SCHOONIOTENSCHE COURANT m ie. WEEKB LAD J. ZONDAG- 17 OCTOBER; VOOR DE KRIMPENER-, JLBLASSER- EN LOPIKERWAARD. BUITENLAND. pwit Kin mwuNt Voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,60. Franco per poet 0,75. DE DOODSTRAF. Van Alpbonse Karr ia het gezegde bekend, naar aanleiding^ van de doodstraf: vWilt gij haar afschaffen, goed, zeer goed; maar faat de heeren moordenaren voorgaan." Te midden van ernstige discussten geven geestigheden som tijds eenige verkwikking, en het schijnt, dat men dé eerste de beste gelegenheid te baat neemt, om de door den ernst der zaak gespan nen gelaatstrekken te ontplooien tot een lach. Maar met aardigheden moge meii zich af maken Van eene zaak, men lost er geene vraag stukken mede op. Victor Hugo's ernstige re-» gelen, getiteld: »De laatste dag van een, ter dood veroordeelde," hebben een veel dieperen indruk achtergelaten dan Kerr's geestig gezegde. Er is over ae doodstraf zóó veel geschreven, èn door rechtsgeleerden, èn door dichters en wijs- geeren (een eekt dichter is tevens een wijsgeer) dat ik mij niet voorstel iets nieuws over dat onderwerp te kannen zeggen. Eene breedvoe rige behandeWhg heb ik evemnin ten doet. Ook geloof ik niet, dat het wikken en we gend der rechtsgronden (nadat het reeds zoo herhaaldelijk, op onderscheidene wijzen, ge schied is), verder veel zal toe- of afdoen üi eene zaak, die reeds"*door de publieke opinie tot de hare gemaakt is. Dat over een vraagstuk van zoo gewichtjgea aard verschil van meeningen bestaatwien zou het verwondèrón. Nog tans ja dat verschilover het algemeen genomen, niét zoo groot, als bet bij eene .oppervlakkige beschouwing schijnt. Naarmate tóch de humaniteit vorderingen maakt, naar, die mate wordt het menschdom afkeerig van 'foltertuigen en moord toestellen. Het gevoel boezemt ons een afschrik in voor de doodstraf. In 't belang der Maatschappij evenwel kan men ten smijt van het gevoel., meenen die strpf te moetéh toepassen. Op zulk een standpunt acht ik hen te staandie zich tegenstanders betoo- nen vjm de afschaffingf der doodstraf. Of zou men hen moeten beschuldigen van bloeddorst? Men zóu er evenmin recht toe hebben als de schrijver in het w Dagblad die beweerde dat d« radicalen (lees: liberalen of*vrijzinnigen) déarom Voor de afschaffing van de doodstraf zijn, omdat. .-. zij sympathie iliebben voor moordenairen. Welk eene bewijsvoering! Het is een zw^atdwaarmede mep ziph ze Wen wondt, -niet anderen; en die het gebruikt, doet ons denken ain iemand, die onvatbaar is voor het geloof aap vgoede trouw." Wanneer wij na spreken vin tegenstanders der afschaffing (van de doodstrafdan hebben wij op het oog die achtenswaardige m&nflen, rechtsgeleerden, men schep vrienden, 'of wie het ook zijn mogen, die wij raeeneri, dat, door waarachtige belangstel ling geleid 1 en uit innige overtuiging,zich verplicht achten hunne stem tegen aie afschaf fing te moeten verheffen. Van Liberalen of Conservatieven is 'in deze zaak geen sprake; men vindt tegen- en voorstanders van verschil lende fkleöten", en ik geloof, dat voor beide partijen het vraagstuk groote moeiélfjkheden m heeft. 1 Dat men herhaaldelijk de dobdstraf uitspreekt, om die, als 't ware^in één adem, te veran- SjW.N.TèïWBN w Schoonhoven, Uitgevers deren in eene andere straf, ihet moge11 pleiten voor de vorderingen der humaniteit, het is piet te min eene bedenkelijke zaap zoo doende den eerbied voor de wet te ondermijnen. Men moet haar afschaffen ofhandnaven. Man dpet noch het een, noch het aadermen hinkt op twee gedachten. Het verkenen van gratie door den Koning is van uitandering regel ge worden. Het is de Itivloéd fan den Tijdgeest, did-dikwijls den wetgever voofbit is. 'Het kiel halen was feitelijk reeds land afgeschaft, vóór dat de toepassing dier straf bakoniuklijk besluit werd verboden. Het is moglijk dat er in de 15de eeuw, toen de misdadigA (of die ervoor gehouden werden) ten aanschdnwen van de me nigte werden te pronk gesteld, verminkt, ge brandmerkt, ter dood gebracM, (die goede oude tijd!) een wijsgeer geweest fc, die tegen dat alles in verzei kwam. 'Aatgenomen dat hij krachtige pogingen had aangewend om de dood straf te doen afschaffenmen nu zelfs niet naar hem hébben geluisterd; meuizou hem hebben bespot? Pb' tijdgcest-Nras irigr twegaukoljjk voor dergelijke zachtere gevoelens. En de tweede helft van de 19de eeuw, is zij rijp voor de afséhaffing van de doodstraf?. De voorstanders beweren het; de tegenstanders ontkennen het-. Maaf in die ontkenning is eenige aarzeling. Zij zeggen, dat de doodstraf nog niet gemist kau worden, dat zij nu nog niet kan worden afgeschaft. Zij gevoelen, dat zij op een wankelenden grond staan, dat de tijdgeest de afschaffing wil, en ^ie met al luider stem zal gaan eischen; zij gevoelen, dat wij in een overgangstijdperk verkeeren. De tegenstanders, quand même, die het menschdom gaarne drie eeuwen terug zouden willen voerenlaat ik buiten rekening. Ofschoon hun aantal niet zoo groot is als het schijnt, zullen zij échter, in*, vereeniging met de tegen standers, die op het humane standpunt staan, een invloed kunrren uitoefenen, krachtig genoeg om de afschaffing der doodstraf nog eenige ja ren te verschuiven! Ten slotte breng ik een feit in herinnering, waarin wij een gewichtig teekeu des tijds zien en dat tevens tea bewijze kan strekken, dat fiet vraagstuk van den dag geenszins nieuw is. In het jaar 1866 toen de Italianen bij Cus- tozza een zoo geduchte nederlaag ledenen geheel door de Oosteurijkers werden verslagen, toen onthulde men te Milaan, te midden van het gefluit der kogels en dpn donder van het geschut, bet beeld van Cesar Beccaria./En vraagt gij, wat men in hem vereerde, en wat die man gedaan had tot heil van zijn vaderland? Hij had in 1764 een werk geschreven (Dei Delitti e delle Pene), waarin hij aaudroijg op de af; schateng van de doodstraf. Onder al het krijgsrumoeren .terwijl de toe komst van Italië zou "beslist wordenvergat men hem niet. Allerwege zag men zijne bustes, en teederè handen omkransten die met bloemen. Zoo bracht men op het zelfde oogenblik, d#t men., met zeldzame verbittering strijdende, rond- plaste in het bloed van zijn evenmensch, hulde aan den man, dié, rnimeen eeuw geledeneene stem der menschelijkheid had doen hopreii. Het was de stem eens roependen in de woes- y PRIJS KR ASVERTENTlCN Van 1 tofr 5 regels f 0,5Q. Iedere regel meer - 0,10. Groofë letters naar plaatsruimte. Inzending franco. v tijn; ma&r zal zij dat altijd blijven? Ik ge- loof het niet. Sinoerus. Te Heidelberg ie eene vereeniging tot «Und gekomen r» reeilte- beeft in een brief un den proudemt ven den minietsrrttd, het nutte- iooza aangetoond nui fa doodstraftoor «Uetkundige m/edrtfven. Door Generaal Prim ii date memorie un den ministerraad ter overweging medegedeeld. Dezer dagen liet zich iemand op de volgende zeer ondoordachte wijze uit over het drama van Pantin. O, foei! wat is het nu toch vreese- lijk vervelenddat men alle dagen in alle bla den op denzeltden ouden kost van dien moord onthaald wordtmen moést den moot denaar maar eenvoudig vierendeelet^, en dadrmeé uit." De man, tot wien deze woorden gericht waren, meende evenwél: uBehalve dat het dan daarmeé niet vuil" Hou zijnzou die doodstraf voor het aardsche leven diens moordenaars veel te licht zijn, althans veel lichter dan eene, des noodt levenslange, eenzame opsluiting, om zich zijne gruweldaden telkens zwarter voor te stellen. Bij de gedaihte aan het voortbestaan des men- schen is evenwel de doodstraf altijd te zwaar, en onverantwoordelijk daarenboven, omdat men door haar niettelden in één vreeteUjk oogenblik over de eeuwigheid beschiktMen make de toepassing. Bso. -r De Soltan van Turkije en- de Onderko ning jrari* Egypte schijnen de Zaak eens te zijn geworden. l)e laatste had evenwel vrij brutaal tegen zijn leenheer gehandeld, door hem fei telijk in veel opzichten gehoorzaamheid en on-' derwerping te weigeren. Men meent, dat de verzoening zeer tijdelijk "Zal zijn. De Sultan sohijpt de opening van hét Suezkhnaal niet te willen storen en beide voasten stellen er té hoo- gen prijs op om de Keizelin der Fransphen op de meest eervolle wijze te ontvangen, dan dat zij daarvoor niet eenigen tijd vriendschap zou den willen huichelen. De reis van de keizerin Eugéuie nau het Oosten strekt, volgens, sommige fransche bladeftislechts ter vervulling van de gelofte, die zij hi 1856 heeft gedaan om, wanneer haar een zoon wierd geschonken, het heilige graf te bezoeken. Tot dusverre hebben de omstan digheden haar belet aan dat plan gevolg te geven. Het geheel na te laten, vreest zij, dat noodlottig voor haar kiqd* zou zijn. In vele bladen wordt bericht, dat de por tretten dié het beeld van Traupmann heeten voor te stellenvalsch zijn. Men heeft daartoe het portret gebezigd van iemand, die de eer had veel op den moordenaar te gelijken. Men wil dat de Fransche Begeering uitge breide voorzorgsmaatregelen neemt tegen 26 Opt., den dagwaarop men de opening der kamers wenschte. Het garnizoen te Parijs zal zelfs ver sterkt worden mét cavalerie uit Versailles. Het laat zich echter aanziendat die voorzorg over bodig is. De afgevaardigden der oppositie wenden althans van hunne zijde alles aan, om de ge moederen in kalmen toestand te brengén of té houden." De afgevaardigde Jules Ferry lx-zoejjj

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1869 | | pagina 1