"Ondanks wijK goede bedoelingen schiet ik overal tekort" X "Ve zorg is cck oeriKStwct" HART VAN HOLLAND ZUIDPLAS 24 DECEMBER 2014 33 Als het werk van verzorgenden ter sprake komt wordt vaak geconcludeerd dat werken in de zorg een roeping is. De in zet van de mensen die werkzaam zijn in de zorg wordt alom geprezen en hun onmisbaarheid volmondig beaamd. Door de overheveling van zorgtaken van Rijk naar gemeenten zal werken in de zorg er niet eenvoudiger op worden. De 'mens met een roeping' voelt zich steeds vaker een roepende in de woestijn. «Ba? tó- mm XV* X Waar voor veel verzorgenden in dividuele aandacht voor de cliënt een groot goed is, lijken de bezui nigingen meer te leiden tot wer ken volgens het tijd-is-geldprinci- pe. "Maar de roeping is sterk", laat een verzorgende, die anoniem wil blijven, weten. "Hoewel we te maken krijgen met steeds min der handen aan het bed, zullen wij ons werk nooit leerleggen. De zorg is een oerinstinct." Maar zorgen zijn er, grote zorgen. "Waar vooral ouderen de dupe van zijn." Zomaar een dag uit het leven van een verzorgende: "6.30 uur stap ik fier mijn voor deur uit om door de ochtendnevel naar het verzorgingshuis te fiet sen. Heerlijk om de beginnende kou te voelen. Ik voel me fris en ben vol goede moed. Om 6.45 stap ik het verzorgings huis binnen. Verwelkomd door klassieke, rustgevende muziek. Mijn dienst start om 7.00 uur dus alle tijd. Ik snel naar boven en lees de bijzonderheden van de afgelo pen 24 uur; bekijk de route die mij deze dag toebedeeld is. Oeps....een pittige route door het huis. Klokslag 7.00 uur ga ik op pad. Als eerste staat mevrouw A op mijn lijstje. Ik klop aan, betreed de kamer en wens mevrouw een goede morgen. Mevrouw geeft aan zich niet zo lekker te voelen. Haar reuma speelt op in deze tijd van het jaar. Ze kan moeilijk op gang komen. Het duurt en duurt. Ik geef haar hulp bij haar verzor ging met respect voor haar klach ten. Mevrouw is immers 92 jaar. Ze is dankbaar en ik verlaat haar kamer vijftien minuten te laat. Een kwartier geleden had ik al bij meneer B moeten zijn. Het zweet breekt me uit. Ik snel door het huis; trappen af naar meneer B. Ik verontschuldig mij voor mijn wat latere komst en daar blijkt me neer B wel begrip voor te hebben. Ik help meneer met zijn dagelijkse zorg, ontdek wat nare plekken op zijn huid en beloof hiervoor een artsenbezoek aan te vragen. De zorg voor meneer B verliep vlot; is zeer ontstemd en verward. Ze weigert haar medicatie en denkt dat ik haar wil vergiftigen. Ik bied aan haar te helpen met douchen omdat ze een afspraak bij de kap per heeft. Daar blijkt deze lieve, mooie dame gevoelig voor te zijn en ze laat de zorg toe. We zingen samen. Het kost tijd. Na de zorg breng ik mevrouw naar de in een collega. Hé jij ook hier? "Ja", en we rennen door. Ik klop aan, open de deur en schrik. Mevrouw D is in een po ging alvast maar te beginnen op de grond gevallen. Ik zie een bloe dende schaafwond op haar knie. Mevrouw is zwaarlijvig en ik kan haar onmogelijk alleen overeind helpen. Ik bel voor hulp. Krijg een vijf minuten ingelopen. Op naar mevrouw C. Snellend door de gangen; trappen af. Mevrouw C, een zeer lieve de menterende dame. Ze is de hele nacht in de weer geweest. Op zoek naar haar (lang geleden overleden) echtgenoot. Mevrouw pandige kapsalon en ik krijg een sneer: mevrouw is te laat. Het zweet loopt over mijn rug maar mevrouw C is mij dankbaar en ik krijg een dikke knuffel. Dan rennen naar mevrouw D. Ik ruik koffie op de gang. Maar no way, geen tijd. Op de trap tref ik uitbrander want mevrouw had allang bij een activiteit moeten zijn. Uiteindelijk komt er hulp. Mevrouw wordt overeind gehol pen en wil de rest van de dag op haar bed doorbrengen vanwege de schrik. Inmiddels loop ik veertig minuten achter op mijn route. Het zweet loopt uit mijn broekspijpen. Ik ben moe. Ondanks mijn goede bedoe lingen schiet ik overal tekort. Slo pend dit. Nog even en mijn dienst zit erop. Zoef langs mevrouw E. Hup, hup, wassen en aankleden. We zingen en lachen. Dan, dertig minuten na het aflo pen van mijn dienst, rapporteren en een artsenvisite aanvragen. 45 minuten te laat loop ik afge mat het verzorgingshuis uit. Haren in sliertjes om mijn hoofd. Op de fiets door het inmiddels frisse, heldere weer. Overal spin nenwebben. Zolang het kan zal ik er zijn voor jullie om de zorg zo liefdevol mo gelijk te geven. Tot morgenlieve, arme oudjes. Ik hou van jullie"

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland - Editie Zuidplas | 2014 | | pagina 33