editie Zuidplas | 2014 | | pagina 27