SCHOONHOVENSCHE COURANT.
r. 25.
WEEKBLAD
1869.
1
ZO.VDAtr 19 DECEMBER.
lï:
VOOR DE KRIMPENER-, ALBLAtSER- EN LOPIKERWAARD.
I
i
s«7.
oW1(
229
221
47‘/,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
werkzaam bij of
90
i Ned. t
Appelen
Aard-
MIM KIER COURANT
Voor Schoonhoven per drie maanden 0,60.
Franco per post- 0,76.
67«/4
66
67«/4
777,
SchoonhovM.
16 partijen,
laliteit.
«r 1,90 1
rd 905 Run*
tere Kalve-
ens en 238
2de qual.
aal. 75 C.
1ste qual.
sten, bene-
soort 8,—
e naar qual.
aamsche en
8 en Noord-
Zeeuwsche
,60 i/6,-,
ieawe korte
'Oir 9,-;
2 van 7,25
-HAVER
an 7,96 A
10,50.
AARD*
ld.
an 0,96
ƒ6,— per
jarige witte
11,70
ieuwe ƒ8,20
ioÓGÏ.
888ohe/6.60
GERST.
1.30 i6,70,
,-*ƒ«,40.
,10 K 1,90
•GGB/7,-—
f 6,90; HA
AT 216 6
687,
75
9°7.,
SO’'/,
827.
56>/,
405
112>/,
.199
8«7.
81’/.
81’/.
79’/,.
817.
8. W. Nj van NOOTEN- te Schoonhoven,
Ui tg evert..
10 December.
84>/,
88
«5’7..
267,,
387.
ministers van Isabella geantwoord. Zij bewe
ren, dat geen der beide vori
van kroonjuweelen heeft ki
ken, aangezien koning Joz<
liet einde zijner regeermg v<
heeft. Tot bewijs daarvan 1
ven van Jozef Bonaparte gec
poleon I en de anaer ai
thier, in welke brieven die vorst zich beklaagt
oyerc’ ’*w
hij verkeerde, zoodat zijne soldaten
ingen hadden en
BERICHT.
Uithoofde van het Kerstfeest, geschiedt de ver
zending van het volgend uommer der Schoon-
hovensche Courant op Vrijdag 24 Dec., in plaats
van op Zaterdag 25 Dec. e. k.
De Minister van Finantien van Spanje,
in de Cortes geïnterpelleerd wordende over de
ontvreemding van kroonjuweelendeelde het
volgende omtrent die zooveel gerucht makende
zaak mdde.
De Minister zeide, dat de kroonjuweelen, die
gaandeweg door, alle Koningen, die sedert Phi
lips II tot Karel IV over Spanje geregeerd had
den, vermeerderd waren, in ’t begin dezer eeuw
eene waarde hadden van 100 millioen realen.
De aan het land opgedrongen koning zeide
de Minister verder Jozef Bonapartenam
toen hij uit het land weggejaagd werd, voor
eene waarde van 22 millioen realen mede. Dit
was de eerste ontvreemding van kroonjuweelen.
Er bleef dus eene waarde van 78 millioen over.
Koning Ferdinand VII verklaarde in zijn tes
tament van 1880, dat hij een inventaris, voor
zien van. zijn zegel en geteekend met zijne hand,
had laten opmaken van de juweelen en edel
gesteenten //die een deel uitmaakten van de
kroon”. Na den dood des Konings werd de
inyentarisniet gevonden; omstreeks de helft der
kroonjuweelen daarentegen miste men. Benige
jaren later vond de //eerlijke”. intendant van
het paleis, de heer Martin de los Herros, de
vermiste zevenhonderd étuis, waarin die juwee
len geborgen waren geweest, in een kelder te
rug, maar de étuis waren ledig.
De executeuren-testamentair van Ferdinand
VII hebben zich tot de Koningin-regentes ge
wend, om iets nader omtrent den inventaris en
de diamanten van haar te weten te komen. Maria
Christina antwoordde aan een hunner, den heer
Salvador Enriques Calvet, dat zij die vraag niet
begreep, want alle kroonjuweelen waren door
de Franschen gestolen. De diamanten die thans
aanwezig waren, waren door haren gemaal, den
overleden Koning, gekocht of afkomstig van zijne
drie eerste gemalinnen, zooals hij haar dik
wijls verzekerd had.
Doch waar aldus vervolgde de Minister
waren dan de diamanten gebleven, ter waarde
van 86 millioen, die, volgens de uitdrukkelijke
verklaring in het testament, toen nog aanwezig
waren Welnu, ik aarzel geen oogenblik te zeg
gen, dat zij gestolen zijn door de Koningin
Maria Christina.
Er moesten intusschen, zoo als allen weten,
ngg voor 42 millioen aan kfoonjuweelen voor
handen zijn, en deze heeft Isabella van Bour
bon, die als Koningin ze 'aan hare hoede zag
toevertrouwd, op het einde harer Regeering me
degenomen naar San Sebastian en vervolgens
naar Frankrijk; zonder twijfel met het plan om,
even als de ex-Koning van Napels, door die
kostbaarheden in staat te zijn den burgeroor
log in het land te onderhouden.
Op deze beschuldigingen, door den minister
van finantien tegen de ex-koninginnen Maria
Christina en Isabella ingebracht, hebben de oud-
SCHOONHOVEN18 December.
LI. Zondag-avónd had alhier de eerste
Volksvoordracht plaats, welke door een zeer
re be- groot publiek werd bijgewoond. Door den heer
-geea- - S; A. Boeck werden «enige fragmenten uit het
nieuwste werk van den Welbekenden schrijver
P. J. Andriessengetiteld «/Nieskruid,” ten ge-
hoore gebracht. Hoewel de keuze van het on
derwerpover de opvoeding,gelukkig mag
genoemd worden, is het zeer te betwijfelen of
een gedeelte van het publiek den aard en de
Strekking van eene zoodanige Volksbijeenkomst
begreep. Wanneer de bepalingen, die wij tot ons
genoegen in achterstaande advertentie vinden
vermeld, worden toegepast, belooft de tweede
Volksvoordracht zeker meer te zullen bijdra
gen tot ware Volksuitspanning en Volksontwik
keling, dan van deze eerste proeve meteenigen
grond mag worden verwacht.
De heer T. H. Uitterdijk Predikant bij
de Chr. Afgescheiden Gemeente alhier, geniet
morgen het voorrecht zijne Veertig jarige Echt
vereniging te mogen vieren. Zijne gemeente
leden en vrienden zullen dit bericht zeker met
belangstelling vernemen.
Ondanks den zeer hevigen storm welke
gisteren-nacht woqdde, heeft men hier gelukkig
van geene bijzondere schade of ongelukken ver
nomen. Sommigen beweren, te midden van
den storm, eenige lichte schokken van aardbe
ving te hebben waargenomen.
Door de Afdeeling ’s-Qravenhage de
vereeniging ter bevordering van Fabriek- en
Handwerksnijverheid in Nederland is besloten,
om in het jaar 1871 te houden een nationale»
wedstrijd, tusschen werklieden in de verschillende
(vakken van nijverheid en kunst, met eene ten
toonstelling der ingezonden voorwerpen. Deze
voorwerpen moeten door werklieden in Neder
land woonachtig (mannelijke en vrouwelijxe), en
werkzaam bij of voor patroonszijn gemaakt
en uitmunten door eigen vinding, bijzondere nut
tigheid of doelmatigheid, soliditeit of keurigheid
van bewerking. Tot bekrooning worden prijzen
uitgeloofdbestaande in medailles, met of zon
der premiën in gelden v er ee rende getuigschrif
ten. De tentoonstelling van het ingezondene
zal aanvangen in Augustus 1871.
Terwijl wij deze enkele bijzonderheden uit
het programma van dien wedstrijd mededeelen
nnen zich aan roof
nen schuldig ma-
Bonaparte ze op
tocht of vervreemd
(»ben zij twee brie-
o serd, een aan Na
poleon I en de anaer aan den maarschalk Ber
den ellendigép finantiëelfln toestand, waarin
_i..J., jn negen
maanden geen soldij ontvangen hadden en zijne
getrouwste dienaren zelfs in den winter van
brandstof verstoken waren, rik heb alles
schrijft hij wat ik-nog aan juweelen en an
dere kostbaarheden over had, verpand om mijne
dierbaren geen gebrek te lat|n lijden, en ik zal
nü door het te gelde maken van de kostbaar
heden, die in de kapeKan het paleis aanwezig
zijnvoor een veertien dagen in mijne behoef
ten voorzien.”
Daaruit schijnt te blijkend dat de zware
gron'd’TeW^n.
DeGrieksche regeering wordt schrikkelijk
in ’t nauw gebracht door het steeds toenemend
aantal roovers. Het edele baanstroopersgild telt
in geen land van Europa mepr aanhangers dan
in ’t classiëke Hellas. De meeste van die beeren
zijn gewezen herders, anderen Turksche land
verhuizers. In het vorige jaar werden premie’s
van 1000 en 2000 drachmen uitgeloofd voor
het dooden van eenen roverhoofdman, maar
zoo groot is de schrikdien deze Fra Diavolo’s
uitoefenen, dat geen landman het waagt deze
voor hem fabelachtige som te verdienen, hoe
wel een Grieksche boer anders volstrekt niet
opziet tegen een énkelen moord.
Uit Oschersleben in de provincie Saksen
wordt bericht, dat den 7den dezer in de na
bijheid van genoemde gemeente een vreeselijk
ongeluk heeft plaats gehad, waarbij zeventien
personen on middellijk gedood en een groot aan
tal gekwetst werden. In de suikerfabriek Ot-
toleben sprong de stoomketel, wierp het ketel
huis uiteen, verhief zich tot eene aanmerkelijke
hoogte in de lucht en viel toen op een afstand
van 150 voet ter aarde, hief zich weder op
en werd nog ongeveer 100 voet ver wegge
slingerd.
Behalve de zeventien personendie terstond
dood waren, zijn ier van de gekwetsten nog
vijf overleden, en doet de toestand van som
mige verwonden vermoeden, dat het getal der
slachtoffers nog vermeerderd zal worden.
Te Washington in Noord-Amerika wor
den, onder aanmoediging en medewerking van
den president Grant, de eerste aanstalten ge
maakt Voor eene aldaar in 1871 te houden
wereldtentoonstelling van kunst en nijverheid.
Omtrent den ontzettenden brand, die de
geheele stad Jenisseïsk (Siberië) in de asch heeft
gelegd, worden de volgende bijzonderheden me
degedeeld aan het Petit Journal: Op den dag
van de ramp woedde er een verschrikkelijke
storm. Ten tien uur ’s morgens brak de brand
op verschillende plaatsen te gelijk uit én ten
PRIJS DER ADVERTENTHN
Van 1 tot 5 regels0,50.
Iedere regel meer- 0,10.
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco.
vier uur ’s namiddags was de geheele stad ver
nield. De bewoners waren radeloos, daar zij
niet wistenwaarheen te vluchtenwanneer zij
de huizen verlieten, vonden zij een gruwelijke»
dood in de straten. Men wierp zich in de ri
vier (de Jenisséï) om door zwemmen het leven
te redden, maar men zonk in de diepte, daar
het water in kokenden toestand verkeerde. In
't kort, men vond overal den dood, want alle
elementen waren tegen den mensch gekeerd.
Meer dan zes honderd personen Hamen in de
vlammen om terwijl het getal der ver
dronkenen tot heden niet bekend is. De eer
tijds zoo bloeiende stad Jenisseïsk biedt heden
slechts een tooneel van verwoesting en wanhoop
aan.