ZONDAG- 9 FEBRUARI 1873. N0.189. WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-. ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. »«V* I Nog iets over de politieke hervorming. BUITENLAND. OVERZICHT. SCHOOIÏHOVIMSEHE C0I11NT ÏÜR9BERICHTEN. leen. 1862. «7% t 1051 112 9.00 4 33.00 raar en «ohom. 5. 5. Prys der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meerAIO* Groots letter* naar phatsruxcnt». laxeo- ding franco, en uiterljjk tot Zaterdagvoormiddag* ten 10 ure. Schuld o lam. 1867/71 S. W. KT. V /VN^SïOOTEN. Uitgevere. 182. 184. 85. quaestiën en ook bij zoo ongeveer op het- 52 I»1/. 98/. 987. 991/, 31 Ju. «6‘7>. 88'/. 28’/, 41«/, 99»/. 727. 'EK. schil, prijs f28 4 «•boter 56 4 58 et, is f 27,UO 4 34.00; :rs f 10412-, aard- appelen f94 10, 17’7» «7. 223'/, 98'/, 93 927. 747. «S’/l. 245 251 81'/, «17. 65'/. «57.. 575 180 m voor Engeland os *an f18 4 24; Veren f 7 4 14. nwrd-. 1 paard, ■en, 29 nuchtere arkena, 25 big* 2de qual. 75 et; W et; schapet Londen 50 tot f72 en 3de Flakkeesche lera f 10,26 4 7,00 4 7,50, i-Brabantsche che en Over* iere f6.90 4 oer f 5,80 4 ware f8,80 J0 47.J0. ituks vee. i 320, eene to v namen 130 4 180, '.7. 3 et., die rkens van 61 ‘fa 62'/, 97 139 >/4 67 87% «V. i«7. 86 8e Sectie. 7 1869. 7 3 •9. 5 7 6 6 8 8 3 Mei—Nov, 5 Febr.Aug. Ja».Juli. 5 Apr.Oct. 5 fl. 500, 1860. .00, 1864. r 5 6 5 6 7 6 6 6 6 M 3 3 aandeel. f 5 000. 5 5 5 at. 100. 5 sk. .5 3 Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag vmrmdm. Pr>: voor Schoonhown per drie manden 0,70s Franco per post door het geheete rijk 0,80. rMet patsen en roeten wordt de tijd versle ten”, zegt een Hollandsch spreekwoord. «Met passen en meten is reeds veel tijd ver sleten”, kan het Nederlandsche volk met eene kleine variatie herbalen. Dat geldt echter niet alleen voor Nederland. Gij hebt gelijk. Meest alle landen hebben zulke pas- en roeetperiodes gehad. En wij zien tegen woordig wel aan Frankrijkdat juist niet alleen in bet rkleine noorden” sommige hervormingen lang werk hebben eer zij tot stand komen. Prettig evenwel is bet te zien, en nog pretti ger moet het zijn te ondervindenwanneer de zaken flink gaanwanneer een frisch leven alles doordringtwanneer de behoefte aan hervormin gen bijna door ieder wordt gevoeldwanneer bijna ieder het zijne bijdraagt om de voldoe ning dier behoeften te erlangen, wanneer bijna niemand er bezwaar tegen heeft om iels op te offeren van hetgeen altijd opgeofferd worden moet, zoo dikwijls er van oude toestanden tot nieuwe wordt overgegaan. Zulk een verkwikkend schouwspel bieden vooral die staten aan voor welke door eene of andere wereldgebeurtenis eene nieuwe toekomst geopend wordt. Men denke in onze dagen b. v. aan Duitechiand waarah met een tooverslagge- beele wetboeken zijn tot stand gekomen aan Italiëwaar het genot van de jwiitieke eenheid te hebben veroverd begeesterend op bijna de gansche bevolking werkt. Die natiën zullen waarschijnlijk ook wel weer hunne periodes van stilstand te doorleven heb* benmaar intusschen komen zij nu al een heel eind verder. Toen wij ónlangs over parlijhervorming in dit blad schreven, verklaarden wij het met den hoog leraar Buijs daarover eens te zijn, dat eene zuivering en scherpere teekening der politieke partyen noodig was en dat men daartoe het best zoude komen door de oude quaestiëu vier kant te stellen en te laten afdoen.’ Wij bespraken toeu reeds twee groote punten de defensie en de verbetering van het volkson derwijs. En ten aanzien van beide punten meen den wij, dat de grenslijn tusseben de partijen (de kerkelijk-politieke partijen niet medegerekend) zoiide liggen in het zcdeljk karakter, (door een drukfout stond er ziekelijk) meer dan in bet politiek inzicht. Daar zijn echter meer deze moet de redeneering zelfde nederkomen. De hervorming der rechterlijke- en rechts instellingen b. v., welke ten doel heeft in de eerste plaats de wijze van rechtspleging te ver eenvoudigen en in verband daarmede vele rechts regelen zelve beter te doen beantwoorden aan de behoeften van den tijd. Hoe lang men daaraan reeds bezig is, durven wij niet goed zeggen. Dat is trouwens eene bekende zaak en haar te herhalen zou vervelen. En waarom duurt dat zoo lang? Zijn dat dan wel quaestiëu van politieke partijen,of is het de schuld der beeren ^deskundigen”, die het over den te volgen weg niet eens kondeu worden Och, vati allerlei samen, en al die tegen spoeden en tegenwerkingen vormen een lang verbaal. Een groote hinderpaal echter is zeker ook bij dit punt hierin gelegen, dat met oude toe standen, aan welke men gewend is, moet worden gebroken, en dat er nu heel veel menschen zij» die daarover niet licht kunnen heenkomen, som migen wel is waar wegens onverminderde goed keuring van dat oude, maar zeer veel, anderen ook bf wegens zekere vrees voor ai wat nieuw de inkomstenverkreg is, bf wegens de schaduwzijden, welke natuurlijk kapitaal in portefeuille. ERGERLIJKE 8TAMD. RENTE SCHOONHOVEN. van den 24. tot den 31, Januari 1873. >rnelju» Eli»*, ouden J. H. Littel ra J. Verborg, onlang» alhier woon* van Zntphen, beiden wonende te l. Visser met J. van Peer. Pek met H. Keiler. aan iedere nieuwe instelling verbonden zijnbf wegens bijzondere belangen welke met die oude toestanden staan en vallen. Maar eenmaal houden al die overwegingen op. Eenmaal wordt de overtuiging machtig, dat het oude niet meer deugt en dal het nieuwe nooit volaiaakt kan worden, dat met alle oude toestanden ook vele bijzondere belangen moeten vallendat dit evenwel slechts is eene quaestie van tijddat men aan die belangen zoo billijk mogelyk moet te gemoet komen en dat zij dan geen recht hebben zich te beklagen. Met die hervormingen van het rechtswezen staan wij nu tegenwoordig zoo ongeveer op dat standpunt. Te wachten tot alle mannen van het vak het eens zijnzou wezen de zaak uit stellen tot tijden die nooit komen zullen en er is in den laatsten tijd reeds van veel meer over eenstemming gebleken, dan menigeen zich wel had voorgesteld. Welnu, dan hakke men ook eenmaal den knoop door en hebbe den moed om niet langer te passen eu niet langer te meten. Snijd den rok, trek hem aan en laat aan het dragen over dat de kleine plooiendie nog hinderenzich voegen naar het lichaam. Zoodra die verschillende vraagstukken der hervorming van ons rechtswezen aan de orde zullen komen zullen wij de leden onzer volks vertegenwoordiging zeker in twee groepen ver deeld zien: de een zal zeggen, dat de rok moet worden aangetrokken en de andere zal zeggen, dat het niet kwaad zoude wezeu nog wat te passen en te meten. De eerste zal o. i. on getwijfeld de meerderheid hebben, hoewel de tweede juist geen licht hangijzer zal zijn. De eerste zal vertegenwoordigen de partij van den moed en de geestkracht, de tweede die van het angstvallig overleg eu de politieke onmacht. Wil meii dat nu liberaal noemen en conserva tief. Mij wel, maar velen, die voor conserva tief doorgaan, zullen dan tot de liberalenvelen, die liberaal beeten, tot de conservatieven behooren. Nevens de hervorming van het rechtswezen staat die van het belastingstelsel, Hoe lang heeft men ook niet reeds daarbij de» steen der wijzen gezocht. De belastingen zoo te regelendat ieder bij draagt naar de evenredigberd van zijne fiuan- ciéele krachten. Dat is het ideaal. Natuurlijk. Maar er te komen, dat is de zaak, en er precies te komen dat is eene ónmogelijke zaak. Iemand heeft ge?cgd, dat men, om rechtvaar dig te wezen bij het verdeeleu der belastingen slechts zorgen moest van niet al te onrecht vaardig te zijn. Plaatst men zich nu eenmaal op dit stand punt, dan hebbe men zich te wachtenvan niet uit liefde voor het onbruikbare ideaalliet bruik bare voorbij te zien. lu zake-van belasting hervorming is de eerste vraag deze, of niet het bestaande stelsel aan groote gebreken van begin sel iydten of niet die gebreken aan een voor gesteld nieuw stelsel in geringer hoeveelheid en m mindere mate aanwezig zijn. Ongetwijfeld, en men moet van nature hl zeer zwartgallig wezen om dit te ontkennen, is het belastingstelsel bij ons te lande na 1848 aanmerkelijk verbeterd. Op het gebied vooral der accijnsen, der verbruiksbelastingenheeft de ontheffing van vele der eerste levensbehoeften weldadig gewerkt. Evenwel zijn wij nog niet waar wij wezen moeten. Het blijft altijd eene zeer vreemde,' o. i. niet wei te verdedigen regeling, dat de inkomsten alleen getroffen worden door het pa tent, d. w. z., dat alleen de inkomsten (of liever de waarschijnlijke inkomsten) belast zijn by die categoriën van personen die in de patentwet ziju aangewezen en die behooren tot den handel en de nijverheid. Het kan er o. 1. met door, dat de inkomstenverkregen uit het zoogenaamde d. w. 1. ft staatoef- meten de tijd versleten wordt. Zoodanige partijgroepeering is o, i. in het ver schiet. Wie daarbij tot de eene partijwie tot de andere zal behoorenis met het oog op onze tegenwoordige Tweede Kamer nog niet te zeggen. De zitting van de Franscho nationale ver gadering van de vorige week gaf weder een treffend voorbeeld van het eigenaardige Franscbe volkskarakter; oppervlakkig, koel voor aliedaag- sebe dingen, al zijn die ook van het grootste belang, opvliegend, bartstocbteiyk voor alle* wat buitengewoon, of waarbij partijkloven ge moeid is. Het ontwerp tot regeling van den arbeid van vrouwen en kinderen in fabrieken mocht slecht* in de belangstelling van sommigen deelendoch nauwelijks is dit ontwerp een ©ogenblik ter zijde gesteld voor de behandeling van het rapport betreffende de contracten, door den prefect van Lyontijdens den jongsten oorlog gesloten voor de levering van wapenen en ammunitie, of alle partijen zijn losgelaten en de belangstelling uit zich in de heftigste tooneelen. Zooals op vele andere plaatsen, hadden ook te Lyon groote onregelmatigheden plaat* gehad bij de leveringen van oorlogstuigen, tot uitrus ting van vrijwilligers en van het leger. Gewe- tenlooze aannemers en avonturiers hadden, ge bruik makende van den toestand van verwarring, waarin toen het geheele land verkeerde, het bestuur van die stad op allerlei wijze bedrogen en nu dat bestuur een verzoek heeft ingediend om teruggave der voorgeschoten gelden, heeft eene commissie, belast mat het uitbrengen van rapport over dat verzoek, en bestaande uit le den der Rechterzijde, al die kwade praktijken, gesteld op rekening van het toenmalige bestuur der stad, dat het trouwens in hare oogen al verbruid had, door het bijschen van de vaan des opstands. De gewezen prefect van Lyon verdedigt zich natuurlijk zoo goed mogelijk ta- gen die beschuldiging, o. a. door de verzekering dat hij ter goeder trouw had gehandeld, en nu en dan aan de nukken der bevolking moest toegeven, ten einde grooter kwaad te voorko men; hij vijzelde de diensten, door Garribaldi en zijn leger aan het land bewezen, hoog op, doch kon zich met geheel vrijpleiten van de be schuldiging, dat hij bevel had gegeven om den bevelhebber en de manschappen van een bataillón mobile gardes te doen fusiieereu. De beraadslagingen, die drie dagen lang de vergadering bezig hielden, losten zich op in eene motie van orde, waarbij het hijschen van de roode vlag te Lyon, in tegenwoordigheid va» den vijand, werd a gekeurd, doch de zaak overigens onbeslist bleef. Zooals te verwachten was, heeft Thiers, inde samenkomst met de commissie van 30 leden, geweigerd genoegen te nemen met verschillende bepalingen van het ontwerp, door die commissie vastgesteld tot regeling der constitutioneel® quaestie. Met name wenscht hij het recht te hebben om bij alle beraadslagingen, waarbij, volgens het oordeel van den Ministerraad, bet algemeen regee rings be leid betrokken is en waar voor hij alleen verantwoordelijk is, bet woord te mogen voeren, en de inrichting eeuer. Tweede Kamer niet alleen zeer onbestemd, in beginsel, aangenomen, doch ook in de uitvoering vaak gesteld te zien. Verder gaf hij ook tóet on duidelijk den wensch te kennen, dat zijn mandaat voor bepaalden tijd mocht verlengd worden. 'De meeste dagbladen laten zich zeer ongunstig uit over de handelwijze der commissie, wie het blijkbaar alleen te doen is om Thiers onseba- dehjk te maken, doch haar mandaat, met be trekking tot regeling der constitutie, geheel heeft voorbijgezien. Evenmin als Thiers, blijkens zijn antwoord aan de Franscbe bisschoppengenegen is ItMli» pC 4 3 3 3 1853/69. 3 lope 1798 en 18] 6. 5 mburg 1820. 5 5 5 5 864 4/1000. 5 1866 4/1000.5 I860 2e leen. 4’ 88?/, 1867/69. .4 1859. 3 5®/0 Ra. 100. f fecten, aandeelen in nnamlooze vennootschappen enz., aan geene belasting onderworpen zijn. Men bezit nu in het patent eene eenzijdige inkom stenbelasting, door welke enkele personen wor den gedrukt, terwijl zeer vele anderendie daar buiten vallen, door eene soortgelijke belasting volstrekt niet worden getroffen. De vorige fcregeering heeft aan dit bezwaar willen te gemoet komen. Zij heeft toen eene algemeene belasting op het inkomen voorgesteld. Zij is echter niet gelukkig geweest. Eene menigte leden onzer Tweede Kamer had den tegen dat voorstel allerlei bezwaren. Heel natuurlijk. Beproef eene belasting voor te stel len, tegen welke niet door iederdie er over te oordeelen heeft, een bezwaar kan worden bij gebracht, en gij beproeft het onmogelijke. Maar daarom juist mag het bij die beoordeelaars de vraag niet wezen of menook een bezwaar kan vinden, doch alleen of men over bet gevonden bezwaar niet kan heenstappen, wanneer die op offering leiden zal tot een toestand, beter dan de toestand welke bestaat. Dat heeft de meerderheid onzer Tweede Kamer voorbijgezien en daarom heeft de meerderheid, de een om deze de ander om eene andere reden bet ontwerp doen vallen. Wij. zijn daarmede qeu heel eind achteruit gekomen, want na die ervaring behoort er voor een Minister van Financiën meer dan gewone moed toe, om eene nieuwe poging tot herzie ning te wagen. Toch zouden wij wenschen dat zij werd on dernomen, toch durven wij voorspellen, dat zij zelfs binnen niet al te langen tijd onder nomen worden moet. Hoe? Daarin willen wij ons thans niet verdiepen. Eene wijziging en uitbreiding van het patentrecht en eene ren te- belasting tot treffing van het kapitaal in porte feuille zouden misschien het best tot bet be oogde doel kunnen leiden. sDoch en zoo komen wij terug op hetgeen waarvan wij ook weder in dit artikel uitgin gen wanneer die quaestie aan de orde zal wezeu, hoedanig zal dan tegenover haar de grenslijn der politieke partijen zijn Wij meenendat zelfs bij geene enkele zoo sterk als bij deze het alweder de vraag zal wezenwie heeft den moed voor het groote het kleinere op te offeren, wie heeft dieu moed niet? Eigenlijk moet men met blindheid geslagen zijn, om de fouten in het gekiend systeem met te erkennen. En is dat waar, zijn de ge breken zichtbaar genoeg, is bet daarbij duide lijk, dat de nieuwe regeling aan die gebreken te gemoet komtdan moetal zijn ook aan haar leemten te zien, de vraag ernstig worden gesteld, of men over die leemte» niet moet heenstappen De eéne partij zal zeggen: ja; zij zal hebben den moeddie eene ernstige overtuiging geeft, den moed, die eenmaal genoeg heeft van liet zoeken naar het onbereikbare beste den moed die met den sleurgeest breekt, omdat die geest, al doet hij zich in respectabeler vormen voor, dan in het dagelyksch leveu in den regel ge schiedt toch altijd sleurgeest blijft. De andere partij zal zeggenneennog metnog is aan de overpeinzing geen einde, nog moet worden gewikt eu gewogenof niet eens alle leemten zullen kunnen worden aangevuld, alle! En die laatste partijhoe bekwaam en hoe gemoedelijk ookzal de hervormingen trachten tegen te houdende eerste zal zich op den weg vau vooruitgang den juisten pas hebben gekozen. Die partij zal wezen de reformatoirede party van kracht, vau wii>, van moed, van geest drift, van frisch leven, van bezieling. Aau zoodanige party bestaat groote behoefte. Zij haaste zich om op de» voorgrond te treden. Velen zuilen haar vaandel hef krijgen, en als waarschuwend woord zullen zij aan de mannen der tegenpartij toeroependat met passen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1873 | | pagina 1