F. 184.
ZONDAG 5 JANUARI
1873.
k
WEEKBLAD VOOR DE KRIMP ENER-,- ALBE ASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
r«Ls
S. w. JST. v-Ln isrooTKK,
187 5.
BUITENLAND.
SCHOOIVHOVENSCHE COURANT.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prjje: voor Schoonhoven pe» drie naaandon ƒ0,70.
Franco per "post door het geheele ryk 0,80.
Uitgevers.
Prijs der AdvertentiönVan 1 tot 5 régels ƒ0,50. Iedere
regel meor 0,10. Greote letter» ptaatsruirati laren- ,v
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
Gegroetgij jonggeboren zoon der negentiende
eeuwMet blijde verwachtingen hebben wij uw
eerste verschijning aanschouwd, inde hoop, dat
gij die niet zult beschamen. Hoopvol en moedig
snellen wij met u voorwaarts op den levensweg,
en, hetzij gij ons vreugde bereidt of droefenis,
gij zult ons pal zien staan te'midden van de
wisselingen van het lot^
U heillezers van dé Schoonhovensclie Öoa-
rant! Moogtgij uw wenschen bekroond uw ver
wachtingen verwezenlijktuw arbeid gezegend
zien I Mbge het jaar dat wij hebben zien opda
genu wanneer het weder wegzinkt en voor
een ander plaats maaktgeen tranen doen storten
over verscheurde banden, verdwenen illusiën
verloren hoopvervlogen geluk Ons allen zij
het jaar 1873 goed I
Gelijk men weethadden de oude Egyptenare»
de gewoonte, over hun gestorven vorsten, alvo
rens de lykpiechtigheden te eindigen, de vier
schaar te spannen. Met ernst en onpartijdigheid
werd dan onderzochtwat zij voor hun volk
geweest warnq.
Welnu, wij willen hetzelfde doen teu opzichte
van wijlen" het jaar 1872. Met enkele trekken
willen wij aangevenin hoeverre dat jaar bevor
derlijk is gewekt aan de ware belangen der
menschheid in 't algemeenaan die van Neder
land ih. 't bijzonder,
Gelukkig geen bloedige slagvelden hebben
pij daarbij te betreden, ueen woeste oorlogs
kreten galmen ons in 't oor. 1872 was een jaar
van vrede.
Zelfs verbeelden wij ons dat wij tot op zekere
hoogte ons mogfrn beroemen dat de wenschen
van hendie den algeraeenen wereldvrede ver
beiden een stap nader tot hun vervulling zijn
gekomen. Immers, het jaar dat voorbij is, w,us
er getuige van hoe geschillen tusscben twee
machtige en kraohtige volken welke geschillen
zoo gemakkelijk aanleiding hadden kunnen geven
tot een bloedigen strijd door scheidsrechterlijke
beslissing werden uit den weg geruimd. Het
vroeger zoo prikkelbare Albion dat gewoonlijk
in de diplomatie een vierkanten rug zette en
voor niets'en niemand uit deo weg ging, heeft
zich ridderlijk "onderworpen aan uitspraken, die
toch in zijn nadeel waren. Mogen er zijn, die
zulks ellendige koopmanspolitiek noemen, wij,
die dwepen met de zegeningen des vredes, wij
,zyn er dankbaar voor. Sergeant Bates, die van
't noorden naar 't zuiden Engeland doorliep met
da Amerikaansche sterrebanier omhoog geheven,
hij ia voor ons het zinnebeeld van betere tijden
en het juicht in onsNog is het nacht maar
de schemering nadertv
Nog ia het nachtwant het denkbeeld mili
taire roemhoezeer ook gekneusd onder de
alagendie er op regenenis nog bij lange na
niet geheel verpletterd. Vraag T maar eens aan
den moedigen Franschen generaal Ducrot, die eens
gezworen had te overwinnen of te stervenmaar
die, daar de keus hem waarschijnlijk zwaar viel,
eindigde met te ducrotteereii (zijn eerewoord als
krijgsgevangene breken). Heeft die held geen
speech gehouden overvloeiende van wraakplan
nen en. soldatenijdelheid P Zoolang er mannen
gevonden wordendie ongestraft dergelyken
bombastischen onzin ten beste kunnen geven
envolken die met welgevallen er naar luiste
ren zoolang mogen wij ous niet overgeven aau
te hoog gespannen verwachtingen.
Daarbijhet verloopen jaar droeg blijkendat
het idéé valgemeeue dienstplichtigheid" gaande
weg veld wintdat derhalve het aantal mannen
aangewezen om ten strijde te trekken, ontzaglijk
zal vermeerderen. Of moeten wij zulks als een
voorbode 4des vredes beschouwen? Zal, wanneer
burger en soldaat één zijn, de rust beter zijn
gewaarborgd dan wanneer soldaten van beioep
azen op een gelegenheid om te tooneu hoe goed
zij voorhun handwerk berekend zijn P Zal
overigens de indruk van den jongsten strijd
krachtig genoeg zijn om deregeeringen te .nopen,
alle krachten in te spannen ten einde de bronnen
van welvaart en volksgeluk te openen, in plaats
vau zich tot de tauclen te wapenen
Bleef in 't afgeloopen jaar het'zwaard in de
sclreede, heeten strijd werd er daarentegen-ge
voerd op de grenzen, die staat en kerk vaneen
scheiden. Hier met gematigdheidelders met
bijzonderen nadruk. Voor Duitschland onder
anderen was 1872 hoogst gewichtig, omdat het
krachtige pogingen aanwendde om de stroop
tochten, die de kerk zich, buiten het terrein dat
haar toekomt, veroorlooft, te bemoeielykén.
Vorst von Bismarck, tot de erkenning geko
men, dab er voor de ontwikkeling van het
Duitscbe rijk geen gevaarlijker vijand is dan
priesterheerschappij, gaf den stoot tot een om
wenteling, die, naar wij hopen, staat en kerk
beiden ten vegen zal zijn. Of Duitschland voort
zal gaan aan de spits van het liberalisme? Een
bange „twijfel is in de laatste dagen bij velen
gerezen het is alsof de keizer oordeeltdat het
nu genoeg il, en dat,een stapje terug niet kwaad
^ou zijn'! Ieder die belang stelt iu de geschie
denis van zijn tijdwacht met spanning wat
de eerste mnandeu van het pas Üegonneu jaar''
daar, in het oostente aanschouwen zpllen geVen.
vGeeft ons de school, en dè toekomst is ons,"
sprak zeer onlangs een der voornaamste woord
voerders van de clericale partij in Duitschland.
De man had het voorzeker niet mis. En daaröm
wat was 1&72 voor 't onderwijs?
Hier te lande bleef alles bij ,'t oude. Geen
gewichtige veranderingen deden zich voor. Den
ouders bleef het recht toegekend om huu kin
deren het voedsel dés geestes le onthouden; de
strijd tusschen neutraal en kerkelijk onderwijs.,,
ja tochdeze verauderde eeuigszins van karakter.
De zich noemende Christelijk-historische partij
bracht een anti-schoolwet- (of liever grondwet-)
verbond tot standteneinde het beruchte artikel,
waarbij het onderwijs een onderwerp van staats
zorg wordt verklaard, gewijzigd te zien. Doch
de andere bestrijders van de neutrale school, de
Clericalen, strekken hun eischen zoover niet uit,
zoodat wij ons verheugen mogen over het irou-
weus niet onverwachte verschijuseldat er twist
is in" het kamp onzer bestrijders.
Vooral de April-feestviering heeft er veel aan
toegebracht, om een onoverkomelijkeu scheidsmuur
op te richten tusschen de vijanden van het libe
ralisme hier te lande. Op 't gebied der histori
sche herinneringen hebben zij elkander ontmoet
en dadelijk bleek het, dat er geen verzoening
tusschen Rome en Dordt mogelijk is. Wij voor
onswij weten nu juist waar het op staaten
het Brielsche jubelfeest heeft ons, behalve een
nimf op zicht en. eeu zeemanshuis in de ge
boorte een toetssteen aan de hand gedaandie
alle partij ver waring kan doen vermijden.
Wie eens met volle teugen het genot van
partijgehaspel wil smaken, hij doorbladere eens
den jaargaug 1872 van de eerstede beste cou
rant, en zie de rubriek Frankrijk na. Wij zien
daar een klein'oud lieer, niet zeer aanzien
lijk van voorkomendié men in de volksmenigte
nauwelijks zou opmerken. Maar laat diezelfde
menheer eens de tribune beklimmen! Dan.stroomt
er tusscheu die dunne lippen oeu woordenvloed,
waarvoor geen dam is op te werpendan schie
ten er uit die kleine, grijze oogen vonken van
veruuft en van geest, dan is er geei^ spier aan
dat tenger lichaam of het belegt zichdan...
maar wij weten allen hoe de President Thiers
nu eens door zijn stout optreden, dan weder
door zijn handige kunstgrepen er in is geslaagd
om olie te gieten in de opgezweepte golven van
het Fransche nationaliteitsgevoel, hoe hij nu
deze, dan gene partij een knol in de handen
stopt waarop zij lustig gaat zitten knauwen,
en zoo allen dienstbaar weet tc muken aau zijn
belangen. Zijn belangenvoorzekerwant Thiers
heeft dat met alle groote mannen gemeendat
hij eerzuchtig is; maar tevens moeten wij er
kennen, dat het eV in Frankrijk misschien treurig
zon uitzienindien er geen Thiers aau 't hoofd
stond; dat hij wellicht op dit oogenbfik de
eenige is, die redden zal, wat er uit de schip
breuk vau '70 en '71 te redden is. Alleen
wensebten wij maar, dat~hij voor zijn privaat-
liefhebberij ^ich minder bezig hield met artil
lerie-officieren en wat meer met schoolmeesters.
Van liefhebberijen van hooggeplaatsten ge
sproken de Japanneezen zullen moeten ge
tuigen dat kun wereldlijke keizer er een heel
aardige op nahoudt. In de geschiedenis van
dat volk zal het jaar 1872 zeker niet onopge
merkt blijven. 'Zoo op ééns vtot Europeanen
gemaa.t te worden, is voorwaar geen kleinig
heid. Eerst een nationale godsdienst, samen
geflanst uit d$ brokstukken van de verschillende
geloo.sbegrippen der aarde, parlementaire staats
instellingen, Europeesche legerorganisatiever
plicht lager onderwijswat niet al-tot zelfs
vtjvs'iging van de landtaal door de Engelsche!
Ook uit Japan zullen wij voortaan miniateriëele
crisis"-n beleven, waarbij de leden van afge-
gètreden kabinetten niet eens meer het pleizier
mogen hebben zich den buik open te snijden I
't Is ie hopen, dat aan de Japansche ministers
een langer staatkundig leven zal vergund wor-
r1 i dan aan hun collega's in Griekenland, in
:*rkye en in Spanje.
Zullen wij van 1872 spreken, zonder te ge
wagen van de guiterijen van de fameuse komeet
Biela, die door haar Sanzeiling mét onze aarde
ons zoo tot aan de knieëu iu 'l water heeft
,estopt? Waarlijk, als staartsterren niets an
ders kunnen verrichten dan ons gratis stortba
den te bezorgendan verdienen zij i niet dat de
geleerden zich moeite geven om ze te ontdekken.
Scherts ter zijde, vöor duizenden is het
vorig jaar een rampjaar geweest. Treurige ver
halen kwamen tot ons uit Denemarken en Noord-
Duitschland, uit Italië en België, uit Frankrijk
en Engeland. En 't moet ons Nederlanders slof
geven tqt dankbaarheiddat wij tot heden niet
veel te lijden hebben gehad van onzen erfvijand,
iet water. Tot dankbaarheid, maar ook tot
hulpbetoon, want de ellende ia groot.
Nog eens binnen eigen grenzen een blik in
't rond geslagen. Gelukkig .de volkeu, wier
geschiedenis niet zeer belangrijk is. Dat geluk
is het onze.
Wij verloren Nederlands grootsten staatsman
van den nieuweren tijd; wij zagen een nieuw
kabinet optreden, eij een groot beginsel trinm*
feeren, namelijk dat het belang der openbare
gezondheid sterker is dan de, bezwaren vAn bij-
zoudere personen.
In onze koloniën werd de rust gestoord,
maar door een krachtig optreden van onze zijde
weder liersteld. Ziedaar hef; voornaamste op po
litiek gebied.
Iu T- maatschappelijk leven weinig dat de
aandacht trok. üischoon ook hier te laude de
toestand van arbeidenden en karig bezoldigden
menigmaal hard is, bleef ons rijk bewaard voor
de woelingen, die vooral iu. Engeland dei strijd
Tusschen kapitaal en arbeid deed geboren worden.
Zelfs mochteu wij ons verheugen in 't verschijn
sel, dat de drijvers van de Internationale in
ouze resideutie bijeenkwamen, en luide hun stel
lingen verkondigden en dat toch Nederland
niet te gronde gingzooals sommige zwaarhoof-
den vreesden.
De binnenlandsclie ondernemingsgeest gaf ia
1872 flinke teekenen van leven. De stoom
vaart op Amerika kwam tot stand, die op Java
breidde zich uit. Wij hopen, dat hij op zijn
pasgewonnen lauweren niet moge indommelen,
maar dat de nieuwe krachtsinspanningen eerlang
door andere zullen wdifden gevolgd. En dat
vooral de welvaart, da'aruit voortvloeiende, ook
hun zal teu goede komen, die geen ander ka
pitaal bezitten dan den arbeid hunner handen
en huns geestes.
Schenke 1873 bloei en leven aan ons vader
land 1 Verspreide het licht over de vele en ge
duchte vraagstukken, dio bij voortduring den
menschelijken geest beroeren! Ieder arbeide
volgens zijn krachten en gaven. Gok wij hopen
dat te doen, in onzen kring. Daartoe vragen
uitgevers en schrijvers van dit blad by vernieu
wing den steun en het vertrouwen der lezers I
He.
OVBHZICHT.
Bij het schrijven van dit eerste overzicht in
1873 dwalen de gedachten onwillekeurig terug in
het verleden, komerj verschillende beelden uit de
geschiedenis van 1872 en vroeger voor den geest,
en die berinnering stemt tot dankbaarheid en
geeft ook grond om bet beste van de toekomst"
te hopen.
Al ontbrak het in 1872 niet aan strijd, aan
feilen strijd vaak op menig gebiedde geschie
denis van dat jaar heeft geen moordtooneelen
te schetsen als die van de bloedige jaren 1870
en '71; het beeft ons doen zien dat internati
onale geschillen op andere wijze dan door plassen
menschenbloed kunnen worden uit den weg ge
ruimd. De behoefte aan vrede, zij 't ook aan
gewapeuden vrede, üs uitgesproken door de. drie
grootste Monarchen van Europa, en al hadden
wij ook gaarne, bij die keizersbijeeukomstdat
militair vertoon willen missen, dat zoo zéér in
strijd was met die vredelievende bedoelingen,
de openbare meening heeft die uitspraak met
levendige toejuiching ontvangen. Die openbare
meening vrij te maken, vrij van politieke en
kerkelijke overheerschingkrachfig en gezond
door ontwikkeling en ondefwijsis een streven
waarvan de noodzakelijkheid meer en meer wordt
ingezien, hqcwel het allerwege nog tot heeten strijd
aanleiding geeft. Het beginsel van scheiding van
kerk en staat toch wordt algemeen ook door de ver
schillende regeeringen meer op den voorgrond ge
plaatst en belichaamd in maatregelen en wets
ontwerpen, waaraan dat beginsel ten grondslag
ligt.
Geen pauselijke allocutie kan die ontwikkeling
keereu; integendeel, zij wordt er door in de hand
gewerkt. In Pruisen i waar men door- het
aftreden van prius Bismarck als president-mi
nister begon te twijfelen aau het tot stand komen
der aangekondigde wetsontwerpen, tot regeling
der kerkelijke aangelegenheden, wordt, juist
door de vijandige eu uiltartende taaldie iu de
jongste pauselijke allocutie jegens Duitschland
wordt aangeslagen, de noodzakelijkheid dier rege
ling meer ingezien eu krachtig verdedigd. -Dat
ook de regeering niet onverschillig is voor die
oorlogsverklaring, bewijst de terugroeping van
haren zaakgelastigde bij het Vaticaan en het
verbod nan alle dagbladeuom dat gedeelte der
allocutie, 't welk op Duitschland betrekking heelt,
openbaar te maken. Dit laatste heelt veel onte
vredenheid gewekt, daar vele dagbladen wegens
die opname bemoeielijkt zijn en de handelwijze der
regeering, met betrekkiug tot dat verbod, met
begrepen wordt.
Ook Frankrijk ondervindt de moeielijkhe-
deu, aan een dubbelen gezantschapspost te Rome
verbonden. De botsiugendie daardoor uit den
aard der zaak moeten voortvloeienzijn niet
uitgebleven. Het bevel van den Minister van
Buitenlaudsche Zaken, aan de officieren van het
Fransche wachtschip te Civita Vecchiaom te
genwoordig te zijn op de nieuwjaars-receptie vau
den Koning van Italië, heeft den Franschen
vertegenwoordiger bij den H. S. dermate geër
gerd dat hijtoen de Minister ongenegen bleek
dat bevel in te trekken, zijn ontslag heelt ge
vraagd en verkregen. Hoewel de regeermg de
opengevallen plaats dadelijk weder vervuld heelt,
schijnt zij er op bedacht de bemoe.iugen vai»